Kaas kopen is een kunst en een
kwestie van smaak
JUICH!
Een sprookje wordt werkelijkheid
op expositie in Amsterdam
ZeghéeToon Hermans!
Het winkelcentrum achter
de Coolsingel
DIAMANTEN FLONKEREN.
Nuchter doel: propaganda voor het
zwaar getroffen vak
Belangrijke bron van
deviezen
VOORKOMT
Edammer is droger en minder vet
dan de boeren-Goudse
Smeerkaas is
geen afval
JONGENS EN MEISJES
Wl
De kleine men droomt van
inkie's avonturen..
Prof. van den Broek
geeft toelichting
4
Zaterdag 19 Februari 1949
Diamantslijver aan zyn „mo
len". De poreus-vieren slijp-
schijf draait met een snelheid
van ongeveer 2400 omuienteiin-
gen per minuut (40 per secon
de,'). De slijper smeert er een
menpsel van ftfnsestömpfe dia
mant (boort) en olie op, waar
door bü het sly'pen een laao
xoordt gevormd, die harder is
dan diamant en deze dus afslijpt
(Van een eigen redacteur)
T N Juni zal voor velen een sprookje "werkelijkheid worden: in Amster
dam zal dan een diamant-tentoonstelling worden geopend zo groots.
zx> ryk. zo sch«terend als er waarschijnlijk nergens ooit in de wereld een
is geweest. Voor vele millioenen guldens aan ruwe en geslepen diamanten
en juwelen zullen te zien zijn m de grote zaal van de Beurs voor de
Diamanthandel aan het Weesper plein De grote, ietwat ouderwetse ruimte
wordt volgens plannen van de binnenhuis-architect S Asscher, zo
verbouwd, dat de sfeer van het sprookje wordt benaderd.
lang noodzakelijk is voor verdere
bewerking, daarna „gesneden"
een enigszins misleidende uitdruk
king. beter kan mer. zeggen rond-
fiewreven en daarna geslepen.
Dat slijpen kan geschieden vol
gens verschillende modellen: er is
de roos( rond, van onderen vlak,
van boven bol), de briljant (rond,
van onderen puntig, van boven
vlak met schuive zyvlakken), de
pendeloque (peervormig), de mar
quis (ovaal), da senaal (rechthoe
kig) enz. Iedere vorm eist zijn
Cigen snij- en slyptechnaek. Wie
er meer van wil weten kunnen wij
een excursie naar een der Am
sterdamse slijperijen {bij voorbeeld
Asscher in de Tolstraat) sterk
aanbevelen.
Concurrentie
De Amsterdamse diamant-in
dustrie heeft met alleen te lijden
onder een nijpend gebrek aan
vaardige beoefenaars van dit vak.
maar ook van een zware concur
rentie uit het bmteiriand. Vooral
de Duitse diamant-mjverbeid en
dc Belgische buisindustrie (de
laatste is wel ietwat aan het ta
nen) bezorgen de Amsterdamse
patroons en werklieden zware zor
gen. Propaganda te maken voor
het prima Amsterdamse product
en daardoor het hoofd te kunnen
bieden aan de concurrentie is het
hoofddoel van de Amsterdamse
expositie, die van 16 Juni tot 3
Juli wordt gehouden.
Niet alleen Amsterdam, maar
heel Nederland heeft er een groot
belang bij dat de diamantindustrie
nieuwe bloei tegemoet gaat. Dit
vak toch is één van onze belang
rijkste deviezen-..
bronnen! In 1917
bedroeg de uitvoer
van diamant onge
veer 25 miliioen,
in 1948 zelfs f 40
miliioen.
Dat ook de hoog
ste, autoriteiten m
ons' land dit belang
oeseifen blijkt wel
hieruit, dat prins
Bernhard het
beschermheerschap
van de tentoonstel
ling heeft aanvaard
minister-president
dr. W. Drees is
voorzitter van het
ere-comité, waarin
verder zitting heb
ben prof. L i e i-
t i n c k, minister
van Financien en
nr. d'A illy, bur
gemeester van Am
sterdam.
De buitenstaan
ders, vooral de
vrouwen die
moeilijk een éta
lage vol van. deze flonkerende
kristallen kunnen passeren zul
len de expositie wel in de eerste
plaats bezoeken omdat daar zeer
veel te genieten zal zijn. Een
sprookje wordt daar voor hen
werkelijkheid.
VOOR velen heeft diamant, en
alles wat daarmee samen
hangt. een haast mystieke aan
trekkingskracht. Hij, die zijn brood
moet verdienen by de bewerking
van of de handel in diamant, be
ziet de zaken wat nuchterder. En
deze nuchterheid komt ook tot
uiting in het doel van de tentoon
stelling: propaganda maken voor
de bij uitstek Amsterdamse indus
trie. die de laatste tientallen jaren
een moeilijk bestaan lydt en door
de bezetting bijna de genadeslag
heeft gekregen.
Omstreeks 1585 hebben de eer
ste diamantbewerkers zich in Am
sterdam gevestigd; de industrie
daar bestaat dus ai ruim drie en
een halve eeuw Het waren voor
namelijk Spaanse en Portugese
Joden door de inquisitie ver
dreven uit hun land die zich
in Amsterdam op het diamantvak
toelegden. In de'loop der eeuwen
brachten zij het tot zo grote bloei,
dat in de tweede helft van de
vorige eeuw Amsterdam voor een
groot deel economisch „dreef" op
dit vak. Welke plaats ook Am
sterdam als „diamantstad" in de
wereld had en ook de nee-gang,
blijkt wel uit de volgende cijfers:
in 1896 waren er in de hele we
reld 11.750 diamant-bewerkers,
waarvan er 8000 woonden en
werkten in onze hoofdstad. In
1908 waren deze cijfers respectie
velijk 15.000 en 900O (uit deze
jaren dateert de opkomst van de
Belgische diamant-nijverheid), in
Een diamant-snijdster aan haar
machine. De steen is met z.g„ce
ment" een mengsel o.a. van en-
ïce Ze harssoortcn gekit op de
verstelbare spil. De snijdster houdt
er een stuk onslijpbare diamant
boort tegenaan en zo de
diamant rond.
1920 waren de verhoudingen
30-000 en 11.000, in 1924 rond
23.000 en 6250, in 1929 ruim
34.000 en 6000 en in 1935 ongeveer
36 000 en 5000. In 1940 werkten
in Amsterdam no& maar 4000 dia
mantbewerkers.
Nog 800 over
De oorlog kwam, de Duitsers
deporteerden het overgrote deel
van de Joodse Nederlanders, waar
onder zeer vele diamantbewerkers.
Na de bevrijding waren in Am
sterdam nog maar 800 over, de
in eesten niet-Joden. Dank zij de
propaganda, en de goede lonen,
die nü in „het vak" worden ver
diend vaak is het héél an
ders! zijn er nu weer 1800 dia
mant-slijpers, -snijders en -zagers,
waaronder 330 leerlingen.
Waarom heeft diamant zo'n
vreemde aantrekkingskracht? Is
het de grote waarde van deze sie
raden of de stralende flonkering?
Wij geloven haast beiden. Van
ruwe diamant gaat voor de leek
niet veel bekoring uit. Min of
meer doorzichtige steentjes zijn
het, voor de buitenstaander vaak
kleurloze kristallen. De straling
krijgt diamant let wel: er is
geen verschil tussen diamant en
briljant, deze laatste is slechts een
bepaalde slijpvorm! door de
langdurige bewerking, die hij on
dergaat. De ruwe steen wordt eerst
gekloofd of doorgezaagd, naar ge-
Flakkee weet geen raad
met de uien
De handel m landbouwproducten,
voornamelijk uien en wortelen, op
Overflakkee ligt op het ogenblik bjj-
na stil. De prijs van de uien, die
enkele weken geleden nog twee ets
per kilo was, is thans terug gelopen
en men hoort spreken van 1 cent per
kilogram. Veel landbouwers zitten
nog met zeer veel uien. De laatste
cijfers melden een hoeveelheid va»
ongeveer 25 miliioen kilo. De boeren
gaan zich afvragen wie deze hoe
veelheid zal afnemen.
Niet alleen de afzet van uien maar
ook van de rode wortelen is een pro
bleem.
De oorzaak van bet overschot aan
uien is, dat de oogst in Europa dit
seizoen zeer groot was, terwijl ten
gevolge van het zachte winterweer
de consumtie laag is gebleven. Voor
de wortelen geldt hetzelfde, dsgi in
geringere mate, vernamen wy van
bevoegde zijde.
In het gehele land is een overschot
van wortelen en uien» maar op Over
flakkee, waar men zich vooral op de
teelt hiervan heeft toegelegd, zijn de
moeilijkheden voor de boeren, het
grootst.
Het Theater Plezier van Floris
Meslier is in zoverre iets aparts,
dat dit genre kleinkunst aan vrij
wel alle definities ontsnapt. Het is
geen zuiver cabaret, ook geen re
vue, meer een cavalcade op de
lichte toets zou men kunnen
zeggen. Hoe 't ook zij, zelf betitelt
het" zich als „grotesk-cabaret" en
onder die vlag betracht Toon Her
mans cum (en meestal: sine) suis
een soort humor, die het bij een
groot, gemêleerd publiek wel doet
ook weer iets eigenaardigs voor
een cabaret!
De eerste stappen, die Hermans
op dit terrein zette, zijn met ver
rassing, ja gejuich ontvangen en
zelfs is hij wel in één adem ge
noemd met de grote Davids. Een
veelbelovende figuur is hij stellig,
maar zijn laatste creatie „Zeg.,
hèe! herinner aan het oude ver
maan, daat men nooit hée moet
zeggen, voor men over de brug is.
Cabaret is voor een goed deel:
contact met het publiek; Hermans
legt dat gemakkelijk, hij weet de
mensen als gaat 't spelenderwijs
naar zich toe te trekken, maar hij
verzwakt dat effect door teveel op
de zaal te werken, door telkens te
pauzeren om de lach oogst binnen
te halen, zo in de trant van: heb
ik dat niet aardig gezegd?
Dit gebrek heeft hij met meer
Nederlandse kleinkunstenaars ge
meen en het zou in dit verband
geen kwaad kunnen als hjj zijnoor
eens te luisteren legde bij de En
gelse en Amerikaanse collega's.
Tempo mist men ook in de afwik
keling van het programma en het
merendeel der nummers zou min
stens zo aardig geweest zijn, als ze
tot de helft bekort waren.
En waarom ook altijd weer de
ernstige noot in zo'n luchtig
programma? We hebben geen be
zwaar tegen een navrant, scherp
nummertje, waarin ook belangrij
ker dingen bekeken worden, maar
de loodzware oorlogsherinnering.
„Toen en Nu" is toch wel teveel
van het goede. Temeer omdat de
grotesk-groep even later een stuk
je zeer reële wereldpolitiek laat
zien in een voortreffelijke dans-
pantomime.
Toon Hermans wordt bij zijn
toeren krachtig by gestaan door Jan
van Ees (dit was zijn 500ste optre
den bij het Theater Plezier) en
Wies je Bopwmeester, die ook het
flier ligt voor een onschatbare waarde aan ruwe diamanten bijeen. Ze
zijn afgebeeld op ongeveer een vierde van hun ware grootte. Straks
zullen zij misschien, na de lange bewerking, de handen, oren of hate
van een, ongetwijfeld rijke, dame sierenMaar meestal verdwijnen zy
in de brandkasten als geldbelegging.
leeuwenaandeel hebben van de
sketches.
Jack Bow valt op bij de dansen
en het gezelschap wordt muzikaal
aangevuld door de Melody Queens
met Fredy Salten en Govert van
Oest aan da vleugels. De eerste
voorstelling in Luxor werd zeer
hartelijk ontvangen.
H. F. REEDIJK
De besprekingen over het
verdrag met Oostenrijk
De plaatsvervangende minister
van buitenlandse zaken der Grote
Vier, die in Londen bijeen zijn om
te trachten Oostenrijk aan een vre
desverdrag te helpen, hebben beslo
ten de Joegoslavische plaatsvervan
gend minister van buitenlandse za
ken, Ales Babler, de gelegenheid te
geven een verklaring af te leggen.
Men verwacht, dat Joegoslavië zijn
aanspraken op herstelbetalingen en
Oostenrijks gebied zal verminderen.
oPeze Joegoslavische eisen vormden
tot dusver de grootste hinderpaal
om tot overeenstemming te komen.
Een Oostenrijks afgevaardigde mag
aanwezig zijn, wanneer Bebler het
Joegoslavische standpunt uiteenzet.
Oostenrijk zal daarna ra de gele
genheid worden gesteld er op te
antwoorden.
Howard (Sonny) Ryan jr. uit
Arlington, elf jaar, is een prima
cricketer. Hij bowlde achtereen
volgens games van 128,130 en 155,
Teddy Edwards, vijf jaar, uit
Atlanta rijdt heel uitstekend op
een motorfiets.
Advertentie l.M.
keelontsteking I
Gorgel regelmatig
mei Superot. Eén
tabtfltie opgelost
In een gles <vnter
doet wonderen.
EEN pracht kaasje, mevrouw! U riet zo wit als boter. Wenst u het
gesneden of aan «en stukje?"
Mevrouw ziet en koopt, maar als meneer 's avonds dat ene losse plakje
proeft, roept hy' naar de keuken: „Wat is dat voor kaas? Er is geen kraak
of smaak aan!"
Dat klopt ook, want witte kaas moet wel „te jong" zijn; ril Is nog niet
voldoende gerijpt. Mevrouw heeft zich wat laten aanpraten, omdat zij
seen verstand had van kaas. Toch is het zo eenvoudig wat meer over
kaas te leren, voldoende in ieder geval om voortaan te weten, dat u een.
goed stuk kaas koopt, precies naar uw smaak.
betekent Utrecht, F Friesland, NH
Noord-Holland, HB Zuid-Holland-
Brabant. Ook het vetgehalte, vol
vet, 40 of 20 is op dit kaasmerk
vermeld.
Natuurlijk vindt men deze mer
ken niet op de gesmolten kaas, die
als blokkaas, korstloze- of smeer
kaas en zelfs als rookkaas in de
handel wordt gebracht. Heeft een
kaas zodanige gebreken, dat zij be
zwaarlijk nog in de winkel ver
kocht kan worden, dan stuurt men
haar naar een kaassmelterij, waar
de bovengenoemde producten ge
maakt worden. Gesmolten kaas is
een hoogwaardig voedingsmiddel,
er zit geen „rommel" in, zij mist
alleen „het karakter" van een
natuurkaas.
Gebreken
Maar ook onze kaas kan wel
eens slecht zijn. Evenals de mens,
heeft de kaas ook ziekten en ge
breken. Kaas werdt immers van
melk gemaakt en de kwaliteit van
het gras kan al invloed hebben op
de smaak van de melk, die men
dan weer in de kaas terugvindt. In
melk zijn bacteriën; goedaardige
en soms wel eens boze bacteriën,
die het rijpingsproces van de kaas
beïnvloeden.
De kaas wordt gemaakt door
bakken met melk door lebferment
(uit de kalverenmaag) te doen
stremmen. Als het vocht er dan
uitgelopen is, houdt men een dikke
brij, de wrongel over en die wordt
in de vormen (Goudse of Edam
mer) gekneed, daarna gepekeld en
tenslotte op houten stellingen te
drogen gezet. Dan begint het rij
pingsproces en hoe zich dat precies
voltrekt, weet men nog niet. Het
resultaat treft men evenwel in de
winkel aan: een voortreffelijke
kaas, een goede en ook wel eens
een slechte. Als er scheuren in het
zuivel (dat is de vakterm voor de
kaas binnen de korst) zijn, noemt
men de arme kaas een „knijper"
en dan moet men haar niet kopen,
evenmin als een Goudse met tal
van onregelmatige gaatjes in het
zuivel. Een enkel, mooi, rond „vet-
gaatje" mag er gerust in zijn, doch
zo'n sponzige kaas moet beslist
niet nemen. Als de kaas nog witte
ALS kaas drie weken oud is,
komt ze op de markt. Van 3 tot
zes weken is ze jont., tot drie
maanden belegen en daarna
mag ze het ere-praedicaat oud
dragen. Hoe ouder de kaas, hoe
duurder zij verkocht mag worden,
omdat zij zorgvuldig „gefokt"
wordt, wat arbeidsloon en pak
huisruimte kost en bovendien
wordt zij lichter door vochtverlies.
Jonge kaas is door haar hoger
vochtgehalte nog zo zacht, dat men
met de vinger de ^orst kan in
drukken. Daarbij geldt wel, dat
hoe vetter de kaas is, des te lan
ger zjj zacht blijft.
Er zijn ook kaassoorten, zoals de
Parmezaanse, die men wel 20 jaar
oud laat worden, zodat men haar
alleen nog maar ge-, aspt of gema
len kan gebruike: Zeer oude, har
de kaas hebben de Italianen ons
in macaronischotels en in sauzen
leren waarderen.
Vorm en soort
Wij kennen het best de platte
Goudse en de? ronde Edam
mer. De - olvette Goudse is het
typische product van de Holland
se en Utrechtse boeren. Zij voeren
het kaasbedrijf uit van vader op
zoon en hun wekelijkse rit met
hun product in de hoge houten
karren opgestapeld, naar de oude
markten van Gouda. Woerden en
Bodegraven is een levendige tra
ditie. Er is een enorm verschil in
smaak bij die v< lvette kaas, rnaar
de handelaren weten precies wel
ke kaas J|hun'' boeren maken.
De Edammer is een „evenwich
tiger" product, omdat zij thans
bijna alleen op de fabrieken l
maakt wordt. Edammer is iets
droger dan de boeren-Goudse en
ook minder vet, al is dit verschil
tussen 40 en volvet zeer gering.
40+ betekent 40% vet in de dro
ge stof» volvet geeft 45% aan.
Eerst groot verschil proeft men bij
20-j- kaas, die vaak taai en sma
keloos is en eigenlijk alleen als zij
jong is gegeten moet worden. Deze
20+ kaas. die fabrieken zowel in
Goudse als in Edammer vorm ma
ken was voor de oorlog voorname
lijk een exportartikel, nu hebben
wij deze kaas ook leren eten.
De keuze van Edammer of Goud
se is een kwestie van smaak en
van wat men gewend is. Men moet
beide soorten proberen en waarde
ren. Daarnaast zijn in onze t aas-
handel nog enkele minder beken
de, doch bijzonder smakelijke
soorten, zoals de Friese nagelkaas,
die men beslist eens vragen moet.
Deze nagelkaas met haar kruidna
gelen is meestal zachter dan de
zeer bekende Leidse of sieutelkaas
met de komijntjes. Deze kaas is
genoemd naar de streek, waar zij
het eerst gemaakt werd en dat is
al heel lang geleden. Nu maken de
grote Friese fabrieken ook komij
nekaas en die is zelfs in 20+ heel
goed te eten.
Waar vandaan?
Of de kaas uit Friesland of uit
Holland komt is gemakkelijk te
onderscheiden. In de korst van de
kaas is namelijk een plaatje aan
gebracht, waarop cijfers en letters
staan. Die worden door de kaas-
controle-stations uitgereikt en zo'n
plaatje, het kaasmerk moet
Uw garantie 2ijn, Er zyn sinds
kort nieuwe kaasmerken in om
loop gebracht, met het oog op de
internationale herkenning van het
product, voorzien met het woord
HOLLAND.
Onder het woord HOLLAND
staat het seriecijfer met de initia
len van het xontrolestation. Een U
Het nieuwe nummer van de KETELBINKIEKRANT
is heden verschenen.
Gezttode en spannende lectuur voor jongens en meisjes
en.... voor vader en moeder:
Een greep uit de Inhoud: Het avontuurlijke verhaal van
de Rode Stier, het opperhoofd der Sioux. De vermake
lijke geschiedenis van „Kareltje Kuif' en de lotgevallen
van de „Drie Musketiers".
„De avonturen van detective Robichon" en de belevenissen van „Belinda", het meisje dat
voor de film wilde spelen. En niet te vergeten de avonturen van onze vrienden „Sneeuwvlok",
.Ketelbinkie", „De onzichtbare Piccolo" en „Daantje".
In dit nummer voorts een interessant interview met Abe Lenstra; een wetenschappelijk stukje van
Oom Jan: .Mensen van 10.000 jaar geleden"; Bobbelmans brievenbus en uitknipprenten. Bovendien
twee complete, spannende verhalen: „Oom Bob en de 3 spoken" „Reinier vliegt door de nacht"
2'j wsre#/v/£r
MT ZUDFOF4
QNTftosffD ff MPT
DF Cl/DF JfFTffO'
Vrt BU ELKAQfi
W zy t!/r M
Jjf tal VEIBD/Xftm
'0P OMHlEftMCBKm
>vi BïlM.
5» »lao( lutter
Halle P-ïW'e
n»e is k sA
Dit prachtige nummer van de KETELBINKIEKK ANT kost slechte f 0.20 cn kun je over enkele
dagen kopen hij de bezorgers van „Het Rotterdamsch Parool", in boekwinkels en kiosken.
ronden bij de korst heeft ïs zij
„onrffp" en dus zonder enige
smaak en zo zijn er tal van ge
breken, met vreemde namen als
„boekelscbeurtjes", „grofgaterig",
die U zeker niet hoeft te weten.
Als U tegenover de winkelier
toont, dat U er „iets" van weet en
vooral als U belangstelling toont,
zal hy zjjn product ook met veel
meer toewijding en liefde verko
pen. En ook daarom gaat het.
Verblijd hem als hij wakker
wordt met het Ketelbinkieboek
vol spannende avonturen (Baron
Adriaan en Bobbelman naar
Noord Amerika De strijd te
gen Knots en Knars en de span
nende avonturen van Kapitein
Rob.) In Uw ken
nissen- of fami
liekring is nog
wel iemand, die
ook abonné wil
worden van „Het
.Rotterdamsch
Parool".
Maak hem abon
né en U ontvangt
als drie weken
abonnementsgeld
zijn voldaan, ge
heel gratis een boek naar keuze.
Naam van de nieuwe
abonné
Adres
Plaats
Betaling per week/kwartaal
Aangebracht door
abonné
Adres
Plaats
Gewenst boek
Deze bon ingevuld opzenden aan
de abonnementenafdeling van
„Het Rotterdamsch Parool",
Schiedamsesmgel 42, Rotterdam
VELE Rotterdamse winke
liers, wier bedrijven in Mei
1940 in de binnenstad werden
verwoest, dromen nog altijd van
de „goede oude tijd". Zij zouden
niets liever willen dan hun win
kels in de oude vertrouwde trant
en in een individuele stijl her
bouwen.
De mogelijkheden daartoe zijn
thans geringer dan ooit. Wanneer
zelfs groot-winkelbedrijven de in
dividuele bouw niet aandurven,
vanwege de enorme hoge bouwkos
ten, spreekt dit voor de midden
standswinkelbedrijven welhaast
vanzelf.
De financiële moeiliikheden bij
de wederopbouw van hun verloren
gegane bedrijfspanden, hebben het
gros van de betrokken winkeliers
te Rotterdam voor de noodzakelijk
heid geplaatst van samenwerking
en van combinatie bij de weder
opbouw.
Dit streven heeft zich ten slotte
geconcretiseerd in een plan van de
Centrale „Opbouwbelangen Rotter
dam", tot het stichten van een. win
kelcentrum in de binnenstad.
De bcduvlhig hiervan zou zijn
het bijeenbrengen van voldoende
winkeliers met herbouwplannen en
deze te doen deelnemen aan een
gezamenlijk bouwplan.
In overleg met het Asro werd dit
winkelcentrum geprojecteerd ach
ter de Coolsingel, van Binnenweg
tot Kruiskade.
Centrale „Opbouwbelangen Rot
terdam" wist voor dit winkelcen
trum 40 a 50 winkeliers te interes
seren. Prof. ir. J. H. van den Broek
werd uitgenodigd en bereid gevon
den een voorlopig schetsontwerp te
maken.
In de lezingzaal van het Bouw
centrum heeft prof. v. d. Broek
Woensdagavond voor de deelne
mers van het te stichten winkel
centrum een toelichting gegeven op
de bestaande plannen en op zijn
ideeën. De spreker werd ingeleid
door de secretaris van de Centrale,
de heer J. C. Koegenboeg.
Vooroordelen?
Alvorens op zijn onderwerp na
der in te gaan, achtte de heer v.
d. Broek het blijkbaar nodig, mo
gelijke vooroordelen tegen gecom
bineerde winkelbouw, bij zijn toe
hoorders weg te nemen.
In dit verband maakte hij een
vergelijking met de winkel van
vroeger, waarin dikwijls ten koste
van schoonheid en goede smaak,
gestreefd werd naar de grootst
mogelijke individualiteit, de win
kel als „catalogus in natura" ook
wat betreft de inrichting van de
etalage en de winkels van nu,
die een verzameling van op el
kaar afgestemde eenheden dienen
te zijn, die 'n aangenaam en geen
„schreeuwend" straatbeeld vor
men.
Zo zag spreker het te vormen
winkelcentrum achter de Coolsin
gel, waarbü ondanks de eenheid
van constructie, niettemin binnen
het raam van de toebedeelde pand-
breedte, een zekere graad van In
dividualiteit mogelijk en zelfs zeer
gewenst is.
Aan de hand van lantaarnplaat
jes gaf prof. van de Broek enig
idee van het centrum, dat volgens
de voorlopige plannen zal bestaan
uit een achttien m^ter brede straat
zonder rijverkeer en met een
boomrij in het midden. Aan weers
zijden komt een winkelfront van
7meter hoogte (een verdieping),
15 meter diepte en circa 8,5 meter
pandbreedte.
De inhoud van de winkels zou
ongeveer 1000 m3 zijn, met inbe
grip van de kelderruimte. Voor
afwijkingen naar breedte en in
houd van de winkels worden mo
gelijkheden open gehouden. De
hoogte zal evenwel gelijk zijn.
Het winkelcentrum zal, zolang
de resten van het Coolsingelzieken-
huis gehandhaafd moeten worden
(nog 5 tot 10 jaar), niet op de toe
komstige, pleinvormige verbreding
van de Binnenweg (ter hoogte van
het gebouw van Van ïteeuwijk)
uitmonden, maar beginnen bij de
Oldenbarneveldtstraat. Deze straat
en de Aert van Nesstraat krijgen
'n bebouwing van drie lagen.
Achter het winkelcentrum, op
minstens 50 meter afstanu daar
van', zijn enige zeer hoge, vrij
staande woningblokken ontwor
pen.
Prof. van de Broek verklaarde,
dat zijn mededelingen slechts be
trekking hadden op een werkplan,
waarover nog uitvoerig overlegd
zal worden met de dienst van
stadsontwikkeling.
Tijdens de rondvraag werd door
enkele winkeliers-gegadigden de
vrees geuit, dat het niet mogelijk
zou zijn, de winkels van het cen
trum, het gewenste en noodzake
lijk geachte eigen cachet te geven.
Prof. v. d. Broek achtte die moge
lijkheid, zelfs bij ongeveer gelijke
afmetingen, van de winkels wel de
gelijk aanwezig; met de wensen
van de deelnemers zal te dien
aanzien rekening worden gehou
den.
Verscheidene winkeliers achtten
18 meter te breed voor het win
kelcentrum. Zij beriepen zich daar
bij o.m. op de „gezelligheid" van
de vroegere acht meter brede
Hoogstraat.
Dit standpunt kon prof. v. cL
Broek niet delen. Da boomrij in
het midden van hot winkelcen
trum zal de breedte breken, ter
wijl deze bovendien verkleind zou
kunnen worden door luifels aan de
gevels. Bovendien verwees hij
naar bekende winkelstraten in
binnen- en buitenland, die ondanks
haar breedte, van dikwijls meer
dan 18 meter, niettemin als „ge
slaagd" beschouwd kunnen wor
den. Smalle straten maken de bo
venbouw onrendabel, wanneer deze
als woning en zelfs als kantoor is
ingericht.
Deze uiteenzetting en gedachten-
wisseling heeft stellig haar nut ge
had. Waarschijnlijk zijn we weer
'n stapje nader gekomen tot de
verwezenlijking van het winkel
centrum, dat, wanneer het slaagt
en rendeert, voor vele Rotterdamse
middenstanders 'n oplossing bete
kent van vele thans bestaande
moeilijkheden.