Watmoeten wij beginnen met het Paasfeest? Er was eens een Prinsesje BRIEF KITTY tfCan Xpekstro, MET PASEN FIJN ER OP UIT! Ook met weinig geld gaat 't wel ...DAT VRESELIJK VERWEND WERD Nu is het dan eindelijk PASEN..... v Zaterdag 27 Maart 1948 Boymans met Pasen Hoge Kerst-gasten, staan weer op vertrek: zeer binnenkort gaat de familiegroep van Rembrandt uit Brunswijk, het museum Boymans weer verlaten. Gedurende de Paas dagen en een dag of wat er na zijn deze schilderijen nog te zien. De schilderij uit Kassei hangt te' mid den van anderè schilderijen uit de zelfde, periode en voelt zïeh schijn baar volkomen thuis;, de Rem. brandt har.gt in stille voornaam heid in een der kabinetten, de ruimte delend met de Eendracht van het Land, een derpermanente schatten van het museum, enige tekeningen en, bescheiden in de sehaduwr beschermd tegen het licht. Rembrandt's ets „De drie kruisen". De tentoonstellingen Zo wonen wij in-Zweden" en „Britse grafiek" blijven nog tot 18 April. vraag om „ja" op te zeggen. Ik had dan ook al het „natuurlijk niet" van de lippen laten glijden. Daarna stapte ik opgewekt de donkere gang in en vond Bastiaan in zijn keukentje. Hoosdijk mocht dan gezegd hebben dat ik. een vriend' van hem was, maar hij scheen niet direct een" vrignd van Hoosdijk. „Meneer heeft mooi pra- .ten." zei hij verbitterd. Het was een schrale 'waarmoedigé man met een neusgehv.d. „Alsof ik de eieren voor- het leggen heb. Hoeveel had U gedacht?" „Tien stuks", probeerde ik, maar hij schudde het hoofd. „Bedoel ik niet, hoeveel had II gedacht .dat ze moesten kosten?" „Nou.... eh,"ving ik aarzelend aan. Met een halve vinger in zUn neusgat, betgeen. een geliefkoosd gebaar van hem scheen te zijn, leg de hij uit, dat hij niet meer over- eieren^ van een kwartje beschikte. Dat dééd hij niet meer. kreeg 'hij ruzie over met zijn klanten. In één hap bp, meneer. Maar even later liep ik toch z'n huisje uit met tien eieren, wel van vijf-en-dertig cent het stuk, maar dan ook kanjers. De conversatie had zolang geduurd dat het mij niets verbaasd zou hebben indien, Hoosdijk er met z'n sonore claxon midden in was komen vallen. Maar 'nee.'hU was er nog niet. Ik wan delde. langzaam naar de straatweg, waarbij iker voor zorgde, bij elk geluid achterom te kijken want die Hoosdijk leek me in slaat om, als hij me bij Bastiaah. miste, woedend voorbij te razen. Bij een.dikke boom stond ik een kwartier stil en toen ik een tweede kwartier in de omge ving van een droefgeestig benzine. pómpstation had. zoek gemaakt, ging ik rekenen met de mogelijkheid dat ik daar bij het invallen van de duisternis nóglangs de weg zou staan. Die Hoosdijk. Hij 'kon welin een sloot gereden Zijn. Of naar de bioscoop zijn gegaan, want het was, had ik wel eens gehoord-een rare. Hij kon, vond ik na nog een kwar tier in elk geval de pip krijgen. En vastbesloten trad ik aan de kant van de weg en stak mijn duim om hoog tegen de eerste de beste auto. Het was dadelijk raak: een keurig echtpaar en een hele achterbank;, voor .mezelf. Alsjeblieft! Dat kon Hoosdijk me vast niet kwalijk ne men. Ik werd geen twee straten van m'n huis afgezet, bedankte be leefd en pas toen mijn weldoener de hoek om was drong het.met,een akelige schok tot me door dat mijn zakje met eieren keurjg op zyn' achterbank was blijven staan.... IN zulke penibele situaties ben ik meesterlijk--Het zal geen tien minuten geduurd hebben of ik stond beheerst te bellen aan het winkeltje van dat mannetje. U weet wel. „Zé benne niet thuis, ze benne naar fermilie in Barneveïd'V zei een knaap met een lijmerige stem. „Weet jij eieren te koop?" vroeg ik achteloos op de. toon van -een heer, die dagelijks hier een" stelletje van dié dingen komt afha len en nü even geen uitkomst ziet „Om de hoek" mompelde'de knaap met een vage hoofdbeweging. En jawel, in een winkeltje,'dat ik er hijzonder vriendelijk en sympa thiek vond uitzien kon ik mij toen nogmaals tien- eieren aanschaffen. Ze kostten maar. vijftig cent. Thuis hield ik triomfantelijk mijn. zakje omhoog. „Kijk eens, ze kómen van -héél ver, maar ze zijn dan ook zo van de kip", jokte ik. „Je bent een echét", zei mijn vrouw, zoals een vrouw dat soms zo bijzonder prettig Jkan zéggen. En onder; mededeling dat ze, er ,direct twee zou bakken verdween ze met het zakje in de keuken. Binnen drie minuten was ze terug. „Weetje wel zeker dat ze vers zijn?" vroeg ze sarrend. Ik bracht een aanselend „hoezo" uit. 'f „Omdat", legde ze uit, „die kip pen van jou tien ontzettend hard gekookte eieren hebben gelegd." Het moelUfke van Pasen ligt niet daarin, dat wij naar bui ten gelokt worden de natuur In het ontluikend leven vierend., maar het ligt in onszelf van binnen. Het Kerstfeest menen, wh nog te verstaan in ziiri in nigheid en vreugde om het pasgeboren Kind van Bithle- hem Maar bij het Paasieest, - het gedenken van Christus' Op standing uit de dood, Zijn le vend te voorschijn komen uit het zorgvuldig verzegeld en zelfs door Romeinse soldaten bewaakt'graf, bh Pasén kun nen wil niet meer menen het te verstaan. Wij zitten ermee, wij kunnen, er niet bh. behalve met onze twijfel of afwüzing. Wh kijken naar reproducties uit vroeger - eeuwen, zoals ér hierbij een te zien is en wij verwonderen ons over de kin derlijkheid waarmee de op standing i3 uitgebeeld. Niet de schildering is kinderlijk, maar ae gedachte, die haar beheerst. Welke reproducties u ook ziet, alle laten zij u in zekére raate onbevredigd. Ook daarin treft u weer de veelheid van voorstellingspogingen en het gemis aan waarachtig ver staan. Als u de evangeliën leest, moet u de soberheid opvallen. Elke beschrijving van -hoe „het" gebeurde ontbreekt. De Gekruisigde met' zijn door SPijkere geteisterd,, door gese ling geschonden, en van dqpr- ncnstekel3 gehavend Itff was In het ruim familiegraf van een zekere Jozef van Arlmathea oo Goede Vrijdag begraven. De Stille Zaterdag joodse- sab bath ging (strikt door weets getrouw volk in acht genomen) voorbij en toen op de vroegs' Zondagmorgen vrouwen en dis cipelen naar het graf kwamen, vonden zü de sluitsteen weg- gewenteld en, op enkele doe ken na, de grafstee leeg. Wat ls er geschied? Het Evangelie zegt: Hfl Is o.p- ge staan.. Hoe is 'het-'ge schied? Het Evangelie zwijgt. Wat moeten wij begin nen met het christe lijk Paasfeest Dit is een vraag waarop zóveel ver schillende antwoorden ge geven worden, dat het nie mand verborgen kan blij ven hoe weinig raad wij ermee weten. De kinderen komen thuis uit school met min of meer fraai getekende paasha zen, die manden, vol fleu rig gekleurde paaseieren torsen, De radio geeft toe passelijke uitzendingen. Op sommige dorpen gaat de versierde 1 paas-os nog rond, terwijl de glundere slager del bestellingen vlij tig noteert (al is het dit jaar nog niet zonder bon). Er is nóg wel iets geble ven van „op z'n paasbes.t uitgedost" te voorschijn' komen: althans de kle- ding-advertenties suggere ren het ons. In heel het land is een Paasdrukte en een vrolijke sfeer te bele ven, waarin de paasklok- ken nog op te veel plaat sen moeten ontbreken. En toch met alle beste en opgeruimde wensen is er iets dat Pasen moeilijk maakt, An ders dan bh het Kerstfeest. Zegt u niet, dat het aan- het. verschil in het weer ligt. Met Kerstmiskou, ;-;- alS; 't kan sneeuw" en zekér wéinig dag licht. waardoor de~ kaarsen bé ter uitkomen; met Pasen de lente, als het kan bloemenvel den en onmisbare dartele lam metjes in de weiden, en een zon die al verkwikkend krach tig straalt. DAT w» met Pasen,begin nen moeten? Wii moeten, erop letten, dat hier het hart klopt va.n het christeliik-t; ge loof, dat is: het geloof in Christus. Zonder Pasen, dat is: zonder opstanding, was er geen Kerstfeest, want geen chris tendom. Daarom zal het altijd- zo zijn, dat Pasen iets met,ons, begint Daarom wordt er met Pasen niri-. geredeneerd maar gezongen. En daarom ten slotte nemen wij. de woorden over van de Vlaamse priester Gezelle en als u goed luis tert hoort u in ons klokken- arm Rotterdam de, Paasklak- ken tóch luiden: '„Paaschen, Paascheri dwaze'mannen dachten Hem in 't gr al te spannen. met Pilatds'/, zegelmerk: V - Paaschen, PaascAen r\> ydel werk, ijdel waken- God almachtig is verrezen éigenfoachttgi 1r.' Hallelujah God is groot Overwinnaar v van de dood. In Engelse bladen .staat dat iedere Engelsman .van de hem.? toegestane 35 pond sterling in Nederland veel plezier-kan be leven als hi) er z'n vacantie doorbrengt. Als de gyro te attrac ties worden genoemd: de bloem- bollenvelden, landschappen, me- ren.'„Met 28. pond kun. een week lang royaal uitgaan in Heemstede, HilLegom en Lisse'V schrijven ze 4,en je kunt be zoeken brengen aan Arnhem, Nijmegen en al -de andere be kend geworden slagvelden uit de grote oorlog. Het autobus-net in Nederland zit goed in elkaar. Ga in de lente, dan zie je Holland op z'n Paas- en Pinkster-best. Eten ;is er genoeg in de eetgelegenheden, maar snoep en sigaretten moet je liever maar meenemen. Ga het water op in Holland en kuier door-z'n kraak zindelijke oude en nieuwe steden. En als je moede wordt, rust dan uit aan Neerlands stranden, of doe een dutje in een.of ander hoekje van het koele Vredespaleis ;...of tij dens een zitting van het Interna tionale Hof van. Justitie. Al die goeie raad kunnen wij ook geven aan onze abonné's, al leen, waar halen ze zomaar „35 pond sterling" vandaan? *t Kan ook goedkoper Met een kleinere beurs is ook te genieten. Zy die lopen en de stad uitwillen, kunnen de Rotte af.naar. de meren: het is daar prachtig van ruimte'; of wel men trekt naar de Koe dood. Zij die fietsen, zien niet op tegen een tochtje naar Brielle, Oostvoorne, R'ockahje of het eiland rond naar Dordt De onvolprezen Graafstroom, de landelijke Veist, het oude Nieuwpoort, Schoonho ven, Gouda, de Reewij kse plassen of Hoek van Holland en 's Graven- san de; elk oord heeft zijn eigen, bekoorlijks. De sfeer van een oud vestinkje heeft everize.er tot Hol lands roem .bijgedragen als .een kerkinterieur met. praalgraven (Dordt en Schoonhoven) of een machtige zee niet branding. De autobussen en de treinen zul len ook veel stadgenoten ver voeren en dan komt men in het „spoor" dat ook door'vreemdelin gen wordt gevolgd: Ridderzaal, Vredespaleis, Leiden, de Brasemer en de Loosdrechtse dreven. Maar niet iedereen kan uit en niét iedereën wil uit. De een heeft klemé "kinders, dë' ander is moe,, de derde heefj.verwaarloosde liefheb berijen of Godsdienstplichten die hen aan de stadbinden. Ook zij komen Pasen door, met een versierd of onversierd ei, met een bezoek aan Diergaarde-Blij dorp, Plaswijck of Krallngerhout of nog bescheidener.,., me' een versierd of onversierd ei, mét een boek, met rust en overpeinzingen. Op Paasdag ging ze, mei zes paarden voor de koets, naar de kinderen, van de schoenmaker speelden met z'n allen op het parelmoeren 1 hobbel paard totdat het helemaal zwart zag, maar dat 'hin derde niet én met de porse leinen poppen, totdat er honderd van kapot waren, maar dat hinderde ook niet. Alléén met de pluche beer moesten ze erg voor- zchtig zijn, want dat was een Iievelingsbeer gewor- denvan Stof felientje. En ze zei nooit meer „bèèèè". Nou dat is het voornaamste. Vind. je ook niet?. Paasviering ,./)e Zaaier" .Woensdagavond'werd in de zaal van het Leger des Heils aan de Nieuwe Plantage een Faas-samen - komst gehouden met de kinderen en ouders van de afd. Oost van de Chr, hcMbeeldendienst „De Zaaier" De opening en .Paasgeschiedenis geschiedde bij monde van de voor zitter de heer F. J. Dun. Het vrfje verhaal „Om twee schitteroogjes" van W. G. v.- d. Hulst werd verteld door da heer L, de. Goede. Met grote aandacht werd naar deze vertellingen ge luisterd, die bovendien werden toe gelicht door prachtige lantaarnpla- ten. Het orgelspel was in handen van: mej..K. Eerland. Gedurende de avond werden .de kinderen ont haald op versnaperingen De referendaris aan dé: afde ling bevolking, verkiezingen en. militaire zaken, de heer H. Ai'. Mit ten dorf zal op 1 April; 1948 de ge meentedienst met pensioen veria- tenir--/. Gelegenheid tot afscheid nemen bestaat op 31 Maart van 15.30—17 uur in de trouwzaal derde kla* (kamer 12) in het stadhuis. El/? was eens een ouwe eikenboom. ■L/ diestond verdrietig te schreien. Hij Het ven zijn takken en van zijn stam wel duizend tranen gltjen. 't Was Maart en het goot en de; zon was weg. Toen.riep die ouwe eikenboom: Zeg! Wordt het dan nooit meer Pasen? IE goeie knoestige eikenboom L' voelde zich oud en versleten. Was ie werkelijk ooit wel .eens groen geweest? Hij was het warempel vergeten. Tóen liep er een kever langs de weg, die keek naar omhoog en riep': Eikenboom, zeg! Nu wordt het dan eindelijk Pasen! rpOEN voelde die ouwe eikenboom iets groenigs over zich komen. Hij voelde iets botten onder zijn bast. Zo gaat het altijd met bomen. De zon ging sc/ujnen. de winter was weg. en duizend bloemetjes riepen: ZegI Nu is het dan eindelijk Pasen!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1948 | | pagina 5