Vacantie
Rauter krijgt bittere
„pil" te slikken
Wat komt in de Nachtwacht
aan het daglicht?
Per schuit langs de Rotte
Met volle kracht achteruit?
Rembrandtiek licht
een fictie
Nachtwacht werd
nachtmerrie!
Zet 'm op, Dirk!
Op tien kilometer
van de stad!
TUINKALENDER
Reddingmaatschappij
in 1946
Kort bestek II
Tal van problemen vragen om oplossing
Scheepvaartregeling,
die voldeed, werd
losgelaten
heden
Zijn correspondentie met Himmler
in Berlijn ontdekt
Eerst volgend jaar
voor zijn rechters
Zaterdag 26 Juli 1947
3
XTU de Nachtwacht weer in het
Rijksmuseum te zien is, heeft
het publiek daarmee een schilderij,
teruggekregen, dat, meer misschien
dan welk ander kunstwerk ook, een
waarlijk nationaal bezit mag heten.
Voor het Rijksmuseum is de Nacht
wacht in veel sterkere mate en met
meer recht wat de Potterse Stier
voor het Haagse Mauritshuis is: de.
blikvanger, de trots en glorie, tegen
over de buitenlanders, het doek, dat
op de verbeelding werkt,
j .Menigeen zal zich afvragenwat
krijgen we nu precies te zien als
het schoongemaakte werk oiis on?
der'de ogen komt; waarin verschilt
de „nieuwe" Nachtwacht van de
„oude"? Wij hebben daarom met
dr. A. van Schendel, conservator
van het Rijksmuseum de Nacht
wacht mogen bekijken in de z.g.
Troostzaal, die van
Dinsdag 22 Juli
af voor het publiek
geopend is (in
gang Hobbema-
straat). Hier zal
het werk'maar tijde
lijk blijven en later
wellicht teruggaan
naar de oude Nacht
wacht-zaal. Met be
perkte middelen
heeft men gepoogd
de belichting, het
gunstige zijlicht, zo
goed mogelijk tot
haar recht te doen
komen een pro
bleem. waartoe
reeds in 1902 een
commissie ingesteld
werd! De wanden
van de zaal heeft
men grijs geschil
derd en het boven
licht door. tempering met .kathe
draalglas en een stelsel vgn hout
werk van hinderlijke reflexen ont
daan.
Dr. Van Schendel legde er de na
druk op, dat men vóór alles zich,
rekenschap moet gevcri hoeveel
fraaier, van klem, hoeveel rijker
aan lichtwerking, hoeveel boeiender'
van perspectief het grote wetk ge
worden is. En ook hoeven zuiver
der volgens Rembrandts-eigen; oor
spronkelijke'bedoelingen. „Het
„Of ik blij ben, dat 't werk ge
daan is? /Alsjeblieft, 't werd lang
zamerhand. een nachtmerrie!"
zegt dé heer M er tens, restaura
tor bij het Rijksmuseum, die ze
ven maanden lung aan de Nacht
wacht bezig geweest is. „Ik
werkte niet meer' dan 1% 2 uur
■per 'dag. langer kon ik de span
ning niet volhouden en elke klei
ne onachtzaamheid kon grote
ongelukken ten gevolge hebben.
„Óf ik blij ben, dat werk
achter de rug is?" Ue heer Koot,
secretaris van het Rijksmuseum,
zucht diep- „Maanden lang ben'
ik ojr-de meest ongelegen uren
opgebeld hierover. Zonder twij
fel geïnspireerd dóór de naam
,JJacht-wacht" wild» b.v. eens
iemand uit Maastricht midden m
de nacht weten wannéér 't schil
derij te zien zou zijn"
merkwaardig en feitelijk bescha
mend", zei dr. Van Schendel, „dat
wij jaren en jaren dang naar een
volkomen vervalst beeld hebben
gekeken en dan eigenlijk een mythe,
hebben doen ontstaan van „Rem
brandtiek licht",en „Rembrandtieke
sfeer". Men ".oet ook vóór alles
eens opmerken, hoeveel duidelijker
de vrije schilderwijze van Rem
brandt te zjen is; die is, in letterlij
ke zin, :an. het" daglicht gekomenl"
„Doordat nu de vele bruine lagen
vernis, die in de loop der jaren er
op gesmeerd zijn, er afgehaald zijn,
kan men eindelijk de juiste nuance
ringen der tonen genieten. Had men
zich vroeger deze rijkdom aan paar
se en groene kleuren kunnen den
den, die.nu als overheersende -kleu
ren" het 'vroegere oranje-bruin ver
vangen? Vooral in het deel, waar
het licht valt op het kleine meisje
in 't wit, is het verschil verbluf
fend",
„In dit verband wijzen we U op
het kleine vierkantje beneden de
voet van luitenant Ruijtenburgh, dat
we met opzet n'ièt ontdaai hebben
van het oude vernis, zodat een
ieder kan zien hoe dit er vroeger
uitzag 1"
„Wil man het verschil met vroe
ger toetsen aan détails, dan kan men
letten op zulke „kleinigheden" als
het borduursel op de tuniek van lui
tenant Ruijtenbergh,, waar ,nu een
ongekende rijkdom aan versierin
gen, leeuwtjes ^o.a., te zien is. Een
nieuw gezicht kwam te voorschijn
boven de rechterschouder van ser
geant Kemp! De attributien van het
kleine gele meisje zijn nu te onder-,
kennen: baar „dolk" blijkt nu een
pistool te zijnl
Door de schoonmaak zijn nu de
speren op de achtergrond duidelij
ker; dit is trouwens niet het enige,
waardobr de achtergrond aan diep-
te gewonnen heeft.
'Op het schild hebben wij nu 18 in
plaats van 27 namen van Schutters
kunnen lezen en ook indcntificeren:
Paulus Sehoonhove. Tussen twee
haakjes, zeer waarschijnlijk heeft
men pas toen het doek enige .tien
tallen jaren oud was, deze namen er
op laten aanbrengen, oiri d. volgens
hun smaak toch al niet duidelijke
portretten, die reeds in de duister
nis dreigen, te ioor te gaair, voor de
beschouwer makkelijker herkenbaar
te maken.
Ook de voorgrond^ heeft aan
klaarheid gewonnen; men kan nu
de schaduw van dé sponton op de
grond in het gehele schema van de
lichtval, waarin ook
do - schaduw van de
hand van Banningh'
Cocq op de cami-
sool van luitenant
Ruijtenburgh past,
volgen/ Maar bövem
al kan men nu de
worsteling volgen
van Rembrandt, die
hier he traditionele
schuttei^stuk een
geheel nieuwe vorm
gaf, met de talloze
moeilijkheden, van
zijh geweldige taak.
Men kan nu zien,
hoe hij elke z.g,
kleinigheid wikte en
woog: telkens kwam
de meester terug op
zulke détails. Men
kan dit het duide
lijkst zien aan. de
handschoen, die
Banningh Cocq in de hand houdt;
hoe heeft Rembraqdt aier telkens
de vingers een andere vorni gege
ven un.ons een voorbeeld geschon
ken var. -de consciëntie van. een
groot kunstenaar, die- aan alles zijn -
volle aandacht schonk!"
Tot zover dr. Van. Schendel. In
aansluiting lyérop vestigen we de
aandacht van de lezers op het zo
juist verschenen boek „Re.xbrandts
Nachtwacht in nieuwen luister"
door de secretaris van het Rijks
museum, Ton Koot (Uitg. J. M.
Meulenhoff waar aan d-* hand van
duidelijke foto's de geschiedenis
van het doek nagegaan is en over
deze laatste en vroegere restaura
ties uitvoerig/verhaald wordt,
J. M. PRANG.E.
Actie tegen lasteren ën
vloeken
'vanwege de bond tegen het schen
den door het kloeken van Gods hei
ligen naam, is voor. Rotterdam een
commissie benoemd. De volgende
leden zijn tot bestuursleden geko
zen:
J. Dansen, - Mathenesserdijk 48b,
Rotterdam, voorz.; T. Monster, Ma-
thenessoretraat !00a, Rotterdam, se
cretaris, Tel. 38741; G. L. Diilon',
.Willem BeukelszStraat 23b, Rotter
dam'," penningmeester.
Het doel van de commissie is het
lasteren en het vloeken van Gods
heiligen naam met alle kracht te be-
strijden. Een ieder die met deze
bond.sympathiseert kan zich als lid.
of begunstiger (ster) bij het secreta
riaat hier ter stede opgeven.
De minimum contributiè bedraagt
f :1.— per jaar.
BüftËAü
KEES z'n snater sfcondnlet stU ov.er alles wat hjj In de Kralingerhonf
had beleefd; hjj holde dö volgende morgen naar zijn grootmoeder toe,
om haar deelgenote te maken van rijn kennis over schapen, vogels,
pootjebaden, zon en zomer. „Da's geen verloren dag geweest," zeï myn
vrouw, toen hy middags, nog rood en opgewonden van het vertellen,
terugkwam, maar hy bracht zo'n rare boodschap mee terug. Opoe vroeg
of wij van pannekoeken hielden.
Die middag daar had je Opoe zelf.
„Morgen ook nog vrjj?" vroeg zé
Ja, natuurlijk, want vader had immers"'vacantie.
„Vader vacantie, dan allemaal vacantie," vond opoe.
Goed zo.
„Houën jullie van pannekoeken?"
,»Toe nou Opoe daar houdt iedere Rotterdammer van."
„Laat het dan aan mfj over," zei Opoe met een zeer beslist gezicht;
„morgenochtend om 7. uur sdG je me verschijnen!" j
/~\POE nam -ons mee naar een
boot, een heel eenvoudige
vrachtvaarder: ,,'t kost maar een
krats", zei ze, weer zo beslist, „en
't duurt net lang'genoeg, dat de jón
gens niet draaierig worden. Ja; en
bij die jongens hoor Jij ook" (dit
was tegen-'ader).
Wij voeren, pofpofpof, heel ge
noeglijk. 'Zaten op*een stoeltje'aan
dek.
Wij zagen Rotterdam orü ons
heen en achter ons verdwijnen.
Wezen elkaar op pchte water-
dingen: een oud pontje', een werf
je, een kroegje met een geweldige
kastanje aan het water, woon-
seheepjes; een 'molen' waar .een
jaartal opstond dat deed denken
aan hefc eind van de tachtigjarige
oorlog, diep polderland .bezijden,
overal koeien, zelfs koren öch'o-
choch wat een prachtig golvend
korenveld en dat onder de rook van
de stad!, plassen, zeilen, in de verte,
een vlucht wilde eendén, „kijk die
kerktoren eens schitteren (welke
zou het zijn?"), een eenzaam hen
gelaar in 't riet („goede vangsti"
hij" dutte), een peuterdofpje met
een schooltje, een verlaat en weer
een kroegje, bocht na bocht, echt
hartje Holland, en toenkwam na
dat. wHjeen groot, eenzaam veer
gepasseerd waren, het wijde land
en waterschap onder de enorme
hemel die altijd weer. imponeert.
Vijf meter onder water
O NAP jij non", vroeg de
vrouw, „hoé wij'hier zo rustig
kunnen varen, terwijl die polders
naast ons wel vijf meter diep lig
gen?" Daar valt niets aan te snap
pen, moeder, je bent uit, geniet nou
maar. Kijk, de jongens spelen met
de poes van dc schiDper die ma
ken zich geen 'problemen.
„Fijn, hè, die.boerderi!"
„Eerste meer", zei de schipper.
VLAK BIJ HUIS: wuivend rieteen
molen, water: dat is Holland op z'n
bestDe Rottemeren zijn- een bezoek
- zeieer waard 1
ZATERDAG 26 JULI. Menig
maal gebeurt het dat een kamer
plant mislukt of gaat kwijnen, door
dat ze verkeerd in de bloempot
werd gezet. Om goed van water
voorzien te kunnen worden, moei
de darde in de pot niet te hoog ko-
men te liggen, doch ietwat onder de
potrand.4 Daardoor kan het water er
blijven staan en wegzakken. Indien
de aarde onder in de pot niet om de
wortels aansluitheeft dat meestal
een mislukking van' de groei tenge
volge. De wortelkluit wil dan geen
water vasthouden. Bet stroomt weer
onder uit dé pot, Fe;, kan ook r ge
beuren, dat een plant veel te los en
soms ook wel te vast wordt opge
pot. Bovendien'is ook de kedze der
potaarde een zeer belangrijke fac
tor. Tenslotte'speelt ook het tijdstip
der verpotting een belangrijke tol.
Y°or de meeste planten kan dit het
beste in het voorjaar geschieden.
S. U
„Tweede meer!', zei de schipper;
aan de oever kampeerhuisjes en
Vertier van bootjes.
Pofpofpof.' *.*--. i
„Derde meer".
Links en rechts zakte alles weg.
Niets dan water, lucht en ^iet.
,iWe zijn uit", zeï moeder de
"vrouw uit het diepst van haar
hart; „nu nog een bakkie koffie en.
het.is volmaakt".
En tien minuten later hadden we
koffie.. En de jongens buitelden
door het gras. En vader huurde een
roeibootje, voor „na de pannekoe
ken".
We dachten, dat het feest al
voorbij was; geen sprake van: het
begon pas.
Waar is dat toch?
WAAR wij waren? Op de Rot-
temere'n, bij het schutsluisje
en de molens var. de vaart naar
Zevenhuizen. Zo'n schutsluis met
zo'nmooie .oud blauwe heemraads-
steen in een dér zijwanden.
Aiier heb ik gevrejen, toen 'k
jong was," zei Opoe;-zij keek dro
merig en begon te vertellen... Tjon
ge jonge, en dat allemaal op nog
geen tien kilometer van Rotterdam.
,,'t Is zonde, dat het hier zo stil
is," 2ei" móeder de vrouw.
„Ach meid, jij bent nooit jong
geweest," vond Opoe. Het was héér
dag. C'.
„Ik wil bier niet meer weg," zei
Kees.
„Hij begrijpt me" meer zei
Opoe niet; en toen tot vader: „Ga
jij maar wat róeien met je vrouw,
ik pas wel op de kinderen".
Over 50 jaar vertelt vader aan
zijn kleinkinderen: „Toen wij jong
waren, zijn Opoe en ik hier wezen
roeienhet was heerlènk" en
zijn ogen zullen blinken.
Op 10 kilometer afstand van
Rotterdam, als men maar kalm de
Rotte volgt.
Het jaar 1946 heeft de Reddings
maatschappij de gelegenheid gege
ven het reddingswerk, dat zij sinds
1824 heeft uitgeoefend; voor te zet
ten. waarbij in tien geslaagde red
dingen 36 personen werden gered,
aldus lezen wij in 't jaarverslag van
de Zuid Ho-Inndse Maatschappij tot
redding van schipbreukelingen.
Het varend materieel der Maat
schappij bevindt zich in goede cpr—
ditie. Plar.ner. cm te komen tot
bouw van een nieuwe motorredding
boot zijn in een vergevorderde staat
van voorbereiding. Een motorvlet
voor het station. Ouddorp of Cad-
zand zal vermoedelijk deze' zomer
worden afgeleverd. Met de finan
ciën staat het er niet bijster roos
kleurig bij. De rekening sluit met
een nadelig saldo van 54.506,74.
Het jaarverslag zegt hierover, dat de
reddingmaatschappij met een ge
schiedenis en een traditie van 123
jaren, die enig op haar gebied is, in
stand moet -worden gehouden, wat
alleen kan gebeuren, wanneer een
ieder in den lande, al of niet bij de
zeevaart betrokken, zijn. steun geeft.
Daarom zij hier het gironummer
van de Reddingmaatschappij .ver
meld, het is 149170.
T ERWIJL het zonnetje hoger en hoger klimt, maalt de schroef de
sleep tegen de stroom In, Het gaat minder snel, de hulp van
het getij is men kwijt- Nu remt de tegenstroom de vaart af. Op de
telegrwaaf staat de hand ie op „volle kracht vooruit". En toch is me
nig „kappie" zoals de kapitein vertrouwelijk wordt genoemd
niet tevreden. Z(jn Indruk op de feleepvaart is veelal, dat het „met
volle kracht achteruit" gaat.
kost kwam. Maar na de laatste
oorlog werd Duitsland een dood
land, wa^r'vooralsnog weinig van
daan komt. De rederyen doen alles
zelf en schuiven de particuliere ter
zijde, Deze la&tsten verenigden zich
in de Particuliere Rrjnvaartcentrale
die op haar beurt als machtig
lichaam weer tegen de reders op
bokste.
Eerst werd er nog wel getracht een
beurtlijst te maken, later door een
combinatie in het leven te roepen
de z.g.n. „Comrfjn" maar schippers
ztjn eigengereid ec alle pogingen
liepen op mislukkingen uit.
Als twee honden
vechten om een been...
Daaruit is een uiterst gespannen
verjiouding ontstaan, die niet be-
voideriijk is voor de homogeniteit
van onze vloot, juist nu, op het
moment, dat de Rijnvaart op de
geallieerde tafel komt. Bovendien
is het vaak dat bij twee vechtende
honden de derde met het been gaat
strijken en er zijn Belgische, Franse
en Zwitserse kapers op de kust. Hoe
de situatie zich zal ontwikkelen,
staat nog niet te bezien, maar dat
de Overheid- moet ingrijpen is een
ding dat voor-ieder, die land en
schip liefheeft, vaststaat,
- Er zijn nog heel wat problemen
op de vaart en heel 'wat dagelijks
brood van velen is er mee gemoeid.
En Nederland dient te beseffen, dat
haar 5000 k.m. bevaarbaar water
in staat is ruim 20 millioen ton te
verschepen.
Over het algemeen is er nog te
kort aan sleepkraeht, daar er van
de ruim 2200 sleepboten een groot
deel ca. 1000 in de wilde vaart zit
ten, ongeveer 500 jaarlijks in repa
ratie zjjn. Coördinatie is nodig, te
meer daar de brandstof nog schraal
wordt toegemeten en de concur
rentie van rail- en wegvervoer ge
vaarlijk is en onze sehipperstand
dreigt uit te roeien. De telegraaf op
het Departement moet weer ,',op.
volle kracht vooruit" en er is geen
schipper in ons waterland, die dan
niet graag zal willen aanpakken.
Dat zit zo; In 1041 ging de Secr.-
Gen. van het Dep. van Waterstaat
over tot het instellen van een. sleep-
vaart-regeling, om de schaarse
sieeptractie en de nog schaarsere
kolen zo goed mogelijk te exploi
teren. Een overkoepelend lichaam
„de Sleepvaartcornmissie" zorgde
voor de uitvoering van het besluit,
waarin het de eigenaars van sleep
boten werd verboden, enig sleep-
werk te verrichten, zonder een door
de commissie afgegeven vergun
ning. Tevens werd het mogelijk bij
voldoende aanbod van schepen,, dé
sleepboten rekening houdend
met hun kracht bij een door de
Prysbehéersing vastgesteld tarief,
een zo economisch mogelijke sleep
te verschaffen, terwijl by -"geringer
aanbod het aanwezige sleepwerk
over een zo groot- mogelijk «aantal
sleepboten werd verdeeld. Daar
naast stelde men nog een urgentie-
systeem samen, waardoor werd be
reikt, dat schepen met preferente
ladingen voorrang werd gegeven.
Het spreekt vanzelf dat deze nieu
we regeling, die de vrijheid der va
rensgasten zozeer aantastte, tegen
kanting ondervond. In de eerste
plaats meende men een slim
me" Duitse maatregel te zien
aan de andere kant kwam er twij
fel bij, omdat er al zo vaak zonder
succes aan de sleepvaart was ge
dokterd. By die pogingen had een
minderheid van sleepbooteigen&ren
altyd de afspraken genegeerd en
geregeerd over de zwakkere broe
ders.
Een goede regeling
lósgelaten
Maar het viel* mee cn een oude
illusie Van 1935, de vorming van
een federatie van, sleepbooteigena
ren, schéén verwezenlijkt te wor
den. Het werk werd bovendien
ruimschoots beloond eh de moor
dende concurrentie was uitgeban
nen. De hele oorlog heeft deze re
geling voldaan en ook nog na dé
oorlog. Totdat de Overheid in het
voorjaar van 1947 besloot de rege
ling los te laten. Daarmede werd
het roer omgegooid en de telegraaf
op „volle kracht achteruit" gézet-
De slepers dreigden nu weer het
slachtoffer te worden van sleep-
agenten, die heel vaak beschikken
over^eigen sleepboten en kroegen,
waarbij de wijsheid maar al te vaak
„in de kan" verdwijnt. Vrijlating
van de sleepvaartregeling beteken
de een keldering .van de sleeplonen,"
een daling van de gage voor kapi
tein en bemanning. Het gevolg ie
dan ook, dat vele varensgasten nodé
-rond kunnen komen. Zjj -hebben
twee huishoudingen te bekostigen:
dat van vrouw en kroost, aan de
wal en dat van zichzelf aan boord.
Van 's ochtends 8 tót 's avonds 8
varen zij en al is er wel eens
rust en zitten ze op de reling de
dag'is lang en het werk zwaar, en
inspannend. En dat voor 41 harde
guldens per week. Dat is geen
weelde, als je twee menages moet
onderhouden. Velen zijn dan ook
weer aan de wal gekropen, ide. an
deren zijn-blijven varen, omdat het
avontuurde varensgasten lokt
Maar stabiel Is de toestand lang
niet. -
Opheffing van dé Sleepregeling
heeft meer' gevolgen: zodra de
sleepdienst niet meer afhankelijk is
van de contróle, zal alleen daar
worden gevaren, waar veel te ver
dienen schijnt. Dit leidt tot opeen
hoping van tractie, terwijl op an
dere trajecten de z.g.n. „spreiding"
in gevaar Icomt. Urgentiesystemen,
vaststelling sleepcontracten gaan
verloren en de vervoerseconomie
zal leemten vertonen. Kortom men
krijgt weer de „wilde"- vaart, de
moordende concurrentie en vernieti
ging van het huidige sociale levens
peil van de varensgast.
Beste mensen
Iedere keer, él de jaren door nu al,
als ik die fijne lobbes van een straat
muzikant aan 't werk zie niet zijn
viool moot ik er een poosje naar kij
ken. Bij drukke passage op het trot
toir speelt hij aan é'én stuk door de
mopjes van -de dag en ook wel dje
van lang vervlogen dagen.
Ik blijf niet staan omdat hij zo bij
zonder goed fidelt. Hij speelt een
beetje flakkerend, als een branden
de kaars in de wind. Dat kornt door
dat zijn crescendo's op de meest on
verwachte momenten naar voren
schieten, zoals, bij iemand die spre
ken. moet, zwaar de hik hebbende.
En het verwondert me altijd weer
dat deze man niet gladjes en mono-
toom doorzaagt, want als je hem zo
ziet staan aan de straatkant, een
beetje door z'n knieën gezakt, met
z'n buikje vooruit, rustig en innig
goedig kijkend met de alles aan
vaardende blik van een wij2e, zou je
niet anders verwachten.
Ik houd van deze vioolsy "-lende
Buddha en altijd heb ik ht a een
beetje benijd, want hij heeft een.
vrouw, die hém zeer toegenegen is.
Altijd assisteert zij haar goede man
met de centenbak. Hét is al eeo oud
wijfje, maar zij is erg actief en heeft
nog aardigheid in haar werk. dat kan
je duidelijk zien. Nooit xs zij opdrin
gerig of bijzonder onderdanig tegen
de voorbijgangers, maar het is zo'n
vriendelijk goeiig mensje, dat je
haast niet laten kan wat in d'r bus
te gooien.
Al een paar maal heb ik toevallig
de march e finale bijgewoond. Dan
gaat de viool de kist in. de oudjes
kijken mekaar eens lief en teder, aan
en dan gaan ze stevig gearmd haar
huis. Het-viel me op dat zij dan
steeds de vioolkist droeg. Zy is be
zorgd voor haar echtgenoot, je ziet
het aan de manier waarop zij haar
artist assisteert. Samen scharrelen ze
zo nog aardig door de wereld 'eh Ik
ben er zeker van, dat ze een goed en
gelukkig leven hebben op hun ouwe
dag..
Van-de week zag ik ze weer'bezig,
maar ik schrok een beetje van de
verandering in zijn optreden: De
ouwe lobbes stond daar niet zoals
altijd met z'n buik vooruit en een
beetje door .z'n knieën hjj zèt, op
een keukenstoel, maar hij speelde
nog net eender met temperaments-
scheuten.
Ik hoop -van harte dat het niets
ernstigs is met dat zitten, misschien
alleen maar omdat het zo warm was.
Hot zou zo verdrietig zijn als de ouwe
op zou raken. Wat móeten, zulke
mensen dan, als de centenbus niet
meer rammelen kan.
Houd je taai, oüwe baas. Jullie
zijn zo'n aardig, voorbeeldig stel en
die zijn er toch al niet te veel...»
DESIDERIUS.
Ook vrachtscheppers
Op de Rgn heeft een dergelijke
situatie al tot botsingen geleid, die
catastrophaal dreigen te worden;
doordat men in onderlinge verdeeld
heid ten gronde dreigt te gaan.
Duitsland, eens het machtige ge-
bi<S3 voor de schipper heeft
practisch geen werlc en het. blijft
afwachten of de Rijn vaart commis
sie Rotterdam en Antwerpen als
transitohavens zal aanwijzen. De
animo is echter groot, zodat er wel
tractie voorhanden is.
i er twee groepen die op
'c dingen: do grote
Nu
de Rjjn naar werk
rederijen met haar machtige vlo
ten en .de particuliere schippers,
het grootst In aantal. Deze vormden
de algemene reserve op de Rijn.
maaiValtyd was er werk te over, zo
dat Iedereen aan da vracht en de
HANS KADTER, de gewezen „General der Poli
zei" ia Nederland, zit nog steeds op z(jn berechting
te wachten. AI negen maanden van November
1946 tot op de hnldlge dag is hjj in het Hnis van
Bewaring aan de Noordsingel te Rotterdam „elnge-
sperrt". Misschien heeft deze man zich tijdens zjjn
afzondering wel eens gevleid met de Iioop, dat het
met'zijn straf nog wel zou loslopen, omdat er wel
licht geen voldoende bewijsmateriaal tegen hem
voorhanden zou zijn. In dit geval kan Rauter gevoeg
lijk zyn hoop laten varen.
Dezer dagen hebben ambtenaren
van het Rjjks-ïnsituut voor Oor
logsdocumentatie, dat te - Amster
dam gevestigd is,* in Berlijn bijna
de volledige correspondentie ont
dekt, die destijds werd gevoerd tus
sen Rauter en Himmler, de Reichs-
führer S.S. Er is ook een flink aan
tal brieven by van Seys Inquart en
Rost van Tonningen. Van Ranter's
talrijke telegrammen aan Himmler
z(jn o.a. de originele berichten aan
getroffen omtrent het uitbreken
van de Aprii-Mei staking van 1943,
de arrestatie van de .leden van hét
Vaderlands Comité én correspon
dentie over het Lanctwacht-conflict
in de winter 1944'45, niet- o.a. de
ontslagbrieven uit de N.S.B. van
Rost van Tonnlngen en Van Geel
kerken. Het ontdekken van al deze
documenten is van het hoogste be
lang voor het proces tegen Rauter,
dat aanvankelijk in September van
dit jaar zou worden opgevoerd,
maar dat nu vooronbepaalde tijd
is uitgesteld, omdat het vervoeren
der gevonden öocumepten naar Ne
derland en het bestuderen daarvan
geruime tijd in beslag zal nemen.
Waarom zo lang?
Of het noodzakelijk is, dat met
zjjn berechting zo lang wordt ge
wacht?
•Inderdaad. Natuurlijk waren tot
dusverre al voldoende bewijsstuk-
53)
door Craig Rice
Vertaald door Ada Campers.
^Hallo Archie", riep brigadier CHare terug. Hjj was-bljj
ze te zien. Hij had daar al een half uur in een .neerslachtige
Stemming op de tuinbank gezeten. Ook Bill Smith was van
zjjn stuk gebracht door de geranium, die zo opeens in het
portret in het huis van Sanford was verschenen, maar hij
had op een heel onplezierige manier de draak gestoken met
O'Hare's theorie, dat de moord het werk van een. maniak
was.. Ja, zelfs ondanks het mes, waar met rode letters „Een
waarschuwing" op geschreven stond. Toen het was gebleken,
dat de r"-de letters met. lippenstift geschreven waren, had
O'Hare als zijn mening te kennen,gegeven, dat de moordnaar
niet alleen éen maniak, maar blijkbaar zelfs een vrouwelijke
maniak .was.
Bill Smith had sarcastisch gelachen en de brigadier opge
dragen het' huis te bewaken; voor het geval; dat er nóg eens
een „vrouwelijke maniak" zou komen opdagen, terwijl «hjj
naar het bureau voor vingerafdrukken was, En vanaf dat
ogenblik had* O'Hare in' de tuin. gezeten, neerslachtig en. in
droefgeestig peinzen verzonken. v
„Kom hier", riep hij tegen de drie joggles, die aan de rand
van het grasveld verschenen waren.
„Hij is geen smesis", zei Slukey. „Hij heeft gtaeens een
uniform".
„Hij is detective", zei Archie verachtelijk. „Een detective
van de politie, net als Dick Tracy. En natuurlijk heeft hij
géén uniform".
„Hij lijkt niks op Dick Tracy", zei Flashlight
„Nee, natuurlijk lijkt hij niks op Dick Tracy", zei Archie.
„Want hij* is Dick Tracy niet. Hij is detective brigadier Me
neer O'Hare, ën hij heeft 'a negen bankrovers tegelijk ge
vangen genomen, en hij had g'heens een revolver". Hij ver
hief zijn stem en vroeg: .„HSd U een revolver, meneer bri
gadier O'Hare?"
Hè?" zei de brigadier verschrikt
„Toen U al die bankrovers gevangen hebt".
„O", zei brigadier O'Hare, zich herinnerend. „Nee, ik had
geen revolver. Alleen maar mijn bloto handen. Het waren er
acht".
„Negen", hielp Archie hem herinneren.
„Ach ja, negen. Maar een ervan was hem bijna gesmeerd
toen ik de anderen al knock out geslagen had. Hij was ge-
xvapeöd met een mes, een revolver "en een klein machine
geweer. Ik kreeg hem net op het laatste^nippertje te pak-
ken".
„Gossie!" hijgde Flashlight
„ja, en weet je", zei O'Hare zijn herinneringen ophalend,
„dat was diezelfde nacht, toen die gorilla, die de,kolder in.
zjjn kop had gekregen, uit de dierentuin ontsnapte,..."
Een minuut of tien vertelde hij over de jacht;op de gorilla
met de kolder, in zijn kop, met een opwindende beschrijving.,
van de gevangenneming op de vier-en-dertigste verdieping
van een lege liftkoker".
„Moorddadig!" mompelde Slukey. t
Archie schopte Slukey zachtjes tegen zijn schenen. Dat
was zo zijp manier van voorzeggen. Slukey sprong op. Toen
schoot hem iets te binnen en hij zei: „Als U bij de p'litie bent,
waarom hebt U dan. geen insigne en. geen revolver?"
„Ik heb een insigne", zei O'Hare, terwijl hjj zijn jas los
knoopte. „Zie je wel? En een revolver b.eb ik ook".
Hij haalde de revolver uit de holster onder zijn arm en
legde hem op zjjn schoot.
„Gossie, jonges!" zei Flashlight in eerbiedige bewondering.
„Mag ik er één keertje aan komen? Met één vinger?"
.Natuurlijk", zei O'Hare vriendelijk. -
„Zeg", zei Archie, „zeg weet U wat? Ik heb 's in een mop-
pen blaadje gelezen van een agent, die, als ie èen kogel zag,
meteen icon zeggen uit wat voor soort revolver hij kwam.
Is dat waar?"
„Zeker", zei de brigadier. „Ja zeker".
Archie draaide zich om en zei triomfantelijk.tegen Slukey
eh Flashlight: „Zie je nou wel? Heb ik het niet gezegd?"
„Noit; en tóch geloven we het nog niet", sputterde Flash
light
„Laat hem die kogel zien", zei Archie, „dan zul je *t
zien".
Flashlight groef in zjjn zakken, haalde een grote verschei
denheid van vreemde voorwerpen te voorschijn en tenslotte
kwam de kogel voor de dag. Er zat een prop kauwgom, om
heen .en hy was bedekt met koekkruimels en stof. „Mis
schien moest ik hem eerst even. een beetje schoonmaken",
Zei Flashlight verontschuldigend. Hij vond een bijna schone
zakdoek in 'een andere zak en. ging aari het werk.
„Doe 't'met spuug", adviseerde' Slukey.
„Schuur hem af met een beetje zand", zei Archie. „Da's de
enige manier om dat kauwgom er af te krijgen". 1
Toen de kogel-aan brigadier O'Hare werd overhandigd,
was hij tamelijk schoon. „Ik wil wedden, dat hij niet kan
zeggen, uit wat voor soort revolver hy gekomen is", zei
Slukey sceptisch.
„Ik wed dubbel met je, dat hjj het wèl kan", zei Archie.
Nb is een heel goeie detective".
Hij keek brigadier O'Hare vragend aan en zei: „U kunt
ook vertellen, uit wat voor soort revolver die kogel gekomen,
is, hè?"
Brigadier O'Hare ving de vragende blik op. Hij keek naar:
de kogel, hield hem tussen duim en wijsvinger en zei: „Deze1
kogel werd afgevuurd uit een. revolver kaliber twee-en-der-,
tig.-
„Zie je nu wel?" zei Archie triomfantelijk. „Wat heb ik,
jullie gezegd?"
.„Ik wed, dat hij er niet naar raadt", zei Archie. „Hij.
wéét het".
„Hoe dan?" vroeg Flashlight uitdagend. „Hoe weet hij het
dan?" j
Brigadier O'Hare keek Flashlight aan, en zei: „Als je een;
lineaal bij de hand had, zou ik: je laten zien, hoe ik het weet.
Nu zul je me op mijn woord, moeten geloven. Kaliber. 32
betekent, dat de kogel een "middellijn vantwee-én-dertig
honderdste inch heeft Als je zoveel kogels hebt gezien, als
ik, dan kun je het wel zeggen, zonder ze te meten. Deze is
uit een twee-en-dertiger afkomstig".
„Da's keiig", zei Slukey bewonderend. „Ik wed, dat U in
Uw leven een hele hoop kogels gezien hebt".
„Millioenen", zei- brigadier O'Hare nonchalant. „Ik zal je
nog wel eens vertellen over die krankzinnige tovenaar; die
vier-en-negentig keer werd getroffen, en de vier-en-negen-
tigsta kogel was het, die hem doodde. Nu was er een studie'
over ballistiek...." (Wordt vervolgd.)
Rauter die op
de Noordsingel
z'n zonden kan
'overdenken,-
waarvoor hg zat
'terechtstaan ate
de tijd daar .is.
ken aanwezig om Rauter tót eetf'
zeer zware straf te kunnen veroor
delen. Maar men wil een fout voor
komen, die in het verleden meer
malen is gemaakt Toen b.v. Max
Blokzyi eenmaal ter dood was ver
oordeeld en gevonnist, beriepen zich
later vele andere N.B.S.-ers op
Blokzijl, omdat zij onder zijn heve
len hadden °estaan. Zulk een kana
zullen de handlangers van Rauter
niet krijgen. Éérst worden hun ge
vallen behandeld. Dan pas komt de
cx-Polizei-general
Ralster is in Rotterdam al vele
malen verhoord. En zjjn verklarin
gen hebben het dossier van menig
Polizist doen uitbreiden. Omge
keerd zijn ook vele feiten, aan. het
licht gekomen waarvan zijn hel
pers warden, beschuldigd, doch
waarvoor Rauter zelf te zijner tijd
verantwoording zal moeten afleg-1
gen,
Oberste tjeriebtsierr
In de eerste plaats verwyt men
Rauter de ontelbare misdrijven uit
de beginperiode van zijn bewind,
d.w.z. uit de tjjd van de razzia's en
depörtatle's der Joden. In 3044
kreeg Rauter. er nog een functie bij,
die hem destijds- trots deed rond
stappen als een pauw, doch waar-i
door hij nu nog elke. nacht meet
grijze haren krijgt Na JuH1044 nj.,
toen de Duitsers hun rechtbanken
ophieven, werd Rauter Oberste Ge^'
richtsherr. Dat wilde zeggen, dat
hem de bevoegdheden der recht
banken. werden overgedragen. Van
die tyd af besliste Rauter over Ie*
ven en dood van tiénduizenden Ne«
derianders.
Menslievende Duitser
De door hém ter dood veroor
deelden werden niet direct gevon
nist, doch in kampen of gevange
nissen ondergebracht, waar een
„Sonderbehandlung" op hen werd
toegepast Dit betekende,.dat. wan
neer er represaillemaatregelen ge
nomen moesten worden, van deze
gevangenen een aantal kon wórden
doodgeschoten. Reuter nam deze
maatregel uit. „menslievende over-'
wegingen", updat geen' onschuldige
burgers het leven zouden verliezen,
Rauter. verblijft nu al negen
maanden aan de Noordsingel. Hy ia
volledig hersteld na de aanslag, die
de K.P. op hem pleegde in Maart
1945. Eén mismaakte kin en een
scherp litteken onder het linker
oog herinneren echter aan de zware
verwondingen, die hij bij diö-gele
genheid opliep. Wanneer wel^
licht pas over een jaar het on*
derzoek zal zjjn beëindigd, zullen
zijn. rechters bij benadering 'weten,
voor hoeveel misdragingen van
hemzelf en z(jn secundanten hy ver
antwoordelijk kan worden gesteld.
Dan ook zal Rauter, die'zelf talloze
vonnissen zonder vorm van proces
liet voltrekken, gelegenheid loggen
zich tc verdedigen...