Gesprek met Levi Weemoedt Haverschmidt Ouder Knutselen R.K. VOORTGEZET ONDERWIJS NIEUWE WATERWEG NOORD INSCHRIJVINGSDATA WOENSDAG 31 JANUARI 1979 Levi Weemoedt is een droefgeestige versjes-brabbelaar uit Vlaar- dingen. Schrijver van twee ongehoord goed verkopende poezie- bundels, die nog uitzonderlijk leuk zijn. Weemoedt is een persoon- lijkheid met wie treurige mensen mee kunnen voelen en om wie ze kunnen lachen. Weemoedt is een creatie, een karikatuur. Wie is hij en wie is zijn schepper, die zegt dat het werk van Weemoedt inmiddels al in de lectuurbakken van psychiaters te vinden is en soms als een deel van de therapie voor depressievelingen gebruikt wordt? In onderstaand verhaal een versiag van het opbeurend gesprek. SCHOLENGEMEENSCHAP SPIERINGSHOEK SCHOLENGEMEENSCHAP NIEUWELANT ST. J0ZEFSCH00L VOOR MAVO DE VLIETH0RST LIEDEWYDE A:AFDELING LAGER HUISH0UD-EN NIJVERHEIDSONDERWIJS (L.H.N.0.) B: AFDELING INDIVIDUEEL HUISHOUD- EN NIJVERHEIDSONDERWIJS I.H.N.0.) C: AFDELING MIDDELBAAR HUISHOUD EN NIJVERHEIDSONDERWIJS (M.H.N.0.) A: INTERIM ALGEMENE SCHAKELOPLEIDING B: V0RMINGSKLAS Geen Bloemen graag! I Levi Weemoedt. Toonbeeld van droef geestige ellende en diepe treurnis. Een altijd klagende hufter, die 's ochtends vroeg al wanhopig in de thee zit te staren en 's middags binnen de kortste keren onder invloed van de jenever staat. Dan zit hij in zijn treurstoel voor het raam en overziet het leven op het marktplein. Een mislukte klager. Komt nog bij dat Weemoedt versjes schrijft, naargeestige smartlappen. Wie zijn pennevruchten leest. wordt overvallen door een'wrange smaak en verliest terstond alle hoop. En het leven was al zo zwaar, zeker in zijn woonplaats Vlaardingen, waar de smerige uitwerpselen van het aan de andere kant van de Waterweg gelegen Botlekgebied, de lucht verzieken. En die Waterweg, ach, ook al een klaag- lied: „Geen harigbuis, geen better en geen kotter geen logger en geen stoomfiets, ach! geen fluit zag ik vanavond op de stroom 'k Zat aan de Doodsrivier. Slechts een condoom dreef goedgemutst het zeegat uit". (Uit Geen Bloemen). Op vrijdagmiddag bij hem thuis. Dankzij een telefoontje, waarin hij eerst zei er niet veel in te zien, maar toch toegaf. Ies van Wijk (30) is door het succes van twee poeziebundels (van de eerste, Geduldig Lijden, werden inmiddels bijna 10.000 exem- plaren verkocht) een beetje terug- houdend. Als altijd relativerend: „Die tweede bundel is niet zo goed hoor, ik vind het helemaal niet de moeite waard". Maar thuis in zijn schitterende weminkje aan de Markt in Vlaardin gen is Ies van Wijk een prettig iemand om mee te praten. Niet de naargees tige Levj Weemoedt, onder welke naam bij de bundels Geduldig Lijden en Geen Bloemen publiceerde bij de Erven Thomas Rap. Levi Weemoedt is, zoals uit de bundel blijkt, een brildragend dertiger met een afkeer van leraren en een walging van wereldverbeteraars. Eigenaar van een hond (Theo) en getrouwd. Weemoedt barst van de zorgen en zjjn grootste zorg is hij zelf. Hij heeft een niet al te hoge dunk van zich zelf en speelt voortdurend met doodsgedachten. Ies van Wijk: ,,Het is natuurlijk absurd dat van die eerste bundel zo verschrikkelijk veel verkocht is. Ik weet echt niet hoe dat komt. De mensen__hebben misschien iets her- kend. Ik geloof dat veel mensen een treurige grondtoon hebben, meer nog dan meestal lijkt. Dat zit in deze tijd, dat mensen met een optimis- tisch masker oplopen, terwijl er achter die fa?ade een bepaalde lusteloosheid en matheid is. Anders kan ik niet verklaren, dat die versjes bij zo'n groot publiek aanslaan". Hij trekt aan zijn sigaar, maant af en toe hond Theo tot rust en stuurt het beest tenslotte met een „Kom jij maar eens hier, ga maar eens lekker naar boven, want daar is het ook leuk", de trap op. Hij vertelt hoe een journalist eens gevraagd had of hij niet bang was dat mensen van zijn versjes nog depressiever zouden worden. „Gekke vraag", zegt hij, „het gaat wel om een treurig levens- gevoel, maar dat wordt toch telkens belachelijk gemaakt. Het moet eerder een bevrijding zijn dan dat het iemand in de put drukt". Het gaat hem toch om de humor. In zijn tweede bundel nog meer dan in de eerste. In die tweede, Geen Bloe menschrijft hij onder de titel Le- vensmoe: „Ik hief mijn hoofdje uit de kinder- wagen, en zag voor 't eerst de mensen om mij heen. Ik stelde nog een paar gerichte vragen en wist genoeg. En was gelukkig weer alleen". Als Weemoedt vjel hij zijn publiek nog maar net met zijn treurigheid lastig, of opgewonden melden critici dat er een nieuwe Paaltjens was. De voor de hand liggende vergelijking met de dominee-dichter uit de vorige eeuw, Francois Haverschmidt, kwam in iedere bespreking terug. ,,Of die helemaal juist is weet ik niet", zucht les van Wijk. „Het Zit er ongetwijfeld in, ik voel me ook wel verwant met de figuur Haverschmidt, maar niet alleen op grond van zijn Snikken Glimlachjes. Zelfs in zijn preken proef ik altijd de ondertoon die me aanspreekt. De sombere grondtoon, het af en toe geobsedeerd met de dood bezig zijn. Maar je moet uitkij- ken dat je Haverschmidt niet in die „Zolang ,,Het zingertd hart" van Reve nog in de bockhandel ligt.. meer te genieten. Haverschmidt heeft die onttakeling van de natuur trou- wens ook al meegemaakt. Tijdens zijn periode in Schiedam de jenever- branderijen. Daar zag hij toch het smerigste van het smerigste in. Ook de sociale ellende die dat allemaal met zich meebracht. De gedachten van Weemoedt gaan toch ook die kant op en als er al eens een keertje een natuurbeschrijving is, gaat het om piinbomen en treurwilgen". door HENK BLANKEN Met blijdschap. Ik werd geboren en dat was al erg genoeg ach! Moeder perste. maar de voet van Vader drukte. En Zusje bad in stilte dat 't mislukte. Het resultaat staat voor u in de kroeg. Levi Weemoedt ene richting duwt. Hij deed veel meer, had aandacht voor de natuur, wat in hele fraaie impressionistische natuurbeschrijvingen resulteerde. Hij had als vrijzinnig dominee toch wel gevoel voor de natuur, een beetje lichtzinnigheid, denk ik". ,,Daar heeft Weemoedt geen last van „Nee, zeker niet. Die is echt te beperkt voor fraaie natuurverschijn- selen. Er valt natuurlijk ook weinig Ies van Wijk werd in Vlaardingen geboren en heeft daar, met uitzonde- ring van een Leidse studentenperio- de, altijd gewoond. Hij studeerde Nederlands („officieel ben ik doc- torandus, geloof ik"), maar zegt nu het verkeerde vak te hebben gekozen of anders een foute studierichting: „Met een studie Nederlands kun je toch weinig anders gaan doen, dan les gaan geven. En als je op een bepaalde hobbyi'stische manier met Nederland- se literatuur bezig bent, moet je daar niet je beroep van maken. Je gaat dan een beetje profeet-achtig gaan staan ■praten tegen anders-denkenden, je wordt vervelend". Die studie was trouwens ook al niet om te schateren. Het oude studenten- verenigingsleven was bezig te verdwij- nen, men ging er raar tegenaan kijken. De dingen bestonden nog, maar van binnenuit werd de oude traditie al uitgehold. Het was bezig een anachronisme te worden. Ies van Wijk: „Dat gaf een gevoel van vervreemding, je kon niet meer terug naar de oude traditie en bij de nieuwe vond je geen aansluiting. Er bestond geen gemeenschap waaraan je je normen en waarden ontleende, je was eigenlijk afhankelijk van een incidentele vriend". „Het was ook nog niet zo massaal, alhoewel dat wel zat te komen. Bij de rechten-studie ging men al in cohorten naar de collegezaal; dat lag me helemaal niet. Maar waar stude- ren we dan ook voor? Als het echt om dat papiertje gaat ben ik er een voorstander van dat iedereen bij zijn geboorte zo'n dingetje krijgt, dan zijn we daar tenminste vanaf. Of gaat het er om, rustig enige tijd wat tot je te nemen, je te verrijken? Dan kan je namelijk niet met 500 man in een collegezaal gaan zitten. Je hebt geen enkel persoonlijk contact met je leermeester meer, terwijl juist daar vaak belangrijke dingen uit komen. Zonder dat contact, mgar met een grote zaal waar de kennis via feen microfoon, luidsprekers en een sten cil tot de studenten komt, ontgaat me de zin ervan" ..Schrijven hoort op te houden bij het poessie-album, daarna wordt lict raar.. Wie had gedacht dat Levi Weemoedt, een dertiger is, die het geenszins treurig vindt dat hij ouder wordt? Die zegt „zich meer thuis te voelen bij mensen die ouder zijn dan hij". Het imago dat Weemoedt inmiddels heeft, vertoont toch ook wel kenmer- ken van Ies van Wijk. Zo zegt de schepper van Vlaardings grootste huilenbalk, wanneer in de ondertus- sen aardig donkere kamer een ver- snapering ter sprake komt: „Neem toch cognac, dat is warm, heeft achter de kachel gestaan. Het is wel niet mijn dagelijkse drank, maar goed. Ik ben een stevig drinker en dan moet je toch een beetje uitkijken wat je in je strot giet". In zijn kamer, met uitzicht op een bijna middeleeuws plein waar een grote kerk een iets te dominerende rol speelt, gaat het schemeren. Zijn redacteurschap van Propria Cures (gedurende twee-en-een-half jaar) komt ter sprake. Hij zegt: ,,Ik weet eigenlijk niet waarom ik schrijf, maar in ieder geval niet om gepubli- ceerd te worden. Het zal me een zorg zijn of er nu een derde bundel verschijot. In de tijd dat ik voor PC werkte, was er een dwang om te schrijven, ik moest toch wekelijks zo'n 2000 woorden voor dat blad schrijven. Dat kwam zo: ik ben een keer uitgenodigd door PC om wat proza op te sturen en heb er toen maar een paar gedichtjes bij gedaan die ik toevallig ook had liggen. Dat schenen ze daar nogal aardig te vin den en na anderhalf jaar versjes publiceren in PC kwam mijn uitgever Thomas Rap met het verzoek qm wat uit te geven. Daar zag ik niet zo veel in, maar hij hield aan. Dat is Gedul dig Lijden geworden. In de omgeving van de uitgever zag men het waar- schijnlijk ook gunstig in, want er kwam een eerste druk uit van 2000 stuks. Veel te veel dacht ik eerst, maar goed. Zoiets zegt natuurlijk niets over de kwaliteit. Er is veel beter werk dat niet verkoopt. Zolang bijvoorbeeld „Het zingend hart" van Reve nog in de boekhandel blijft liggen, durf ik eigenlijk geen pen meer op papier te zetten. Dat goede werk moet eerst maar weg". Bij PC waren we in feite vrij om te doen wat we wilden. Alles kon er. PC was een merkwaardig buitenbeentje in de Nederlandse journalistiek. Sati- risch qua karakter en met een sterke interesse in literatuur. PC was door de traditie bestempeld als het blad waar alles kon. Daar kwamen diverse processen van, zonder dat men al te veel moest betalen. De rechter in Amsterdam leek te weten dat het altijd „PC maar was". „Maar het blad is wel leverancier van journalisten en mensen die met literatuur bezig zijn geweest. Ferdi- nandusse van Vrij Nederland kwam er vandaan. Ook Slauerhoff, Ter Braak en Bomans bijvoorbeeld". Ies van Wijk is blij meer vrije tijd te hebben en niet meer verpljcht te zijn ieder weekend te schrijven. Geeft maar veertien uur in de week les aan een middelbare school en doodt de tijd verder bij voorxeur met uit het raam staren. In zijn boekenkast werk van Reve, Biesheuvel en Elsschot, maar vooral ook Engels werk, de verzamelde toneelwerken van Ber nard Shaw bijvoorbeeld. draagt ook zijn goedkeuring weg (de schrijver Den Uyll), waarschijnlijk omdat die Rotterdammer net als Weemoedt het principe naleeft nooit al te veel illusies te koesteren. Toch vergelijkt hij zich niet graag met de wat meer serieuze schrijvers. „Ik voel me geen literator, dat woord is veel te zwaarwichtig voor die beuzelarijen, die ik dan af en toe maak. Wat ik schrijf berust op een altijd ietwat banale formule, een lach en een traan. Of ik een verschil zie tussen de twee bundels? Ja mis schien. De tweede lijkt me wat eenvoudiger, qua taalgebruik bijvoor beeld. In de eerste stonden ook meet sonnetten. De gedichten zijn in ieder geval korter geworden, maar ook de langere zijn eenvoudiger geworden, misschien wordt ik wel vrolijker. Dan komt er ook geen derde bundel meer. Ben ik daar tenminste vanaf". „Als ik ga schrijven", zegt Ies van Wijk, ,,moet ik een eerste regel hebben. Of een idee. Als dat er is heb je een kans dat ik het afmaak, dan ga ik knutselen, bekijken wat ik kan doen. Het is het ergste als je op drie regels na een gedicht afhebt. Het is enorm frustrerend als je niet door die laatste regels heen komt. lets roept iets op, maar krijgt dan geen einde en dat is beroerd. Je blijft ergens mee zitten. Die dwang die ik had toen ik voor Propria Cures moest schrijven, hielp toch wel. Maar als er geen idee komt blijft het toch huilen met de klep dicht. Er zijn trouwens ook nadelen aan publiceren verbonden. Mensen gaan aan je trekken, willen dat je wekelijks wat voor ze gaat maken. Dat je voor komt lezen". Zoals geconstateerd kwamen vooral in de eerste bundel veel sonnetten voor. Waarom?" „HoeweI ik minder in die vorm schrijf, vind ik het toch nog wel prettig. Het sonnet is prima geschikt om wat kwijt te kunnen zonder direct vervelend te worden. Niet te groot en niet te klein. En ze hebben me vroeger verteld dat er een bepaal de wending inzat. Je kunt iets heel serieus vertellen en dat aan het eind volkomen belachelijk maken. En dat zit toch w?l een beetje in me, lachen om mjjn eigen ernst en treurigheid". ..Ben je niet bang jezelf teveel te relativeren?" „Nee hoor, ik kan er goed inkomen dat mensen het waardejoos vinden, wat ik maak. Er komt ook wel een beetje schaamte bij kijken. Schrijven hoort immers op te houden bij het poessie-album. Daama wordt het raar. Aan de andere kant schijnen mensen het leuk te vinden en dan denk ik: vooruit maar". „Ik zie mezelf niet in het volgende lexicon der Nederlandse literatuur. Wat ik doe is echt niet eeuwig. Het is trouwens helemaal niet prettig, al dat gezeur over een nieuwe bundel. Zoiets zal me echt een zorg zijn. Haverschmidt had er in zijn tijd ook al last van. Dat gezeur over die Paaltjens. Je wordt er echt niet oud mee. Haverschmidt is ook maar 58 geworden, maar die heeft de zaak dan ook wat bespoedigd". Er brandt al een hele tijd een lamp als ik opbel om te zeggen dat ik wat later thuis zal komen. Een glimlach om de mond van Ies van Wijk als ik zeg „Sorry, het is wat later. Ik ben nog bijuhh......Weemoedt" en denk aan Dak-kapel uit Geen Bloemen. 'k Zie zo vaak verliefde paartjes even stilstaan voor mijn huis „Daar woont Weemoedt", wijst de jongen. En het meisje slaat een kruis. Levi Weemoedt, Geen Bloemen, uitgege- ven bij de Erven Thomas Rap, Vijverhof, Baarn. Aanmelding van leerlingen voor samenwerkende scholen van R.K. voortgezet onderwijs in Schiedam, Vlaardingen en Maassluis. Donderdag 8 februari 's morgens van 10.00 tot 12.00 uur 's middags van 14.00 tot 16.00 uur 's avonds van 19.00 tot 21.00 uur. Vrijdag 9 februari 's morgens van 10.00 tot 12.00 uur 's middags van 14.00 tot 16.00 uur Zaterdag 10 februari 's morqens van 10.00 tot 12.00 uur. (Wilt u - indien mogelijk - trouwboekje en duplikaat van de test-uitslag meebrengen?) ALLE SCHOLEN ZIJN BESTEMD VOOR MEISJES EN JONGENS Rector dr. J.P.J. Uijterwaal Gemeenschappelijk eerste leerjaar V.W.O. (Gymnasium en Atheneum) en H.A.V.O. van der Brugghenlaan 2, 3118 LA Schiedam, telefoon 70.32.69 Leerlingen die hun studie in de 4e klas van het H.A.V.O. wensen voort te zetten, dienen zich op deze dagen ook te laten inschrijven Direkteur C.J.J. Schoenmakers Gemeenschappelijk eerste leerjaar M.A.V.O./L.T.O.; afd. Internationale Schakelklas Burg. Honnerlage Gretelaan 20, Schiedam, telefoon 70.53.77 Postadres: Mgr. Nolenslaan 97. 3119 EB Schiedam. Direkteur H.C.Post Schoql voor Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs (MAVO-4) Willem de Zwijgerlaan 240, 3136 AX Vlaardingen (Holy), telefoon 74.41.66 Direktrice Zuster Laurentia Kuijpers. School voor Beroepsvoorbereidend algemeen vormend onderwijs: afd. Internationale Schakelklas. Jan Luykenstraat 1a, 3141 BM Maassluis, telefoon 01899- 13238 of 01899-12504. Direkteur J.B.P.M. Huisman School voor Lager, Individueel en Middelbaar Huishoud- en Nijverhcids Onderwijs Parkweg 212, 3119 CR Schiedam,' telefoon 70.86.42. toelating mogelijk na de zesde klas van het Gewoon Lager Onderwijs toelating mogelijk: a. op speciaal advies van het Hoofd der School op grond van testgegevens; b. na de vijfde klas van het Lager Onderwijs, mits er zes jaren onderwijs is gevolgd; c. vanuit het Buitengewoon Onderwijs op grond van dossier of testgegevens toelating mogelijk: a. met diploma MAVO-3 of MAVO-4. b. met diploma L.B.O. met 2 C-niveaus (waarvan een theoretisch) en 4 B-ni- veaus. toelating mogelijk: a. met diploma MAVO-4 b. met overgangsbewijs van 3e naar 4e leerjaar van HAVO of V.W.O.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedams Nieuwsblad | 1979 | | pagina 5