27 kenmerk dat het in gebruik is., wat het anders miste, geen twijfel: Melanie heeft het hier huiselijk ingericht en misschien reeds sedert weken, sinds zij ziek is. Groote zweetdroppels parelen op het voorhoofd dei zieke. O, God, hoe zal zij het huishouden terugvinden na den eindeloos langen tijd gedurende welken zij de teugels uit de hand moest geven. Zij wil roepen, haar gezag weer doen geldenmaar neen, zij bezint zich, ze wil eerst eens de haren beluisteren en zien, hoe het toegaat als het waak zame oog der moeder ontbreekt. Eigenlijk is het heel gezellig in de helder verlichte kamer, want de mooie hang lamp brandt en niet de kleine staande lamp, waar 's avonds meestal een heftige strijd om gevoerd werd, daar ieder tenminste een beetje van haar licht hebben wilde. De vader zit behaaglijk in een hoekje van de sofa, Herman zit stil en is bezig met zijn schoolwerk, ofschoon geen gispende moederstem hem daartoe bestendig aanmaant; Melanie stopt ijverig aan een berg kapotte kousen en een helder, zonnig lachje speelt daarbij om haar mond, zoodat de moeder verbitterd denkt„Zij kan lachen, terwijl gij hier ellendig ziek ligt En daar klinkt ook haar heldere stem, wcl-is-waar gedempt, maar toch duidelijk hoorbaar voor het oor der zieke. „Ziezoo, vadertje, nu ben ik klaar en nu willen we ook eens aan den inwendigen mensch denken en voor het eten gaan zorgen." Rusteloos ijlt Melanie heen en weer, zet onhoorbaar borden en glazen neer, snijdt brood, legt voor vader en Herman daarvan op hun bord neer en geeft dan met een beschaamd lachend gezichtje een grooten schotel aan, dien de vader vroolijk glimlachend bekijkt. „Wel lieve kind, wat heb je ons daar voor heerlijks bereid? Ei, ei, daar

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1895 | | pagina 161