Negen heit de klok! De klok
heit negen üür
Vervluchfiging der
""werkelijkheid"
1
FILM VARIA
Charmant stuk j e familieleven
Schreden op het danspad
De Herbergierster
Artisten trekken zich niets aan
van publiek in de zaal
Anders dan andere
„bonte" avonden
Nieuwe bundel
van
Ed. Hoornik
Manifestatie in de
Schouwburg
Maandag 24 Januari 1949
Cor Hermus schrijft in zijn toe
lichting in het programma, dat de
spelers van Comedia aan de instu
dering van Carlo Coldoni's De Her
bergierster oprechte vreugde heb
ben beleefd.
Wie de voorstelling, hier gisteren
in de schouwburg, gezien heeft zal
dat grif aannemen en stellig onder
de bekoring gekomen zyu van de
luchtige zwier en de animo waar-
mee het feestelijke spel van de
achttiende eeuwse Venetiaan werd
opgevoerd.
Coldoni, hier vrijwel onbekend,
is een virtuoos en zeer vruchtbaar
toneelschrijver geweest, die niet
minder dan 200 werken op zijn
naam heeft staan. De Herbergier
ster schreef hij in 1751 voor het
carnavalsfeest en van die vrolijke
sfeer is het stuk geheel doortrok
ken.
De gasten van de mooie en kc-
kette herbergierster MirandoLina:
een verarmde Markies,- en een poe
nige rijke graaf, maken haar om
strijd het hof, maar Mirandolina
schept er meer behagen in de vrou-
wenhatende Ridder van Ripafratta
aan haar voeten te krijgen. Als
haar dit, dank zij een geraffi
neerd spel, gelukt, sliept zij al deze
galante heren uit en trouwt met
haar temperamentvolle bediende
Fabrizzio.
Het is voor de spelers geen ge
ringe taak de' vederlichte roman
tiek van het achttiende eeuwse
Italië te suggereren. Men had, met
alle waardering voor het aardige
spel van Mimi Boesnach, deze her
bergierster zich toch nog speelser
en geraffineerder kunnen, voorstel
len, maar de opvoering als geheel
voldeed, dank zij de uitmuntende
regie van Cor Hermus,*zeer, Bij
zonder goed trof Han Bentz van
den Berg de juiste toon als de ca-
pitulerende vrouwenbatende Rid- I
der, evenals Lucas Wensing, die
zij het soms wat al te caricaturaal t
een kostelijk zot Markies je gaf
en Fons Rademakers, de primi
tieve, vurige Fabrizüio. Het spel
van Jules Verstaete (de poenige
Graaf) stak hierbij wat mat af,
Niet genoeg te prijzen is de ver
rukkelijke, en in de beste zin van
het woord clowneske creatie van
Cor Hermus (bediende van de Rid
der). Ellen de Thouars en Ellen
Vogel verdienen veel lof voor dc
wijze waarop zij twee ondeugende
toneelspeelstertjes typeerden.
De fleurige en kleurige voorstel
ling in het zeer frisse en smaak
volle décor van Nico Wijnberg,
verwekte b(j de leden van de VU
enthousiaste reacties.
(Van een eigen verslaggever)
HET zal met „Negen heit de klok" van de K.R.O. wel net zo
zijn als met de „Bonte Dinsdagavondtrein", de „Bonte Bal"
en hoe al die bonte radio-programma's ook mogen heten. De ene
helft van het publiek vindt ze reuze goed, de andere helft zegt,
dat er niets aan is. Niettemin zal het vele radioluiste
raars zijn opgevallen, dat er in „Negen heit de klok"
toch iets is, dat het onderscheidt van de meeste
andere „bonte" uitzendingen. Voornamelijk, dat men
zich niet 20 dikwijls in verbazing behoeft af te vragen,
waarom in vredesnaam het publiek in de studio
toch zo onbedaarlijk zit te lachen, terwijl er thuis,
aan de luidspreker, absoluut niets te lachen
valtl
hun gezichten half verscholen ach
ter de bladzijden tekst optreden.
De andere medewerkers zitten
rustig op een rijtje hun beurt af
te wachten om voor de microfoon
te komen. Geen décors dus, geen
gordijnen en geen verrassend „op
komen", Alleen de musici van het
orkest van Klaas van Beeck, die
in rok optreden, zorgen voor enig
ccchet. De mensen in de zaal
voelen zich dus eigenlijk niet echt
uit. want ze zien geen „toneel". Ze
mogen eenvoudig eens kijken, hoe
het tijdens een radiouitzending toe
gaat.
Weinicj propagandistisch
Men begrijpt, dat door deze
wijze van werken voor de
K.R.O. een groot deel va* een
„DAAR ZIJN WE WEER! Wtf zUn
gewone mdnnetjes en toe komen
d'r niet aan te pas". VJ.n.r. „Kris"
(Harry Bronk), „Kras" (Wam Hes-
kesj en „Kruimeltje" met de kin
derstem (Alexander JPolflj.'
PRECIES. Daarin zit het
verschil. Ook „Negen heit
de klok"- wordt door toeschou
wers in de studio bijgewoond.
Maar de artisten van „De
Klok" trekken zich van dit
publiek geen cent, zelfs geen
halve cent aan. Ze zijn
(de heren tenminste) onge
schminkt, dragen dezelfde
costuums, die ze 's-morgens
toevallig hebben aangetrok
ken. ze houden het papiertje
met de tekst van hun sketch
of liedje in de hand en doen
geen moeite om grimassen of
gebaren de gesproken of ge
zongen tekst kracht bij te zet
ten.
Kortom, zij spelen niet „op de
zaaL"; doch -uitsluitend op de mi
crofoon. Men verwaarloost de
zichtbare (visuele) effecten en stelt
zich zuiver, al thans zo zuiver mo
gelijk in, op het voor cie luisteraars
in het land hoorbare (auditieve).
Hier dus geen dames Snip en
Snap in lachwekkende soepjurken,
geen Lou Bandy, die b.v. met een
blatende geit het toneel op komt,
of een kunstig gegrimeerde Peter
Pech. Het studio-publiek bij „De
Klok" ziet de drie gewone manne
tjes, Kris. Kras en Kruimeltje met
prachtig stuk directe propa
ganda verloren gaat De an
dere omroepverenigingen bie
den elke week weer honder
den van hun leden-luisteraars
wél een echte voorstelling, mèt
décors, mèt requisfeten en mét
costuums. ~En dan gaat daar
nog dikwijls een propagandis
tische toespraak en of een
rondleiding door de studio's
aan vooraf,
Maar het is ook duidelijk, dat
bij „Negen heit de klok", afgezien
van het gehalte van het program
ma zelf en ook de medewerkende
artisten buiten beschouwing gela
ten, alleen de gevolgde methode
al de radio-uitzending gunstig
moet beïnvloeden.
In hoeverre het propagandis
tische offert, dat de K.R.O. zich
getroost, in ander opzicht positieve
resultaten oplevert, is ook voor de,
programmaleiding zelf moeilijk te
bepalen. Men heeft slechts weinig
betrekkelijk contact met de grote
schare luisteraars. Men weet niet
altijd en zeker niet van te vo
ren of de massa van een pro
gramma „reuze goed", dan wel
„niets aan" zal zeggen. Wie zich de
moeite wil getroosten, die schrijve
eens zij oordeel over „Negen heit
de klok". Men is in omroep-krin-
gen altijd zeer erkentelijk voor
dergelijke brieven.
Zoals men heeft kunnen mer-
1EDER OP ZIJN BEURT. Het pu
bliek by Negen heit de JcZok" ziet
de artistendie straks voor de mi
cro toon komen, netjes op een rijtje
zitten wachten. V.l,n,r.: Bob Ver-
straete, Jacq. van Kollenburg, Jet
ty Cantor, Katja. Bemdsen, Jo van
der Noordt, Mela SoesmanKo van
den Bosch, Sonja Oosterman, Auk-
je KarssemeijerDe Jong en Yvon
ne Munnig—Schmidt.
Als niet alle tekenen bedriegen
heeft Rotterdams Toneel met
O'Neill'a „Ah! Wilderness" (Liefde
ln 1600) een zeer gelukkige keus
gedaan. Het spel van de grote
Amerikaanse dramaturg is Zater
dagavond by de Rotterdamse pre
mière allerhartelijkst ontvangen
en het publiek beleefde kennelijk
veel genoegen aan dc uitstekende
opvoering van het charmante, pre
tentieloze stuk.
O'Neill vraagt hier geen aan
dacht voor beklemmende proble
men, zoals in „Liefde onder de Ol
men" of „Emperor Jones" „Bizar
Intermezzo" of „Days without end",
hy wil U niet boelen door een. lis
tige intrige of opzettelijke spits
heden, maar hij 2et u een stukje
familieleven uit het begin van deze
eeuw voor, zomaar een alledaags
gezin van goede Amerikaanse bur
gers, gewone mensen zonder hevige
aberraties of psychische defecten:
de ouders.' van de oude stempel,
gevangen in de fatsoensbegrippen
van die dagen en ietwat ontsteld
over de denkbeelden der jonge ge
neratie, vooral ovei* die van hun
voortvarende, romantische 17 jari
ge zoon Richard, die Swinburn
leest en Omar Khay-yam en Shaw
en Marx.
Vader, eigenaar van gen plaatse-
Rjke krant toont wel enig begrip
voor de Sturm und Drang van de
jongen, maar moeder Miller houdt
haar hart vast als zij uit citaten
verneemt in welke „verderfelijke"
lectuur zoonlief zich verdiept,
.Met milde humor en ironie en
warme menselijkheid tekent O'Neill
de zorgen der ouders om het
kroost. Er zijn nog drie kinderen:
de student Arthur, Milred, een vro
lijke bakvis en het jongste zoontje
Tommy. Zij leveren voor het mo
ment geen moeilijkheden op, maar
Richard, de onstuimige brengt een
paar dagen het huis in rep en roer:
Muriel, zijn meisje schrijft hem af
en verbitterd wil de jongen zich in
het zonnige leven storten. Meege-
oen niiftere w*''**"4 v--
zoekt hjj een verdacht kroegje, be
zwijkt weliswaar niet voor de ver
leidingen van een juffertje van ple
zier, maar komt 's avonds Iaat toch
ver boven zijn theewater thuis,
waar de dodelijk ongeruste ouders
zich geen raad weten met zijn ken
nelijke staat.
Gelukkig is oom Sid, moeders
met spiritualiën op goede en ver
trouwde voet staande broer, pre
sent om dit varkentje te wassen.
Och, het komt allemaal snel op
z'n pootjes terecht: de andere dag
is het weer „aan" met de jonge ge
liefden en uit een gesprek tussen
veder en zoon blijkt maar al te
duidelijk dat de jongen uit het
goede hout gesneden is en vol ver
trouwen ziet vader Miller de toe
komst van zijn zoon tegemoet.
Een heel aardige bijfiguur is de
goedige, maar een beetje wild le
vende oom Sid en ontroerend ge
tekend is tante Lilly, een zuster
van Miller, een fijnzinnige consciën
tieuze vrouw, die onaanks haar
hefde voor Sid deze bon vivant
niet als echtgenoot durft te aan
vaarden, -
Ko Arnoldi, extra toegekl&pt aan
het slot, heeft in deze voortreffe
lijke voorstelling een heel groot
aandeel gehad. Niet alleen verzorg
de hij met Veel succes de regie, hij
heeft ons ook een kostelijke oom
Sid gegeven, geestig en beheerst
„onder invloed" en ontroerend in
de berouw-scène met Lilly.
Prachtig speelde Willy Haak dc
bezorgde moeder en niet minder
voortreffelijk was Richard, Flink
als vader Miller. Jan Velzeboer
boekte een nieuw succes. Zijn
Richard was, vooral in de liefdes-
scène's heel aannemelijk. In mo
menten van irritatie zou men het
agressieve in 2ijn intonatie wat be
heerster en vooral genuanceerder
wensen. Bijzondere lof verdient
Georgette Reyewski voor haar zeer
fijnzinnige en ontroerende tante
Lilly. Annie de Lange was een
-J'-i-ni-Vrt •Rniio. tneisie van
ken, wordt „Negen heit de klok"
elke week als het ware aan een
andere „kapstok" opgehangen. Men
kent Straatzangersklokken, Len-
teklokken, Winterklokken, Sprook-
jesklokken, Kermisklokken en ook
wel KI okkeh-klokken. Van te vo
ren wordt voor een heel seizoen
tegelijk een schema gemaakt. Dat
wil echter niét zeggen, dat b.v. de
„Klok" van Zaterdag, 9 April a.s.
nü al is samengesteld. Er bestaat
slechts een geraamte. Maar de
meppen en actuele liedjes worden,
misschien pas op 5 of 6 April in
elkaar „getimmerd".
De timmerlieden
WIE de timmerlieden zijn?
Soms zijn dat auteurs van
buiten de omroep. Maar mees
tal bouwen. Jan. de Cler,
Alexander Pola en Dico van
der Meer zelf hun klokken.
Deze drie schrijven, maar ze
spelen ook en ze worden ter
zijde gestaan door een kleine
vaste kern van. kleinkunste
naars,
Daartoe behoren Bob Verstraete,
Han König, (die ook de regie
voert) en „Kris", „Kras" en
„Kruimeltje"; dit zijn respectieve
lijk Harry Bronk, Wam Heskes en
Alexander Pola. Tot de „kern"
behoren nog Klaas van Beeck en
zijn orkest en Piet Lustenhouwer,
de muziek-regisseur. Verder tre
den in de „Klok" iedere week nog
extra artisten op, doch dit zijn
„losse" medewerkers.
Het programma, dat de radio
luisteraar Zaterdagsavonds hoort,
is een'"grambfdon-opnarne,'" die
twee dagen te voren is gemaakt.
Donderdagsmorgens om tien
uur komt de „Klok"-Staf in de
studio bijeen. Dan pas krijgen de
spelers hun teksten. De gehele dag
wordt geprobeerd, veranderd en
gerepeteerd en 's avonds om ze
ven uur gaal de generale repeti
tie, met publiek, in de grote con
certzaal. Om negen uur (met
nieuw publiek) begint men met-
het vervaardigen van de eigenlijke
opname, die wordt uitgezonden op
Zaterdagavond. Dan zitten Kris,
Kras en Kruimeltje en al die an
deren, die er aan hebben meege
werkt, zelf ook thuis te luisteren
naar „Negen heit de klok!"
egd, en daarbij kon het wel eens
'ebeuren, dat niemandsland betre-
MET zijn laatste bundel Ex
Te neb ris (A. A. M. Stols,
Den Haag, 1948) heeft Ed, Hoor-
n i k een gevaarlijk stadium in zijn
ontwikkeling bereikt, waarvan men
voorlopig met kan zien, hoe een
verdere ontwikkeling mogelijk is.
De grond voor deze bezorgdheid is
psychologisch en berust niet op de
formele eigenschappen dezer poë
zie. Hoezeer het laatste gevoel van
werkelijkheid ten opzichte van het
leven voor de dichter als het ware
verijlt en verdampt tot onwezen
lijkheid, en slechts het nihilistische
gevoel van een alles doordringende"
leegte blijft, gelijk wij dat ook uit
Letterkundige kroniek
door
Victor E. van Vriesland
moderne existentialistische stro
mingen kennen, de vormgeving
dezer verzen bleef een krachtige en
stevige structuur vertonen, welke
doet gevoelen dat de uitingsdrift
zich verzet tegen de psychische
processen van de dichter en daar
een tegenwicht van vormt.
HOORNIK behoort tot de genera
tie van jongeren, wier eerste
werk, wier eerste bewustwording
pleïzier, maar iets canailleuzer stelt
men zich zo'n deerntje wel voor.
Uitstekend was de intonatie van de
kellner uit het kroegje (Frans v. d.
Lingen, die ook als de oude heer
Mac Comber aardig typeerde).
Veel te waarderen ook in de kinde
ren: Frans Vorstman (student),
Mariètte Flink (een leuke lache
bek: goed haar vreugde om oom
Sid aan tafel), en Tommy, een aar
dige travesti van Anke Smit.
Manon Alving was uitstekend als
Muriel, Richards meisje en Eva
Hauck, ditmaal eens een dienstbo
de, moet met ere genoemd worden.
Ad Noyons en Eli Blom gaven goe
de typeringen van kleine rollen.
Het decor van ir. A. Viergever
steunde de goede sfeer voortreffe
lijk.
D. Roodenburg Vermaat
tussen twee wereldoorlogen tot
stand kwam, in de gestadige, uit
zichtloze dreiging die toen vooral bij
de jeugd de gemoederen beklemde.
ZIJ viel samen met een economische
crisis welke er eveneens toe mede
werkte, dat, globaal gesproken, aan
dat geslacht van jongeren de letter
kundige eruditie onthouden bleef,
buiten hun schuldt welke toch juist
in een zo op traditie berustend ge
bied als dc dichterlijke vorming
(met de nadruk op „vorm") onont
beerlijk moet worden geacht.
Van deze groep werd Hoornik al
spoedig het middelpunt als tijd
schriftleider („Werk", later „Crite*
rium"), criticus en dichter. Zij was
niet geslagen door een droom, ge
lijk met de z.g, generatie van 1910
het geval was geweest, maar ge
kweld door een werkelijkheid. Deze
dichters zochten die werkelijkheid
te benaderen in het alledaagse en
gewone. Dit werd hun sociaal pro
bleem, hün levensprobleem. Het ge
vaar van de poëzie die op deze wij
ze ontstond en. op het voetspoor van
het oudere „Forum", in wrangheid,
cynisme, zelfironie en bijtend sar
casme de elegische klacht der voor
afgegane dichters leek te willen smo
ren, was dat z(] te veel in het anec-
dotische bleef steken. Wat vroeger
de bij uitstek dichterlijke stof was
van de dromers cn vervoerden (Ro
land Holstb, werd vervangen door
het vastberaden streven, vóór alles
„aards" te zijn on met terug te
schrikken voor het banale, platte,
huiselijke of triviale.
Een dergelijke poëzie bleef nood
zakelijk te afhankelijk van het „ge
val", de directe aanleiding. Mense
lijk dikwijls treffend, werd zij zel
den door de schouwende verbeelding
tot algemener geldlghejd gebracht
Als reactie hierop trad een tegen
stroming aan de dag, waarin de wer
kelijkheid ontvlucht werd irt een
zweven dassociëden of een idylli
sche verbeelding. Tot deze fantaisis-
ten behoren b.v. Aafjcs, Lehmann.
Achterberg ea-ï Vasalis is van hen
de begaafdste.
HET is om dergelijke verschijnse
len dat de groei van „Crite
rium" ook wel die van het „roman
tisch realisme is genoemd. Het ver-
beeldingselcment van de jongeren
nam na de druk der bezettingsjaren
hoe langer hóe meer een vlucht van
de werkelijkheid af, m de richting
van con. gedroomd Hellas of een
idyllisch levensgevoel, Waanp de
oorlogsspanningen radicaal moesten
worden vergeten, en dat gepaard
ging aan een streng classicistisch
herstel van de metrische vorm.
Een merkwaardig parallel isme
deed zich voor bij de na-oorlogs-
ontwikkehng van Ed. Hoornik en
Bertue Aafjes. De hierboven ge
noemde bundel van Hoornik bevat
gedichten, geschreven in 1946 cn *47.
De laatste bundel van Aafjes, „Hot
Koningsgraf", is samengesteld uit
sonnetten, tussen 25 Maart en 1 Mei
3047 tot stand gekomen re Cairo.
Het ls .derhalve moeilijk uit te ma
ken, wie van beiden de ander be
ïnvloed heeft en van groot belang
acht ik prioriteitskwesties als deze
in de regel ook niet. Vast staat ech
ter. dat bij de een zowel als bij de
ander een groots kosmisch nihilisme
zijn intrede heeft gedaan, welk, na
tuurlijk wel met behoud van een
deel har er Oorspronkelijke kenmer
ken. hun thans overwegend trocha-
eïsche verzen hooft vernieuwd. Bij
de een als bij de ander staan wij
voor een plotseling duizelingwek
kend vacuum: de vertrouwde beel-
Voor het totaalbeeld van een
dansuitvaering is wellicht meer
nog dan bij andere kunstuitingen
mede bepalend de regie, de
structuur van het programma. Daar
kan niet genoeg aandacht aan be
steed worden. De uitvoering van de
Rotterdamse dansschool van Corrie
Hartong Zondagmiddag in. de
Schouwburg had al direct dit voOr,
dat de bouw van het programma,
waarin begrepen de volgorde der
nummers en de dosering der mede
werkenden, zinvol en verhelderend
was. Want de danseressen: dilet
tanten, beroepsleerlingen en onaf-
hankelijken, die men in vele gra
den van gevorderd- en geoefend
heid vóór de pauze in eigen solo
en enkele groepsdansen had zien
„voorrijden", werden daarna in het
groter en grootste verband bij
eengebracht van Danse sacrée et
Danse profane en de suite Choreo-
irafische Variaties, werken van
lorrie Hartong 2elf.
En hoewel het natuurlijk in de
hier geldende choreografische op
vattingen niet zou passen, dat men
zelfs maar de behoefte zou voelen
de individuele spoorzoekers van
zoeven te herkennen in het pête-
mêle op de brede dansweg daarna,
toch pleitte het voor paedagogisch
inzicht, dat men de producten van
het tweede deel eerst in factoren
ontbonden had.
Het eerste deel van „het dans
pad" werd m vijftien étappen afge
legd,
gebt
den werd, of dat men het spoor
bijster was. De padzoeksters waren
dus niet allemaal padvindsters nog.
maar ook bij deze „kabouters" was
de ernst en toewijding, waarmee zij
hun speurwerk verrichten, te waar
deren.
De Tempelscène zonder begelei
ding het geen duidelijke indruk na;
het was oorspronkelijk ook 'n stu
die geweest voor berocpsleerbngen,
Werkjes met een concreet en voor
al levendig-luchtig gegeven bleken
ook veel beter beheerst te worden:
Gé v. d Voet's Marktkoopvrouw en
(samen met Ann Pasman) de To
venaar en de Pop, dc Humoreske
van Ans v. d. Bergh. Hilariteit ver
wekte Toscha de Jongh met Pin
guïn, al begreep men wel, dat dit
nummer eigenlijk buiten het kader
van een dansmiddag valt. Liesbeth
van Buul danste weer Fieió en ook
Dory v. d. Meulen's Fee menen wij
eerder gezien te hebben; zien. of
weerzien, het was een genoegen.
Danse sacrée et Danse profane op
muziek van Debussy (Margot Flip-
se—Broeders speelde de harpsolo)
werd bjj de opening van de
Schouwburg gegeven. Corrie Har
tong en Dory v. d. Meulen waren
de solisten in dit boeiende werk,
dat vooral in het snellere tweede
deel zeer fraaie, vloeiende lijnen
krijgt en met grote overgave werd
gedanst. Het publiek was opgeto
gen.
De Choreografische Variaties ge
tuigden indien dit nog nodig was
van de inventieve geest van
Corrie Hartong. Het was niet altijd
gemakkelijk de grote lijn vast te
houden, die door de zeven variaties
op een thema loopt, temeer daar
dit thema mdimentair-veelomvat
tend is: het moet n.l. „de mogelijk
heden" oproepen, „die in een dan
ser en in de ruimte sluimeren." Het
meest troffen ons de burlesco (bet
openbloeien van de beginfiguurj en
de wals; maar ook in de overige
variaties waren interessante oplos
singen.
De yolle zaal heeft aan het slot
met 'n langdurig applaus bedankt.
H. F. Reedijk.
De Choreographische Variaties
van de Jonge componist Francois
Steenhuis in nauwe samenwer
king met de choreographe Corrie
Hartong werd de muziek voor dit
ballet gecomponeerd lieten com-
positaif- beschouwd gemengde in
den Van deze Wereld schijnen eens
klaps weggevallen en de dichter die
leven, wereld, God en werkelijkheid
heeft verloren, blijkt weggezonken
in een verbijsterend niets en bevindt
zich tegenover dit leee heelal in een
positie, die vlak aan. de rand van de
waanzin raakt. In de prachtige en
diep aangrijpende bundel van Bertus
Aafjes doet dit verschijnsel zich mis
schien het meest verentrustend voor,
als uiting van een verstikkende
angst en een In hoge mate onrustba
rende desintegratie van de geest,
Ook bij Hoornik echter Is dit sen
timent, op een iets dagelijkser plan,
nog beklemmend genoeg. De motie
ven. van het alleen-zijn, los van al
wat het zielsbezit der persoonlijk
heid was, komen in steeds andere
gestalte teruc. Het lopen langs de
spiegelruiten der winkels, waarin de
dichter zich ziet staan, maakt hem
bewust van do vreemde leegte bin
nen cn buiten hem: „Van mijn jvugd
af zag ik hoe de dingen anders wer
den in het spiegelglas."
ALS een heugenis aan do weg, die
tot deze volledige ontwaarding
der werkelijkheid leidde, roept de
dichter soms met eeti enkel woord
de oorlogservaringen op: „Banger
word ik voor mijn eigen wezen: Da
chau schoof een raster voor mijn
ziel". Of: „Ik weet zeker, dat het
geen verschil maakt, o£ ik Dachau
of de wereld zeg". Er is een spook
achtig automatisme in het levens
gevoel van deze poëzie gedrongen:
de angst voor het niets schijnt alles
doordrongen te hebben met een
smaak des doods. Hot erotische ele
ment, dal vroeger in Hoornik zo
sterk was, is hieraan geheel onder
geschikt geraakt.
„Doodcr worden iedre dag de
(dingen:
melkglas, broodmes, bordje cn
(beschuit.
Automatisch a!3e handelingen:
loopen, omkijken, een tram
(opspringen,
blijven stilstaan, in een
(spiegelruit"
Of tn een ander gedicht:
„Maar nu heb ik nog maar één
(motief:
niet de dingen, maar hun
(spiegelingen
en de wereld heb ik niet meer
(lief."
Deze bundel is niet alleen een
keerpunt in het oeuvre van Hoornik,
maar naar mijn mening ook een
hoogtepunt. Hij Is representatief
voor de existentialistische levensge
voelens van deze tijd. die echter
blijkbaar een. strenge vormgeving
niet uitsluiten. Hij is een voorbeeld
hoe oalc ontbindende en ten onder
gang leidende sentimenten niet
slechts hun bevestiging maar in ze
kere zin zelfs hun rechtvaardiging
vinden door de dichterlijke geest
kracht en gloed, die ze om-munt tot
het goud der poëzie.
drukken na. Over het geheel geno
men viel er veel te waarneren,
want Steenhuis is zeker een talent
vol musicus.
Maar de keuze van het thema,
dat uiteraard beslissend voor de
verdere ontwikkeling* van zon
werk is, bleek minder gelukkig te
zyn. De nodige compositorische te
genstellingen waTen er niet in aan
wezig en deze tekortkoming deed
zich dan ook in de variaties soms
sterk gelden. Climax en anti-cli
max in de eigenlijke zin van het
woord bleek deze compositie in met
voldoende mate te bevatten en het
streven om dit in de instrumenta
tie te bereiken werd niet altijd met
succes bekroond. Bovendien was
deze niet altijd in overeenstemming
met de choreografische uitbeeldin
gen waarin eveneens soms een ge
mis aan tegenstellingen viel te con
stateren.
Doch al met al kon worden vast
gesteld, dat deze muziek niet van
talent ontbloot is en blijk gaf van
een streven naar en soms een be
reiken van een eigen klankidioom.
Het Rotterdams Conservatorium
Orkest onder Jan Out verklankte
deze partituur evenals de hieraan
voorafgaande Danse Sacrée et Dan
se Profane (Margot FlipseBroe
ders toonde zich weer een voortref
felijk harpiste) op zeer verdienste
lijke wijze, al zou een consciëntieus
toepassen van de dynamische scha
keringen de kiankproduetie zeker
aan waarde hebben doen winnen.
Voor de pauze waren de piano
begeleidingen in. handen van Peter
Snelleman en Norbert Loeser.
H. v. B.
Eerste Duitse film tn. Nederland!
De eerste na-norlogse Duitse film zal
binnenkort in de Nederlandse bioscopen
te zien zijn. Het is „De moordenaars
zijn onder ons" (Die Mörder slnd unter
uns), die Vrijdag na herkeuring door
de centrale commissie voor de filmkeu
ring voor vertoning m Nederland is vrij
gegeven. Hiermee zal men dan hier een
eerste indrpuk kunnen krijgen van de
stand van 'de Duitse filmproductie, die
naar het schijnt enigszins op toe
ren begint te komen. In verschillende
Duitse steden zijn filmclubs opgericht,
die het als hun taak 2len ..de avantgarde
van de goede smaak" te zijn. Colin Ri
val, voorzitter van de internationale
filmliga heeft meegedeeld, dat Duits
land dit jaar voor hel filmfestival te
Cannes zal worden uitgenodigd en dat
de Franse regering had laten weten, dat
alle beperkingen voor de uitwisseling
tussen Franse en Duitse films zouden
worden opgeheven.
De Pontue filmmaatschappij van Fritz
Kuehhoff ln Hamhurg gaat het boek
van Eichendorff „Aus dem Leben eines
Taugenichts" verfilmen en een kleuren
film maken van Bückners „Dantor.s
Tod"; een derde productie is ,,Das Lc-
ben der Ellse Lensing", de vncndln van
Hebei, met Hilde Kocrbcr in de titelrol.
Een filmstudio te Münchcn is begonnen
een Duitse versie te maken van Sir
Laurence Öllvler's ..Hamlet".
Oostenrijk
Ook de Oostenrijkse filmproductie
beeft In 1948 weer vooruitgang kunnen
boeken en ls aardig op weg om zich
van de gevolgen van de Duitse bezet
ting cn van de oorlog te herstellen. ïn
het afgelopen jaar hebben 24 Oosten
rijkse hoofdfilms hun premières be
leefd. waaronder films, die ook reeds in
het buitenland vertoond worden, zoals
„Der Prozess". ..Das andere Leben",
„Der Engel nut der Posaunc". Binnen
kort zullen nieuwe hoofdfilms aan het
publiek vertoond worden o.a. de Beet-
hovcnfllm „Eroica".
Rusland: minder maar beter
De Russische filmindustrie heeft van
de Sovjet-regering opdracht gekregen
minder maar betere films tc vervaardi
gen. De films moeten hoofdzakelijk
handelen over hedendaagse kwesties cn
onderworpen. Elke film moet* een bij
drage zijn tot de opvoeding van het
Russische volk in de geest van het com
munisme, elke film moet technisch van
hoge kwaliteit zijn cn als een film aan
alle gestelde eisen voldoet, moet or
door doeltreffende propaganda voor
worden gezorgd, dat de mensen in grote
getale komen kijken.
ïn Moskou is dezer dagen dc première
gedraaid van een documentaire film
over Lcnin, die voor een deel tijdens
zijn leven ls opgenomen en binnenkort
zal de Sovjet-Unie haar eerste drie
dimensionale, veelkleurige bioscoop
journaal hebben.
„Actors hobby market"
Hollywood heeft weer een nouveauté:
een winkel in knutselwerk van acteurs
en andere personen, die op de écn of
andere manier bij dc filmindustrie
werkzaam zijn. „Actors hobby market"
heet de nieuwe zaak on men kan er
dmgtn kopen, die filmsterren, masseu
ses. grimeurs, regisseurs, garderobejuf
frouwen en tal van anderen in hun
vrije tijd of in een töd van werkloos
heid hebben vervaardigd.
Tentoonstelling vsn
kathedraalschattcn in
het Prinsenhof
Wederom zal dit jaar de belangstel
ling van kunstlievend Nederland ge
richt zijn op het Prinsenhof te Derft,
waar een tentoonstelling zal worden
georganiseerd van de Kuthedraalschat-
ten te Straatsburg. Wij geven hierbij
een foto van ecu der bekendste beel
den. Zij zijn bijna allo van de hand van
een geheimzinnig Nederlander, van
Leyden genaamd, dia in het midden ch?r
13e eeuw uit ons land Je getrokken cn
wie men ter versiering van de Kathe
draal te Straatsburg zeer belangrijke
opdrachten heeft gegeven, Ven deza
geheimzinnige Nederlander ls ln eigen
land geen werk bekend,
Ook zal een wereldberoemde gouden
Schrijn met de gebeenten van St Gcr-
vastus er St. Protatius te zien zijn.
Hereniging der Kerken
Over dit onderwerp zal Donderdag
avond 27 Januari om acht uur, Jn do
Vredeskerk aan de Leedc, spreken dr. H.
v. d. Linde uit Utrecht, studie-secretaris
van. de Oecumenische Raad van kerken
V