c8 der liceren hem zoo van de beurs had meegebracht. Met minzaamheid beantwoordde hij de onderdanige groeten der bedienden, en het scheen Bmil alsof hij juist hem buiten gewoon vriendelijk en vertrouwelijk toeknikte. Eene stem in zijn binnenste eene zwakke stem wel- is-waar vermaande Emil, thans nog het gebeurde aan zijnen chef mede te deelen, maar hij liep door, en toen hij op straat trad, was het in het volle besef een ander mcnscli te zijn, een geheel andere dan gisteren, toen hij op datzelfde uur do Bank verliet. Een misdadiger! Dus klaagde zijn geweten hem aan. Een misdadiger! Gij zijt thans in oorlog met de maatschappij en alle maatschappe lijke verordeningen. Het zij zoo, sprak hij bij zichzelven, als ik de zedelijke kracht hij moest daarbij glimlachen bezit, deze rol te spelen, mij in mijnen nieuwen toestand te schikken, wil ik gaarne een misdadiger zijn zoo slechts niemand het te weten komt en liet er mij wèl bij laten varen Hjj rilde alsof hij de koorts had. Dit is slechts het be gin, dus trachtte hij zich te bemoedigen. Alle begin is moeilijktijd en gewoonte zullen het evenwicht weder herstellen, en dan is de overwinning mijn. Thans is er slechts éen ding noodigmij kalm houden. Zich kalm houdenEn zijne polsen joegen met onrust barende snelheid. Waar en hoe zou bij het geld verbergen Allerlei plan nen rezen bij hem, hot eene al onnatuurlijker dan het andere. Geen uur mocht hij het bij zich houden, het moest verborgen worden, zoo dat buiten hem geen sterveling het vinden kon. Onaangeroerd moest het blijven liggen, totdat de zaak zou zijn doodgebloed. Vóór alles echter moest hij zich vergewissen, of de serieën en nummers der papieren bekend waren. In elk geval zou hij heel wat geduld moeten oefenen, alvorens van het geheim te kun nen geuietcn. Hij dacht aan geene weelde of verkwisting, dat zou dwaasheid zijn. Maar wel aan het geborgen wezen voor den dag van morgen. Om niet anders dan gewoonlijk te doen en daardoor verwondering te wekken, ging hij met zijne collega's in het naburige koffiehuis en speelde een partij biljart. Hij ademde verlicht op, toen hij eindelijk alleen zijn weg kon vervolgen. Anders bracht hij vaak op dat uur

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1896 | | pagina 146