19 haar de aanstaande schoondochter! Er is evenwel nog niets met zekerheid bepaaldal is het niet te loochenen dat gravin Vidor haar zoon heeft laten overkomen met geen ander doel dan hem te verloven aan de jonge gravin Elsa von Amerenberg. Elsa is de dochter van haar over leden vriendin, aan wie zij op haar sterfbed beloofde alles in het werk te zullen stellen om dat huwelijk tot stand te brengen. Toen Alexander en Elsa nog kinderen waren, maakten de twee moeders reeds het plan hen samen te laten trouwen. Aan zijn chef, den Duitschen gezant te Petersburg, had graaf Vidor ditmaal verlof gevraagd wegens „familie aangelegenheden" Hij had zijne moeder in geen jaar gezien en de goede vrouw had plotseling haar onweder- staanbaar verlangen naar haar eenigen zoon te kennen ge geven, ondanks (of misschien juist omdat) de jonge gravin Amerenberg voor eenigen tijd haar intrek had genomen in de fraaie villa, waar de weduwe haar eenzaam leven doorbracht. Die goede moeder! hare bedoeling was maar al te dui delijk Maar Alexander was de laatste, die haar daarin zou tegenwerken Integendeel, met ongeduld wachtte hij tot zijn lot beslist zou zijn. Sedert vier dagen was hij thuis, maar de gelegenheid had zich tot nog toe niet voorgedaan, waarbij, door een enkel woord, een illusie van jaren her tot werkelijkheid had kunnen worden. Want meer dan éen woord was er niet noodig om die twee jonge, vurige harten tot elkander te brongen. Wat of mama toch te vertellen heeft, denkt Alexander, zij is anders niet zoo spraakzaam van aard. En zij is het alleen die spreekt; de stem van Elsa hoor ik in het ge heel niet. Nadat hij zich reeds een paar maal met een ongeduldige beweging achterover in zijn stoel heeft geworpen, het eene been over het andere geslagen en dikke rookwolken omhoog heeft gezonden, staat hij eindelijk op en nadert hij voorzichtig de portière, die do twee kamers van elkan der scheidt. Met den rug naar hem toe gekeerd zitten de twee vrou wen dicht naast elkander. Gravin Vidor, een zeer knappe vrouw van reeds eenigen leeftijd, die in haar jeugd een groote schoonheid moet

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Jaarboek | 1896 | | pagina 157