Vacantie Rauter krijgt bittere „pil" te slikken Wat komt in de Nachtwacht aan het daglicht? Per schuit langs de Rotte Met volle kracht achteruit? Rembrandtiek licht een fictie Nachtwacht werd nachtmerrie! Zet 'm op, Dirk! Op tien kilometer van de stad! TUINKALENDER Reddingmaatschappij in 1946 Kort bestek II Tal van problemen vragen om oplossing Scheepvaartregeling, die voldeed, werd losgelaten heden Zijn correspondentie met Himmler in Berlijn ontdekt Eerst volgend jaar voor zijn rechters Zaterdag 26 Juli 1947 3 XTU de Nachtwacht weer in het Rijksmuseum te zien is, heeft het publiek daarmee een schilderij, teruggekregen, dat, meer misschien dan welk ander kunstwerk ook, een waarlijk nationaal bezit mag heten. Voor het Rijksmuseum is de Nacht wacht in veel sterkere mate en met meer recht wat de Potterse Stier voor het Haagse Mauritshuis is: de. blikvanger, de trots en glorie, tegen over de buitenlanders, het doek, dat op de verbeelding werkt, j .Menigeen zal zich afvragenwat krijgen we nu precies te zien als het schoongemaakte werk oiis on? der'de ogen komt; waarin verschilt de „nieuwe" Nachtwacht van de „oude"? Wij hebben daarom met dr. A. van Schendel, conservator van het Rijksmuseum de Nacht wacht mogen bekijken in de z.g. Troostzaal, die van Dinsdag 22 Juli af voor het publiek geopend is (in gang Hobbema- straat). Hier zal het werk'maar tijde lijk blijven en later wellicht teruggaan naar de oude Nacht wacht-zaal. Met be perkte middelen heeft men gepoogd de belichting, het gunstige zijlicht, zo goed mogelijk tot haar recht te doen komen een pro bleem. waartoe reeds in 1902 een commissie ingesteld werd! De wanden van de zaal heeft men grijs geschil derd en het boven licht door. tempering met .kathe draalglas en een stelsel vgn hout werk van hinderlijke reflexen ont daan. Dr. Van Schendel legde er de na druk op, dat men vóór alles zich, rekenschap moet gevcri hoeveel fraaier, van klem, hoeveel rijker aan lichtwerking, hoeveel boeiender' van perspectief het grote wetk ge worden is. En ook hoeven zuiver der volgens Rembrandts-eigen; oor spronkelijke'bedoelingen. „Het „Of ik blij ben, dat 't werk ge daan is? /Alsjeblieft, 't werd lang zamerhand. een nachtmerrie!" zegt dé heer M er tens, restaura tor bij het Rijksmuseum, die ze ven maanden lung aan de Nacht wacht bezig geweest is. „Ik werkte niet meer' dan 1% 2 uur ■per 'dag. langer kon ik de span ning niet volhouden en elke klei ne onachtzaamheid kon grote ongelukken ten gevolge hebben. „Óf ik blij ben, dat werk achter de rug is?" Ue heer Koot, secretaris van het Rijksmuseum, zucht diep- „Maanden lang ben' ik ojr-de meest ongelegen uren opgebeld hierover. Zonder twij fel geïnspireerd dóór de naam ,JJacht-wacht" wild» b.v. eens iemand uit Maastricht midden m de nacht weten wannéér 't schil derij te zien zou zijn" merkwaardig en feitelijk bescha mend", zei dr. Van Schendel, „dat wij jaren en jaren dang naar een volkomen vervalst beeld hebben gekeken en dan eigenlijk een mythe, hebben doen ontstaan van „Rem brandtiek licht",en „Rembrandtieke sfeer". Men ".oet ook vóór alles eens opmerken, hoeveel duidelijker de vrije schilderwijze van Rem brandt te zjen is; die is, in letterlij ke zin, :an. het" daglicht gekomenl" „Doordat nu de vele bruine lagen vernis, die in de loop der jaren er op gesmeerd zijn, er afgehaald zijn, kan men eindelijk de juiste nuance ringen der tonen genieten. Had men zich vroeger deze rijkdom aan paar se en groene kleuren kunnen den den, die.nu als overheersende -kleu ren" het 'vroegere oranje-bruin ver vangen? Vooral in het deel, waar het licht valt op het kleine meisje in 't wit, is het verschil verbluf fend", „In dit verband wijzen we U op het kleine vierkantje beneden de voet van luitenant Ruijtenburgh, dat we met opzet n'ièt ontdaai hebben van het oude vernis, zodat een ieder kan zien hoe dit er vroeger uitzag 1" „Wil man het verschil met vroe ger toetsen aan détails, dan kan men letten op zulke „kleinigheden" als het borduursel op de tuniek van lui tenant Ruijtenbergh,, waar ,nu een ongekende rijkdom aan versierin gen, leeuwtjes ^o.a., te zien is. Een nieuw gezicht kwam te voorschijn boven de rechterschouder van ser geant Kemp! De attributien van het kleine gele meisje zijn nu te onder-, kennen: baar „dolk" blijkt nu een pistool te zijnl Door de schoonmaak zijn nu de speren op de achtergrond duidelij ker; dit is trouwens niet het enige, waardobr de achtergrond aan diep- te gewonnen heeft. 'Op het schild hebben wij nu 18 in plaats van 27 namen van Schutters kunnen lezen en ook indcntificeren: Paulus Sehoonhove. Tussen twee haakjes, zeer waarschijnlijk heeft men pas toen het doek enige .tien tallen jaren oud was, deze namen er op laten aanbrengen, oiri d. volgens hun smaak toch al niet duidelijke portretten, die reeds in de duister nis dreigen, te ioor te gaair, voor de beschouwer makkelijker herkenbaar te maken. Ook de voorgrond^ heeft aan klaarheid gewonnen; men kan nu de schaduw van dé sponton op de grond in het gehele schema van de lichtval, waarin ook do - schaduw van de hand van Banningh' Cocq op de cami- sool van luitenant Ruijtenburgh past, volgen/ Maar bövem al kan men nu de worsteling volgen van Rembrandt, die hier he traditionele schuttei^stuk een geheel nieuwe vorm gaf, met de talloze moeilijkheden, van zijh geweldige taak. Men kan nu zien, hoe hij elke z.g, kleinigheid wikte en woog: telkens kwam de meester terug op zulke détails. Men kan dit het duide lijkst zien aan. de handschoen, die Banningh Cocq in de hand houdt; hoe heeft Rembraqdt aier telkens de vingers een andere vorni gege ven un.ons een voorbeeld geschon ken var. -de consciëntie van. een groot kunstenaar, die- aan alles zijn - volle aandacht schonk!" Tot zover dr. Van. Schendel. In aansluiting lyérop vestigen we de aandacht van de lezers op het zo juist verschenen boek „Re.xbrandts Nachtwacht in nieuwen luister" door de secretaris van het Rijks museum, Ton Koot (Uitg. J. M. Meulenhoff waar aan d-* hand van duidelijke foto's de geschiedenis van het doek nagegaan is en over deze laatste en vroegere restaura ties uitvoerig/verhaald wordt, J. M. PRANG.E. Actie tegen lasteren ën vloeken 'vanwege de bond tegen het schen den door het kloeken van Gods hei ligen naam, is voor. Rotterdam een commissie benoemd. De volgende leden zijn tot bestuursleden geko zen: J. Dansen, - Mathenesserdijk 48b, Rotterdam, voorz.; T. Monster, Ma- thenessoretraat !00a, Rotterdam, se cretaris, Tel. 38741; G. L. Diilon', .Willem BeukelszStraat 23b, Rotter dam'," penningmeester. Het doel van de commissie is het lasteren en het vloeken van Gods heiligen naam met alle kracht te be- strijden. Een ieder die met deze bond.sympathiseert kan zich als lid. of begunstiger (ster) bij het secreta riaat hier ter stede opgeven. De minimum contributiè bedraagt f :1.— per jaar. BüftËAü KEES z'n snater sfcondnlet stU ov.er alles wat hjj In de Kralingerhonf had beleefd; hjj holde dö volgende morgen naar zijn grootmoeder toe, om haar deelgenote te maken van rijn kennis over schapen, vogels, pootjebaden, zon en zomer. „Da's geen verloren dag geweest," zeï myn vrouw, toen hy middags, nog rood en opgewonden van het vertellen, terugkwam, maar hy bracht zo'n rare boodschap mee terug. Opoe vroeg of wij van pannekoeken hielden. Die middag daar had je Opoe zelf. „Morgen ook nog vrjj?" vroeg zé Ja, natuurlijk, want vader had immers"'vacantie. „Vader vacantie, dan allemaal vacantie," vond opoe. Goed zo. „Houën jullie van pannekoeken?" ,»Toe nou Opoe daar houdt iedere Rotterdammer van." „Laat het dan aan mfj over," zei Opoe met een zeer beslist gezicht; „morgenochtend om 7. uur sdG je me verschijnen!" j /~\POE nam -ons mee naar een boot, een heel eenvoudige vrachtvaarder: ,,'t kost maar een krats", zei ze, weer zo beslist, „en 't duurt net lang'genoeg, dat de jón gens niet draaierig worden. Ja; en bij die jongens hoor Jij ook" (dit was tegen-'ader). Wij voeren, pofpofpof, heel ge noeglijk. 'Zaten op*een stoeltje'aan dek. Wij zagen Rotterdam orü ons heen en achter ons verdwijnen. Wezen elkaar op pchte water- dingen: een oud pontje', een werf je, een kroegje met een geweldige kastanje aan het water, woon- seheepjes; een 'molen' waar .een jaartal opstond dat deed denken aan hefc eind van de tachtigjarige oorlog, diep polderland .bezijden, overal koeien, zelfs koren öch'o- choch wat een prachtig golvend korenveld en dat onder de rook van de stad!, plassen, zeilen, in de verte, een vlucht wilde eendén, „kijk die kerktoren eens schitteren (welke zou het zijn?"), een eenzaam hen gelaar in 't riet („goede vangsti" hij" dutte), een peuterdofpje met een schooltje, een verlaat en weer een kroegje, bocht na bocht, echt hartje Holland, en toenkwam na dat. wHjeen groot, eenzaam veer gepasseerd waren, het wijde land en waterschap onder de enorme hemel die altijd weer. imponeert. Vijf meter onder water O NAP jij non", vroeg de vrouw, „hoé wij'hier zo rustig kunnen varen, terwijl die polders naast ons wel vijf meter diep lig gen?" Daar valt niets aan te snap pen, moeder, je bent uit, geniet nou maar. Kijk, de jongens spelen met de poes van dc schiDper die ma ken zich geen 'problemen. „Fijn, hè, die.boerderi!" „Eerste meer", zei de schipper. VLAK BIJ HUIS: wuivend rieteen molen, water: dat is Holland op z'n bestDe Rottemeren zijn- een bezoek - zeieer waard 1 ZATERDAG 26 JULI. Menig maal gebeurt het dat een kamer plant mislukt of gaat kwijnen, door dat ze verkeerd in de bloempot werd gezet. Om goed van water voorzien te kunnen worden, moei de darde in de pot niet te hoog ko- men te liggen, doch ietwat onder de potrand.4 Daardoor kan het water er blijven staan en wegzakken. Indien de aarde onder in de pot niet om de wortels aansluitheeft dat meestal een mislukking van' de groei tenge volge. De wortelkluit wil dan geen water vasthouden. Bet stroomt weer onder uit dé pot, Fe;, kan ook r ge beuren, dat een plant veel te los en soms ook wel te vast wordt opge pot. Bovendien'is ook de kedze der potaarde een zeer belangrijke fac tor. Tenslotte'speelt ook het tijdstip der verpotting een belangrijke tol. Y°or de meeste planten kan dit het beste in het voorjaar geschieden. S. U „Tweede meer!', zei de schipper; aan de oever kampeerhuisjes en Vertier van bootjes. Pofpofpof.' *.*--. i „Derde meer". Links en rechts zakte alles weg. Niets dan water, lucht en ^iet. ,iWe zijn uit", zeï moeder de "vrouw uit het diepst van haar hart; „nu nog een bakkie koffie en. het.is volmaakt". En tien minuten later hadden we koffie.. En de jongens buitelden door het gras. En vader huurde een roeibootje, voor „na de pannekoe ken". We dachten, dat het feest al voorbij was; geen sprake van: het begon pas. Waar is dat toch? WAAR wij waren? Op de Rot- temere'n, bij het schutsluisje en de molens var. de vaart naar Zevenhuizen. Zo'n schutsluis met zo'nmooie .oud blauwe heemraads- steen in een dér zijwanden. Aiier heb ik gevrejen, toen 'k jong was," zei Opoe;-zij keek dro merig en begon te vertellen... Tjon ge jonge, en dat allemaal op nog geen tien kilometer van Rotterdam. ,,'t Is zonde, dat het hier zo stil is," 2ei" móeder de vrouw. „Ach meid, jij bent nooit jong geweest," vond Opoe. Het was héér dag. C'. „Ik wil bier niet meer weg," zei Kees. „Hij begrijpt me" meer zei Opoe niet; en toen tot vader: „Ga jij maar wat róeien met je vrouw, ik pas wel op de kinderen". Over 50 jaar vertelt vader aan zijn kleinkinderen: „Toen wij jong waren, zijn Opoe en ik hier wezen roeienhet was heerlènk" en zijn ogen zullen blinken. Op 10 kilometer afstand van Rotterdam, als men maar kalm de Rotte volgt. Het jaar 1946 heeft de Reddings maatschappij de gelegenheid gege ven het reddingswerk, dat zij sinds 1824 heeft uitgeoefend; voor te zet ten. waarbij in tien geslaagde red dingen 36 personen werden gered, aldus lezen wij in 't jaarverslag van de Zuid Ho-Inndse Maatschappij tot redding van schipbreukelingen. Het varend materieel der Maat schappij bevindt zich in goede cpr— ditie. Plar.ner. cm te komen tot bouw van een nieuwe motorredding boot zijn in een vergevorderde staat van voorbereiding. Een motorvlet voor het station. Ouddorp of Cad- zand zal vermoedelijk deze' zomer worden afgeleverd. Met de finan ciën staat het er niet bijster roos kleurig bij. De rekening sluit met een nadelig saldo van 54.506,74. Het jaarverslag zegt hierover, dat de reddingmaatschappij met een ge schiedenis en een traditie van 123 jaren, die enig op haar gebied is, in stand moet -worden gehouden, wat alleen kan gebeuren, wanneer een ieder in den lande, al of niet bij de zeevaart betrokken, zijn. steun geeft. Daarom zij hier het gironummer van de Reddingmaatschappij .ver meld, het is 149170. T ERWIJL het zonnetje hoger en hoger klimt, maalt de schroef de sleep tegen de stroom In, Het gaat minder snel, de hulp van het getij is men kwijt- Nu remt de tegenstroom de vaart af. Op de telegrwaaf staat de hand ie op „volle kracht vooruit". En toch is me nig „kappie" zoals de kapitein vertrouwelijk wordt genoemd niet tevreden. Z(jn Indruk op de feleepvaart is veelal, dat het „met volle kracht achteruit" gaat. kost kwam. Maar na de laatste oorlog werd Duitsland een dood land, wa^r'vooralsnog weinig van daan komt. De rederyen doen alles zelf en schuiven de particuliere ter zijde, Deze la&tsten verenigden zich in de Particuliere Rrjnvaartcentrale die op haar beurt als machtig lichaam weer tegen de reders op bokste. Eerst werd er nog wel getracht een beurtlijst te maken, later door een combinatie in het leven te roepen de z.g.n. „Comrfjn" maar schippers ztjn eigengereid ec alle pogingen liepen op mislukkingen uit. Als twee honden vechten om een been... Daaruit is een uiterst gespannen verjiouding ontstaan, die niet be- voideriijk is voor de homogeniteit van onze vloot, juist nu, op het moment, dat de Rijnvaart op de geallieerde tafel komt. Bovendien is het vaak dat bij twee vechtende honden de derde met het been gaat strijken en er zijn Belgische, Franse en Zwitserse kapers op de kust. Hoe de situatie zich zal ontwikkelen, staat nog niet te bezien, maar dat de Overheid- moet ingrijpen is een ding dat voor-ieder, die land en schip liefheeft, vaststaat, - Er zijn nog heel wat problemen op de vaart en heel 'wat dagelijks brood van velen is er mee gemoeid. En Nederland dient te beseffen, dat haar 5000 k.m. bevaarbaar water in staat is ruim 20 millioen ton te verschepen. Over het algemeen is er nog te kort aan sleepkraeht, daar er van de ruim 2200 sleepboten een groot deel ca. 1000 in de wilde vaart zit ten, ongeveer 500 jaarlijks in repa ratie zjjn. Coördinatie is nodig, te meer daar de brandstof nog schraal wordt toegemeten en de concur rentie van rail- en wegvervoer ge vaarlijk is en onze sehipperstand dreigt uit te roeien. De telegraaf op het Departement moet weer ,',op. volle kracht vooruit" en er is geen schipper in ons waterland, die dan niet graag zal willen aanpakken. Dat zit zo; In 1041 ging de Secr.- Gen. van het Dep. van Waterstaat over tot het instellen van een. sleep- vaart-regeling, om de schaarse sieeptractie en de nog schaarsere kolen zo goed mogelijk te exploi teren. Een overkoepelend lichaam „de Sleepvaartcornmissie" zorgde voor de uitvoering van het besluit, waarin het de eigenaars van sleep boten werd verboden, enig sleep- werk te verrichten, zonder een door de commissie afgegeven vergun ning. Tevens werd het mogelijk bij voldoende aanbod van schepen,, dé sleepboten rekening houdend met hun kracht bij een door de Prysbehéersing vastgesteld tarief, een zo economisch mogelijke sleep te verschaffen, terwijl by -"geringer aanbod het aanwezige sleepwerk over een zo groot- mogelijk «aantal sleepboten werd verdeeld. Daar naast stelde men nog een urgentie- systeem samen, waardoor werd be reikt, dat schepen met preferente ladingen voorrang werd gegeven. Het spreekt vanzelf dat deze nieu we regeling, die de vrijheid der va rensgasten zozeer aantastte, tegen kanting ondervond. In de eerste plaats meende men een slim me" Duitse maatregel te zien aan de andere kant kwam er twij fel bij, omdat er al zo vaak zonder succes aan de sleepvaart was ge dokterd. By die pogingen had een minderheid van sleepbooteigen&ren altyd de afspraken genegeerd en geregeerd over de zwakkere broe ders. Een goede regeling lósgelaten Maar het viel* mee cn een oude illusie Van 1935, de vorming van een federatie van, sleepbooteigena ren, schéén verwezenlijkt te wor den. Het werk werd bovendien ruimschoots beloond eh de moor dende concurrentie was uitgeban nen. De hele oorlog heeft deze re geling voldaan en ook nog na dé oorlog. Totdat de Overheid in het voorjaar van 1947 besloot de rege ling los te laten. Daarmede werd het roer omgegooid en de telegraaf op „volle kracht achteruit" gézet- De slepers dreigden nu weer het slachtoffer te worden van sleep- agenten, die heel vaak beschikken over^eigen sleepboten en kroegen, waarbij de wijsheid maar al te vaak „in de kan" verdwijnt. Vrijlating van de sleepvaartregeling beteken de een keldering .van de sleeplonen," een daling van de gage voor kapi tein en bemanning. Het gevolg ie dan ook, dat vele varensgasten nodé -rond kunnen komen. Zjj -hebben twee huishoudingen te bekostigen: dat van vrouw en kroost, aan de wal en dat van zichzelf aan boord. Van 's ochtends 8 tót 's avonds 8 varen zij en al is er wel eens rust en zitten ze op de reling de dag'is lang en het werk zwaar, en inspannend. En dat voor 41 harde guldens per week. Dat is geen weelde, als je twee menages moet onderhouden. Velen zijn dan ook weer aan de wal gekropen, ide. an deren zijn-blijven varen, omdat het avontuurde varensgasten lokt Maar stabiel Is de toestand lang niet. - Opheffing van dé Sleepregeling heeft meer' gevolgen: zodra de sleepdienst niet meer afhankelijk is van de contróle, zal alleen daar worden gevaren, waar veel te ver dienen schijnt. Dit leidt tot opeen hoping van tractie, terwijl op an dere trajecten de z.g.n. „spreiding" in gevaar Icomt. Urgentiesystemen, vaststelling sleepcontracten gaan verloren en de vervoerseconomie zal leemten vertonen. Kortom men krijgt weer de „wilde"- vaart, de moordende concurrentie en vernieti ging van het huidige sociale levens peil van de varensgast. Beste mensen Iedere keer, él de jaren door nu al, als ik die fijne lobbes van een straat muzikant aan 't werk zie niet zijn viool moot ik er een poosje naar kij ken. Bij drukke passage op het trot toir speelt hij aan é'én stuk door de mopjes van -de dag en ook wel dje van lang vervlogen dagen. Ik blijf niet staan omdat hij zo bij zonder goed fidelt. Hij speelt een beetje flakkerend, als een branden de kaars in de wind. Dat kornt door dat zijn crescendo's op de meest on verwachte momenten naar voren schieten, zoals, bij iemand die spre ken. moet, zwaar de hik hebbende. En het verwondert me altijd weer dat deze man niet gladjes en mono- toom doorzaagt, want als je hem zo ziet staan aan de straatkant, een beetje door z'n knieën gezakt, met z'n buikje vooruit, rustig en innig goedig kijkend met de alles aan vaardende blik van een wij2e, zou je niet anders verwachten. Ik houd van deze vioolsy "-lende Buddha en altijd heb ik ht a een beetje benijd, want hij heeft een. vrouw, die hém zeer toegenegen is. Altijd assisteert zij haar goede man met de centenbak. Hét is al eeo oud wijfje, maar zij is erg actief en heeft nog aardigheid in haar werk. dat kan je duidelijk zien. Nooit xs zij opdrin gerig of bijzonder onderdanig tegen de voorbijgangers, maar het is zo'n vriendelijk goeiig mensje, dat je haast niet laten kan wat in d'r bus te gooien. Al een paar maal heb ik toevallig de march e finale bijgewoond. Dan gaat de viool de kist in. de oudjes kijken mekaar eens lief en teder, aan en dan gaan ze stevig gearmd haar huis. Het-viel me op dat zij dan steeds de vioolkist droeg. Zy is be zorgd voor haar echtgenoot, je ziet het aan de manier waarop zij haar artist assisteert. Samen scharrelen ze zo nog aardig door de wereld 'eh Ik ben er zeker van, dat ze een goed en gelukkig leven hebben op hun ouwe dag.. Van-de week zag ik ze weer'bezig, maar ik schrok een beetje van de verandering in zijn optreden: De ouwe lobbes stond daar niet zoals altijd met z'n buik vooruit en een beetje door .z'n knieën hjj zèt, op een keukenstoel, maar hij speelde nog net eender met temperaments- scheuten. Ik hoop -van harte dat het niets ernstigs is met dat zitten, misschien alleen maar omdat het zo warm was. Hot zou zo verdrietig zijn als de ouwe op zou raken. Wat móeten, zulke mensen dan, als de centenbus niet meer rammelen kan. Houd je taai, oüwe baas. Jullie zijn zo'n aardig, voorbeeldig stel en die zijn er toch al niet te veel...» DESIDERIUS. Ook vrachtscheppers Op de Rgn heeft een dergelijke situatie al tot botsingen geleid, die catastrophaal dreigen te worden; doordat men in onderlinge verdeeld heid ten gronde dreigt te gaan. Duitsland, eens het machtige ge- bi<S3 voor de schipper heeft practisch geen werlc en het. blijft afwachten of de Rijn vaart commis sie Rotterdam en Antwerpen als transitohavens zal aanwijzen. De animo is echter groot, zodat er wel tractie voorhanden is. i er twee groepen die op 'c dingen: do grote Nu de Rjjn naar werk rederijen met haar machtige vlo ten en .de particuliere schippers, het grootst In aantal. Deze vormden de algemene reserve op de Rijn. maaiValtyd was er werk te over, zo dat Iedereen aan da vracht en de HANS KADTER, de gewezen „General der Poli zei" ia Nederland, zit nog steeds op z(jn berechting te wachten. AI negen maanden van November 1946 tot op de hnldlge dag is hjj in het Hnis van Bewaring aan de Noordsingel te Rotterdam „elnge- sperrt". Misschien heeft deze man zich tijdens zjjn afzondering wel eens gevleid met de Iioop, dat het met'zijn straf nog wel zou loslopen, omdat er wel licht geen voldoende bewijsmateriaal tegen hem voorhanden zou zijn. In dit geval kan Rauter gevoeg lijk zyn hoop laten varen. Dezer dagen hebben ambtenaren van het Rjjks-ïnsituut voor Oor logsdocumentatie, dat te - Amster dam gevestigd is,* in Berlijn bijna de volledige correspondentie ont dekt, die destijds werd gevoerd tus sen Rauter en Himmler, de Reichs- führer S.S. Er is ook een flink aan tal brieven by van Seys Inquart en Rost van Tonningen. Van Ranter's talrijke telegrammen aan Himmler z(jn o.a. de originele berichten aan getroffen omtrent het uitbreken van de Aprii-Mei staking van 1943, de arrestatie van de .leden van hét Vaderlands Comité én correspon dentie over het Lanctwacht-conflict in de winter 1944'45, niet- o.a. de ontslagbrieven uit de N.S.B. van Rost van Tonnlngen en Van Geel kerken. Het ontdekken van al deze documenten is van het hoogste be lang voor het proces tegen Rauter, dat aanvankelijk in September van dit jaar zou worden opgevoerd, maar dat nu vooronbepaalde tijd is uitgesteld, omdat het vervoeren der gevonden öocumepten naar Ne derland en het bestuderen daarvan geruime tijd in beslag zal nemen. Waarom zo lang? Of het noodzakelijk is, dat met zjjn berechting zo lang wordt ge wacht? •Inderdaad. Natuurlijk waren tot dusverre al voldoende bewijsstuk- 53) door Craig Rice Vertaald door Ada Campers. ^Hallo Archie", riep brigadier CHare terug. Hjj was-bljj ze te zien. Hij had daar al een half uur in een .neerslachtige Stemming op de tuinbank gezeten. Ook Bill Smith was van zjjn stuk gebracht door de geranium, die zo opeens in het portret in het huis van Sanford was verschenen, maar hij had op een heel onplezierige manier de draak gestoken met O'Hare's theorie, dat de moord het werk van een. maniak was.. Ja, zelfs ondanks het mes, waar met rode letters „Een waarschuwing" op geschreven stond. Toen het was gebleken, dat de r"-de letters met. lippenstift geschreven waren, had O'Hare als zijn mening te kennen,gegeven, dat de moordnaar niet alleen éen maniak, maar blijkbaar zelfs een vrouwelijke maniak .was. Bill Smith had sarcastisch gelachen en de brigadier opge dragen het' huis te bewaken; voor het geval; dat er nóg eens een „vrouwelijke maniak" zou komen opdagen, terwijl «hjj naar het bureau voor vingerafdrukken was, En vanaf dat ogenblik had* O'Hare in' de tuin. gezeten, neerslachtig en. in droefgeestig peinzen verzonken. v „Kom hier", riep hij tegen de drie joggles, die aan de rand van het grasveld verschenen waren. „Hij is geen smesis", zei Slukey. „Hij heeft gtaeens een uniform". „Hij is detective", zei Archie verachtelijk. „Een detective van de politie, net als Dick Tracy. En natuurlijk heeft hij géén uniform". „Hij lijkt niks op Dick Tracy", zei Flashlight „Nee, natuurlijk lijkt hij niks op Dick Tracy", zei Archie. „Want hij* is Dick Tracy niet. Hij is detective brigadier Me neer O'Hare, ën hij heeft 'a negen bankrovers tegelijk ge vangen genomen, en hij had g'heens een revolver". Hij ver hief zijn stem en vroeg: .„HSd U een revolver, meneer bri gadier O'Hare?" Hè?" zei de brigadier verschrikt „Toen U al die bankrovers gevangen hebt". „O", zei brigadier O'Hare, zich herinnerend. „Nee, ik had geen revolver. Alleen maar mijn bloto handen. Het waren er acht". „Negen", hielp Archie hem herinneren. „Ach ja, negen. Maar een ervan was hem bijna gesmeerd toen ik de anderen al knock out geslagen had. Hij was ge- xvapeöd met een mes, een revolver "en een klein machine geweer. Ik kreeg hem net op het laatste^nippertje te pak- ken". „Gossie!" hijgde Flashlight „ja, en weet je", zei O'Hare zijn herinneringen ophalend, „dat was diezelfde nacht, toen die gorilla, die de,kolder in. zjjn kop had gekregen, uit de dierentuin ontsnapte,..." Een minuut of tien vertelde hij over de jacht;op de gorilla met de kolder, in zijn kop, met een opwindende beschrijving., van de gevangenneming op de vier-en-dertigste verdieping van een lege liftkoker". „Moorddadig!" mompelde Slukey. t Archie schopte Slukey zachtjes tegen zijn schenen. Dat was zo zijp manier van voorzeggen. Slukey sprong op. Toen schoot hem iets te binnen en hij zei: „Als U bij de p'litie bent, waarom hebt U dan. geen insigne en. geen revolver?" „Ik heb een insigne", zei O'Hare, terwijl hjj zijn jas los knoopte. „Zie je wel? En een revolver b.eb ik ook". Hij haalde de revolver uit de holster onder zijn arm en legde hem op zjjn schoot. „Gossie, jonges!" zei Flashlight in eerbiedige bewondering. „Mag ik er één keertje aan komen? Met één vinger?" .Natuurlijk", zei O'Hare vriendelijk. - „Zeg", zei Archie, „zeg weet U wat? Ik heb 's in een mop- pen blaadje gelezen van een agent, die, als ie èen kogel zag, meteen icon zeggen uit wat voor soort revolver hij kwam. Is dat waar?" „Zeker", zei de brigadier. „Ja zeker". Archie draaide zich om en zei triomfantelijk.tegen Slukey eh Flashlight: „Zie je nou wel? Heb ik het niet gezegd?" „Noit; en tóch geloven we het nog niet", sputterde Flash light „Laat hem die kogel zien", zei Archie, „dan zul je *t zien". Flashlight groef in zjjn zakken, haalde een grote verschei denheid van vreemde voorwerpen te voorschijn en tenslotte kwam de kogel voor de dag. Er zat een prop kauwgom, om heen .en hy was bedekt met koekkruimels en stof. „Mis schien moest ik hem eerst even. een beetje schoonmaken", Zei Flashlight verontschuldigend. Hij vond een bijna schone zakdoek in 'een andere zak en. ging aari het werk. „Doe 't'met spuug", adviseerde' Slukey. „Schuur hem af met een beetje zand", zei Archie. „Da's de enige manier om dat kauwgom er af te krijgen". 1 Toen de kogel-aan brigadier O'Hare werd overhandigd, was hij tamelijk schoon. „Ik wil wedden, dat hij niet kan zeggen, uit wat voor soort revolver hy gekomen is", zei Slukey sceptisch. „Ik wed dubbel met je, dat hjj het wèl kan", zei Archie. Nb is een heel goeie detective". Hij keek brigadier O'Hare vragend aan en zei: „U kunt ook vertellen, uit wat voor soort revolver die kogel gekomen, is, hè?" Brigadier O'Hare ving de vragende blik op. Hij keek naar: de kogel, hield hem tussen duim en wijsvinger en zei: „Deze1 kogel werd afgevuurd uit een. revolver kaliber twee-en-der-, tig.- „Zie je nu wel?" zei Archie triomfantelijk. „Wat heb ik, jullie gezegd?" .„Ik wed, dat hij er niet naar raadt", zei Archie. „Hij. wéét het". „Hoe dan?" vroeg Flashlight uitdagend. „Hoe weet hij het dan?" j Brigadier O'Hare keek Flashlight aan, en zei: „Als je een; lineaal bij de hand had, zou ik: je laten zien, hoe ik het weet. Nu zul je me op mijn woord, moeten geloven. Kaliber. 32 betekent, dat de kogel een "middellijn vantwee-én-dertig honderdste inch heeft Als je zoveel kogels hebt gezien, als ik, dan kun je het wel zeggen, zonder ze te meten. Deze is uit een twee-en-dertiger afkomstig". „Da's keiig", zei Slukey bewonderend. „Ik wed, dat U in Uw leven een hele hoop kogels gezien hebt". „Millioenen", zei- brigadier O'Hare nonchalant. „Ik zal je nog wel eens vertellen over die krankzinnige tovenaar; die vier-en-negentig keer werd getroffen, en de vier-en-negen- tigsta kogel was het, die hem doodde. Nu was er een studie' over ballistiek...." (Wordt vervolgd.) Rauter die op de Noordsingel z'n zonden kan 'overdenken,- waarvoor hg zat 'terechtstaan ate de tijd daar .is. ken aanwezig om Rauter tót eetf' zeer zware straf te kunnen veroor delen. Maar men wil een fout voor komen, die in het verleden meer malen is gemaakt Toen b.v. Max Blokzyi eenmaal ter dood was ver oordeeld en gevonnist, beriepen zich later vele andere N.B.S.-ers op Blokzijl, omdat zij onder zijn heve len hadden °estaan. Zulk een kana zullen de handlangers van Rauter niet krijgen. Éérst worden hun ge vallen behandeld. Dan pas komt de cx-Polizei-general Ralster is in Rotterdam al vele malen verhoord. En zjjn verklarin gen hebben het dossier van menig Polizist doen uitbreiden. Omge keerd zijn ook vele feiten, aan. het licht gekomen waarvan zijn hel pers warden, beschuldigd, doch waarvoor Rauter zelf te zijner tijd verantwoording zal moeten afleg-1 gen, Oberste tjeriebtsierr In de eerste plaats verwyt men Rauter de ontelbare misdrijven uit de beginperiode van zijn bewind, d.w.z. uit de tjjd van de razzia's en depörtatle's der Joden. In 3044 kreeg Rauter. er nog een functie bij, die hem destijds- trots deed rond stappen als een pauw, doch waar-i door hij nu nog elke. nacht meet grijze haren krijgt Na JuH1044 nj., toen de Duitsers hun rechtbanken ophieven, werd Rauter Oberste Ge^' richtsherr. Dat wilde zeggen, dat hem de bevoegdheden der recht banken. werden overgedragen. Van die tyd af besliste Rauter over Ie* ven en dood van tiénduizenden Ne« derianders. Menslievende Duitser De door hém ter dood veroor deelden werden niet direct gevon nist, doch in kampen of gevange nissen ondergebracht, waar een „Sonderbehandlung" op hen werd toegepast Dit betekende,.dat. wan neer er represaillemaatregelen ge nomen moesten worden, van deze gevangenen een aantal kon wórden doodgeschoten. Reuter nam deze maatregel uit. „menslievende over-' wegingen", updat geen' onschuldige burgers het leven zouden verliezen, Rauter. verblijft nu al negen maanden aan de Noordsingel. Hy ia volledig hersteld na de aanslag, die de K.P. op hem pleegde in Maart 1945. Eén mismaakte kin en een scherp litteken onder het linker oog herinneren echter aan de zware verwondingen, die hij bij diö-gele genheid opliep. Wanneer wel^ licht pas over een jaar het on* derzoek zal zjjn beëindigd, zullen zijn. rechters bij benadering 'weten, voor hoeveel misdragingen van hemzelf en z(jn secundanten hy ver antwoordelijk kan worden gesteld. Dan ook zal Rauter, die'zelf talloze vonnissen zonder vorm van proces liet voltrekken, gelegenheid loggen zich tc verdedigen...

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1947 | | pagina 5