ZAANKANTERS OP GOLD-RUSH
lUarid/e waj ha«J
voor water en zeep
w
Remte Leonhardt een
tweede Lutine?
w IJ lopen door den Helder.
K
u.
Verfilmde toneelstukken
Zaterdag z October 1948
EEN FANTASTISCH VERHAAL EN EEN
FANTASTISCHE ONDERNEMING
Millionnairsdromen
PAROOLRAADSEL
Wat verorberden zij
in 1939
Een ideaal echtgenoot
In Arena
Luxor
Het Geheime Commando
Lutusca
Ru y Bias
Capitol
New Orleans
Last van sr.ennwen?
TUINKALENDER
Prinses
Sirene
DE KINDERKRANT-
'i yM
w
(Van onze speciale verslaggever)
Het is avond. Onze voet
stappen klinken op tegen de
lage huisjes. Wij lopen langs
v/ater, waarin de wind zwarte
sporen trekt. Veel mensen kom
ie hier 's avonds niet tegen. Bij
't wapperend gaslicht van een
straatlantaarn zoeken we naar
de naamvan een straat. Wij
vragen het aan een man in een
blauwe schipperstrui, de juist
de hoek am komt.
„De Van Hogendorpstraat? Vol
gende straat aan uw rechterhand.
Bij wie mó-de zijn?"
„Bij Gerrit de Vries."
Bai GerritJao die weunt
daor." Vergissen we onsof was er
even iets van spot in z'n stem
Een jongetje van een jaar of
twaalf doet ons open.
„U treft het meneer," zegt het
jongetje, „vader is vanmorgen niet
uitgevaren. De zee was te ruw. Hij
is even met moeder %veg, maar
Icomt u binnen. Hij zal zo wel terug
zijn."
Binnen zit een man naar de radio
te luisteren. Het is een goede vijf
tiger, Hij stelt zich voor als v. d.
Toorn.
„Van der Toorn? Bent u-ook van
de goud-expeditie?" De man knikt.
Als hij het doel van. onze komst
hoort, zegt hij:
„U hebt geluk, meneer. Gewoon
lijk gaat dc Vries 's Maandags wég
en komt hü pas's Vrijdags terug. Eo,
dus u hebt ook gehoord van de
„Renate Leonhardt". Ja, ik weet
er alles van. Ik ben zelf, als het zó
mag noemen een van de grondleg
gers van het plan.
Nauwelijks begint hij te vertellen
of Gerrit de Vries komt thuis. Het
prototype van een visser. Gezonde,
rood-gebrande kop, handen vereelt
door het harde werk op zee. Hij is
met z'ri vrouw naar de kerk. ge
weest, maar de dominee, die ze zo
graag wilden horen, zou pas de
volgende avond komen. Onwennig,
in_z'n goeie Zondagse kleren komt
hij bij ons zitten. Z'n vrouw vraagt
dadelijk gastvrij of we een kopje
koffie wiilen drinken.
„Ik heb de heren alvast wat ver
teld van de „Renate Leonhardt".
zegt de .man, die v. d. Toorn. heet.
Gerrit de Vries kijkt ons met z'n
zwarte kraaloogjes een beetje ver-
DE ENIGE STAAF GOUDdie
de „Karimata" ooit uit de „Lu
tine" heeft opgebaggerd, is des
tijds overgebracht naar het
hoofdkantoor van Lloyd's in
Londen. De tafel, waarop de
staaf werd uitgepakt, is ge
maakt uit het roer van de ,jLu-
tine" en wer.d in IS65 aan
Lloyd's aangeboden.
legen en tegelijkertijd een beetje
onderzoekend aan.
„Assik vragen mag," zegt hij,
„van wie kommen de heren?'' Er
hangt een ogenblik 'n sfeer van
wantrouwen in de kamer, maar
wanneer wij de naam noemen van
Piet Visser uit de Wijde Wormer,
gaat er zo iets als een frisse wind
door de kamer, die het wantrou
wen wegblaast.
„O," zegt Gerrit de Vries, „als Piet
Visser u gestuurd heeft, dan is het
goed. Zó, dus de heren willen we
ten, wat er met de „Renate Leon
hardt" gebeurd is. Nou heren, dat
is een heel verhaal.
De stem van de zee**,
t? UITEN de kamer van Gerrit de
u Vries, over de stille straatjes
en lage huisjes van den Helder,
streept de „Lange Jan" z'n licht.
De witte banen van de vuurtoren
draaien over het stadje, naar de
zee en tippen heel ver weg aan ccx\
eenzame gestalte, die langs de zee
over het strand, loopt. Altijd lopen
er langs onze kusten van die een
zame gestalten, speurend naar wat
de zee heeft aangespoeld. Wat we
ten wij, landmensen, van de dra
ma's, die zich hier hebben afge
speeld? Wij hebben het een kear
gelezen in de krant, maar twee da
gen later waren we het alweer
vergeten. Zo niet de mensen van de
zee. Zij vergeten nooit de naam
van een schip, dat hier z'n tra
gische laatste reis ondernam, zjj
vergeten nooit de ligging van een
wrak en zij weten, dat de zee op
de een of andere dag weer terug
geeft wat- zij tot zich genomen
heeft. Zc praten er nooit over met
landmensen maar onder elkaar,
bij het petroleumlicht in een klein
EDEREEN herinnert zich nog-
de geschiedenis met de Lu
tine van voor de oorlog. Weken,
maanden is de BlUiton Maat
schappij, met de Karimata aan
het werk geweest om te probe
ren de goudschat, die nog in dit
schip aanwezig moest zijn, aan
de oppervlakte te brengen. Alle
moeitealle kostenwaren te
vergeefs.
Sinds enkele maanden is er
een nieuwe Lutine-historie, in 't
klein. Enkele Zaankanters, de
fruitteler P. Visser uit Wijde
Warmer, ir. P. Engel uit Zaan
dijk en de oud-Wormerveerder
C. van der Toom zijn een gold-
rush aan het voorbereiden naar
de „Renate Leonhardt", die in
1917 8 Yi km. uit de kust van
Texel, met eert goudschat van
55 millioen gulden aan boord,
moet zijn gezonken.
De onderneming verkeert nog
pas in het stödium van voorbe
reiding en men is nog niet veel
verder gekomen, dan dat een
wichelroedeloper uit Utrecht de
aanwezigheid van edel me
taal moet hebben geconsta
teerd.
Waar men, zowel over de her
komst van dit goud als over de
bron van de juiste gegevens
een diep stilzwijgen bewaart,
kunnen we niet anders dan deze
onderneming, die behalve over
een oud geleend vissersbootje
en volgens het oordeel van' de
marine over onvoldoende
duikmateriaal beschikt,
met scepsis beoordelen.
Dat enkele hoofdpersonen el
kaar in bijgaand verhaal nog te
genspreken, willen toe dan maar
stilzwijgend voorbijgaan.
laag roefje of in de rokerige walm
van een kroegje gaan er soms
vreemde verhalen.Soms drin
gen die verhalen door tot de land
mensen en dan gaan zij koortsach
tig aan het werk, zoals j^jren gels
den met de „Lutine" bij Terschel
ling, Weken, maanden is er ge
vochten met de zee om de kostbare
lading van de „Lutine" boven te
brengen, tonnen geld zijn er tegen
aan gesmeten en de echte Terschel-
lingers keken toe. Ze rookten htm
korte pijpje en hadden over die
landmensen zo hun eigen gedach
ten. Ach, als ze het wilden probe
ren, waarom niet? Maar zij konden
de Terschellingers aanwijzen, die
al meer dan honderd jaar in grote
welstand leefden....
Waarheid en fantasie
AAR is bij die mensen van de
zee de grens tussen waarheid
en fantasie? Reëel is wat er na een
grote storm aanspoelt, maar de ge
wone strandvonderij prikkelt ter
nauwernood hun verbeelding.
Watnooit uit de hersens van
Gerrit de Vries verdween, was
wat hij als jongeling i» 1917,
enkele kilometers uit de kust
van Terschelling, iter hoogte
van de beruchte Haak's gron
den heeft meegemaakt. Pas ja
ren later heeft hij er over wil
len spreken
Met Piet Visser uit Wijde Wor
mer en met v. d, Toor/i uit Wor-
merveer. Piet Visser was toen nog.
niet, wat hij nu is: fruitteler, maar
samen met z'n broer zat hij in het
bergingswerk, evenals v. d. Toorn,
die kapitein was op een sleepboot.
Van Gerrit de Vries kwam dus het
verhaal, dat wij het eerst hoorden
vertellen door Piet Visser, die door
z'n vrouw uit de tuin was geroe
pen. Eenvoudige, simpele man zo
als hij daar in het kleine voorka
mertje tegenover ons zat, in z'n
boezeroen en op z'n kousenvoeten.
Maar in die ogen, achter met staal
gemontuurde brilleglazen lag een
koude, fanatieke gloed.
Hij begon dan te vertellen van
dat convooi van zestien schepen,
dat in de nacht van 16 op 1? Juli
1917 uit Rotterdam was vertrok
ken, met ais bestemming Frederika
bij Bremen. Ter hoogte van Eg-
mond werd het door Engelse tor
pedojagers beschoten en uit elkaar
gejaagd. De „Josina" en de „Renate
Leonhardt", die naar de kust
vluchtten, raakten bh' Camperduin
aan de grond. Sleepboten van Zur
Möhlen (later Weismüller) hebben
de schepen losgetrokken. Zo dicht
mogelijk onder de Nederlandse
kust varend ging het naar .het
Noorden en bij „de Razende Bol"
onder de kust van Terschelling
raakte de Renate Leonhardt weer
vast
Hollandse zeelui zijn aan boord
geweest en men heeft het schip
willen confiskeren omdat het bin
nen de territoriale wateren voer.
Voordat het echter zover kwam,
raakte het schip weer los en na op
nieuw zee te hebben gekozen werd
Advertentie I. M.
TttSSSflM In erlglntU
«5l| Kelim
jKpjsT Fauteuils
r-jf grote verschelden*
heid ven modellen
vanaf 198.-
Nleuwe Import Oosterse Kelim
v/h Toorenburg Damme
Nieuwe Binnenweg 340 t/o Plantsoen
Rotterdam -* Telefoon 34136
t_T ET was In het voorjaar var. 1939 dat
de leden van de vereniging „Lu-
culius" echte smulpapen Jn een der
gerenommeerde Rotterdamse eethuizen
hun jaarlijks dlnertje hadden. De secre
taris var. het bestuur had per convo
catie de Invitatie gedaan, daarbij het
menu ln aparte vorm gevend. Als ver
woed aanhanger van geheimschriften
koos hij het ging toch om het dertig
jarig bestaan! voor het menu een
cijferschrift, waarvan dc oplossing als
voorwaarde gesteld was voor het deel
nemen aan het diner. De 94 smulpaap-
leden hebben heel wat zuchten geslaakt
alvorens zij het menu ontcijferden.
Maar een brede glimlach speelde om
hun lippen toen zij stuk voor stuk
ontdekten, welke heerlijkheden er zoal
opgediend zouden worden. Geen der le
den ontbrak aan het diner, hetgeen wil
zeggen dat zij aller, het menu terug
brachten tot wat het behoorde te zijn;-
een leesbaar stuk zonder cijfers. Wie
van onze lezers doet het henna? De
zelfde letter wordt steeds door hetzelf
de cijfer aangeduid. Men lette er op.
dat de klinkers reeds op hun plaats
staan en de cijfers 1 en 0 met opzet zijn
weggelaten. Hier is het menu ln cijfers:
14. O. 17. A. U. 14. E. 4. 12.
IS. 0. 4. I. 4. B. I. 4. 4. E. 10. 0. E. E
Dit is het notedopje, waarmee de Zaankanters de zee bebben afgezocht
op zoek naar het „goudschip" Renate Leonhardt. In de inzet: Voormalig
sleepbootkapitein v. d. Toom, thans gezagvoerder op de UK 230
het ter hoogte van Haak's gronden
door een Engelse onderzeeër getor
pedeerd.
„Wc zijn verraden*.."
EEN van de Hollanders, die bij
de Razende bol. aan boord zijn
geweest en die hebben geholpen de
drenkelingen van boord te halen,
toen het schip werd getorpedeerd,
was Gerrit de Vries.
„Tot z'n grote verbazing," ver
telde ons de heer Visser, „ontmoet
te Gerrit aan boord twee vrouwen.
Een van haar heeft tegen hem
„doorgeslagen" en verteld, dat de
Renate Leonhardt goud aan boord
had.en geheime.staatspapieren
van. onschatbare waarde. Het be
wijs hiervoor was, dat hij de oudste
had horen roepen:'r^We zijn verra
den, alls is verloren...." zy had
ook het schip niet willen verlaten
en was met de. Renate Leonhardt
in de golven verdwenen.
„Als u wilt -weten, wat die ge
heime staatspapieren zijn. geweest,"
zei de heer Visser, „vraagt u dat
dan maar aan de Secret.Service in
Londen. Want zij moiéten ervan
hebben geweten
En het goud?"
„Wij zijn te weten gekomen,
dat de Renate Leonhardt, die
bekend stond als de „cokes-
-boot", in hef'geheim 1440 ton
cacaoboter en 454 kistjes goud
vervoerde, van een waarde
van 55 millioen gulden. In 1937
ts er b\j Egmond 600 ton cacao
boter aangespoeld cn de be
kkende Egmohdse jutter Piet
Groen wist dadelijk te vertel
lendat .het: van de cokes
boot" kwam. "Want Piet Groen
is aan boord geweest, toen de
Renate Leonhardt bij Camper
duin aan de grond, zat,
„Hoe weet u zó precies, dat er
454 kistjes met goud aan boord
waren?"
Dat kan ik u niet vertellen.
De juiste cijfers hebben we van de
assuradeurs...."
„Welke assuradeurs?"
Dat is ook geheim
Als de oorlog er niet tussen was
gekomen, vertelde de beer Visser,
zouden ze ai veel eerder de zaak
met dc „Renate Leonhardt" heb
ben aangepakt. Na de oorlog had
den ze moeten wachten, tot de zee
mijnenvrij was en nu waren ze zo
ver, dat zij in den Helder de be
schikking hadden over een Urkse
botter en dat een wichelroedeloper
uit Utrecht duidelijk had aange
toond, dat op de plaats waar de
„Renate Leonhardt" was gezonken,
edele metalen moesten zitten. De
vraag, waar men zich nu nog mee
bezighield, was: wat moest men
doen? Zuigen, happen of eenvoudig
een springlading gebruiken,
„Bent u niet bang," vroegen wij
aan de he'er Visser, „dat het schip
al te diep in het zand is wegge
zakt?"
Het schip liet niet in het
zand,*' zei dé heer Visser, „maar in
klei.
Gerrit de Vries vertelt
TTlT de Wijde Wormer zijn we
naar Den Helder gegaan, waar
wij zoals reeds gememoreerd
het geluk hadden Gerrit .de Vries
thuis te treffen. Want hij is, ora zo
te zeggen, de auctor intel
lectualis.
Hij vertelde ons, hoe hij als jonge"
In 193Ö probeerde Franz Beckers uit Gennep met een kegelvormige
toren de Lutine-schat te bergen. De toren zoog en zoogmaar het
tvas altijd een straal van water en zanddie naar boven kwam, nooit
ook maar één korreltje goud.., -
kerel van een jaar of twintig aan
boord van de „Renate Leonhardt"
was gekomen.
„Keek 'ik effe gek op, meneer,
toen daar twee Duitse vrouwen
aan boord warén7 De een was kok
kin, de ander stewardess. Met de
kokkin was ik dadelijk goeie maat
jes. Tegen haar zei ik, met een heel
klein beetje Duits: „zeg is effe,
jullie zijn allemaal zo zenuwachtig,
jullie motte wat bijzonders aan
boord hebbe.. Ze wou het natuurlijk
niet dadelijk zegge. Nou. zei ik. ha-
ben Sie Geld an bord? Eerst zei ze
„nein", maar ik sloeg ze eens op d'r
schouder, en zei: „Sie kannen es mir
ruhig sagen.. Gold GeldNon en
toen kwam het eruit. Ze had in
Rotterdam stiekem door de gordijn
tjes gekeken en kistjes aan boord
zien sjouwen. Voor dat andere wijt
was ze bang. Wat bang, zei ik, asse
wat wil, zet ik ze vierkant over
boord. De kokkin wou ook van 't
schip nf en ik beloofde haar te hel
pen, als we terugkwamen met
brood. Maar toen we terugvoeren,
was het schip al vlot.
Heeft ze-met gesproken. over
staatspapieren van onschatbare
waarde?1' '-1-' -r :-r-r-~r-
„Nee", zei de Vries, „maar wel
waren ze bang voor een Engelse
onderzeeër. En da's kasjuweel me
neer, maar die „submarïen" hadden
wij al een dag of vier in de smie
zen. Die lag daar op de loer en toen
de „Renate Leonhardt" vlot was en
weg voer, was het meteen poef...."
„Is er-toen geroepen: we zijn ver
raden, alles ïs verloren?"
Dat weet ik niet. We hebben
ze d'r allemaal afgehaald, behalve
de kokkin. Die hadden we ook
kenne rédde, als ze niet terug was
gegaan om nog wat te halen.
Voor Gerrit de Vries, zoals hij
daar >n z'n blauwe Zondagse pak
tegenover ons zat, was het geen
vraag of er in de „Renate Lcon--
hardt" goud zat. Het was voor hem
een weet en zo was het ook voor
de oud-sleepbootkapitein van der
Toorn.
„Als we 4 dagen stil weer hebben,
meneer", zei v d. Toorn, „is het
zaakje eruit.,.."
Dat beetje zand, dat er op kgt,t>
zei de Vries, „zuig je d'r zo af...."
„Ik dacht", zei ik, „dat het schip
in klei lag...."
Nee", zei de Vries, „het ligt
op klei
Wij hadden hem kunnen vertel
len. dat zijn verhaal niet klopte
met dat van de heer Visser, doch
waarom zouden we de aangename
stemming verstoren met zo'n „klei
nigheid". Iedereen lachte, toen de
vrouw van Gerrit de Vries zei, dat
meneer v. d. Toorn al zo netjes
„dank u 2eer" kon zeggen, als hem
een kopje koffie werd aangeboden.
„Hij oefent zich alvast voor als hjj
straks millionnair isEn de oud
ste jongen heeft tegen m'n man ge
legd: als u nou straks zo rijk wordt,
dan koopt u voor mij een eigen
botterr
Voorlopig zijn ze allebei, de Vries
en z'n zoon. nog in de visserij en al
leen v. d. Toorn is in vaste dienst
van de N.V. tot exploitatie van de
„Renate Leonhardt". Hij is dag en
nacht op de half lekke Urkse bot
ter UK 230, die in de Binnenhaven
ligt gemeerd. Wanneer wij laat in
de avond opstappen, gaat v. d.
Toorn met ons mee. Wy lopen door
de half donkere straatjes van Den
Helder en in het matte schijnsel
van een lantaarn zien we het kleine
bootje liggen. En als we onze tocht
voortzetten naar ons hotel denken
we aan de man, die in 't kleine
roefje van de botter droomt van
een eigen villa in Heemstede.
Oordeel van de Marine
WIJ hebben daags daarop nog
.even gesproken met de mari
necommandant van Dan Helder,
kapitein ter zee J. W. Reynierse.
„Ik heb de indruk," zei hij
„dat door de betrokken mén
sen veel te lichfuaardtg over
een onderneming, als door hen
wordt beoogd, wordt gedacht.
Bijvoorbeeld: ik heb door des
kundigen het materiaal laten
bekijken, dat zij bezitteno.a.
een zogenaamde duikerklok.
Maar hun materiaal is volko
men onvoldoende en wij toilicn-
er als marine dan ook niets
mee te maken hebben.
„Ondeskundig, dat is het oordeel
over de gehele affaire. Want ge
steld, dat het waar Is, dat de „Re
nate Leonhardt" met goud is ge
zonken (waar ik niet over kan oor
delen), hoe willen zij het schip, dat
daar al ruim 20 jaar ligt, ooit kun
nen bereiken? Het is met bij bena
dering te schatten, hoe diep het
zich al in het zand heelt gewerkt.
Hoe het ook zij", aldus de marine-
commandant „het is een zaak, die
ik niet heb te beoordelen.
A. 2. 10. 3. 0. 12. E. 17. E. 12. 12. E. 4.
I. E. 4.
3- O. 4. 1. I. 12. V.
IJ. 10.
15. 0. 7. 7. I. E.
Van dit raadsel worden geen oplos
singen ingewacht.
De oplossing van ons raadsel van
vorige week is als volgt:
eb. kandeel, ge. kruid, r, palen, o, na
laten, 1. noga, ave, spil, ode, speld, A.D.
O., t, lat, n. als, g, edelen, editie, r, Ier.
s, E.D.O., r. eed, kater, ore, nier, bod,
eren, k, element, e, menie, e, Eelde, al,
noorden, si.
Advertentie l. M.
Dc attractie van Sir Alexander Xorda s
verfilming van An Ideal Husband {Een
ideaal echtgenoot) ligt zeker niet in de
hoofdzakelijk toneelmatige bewerking
der satyre.
Wilde's geestigeen grimmige para-
doken komen op de planken heel wat
beter tot hun recht dan in de nogal
drastische verminkingen op het witte
doek.
Dat men, nadat de film wat moeizaam
op gang gekomen is, evenwel genoegen
aan de vertoning beleeft is te danken
aan de wel zeer fleurige en kleurige
aankleding tover sommige toiletten b.v.
wordt u elders in dit blad met woord
en beeld ingelicht) en zeker ook aan het
rake spel van Pauleite Goddard in de
rol van de glasharde intrigante Mrs.
Chevely.
Mensen met zwakke zenuwen doen
goed een slokje broom te nemen, alvo
rens zich aan de spanningen en emoties
to wagen, waarmee Fritz Lang hen be
laagt in zijn spionnagefilm„Hetgehehne
commando".
Meesterlijk weet de grote regisseur
_It boeiende verhaal te vertellen en de
hele film door houdt bij de toeschouwer
-*rêige0rtC
•t, naast
sadistisch genoegen zijn zerïuwen te
kietelen zonder ophouden. De film .ver
haalt van een zachtzinnige professor
<C-iry Cooper) die plotseling tot detec
tive wordt gebombardeerd en tot ge
vaarlijke taak krijgt een paar door
sltle, die in weewvil van bet zakelijk -
soelale gegeven een btJpa poëtische
inslag heeft, dank ook ztf de werkelijk
voortreffelijke fotografie. De enorme
kolenbergen, de dreigend optorenende
fabrieken, het infemum van de hoog
oven zijn. als waren het levende wezens,
geobserveerd en de mensen spelen in dit
drama ook minder individuen als wel
vertegenwoordigers van maatschappe
lijke orden, in dit opzicht is er wei ver
wantschap met de oude Russische sty-
ierlng en kenmerkend is ook de uiterst'
bekwame massaregie, die herhaaldelijk
wordt toegepast. -
De dialoog is niet sterk, zeer kort en
niet geheel begrijpelijk oolcsteeds, waar
schijnlijk een gevolg van de wilde cou
pures, die uit deze film gehouwen zjjn,
maar als een gebrek voelt men dit toch
niet. Eerder het tegendeel, want de film
drijft op zuivere principes, die heel
mooi en consequent volgehouden zijn.
Tsjecho-Slowakije- komt trouwens
goed voor de dag, deze week ln Prinses:
er draait in 't voorprogramma een aller
aardigst poppenfilmpje: Opstand in
speeigoedland, uit de serie wordende
Wereld.
redden uit de handen der fascisten.
Prachtig wordt hij daarbij ter zijde
gestaan door een koerierstertje, een
zeer dapper en superieur meisje <Lüli
Palmer). Meer van deze thriller te ver
tellen zou niet aardig zijn. Wie emolie
zoekt moet zelf maar gaan kijken en de
spanningen ondergaan, cite Lang zo knap
heeft opgeroepen.
Jean Cocteau moge een subtLel aestheet
zijn en een meester op alle wapens, het
zou voor de film geen. ramp zijn, menen
wij, als hij zichdaarmee in het ver
volg niet meer bemoeide.
Zijn bewerking nu weer van Victor
Hugo's Ruy Bias voor een door Pierre
Billon geregisseerde rolprent van dat
drama, heeft tat povere resultaten ge
leid. Esn kijkspelletje is het geworden
en een ntet erg boeiend helaas, drui
pend van doodernstig genomen roman
tiek, die bij de burger van het jaar 1948
anno Christi geen enkele weerklank
vindt, laat staan ontroert.
Danielle Darrieux speelt de jonge be
klagenswaardige koningin en Jean
Marais is haar gunsteling Ruy Bias, de
kranige knaap die het uiteenvallende
Spanje dapper aan het stutten is cn
het wie weet nog verder dan eerste
minister gebracht zou hebben, ware het
niet dat de schurkachtige Don Salluste
hem al intrigerend het gif uit zijn zegel
ring had doen opslurpen.
Zolang Louis Armstrong c.s. in de
backrooms van Baslnstreet met net
nieuwe experiment „jazz' zitten te
experimenteren, zolang deze rmmax
blijft in het milieu, waar ze geboren is
en thuis: hoort, is er 'weimg aan te
merken op „New OrleansWant Arm
strong en Wooden Herman spelen voor
treffelijke, authentieke Jazz, New Or
leans- en Chicago-style en Billy Holi
day is een prachtige zangeres.
Maar zodra de blanken er zich mee
gaan bemoeien, gaat het onherroepelijk
mis. Die zijn niet tevreden met deze
nieuwe muziek, die de bewoners van
Storeyvtlle toch hoofdzakelijk voor bun
eigen plezier maken.
Die willen een wedstrijd met d«
„serieuze" muziek, de concertzalen van
de wereld veroveren, die propageren en
demonstreren, want zij willen succes.
Wat hun dan ook ln rijkelijke mate in
de schoten .geworpen wordt, tot grote
voldoening der jazz-industriëien en tot
nog groter nadeel van. de nwriek zelf.
Het is dieoverdreven, volkomen bulten
de proporties groeiende aanbidding en
die grove exploitatie van de jazz, die de
film vrijwel bederft. En het. nare is,
dat het verhaal, dat hier gedaan wordt,
nog niet eens zover bezijden de waar-
irid schijnt te zijn -
Mijnhardt's Zeouwtabletten
helpen U er overheen.
Van de naoorlogse Tsjechische film is
liier nog niet veel bekend geworden en
de film „Sirene" komt dan ook als een
prettige verrassing. Zij bevestigt de
goede reputatie, die de Tsjechische film
genoot en dank zij reprises van oude
films geniet en de grand prix inter
nationale en de prix de la meilleure
musique, die „Sirene" op de Venetiaanse
Biënnale verwierf, lijken ons in dit
geval volkomen verdiend.
De staking in hét mijnstadje Kladno
ln 1889 inspireerde de regisseur Karei
Stekly tot een sterk beeldende compo-
4 OCTOBER De Breni, ucafc
Genista genoemd, doch eigenlijk
Cgtisus geheten, is een heester die
zich van nature zeer goed in lichte,
nogal zandige gronden thuisuoelt.
Wie een tuin bezit -waarvan de
grond nogal schraal is, kan daarin
gerust de Brem planten. Natuurlijk
map deze desgewenst ook wel in
betere gronden worden geplant.
Het beste is de aanschaffing
zeer jonge planten te nemen. Deze
groeien beter eh vlugger dan. de
zwaardere exemplaren. Ze wordt
ook wel in potten gekweekt en dan
met potklult verplant. De Brem
vraagt een pïefc in dc volte zout.
De bloeitijd van Ce talrijke soor
ten ligt tussen April en- Juni. De
kleur der bloemen is zeer variërend.
Er zijn zowel witte als ge\c, xfise,
rode en bruinrode soorten.
'jUi
jV/f ARIETJE VAN DALEN uit Kreukelen damme
J,TA die hield niet van wassen en hield niet vap. kammen
zij hloid niet van zeep en zij hield niet van water
cn steide het wassen maar uil tot later.
Van nageltjes knippen was zij nog banger
en haar nageltjes werden hoe langer hoe langer.
O, grutjes, wat was die Marleïje vies
ze leek wel een varken, maar dan ook precies,
En als haar moeder des morgens kwam
met zeep en met water en ook met een kam.
dan ging zij tekeer en begon te gillen
of iemand haar levend wilde villen.
Haar moeder werd boos van al dat gehuil
en riep; dan blijf je maar altijd vuili
maar ga dan maar weg en kom nooit weer
dan ben jij mijn kleine meisje niet meer.
Die smerige kleine Marietje van Dalen
die ging er van door en begon te dwalen
langs alle straten en langs alle wogen
zij zal vol modder en vieze vegen
en vuile vlekken op Iedere wang
haar nageltjes leken, wel struikgewas
en ln haar halsje daar groeide het gras
het groeide ook op haar ene been
en eindelijk helemaal over haar heen.
en je kon niet meer zien, door al dat gras
dat Marietje van Dalen een meisje was.
En eindelijk groeide ze vast in de grond
waar ze net. als een boom op het weiland Etond.
Dc vogeltjes bouwden een nest ln haar haren
en langzamerhand kreeg ze takken cn blaren,
Het Is waar, al lijkt het een nare droom:
Marietje van Dalen is nu een boom.
Dus meisjes, die bang
zijn voor zeep en voor water
die worden allemaal bo
men later.
Mik