ZAANKANTERS OP GOLD-RUSH lUarid/e waj ha«J voor water en zeep w Remte Leonhardt een tweede Lutine? w IJ lopen door den Helder. K u. Verfilmde toneelstukken Zaterdag z October 1948 EEN FANTASTISCH VERHAAL EN EEN FANTASTISCHE ONDERNEMING Millionnairsdromen PAROOLRAADSEL Wat verorberden zij in 1939 Een ideaal echtgenoot In Arena Luxor Het Geheime Commando Lutusca Ru y Bias Capitol New Orleans Last van sr.ennwen? TUINKALENDER Prinses Sirene DE KINDERKRANT- 'i yM w (Van onze speciale verslaggever) Het is avond. Onze voet stappen klinken op tegen de lage huisjes. Wij lopen langs v/ater, waarin de wind zwarte sporen trekt. Veel mensen kom ie hier 's avonds niet tegen. Bij 't wapperend gaslicht van een straatlantaarn zoeken we naar de naamvan een straat. Wij vragen het aan een man in een blauwe schipperstrui, de juist de hoek am komt. „De Van Hogendorpstraat? Vol gende straat aan uw rechterhand. Bij wie mó-de zijn?" „Bij Gerrit de Vries." Bai GerritJao die weunt daor." Vergissen we onsof was er even iets van spot in z'n stem Een jongetje van een jaar of twaalf doet ons open. „U treft het meneer," zegt het jongetje, „vader is vanmorgen niet uitgevaren. De zee was te ruw. Hij is even met moeder %veg, maar Icomt u binnen. Hij zal zo wel terug zijn." Binnen zit een man naar de radio te luisteren. Het is een goede vijf tiger, Hij stelt zich voor als v. d. Toorn. „Van der Toorn? Bent u-ook van de goud-expeditie?" De man knikt. Als hij het doel van. onze komst hoort, zegt hij: „U hebt geluk, meneer. Gewoon lijk gaat dc Vries 's Maandags wég en komt hü pas's Vrijdags terug. Eo, dus u hebt ook gehoord van de „Renate Leonhardt". Ja, ik weet er alles van. Ik ben zelf, als het zó mag noemen een van de grondleg gers van het plan. Nauwelijks begint hij te vertellen of Gerrit de Vries komt thuis. Het prototype van een visser. Gezonde, rood-gebrande kop, handen vereelt door het harde werk op zee. Hij is met z'ri vrouw naar de kerk. ge weest, maar de dominee, die ze zo graag wilden horen, zou pas de volgende avond komen. Onwennig, in_z'n goeie Zondagse kleren komt hij bij ons zitten. Z'n vrouw vraagt dadelijk gastvrij of we een kopje koffie wiilen drinken. „Ik heb de heren alvast wat ver teld van de „Renate Leonhardt". zegt de .man, die v. d. Toorn. heet. Gerrit de Vries kijkt ons met z'n zwarte kraaloogjes een beetje ver- DE ENIGE STAAF GOUDdie de „Karimata" ooit uit de „Lu tine" heeft opgebaggerd, is des tijds overgebracht naar het hoofdkantoor van Lloyd's in Londen. De tafel, waarop de staaf werd uitgepakt, is ge maakt uit het roer van de ,jLu- tine" en wer.d in IS65 aan Lloyd's aangeboden. legen en tegelijkertijd een beetje onderzoekend aan. „Assik vragen mag," zegt hij, „van wie kommen de heren?'' Er hangt een ogenblik 'n sfeer van wantrouwen in de kamer, maar wanneer wij de naam noemen van Piet Visser uit de Wijde Wormer, gaat er zo iets als een frisse wind door de kamer, die het wantrou wen wegblaast. „O," zegt Gerrit de Vries, „als Piet Visser u gestuurd heeft, dan is het goed. Zó, dus de heren willen we ten, wat er met de „Renate Leon hardt" gebeurd is. Nou heren, dat is een heel verhaal. De stem van de zee**, t? UITEN de kamer van Gerrit de u Vries, over de stille straatjes en lage huisjes van den Helder, streept de „Lange Jan" z'n licht. De witte banen van de vuurtoren draaien over het stadje, naar de zee en tippen heel ver weg aan ccx\ eenzame gestalte, die langs de zee over het strand, loopt. Altijd lopen er langs onze kusten van die een zame gestalten, speurend naar wat de zee heeft aangespoeld. Wat we ten wij, landmensen, van de dra ma's, die zich hier hebben afge speeld? Wij hebben het een kear gelezen in de krant, maar twee da gen later waren we het alweer vergeten. Zo niet de mensen van de zee. Zij vergeten nooit de naam van een schip, dat hier z'n tra gische laatste reis ondernam, zjj vergeten nooit de ligging van een wrak en zij weten, dat de zee op de een of andere dag weer terug geeft wat- zij tot zich genomen heeft. Zc praten er nooit over met landmensen maar onder elkaar, bij het petroleumlicht in een klein EDEREEN herinnert zich nog- de geschiedenis met de Lu tine van voor de oorlog. Weken, maanden is de BlUiton Maat schappij, met de Karimata aan het werk geweest om te probe ren de goudschat, die nog in dit schip aanwezig moest zijn, aan de oppervlakte te brengen. Alle moeitealle kostenwaren te vergeefs. Sinds enkele maanden is er een nieuwe Lutine-historie, in 't klein. Enkele Zaankanters, de fruitteler P. Visser uit Wijde Warmer, ir. P. Engel uit Zaan dijk en de oud-Wormerveerder C. van der Toom zijn een gold- rush aan het voorbereiden naar de „Renate Leonhardt", die in 1917 8 Yi km. uit de kust van Texel, met eert goudschat van 55 millioen gulden aan boord, moet zijn gezonken. De onderneming verkeert nog pas in het stödium van voorbe reiding en men is nog niet veel verder gekomen, dan dat een wichelroedeloper uit Utrecht de aanwezigheid van edel me taal moet hebben geconsta teerd. Waar men, zowel over de her komst van dit goud als over de bron van de juiste gegevens een diep stilzwijgen bewaart, kunnen we niet anders dan deze onderneming, die behalve over een oud geleend vissersbootje en volgens het oordeel van' de marine over onvoldoende duikmateriaal beschikt, met scepsis beoordelen. Dat enkele hoofdpersonen el kaar in bijgaand verhaal nog te genspreken, willen toe dan maar stilzwijgend voorbijgaan. laag roefje of in de rokerige walm van een kroegje gaan er soms vreemde verhalen.Soms drin gen die verhalen door tot de land mensen en dan gaan zij koortsach tig aan het werk, zoals j^jren gels den met de „Lutine" bij Terschel ling, Weken, maanden is er ge vochten met de zee om de kostbare lading van de „Lutine" boven te brengen, tonnen geld zijn er tegen aan gesmeten en de echte Terschel- lingers keken toe. Ze rookten htm korte pijpje en hadden over die landmensen zo hun eigen gedach ten. Ach, als ze het wilden probe ren, waarom niet? Maar zij konden de Terschellingers aanwijzen, die al meer dan honderd jaar in grote welstand leefden.... Waarheid en fantasie AAR is bij die mensen van de zee de grens tussen waarheid en fantasie? Reëel is wat er na een grote storm aanspoelt, maar de ge wone strandvonderij prikkelt ter nauwernood hun verbeelding. Watnooit uit de hersens van Gerrit de Vries verdween, was wat hij als jongeling i» 1917, enkele kilometers uit de kust van Terschelling, iter hoogte van de beruchte Haak's gron den heeft meegemaakt. Pas ja ren later heeft hij er over wil len spreken Met Piet Visser uit Wijde Wor mer en met v. d, Toor/i uit Wor- merveer. Piet Visser was toen nog. niet, wat hij nu is: fruitteler, maar samen met z'n broer zat hij in het bergingswerk, evenals v. d. Toorn, die kapitein was op een sleepboot. Van Gerrit de Vries kwam dus het verhaal, dat wij het eerst hoorden vertellen door Piet Visser, die door z'n vrouw uit de tuin was geroe pen. Eenvoudige, simpele man zo als hij daar in het kleine voorka mertje tegenover ons zat, in z'n boezeroen en op z'n kousenvoeten. Maar in die ogen, achter met staal gemontuurde brilleglazen lag een koude, fanatieke gloed. Hij begon dan te vertellen van dat convooi van zestien schepen, dat in de nacht van 16 op 1? Juli 1917 uit Rotterdam was vertrok ken, met ais bestemming Frederika bij Bremen. Ter hoogte van Eg- mond werd het door Engelse tor pedojagers beschoten en uit elkaar gejaagd. De „Josina" en de „Renate Leonhardt", die naar de kust vluchtten, raakten bh' Camperduin aan de grond. Sleepboten van Zur Möhlen (later Weismüller) hebben de schepen losgetrokken. Zo dicht mogelijk onder de Nederlandse kust varend ging het naar .het Noorden en bij „de Razende Bol" onder de kust van Terschelling raakte de Renate Leonhardt weer vast Hollandse zeelui zijn aan boord geweest en men heeft het schip willen confiskeren omdat het bin nen de territoriale wateren voer. Voordat het echter zover kwam, raakte het schip weer los en na op nieuw zee te hebben gekozen werd Advertentie I. M. TttSSSflM In erlglntU «5l| Kelim jKpjsT Fauteuils r-jf grote verschelden* heid ven modellen vanaf 198.- Nleuwe Import Oosterse Kelim v/h Toorenburg Damme Nieuwe Binnenweg 340 t/o Plantsoen Rotterdam -* Telefoon 34136 t_T ET was In het voorjaar var. 1939 dat de leden van de vereniging „Lu- culius" echte smulpapen Jn een der gerenommeerde Rotterdamse eethuizen hun jaarlijks dlnertje hadden. De secre taris var. het bestuur had per convo catie de Invitatie gedaan, daarbij het menu ln aparte vorm gevend. Als ver woed aanhanger van geheimschriften koos hij het ging toch om het dertig jarig bestaan! voor het menu een cijferschrift, waarvan dc oplossing als voorwaarde gesteld was voor het deel nemen aan het diner. De 94 smulpaap- leden hebben heel wat zuchten geslaakt alvorens zij het menu ontcijferden. Maar een brede glimlach speelde om hun lippen toen zij stuk voor stuk ontdekten, welke heerlijkheden er zoal opgediend zouden worden. Geen der le den ontbrak aan het diner, hetgeen wil zeggen dat zij aller, het menu terug brachten tot wat het behoorde te zijn;- een leesbaar stuk zonder cijfers. Wie van onze lezers doet het henna? De zelfde letter wordt steeds door hetzelf de cijfer aangeduid. Men lette er op. dat de klinkers reeds op hun plaats staan en de cijfers 1 en 0 met opzet zijn weggelaten. Hier is het menu ln cijfers: 14. O. 17. A. U. 14. E. 4. 12. IS. 0. 4. I. 4. B. I. 4. 4. E. 10. 0. E. E Dit is het notedopje, waarmee de Zaankanters de zee bebben afgezocht op zoek naar het „goudschip" Renate Leonhardt. In de inzet: Voormalig sleepbootkapitein v. d. Toom, thans gezagvoerder op de UK 230 het ter hoogte van Haak's gronden door een Engelse onderzeeër getor pedeerd. „Wc zijn verraden*.." EEN van de Hollanders, die bij de Razende bol. aan boord zijn geweest en die hebben geholpen de drenkelingen van boord te halen, toen het schip werd getorpedeerd, was Gerrit de Vries. „Tot z'n grote verbazing," ver telde ons de heer Visser, „ontmoet te Gerrit aan boord twee vrouwen. Een van haar heeft tegen hem „doorgeslagen" en verteld, dat de Renate Leonhardt goud aan boord had.en geheime.staatspapieren van. onschatbare waarde. Het be wijs hiervoor was, dat hij de oudste had horen roepen:'r^We zijn verra den, alls is verloren...." zy had ook het schip niet willen verlaten en was met de. Renate Leonhardt in de golven verdwenen. „Als u wilt -weten, wat die ge heime staatspapieren zijn. geweest," zei de heer Visser, „vraagt u dat dan maar aan de Secret.Service in Londen. Want zij moiéten ervan hebben geweten En het goud?" „Wij zijn te weten gekomen, dat de Renate Leonhardt, die bekend stond als de „cokes- -boot", in hef'geheim 1440 ton cacaoboter en 454 kistjes goud vervoerde, van een waarde van 55 millioen gulden. In 1937 ts er b\j Egmond 600 ton cacao boter aangespoeld cn de be kkende Egmohdse jutter Piet Groen wist dadelijk te vertel lendat .het: van de cokes boot" kwam. "Want Piet Groen is aan boord geweest, toen de Renate Leonhardt bij Camper duin aan de grond, zat, „Hoe weet u zó precies, dat er 454 kistjes met goud aan boord waren?" Dat kan ik u niet vertellen. De juiste cijfers hebben we van de assuradeurs...." „Welke assuradeurs?" Dat is ook geheim Als de oorlog er niet tussen was gekomen, vertelde de beer Visser, zouden ze ai veel eerder de zaak met dc „Renate Leonhardt" heb ben aangepakt. Na de oorlog had den ze moeten wachten, tot de zee mijnenvrij was en nu waren ze zo ver, dat zij in den Helder de be schikking hadden over een Urkse botter en dat een wichelroedeloper uit Utrecht duidelijk had aange toond, dat op de plaats waar de „Renate Leonhardt" was gezonken, edele metalen moesten zitten. De vraag, waar men zich nu nog mee bezighield, was: wat moest men doen? Zuigen, happen of eenvoudig een springlading gebruiken, „Bent u niet bang," vroegen wij aan de he'er Visser, „dat het schip al te diep in het zand is wegge zakt?" Het schip liet niet in het zand,*' zei dé heer Visser, „maar in klei. Gerrit de Vries vertelt TTlT de Wijde Wormer zijn we naar Den Helder gegaan, waar wij zoals reeds gememoreerd het geluk hadden Gerrit .de Vries thuis te treffen. Want hij is, ora zo te zeggen, de auctor intel lectualis. Hij vertelde ons, hoe hij als jonge" In 193Ö probeerde Franz Beckers uit Gennep met een kegelvormige toren de Lutine-schat te bergen. De toren zoog en zoogmaar het tvas altijd een straal van water en zanddie naar boven kwam, nooit ook maar één korreltje goud.., - kerel van een jaar of twintig aan boord van de „Renate Leonhardt" was gekomen. „Keek 'ik effe gek op, meneer, toen daar twee Duitse vrouwen aan boord warén7 De een was kok kin, de ander stewardess. Met de kokkin was ik dadelijk goeie maat jes. Tegen haar zei ik, met een heel klein beetje Duits: „zeg is effe, jullie zijn allemaal zo zenuwachtig, jullie motte wat bijzonders aan boord hebbe.. Ze wou het natuurlijk niet dadelijk zegge. Nou. zei ik. ha- ben Sie Geld an bord? Eerst zei ze „nein", maar ik sloeg ze eens op d'r schouder, en zei: „Sie kannen es mir ruhig sagen.. Gold GeldNon en toen kwam het eruit. Ze had in Rotterdam stiekem door de gordijn tjes gekeken en kistjes aan boord zien sjouwen. Voor dat andere wijt was ze bang. Wat bang, zei ik, asse wat wil, zet ik ze vierkant over boord. De kokkin wou ook van 't schip nf en ik beloofde haar te hel pen, als we terugkwamen met brood. Maar toen we terugvoeren, was het schip al vlot. Heeft ze-met gesproken. over staatspapieren van onschatbare waarde?1' '-1-' -r :-r-r-~r- „Nee", zei de Vries, „maar wel waren ze bang voor een Engelse onderzeeër. En da's kasjuweel me neer, maar die „submarïen" hadden wij al een dag of vier in de smie zen. Die lag daar op de loer en toen de „Renate Leonhardt" vlot was en weg voer, was het meteen poef...." „Is er-toen geroepen: we zijn ver raden, alles ïs verloren?" Dat weet ik niet. We hebben ze d'r allemaal afgehaald, behalve de kokkin. Die hadden we ook kenne rédde, als ze niet terug was gegaan om nog wat te halen. Voor Gerrit de Vries, zoals hij daar >n z'n blauwe Zondagse pak tegenover ons zat, was het geen vraag of er in de „Renate Lcon-- hardt" goud zat. Het was voor hem een weet en zo was het ook voor de oud-sleepbootkapitein van der Toorn. „Als we 4 dagen stil weer hebben, meneer", zei v d. Toorn, „is het zaakje eruit.,.." Dat beetje zand, dat er op kgt,t> zei de Vries, „zuig je d'r zo af...." „Ik dacht", zei ik, „dat het schip in klei lag...." Nee", zei de Vries, „het ligt op klei Wij hadden hem kunnen vertel len. dat zijn verhaal niet klopte met dat van de heer Visser, doch waarom zouden we de aangename stemming verstoren met zo'n „klei nigheid". Iedereen lachte, toen de vrouw van Gerrit de Vries zei, dat meneer v. d. Toorn al zo netjes „dank u 2eer" kon zeggen, als hem een kopje koffie werd aangeboden. „Hij oefent zich alvast voor als hjj straks millionnair isEn de oud ste jongen heeft tegen m'n man ge legd: als u nou straks zo rijk wordt, dan koopt u voor mij een eigen botterr Voorlopig zijn ze allebei, de Vries en z'n zoon. nog in de visserij en al leen v. d. Toorn is in vaste dienst van de N.V. tot exploitatie van de „Renate Leonhardt". Hij is dag en nacht op de half lekke Urkse bot ter UK 230, die in de Binnenhaven ligt gemeerd. Wanneer wij laat in de avond opstappen, gaat v. d. Toorn met ons mee. Wy lopen door de half donkere straatjes van Den Helder en in het matte schijnsel van een lantaarn zien we het kleine bootje liggen. En als we onze tocht voortzetten naar ons hotel denken we aan de man, die in 't kleine roefje van de botter droomt van een eigen villa in Heemstede. Oordeel van de Marine WIJ hebben daags daarop nog .even gesproken met de mari necommandant van Dan Helder, kapitein ter zee J. W. Reynierse. „Ik heb de indruk," zei hij „dat door de betrokken mén sen veel te lichfuaardtg over een onderneming, als door hen wordt beoogd, wordt gedacht. Bijvoorbeeld: ik heb door des kundigen het materiaal laten bekijken, dat zij bezitteno.a. een zogenaamde duikerklok. Maar hun materiaal is volko men onvoldoende en wij toilicn- er als marine dan ook niets mee te maken hebben. „Ondeskundig, dat is het oordeel over de gehele affaire. Want ge steld, dat het waar Is, dat de „Re nate Leonhardt" met goud is ge zonken (waar ik niet over kan oor delen), hoe willen zij het schip, dat daar al ruim 20 jaar ligt, ooit kun nen bereiken? Het is met bij bena dering te schatten, hoe diep het zich al in het zand heelt gewerkt. Hoe het ook zij", aldus de marine- commandant „het is een zaak, die ik niet heb te beoordelen. A. 2. 10. 3. 0. 12. E. 17. E. 12. 12. E. 4. I. E. 4. 3- O. 4. 1. I. 12. V. IJ. 10. 15. 0. 7. 7. I. E. Van dit raadsel worden geen oplos singen ingewacht. De oplossing van ons raadsel van vorige week is als volgt: eb. kandeel, ge. kruid, r, palen, o, na laten, 1. noga, ave, spil, ode, speld, A.D. O., t, lat, n. als, g, edelen, editie, r, Ier. s, E.D.O., r. eed, kater, ore, nier, bod, eren, k, element, e, menie, e, Eelde, al, noorden, si. Advertentie l. M. Dc attractie van Sir Alexander Xorda s verfilming van An Ideal Husband {Een ideaal echtgenoot) ligt zeker niet in de hoofdzakelijk toneelmatige bewerking der satyre. Wilde's geestigeen grimmige para- doken komen op de planken heel wat beter tot hun recht dan in de nogal drastische verminkingen op het witte doek. Dat men, nadat de film wat moeizaam op gang gekomen is, evenwel genoegen aan de vertoning beleeft is te danken aan de wel zeer fleurige en kleurige aankleding tover sommige toiletten b.v. wordt u elders in dit blad met woord en beeld ingelicht) en zeker ook aan het rake spel van Pauleite Goddard in de rol van de glasharde intrigante Mrs. Chevely. Mensen met zwakke zenuwen doen goed een slokje broom te nemen, alvo rens zich aan de spanningen en emoties to wagen, waarmee Fritz Lang hen be laagt in zijn spionnagefilm„Hetgehehne commando". Meesterlijk weet de grote regisseur _It boeiende verhaal te vertellen en de hele film door houdt bij de toeschouwer -*rêige0rtC •t, naast sadistisch genoegen zijn zerïuwen te kietelen zonder ophouden. De film .ver haalt van een zachtzinnige professor <C-iry Cooper) die plotseling tot detec tive wordt gebombardeerd en tot ge vaarlijke taak krijgt een paar door sltle, die in weewvil van bet zakelijk - soelale gegeven een btJpa poëtische inslag heeft, dank ook ztf de werkelijk voortreffelijke fotografie. De enorme kolenbergen, de dreigend optorenende fabrieken, het infemum van de hoog oven zijn. als waren het levende wezens, geobserveerd en de mensen spelen in dit drama ook minder individuen als wel vertegenwoordigers van maatschappe lijke orden, in dit opzicht is er wei ver wantschap met de oude Russische sty- ierlng en kenmerkend is ook de uiterst' bekwame massaregie, die herhaaldelijk wordt toegepast. - De dialoog is niet sterk, zeer kort en niet geheel begrijpelijk oolcsteeds, waar schijnlijk een gevolg van de wilde cou pures, die uit deze film gehouwen zjjn, maar als een gebrek voelt men dit toch niet. Eerder het tegendeel, want de film drijft op zuivere principes, die heel mooi en consequent volgehouden zijn. Tsjecho-Slowakije- komt trouwens goed voor de dag, deze week ln Prinses: er draait in 't voorprogramma een aller aardigst poppenfilmpje: Opstand in speeigoedland, uit de serie wordende Wereld. redden uit de handen der fascisten. Prachtig wordt hij daarbij ter zijde gestaan door een koerierstertje, een zeer dapper en superieur meisje <Lüli Palmer). Meer van deze thriller te ver tellen zou niet aardig zijn. Wie emolie zoekt moet zelf maar gaan kijken en de spanningen ondergaan, cite Lang zo knap heeft opgeroepen. Jean Cocteau moge een subtLel aestheet zijn en een meester op alle wapens, het zou voor de film geen. ramp zijn, menen wij, als hij zichdaarmee in het ver volg niet meer bemoeide. Zijn bewerking nu weer van Victor Hugo's Ruy Bias voor een door Pierre Billon geregisseerde rolprent van dat drama, heeft tat povere resultaten ge leid. Esn kijkspelletje is het geworden en een ntet erg boeiend helaas, drui pend van doodernstig genomen roman tiek, die bij de burger van het jaar 1948 anno Christi geen enkele weerklank vindt, laat staan ontroert. Danielle Darrieux speelt de jonge be klagenswaardige koningin en Jean Marais is haar gunsteling Ruy Bias, de kranige knaap die het uiteenvallende Spanje dapper aan het stutten is cn het wie weet nog verder dan eerste minister gebracht zou hebben, ware het niet dat de schurkachtige Don Salluste hem al intrigerend het gif uit zijn zegel ring had doen opslurpen. Zolang Louis Armstrong c.s. in de backrooms van Baslnstreet met net nieuwe experiment „jazz' zitten te experimenteren, zolang deze rmmax blijft in het milieu, waar ze geboren is en thuis: hoort, is er 'weimg aan te merken op „New OrleansWant Arm strong en Wooden Herman spelen voor treffelijke, authentieke Jazz, New Or leans- en Chicago-style en Billy Holi day is een prachtige zangeres. Maar zodra de blanken er zich mee gaan bemoeien, gaat het onherroepelijk mis. Die zijn niet tevreden met deze nieuwe muziek, die de bewoners van Storeyvtlle toch hoofdzakelijk voor bun eigen plezier maken. Die willen een wedstrijd met d« „serieuze" muziek, de concertzalen van de wereld veroveren, die propageren en demonstreren, want zij willen succes. Wat hun dan ook ln rijkelijke mate in de schoten .geworpen wordt, tot grote voldoening der jazz-industriëien en tot nog groter nadeel van. de nwriek zelf. Het is dieoverdreven, volkomen bulten de proporties groeiende aanbidding en die grove exploitatie van de jazz, die de film vrijwel bederft. En het. nare is, dat het verhaal, dat hier gedaan wordt, nog niet eens zover bezijden de waar- irid schijnt te zijn - Mijnhardt's Zeouwtabletten helpen U er overheen. Van de naoorlogse Tsjechische film is liier nog niet veel bekend geworden en de film „Sirene" komt dan ook als een prettige verrassing. Zij bevestigt de goede reputatie, die de Tsjechische film genoot en dank zij reprises van oude films geniet en de grand prix inter nationale en de prix de la meilleure musique, die „Sirene" op de Venetiaanse Biënnale verwierf, lijken ons in dit geval volkomen verdiend. De staking in hét mijnstadje Kladno ln 1889 inspireerde de regisseur Karei Stekly tot een sterk beeldende compo- 4 OCTOBER De Breni, ucafc Genista genoemd, doch eigenlijk Cgtisus geheten, is een heester die zich van nature zeer goed in lichte, nogal zandige gronden thuisuoelt. Wie een tuin bezit -waarvan de grond nogal schraal is, kan daarin gerust de Brem planten. Natuurlijk map deze desgewenst ook wel in betere gronden worden geplant. Het beste is de aanschaffing zeer jonge planten te nemen. Deze groeien beter eh vlugger dan. de zwaardere exemplaren. Ze wordt ook wel in potten gekweekt en dan met potklult verplant. De Brem vraagt een pïefc in dc volte zout. De bloeitijd van Ce talrijke soor ten ligt tussen April en- Juni. De kleur der bloemen is zeer variërend. Er zijn zowel witte als ge\c, xfise, rode en bruinrode soorten. 'jUi jV/f ARIETJE VAN DALEN uit Kreukelen damme J,TA die hield niet van wassen en hield niet vap. kammen zij hloid niet van zeep en zij hield niet van water cn steide het wassen maar uil tot later. Van nageltjes knippen was zij nog banger en haar nageltjes werden hoe langer hoe langer. O, grutjes, wat was die Marleïje vies ze leek wel een varken, maar dan ook precies, En als haar moeder des morgens kwam met zeep en met water en ook met een kam. dan ging zij tekeer en begon te gillen of iemand haar levend wilde villen. Haar moeder werd boos van al dat gehuil en riep; dan blijf je maar altijd vuili maar ga dan maar weg en kom nooit weer dan ben jij mijn kleine meisje niet meer. Die smerige kleine Marietje van Dalen die ging er van door en begon te dwalen langs alle straten en langs alle wogen zij zal vol modder en vieze vegen en vuile vlekken op Iedere wang haar nageltjes leken, wel struikgewas en ln haar halsje daar groeide het gras het groeide ook op haar ene been en eindelijk helemaal over haar heen. en je kon niet meer zien, door al dat gras dat Marietje van Dalen een meisje was. En eindelijk groeide ze vast in de grond waar ze net. als een boom op het weiland Etond. Dc vogeltjes bouwden een nest ln haar haren en langzamerhand kreeg ze takken cn blaren, Het Is waar, al lijkt het een nare droom: Marietje van Dalen is nu een boom. Dus meisjes, die bang zijn voor zeep en voor water die worden allemaal bo men later. Mik

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1948 | | pagina 5