L_
Schepper van „Monte Christo" werd
's nachts uit zijn bed gehaald
Schoonheid als eigenbelang
Voor de derde maal - Casbah
Bekende boeken en haar lotgevallen:
,,Hut van oom Tom": een sensatie;
Robinson": steeds weer herdrukt
De verguisde
bestseller
PAROOL-KALENDER
Stotteren behoeft niet altijd 'n blijvend
gebrek te zijn
Meer zelfvertrouwen de
Fokke Siersma: „Schoonheid als eigen belang'
A. A. M. Stols, Den Hdag 1948
g
belang"
Een zingende Pépé le Moko
Lutusca
Colosseum
beste remedie
The story of Mr. Wassel
Arena
Het dubbele gelaat
Rex
Har aid, de Zweedse
Robin Hood
Capitol
Red River
Gesprek aan de
toonbank
4
Zaterdag 26 Februari 1949
DE Romeinen hebben
't
Een illustratie uit de eerste uitgave nati
Uncle Tom's Cabin", het bekende boek van
Harriet Seech er Stowe.
r reeds gezegd, dat
boeken bun eigen lotge
vallen hebben en hun
eigen geshciedenis. Na
tuurlijk moet men dat
niet al te letterlijk ne
men. Er verschijnen heel
wat geschriften, waar
van alleen maar te ver
tellen valt hoe zij steeds
dieper in vergetelheid
raakten en die achteraf
alleen maar daartoe
blijken te hebben ge
diend op de stoffige zol
ders der uitgeverijen tot
voedsel te strekken aan
knagende muizen. Maar
er zijn ook boeken, die
in de letterlijke zin des
woords geschiedenis
maakten en waarvan
heel wat meer kan wor
den meegedeeld, dan alleen maar de titel, de naam van de auteur en de
uitgever die het het licht deed zien. Tot deze categorie behoren natuurlijk
ook de best-sellers, de boeken die het meest werden gelezen, de boeken
waarvan iedereen de titel kent, zelfs dan, wanneer hij er nu toevallig
nog nooit een blik in heeft geslagen.
Hiertoe behoort bijvoorbeeld
„Gulliver's reizen". De naam
van de auteur is minder bekend,
maar iedereen weet wie Gulliver
was en welke avonturen hij beleefde.
iedereen weet, dat hij bij de lilliput
ters kwam en bij de reuzen. Jona
than Swift, die dit boek schreef,
had er een bepaalde bedoeling mee.
Hij wilde de wereld verbeteren en
maakte van zijn Gulliver een man
des vredes, die met tact en door juist
optreden de gemoederen tot rust
bracht De werking die Swift be
oogd had bleef volkomen uit en hij
heeft zich dat zo aangetrokken, dat
hij jarenlang in een Engels krank
zinnigengesticht moest worden ver
pleegd- Maar zijn boek werdaltijd
Weer herdrukt en zowel door vol
wassenen als door kinderen altijd
weer gelezen, omdat het aantrek
kelijk en geestig was en een bron
voor steeds nieuwe levensvreugde.
Tot de boeken „die geschiedenis
maakten" behoort bijvoorbeeld „De
negerhut van oom Tom" van
Harriet Beecher-Stowe. Het
zou onjuist zijn om te beweren, dat
het de Amerikaanse burgeroorlog
veroorzaakte, die zonder de verschij
ning van dit werk heus ook wel zou
zijn gekomen. Maar dat het er veel
toe bijdroeg de geesten te beïnvloe
den en de mensen heel de afschuwe
lijkheid van de slavernij goed te
doen beseffen is zonder twijfel waar.
Het verscheen in 1851 als feuilleton
in een kleine krant en veroorzaakte
al direct een grote sensatie, juist
omdat er toen nog velen waren, die
de slavernij de gewoonste zaak van
de wereld vonden. Een jaar later
verscheen het als bc en in drie
jaar tijd werd het toen 32 maal her
drukt en in 19 talen vertaald. Toen
aanvankelijk onbekende schrijf
ster in 1S96 stierf was zij wereld
beroemd geworden.
door
aCorsari
'Alexander Dumasde schrijver van
de eerste „thriller": ,T>e graaf van
Monte Christo"
Er bestaat tegenwoordig een, door
litteraire kringetjes kunstmatig op
gewekt en zorgvuldig cangekweekt-
vooroordeel tegen bestsellers. Met
negatie van het feit, dat de term
„publiek", in deze kringen gewoon
lijk ook op minachtende wijze ge
bruikt, tenslotte alle mensen omvat
buiten "deze kleine kringetjesmen
sen oan alle rangen en standen, die
toch moeilijk, alleen achterlijk kun
nen zijn, neemt men bij voorbaat al
aan, det de auteur, die wordt ge
kocht en gelezen door het ^publiek,
geen werk van betekenis schrijft
Maar de natuurlijke gang van zaken
is te alle» tijde geweest, dat een
goed auteur een groot publiek be
reikte, althans op het gebied van ro
mans. Auteurs van betekenis, die er
niet in slagen in wijde kring belang
stelling te wekkenveroorzaken dit
zelf door de uitzon-
derlijke of weinig
toegankelijke wijze
waarop zij schrijven
WiUy I of de keuze van hun
J onderwerpen bepa
len. Zij mogen zich
zomin beklagen als
iemand, die weinig
vrienden bezit, omdat hij weliswaar
een hoogst begaafd of zelfs uitmun
tend mens is, maar excentriek, moei
lijk of onaangenaam in de omgang.
Men kan dat jammer vinden, maar
het is een natuurlijke wisselwerking.
Ên volkomen belachelijk is het, als
men auteurs van één enkel boek of
een paar werkjes hoort afgeven op
„best-sellers", die worden verkozen
boven hun „genia-le boeken van
eeuwigheidswaarde"- Of een boek
eeuwigheidswaarde bezit, kan nie
mand van de tijdgenoten weten.
Hoevelen, hemelhoog geprezen door
litteraire kringetjes, bleken na een
kwart eeuw al stoffig en verdroogd.
Het is zeer zeker mogelijkdat on
der de niet verkochte auteurs van
heden zich een geniaal schrijver be
vindt, die over vijftig of honderd
jaar door een groot publiek zal wor
den bewonderd. Maar even goed is
het mogelijk, dat onder de verachte
best-sellers zich een auteur bevindt,
dte nog zal worden gelezen, als de
miskende genieën van heden sinds
lang vergeten zijn.
Dickens, Hugo.'Dostojewskt, Wal
ter Scott en nog hele rijen van
namen ket» men opnoemen hebben
niet slechts een groot publiek be
reikt, maar ook voor dat publiek ge
schreven. Dat wil zeggen: zij richt
ten niet tussen hun -werk en dat pu
bliek een scheidsmuur op, door'hun
onderwerpen en schrijfwijzeHun
geheim was, dat zij zichzelf met tot
een soort aparte, uitverkoren wezens
maakten, maar eenvoudig een deel
bleven van de grote samenleving der
mensen, en daardoor werk schreven,
dat het natuurlijke en innig ge
waardeerde bezit van deze samen
leving werd
Er zijn toch maar knappe bollen
onder mijn vriendjes en vriendin
netjes, ook al zijn ze jonger dan
tien jaar. Want om het raadsel van
Dolf, wolf, golf en kolf op te lossen
was heus niet zo eenvoudig. En
laat nu alle oplossingen goed zijn.
Voor allemaal een tien met een
griffel en oen handdruk van Japie,
voor Mari§tte Vink, Rotterdamse
weg 10, Kr. a. d. Ussel; Pieter Valk,
Buffelstraat 141, Kralingsche Veer
een boek.
De jongens en meisjes van n—io
laar kregen een spreekwoorden
waterval te verwerken. Japie is van
nature nogal huiselijk en daarom
vond hij het mooiste spreekwoord,
dat van het klokje. Jullie hebben de
verdraaide spreekwoorden netjes
recht getrokken. Prijswinnaars zijn
ditmaal: Cornelia de Vries, Bakker
straat 28a; E- Maasen, Bingleystraat
85a, Rotterdam. Prettige Zondag
allemaal en tot over veertien dagen.
De Noorse zangeres Kristen Fïag-
8tad. die in Amerika woont, komt
concerten geven in Europa, ook in Ne
derland, Amsterdamse Stede
lijk Museum komt een expositie van
werken, die na de bevrijding zyn ge
kocht.
Eerste „thriller"
Een dergelijk succes als „De ne
gerhut van oom Tom" had ook „D e
graaf van Monte Christo"
van Alexander Dumas, maar
om een geheel andere reden. „De
graaf van Monte Christo" was de
eerste „thriller". Het verhaal ver
scheen, zoals zo menige best-seller,
eerst als feuilleton in een Parijse
krant Het was zo'n succes, dat de
schrijver en de directeur van het
blad dikwijls 's nachts uit hun bed
werden gehaald door opgewonden
lezers, die niet konden wachten op
de volgende aflevering in de krant.
Toen het boek in 1845 in de win
kels verscheen, wist de uitgever niet
hoe snel hij „De graaf van Monte
Christo" moest herdrukken. De
„graaf" zelf werd even onsterfelijk
ais bet boek en het publiek maakte
nog eens extra reclame voor hem en
du3 ook voor het verhaal, door op
bijna elk gecostumeerd bal de graaf
te laten verschijnen. Dumas legde er
nog een schepje op, door bij Parijs
een paleis te laten bouwen, dat hij
het slot van Monte Christo noemde
en dat geheel in de stijl van zijn ro
man werd ingericht. De film heeft er
voor gezorgd, dat het boek ook in
onze tijd niet is vergeten, zoals zij
ook weer de aandacht vestigde op
„Jane Eyre" en „De woeste
hoogt e", romans, die de gezusters
Charlotte en Emily Brontë
een wereldnaam bezorgde.
Het boek, waarvan men aanneemt,
dat het na de Bijbel de grootste Op
lage heeft, is „Robinson Cru-
sovan Daniel Defoe. Tot op
de huidige dag wordt het herdrukt
en er ontstonden, In navolging.
Zwitserse. Russische, Persische, Sak
sische en vele andere Robinsonaden.
De eerste uitgever, William Taylor,
had enige jaren r.a de verschijning
in 1719 er al een slordige 20.000 pond
sterling mee verdiend, waarvan De
foe echter niet meer zag dan een
kleine tweehonderd gulden, die hij
tenslotte nog moest delen met een
zeeman, die hem zijn schryverseer
betwistte. In 1731 stierf hij, arm en
verlaten.
Uit de volksmond
Is er, net als in het geval van ..Ro
binson Crusoë" in deze wereld al
heel wat strijd geweest om de
auteursrechten, over „T ij 1 Uilen
spiegel" zal men zeker niet rede
twisten. Niemand weet, wanneer en
door wie de talloze avonturen van
deze Vlaamse held geschreven zijn.
Mogelijk is het boek „uit de volks
mond" opgetekend. Hoe het ook zij
het heeft velen geboeid en vermaakt.
Onder de Uilenspiegel-schrijvers
vindt men namen als die van de
Duitse dichter Simrock en de
Vlaming Charles de Coster
en de Vlaamse Uilenspiegel is wel de
meest bekende, hoewel er in vele
landen Uilenspiegels hebbci i'-rieefd.
In ieder geval is Tijl e be
roemd manneke door ge*
Niet minder beroemd zijn Don
Quichotte, zijn trouwe schild
knaap Sancho Panza en de Ba
ron* von Münchhausen. De
boeken die van hen verhalen, beho
ren tot de beroemdste satyren uit
de wereldlitteratuur en zijn beide
bedoeld als persiflage van de aan
zienlijke kringen, respectievelijk in
Spanje en Engeland, waar de avon
turen van de Duitse baron merk
waardigerwijze ontstonden. De Duit
ser Erich Raspe, die zich aan de
muntenverzameling in Kassei had
vergrepen," had de wijk genomen
over de Noordzee. Omdat hij in zijn
ballingschap geen penningen meer
bezat, schreef hij fantastische verba
len, die gretig aftrek vonden en in
het Duits werden vertaald. Het toe
val wilde, dat er in Bodenwerder
aan de "Wezer inderdaad een baron
Von Münchhausen leefde, die aan de
borreltafel graag krasse verhalen
opdiste.
Hoewel het boek een enorm succes
werd, stierf de schrijver arm en ver
geten. Niet veel beter ging het Cer
vantes, die de Spaanse adel be
spotte met zijn psychologisch en
litterair kunstwerk. Na de Bijbel en
Robinson Crusoë, werd dit het meest
gelezen boek ter wereld.
Cervantes' Don Quichotte de la
Mancha met zijn trouwe schild
knaap Sancho Panza,
Regelmatig worden in dagbla
den en literaire tijdschriften
boekbesprekingen gepubliceerd,
waarin de lezer allerlei bijzon
derheden aan kan treffen over
de inhoud tian. het boek, dé
wïjzwaarop de auteur zijn ge
geven heeft uitgetoerkt en de li
teraire kwaliteiten van zijn stijl.
In biigaand artikel, dat wij
ter gelegenheid van de Boeken
week publiceren, vindt men
niets van dat alles. Niet over de
inhoud of de betekenis van de
boeken gaat het, maar over hun
lotgevallen
Oudheidkundige vondst in
Altai-gebergte
Prof. Si Roedenko heeft bekend
gemaakt, dat in het Altai-gebergte
m de Sowjet-Unïe de gemummifi
ceerde lichamen zijn gevonden van
een 2000 jaar oude man en vrouw,
In 1947 werden in ditzelfde gebied
eveneens zeer goed geconserveerde
mummies gevonden.
Volgens Roedenko was de man,
die over het gehele lichaam geta-
toueerd was, waarschijnlijk een
edelman of een stamhoofd geweest.
De tatouering was bijzonder kunst
zinnig werk en bestond grotendeels
uit tekeningen van dieren.
De vrpuw, die in dezelfde tombe
was begraven, moest volgens Roe
denko een goede musicienne ge
weest zijn, want zij had mooie, lan
ge dunne vingers en véle muziekin
strumenten.
In de tombe zijn verder nog ont
dekt een vergulde strijdwagen, le
deren karpetten, diademen van
hout bedekt met een dunne laag
goud, ronde bronzen spiegels, prach
tige met juwelen bezette tafeltjes
en geverfd bont.
De inzendingen, van het werk
van degenen, die willen meedingen
naar de Reina Prinsen Geerligs-
prijs 1949 moeten uiterlijk 1 Augus
tus aan het secretariaat-Koningin
neweg 121 boven, Amsterdam zijn
ontvangen. Deelnemers moeten op
24 November 1949 tussen 20 en 26
jaar oud zijn.
JN ons land, waar het oorspronke
lijk creatief proza, dat van de
roman- en novelle-kunst, met het
buitenland vergeleken, geen wijd
vertakte bloei kan aanwijzen, heb
ben van ouds de litteratuurcritick
en het essay een naar omvrng en
peil niet onbelangrijke productie
te zien gegeven. Velen, die nooit een
letter „fiction" zouden schrijven,
hebben een bestaan in het schrij
ven gevonden, iets wat natuurlijk,
in een land met een klein lezerspu
bliek. mede duidelijk aan economi
sche oorzaken is toe te schrijven. In
deze overwoekering van de Ietteren
door het essayisme schuilt stellig
een gevaar. Het gevaar in dit
kleine land en bij de zwaarwichtige
Nederlandse aard toch al niet denk
beeldig dat allerlei geringe en
niet belangrijke figuren te veel en
te serieus belangstelling krijgen.
(De op zichzelf betreurenswaardige
papierschaarste heeft in dit opzicht
dus misschien wel enigszins zuive
rend gewerkt). Een ander nadeel
van de genoemde toestand was dat
het essay, bjj gebrek aan voldoende,
en voldoende-belangrijk, oorspron
kelijk proza, zich te veel op het es
say richtte, de critiek op de critiek.
Hierin rit iets onvruchtbaars en
op deze wijze wordt de litteratuur
ai te zeer iets voor specialisten. Ook
ik voel het altijd als een bezwaar
wanneer ik, zoals heden weer, een
opstel over opstellen moet gaan
schrijven, een opstel in de tweede
macht Waar is het eind? Een derde
heer, die het hetzij met mij hetzij
met de door mij behandelde auteurs
oneens is, zal nu weer over, voor Of
tegen mijn mening over iemand an
ders' meningen kunnen gaan schrij
ven. En zo voort, en zo voort, tot
in de honderdste macht, een spelle
tje voor de mandarijnen in hun
theepaviljoens, waar de litteratuur
wordt uitgedund tot zij doorzichtig
is als een velletje Chinees rijstpa
pier.
MrJN troost is, dat ik schrijf over
een jongere, van wie ik grote
verwachtingen heb. Dit klinkt wat
oude-heer-achtig, maar hij zou
zelf niet anders willen dan be
schouwd te worden als iemand, die
in zijn eerste groei staat Als_ zoda
nig behoort hij naar zijn mening tot
de belangrijkste onder zyn leeftijd
genoten. Het betreft Fokke
Sierksma en zijn essaybundel
Schoonheid als Eigenbe
lang (A. A. M. Stols, Den Haag,
1948).
Onder de bezielende leiding van
Sierksma is het maandblad „Po-
Letterkundige kroniek
door
Victor E. van Vriesland
dium" een eenzijdig, maar waarlijk
levend tijdschrift geworden, waar
in vele opmerkelijke jonge krachten
elkaar ontmoeten. Hij verwierf de
Amsterdamse essay-prijs van 1947
en wordt door verschillende jeug
digen en ook ouderen (Greshoff)
als een coming man beschouwd.
Over een dergelijke mythe-vorming
kan ik niet oordelen en Goethe
heeft ook nooit „mehr Licht" ge
zegd. Voor het ogenblik doet dat
er dan ook niets toe, maar alleen
dat ik deze stukken, al hen. ik ^het
op honderd punten met de schrijver
oneens, merendeels met genoegen
en waardering heb gelezen.
Naar mijn mening is „Humanis
tische Kortsluiting" het beste opstel
uit deze verzameling. Na een uitstee
kende analyse van de humanist in
onze hedendaagse samenleving toont
de auteur de waardeloosheid aan
van Rüssel's „Antike Welt und
Christentum", een tendentieus boek
zonder wetenschappelijke betekenis,
omdat Rüssel's methode en voorstel
ling misleidende vervalsingen zijn.
Ten aanzien van dezelfde contro
verse tussen heidendom en christen
dom verwijst de schrijver dan naar
Marsman's prachtige „Tempel en
Kruis" om te tonen, hoe zij wél zui
ver wordt gesteld. Maar Sierksma
Velen zullen zich nog de uitstekende
film Pépé Ie Moko herinneren, die de
sfeer van de Casbah te Algiers zo prach
tig weergaf en waarin Jean Gabm de
titelrol speelde, zo sterk cn beklem
mend. dat de creatie onvergetelijk werd.
Gabm was de bendeleider en luwelen-
dief Pépé, dictator van de Casbah. on
aantastbaar en onoverwinnelijk, de wan
hoop der Franse politie, die tevergeefs
jacht maakt op de gangster, zolang deze
op zijn terrein, de Casbah, blijft.
Maar als Pépé le Moko verliefd wordt
op een fatale vrouw en. zich buiten de
Casbah waagt om haar te volgen naar
Parijs, is het met zijn hoge sprongen ge
daan. Hij wordt ingerekend en bij een
poging tot vluchten neergeknald.
in de dagen dat Amerika, jaloers op
het succes der Franse films, pogingen
deed de Franse cinematografie met huid
en haar te verslinden, kwam er een
Amerikaanse versie van Pépé le Moko
voor de dag. met Charles Boyer in de
hoofdrol. De film was een letterlijke
copie van de Franse, men. had precies
dezelfde decors gebruikt en alle scènes
hadden een zelfde verloop, maar zie: de
sfeer ontbrak volkomen en het werd een
glad verhaal dat weinig Indruk maakte.
En nu wordt ons de geschiedenis voor
de derde maal voorgezet, weer door de
Amerikanen, thans met een Pépé (Tony
Martini die op gezette tijden in lyrisch
gekweel uitbarst en meer heeft van een
wat weke koekebakker dan van een
glasharde gangster. Zijn Oosterse
vriendin, Inez, lukt een aankomend
koristje en de fatale Franse dame wordt
voorgesteld door Hollywoods nieuwste
Zweedse ontdekking, Marta Toren, wie
men bepaalde bekoorlijkheden niet kan
ontzeggen, maar die deze rol (haar
eerste) al bijzonder weinig overtuigend
speelt.
De enige aan wie men genoegen be
leeft Is Peter Lorre, een leuk politie-
inspeeteurtje. De vele buitenopnemin
gen, ter plaatse in Algiers gemaakt, kun
nen het- gebrek aan geloofwaardigheid
der spelers in deze film niet vergoeden.
Sommige mensen, geloven dat stotte
ren een ondeugd is en anderen 2yn van
mening, dat een stotteraar lijdt aan een
ongeneeslijke ziekte en zoals meestal
ligt ook bier de waarheid in het midden.
Algemeen wordt aangenomen dat stot
teren een gevolg is van een zenuwsto
ring, al zyn de geleerden het over de
diepere oorzaak nog niet eens. In elk
geval komt het stotteren voort uit een
toestand, die in de geneeskunde neuras
thenie genoemd wordt, met welke be
naming een uitzonderlijk hoge prikkel
baarheid van het zenuwstelsel wordt
aangeduid.
Het stotteren is een afwijking, die
meestal in de prille jeugd begint. Kin
deren van drie of visr jaar maken er
een gewoonte van sommige lettergrepen
bij het uitspreken te herhalen. Veelal
zijn dit intelligente en zeer levendige
kinderen, die proberen veel te prat en-
Maar omdat hun spraakvermogen nog
niet voldoende ontwikkeld ts. kunnen zy
hun gedachten nog met in woorden uit
drukken. Dit gevoel van in het spreken
geremd te zyn is het begin van een kin
derlijke neurasthenie.
Ik moge «r in cüt verband op wijzen,
dat ouders er onverstandig aan doen m
tegenwoordigheid van vreemden hun
kinderen te dwingen, te demonstreren
hoe bij'dehand ze wél zijn. Het kind,
dat tot verrassende uitspraken geprik
keld wordt, probeert meer wijsheid te
produceren dan met zijn leeftijd over
eenkomt. Een spraakgebrek kan er het
gevolg van zijn.
Ook een hevige schrik kan veroor
zaken. dat een kind gaat stotteren. Zo
als vrijwel iedereen, verliest het kind
op het moment dat het schrikt, ae
soraak en bij sommige kinderen blijft
deze gebeurtenis diep in het geheugen
gegrift. Hun vertrouwen in eigen spraak
vermogen is geschokt en dit besef kan
hen verhinderen vlot en zonder onder
brekingen te spreken. Merkwaardig is,
dat kinderen het stotteren van elkaar
kunnen overnemen. Van een infectie is
natuurlijk geen sprake, maar kennelijk
komt het ene kind zo onder de indruk
van het stotteren van het andere, dat
het gaat meedoen. Wanneer het stotteren
pas op latere leeftijd begint, moet de
oorzaak meestal gezocht worden m
lichamelijk letsel of in een abnormaliteit
van het zleleleven,
In al deze gevallen is de enig juiste
weg van het euvel af te komen een
zenuwspeclalist te raadplegen. Vaak tó
een psychiater in staat de psychische
oorzaken van het stotteren weg te ne
men. Voorts is het zeer belangrijk, dat
de patiënt het vertrouwen in zijn eigen
spraakvermogen terugkrijgt. Behalve
langs psychische weg wordt dit bereikt
met spraakoefenlngen. Mon heeft daar
voor een ingewikkeld systeem ontwor
pen, dat moeilijk uitvoerbaar is en dat
veel geduld vergt, zowel van de spraak-
leraar als van de patiënt. Toch geven
deze moderne behandelingsmethoden
kans op volledige genezing. De eerste
voorwaarde voor een succesvolle behan
deling is dot men er zo vroeg mogelijk
mee begint.
Het spreekt vanzelf, dat het zeer ver
keerd is om stotteraars uit te lachen.
Vooral met kinderen levert dit moeilijk
heden op, daar andere, minder fijnge
voelige kinderen de spot drijven met
"t gebrek van hun vriendje of vriendin
netje. Als er iets Is, dat de genezing
tegenwerkt, dan is het wel dit, want
wie zou op de duur zijn zelfvertrouwen
niet verhezen als hij altfid werd uitge
lachen? Stotteraars kunnen, pas volledig
genezen als zij over net zoveel zelfver
trouwen beschikken als alle andere
mensen en liefst over nog wat meer. Tot
het volgende spreekuur. MEDICUS
Evenzeer als voor ons Nederlanders
sinds de Slag in de Javazee „de Buijter"
en „de Tromp", is voor de Yankees de
kruiser „Marblehead" het begrip van
heldenmoed en tragische onverzettelijk
heid, Door de Japanners in brand ge
schoten en volgens hun radioberichten
„tot zinken gebracht" bereikte het schip
Tjilatjap, met een bemanning, die
48 uur lang had gevochten tegen het
vuur en het in de ruimen stromende
water, en met de stars-and-stnpes, ge
scheurd en zwartgeblakerd, nog in top.
De belevenissen van deze bemanning
aan. boord, op Java en op weg naar
Australië heelt men trachten weer te
geven in de film „The Story of dr. Was
sel". Regisseur Cecil B. de Mille is de
maker van vele „grootse" films (vooral
bijbelverhalen trokken hem aan) en het
is beslist een verrassing, hoe hy nu een
bijna zuivere documentaire heeft weten
te maken, zonder een zweem van groot
doenerij. Onder zijn IeidLng leverden
soldaten, verpleegsters, inlandse vrou
wen en zelfs de onberekenbare Gary
Cooper, die wel eens naar het toneel
neigt, welhaast feilloos spel. Jammer is
het, dat de Mille klaarblijkelijk zijn
oude liefde niet geheel in de steek heeft
kunnen. laten en wel wat al te veel
enorme pleisters en met bloed doorlopen
verband gebruikt. Het zal wel overeen
komstig de waarheid geweest zijn, maar
men ziet zoiets tegenwoordig liever niet.
zeker niet wanneer dit Indonesië aan
gaat. Het „verhaaltje" had men ook
beter uit de film kunnen laten, de toe
valligheden in het blije slot horen meer
in een beeldroman thuis. Misschien was
dan ook de indruk-van de dorpsdokter,
die zijn rustige praktijk vaarwel zegt
om een leven vol gevaar tegemoet te
treden, zuiverder gebleven.
Het gemiddelde Amerikaanse
gezin betaalt per jaar 131 dollars
voor de hulpverlening aan Europa,
zo heeft een statistisch bureau irt
de V.S. berekend. Dit betekent, dat
elke man, vrouw en kind in Ameika
31 dollar per jaar betaalt om de
West-Europese landen te helpen,
zichzelf te kun ui bedruipen.
De Societas Studiosorum Refor
ms torum, afd. Botterdam, viert op
Vrijdag II Maart haar 31ste dies
natalis. Het bescheiden programma
vermeldt een receptie in Caland-
West van 3.30-5 uur, een vergade
ring in dezelfde zaal 's avonds om
7 uur en een souper in de Rotonde
van het Beursgebouw, aanvang 12
uur.
Hij heet John Muller en blij ft een
onverbeterlijke schurk, ook nadat hy
uit de gevangenis ontslagen wordt, waar
hij voor de laatste van een reeks zon
den tegen de maatschappij heeft geboet.
Samen met een stel trawanten rooft hy
een nachtclub leeg. gaat er met een
poet van 60.000 dollar van door ook al
suizen hem de kogels om de oren. De
baas van de nachtclub bewaart nog wat
kogeltjes, waarvan o.m. de helper van
John zijn portie krijgt en Johnny zelf
wordt overal waar hb gaat achtervolgd,
totdat hij zijn kans krijgt om als John
Muller op te houden te beslaan en in
de plaats te treden van een dokter Ear-
tnk op wie hij sprekend gelijkt. Om het
terrein te verkennen is hij in kennis ge
komen met de secretaresse van de dok
ter. die prompt verliefd wordt op de
schurk. Dc dokter weet hij op listige
wijze om zeep te brengen en het spelen
van het rolletje van dokter gaat hem
opperbest al totdat het verliefde meisje
natuurlijk de situatie door krijgt en
ijlings de benen wil nemen helemaal
naar Honoloeloe, En John alias dokter
Bartok wil mee om te tonen, dat hij
echt van haar houdt. Inderhaast wikkelt
hij de zaken van de dokter af, spoedt
zich naar de kade, waar de boot al ligt
te blazen, maar Juist als hij de loop
plank wil betreden dringen een paar
vriendjes met een. revolver hem opzij
naar een stil hoekje. Dokter Bartck wil
verdwijnen zonder een speelschuld van
maar liefst 90-060 dollar te betalen? ïk
zal je wel een cheque sturen jongens,
ik heb haast, de boot gaat all John gaat
niet met de boot want de vriendjes paf
fen hem neer en. het meisje gaat erg
bedroefd alleen naar Hawaii,
Aldus luidt in een nutshell de inhoud
van de thriller, die onder de naam Het
Dubbele gelaat deze week in Arena gaat.
Een uurtje ontspanning door wat span
ning en goed gespeelde rollen van Paul
Henreid als John Muller en dokter Bar
tok, Joan Bennett als de secretaresse en
Leslie Brooks als Virginia Taylor, een
vriendin van dr. Bartok.
Liefhebbers van avontuurlijke films
kunnen deze week naar hartelust geme
ten van de Zweedse Robin Hood, Harald
Handfaste, een waardig opvolger van
zijn Engelse en op het witte doek
Amerikaanse collega, die in Rex
sterke staaltjes vertoont. Deze Zweedse
film staat niet op hetzelfde peil als. b.v.
haar landgenoot Htmlaspelet. maar het
is toch een verademing na de talloze
Amerikaanse avonturenfilms dit product
uit een klein land te zien. Zo op bet
oog is Harald gemaakt volgens het be
proefde recept van de film voor het
grote publiek, een stoere held in de
hoofdrol (hier gespeeld door George
Fant), een wonderschone jongedame als
zijn tegenspeelster, een wrede tiran, die
het land onderdrukt en het meisje tot
vrouw wü nemen, waar de held even
een stokje voor steekt, en. natuurlijk een
flinke vechtpartij, waaruit de nobele
jongeling als overwinnaar te voorschijn
treedt. Maar er zijn daarnaast dingen,
die Harald boven de gewone avonturen
film doen uitsteken: In de eerste plaats
de buitengewoon fraaie fotografie. De
opnamen van het Zweedse landschap
zijn schitterend. Ook de regisseur,
Hampe Faustmann, weet goede resulta
ten te bereiken. De spanning wordt
tegen het eind Jangzaam maar zeker
opgevoerd, een spanning, die haar hoog
tepunt bereikt in een scène waarin Ha
rald izijn beminde te paard door velden
en bossen te hulp snelt. Natuurlijk slaagt
hij er in haar te redden, en de manier
waaropenfin laten we niet alles ver
klappen. Anders zou het niet meer de
moeite waard zijn deze film te gaan
zien.
The Chisholm Trail (route) van Bor
den "Chase is één van de weinige semi-
historische verhalen, die ons zij het
in bloemrijke en enigszins romantische
verdichting Iets leerden omtrent de
pionlersstrijd In de Nieuwe Wereld in de
jaren '60 van de vorige eeuw.
Howard Hawks koos het spannende
cowboy-epos ter verfilming en in zekere
zin zette hy daarmee de veredelings-
txadltle van dc oude Western voort.
Het is een film geworden, die het na
tuurlijk niet zonder enkele tamelijk ge
forceerde avonturen kan stellen, maar
overigens zeer veel aandacht besteedt
3an visuele momenten, waarbij het in
dividu i.e. de hoofdrolspelers John
Wayne, Walter Brennan. Noah Beery
Jr. op de achtergrond treedt van hel
speeds levendige en boeiende gegeven:
de trek van een. enorme kudde vee. Het
geheel is uiterst suggestief op de film
band vastgelegd en afgezien van de
dierkundige organisatie is dit een
filmisch werkstuk, dat alle bewondering
verdient.* De start van de trek en de
paniek onder het vee zijn zelfs hoogte
punten, die men niet zomaar zal ver
geten.
Vele Italiaanse filmacteurs en -regis
seurs hebben geprotesteerd tegen hert
grote aantal buitenlandse films, dat er
in dc Italiaanse bioscopen wordt ver
toond.
GEEFT u mij nog een paar lek
kere taartjes."
De winkeljuffrouw pakt de heer
lijkheden zorgvuldig in.
„Ja, we kunnen het nu weer
doen. We moeten er nu nog even
van profiteren. Je weet niet wat
er kan gebeuren. Waarom zou je
sparen? Mijn man zegt, er komt
toch weer ooi log. En wat doe je
ertegen? Daarom eten we nu maar
lekker taartjes." En de juffrouw
achter de toonbank beaamt alles,
want het is een goede klant, die
spreekt, een héél goede klant.
U denkt toch niet dat dit een
overdreven verhaaltje is? In alle
toonaarden kunt u het horen te
genwoordig. Wie zo spreekt vindt
zich zelf nog eerlijk en verstan
dig ook. „Ik kom er eerlijk voor
uit: nu kunnen we het nog doen.
Halen van het leven, wat ervan te
halen valt. Oerdom, wie dat niet
doet."
Maar is het wel zo eerlijk? Of
zo verstandig?
Oeroud is deze levenshouding
zeker. In de bijbel wordt, hier en
daar, al iets gezegd ovc de lin
den, die de leus hebben aange
heven: „Iaat ons eten en drinken
en vrolijk zijn, want morgen stBr-
ven wij." Van ouds her, is dit als
zeer verstandig aangeprezen.
Is het ook zo? Wat blijft er van
de eerlijkheid over, van de ge
zochte vreugd, de verlangde be
vrediging, kortom van het „lek
kere", als le angstvallig je ogen
moet dichtknijpen voor wat daar
na komt?
Vlak voor de Jappen ons toen
malig Nederlands-Indië overrom
pelden, zei een vriend mi] eens:
„wij leven als luchthartlgen in een
prieeltje op een vulkaan. Ieder
ogenblik kan de uitbarsting ko
men. Maar we doen net alsof dat
nooit kan gebeuren." De uitbar
sting kwam, en de gevolgen zijn
nóg niet te overzien.
"Wij gaan op deze Zaterdag
avond geen dreigende morele
wijsvinger tegen elkaar opheffen.
Wij stellen alleen maar, nuchter,
vast, tot welke „wijsheid" wil
hedendaagse, naoorlogse, soms
goed-ontwikkelde en vaak lang
niet onbemiddelde {zie de taart
jes) mensen kunnen komen, als
vrij leven zonder rekening te hou
den met God. Want de Bijbel heeft
nog één ding te zeggen op onze
wijsheid: „Gij dwaas. God zal uw
ziel van u eisen." En waar blij
ven wij dan met ons egoïsme en
onze duur-betaalde behaaglijk
heid? Wij kunnen maar één ding
doen, dat is: ons wenden tot Hem,
die zelfs uitkomst heeft tegen de
onontkoombare dood. Oberman.
accepteert blijkbaar niet Marsman's
oplossing van het probleem in zang
LI, maar blijft zich afkerig betonen
van iedere synthese.
oplossing van de polaire span-
spanningen, die zich in het mo
derne leven en denken voordoen,
zoekt Sierksma niet zozeer in de
lege bevrediging van een of andere
paradoxale formulering of moeiza
me cerebrale constructie, maar in
het nuchter aanvaarden van een re
aliteit die onverzoenbare tegenstel
lingen kent. In een on-dialectische
denkwijze dus, en die misschien re
presentatief is voor des schrijvers
generatie.
Want hij is realist en war3 van
mooie woorden welker waarde ge
devalueerd is. Hij is humanist, maar
van een weerbaar en intcUigent
soort, ver van de vrijzinnige „dier
baarheid" der in vage illusies en
moraliserende transcenüe zwelgen
de, optimistische „verbeteraars".
Hij !s navolger van Ter Braak (en
enigszins van Du Perron), maar op
een critlsche en volstrektt openhar
tige wijze, en zonder de rancune te
gen cultuur, ratio en intellect die
enkele van zijn bewonderaars onge
nietbaar maakt.
Critisch in zijn navolging
Sierksma betoont zich dat vooral
duidelijk in het titel-essay, waarin
hij ten aanzien van Ter Braak's be
schouwingen in het „Démasqué der
Schoonheid'' tegenover de poëzie
een zelfstandig en veel juister
standpunt inneemt, al had hij er op
kunnen wijzen dat Ter Braak hééft
toegegeven, alleen de eigen voor
keur te hebben gedemasqueerd.
ALS leerling (niet: epigoon) van
Menno ter Braak doet Sierksma
zich ook kennen in het belangwek
kende essay over J. C. Bloem,
-waarin hij een knappe toepassing
geeft van do tegenstelling burger
dichter uit ,,Het Carnaval der Bur
gers", zij het misschien iets te sche
matisch. Hij toont aan, dat in Bloem
„de dichter de burger nooit verra
den" heeft en geeft een scherpzinni
ge verklaring voor het feit dat
Bloem in zijn laatste bundels plot
seling Sapfische strophen gaat
schrijven („Na de Bevrijding'* en
„Aan de Geallieerde Vliegers").
Het wekt bewondering dat Sierks
ma indringende stukken weet te
schrijven over zulke verschillende
dichters als J. C, Bloem en Achter
berg: ook het opstel, aan de laatste
gewijd, is diepgaand en verdient
grote opmerkzaamheid.
Overigens is de auteur meer op
dreef wanneer hij in Ter Braak's
geest schrijft dan wanneer hij in de
trant van Du Perron werkt. Zijn
toon is in dit laatste geval minder
raak, minder snijdend en doeltref
fend dan die van de grote pole
mist en pamflettist. Dit geldt o.m.
voor de korte stukken „Fapier-
krieg", „Na-oorlogse Prijzenpoli
tiek" en „Eeuwigheid als Argu
ment". Het geldt ook voor het grote
stuk over Bert Voeten, al is dit
soms ,wel amusant gescbrevén. Naar
mijn mening is het onbillijk door
onderschatting van Voeten's kwa
liteiten, maar hierover zullen, wij
niet twisten, want Sierksma heeft
natuurlijk ten volle recht op een
tegenovergestelde mening ten de
zen, en eveneens op een oordeel,
dat voor mijn smaak Debrot een
klein weinig over-, Aafjes een
klein weinig onderschat In eik ge
val is Sierksma nog duizend keer
geestiger dan zovele zijner genera
tiegenoten, die met vulgaire bekge
vechten voor het publiek treden om
hun flinkheid, strijdbaarheid en
recht van bestaan met een stroom
van modder te bewijzen. Bij Du
Perron valt ook wel erg af de „Dia
loog over Coster" (Een kleinigheid:
de opmerking op pag. 52 in verband
met Dirk Coster is stellig onjuist:
Sierksma weet waarschijnlijk niet,
dat Marsman zeer bevriend met hem
was en, loyaal als hij was, geen
kwaad van hem wilde horen).
OVER de z.i. te grote praatzucht
van Bert Voeten in diens dagboek
„Doortocht" schrijft Fokke Sierks
ma'. „Deze lieden leven niet van en
tegen de feiten, maar van hun com
mentaar op de feiten." Dit klinkt
heel aardig en is ogenschijnlijk heel
spits gezegd. Maar de schrijver ver
geet, dat sommige van de grootste
litteraire journaals en. brieven der
wereldlitteratuur door commentaar
op de feiten zijn ontstaan: Saint Si
mon; Ninon de Lenclos; Stendhal
over Italië; Benjamin Constants
Cahier B'iuge; het Journaal van de
Goncom </s cn vooral het onvolpre
zen Jo irnal van Jules Benard.
Het 'ipstel over Huxley moet met
waardi ring genoemd worden, al is
de opmerking dat de bekering van
dïe schrijver tot de mystiek defini
tief is, door de feiten achterhaald,
en weerlegd. Zeer treffend echter
tornt Sierksma de halfslachtigheid
v?m deze schrijver aan, die de we
reld tracht te redden door een mys
tiek zonder God en niet verder
komt dan een methode van psychi
sche integratie en wat individuele
filanthropie, die toch geen tegen
wicht vormt tegen de dadenloos
heid. De opmerking, dat men. bij
mystieken wel van doodsverlangen
maar niet van zelfmoord hoort, hoe
frappant ook op zichzelf, lijkt mij
minder juist. De zelfvernietigings-
drang, berustend in de mystieke
eenheidsdrang en die bij verschil
lende christelijke martelaren maar
b.v. pok bij een Giordano Bruno tot
de marteldood leidde, kan m.i. wel
degelijk als een vorm van suicide
worden beschouwd, evenals de lang
zame versterving van zo menig in
askese ondergaand anachoreet.
Zo zijn er meer detailpunten,
waarover ik nog wel eens met
Sierksma zou willen twisten. De z.g.
nieuwe gezichtspunten van Tas b.v.,
die ik niet heb kunnen ontdekken.
Ds opmerking over Nietzsche m
verband met Sartre op blz. 96, kjlrt
mij flauwe onzin. De eis (pag. 130)
„om de Duitsers, Moffen heten zy
natuurlijk, eens koel belangstellend
au sérïeux te nemen, al was# het
slechts als .natuurverschijnsel'' en
het verwijt" dat hij het „voor Hitier,
Goebbels en de rest" „met de be
kende cliché-termen'1 wel ax kar„
lijkt mfj tegenover iemand die mid
den in de oorlogsjaren zijn notities
maakt, in hoge mate onredelijk en
onrechtvaardig.
Dit alles echter neemt niet weg,
dat deze bundel waard is, met in
genomenheid te worden begroet: hy
overtuigt van de ernst en het goeae
gehalte van deze essays, waarnaa"-
terecht door velen opmerkzaé
wordt geluisterd.
Dc Limburg kunstschilder
Gu lila urne Eberhard is op 69-
jarige leeftijd overleden. In het
Rijksprentenkabinet te Lelden zal een
tentoonstelling worden gehouden vaö
tekeningen en litho's van S. H. de
scholen.