L_ Schepper van „Monte Christo" werd 's nachts uit zijn bed gehaald Schoonheid als eigenbelang Voor de derde maal - Casbah Bekende boeken en haar lotgevallen: ,,Hut van oom Tom": een sensatie; Robinson": steeds weer herdrukt De verguisde bestseller PAROOL-KALENDER Stotteren behoeft niet altijd 'n blijvend gebrek te zijn Meer zelfvertrouwen de Fokke Siersma: „Schoonheid als eigen belang' A. A. M. Stols, Den Hdag 1948 g belang" Een zingende Pépé le Moko Lutusca Colosseum beste remedie The story of Mr. Wassel Arena Het dubbele gelaat Rex Har aid, de Zweedse Robin Hood Capitol Red River Gesprek aan de toonbank 4 Zaterdag 26 Februari 1949 DE Romeinen hebben 't Een illustratie uit de eerste uitgave nati Uncle Tom's Cabin", het bekende boek van Harriet Seech er Stowe. r reeds gezegd, dat boeken bun eigen lotge vallen hebben en hun eigen geshciedenis. Na tuurlijk moet men dat niet al te letterlijk ne men. Er verschijnen heel wat geschriften, waar van alleen maar te ver tellen valt hoe zij steeds dieper in vergetelheid raakten en die achteraf alleen maar daartoe blijken te hebben ge diend op de stoffige zol ders der uitgeverijen tot voedsel te strekken aan knagende muizen. Maar er zijn ook boeken, die in de letterlijke zin des woords geschiedenis maakten en waarvan heel wat meer kan wor den meegedeeld, dan alleen maar de titel, de naam van de auteur en de uitgever die het het licht deed zien. Tot deze categorie behoren natuurlijk ook de best-sellers, de boeken die het meest werden gelezen, de boeken waarvan iedereen de titel kent, zelfs dan, wanneer hij er nu toevallig nog nooit een blik in heeft geslagen. Hiertoe behoort bijvoorbeeld „Gulliver's reizen". De naam van de auteur is minder bekend, maar iedereen weet wie Gulliver was en welke avonturen hij beleefde. iedereen weet, dat hij bij de lilliput ters kwam en bij de reuzen. Jona than Swift, die dit boek schreef, had er een bepaalde bedoeling mee. Hij wilde de wereld verbeteren en maakte van zijn Gulliver een man des vredes, die met tact en door juist optreden de gemoederen tot rust bracht De werking die Swift be oogd had bleef volkomen uit en hij heeft zich dat zo aangetrokken, dat hij jarenlang in een Engels krank zinnigengesticht moest worden ver pleegd- Maar zijn boek werdaltijd Weer herdrukt en zowel door vol wassenen als door kinderen altijd weer gelezen, omdat het aantrek kelijk en geestig was en een bron voor steeds nieuwe levensvreugde. Tot de boeken „die geschiedenis maakten" behoort bijvoorbeeld „De negerhut van oom Tom" van Harriet Beecher-Stowe. Het zou onjuist zijn om te beweren, dat het de Amerikaanse burgeroorlog veroorzaakte, die zonder de verschij ning van dit werk heus ook wel zou zijn gekomen. Maar dat het er veel toe bijdroeg de geesten te beïnvloe den en de mensen heel de afschuwe lijkheid van de slavernij goed te doen beseffen is zonder twijfel waar. Het verscheen in 1851 als feuilleton in een kleine krant en veroorzaakte al direct een grote sensatie, juist omdat er toen nog velen waren, die de slavernij de gewoonste zaak van de wereld vonden. Een jaar later verscheen het als bc en in drie jaar tijd werd het toen 32 maal her drukt en in 19 talen vertaald. Toen aanvankelijk onbekende schrijf ster in 1S96 stierf was zij wereld beroemd geworden. door aCorsari 'Alexander Dumasde schrijver van de eerste „thriller": ,T>e graaf van Monte Christo" Er bestaat tegenwoordig een, door litteraire kringetjes kunstmatig op gewekt en zorgvuldig cangekweekt- vooroordeel tegen bestsellers. Met negatie van het feit, dat de term „publiek", in deze kringen gewoon lijk ook op minachtende wijze ge bruikt, tenslotte alle mensen omvat buiten "deze kleine kringetjesmen sen oan alle rangen en standen, die toch moeilijk, alleen achterlijk kun nen zijn, neemt men bij voorbaat al aan, det de auteur, die wordt ge kocht en gelezen door het ^publiek, geen werk van betekenis schrijft Maar de natuurlijke gang van zaken is te alle» tijde geweest, dat een goed auteur een groot publiek be reikte, althans op het gebied van ro mans. Auteurs van betekenis, die er niet in slagen in wijde kring belang stelling te wekkenveroorzaken dit zelf door de uitzon- derlijke of weinig toegankelijke wijze waarop zij schrijven WiUy I of de keuze van hun J onderwerpen bepa len. Zij mogen zich zomin beklagen als iemand, die weinig vrienden bezit, omdat hij weliswaar een hoogst begaafd of zelfs uitmun tend mens is, maar excentriek, moei lijk of onaangenaam in de omgang. Men kan dat jammer vinden, maar het is een natuurlijke wisselwerking. Ên volkomen belachelijk is het, als men auteurs van één enkel boek of een paar werkjes hoort afgeven op „best-sellers", die worden verkozen boven hun „genia-le boeken van eeuwigheidswaarde"- Of een boek eeuwigheidswaarde bezit, kan nie mand van de tijdgenoten weten. Hoevelen, hemelhoog geprezen door litteraire kringetjes, bleken na een kwart eeuw al stoffig en verdroogd. Het is zeer zeker mogelijkdat on der de niet verkochte auteurs van heden zich een geniaal schrijver be vindt, die over vijftig of honderd jaar door een groot publiek zal wor den bewonderd. Maar even goed is het mogelijk, dat onder de verachte best-sellers zich een auteur bevindt, dte nog zal worden gelezen, als de miskende genieën van heden sinds lang vergeten zijn. Dickens, Hugo.'Dostojewskt, Wal ter Scott en nog hele rijen van namen ket» men opnoemen hebben niet slechts een groot publiek be reikt, maar ook voor dat publiek ge schreven. Dat wil zeggen: zij richt ten niet tussen hun -werk en dat pu bliek een scheidsmuur op, door'hun onderwerpen en schrijfwijzeHun geheim was, dat zij zichzelf met tot een soort aparte, uitverkoren wezens maakten, maar eenvoudig een deel bleven van de grote samenleving der mensen, en daardoor werk schreven, dat het natuurlijke en innig ge waardeerde bezit van deze samen leving werd Er zijn toch maar knappe bollen onder mijn vriendjes en vriendin netjes, ook al zijn ze jonger dan tien jaar. Want om het raadsel van Dolf, wolf, golf en kolf op te lossen was heus niet zo eenvoudig. En laat nu alle oplossingen goed zijn. Voor allemaal een tien met een griffel en oen handdruk van Japie, voor Mari§tte Vink, Rotterdamse weg 10, Kr. a. d. Ussel; Pieter Valk, Buffelstraat 141, Kralingsche Veer een boek. De jongens en meisjes van n—io laar kregen een spreekwoorden waterval te verwerken. Japie is van nature nogal huiselijk en daarom vond hij het mooiste spreekwoord, dat van het klokje. Jullie hebben de verdraaide spreekwoorden netjes recht getrokken. Prijswinnaars zijn ditmaal: Cornelia de Vries, Bakker straat 28a; E- Maasen, Bingleystraat 85a, Rotterdam. Prettige Zondag allemaal en tot over veertien dagen. De Noorse zangeres Kristen Fïag- 8tad. die in Amerika woont, komt concerten geven in Europa, ook in Ne derland, Amsterdamse Stede lijk Museum komt een expositie van werken, die na de bevrijding zyn ge kocht. Eerste „thriller" Een dergelijk succes als „De ne gerhut van oom Tom" had ook „D e graaf van Monte Christo" van Alexander Dumas, maar om een geheel andere reden. „De graaf van Monte Christo" was de eerste „thriller". Het verhaal ver scheen, zoals zo menige best-seller, eerst als feuilleton in een Parijse krant Het was zo'n succes, dat de schrijver en de directeur van het blad dikwijls 's nachts uit hun bed werden gehaald door opgewonden lezers, die niet konden wachten op de volgende aflevering in de krant. Toen het boek in 1845 in de win kels verscheen, wist de uitgever niet hoe snel hij „De graaf van Monte Christo" moest herdrukken. De „graaf" zelf werd even onsterfelijk ais bet boek en het publiek maakte nog eens extra reclame voor hem en du3 ook voor het verhaal, door op bijna elk gecostumeerd bal de graaf te laten verschijnen. Dumas legde er nog een schepje op, door bij Parijs een paleis te laten bouwen, dat hij het slot van Monte Christo noemde en dat geheel in de stijl van zijn ro man werd ingericht. De film heeft er voor gezorgd, dat het boek ook in onze tijd niet is vergeten, zoals zij ook weer de aandacht vestigde op „Jane Eyre" en „De woeste hoogt e", romans, die de gezusters Charlotte en Emily Brontë een wereldnaam bezorgde. Het boek, waarvan men aanneemt, dat het na de Bijbel de grootste Op lage heeft, is „Robinson Cru- sovan Daniel Defoe. Tot op de huidige dag wordt het herdrukt en er ontstonden, In navolging. Zwitserse. Russische, Persische, Sak sische en vele andere Robinsonaden. De eerste uitgever, William Taylor, had enige jaren r.a de verschijning in 1719 er al een slordige 20.000 pond sterling mee verdiend, waarvan De foe echter niet meer zag dan een kleine tweehonderd gulden, die hij tenslotte nog moest delen met een zeeman, die hem zijn schryverseer betwistte. In 1731 stierf hij, arm en verlaten. Uit de volksmond Is er, net als in het geval van ..Ro binson Crusoë" in deze wereld al heel wat strijd geweest om de auteursrechten, over „T ij 1 Uilen spiegel" zal men zeker niet rede twisten. Niemand weet, wanneer en door wie de talloze avonturen van deze Vlaamse held geschreven zijn. Mogelijk is het boek „uit de volks mond" opgetekend. Hoe het ook zij het heeft velen geboeid en vermaakt. Onder de Uilenspiegel-schrijvers vindt men namen als die van de Duitse dichter Simrock en de Vlaming Charles de Coster en de Vlaamse Uilenspiegel is wel de meest bekende, hoewel er in vele landen Uilenspiegels hebbci i'-rieefd. In ieder geval is Tijl e be roemd manneke door ge* Niet minder beroemd zijn Don Quichotte, zijn trouwe schild knaap Sancho Panza en de Ba ron* von Münchhausen. De boeken die van hen verhalen, beho ren tot de beroemdste satyren uit de wereldlitteratuur en zijn beide bedoeld als persiflage van de aan zienlijke kringen, respectievelijk in Spanje en Engeland, waar de avon turen van de Duitse baron merk waardigerwijze ontstonden. De Duit ser Erich Raspe, die zich aan de muntenverzameling in Kassei had vergrepen," had de wijk genomen over de Noordzee. Omdat hij in zijn ballingschap geen penningen meer bezat, schreef hij fantastische verba len, die gretig aftrek vonden en in het Duits werden vertaald. Het toe val wilde, dat er in Bodenwerder aan de "Wezer inderdaad een baron Von Münchhausen leefde, die aan de borreltafel graag krasse verhalen opdiste. Hoewel het boek een enorm succes werd, stierf de schrijver arm en ver geten. Niet veel beter ging het Cer vantes, die de Spaanse adel be spotte met zijn psychologisch en litterair kunstwerk. Na de Bijbel en Robinson Crusoë, werd dit het meest gelezen boek ter wereld. Cervantes' Don Quichotte de la Mancha met zijn trouwe schild knaap Sancho Panza, Regelmatig worden in dagbla den en literaire tijdschriften boekbesprekingen gepubliceerd, waarin de lezer allerlei bijzon derheden aan kan treffen over de inhoud tian. het boek, dé wïjzwaarop de auteur zijn ge geven heeft uitgetoerkt en de li teraire kwaliteiten van zijn stijl. In biigaand artikel, dat wij ter gelegenheid van de Boeken week publiceren, vindt men niets van dat alles. Niet over de inhoud of de betekenis van de boeken gaat het, maar over hun lotgevallen Oudheidkundige vondst in Altai-gebergte Prof. Si Roedenko heeft bekend gemaakt, dat in het Altai-gebergte m de Sowjet-Unïe de gemummifi ceerde lichamen zijn gevonden van een 2000 jaar oude man en vrouw, In 1947 werden in ditzelfde gebied eveneens zeer goed geconserveerde mummies gevonden. Volgens Roedenko was de man, die over het gehele lichaam geta- toueerd was, waarschijnlijk een edelman of een stamhoofd geweest. De tatouering was bijzonder kunst zinnig werk en bestond grotendeels uit tekeningen van dieren. De vrpuw, die in dezelfde tombe was begraven, moest volgens Roe denko een goede musicienne ge weest zijn, want zij had mooie, lan ge dunne vingers en véle muziekin strumenten. In de tombe zijn verder nog ont dekt een vergulde strijdwagen, le deren karpetten, diademen van hout bedekt met een dunne laag goud, ronde bronzen spiegels, prach tige met juwelen bezette tafeltjes en geverfd bont. De inzendingen, van het werk van degenen, die willen meedingen naar de Reina Prinsen Geerligs- prijs 1949 moeten uiterlijk 1 Augus tus aan het secretariaat-Koningin neweg 121 boven, Amsterdam zijn ontvangen. Deelnemers moeten op 24 November 1949 tussen 20 en 26 jaar oud zijn. JN ons land, waar het oorspronke lijk creatief proza, dat van de roman- en novelle-kunst, met het buitenland vergeleken, geen wijd vertakte bloei kan aanwijzen, heb ben van ouds de litteratuurcritick en het essay een naar omvrng en peil niet onbelangrijke productie te zien gegeven. Velen, die nooit een letter „fiction" zouden schrijven, hebben een bestaan in het schrij ven gevonden, iets wat natuurlijk, in een land met een klein lezerspu bliek. mede duidelijk aan economi sche oorzaken is toe te schrijven. In deze overwoekering van de Ietteren door het essayisme schuilt stellig een gevaar. Het gevaar in dit kleine land en bij de zwaarwichtige Nederlandse aard toch al niet denk beeldig dat allerlei geringe en niet belangrijke figuren te veel en te serieus belangstelling krijgen. (De op zichzelf betreurenswaardige papierschaarste heeft in dit opzicht dus misschien wel enigszins zuive rend gewerkt). Een ander nadeel van de genoemde toestand was dat het essay, bjj gebrek aan voldoende, en voldoende-belangrijk, oorspron kelijk proza, zich te veel op het es say richtte, de critiek op de critiek. Hierin rit iets onvruchtbaars en op deze wijze wordt de litteratuur ai te zeer iets voor specialisten. Ook ik voel het altijd als een bezwaar wanneer ik, zoals heden weer, een opstel over opstellen moet gaan schrijven, een opstel in de tweede macht Waar is het eind? Een derde heer, die het hetzij met mij hetzij met de door mij behandelde auteurs oneens is, zal nu weer over, voor Of tegen mijn mening over iemand an ders' meningen kunnen gaan schrij ven. En zo voort, en zo voort, tot in de honderdste macht, een spelle tje voor de mandarijnen in hun theepaviljoens, waar de litteratuur wordt uitgedund tot zij doorzichtig is als een velletje Chinees rijstpa pier. MrJN troost is, dat ik schrijf over een jongere, van wie ik grote verwachtingen heb. Dit klinkt wat oude-heer-achtig, maar hij zou zelf niet anders willen dan be schouwd te worden als iemand, die in zijn eerste groei staat Als_ zoda nig behoort hij naar zijn mening tot de belangrijkste onder zyn leeftijd genoten. Het betreft Fokke Sierksma en zijn essaybundel Schoonheid als Eigenbe lang (A. A. M. Stols, Den Haag, 1948). Onder de bezielende leiding van Sierksma is het maandblad „Po- Letterkundige kroniek door Victor E. van Vriesland dium" een eenzijdig, maar waarlijk levend tijdschrift geworden, waar in vele opmerkelijke jonge krachten elkaar ontmoeten. Hij verwierf de Amsterdamse essay-prijs van 1947 en wordt door verschillende jeug digen en ook ouderen (Greshoff) als een coming man beschouwd. Over een dergelijke mythe-vorming kan ik niet oordelen en Goethe heeft ook nooit „mehr Licht" ge zegd. Voor het ogenblik doet dat er dan ook niets toe, maar alleen dat ik deze stukken, al hen. ik ^het op honderd punten met de schrijver oneens, merendeels met genoegen en waardering heb gelezen. Naar mijn mening is „Humanis tische Kortsluiting" het beste opstel uit deze verzameling. Na een uitstee kende analyse van de humanist in onze hedendaagse samenleving toont de auteur de waardeloosheid aan van Rüssel's „Antike Welt und Christentum", een tendentieus boek zonder wetenschappelijke betekenis, omdat Rüssel's methode en voorstel ling misleidende vervalsingen zijn. Ten aanzien van dezelfde contro verse tussen heidendom en christen dom verwijst de schrijver dan naar Marsman's prachtige „Tempel en Kruis" om te tonen, hoe zij wél zui ver wordt gesteld. Maar Sierksma Velen zullen zich nog de uitstekende film Pépé Ie Moko herinneren, die de sfeer van de Casbah te Algiers zo prach tig weergaf en waarin Jean Gabm de titelrol speelde, zo sterk cn beklem mend. dat de creatie onvergetelijk werd. Gabm was de bendeleider en luwelen- dief Pépé, dictator van de Casbah. on aantastbaar en onoverwinnelijk, de wan hoop der Franse politie, die tevergeefs jacht maakt op de gangster, zolang deze op zijn terrein, de Casbah, blijft. Maar als Pépé le Moko verliefd wordt op een fatale vrouw en. zich buiten de Casbah waagt om haar te volgen naar Parijs, is het met zijn hoge sprongen ge daan. Hij wordt ingerekend en bij een poging tot vluchten neergeknald. in de dagen dat Amerika, jaloers op het succes der Franse films, pogingen deed de Franse cinematografie met huid en haar te verslinden, kwam er een Amerikaanse versie van Pépé le Moko voor de dag. met Charles Boyer in de hoofdrol. De film was een letterlijke copie van de Franse, men. had precies dezelfde decors gebruikt en alle scènes hadden een zelfde verloop, maar zie: de sfeer ontbrak volkomen en het werd een glad verhaal dat weinig Indruk maakte. En nu wordt ons de geschiedenis voor de derde maal voorgezet, weer door de Amerikanen, thans met een Pépé (Tony Martini die op gezette tijden in lyrisch gekweel uitbarst en meer heeft van een wat weke koekebakker dan van een glasharde gangster. Zijn Oosterse vriendin, Inez, lukt een aankomend koristje en de fatale Franse dame wordt voorgesteld door Hollywoods nieuwste Zweedse ontdekking, Marta Toren, wie men bepaalde bekoorlijkheden niet kan ontzeggen, maar die deze rol (haar eerste) al bijzonder weinig overtuigend speelt. De enige aan wie men genoegen be leeft Is Peter Lorre, een leuk politie- inspeeteurtje. De vele buitenopnemin gen, ter plaatse in Algiers gemaakt, kun nen het- gebrek aan geloofwaardigheid der spelers in deze film niet vergoeden. Sommige mensen, geloven dat stotte ren een ondeugd is en anderen 2yn van mening, dat een stotteraar lijdt aan een ongeneeslijke ziekte en zoals meestal ligt ook bier de waarheid in het midden. Algemeen wordt aangenomen dat stot teren een gevolg is van een zenuwsto ring, al zyn de geleerden het over de diepere oorzaak nog niet eens. In elk geval komt het stotteren voort uit een toestand, die in de geneeskunde neuras thenie genoemd wordt, met welke be naming een uitzonderlijk hoge prikkel baarheid van het zenuwstelsel wordt aangeduid. Het stotteren is een afwijking, die meestal in de prille jeugd begint. Kin deren van drie of visr jaar maken er een gewoonte van sommige lettergrepen bij het uitspreken te herhalen. Veelal zijn dit intelligente en zeer levendige kinderen, die proberen veel te prat en- Maar omdat hun spraakvermogen nog niet voldoende ontwikkeld ts. kunnen zy hun gedachten nog met in woorden uit drukken. Dit gevoel van in het spreken geremd te zyn is het begin van een kin derlijke neurasthenie. Ik moge «r in cüt verband op wijzen, dat ouders er onverstandig aan doen m tegenwoordigheid van vreemden hun kinderen te dwingen, te demonstreren hoe bij'dehand ze wél zijn. Het kind, dat tot verrassende uitspraken geprik keld wordt, probeert meer wijsheid te produceren dan met zijn leeftijd over eenkomt. Een spraakgebrek kan er het gevolg van zijn. Ook een hevige schrik kan veroor zaken. dat een kind gaat stotteren. Zo als vrijwel iedereen, verliest het kind op het moment dat het schrikt, ae soraak en bij sommige kinderen blijft deze gebeurtenis diep in het geheugen gegrift. Hun vertrouwen in eigen spraak vermogen is geschokt en dit besef kan hen verhinderen vlot en zonder onder brekingen te spreken. Merkwaardig is, dat kinderen het stotteren van elkaar kunnen overnemen. Van een infectie is natuurlijk geen sprake, maar kennelijk komt het ene kind zo onder de indruk van het stotteren van het andere, dat het gaat meedoen. Wanneer het stotteren pas op latere leeftijd begint, moet de oorzaak meestal gezocht worden m lichamelijk letsel of in een abnormaliteit van het zleleleven, In al deze gevallen is de enig juiste weg van het euvel af te komen een zenuwspeclalist te raadplegen. Vaak tó een psychiater in staat de psychische oorzaken van het stotteren weg te ne men. Voorts is het zeer belangrijk, dat de patiënt het vertrouwen in zijn eigen spraakvermogen terugkrijgt. Behalve langs psychische weg wordt dit bereikt met spraakoefenlngen. Mon heeft daar voor een ingewikkeld systeem ontwor pen, dat moeilijk uitvoerbaar is en dat veel geduld vergt, zowel van de spraak- leraar als van de patiënt. Toch geven deze moderne behandelingsmethoden kans op volledige genezing. De eerste voorwaarde voor een succesvolle behan deling is dot men er zo vroeg mogelijk mee begint. Het spreekt vanzelf, dat het zeer ver keerd is om stotteraars uit te lachen. Vooral met kinderen levert dit moeilijk heden op, daar andere, minder fijnge voelige kinderen de spot drijven met "t gebrek van hun vriendje of vriendin netje. Als er iets Is, dat de genezing tegenwerkt, dan is het wel dit, want wie zou op de duur zijn zelfvertrouwen niet verhezen als hij altfid werd uitge lachen? Stotteraars kunnen, pas volledig genezen als zij over net zoveel zelfver trouwen beschikken als alle andere mensen en liefst over nog wat meer. Tot het volgende spreekuur. MEDICUS Evenzeer als voor ons Nederlanders sinds de Slag in de Javazee „de Buijter" en „de Tromp", is voor de Yankees de kruiser „Marblehead" het begrip van heldenmoed en tragische onverzettelijk heid, Door de Japanners in brand ge schoten en volgens hun radioberichten „tot zinken gebracht" bereikte het schip Tjilatjap, met een bemanning, die 48 uur lang had gevochten tegen het vuur en het in de ruimen stromende water, en met de stars-and-stnpes, ge scheurd en zwartgeblakerd, nog in top. De belevenissen van deze bemanning aan. boord, op Java en op weg naar Australië heelt men trachten weer te geven in de film „The Story of dr. Was sel". Regisseur Cecil B. de Mille is de maker van vele „grootse" films (vooral bijbelverhalen trokken hem aan) en het is beslist een verrassing, hoe hy nu een bijna zuivere documentaire heeft weten te maken, zonder een zweem van groot doenerij. Onder zijn IeidLng leverden soldaten, verpleegsters, inlandse vrou wen en zelfs de onberekenbare Gary Cooper, die wel eens naar het toneel neigt, welhaast feilloos spel. Jammer is het, dat de Mille klaarblijkelijk zijn oude liefde niet geheel in de steek heeft kunnen. laten en wel wat al te veel enorme pleisters en met bloed doorlopen verband gebruikt. Het zal wel overeen komstig de waarheid geweest zijn, maar men ziet zoiets tegenwoordig liever niet. zeker niet wanneer dit Indonesië aan gaat. Het „verhaaltje" had men ook beter uit de film kunnen laten, de toe valligheden in het blije slot horen meer in een beeldroman thuis. Misschien was dan ook de indruk-van de dorpsdokter, die zijn rustige praktijk vaarwel zegt om een leven vol gevaar tegemoet te treden, zuiverder gebleven. Het gemiddelde Amerikaanse gezin betaalt per jaar 131 dollars voor de hulpverlening aan Europa, zo heeft een statistisch bureau irt de V.S. berekend. Dit betekent, dat elke man, vrouw en kind in Ameika 31 dollar per jaar betaalt om de West-Europese landen te helpen, zichzelf te kun ui bedruipen. De Societas Studiosorum Refor ms torum, afd. Botterdam, viert op Vrijdag II Maart haar 31ste dies natalis. Het bescheiden programma vermeldt een receptie in Caland- West van 3.30-5 uur, een vergade ring in dezelfde zaal 's avonds om 7 uur en een souper in de Rotonde van het Beursgebouw, aanvang 12 uur. Hij heet John Muller en blij ft een onverbeterlijke schurk, ook nadat hy uit de gevangenis ontslagen wordt, waar hij voor de laatste van een reeks zon den tegen de maatschappij heeft geboet. Samen met een stel trawanten rooft hy een nachtclub leeg. gaat er met een poet van 60.000 dollar van door ook al suizen hem de kogels om de oren. De baas van de nachtclub bewaart nog wat kogeltjes, waarvan o.m. de helper van John zijn portie krijgt en Johnny zelf wordt overal waar hb gaat achtervolgd, totdat hij zijn kans krijgt om als John Muller op te houden te beslaan en in de plaats te treden van een dokter Ear- tnk op wie hij sprekend gelijkt. Om het terrein te verkennen is hij in kennis ge komen met de secretaresse van de dok ter. die prompt verliefd wordt op de schurk. Dc dokter weet hij op listige wijze om zeep te brengen en het spelen van het rolletje van dokter gaat hem opperbest al totdat het verliefde meisje natuurlijk de situatie door krijgt en ijlings de benen wil nemen helemaal naar Honoloeloe, En John alias dokter Bartok wil mee om te tonen, dat hij echt van haar houdt. Inderhaast wikkelt hij de zaken van de dokter af, spoedt zich naar de kade, waar de boot al ligt te blazen, maar Juist als hij de loop plank wil betreden dringen een paar vriendjes met een. revolver hem opzij naar een stil hoekje. Dokter Bartck wil verdwijnen zonder een speelschuld van maar liefst 90-060 dollar te betalen? ïk zal je wel een cheque sturen jongens, ik heb haast, de boot gaat all John gaat niet met de boot want de vriendjes paf fen hem neer en. het meisje gaat erg bedroefd alleen naar Hawaii, Aldus luidt in een nutshell de inhoud van de thriller, die onder de naam Het Dubbele gelaat deze week in Arena gaat. Een uurtje ontspanning door wat span ning en goed gespeelde rollen van Paul Henreid als John Muller en dokter Bar tok, Joan Bennett als de secretaresse en Leslie Brooks als Virginia Taylor, een vriendin van dr. Bartok. Liefhebbers van avontuurlijke films kunnen deze week naar hartelust geme ten van de Zweedse Robin Hood, Harald Handfaste, een waardig opvolger van zijn Engelse en op het witte doek Amerikaanse collega, die in Rex sterke staaltjes vertoont. Deze Zweedse film staat niet op hetzelfde peil als. b.v. haar landgenoot Htmlaspelet. maar het is toch een verademing na de talloze Amerikaanse avonturenfilms dit product uit een klein land te zien. Zo op bet oog is Harald gemaakt volgens het be proefde recept van de film voor het grote publiek, een stoere held in de hoofdrol (hier gespeeld door George Fant), een wonderschone jongedame als zijn tegenspeelster, een wrede tiran, die het land onderdrukt en het meisje tot vrouw wü nemen, waar de held even een stokje voor steekt, en. natuurlijk een flinke vechtpartij, waaruit de nobele jongeling als overwinnaar te voorschijn treedt. Maar er zijn daarnaast dingen, die Harald boven de gewone avonturen film doen uitsteken: In de eerste plaats de buitengewoon fraaie fotografie. De opnamen van het Zweedse landschap zijn schitterend. Ook de regisseur, Hampe Faustmann, weet goede resulta ten te bereiken. De spanning wordt tegen het eind Jangzaam maar zeker opgevoerd, een spanning, die haar hoog tepunt bereikt in een scène waarin Ha rald izijn beminde te paard door velden en bossen te hulp snelt. Natuurlijk slaagt hij er in haar te redden, en de manier waaropenfin laten we niet alles ver klappen. Anders zou het niet meer de moeite waard zijn deze film te gaan zien. The Chisholm Trail (route) van Bor den "Chase is één van de weinige semi- historische verhalen, die ons zij het in bloemrijke en enigszins romantische verdichting Iets leerden omtrent de pionlersstrijd In de Nieuwe Wereld in de jaren '60 van de vorige eeuw. Howard Hawks koos het spannende cowboy-epos ter verfilming en in zekere zin zette hy daarmee de veredelings- txadltle van dc oude Western voort. Het is een film geworden, die het na tuurlijk niet zonder enkele tamelijk ge forceerde avonturen kan stellen, maar overigens zeer veel aandacht besteedt 3an visuele momenten, waarbij het in dividu i.e. de hoofdrolspelers John Wayne, Walter Brennan. Noah Beery Jr. op de achtergrond treedt van hel speeds levendige en boeiende gegeven: de trek van een. enorme kudde vee. Het geheel is uiterst suggestief op de film band vastgelegd en afgezien van de dierkundige organisatie is dit een filmisch werkstuk, dat alle bewondering verdient.* De start van de trek en de paniek onder het vee zijn zelfs hoogte punten, die men niet zomaar zal ver geten. Vele Italiaanse filmacteurs en -regis seurs hebben geprotesteerd tegen hert grote aantal buitenlandse films, dat er in dc Italiaanse bioscopen wordt ver toond. GEEFT u mij nog een paar lek kere taartjes." De winkeljuffrouw pakt de heer lijkheden zorgvuldig in. „Ja, we kunnen het nu weer doen. We moeten er nu nog even van profiteren. Je weet niet wat er kan gebeuren. Waarom zou je sparen? Mijn man zegt, er komt toch weer ooi log. En wat doe je ertegen? Daarom eten we nu maar lekker taartjes." En de juffrouw achter de toonbank beaamt alles, want het is een goede klant, die spreekt, een héél goede klant. U denkt toch niet dat dit een overdreven verhaaltje is? In alle toonaarden kunt u het horen te genwoordig. Wie zo spreekt vindt zich zelf nog eerlijk en verstan dig ook. „Ik kom er eerlijk voor uit: nu kunnen we het nog doen. Halen van het leven, wat ervan te halen valt. Oerdom, wie dat niet doet." Maar is het wel zo eerlijk? Of zo verstandig? Oeroud is deze levenshouding zeker. In de bijbel wordt, hier en daar, al iets gezegd ovc de lin den, die de leus hebben aange heven: „Iaat ons eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen stBr- ven wij." Van ouds her, is dit als zeer verstandig aangeprezen. Is het ook zo? Wat blijft er van de eerlijkheid over, van de ge zochte vreugd, de verlangde be vrediging, kortom van het „lek kere", als le angstvallig je ogen moet dichtknijpen voor wat daar na komt? Vlak voor de Jappen ons toen malig Nederlands-Indië overrom pelden, zei een vriend mi] eens: „wij leven als luchthartlgen in een prieeltje op een vulkaan. Ieder ogenblik kan de uitbarsting ko men. Maar we doen net alsof dat nooit kan gebeuren." De uitbar sting kwam, en de gevolgen zijn nóg niet te overzien. "Wij gaan op deze Zaterdag avond geen dreigende morele wijsvinger tegen elkaar opheffen. Wij stellen alleen maar, nuchter, vast, tot welke „wijsheid" wil hedendaagse, naoorlogse, soms goed-ontwikkelde en vaak lang niet onbemiddelde {zie de taart jes) mensen kunnen komen, als vrij leven zonder rekening te hou den met God. Want de Bijbel heeft nog één ding te zeggen op onze wijsheid: „Gij dwaas. God zal uw ziel van u eisen." En waar blij ven wij dan met ons egoïsme en onze duur-betaalde behaaglijk heid? Wij kunnen maar één ding doen, dat is: ons wenden tot Hem, die zelfs uitkomst heeft tegen de onontkoombare dood. Oberman. accepteert blijkbaar niet Marsman's oplossing van het probleem in zang LI, maar blijft zich afkerig betonen van iedere synthese. oplossing van de polaire span- spanningen, die zich in het mo derne leven en denken voordoen, zoekt Sierksma niet zozeer in de lege bevrediging van een of andere paradoxale formulering of moeiza me cerebrale constructie, maar in het nuchter aanvaarden van een re aliteit die onverzoenbare tegenstel lingen kent. In een on-dialectische denkwijze dus, en die misschien re presentatief is voor des schrijvers generatie. Want hij is realist en war3 van mooie woorden welker waarde ge devalueerd is. Hij is humanist, maar van een weerbaar en intcUigent soort, ver van de vrijzinnige „dier baarheid" der in vage illusies en moraliserende transcenüe zwelgen de, optimistische „verbeteraars". Hij !s navolger van Ter Braak (en enigszins van Du Perron), maar op een critlsche en volstrektt openhar tige wijze, en zonder de rancune te gen cultuur, ratio en intellect die enkele van zijn bewonderaars onge nietbaar maakt. Critisch in zijn navolging Sierksma betoont zich dat vooral duidelijk in het titel-essay, waarin hij ten aanzien van Ter Braak's be schouwingen in het „Démasqué der Schoonheid'' tegenover de poëzie een zelfstandig en veel juister standpunt inneemt, al had hij er op kunnen wijzen dat Ter Braak hééft toegegeven, alleen de eigen voor keur te hebben gedemasqueerd. ALS leerling (niet: epigoon) van Menno ter Braak doet Sierksma zich ook kennen in het belangwek kende essay over J. C. Bloem, -waarin hij een knappe toepassing geeft van do tegenstelling burger dichter uit ,,Het Carnaval der Bur gers", zij het misschien iets te sche matisch. Hij toont aan, dat in Bloem „de dichter de burger nooit verra den" heeft en geeft een scherpzinni ge verklaring voor het feit dat Bloem in zijn laatste bundels plot seling Sapfische strophen gaat schrijven („Na de Bevrijding'* en „Aan de Geallieerde Vliegers"). Het wekt bewondering dat Sierks ma indringende stukken weet te schrijven over zulke verschillende dichters als J. C, Bloem en Achter berg: ook het opstel, aan de laatste gewijd, is diepgaand en verdient grote opmerkzaamheid. Overigens is de auteur meer op dreef wanneer hij in Ter Braak's geest schrijft dan wanneer hij in de trant van Du Perron werkt. Zijn toon is in dit laatste geval minder raak, minder snijdend en doeltref fend dan die van de grote pole mist en pamflettist. Dit geldt o.m. voor de korte stukken „Fapier- krieg", „Na-oorlogse Prijzenpoli tiek" en „Eeuwigheid als Argu ment". Het geldt ook voor het grote stuk over Bert Voeten, al is dit soms ,wel amusant gescbrevén. Naar mijn mening is het onbillijk door onderschatting van Voeten's kwa liteiten, maar hierover zullen, wij niet twisten, want Sierksma heeft natuurlijk ten volle recht op een tegenovergestelde mening ten de zen, en eveneens op een oordeel, dat voor mijn smaak Debrot een klein weinig over-, Aafjes een klein weinig onderschat In eik ge val is Sierksma nog duizend keer geestiger dan zovele zijner genera tiegenoten, die met vulgaire bekge vechten voor het publiek treden om hun flinkheid, strijdbaarheid en recht van bestaan met een stroom van modder te bewijzen. Bij Du Perron valt ook wel erg af de „Dia loog over Coster" (Een kleinigheid: de opmerking op pag. 52 in verband met Dirk Coster is stellig onjuist: Sierksma weet waarschijnlijk niet, dat Marsman zeer bevriend met hem was en, loyaal als hij was, geen kwaad van hem wilde horen). OVER de z.i. te grote praatzucht van Bert Voeten in diens dagboek „Doortocht" schrijft Fokke Sierks ma'. „Deze lieden leven niet van en tegen de feiten, maar van hun com mentaar op de feiten." Dit klinkt heel aardig en is ogenschijnlijk heel spits gezegd. Maar de schrijver ver geet, dat sommige van de grootste litteraire journaals en. brieven der wereldlitteratuur door commentaar op de feiten zijn ontstaan: Saint Si mon; Ninon de Lenclos; Stendhal over Italië; Benjamin Constants Cahier B'iuge; het Journaal van de Goncom </s cn vooral het onvolpre zen Jo irnal van Jules Benard. Het 'ipstel over Huxley moet met waardi ring genoemd worden, al is de opmerking dat de bekering van dïe schrijver tot de mystiek defini tief is, door de feiten achterhaald, en weerlegd. Zeer treffend echter tornt Sierksma de halfslachtigheid v?m deze schrijver aan, die de we reld tracht te redden door een mys tiek zonder God en niet verder komt dan een methode van psychi sche integratie en wat individuele filanthropie, die toch geen tegen wicht vormt tegen de dadenloos heid. De opmerking, dat men. bij mystieken wel van doodsverlangen maar niet van zelfmoord hoort, hoe frappant ook op zichzelf, lijkt mij minder juist. De zelfvernietigings- drang, berustend in de mystieke eenheidsdrang en die bij verschil lende christelijke martelaren maar b.v. pok bij een Giordano Bruno tot de marteldood leidde, kan m.i. wel degelijk als een vorm van suicide worden beschouwd, evenals de lang zame versterving van zo menig in askese ondergaand anachoreet. Zo zijn er meer detailpunten, waarover ik nog wel eens met Sierksma zou willen twisten. De z.g. nieuwe gezichtspunten van Tas b.v., die ik niet heb kunnen ontdekken. Ds opmerking over Nietzsche m verband met Sartre op blz. 96, kjlrt mij flauwe onzin. De eis (pag. 130) „om de Duitsers, Moffen heten zy natuurlijk, eens koel belangstellend au sérïeux te nemen, al was# het slechts als .natuurverschijnsel'' en het verwijt" dat hij het „voor Hitier, Goebbels en de rest" „met de be kende cliché-termen'1 wel ax kar„ lijkt mfj tegenover iemand die mid den in de oorlogsjaren zijn notities maakt, in hoge mate onredelijk en onrechtvaardig. Dit alles echter neemt niet weg, dat deze bundel waard is, met in genomenheid te worden begroet: hy overtuigt van de ernst en het goeae gehalte van deze essays, waarnaa"- terecht door velen opmerkzaé wordt geluisterd. Dc Limburg kunstschilder Gu lila urne Eberhard is op 69- jarige leeftijd overleden. In het Rijksprentenkabinet te Lelden zal een tentoonstelling worden gehouden vaö tekeningen en litho's van S. H. de scholen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1949 | | pagina 4