Negen heit de klok! De klok heit negen üür Vervluchfiging der ""werkelijkheid" 1 FILM VARIA Charmant stuk j e familieleven Schreden op het danspad De Herbergierster Artisten trekken zich niets aan van publiek in de zaal Anders dan andere „bonte" avonden Nieuwe bundel van Ed. Hoornik Manifestatie in de Schouwburg Maandag 24 Januari 1949 Cor Hermus schrijft in zijn toe lichting in het programma, dat de spelers van Comedia aan de instu dering van Carlo Coldoni's De Her bergierster oprechte vreugde heb ben beleefd. Wie de voorstelling, hier gisteren in de schouwburg, gezien heeft zal dat grif aannemen en stellig onder de bekoring gekomen zyu van de luchtige zwier en de animo waar- mee het feestelijke spel van de achttiende eeuwse Venetiaan werd opgevoerd. Coldoni, hier vrijwel onbekend, is een virtuoos en zeer vruchtbaar toneelschrijver geweest, die niet minder dan 200 werken op zijn naam heeft staan. De Herbergier ster schreef hij in 1751 voor het carnavalsfeest en van die vrolijke sfeer is het stuk geheel doortrok ken. De gasten van de mooie en kc- kette herbergierster MirandoLina: een verarmde Markies,- en een poe nige rijke graaf, maken haar om strijd het hof, maar Mirandolina schept er meer behagen in de vrou- wenhatende Ridder van Ripafratta aan haar voeten te krijgen. Als haar dit, dank zij een geraffi neerd spel, gelukt, sliept zij al deze galante heren uit en trouwt met haar temperamentvolle bediende Fabrizzio. Het is voor de spelers geen ge ringe taak de' vederlichte roman tiek van het achttiende eeuwse Italië te suggereren. Men had, met alle waardering voor het aardige spel van Mimi Boesnach, deze her bergierster zich toch nog speelser en geraffineerder kunnen, voorstel len, maar de opvoering als geheel voldeed, dank zij de uitmuntende regie van Cor Hermus,*zeer, Bij zonder goed trof Han Bentz van den Berg de juiste toon als de ca- pitulerende vrouwenbatende Rid- I der, evenals Lucas Wensing, die zij het soms wat al te caricaturaal t een kostelijk zot Markies je gaf en Fons Rademakers, de primi tieve, vurige Fabrizüio. Het spel van Jules Verstaete (de poenige Graaf) stak hierbij wat mat af, Niet genoeg te prijzen is de ver rukkelijke, en in de beste zin van het woord clowneske creatie van Cor Hermus (bediende van de Rid der). Ellen de Thouars en Ellen Vogel verdienen veel lof voor dc wijze waarop zij twee ondeugende toneelspeelstertjes typeerden. De fleurige en kleurige voorstel ling in het zeer frisse en smaak volle décor van Nico Wijnberg, verwekte b(j de leden van de VU enthousiaste reacties. (Van een eigen verslaggever) HET zal met „Negen heit de klok" van de K.R.O. wel net zo zijn als met de „Bonte Dinsdagavondtrein", de „Bonte Bal" en hoe al die bonte radio-programma's ook mogen heten. De ene helft van het publiek vindt ze reuze goed, de andere helft zegt, dat er niets aan is. Niettemin zal het vele radioluiste raars zijn opgevallen, dat er in „Negen heit de klok" toch iets is, dat het onderscheidt van de meeste andere „bonte" uitzendingen. Voornamelijk, dat men zich niet 20 dikwijls in verbazing behoeft af te vragen, waarom in vredesnaam het publiek in de studio toch zo onbedaarlijk zit te lachen, terwijl er thuis, aan de luidspreker, absoluut niets te lachen valtl hun gezichten half verscholen ach ter de bladzijden tekst optreden. De andere medewerkers zitten rustig op een rijtje hun beurt af te wachten om voor de microfoon te komen. Geen décors dus, geen gordijnen en geen verrassend „op komen", Alleen de musici van het orkest van Klaas van Beeck, die in rok optreden, zorgen voor enig ccchet. De mensen in de zaal voelen zich dus eigenlijk niet echt uit. want ze zien geen „toneel". Ze mogen eenvoudig eens kijken, hoe het tijdens een radiouitzending toe gaat. Weinicj propagandistisch Men begrijpt, dat door deze wijze van werken voor de K.R.O. een groot deel va* een „DAAR ZIJN WE WEER! Wtf zUn gewone mdnnetjes en toe komen d'r niet aan te pas". VJ.n.r. „Kris" (Harry Bronk), „Kras" (Wam Hes- kesj en „Kruimeltje" met de kin derstem (Alexander JPolflj.' PRECIES. Daarin zit het verschil. Ook „Negen heit de klok"- wordt door toeschou wers in de studio bijgewoond. Maar de artisten van „De Klok" trekken zich van dit publiek geen cent, zelfs geen halve cent aan. Ze zijn (de heren tenminste) onge schminkt, dragen dezelfde costuums, die ze 's-morgens toevallig hebben aangetrok ken. ze houden het papiertje met de tekst van hun sketch of liedje in de hand en doen geen moeite om grimassen of gebaren de gesproken of ge zongen tekst kracht bij te zet ten. Kortom, zij spelen niet „op de zaaL"; doch -uitsluitend op de mi crofoon. Men verwaarloost de zichtbare (visuele) effecten en stelt zich zuiver, al thans zo zuiver mo gelijk in, op het voor cie luisteraars in het land hoorbare (auditieve). Hier dus geen dames Snip en Snap in lachwekkende soepjurken, geen Lou Bandy, die b.v. met een blatende geit het toneel op komt, of een kunstig gegrimeerde Peter Pech. Het studio-publiek bij „De Klok" ziet de drie gewone manne tjes, Kris. Kras en Kruimeltje met prachtig stuk directe propa ganda verloren gaat De an dere omroepverenigingen bie den elke week weer honder den van hun leden-luisteraars wél een echte voorstelling, mèt décors, mèt requisfeten en mét costuums. ~En dan gaat daar nog dikwijls een propagandis tische toespraak en of een rondleiding door de studio's aan vooraf, Maar het is ook duidelijk, dat bij „Negen heit de klok", afgezien van het gehalte van het program ma zelf en ook de medewerkende artisten buiten beschouwing gela ten, alleen de gevolgde methode al de radio-uitzending gunstig moet beïnvloeden. In hoeverre het propagandis tische offert, dat de K.R.O. zich getroost, in ander opzicht positieve resultaten oplevert, is ook voor de, programmaleiding zelf moeilijk te bepalen. Men heeft slechts weinig betrekkelijk contact met de grote schare luisteraars. Men weet niet altijd en zeker niet van te vo ren of de massa van een pro gramma „reuze goed", dan wel „niets aan" zal zeggen. Wie zich de moeite wil getroosten, die schrijve eens zij oordeel over „Negen heit de klok". Men is in omroep-krin- gen altijd zeer erkentelijk voor dergelijke brieven. Zoals men heeft kunnen mer- 1EDER OP ZIJN BEURT. Het pu bliek by Negen heit de JcZok" ziet de artistendie straks voor de mi cro toon komen, netjes op een rijtje zitten wachten. V.l,n,r.: Bob Ver- straete, Jacq. van Kollenburg, Jet ty Cantor, Katja. Bemdsen, Jo van der Noordt, Mela SoesmanKo van den Bosch, Sonja Oosterman, Auk- je KarssemeijerDe Jong en Yvon ne Munnig—Schmidt. Als niet alle tekenen bedriegen heeft Rotterdams Toneel met O'Neill'a „Ah! Wilderness" (Liefde ln 1600) een zeer gelukkige keus gedaan. Het spel van de grote Amerikaanse dramaturg is Zater dagavond by de Rotterdamse pre mière allerhartelijkst ontvangen en het publiek beleefde kennelijk veel genoegen aan dc uitstekende opvoering van het charmante, pre tentieloze stuk. O'Neill vraagt hier geen aan dacht voor beklemmende proble men, zoals in „Liefde onder de Ol men" of „Emperor Jones" „Bizar Intermezzo" of „Days without end", hy wil U niet boelen door een. lis tige intrige of opzettelijke spits heden, maar hij 2et u een stukje familieleven uit het begin van deze eeuw voor, zomaar een alledaags gezin van goede Amerikaanse bur gers, gewone mensen zonder hevige aberraties of psychische defecten: de ouders.' van de oude stempel, gevangen in de fatsoensbegrippen van die dagen en ietwat ontsteld over de denkbeelden der jonge ge neratie, vooral ovei* die van hun voortvarende, romantische 17 jari ge zoon Richard, die Swinburn leest en Omar Khay-yam en Shaw en Marx. Vader, eigenaar van gen plaatse- Rjke krant toont wel enig begrip voor de Sturm und Drang van de jongen, maar moeder Miller houdt haar hart vast als zij uit citaten verneemt in welke „verderfelijke" lectuur zoonlief zich verdiept, .Met milde humor en ironie en warme menselijkheid tekent O'Neill de zorgen der ouders om het kroost. Er zijn nog drie kinderen: de student Arthur, Milred, een vro lijke bakvis en het jongste zoontje Tommy. Zij leveren voor het mo ment geen moeilijkheden op, maar Richard, de onstuimige brengt een paar dagen het huis in rep en roer: Muriel, zijn meisje schrijft hem af en verbitterd wil de jongen zich in het zonnige leven storten. Meege- oen niiftere w*''**"4 v-- zoekt hjj een verdacht kroegje, be zwijkt weliswaar niet voor de ver leidingen van een juffertje van ple zier, maar komt 's avonds Iaat toch ver boven zijn theewater thuis, waar de dodelijk ongeruste ouders zich geen raad weten met zijn ken nelijke staat. Gelukkig is oom Sid, moeders met spiritualiën op goede en ver trouwde voet staande broer, pre sent om dit varkentje te wassen. Och, het komt allemaal snel op z'n pootjes terecht: de andere dag is het weer „aan" met de jonge ge liefden en uit een gesprek tussen veder en zoon blijkt maar al te duidelijk dat de jongen uit het goede hout gesneden is en vol ver trouwen ziet vader Miller de toe komst van zijn zoon tegemoet. Een heel aardige bijfiguur is de goedige, maar een beetje wild le vende oom Sid en ontroerend ge tekend is tante Lilly, een zuster van Miller, een fijnzinnige consciën tieuze vrouw, die onaanks haar hefde voor Sid deze bon vivant niet als echtgenoot durft te aan vaarden, - Ko Arnoldi, extra toegekl&pt aan het slot, heeft in deze voortreffe lijke voorstelling een heel groot aandeel gehad. Niet alleen verzorg de hij met Veel succes de regie, hij heeft ons ook een kostelijke oom Sid gegeven, geestig en beheerst „onder invloed" en ontroerend in de berouw-scène met Lilly. Prachtig speelde Willy Haak dc bezorgde moeder en niet minder voortreffelijk was Richard, Flink als vader Miller. Jan Velzeboer boekte een nieuw succes. Zijn Richard was, vooral in de liefdes- scène's heel aannemelijk. In mo menten van irritatie zou men het agressieve in 2ijn intonatie wat be heerster en vooral genuanceerder wensen. Bijzondere lof verdient Georgette Reyewski voor haar zeer fijnzinnige en ontroerende tante Lilly. Annie de Lange was een -J'-i-ni-Vrt •Rniio. tneisie van ken, wordt „Negen heit de klok" elke week als het ware aan een andere „kapstok" opgehangen. Men kent Straatzangersklokken, Len- teklokken, Winterklokken, Sprook- jesklokken, Kermisklokken en ook wel KI okkeh-klokken. Van te vo ren wordt voor een heel seizoen tegelijk een schema gemaakt. Dat wil echter niét zeggen, dat b.v. de „Klok" van Zaterdag, 9 April a.s. nü al is samengesteld. Er bestaat slechts een geraamte. Maar de meppen en actuele liedjes worden, misschien pas op 5 of 6 April in elkaar „getimmerd". De timmerlieden WIE de timmerlieden zijn? Soms zijn dat auteurs van buiten de omroep. Maar mees tal bouwen. Jan. de Cler, Alexander Pola en Dico van der Meer zelf hun klokken. Deze drie schrijven, maar ze spelen ook en ze worden ter zijde gestaan door een kleine vaste kern van. kleinkunste naars, Daartoe behoren Bob Verstraete, Han König, (die ook de regie voert) en „Kris", „Kras" en „Kruimeltje"; dit zijn respectieve lijk Harry Bronk, Wam Heskes en Alexander Pola. Tot de „kern" behoren nog Klaas van Beeck en zijn orkest en Piet Lustenhouwer, de muziek-regisseur. Verder tre den in de „Klok" iedere week nog extra artisten op, doch dit zijn „losse" medewerkers. Het programma, dat de radio luisteraar Zaterdagsavonds hoort, is een'"grambfdon-opnarne,'" die twee dagen te voren is gemaakt. Donderdagsmorgens om tien uur komt de „Klok"-Staf in de studio bijeen. Dan pas krijgen de spelers hun teksten. De gehele dag wordt geprobeerd, veranderd en gerepeteerd en 's avonds om ze ven uur gaal de generale repeti tie, met publiek, in de grote con certzaal. Om negen uur (met nieuw publiek) begint men met- het vervaardigen van de eigenlijke opname, die wordt uitgezonden op Zaterdagavond. Dan zitten Kris, Kras en Kruimeltje en al die an deren, die er aan hebben meege werkt, zelf ook thuis te luisteren naar „Negen heit de klok!" egd, en daarbij kon het wel eens 'ebeuren, dat niemandsland betre- MET zijn laatste bundel Ex Te neb ris (A. A. M. Stols, Den Haag, 1948) heeft Ed, Hoor- n i k een gevaarlijk stadium in zijn ontwikkeling bereikt, waarvan men voorlopig met kan zien, hoe een verdere ontwikkeling mogelijk is. De grond voor deze bezorgdheid is psychologisch en berust niet op de formele eigenschappen dezer poë zie. Hoezeer het laatste gevoel van werkelijkheid ten opzichte van het leven voor de dichter als het ware verijlt en verdampt tot onwezen lijkheid, en slechts het nihilistische gevoel van een alles doordringende" leegte blijft, gelijk wij dat ook uit Letterkundige kroniek door Victor E. van Vriesland moderne existentialistische stro mingen kennen, de vormgeving dezer verzen bleef een krachtige en stevige structuur vertonen, welke doet gevoelen dat de uitingsdrift zich verzet tegen de psychische processen van de dichter en daar een tegenwicht van vormt. HOORNIK behoort tot de genera tie van jongeren, wier eerste werk, wier eerste bewustwording pleïzier, maar iets canailleuzer stelt men zich zo'n deerntje wel voor. Uitstekend was de intonatie van de kellner uit het kroegje (Frans v. d. Lingen, die ook als de oude heer Mac Comber aardig typeerde). Veel te waarderen ook in de kinde ren: Frans Vorstman (student), Mariètte Flink (een leuke lache bek: goed haar vreugde om oom Sid aan tafel), en Tommy, een aar dige travesti van Anke Smit. Manon Alving was uitstekend als Muriel, Richards meisje en Eva Hauck, ditmaal eens een dienstbo de, moet met ere genoemd worden. Ad Noyons en Eli Blom gaven goe de typeringen van kleine rollen. Het decor van ir. A. Viergever steunde de goede sfeer voortreffe lijk. D. Roodenburg Vermaat tussen twee wereldoorlogen tot stand kwam, in de gestadige, uit zichtloze dreiging die toen vooral bij de jeugd de gemoederen beklemde. ZIJ viel samen met een economische crisis welke er eveneens toe mede werkte, dat, globaal gesproken, aan dat geslacht van jongeren de letter kundige eruditie onthouden bleef, buiten hun schuldt welke toch juist in een zo op traditie berustend ge bied als dc dichterlijke vorming (met de nadruk op „vorm") onont beerlijk moet worden geacht. Van deze groep werd Hoornik al spoedig het middelpunt als tijd schriftleider („Werk", later „Crite* rium"), criticus en dichter. Zij was niet geslagen door een droom, ge lijk met de z.g, generatie van 1910 het geval was geweest, maar ge kweld door een werkelijkheid. Deze dichters zochten die werkelijkheid te benaderen in het alledaagse en gewone. Dit werd hun sociaal pro bleem, hün levensprobleem. Het ge vaar van de poëzie die op deze wij ze ontstond en. op het voetspoor van het oudere „Forum", in wrangheid, cynisme, zelfironie en bijtend sar casme de elegische klacht der voor afgegane dichters leek te willen smo ren, was dat z(] te veel in het anec- dotische bleef steken. Wat vroeger de bij uitstek dichterlijke stof was van de dromers cn vervoerden (Ro land Holstb, werd vervangen door het vastberaden streven, vóór alles „aards" te zijn on met terug te schrikken voor het banale, platte, huiselijke of triviale. Een dergelijke poëzie bleef nood zakelijk te afhankelijk van het „ge val", de directe aanleiding. Mense lijk dikwijls treffend, werd zij zel den door de schouwende verbeelding tot algemener geldlghejd gebracht Als reactie hierop trad een tegen stroming aan de dag, waarin de wer kelijkheid ontvlucht werd irt een zweven dassociëden of een idylli sche verbeelding. Tot deze fantaisis- ten behoren b.v. Aafjcs, Lehmann. Achterberg ea-ï Vasalis is van hen de begaafdste. HET is om dergelijke verschijnse len dat de groei van „Crite rium" ook wel die van het „roman tisch realisme is genoemd. Het ver- beeldingselcment van de jongeren nam na de druk der bezettingsjaren hoe langer hóe meer een vlucht van de werkelijkheid af, m de richting van con. gedroomd Hellas of een idyllisch levensgevoel, Waanp de oorlogsspanningen radicaal moesten worden vergeten, en dat gepaard ging aan een streng classicistisch herstel van de metrische vorm. Een merkwaardig parallel isme deed zich voor bij de na-oorlogs- ontwikkehng van Ed. Hoornik en Bertue Aafjes. De hierboven ge noemde bundel van Hoornik bevat gedichten, geschreven in 1946 cn *47. De laatste bundel van Aafjes, „Hot Koningsgraf", is samengesteld uit sonnetten, tussen 25 Maart en 1 Mei 3047 tot stand gekomen re Cairo. Het ls .derhalve moeilijk uit te ma ken, wie van beiden de ander be ïnvloed heeft en van groot belang acht ik prioriteitskwesties als deze in de regel ook niet. Vast staat ech ter. dat bij de een zowel als bij de ander een groots kosmisch nihilisme zijn intrede heeft gedaan, welk, na tuurlijk wel met behoud van een deel har er Oorspronkelijke kenmer ken. hun thans overwegend trocha- eïsche verzen hooft vernieuwd. Bij de een als bij de ander staan wij voor een plotseling duizelingwek kend vacuum: de vertrouwde beel- Voor het totaalbeeld van een dansuitvaering is wellicht meer nog dan bij andere kunstuitingen mede bepalend de regie, de structuur van het programma. Daar kan niet genoeg aandacht aan be steed worden. De uitvoering van de Rotterdamse dansschool van Corrie Hartong Zondagmiddag in. de Schouwburg had al direct dit voOr, dat de bouw van het programma, waarin begrepen de volgorde der nummers en de dosering der mede werkenden, zinvol en verhelderend was. Want de danseressen: dilet tanten, beroepsleerlingen en onaf- hankelijken, die men in vele gra den van gevorderd- en geoefend heid vóór de pauze in eigen solo en enkele groepsdansen had zien „voorrijden", werden daarna in het groter en grootste verband bij eengebracht van Danse sacrée et Danse profane en de suite Choreo- irafische Variaties, werken van lorrie Hartong 2elf. En hoewel het natuurlijk in de hier geldende choreografische op vattingen niet zou passen, dat men zelfs maar de behoefte zou voelen de individuele spoorzoekers van zoeven te herkennen in het pête- mêle op de brede dansweg daarna, toch pleitte het voor paedagogisch inzicht, dat men de producten van het tweede deel eerst in factoren ontbonden had. Het eerste deel van „het dans pad" werd m vijftien étappen afge legd, gebt den werd, of dat men het spoor bijster was. De padzoeksters waren dus niet allemaal padvindsters nog. maar ook bij deze „kabouters" was de ernst en toewijding, waarmee zij hun speurwerk verrichten, te waar deren. De Tempelscène zonder begelei ding het geen duidelijke indruk na; het was oorspronkelijk ook 'n stu die geweest voor berocpsleerbngen, Werkjes met een concreet en voor al levendig-luchtig gegeven bleken ook veel beter beheerst te worden: Gé v. d Voet's Marktkoopvrouw en (samen met Ann Pasman) de To venaar en de Pop, dc Humoreske van Ans v. d. Bergh. Hilariteit ver wekte Toscha de Jongh met Pin guïn, al begreep men wel, dat dit nummer eigenlijk buiten het kader van een dansmiddag valt. Liesbeth van Buul danste weer Fieió en ook Dory v. d. Meulen's Fee menen wij eerder gezien te hebben; zien. of weerzien, het was een genoegen. Danse sacrée et Danse profane op muziek van Debussy (Margot Flip- se—Broeders speelde de harpsolo) werd bjj de opening van de Schouwburg gegeven. Corrie Har tong en Dory v. d. Meulen waren de solisten in dit boeiende werk, dat vooral in het snellere tweede deel zeer fraaie, vloeiende lijnen krijgt en met grote overgave werd gedanst. Het publiek was opgeto gen. De Choreografische Variaties ge tuigden indien dit nog nodig was van de inventieve geest van Corrie Hartong. Het was niet altijd gemakkelijk de grote lijn vast te houden, die door de zeven variaties op een thema loopt, temeer daar dit thema mdimentair-veelomvat tend is: het moet n.l. „de mogelijk heden" oproepen, „die in een dan ser en in de ruimte sluimeren." Het meest troffen ons de burlesco (bet openbloeien van de beginfiguurj en de wals; maar ook in de overige variaties waren interessante oplos singen. De yolle zaal heeft aan het slot met 'n langdurig applaus bedankt. H. F. Reedijk. De Choreographische Variaties van de Jonge componist Francois Steenhuis in nauwe samenwer king met de choreographe Corrie Hartong werd de muziek voor dit ballet gecomponeerd lieten com- positaif- beschouwd gemengde in den Van deze Wereld schijnen eens klaps weggevallen en de dichter die leven, wereld, God en werkelijkheid heeft verloren, blijkt weggezonken in een verbijsterend niets en bevindt zich tegenover dit leee heelal in een positie, die vlak aan. de rand van de waanzin raakt. In de prachtige en diep aangrijpende bundel van Bertus Aafjes doet dit verschijnsel zich mis schien het meest verentrustend voor, als uiting van een verstikkende angst en een In hoge mate onrustba rende desintegratie van de geest, Ook bij Hoornik echter Is dit sen timent, op een iets dagelijkser plan, nog beklemmend genoeg. De motie ven. van het alleen-zijn, los van al wat het zielsbezit der persoonlijk heid was, komen in steeds andere gestalte teruc. Het lopen langs de spiegelruiten der winkels, waarin de dichter zich ziet staan, maakt hem bewust van do vreemde leegte bin nen cn buiten hem: „Van mijn jvugd af zag ik hoe de dingen anders wer den in het spiegelglas." ALS een heugenis aan do weg, die tot deze volledige ontwaarding der werkelijkheid leidde, roept de dichter soms met eeti enkel woord de oorlogservaringen op: „Banger word ik voor mijn eigen wezen: Da chau schoof een raster voor mijn ziel". Of: „Ik weet zeker, dat het geen verschil maakt, o£ ik Dachau of de wereld zeg". Er is een spook achtig automatisme in het levens gevoel van deze poëzie gedrongen: de angst voor het niets schijnt alles doordrongen te hebben met een smaak des doods. Hot erotische ele ment, dal vroeger in Hoornik zo sterk was, is hieraan geheel onder geschikt geraakt. „Doodcr worden iedre dag de (dingen: melkglas, broodmes, bordje cn (beschuit. Automatisch a!3e handelingen: loopen, omkijken, een tram (opspringen, blijven stilstaan, in een (spiegelruit" Of tn een ander gedicht: „Maar nu heb ik nog maar één (motief: niet de dingen, maar hun (spiegelingen en de wereld heb ik niet meer (lief." Deze bundel is niet alleen een keerpunt in het oeuvre van Hoornik, maar naar mijn mening ook een hoogtepunt. Hij Is representatief voor de existentialistische levensge voelens van deze tijd. die echter blijkbaar een. strenge vormgeving niet uitsluiten. Hij is een voorbeeld hoe oalc ontbindende en ten onder gang leidende sentimenten niet slechts hun bevestiging maar in ze kere zin zelfs hun rechtvaardiging vinden door de dichterlijke geest kracht en gloed, die ze om-munt tot het goud der poëzie. drukken na. Over het geheel geno men viel er veel te waarneren, want Steenhuis is zeker een talent vol musicus. Maar de keuze van het thema, dat uiteraard beslissend voor de verdere ontwikkeling* van zon werk is, bleek minder gelukkig te zyn. De nodige compositorische te genstellingen waTen er niet in aan wezig en deze tekortkoming deed zich dan ook in de variaties soms sterk gelden. Climax en anti-cli max in de eigenlijke zin van het woord bleek deze compositie in met voldoende mate te bevatten en het streven om dit in de instrumenta tie te bereiken werd niet altijd met succes bekroond. Bovendien was deze niet altijd in overeenstemming met de choreografische uitbeeldin gen waarin eveneens soms een ge mis aan tegenstellingen viel te con stateren. Doch al met al kon worden vast gesteld, dat deze muziek niet van talent ontbloot is en blijk gaf van een streven naar en soms een be reiken van een eigen klankidioom. Het Rotterdams Conservatorium Orkest onder Jan Out verklankte deze partituur evenals de hieraan voorafgaande Danse Sacrée et Dan se Profane (Margot FlipseBroe ders toonde zich weer een voortref felijk harpiste) op zeer verdienste lijke wijze, al zou een consciëntieus toepassen van de dynamische scha keringen de kiankproduetie zeker aan waarde hebben doen winnen. Voor de pauze waren de piano begeleidingen in. handen van Peter Snelleman en Norbert Loeser. H. v. B. Eerste Duitse film tn. Nederland! De eerste na-norlogse Duitse film zal binnenkort in de Nederlandse bioscopen te zien zijn. Het is „De moordenaars zijn onder ons" (Die Mörder slnd unter uns), die Vrijdag na herkeuring door de centrale commissie voor de filmkeu ring voor vertoning m Nederland is vrij gegeven. Hiermee zal men dan hier een eerste indrpuk kunnen krijgen van de stand van 'de Duitse filmproductie, die naar het schijnt enigszins op toe ren begint te komen. In verschillende Duitse steden zijn filmclubs opgericht, die het als hun taak 2len ..de avantgarde van de goede smaak" te zijn. Colin Ri val, voorzitter van de internationale filmliga heeft meegedeeld, dat Duits land dit jaar voor hel filmfestival te Cannes zal worden uitgenodigd en dat de Franse regering had laten weten, dat alle beperkingen voor de uitwisseling tussen Franse en Duitse films zouden worden opgeheven. De Pontue filmmaatschappij van Fritz Kuehhoff ln Hamhurg gaat het boek van Eichendorff „Aus dem Leben eines Taugenichts" verfilmen en een kleuren film maken van Bückners „Dantor.s Tod"; een derde productie is ,,Das Lc- ben der Ellse Lensing", de vncndln van Hebei, met Hilde Kocrbcr in de titelrol. Een filmstudio te Münchcn is begonnen een Duitse versie te maken van Sir Laurence Öllvler's ..Hamlet". Oostenrijk Ook de Oostenrijkse filmproductie beeft In 1948 weer vooruitgang kunnen boeken en ls aardig op weg om zich van de gevolgen van de Duitse bezet ting cn van de oorlog te herstellen. ïn het afgelopen jaar hebben 24 Oosten rijkse hoofdfilms hun premières be leefd. waaronder films, die ook reeds in het buitenland vertoond worden, zoals „Der Prozess". ..Das andere Leben", „Der Engel nut der Posaunc". Binnen kort zullen nieuwe hoofdfilms aan het publiek vertoond worden o.a. de Beet- hovcnfllm „Eroica". Rusland: minder maar beter De Russische filmindustrie heeft van de Sovjet-regering opdracht gekregen minder maar betere films tc vervaardi gen. De films moeten hoofdzakelijk handelen over hedendaagse kwesties cn onderworpen. Elke film moet* een bij drage zijn tot de opvoeding van het Russische volk in de geest van het com munisme, elke film moet technisch van hoge kwaliteit zijn cn als een film aan alle gestelde eisen voldoet, moet or door doeltreffende propaganda voor worden gezorgd, dat de mensen in grote getale komen kijken. ïn Moskou is dezer dagen dc première gedraaid van een documentaire film over Lcnin, die voor een deel tijdens zijn leven ls opgenomen en binnenkort zal de Sovjet-Unie haar eerste drie dimensionale, veelkleurige bioscoop journaal hebben. „Actors hobby market" Hollywood heeft weer een nouveauté: een winkel in knutselwerk van acteurs en andere personen, die op de écn of andere manier bij dc filmindustrie werkzaam zijn. „Actors hobby market" heet de nieuwe zaak on men kan er dmgtn kopen, die filmsterren, masseu ses. grimeurs, regisseurs, garderobejuf frouwen en tal van anderen in hun vrije tijd of in een töd van werkloos heid hebben vervaardigd. Tentoonstelling vsn kathedraalschattcn in het Prinsenhof Wederom zal dit jaar de belangstel ling van kunstlievend Nederland ge richt zijn op het Prinsenhof te Derft, waar een tentoonstelling zal worden georganiseerd van de Kuthedraalschat- ten te Straatsburg. Wij geven hierbij een foto van ecu der bekendste beel den. Zij zijn bijna allo van de hand van een geheimzinnig Nederlander, van Leyden genaamd, dia in het midden ch?r 13e eeuw uit ons land Je getrokken cn wie men ter versiering van de Kathe draal te Straatsburg zeer belangrijke opdrachten heeft gegeven, Ven deza geheimzinnige Nederlander ls ln eigen land geen werk bekend, Ook zal een wereldberoemde gouden Schrijn met de gebeenten van St Gcr- vastus er St. Protatius te zien zijn. Hereniging der Kerken Over dit onderwerp zal Donderdag avond 27 Januari om acht uur, Jn do Vredeskerk aan de Leedc, spreken dr. H. v. d. Linde uit Utrecht, studie-secretaris van. de Oecumenische Raad van kerken V

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1949 | | pagina 5