m De thermometer en de dood m VOOR DE JONGEREN KERSTBIJLAGE mm I - door ^Ernest Hemingway dant" nsm {<J;, mtWi&m lisis den in de wereldf Voor hoe lang nog? T\pee jaar, vyf jaar, tien jaar? ,J31ijven jullie btj one slapen en ga vanavond met mij mee naar mijn werk vroeg de Zweed, alsof hij die vraag geraden had. - rWEE jaar, vijf jaartién jaar? De tijd,stond stil toen die wat glimlachend, langs de grote kijker naar het hoge schijnsel van de sterren boven de witte stille aarde. Te kunt al hun wrede dom heidjee niet te ernstig nemen. Set is zó klein, sö onzinnig. ZIET was niet de Kerstster boven Betlehem in het Heilige Land. Bet was een kleine gouden ne vel van sterrenboven Upsala in Zweden. En het werd wel Kerstmis, maar een Kerstmis van bloed en tranen. Oosten op een avond als tjjdéloos boven Setlehem glansden. Komen jullie eens naar Upsala, had die Zweed gezegd. En zo heb ben we tegen Kerstmis in de trein gezeten' en later, na een stevige loop/door de hoge sneeuw in de Kerstmis 19111. Een Kerstmis van oude universiteitsstad, onder zijn Oorlog op Aarde voor de mensen kleine Kerstboom. Bet vroor meer die niet genoeg van goeden wille dan twintig graden en wonder- geweest waren. lijk was het, o:n daar in het witte, koude binnenland van Zweden-te JJET was allemaal maar heel ge- 'kijken naar de zonnige platen van tooon begonnen. Wy. waren die verre, vertrouwde hoogvlakte naar Zweden weggekomen uit het van Batidoeng, waarheen onze den we beurt bezette Nederland en wachtten gastheer en zijn kleine, fyne In- om beurt adem daar op een vliegtuig om verder dische vrouw al lang teruggekeerd te gaan naar dal Engeland, dat zouden zijn air de oorlog niet avond de koepel van de sterren wacht langzaam openschoof en, gewend bleef naar een kleine haast donkere-plek in het beeld En zo gauw voorbij. Wat blijft Andromeda. er allemaal van over, "by de Mét het blote oog viel daar verwondering om de tijdloos- haast niets te 'zien, maar inde he id, de wijsheid en -wijding kijker kwam een gouden nevel als rondom ons?" een fijne, fonkelende spiraal uit/: - Toen is een moment alles de eeuwigheid naar voren. anders-geworden. Bitier, Pearl - /Duizenden en duizenden andere Barbour, Londen, het verloren zonnen," zei hij. ,JSéri, eilandrvan.werk en huis, het werd alles zonnen in de eeuwigheid. Een an- heel klein. der eilandzo groot als dat .van - Maar de.verloren vrede was .te- alle zichtbare sterren, van onze - ruggevonden en werd groot en hemel tezamen en trouw.aart dë- stit en zuiver, en oneindig befefce- seljde wetten. De nevelvlek van nisvoller dan het kleine verdrié- Andromeda. Achthonderdduizend tige rumoert je op ons aarde'tje. jaren heeft het licht noodig ge had om tot ons te komen lang en lang 'voordat er mensen op aarde waren, is het onderioegï gegaanKijk." En in de grote leunstoel onder de lenzen tuur- Van llnkti naar rechts: f eh 37/vor# men samen een wens van de re. dactdevoor de .jeugdige ptizzeJaars.V 10 Niemand uitgezonderd. 11 Wortelt 32 Scandinavische munt (afk.). 13 i Zooals men de couranten were ld kort-V- noemtJ.15 Geluid van een vaMen- En onder die Zweedse koepel van' lic watertii^ppel. iT Rivier in Xeder-^ het hemelgewelf en van Vot; SS tig ménselijk beschouwen werd Marterachtig roofdier. 25 Onder hetdaar ergens in de verte in zee, nog altijd 'volhield tegen de over macht. Niet dikwijls is het in de wereld zo donker geweest als in de dagen van die Kerstmis van 1941. Eet was een gespannen tijd: wachten op vervoer, wachten op het wonder, waardoor dal kleine Eiiand het toch nog zou kunnen rooien en wachten en verlangen om in London te zijn, waar de BBC bemoedigend bleef roepen door die donkere dagen, en daar dan een beetje te kunnen meehel pen aan de zegepraal tegen het machtsbegerige, verdwaasde volk, dat het misselijk oorlogsbedrijf over de icereld gebracht had. Wachten in Stockholm. En in Stockholm bloeide de Hollandse club. Daar had ik al eens een avond verteld van ons vooroor logse lndië-vliegen, en toén nog gekomen was. Als.En daar stonden wij, vier gestranden; In- dië was een droom geicorden, vlie gen was een droom geworden, de toekomst vol van vragen was er nog een andere zekerheid in de wereld voor haar en mij en hem en haar dan dat de oorlog en de haat het voorlopig gewonnen had loos naar. het verre gouden spinsel van een millioen zonnen door de diepe stilte van acht- honderdduizend jaar. •Het gaat ons niet zo goed," zei de Zweed. Jullie niet; ons niet. Maaren hy keek, het in dé stilte van een bovenaard- de re (afk), 26 Bijbels vaartuig. 27 se vrede weer een grote wezen- SS™13?1- 28 Uitroep. 29. 32 en 32 samen vormen de titel van een zeer hjke vreugde om te leven en om mooi Kerstlied en we ronden aden een klein, beetje begrijpend willen, dat deze drie simpele woorden mens te zijn. eens, vocI altlw werkelijkheid mochten worden 34 Zangnoot. 33 Afkorting ,van Set was met de Kerstster bo- een bekend.staatsbedrijf dat zich tij ven Betlehem. dens de bezetting kraa g heeft gedra. Bet was een kleine 'gouden nc- dfentai Bovenlt"edeefa^dEi"le^ vet boven Upsala. lijke (afk.). 38 Veerkracht. 40 Ruw Maar het was, zelfs midden in 42, Ejsels bier. 44 Verpak, die oorlog van bloeden dreiging, gSCT nf^r een uur, toaarin het engelenwoord deren. 50 Restaurantbediende. 52 Zon- van Ere zij God in den Hoge van ïï^d uit de oude Kgyp;lsche vertel- de eerste Kerstnacht weer mede Hn''en' 63 Faml,ie,ki 53 Lofspraak. tot een mensenwoord van eenvou dige, diepe vanzelfsprekendheid tcerd. rjM kwam de kamer binnen om de ramen dicht te doen. Wij lagen nog in bed en het viel mij op, dat hij er ziek uitzag. Bij rilde, zijn gezicht was wit en zijn bewegingen waren traagalsof zij hem pijn veroorzaakten. Wat is er aan de hand, schat?" ven moetwanneer hel je gaal vervelen." ;v;'" 'Ik dacht, dat hij misschien een beetje in de war was én ging uit, na hem' de voorgeschreven dosis ingegeven te hebben. Het was een heldere dag. De jaagd had en blij, dat er nog zo veel over waren voor een andere dag. Toen ik thuiskwam, vertel den ze mjj, dat de jongen niemand bij zich had toegelaten. ,Je mag niet binnenkomen" had hij gezegd, Anders word je Van boven naar beneden: 1 Kost baar kleinood. 2 laatstleden fafk.). 3, Ivoor. 4 Reinigingsmiddel. 5 Het inryden. 6 Eerwaardige vader (afk.).. 7 Loofboom, g Kleur. 9 Boomloot. 12 Gereed. 14 Overtrek van een kussen. ,16. Bladgroente. 19, Familielid. 20 Armzalig. 21 Vlaktemaat. 23 Droog en onvruchtbaar. 24 Wintervoertuig. 26 Gravin van Holland. 28 Deel van de voet. 30 Ieder. 31 Oude stad op het eiland Sardinië. 2 Vissoort. 33 Meervoudige riviermonding. 35 In. gebeeld meisje. 39 Krachtige ioof- boom. 41 De daad van het bidden. 42 Sleetjerijden. 43 Kledingstuk 45 Pau. zeteken. 48 Smoking. 49 Schildvieu- gelJg insect. 51 Dwarsbekkige kraak- beenvls. 54 Verlaagde toon. 56 GIJ. eens een avond over Indiêvliegcn, ,/fc heb hoofdpijn.' en omdat ik toen op een der de. uit- nEa dan weer naar je. bed." nodiging niet nóg eens over Indiê- „Nee, ik ben heleniaal in orde." vliegen teou praten, had ik tidar- ^Qa maar naar bed. Ik kom by voor wat nieuws gezocht. In Indië je, zodra ik aangekleed ben." was je met zo'n Douglas in vijftig Maar toen ik beneden kwam, uur geweest maar als je nu by 't vuur, met zijn kleren eens verder had kunnen vliegen! aan; een erg zieke, zielige, negen- „Verder en verder en dan nog jarige jongen. Toen ik mijn hand bodem was bedekt met een laagje aangestoken: vastgevroren hagel en de kale bo- Ik ging naar hem toe en vond men, de struiken, 't rijshout en 'l hem in dezelfde houding als toen gras zagen er uit, alsof zij van ik hem verlaten had, met een wit glas waren. gezichtmaar rode koortsvlekken Be ging met den jongen Iersen op zijn wangen. Hy staarde nog setter de landweg op en toen langs steeds naar het voeteneinde van een dichtgevroren beek, maar het zijn bed. verder", heette die derde lezing. In een mensenleeftijd, in maar zeven tig jaar doorvliegen, kon je met zo'n Douglas-snelheid de zon be reiken langs Venus en Acrcurius, en tcat zou je op die manier on derweg allemaal kunnen zien en meemaken op die reis langs de maan cn de planeten en dan nog verderf Daarover, heb ik die'avond by aanwijzingen, .hoe ze'ingenomen geleende lantaarnplaatjes verteld, moesten worden. Een -moest dc hoewel ik er koorts, doen afnemen, het tweede eigenlijk zelf was een' purgeermiddel,'het derde niet veel van moest de giften uit het lichaam begreep maar verwijderen. De grtepbacilien kon met een gerust den slechts op een vergiftigde bo- op zijnvoorhoofd legde, wist ik, dat hjj koorts had. „Ga naar boven, naar je bed," zei ik, „je bent ziek." f De dokter kwam en. nam de temperatuur van' denjoiirjen op. fHoeveel f" vroeg ikl'/--'./-:::j-/--/j/: - „m": Beneden liet de dokter. dricr,vep- was een toer om je staande te houden op de gladde oppervlakte; fde roodbruine hand gleed herhaal- hart omdat het toch uitgesloten leek, dat ook maar iemand in die Hollandse club ook maar een tiende van de wereldruim te cn de sterren zou weten van wat ik er de avond te voren gauw in een paar boekjes over bij elkaar gezocht en op mijn spiekpapiertje geschreven had. Er werden goddank geen vra gen gesteld. Er werd mjckdelijk geklapt, en net wilde ik-tiaar Kuis. gaan in de verheven stemming van een persoon; die heerlijk - onver diend door een repetitie'gerold is, toen een Zweed mij de pas afsneed en in gebroken Nederlands begon te praten. {.- Ja, ja; hij had 'Eet allemaal goed verstaan. Ja', want .hij- had een paar jaar in Bandoeng fige-. werkt. Zo, zo, dat was interessant, zei ik en vond liét 'een- aardigcn Zweed. Ja, ja; óp da. sterrenwacht,' zei hij, zodat ik mijn glimlach meteen'iets akeligs voelde krijgen. En nu was hy docent in de ster-/ renkunde aan de universiteit van Upsala, zei hij, en in, mijn keel. kropte het gevoel van een per-- soon;die net een repetitie, heeft, ingeleverd 'en- ontdektdatf dé' hele klas' uit alle 'sommen andere arit schi mjjn geweer, dat wegschoot over het ijs. kregen een koppel patrijzen in het vizier onder een hoge, lemen bank - met overhangend struikgewas en ik schoot er twee voordat zjj over de heuvel verdwe nen en niet meer te zien waren. Sommige viotjen de bomen in, maar. de mecsten zwermden naar de stapels -sprokkelhout, waar je op en af moest springen, om de vogels in de lucht te krijgen. Staande op het gladde, verende hout, viel het schieten niet mee en. ik raakte er twee en miste er vijf en begaf 'op de terugweg, vergenoegd, dat ik zo dicht bij huis een koppel patrijzen opge- dem tieren, had de dokter uitge legd. Hij scheen alles van griep af te weten en zei, dat er geen.reden tot bezorgdheid was, indien, de koorts maar. niet boven de 104 zou stijgen. Er heerste, een lichte griepepidemie en er bestond geen enkel gevaar, zolang er geen long ontsteking bijkwam. Ik ging weer naar de kamer van den jongen, schreef zijn tem peratuur op en noteerde tijden waarop hij de- verschillende medi cijnen moest innemen. ,£al ik je voorlezen?" „Goed. AU je wilt," zei de jongen. Zijn gezicht was erg bleek en hjj had donkere kringen- om zijn ogen. Hij lag stil in zijn bed en scheen geen belangstelling te heb ben voor hetgeen er rond hem voorviel. Ik las hem. voor uit het piraten- boek van Howard Pyle', maar ik zag, dat hij het verhaal niet volgde. i' ,Hoe voel jc je, schat?" J ,fNog steeds hetzelfde." Aan 't voeteinde van zijn- bed, bladerde ik wat in .het boek en wachtte ik, tot het tijd was om hem weer een dosis in te geven. Ejj had feitelijk in 'slaap moeten valierijf! nuiar, ',toen ik"opkeek, ''staarde hij strak-vöor'zich. uit met een vreemde uitdrukking óp zijn Ik nam de koorts op, Hoeveel?" „Ongeveer 100," zei ik. Hij had 102,1,. - ■- •JE» het was 102," zei hjj „Wie heeft dat gezegd?" ,He dokter." ,Je temperatuur is helemaal in orde. Niet om je bezorgd over te maken." „Ik maak my geen zorgen zei hy, „maar ik moet er aldoor aan denken." 'iet denken," zei ik „neem het toch niet zo tragisch op." ,Jk neem het niet zó tragisch maken." op," zei hij. Hij staarde strak voor zich uit. ,Hierslik dit .eens met een beetje water." Geloof je, dat het zal helpen?" -Natuurlijk." Ik ging zittenopende het pira- tenboek en begon te lezenmaar ik kon ziendat hjj er geen aan dacht voor had." Daarom hield ik op. ,Hoe laat denk je, dat ik ster ven zal?" vroeg hij. „Wat?" ,Hoe lang duurt het nog, tot ik sterfj" ,JHaar je sterft toch niet. Wat heb je dan?" ,Jk heb gehoord; hoe hy 102 gezegd heeft." ,JUuar je sterft toch niet, by een temperatuur van 102; het is gewoon dom om zoiets te be weren." .Maar ik weet, dat het zo is. Op school in Frankrijk hebben ze mij verteld, dat je met 44 graden niet meer kunt leven. Ik heb 102."/ Hg had de hele dag op zijn dood gewacht, van negen uur 's mor géns af. arme schat," zei ik, „mijn arme, oude schat. Eet is ais met mijlen cn kilometers. Je gaat niet dood. Het is een andere themio- meter. Op de ene thermometer is 37 normaal, op deze 98." - „Weet je 't zeker?" ,A bsoluut zeker," zei ik. ,Het S is als met mijlen en ■kilometers.,ij Denk maar eens na. Wanneer wij': zeventig mijl met de auto rijden; hoeveel kilometers rijden ,Hm," zei hij. Maar de starrè blik naar het/; voeteneinde'van zy'n bed verslapte;-'; zijn zelfbeheersing verminderdeSj Een slotte ook en de volgende dggtfj was hij erg mat en huilde hij ge-/' makkelijk om kleinigheden, dief 1 heel onbelangrijk waren. woorden, heeft. gezicht. '/-Het zijn echter, erg beleefde:meér-'>;&i,,Wadrom' probeer, je.'niet.te,sla- sén, die -Zweden.En erg aardige./;pen Ik' zal je .wél wekken, als /;{y,E>y. daurom'..zgl ik\aan:dié'':oór-i-'het tijd. is tAor je módicgn." :./t. logskerst,nis vari'léjlfjver'lmiten/fcïfjjJk/'IAvfdiever/Wtikkm." feSet. eioeti'land:altiidbliiven terüói/jl/f Na.een poosje zei-hij tëgen mij: ;,-j;het.glgen'lahd, altijd bUjven ierui, '/.iïènkenjimat'feen KeHnneifng'Mdii iïniëtjfzpvëel-/vérs 'dief: ca s x:né&0Hgtgid^dé^.atéiy^Wiitëliétf'^;;Héêiii]cêbè'dd&&jgMjè. Z//////fV//: !<£nietibllj; -m&.ji-M aSBaMSfWBBs

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1945 | | pagina 8