Een fameuze Figaro in een
wonderlijke winkel
Een Hollander ontdekt
Paas-eiland
Paasgebruiken tussen
Regge en Dinkel
Tegelen, waar spel passie
en passie spel wordt
Franse kok bedacht niet minder
dan 1685 ei-recepten
Op 1 Mei schenkt Parijs zijn
beste glimlach aan de lente
1950: Passiespelen in Limburg
Dorp aan de Maas
heeft zijn geheim
Middelburger op
avontuur
Romantiek met dichterlijk'
werkelijkheidsbesef
Lentebrand in Twenteland
Het „vlöggelen" en
de „Paoskeels"
Zaterdag 16 April 1949
3
van de Ijzergieterijen, ernstig en
zwijgend achter een dampende kop
koffie zitten, bij Lücker in de ge
lagkamer.
Onder de fabrieksrook van
Venlo en tegen de Duitse grens
ligt Tegelen, een dorp als ieder
ander.
Men bakt er pannen en giet
er gloeiend ijzer tot putdeksels
En er wordt tabak verwerkt.
Maar in dit dorp is een tra
ditie gegroeid. Eenmaal in de
vier jaar worden er door de
dorpelingen de fameuze Passie
spelen gegeven.
Dat eist ee» voorbereiding
van meer dan een jaar en daar
om heerst er nu al spanning in
het kalme dorp want vólgend
jaar1950, zullen de Passiespe
len 'weer worden gehouden.
In 1946 waren zij voor het
laatst te aanschouwen. Nog
een jaar geduld (voor de be
zoekers) maar niet voor de spe
lers, die op deze Paasdag hun
rol toegewezen kregen en aan
het werk gaan
PIE buschauffeur kent het dorp als zijn broekzak. Al jaren nidt hij
immers het traject met zijn vaste klanten: heen en weer tussen
Venlo-station en Tegelen-dorp, Hij weet dus ook waar de mannen zit
ten, die over de passiespelen kunnen meepraten. Hij is bovendien gul
genoeg om de weg te wijzen. En als wij dan hier en daar en overal in
hei rustige dorp aan de praat zijn geraakt dan blijkt, dat de kunst
lievende dorpskappcr, die in zijn winkel ook tabak verkoopt, de aan
gewezen bron is voor informaties. Want hij kapt Judas „naar het leven"
en aan de muren van zijn winkel hangen de foto's van zijn werk als
trofeeen in de salon van een jagerWij willen weten hoe het met de
Passiespelen staat en dus gaan wij op weg naarA. Seelen, Coiffeur-
Grimeur.
Bij Seelen in het hoekhuis aan
de Industriestraat liggen de sham
poo-pakjes aan de éne en de siga
retten aan de andere straatkant.
Maar boven de winkelruit staat
nog iets anders, Met grote letters
staat er „Coiffeur de Theatre" ge
schilderd en als dat nog niet genoeg
is, dan is er de machtige serie in
gelijste koppen langs de wanden
van het winkeltje. Shylock, de
Klokkenluider van de Notre Dame
en Kniertje kijken de argeloze
scheerklant» doordringend aan: in
dit huis knipt, scheert en regeert
de kapper-grimeur van de Tegelse
Passiespelers. De Coiffeur de Thea
tre is een autoriteit, die bij toe
val ontdekt even ruim in zijn
tijd als m zijn vakkennis zit.
Als ge voor de Spelen komt,
dan zijt ge ruim een jaar te vroeg,
zegt hij, maar heel zijn markante,
zware figuur neemt een behoed
zame vertel-pose aan.
Volgend jaar. En dan pas in de
zomermaanden. Dan kunnen wij
weer enkele tieduizenden bezoekers
verwachten. Juist deze week wor
den de spelers uitgekozen. Dat is
een zeer précair werk, moet ge we
ten
Buiten strooit een slordige ruk
wind met volle handen de hagel
stenen over de daktjn. Seelen knipt
en praat en gaandeweg krijgen wij
een inzicht in al wat er komt kij
ken bij de organisatie van de be
roemde Tegelse Passiespelen, een
evenement dat vierhonderd dorpe
lingen maandenlang ieder weekeind
op de planken brengt, dat vier jaar
lang spanning in het plaatsje op
wekt, dat ledereen aangaat en in
teresseert,
Massaspel
Vierhonderd inwoners hebben
een rol in het massaspel, heel het
dorp wacht de vierjaarlijkse
„keuze" der hoofdrolspelers af en
de pastoor en de fotograaf, de win
keliers en de fabrieks-meisjes;
iedereen en allemaal werkt mee aan
het succes.
Want succes hebben de Spelen,
dat is overvloedig bewezen. Was
niet Koningin Wüheïmina onder de
ontroerde toeschouwers in 1946
toen de laatste Spelen werden ge
houden? Kwamen niet uit heel het
land en ver daarbuiten week in
week uit duizenden bezoekers naar
het oude dorp alleen om de Passie
te zien?
Tegelen heeft succes geoogst en
juist daarom waakt de keuze-com-
missie uitermate angstvallig tegen
verval of reclame. Daarom ook
wordt het spel slechts om de vijf
(nu om de vier) jaar opgezet en
direct na de laatste opvoering wordt
heel die moeilijke organisatie van
spelers en regie ontbonden. Ieder
gaat zyns weegs en over een paar
jaar ruim één jaar vóór de volgende
enscènering komt er een oproep in
de krant
Ieder Tegels ingezetene kan zich
opgeven, aan een ieder wordt de
kans gegeven op een hoofdrol.
Daartoe zit avond aan avond de
spel-commissie te examineren.
Type, uitspraak, spel-aanleg, ernst:
alles wordt gezift en gewogen. Tot-
Hen wéét het
En over enkele dagen zal ieder
een het weten. Aan talrijke gis
singen is dan een eind gekomen. Zal
dit keer de schilder Oehle weer de
Christusrol vervullen? Hij heeft
thuis in de kamer de doorn ekroon
nog hangen van de vorige keer. Als
ge hem erover aanspreekt, dan
dwalen zijn ogen onwillekeurig
naar de overtollige attributen.
Dit jaar wéér?
Oehle weet het niet, Seelen weet
het niet en Judas weet het niet.
Judas die rustig doorgaat met zijn
orderboek: hij reist in tabak voor
Kreykamp en als ge soms wat over
tabak wilt weten
Eigenlijk kunt ge alleen de plaats
van de Spelen nauwkeurig omlij
nen, De wonderlijke Doolhof, waar
de vaste bouwsels staan, die het
décor voor dit openluchtspel vor
men.
Het andere décor, dat is de na-
tuur-zelf, die in deze wisselvallige
dagen met gulle hand contrasten
strooit over tempel en Calvarieberg.
In een minuut wisselt immers een
vals-waterig zonnetje af met een
gierende stortvloed van regen en
sneeuw: een ideaal toneel-r'equisiet
dat jammer genoeg onberekenbaar
is.
Neen; de klassieke theater-mas
kers: „Jantje Lacht" en „Jantje
Huilt", die ge aan ieder toneelfront
ziet, bespeurt ge niet bü het open-
lucht-fcheatcr. Daar huilt de regen
en daar lacht (sporadisch) de zon.
In de frisse bakstenen huisjes
worden nu de kinderen zoet gehou
den. Als de avond valt zet Judas le
Met vijf man wordt er aan de lo
pende band gekapt. Maar Seelen
heeft een eerzaam tabaksreiziger
voor zijn meesterhand gereser
veerd: Judas, alias Versteeghen uit
Tegelen, heeft echte haren, maar
een baard wordt aangeplakt, want
dat némen de klanten nietj
Sfeer en dramatiek: het antieke
Jerusalem herleeft in het open
lucht-theater. Christus: de schilder
Ocfcle.
"dat eindelijk de beslissing valt en
de rollen verdeeld zijn.
Eerst dan kan de gekozene zijn
baard laten staan en lokken laten
groeien. Maar dat is geen gebieden
de eis. Alleen als het niet te be
zwaarlijk is, anders zorgt Seelen
voor de coiffure.
Dat hij dit kan: daarvan getuigen
de tientallen foto's, die hij uit dozen
en albums voor ons opdiept.
Baard naar keuze
In een ommezien ligt zijn toon
bank vol met hogepriesters en
Schriftgeleerden, met Judassen, met
traditionele karakter-koppen van
Christus en Maria.
De shag-klanten, de juffrouw, die
„alleen maar even wil opbellen"
kennen de grimeur en zij zijn zó
aan alles wat het spel raakt ge
wend, dat zij met een achteloos ge
baar het geld op het hoofd van Pe
trus deponeren en een dubbeltje
tussen de „woedende-menigte-op-
het-tempelplein" laten rollen.
Als ge dat alles zo eens nauw
keurig hebt aangezien, dan is het
plotseling duidelijk waarom er in
het dorp een soort verbond-tegen-
de-buitenwereld gesloten is. Juist
in deze week ziet ge de regisseur
van het spel, een „fabrïeksheer"
XT' EN driehoekig lava-eiland,
"7^ nauwelijks honderd vierkante
kilometer groot, bedekt met hon
derden enorme lava-beelden, die in
rijen staan opgesteld; alle lange
neuzen in de wind.
Paas-eiland ook Waihu of Aeapi
genaamd en door de inboorlingen
Rapanui geheten, ligt eenzaam in
de Stille Oceaan, verloren als laat
ste Oostelijke uitloper van de dui
zenden eilandjes van Oceanië.
Voor de preeïesen volgt hier de
juiste plaats: 27/9 Zbr. en 109/20
Wl. Hoe het eiland aan zijn naam
komt? Omdat zekere Roggeveen,
een middelburger met avontuur
lijke neigingen, er op Pasen van het
jaar 1722 aan wal stapte. Hij had
een vreemd eiland ontdekt dat niet
op da kaarten stond en naar de ge
woonte van die tijd doopte hij het
nieuwe wereldje in één moeite
door.
Deze Jacob Roggeveen was de
zoon van een „Proever", Arent Rog
geveen. „Gouseerder" heet een
proever van wijnen en dranken in
die tijd naar het Franse woord
„proeven". De oude heer Roggeveen
liefhebberde in aardrijkskunde en
wiskunde en hij ontwierp voor zijn
zoon een reiskaart van de wereld
zee. Daarenboven geeft de wijn
proever aan zijn zoon lessen in zee
vaartkunde.
Als Jacob volwassen is (hij stierf
in 1729) wordt hij notaris te Mid
delburg, toentertijd met zijn mach
tige abdij het culturele centrum bij
uitstek, later trekt hij naar Indië
als ambtenaar van Justitie.
Als hij in 1715 terugkeert naar
het vaderland wijst Middelburg
hem de deur. In de schone stad is
geen plaats voor Roggcveen's vrij
zinnige, opvattingen.
Na veel omzwervingen heeft
Roggeveen het dan in 1721 zo ver
weten te brengen dat de West-
Indische Compagnie hem drie sche
pen toevertrouwt. Roggeveen gaat
op pad en de Roggeveenseilanden
plus Paaseilanden worden ontdekt.
Paaseiland bestaat uit gestolde
lava en enkele uitgewerkte kraters.
Het is een vulkanisch en dor land
waar groot watergebrek heerst en
vrijwel geen plantengroei aanwe
zig is. Ook hout komt er niet voor
en de stijle lava-oever verhindert
de aanleg van havens. Aan de
westzijde ligt één landingsplaats,
later Cookshaven genaamd. De en
kele tientallen inwoners leven er
hoofdzakelijk van de planten, die
er nog tieren.
Het eiland werd rond 1888
door Chili als strafkolonie in ge
bruik genomen en van de oorspron
kelijke bewoners resten ons alleen
nog de raadselachtige enorme beel
den, die op een brede muur van
zes en twintig meter lang staan op
gesteld. De kolossale beelden zijn
soms vijf meter hoog, en men tast
nog in het duister aangaande de
kwestie of het hier oud-religieuze
voortbrengselen betreft dan wel
toevallige lavastolsels, later als
mensfiguren bewerkt en. als totem
of folkloristisch feest-teken benut.
Maar Paas-eiland bestaat en, dat
een Hollander het ontdekte is vol
doende om aan de oud-vaderlandse
traditie van koene zeevaart en on
dernemende avonturen-zin relief te
geven.
emmer met afval buiten, voor de
konijnen. Petrus-van-46 draait de
radio af en de kinderen van de Fa
rizeeën gaan zoet naar bed.
Morgen heeft half het dorp weer
nieuwe boeiende verwanten. In één
dag wisselt een straat van familie.
Een apostel wordt waltker als
schriftgeleerde en een Opperpries
ter heeft 's middags Mana tot
schoonzus.
Een vijver als orkestbak en sim
pele stenen bouwsels als décor. Het
openluchttheater te Tegelen.
Dat kan allemaal gebeuren, rond
Pasen, in Tegelen
Aéchter Venloë, zegt de D-
trein-man met overtuiging: „Aach-
ter Venloëdaar is gaqs helegaar
nïkske nie mier te veinde".
CLARE LENNART: KASTEEL TE HUUR
UtrechtAW. Bruna Zn., z. j.)
Romantiek is altijd een
„escape": een poging tot ont
komen aan de werkelijkheid of tot
omvormen daarvan. Sinds de dagen
dat dit woord de naamvoering van
een litteraire beweging der vorige
eeuw was, alvorens grondslag te
worden van een tot in onze tijd
steeds periodiek terugkerende let
terkundige richting, heeft zij daar
toe verschillende middelen te baat
genomen. Een overwicht van de
verbeelding en het irreële was zo
een middel; nabloei hiervan is het
thans internationaal wederom
enigszins herlevende surrealisme,
maar ook reeds in het begin dezer
eeuw een boek als „Die andere
Seite" van Kubin. Een andere weg
is die van de duister demonische
fantasieën van zovele Duitse ro
mantici, maar ook de terugkeer tot
het sprookje getuigt daarvan. Nog
een ander middel was het streven
naar het weervinden van een pri
mitief contact met de natuur:
sinds Bemardin de St, Pierre heeft
dit het aanzijn* geschonken, vooral
in Frankrijk (maar ook, met
Defoej in Engeland en Hudson in
Amerika) aan het genre van de
exotische roman, een exotisme van
utopische aard, gelijk het in de
eerste decenniën van deze eeuw
Letterkundige kroniek
door
Victor E. van Vriesland
ook in Frankrijk nog een rijke
wederopbloei vertoonde (Delteil,
Chadourne en vele anderen). Weer
een andere weg om de werkelijk
heid een injectie met het irreële te
geven berustte op zuiver litteraire
middelen: de stijl en de styleting
moesten hier een sfeer, toon en
stemming opwekken waardoor de
gewone dingen des gewonen levens
tot een onzeker en onwerkelijk
plan werden gebracht en als het
ware gedeeltelijk uitgewist tot een
ander bestaan. Een van de fraai
ste specimina van dit aan het
sprookje verwante procédé vindt
men in het terecht zo befaamd ge
worden „Le Grand Meaulnes" van
Alain-Fournier, terwijl iemand als
Kafka iets van de meeste hier ge
noemde elementen in zich verenigt.
Terugkeer tot de natuur en tot een
innige verwantschap met haar wezen,
alsmede het door stijlmiddelen oproe
pen van een bepaalde halfwerkelïjke
stemming en een van het concrete los
zwevende toon en sfeer vindt men on
getwijfeld in deze nieuwe roman van
Clare Lennart, haar eerste publicatie
na de bevrijding, ongerekend een on
gemeen £bn en charmant verhaaltje
„Ter Herinnering aan Rotterdam".
Toch berust by Clare Lennart de
schrijfwijze op meer bestanddelen die
ontieer.d zijn aan waarnemingen dan bij
Fcurnier. Ik zou willen zeggen dat,
hoewel zij stellig een eigen toon heeft,
haar resultaat minder op schrbfmanier
is terug te voeren dan op het mede-be
trekken van concreta in het totale ef*
droom, die niet verdoezelt, maar die
ons aan onszelf onthult."
Dit verhaal van een idylle, beleefd op
een oud huiten met een even vaag als
vluchtig liefdesavontuur als voorgrond
en de historische achtergrond van de
gewezen kasteelbewoners als perspectief
doet niet nan als ouderwets, maar heeft
dat typisch tijdeloze, dat dikwijls de in
druk ls, welke romantische kunst op ons
maakt. Een kunst immers, die tracht de
eeuwige en bijna wetmatig te noemen
wederkeer van de gemoedsaandoenin
gen in het mensenhart tegenover het ge
heel van leven en wereld te benaderen,
niet als beschouwer van die gevoelens,
maar geheel als deelhebber er van. Dit
Is dan ook in een. bijna niet meer
voorkomend genre een uitermate be
minnelijk en verkwikkend boek ge
worden.
PASEN zonder eieren is ondenk
baar. Op elke Paastafel beho
ren ze aanwezig te zijn. in bonte
kleuren, van velerlei gestalte en
vorm. En omdat we het er toch
over hebben, zullen we eens wat
meer vertellen van het ei, zoals
dat bier en elders ter tafel komt.
Weet U bijvoorbeeld, dat ge
kleurde eieren binnenkort het hele
laar door te krijgen zijn in de
Verenigde Staten, en dan niet ge
kleurd van builen, maar van bin
nen? Dat zit ?o. In het werelddeel
van de onbegrensde mogelijkheden
ïs een uitvinding gedaan. Daar
heeft een genootschap van pluim
veehouders The New-Hampshire
Poultry Growers Convention
ontdekt, dat door speciale voeding
der kippen hun eierdooiertjes zijn
te kleuren. Rood, blauw, bruin
enfin in elke kleur, die men maar
wenst. Mr. Clarence Elliot heeft
ontdekt dat de kippen dank zij een
mengsel van koolblaren, gras en
chemische zouten, eieren leggen
waarvan de dooier nu eens niet
geel is. Wat daarvan nu precies het
doel is, weet niemand.... mis
schien willen mensen met blauw
bloed in hun aderen, graag een
blauw spiegeleitje
Volgens Amerikaanse kranten
zullen voortaan ir. Zuid-Afnka
Struisvogeleieren voor de con
sumptie worden gebruikt. Eigen
lijk is dat niets nieuws, want
reeds in de tijd van Christus wer
den struisvogeleieren gegeten, ter
wijl de Hottentot ten in Afrika, ais
ze van de jacht terug kwamen, „er
eens voor gingen zitten" om een
lekker struis-eitje naar binnen te
wippen. De Hottentotterinnen had
den voor de bereiding zelfs een
bijzonder recept; ze legden de
eieren in gloeiende as en maakten
een klein gaatje in de schaal aan
de top. Daarin roerden ze met een
stokje tot de inhoud hard werd.
Twee tot drie van zulke eitjes voor
DE merkwaardigste Paasgebruiken van misschien wel heel
Nederland vindt uien tussen Regge en Dinkel. Daar, in de
Noord-Oosthoek van Twente rijst als een ruige rug de Kuiper-
berg uit het golvende land omhoog. Aan de voet er van ligt een
oud stadje van nog geen tweeduizend inwoners met huisjes als
uit een speelgoeddoos: Ootmarsum. Telkenjare als het Paasfeest
aanbreekt trekt hier een lange slinger van mensen hand in hand,
langs een vaste route, over de hobbelige straatjes en dwars door
de huizen - aan de achterkant er in, door de voordeur er weer
uit - onder het zingen van het oude lied: „Alleluja, den blijden
toon, Alleluja, Wordt nu gezongen, zoet en schoon, Alleluja!
Alleluja, Alleluja, Alleluja!" Dat is het „vlöggelen", over welks
oorsprong veel verschil van mening bestaat, maar dat hoogst
waarschijnlijk een overblijfsel is van de oude Paasprocessies. die
in het Twenteland langer dan elders zijn blijven voorbestaan.
In bonte mengeling trekt jong
en oud, man en vrouw, jongen en
meisje, rijk en arm, door het
plaatsje. Voorop de leden van de
Faascommissie, de z.g. „Faoskêêls".
„Doet open de nieren en de poor
ten!", staat in. het oude Paaslied.
Die Ootmarsummers, wier wonin
gen nog ouderwets „mendeuren"
hebben jn hun houten gevels, vol
doen vanzelfsprekend aan dat ver
zoek. Over hun deel, waar de
waakhond nijdig blaft en de rus
tig herkauwende koeien zich mets
van de menigte aantrekken, gaat
de mensenslxnger. Heel het huis
davert van het „Christus is apge-
standen." twee treetjes op, dwars
door een keuken met kopjes, scho
teltjes en blinkende melkbussen.
Dan: een gelagkamer. Moeizaam
baant de stoet zich een weg tussen
de boeren. Vrouwen met knipmut-
troran v,„ co„crata net totale g» en'houJi;aïï"
fect, gelyk zo vaak de romantiek door Paasliederen mee. Boven op een
alle tijden van realistische middelen
heeft gebruik gemaakt. Het werkelijk
heidsgehalte van haar roman is dus niet
gering, en de selectie zelf van de gege
vens der realiteit wordt hier middel
om een dichterlijke omvorming van het
werkelijke te bereiken. Zijzelf karak
teriseert hetgeen zij nastreeft misschien
het beste waar zij spreekt van „een
De tegenwoordige mens, wierp, was hij tevens bloeien de tulpenranden
die in verbijsterend gro- 20 verstandig ruim- m de Cour du Carrou-
te steden leeft tussen schoots aandacht te gel. De kastanjes tussen
steen, gewapend beton schenken aan ae beplsn- Are de Tnomphe en
en asfalt, weet meestal *inS- Er kwamen kas- de pjaCe de Ja Concorde
niet wat er in de vnje tanies, olmen en Japan- dragen witte kaarsjes en
natuur gebeurt. Van de se sierbomen langs de de oevers van de Seme
wisseling der seizoenen grote boulevards. Ieder Z1JJ1 geheel bedekt met
merkt hij weinig. Wat Jaar opnieuw vormen afgevallen bloesem,
hij er van ziet is meest- ZIi samen met' de be- Elke Eerste Mei wordt
al niet veel meer dan Plante avenues tussen het lentefeest gevierd,
een héél klein stukje het Louvre en Saint Qp de straten en de
blauw in de lucht achter Cloud, samen met de piemen, m de métro-
het raam van zijn kan- Tuilerieên, dé Champs- stations en de winkels
toor.
Anders is het gesteld
met de Parijzenaar.
Weliswaar leeft hij niet
meer in een. stad met
heel veel tuinen, zoals
een deuw geleden, toen
zelfs de mensen, uit de
somberste wijken maar
enkele stappen behoef-
Een groot park
van ontluikend
groen
van Farys ziet men
overal de lelietjes van
dalen. Het arme naai
stertje en. de rijke ma-
nufacturier uit de Rue
du Quatre Septembre.
de saaiste mensen en de
Vrolijke studenten uit
het Quartier Latin tooi
en zich met de geurige
den te doen. om van de Elysées, de Avenue du bWike klokjes. Heel de
zon te genieten of hun Bois en het Bois de Bou- stad is doortrokken van
ogen de kost te kunnen Jogne één groot park de sterke geur van deze
geven aan gouden regen van ontluikend groen, bloemetjes en overal
en seringen. Maar bet Daar komen dan nog bij hoort uien de schelle
nieuwe Parijs, waarin de tere tinten van de stemmen van de ver-
de tuinen zijn verdwe- populieren. langs dé Sei- koopsters die de voor-
nen. is toch een stad nekaden en de bloemen, bijgangers aanroepen,
waar iedereen het dui- in stadsperken als het Men zegt, dat alleen het
delijk gewaar wordt als Luxembourg, deButtes- kgrseblcesemfeest in
hdt lente is. Chaumont, het Pare Japan te vergelijken is
Toen. Haussmann, pre- Monceau en het Pare met deze dag, waarop
feet van politie van Montsouris. geheel Parij's zijn beste
Napoleon III het rao- Ieder jaar als het glimlach aan de lente
derne stratenplan, ont- voorjaar is geworden schenkt.
antieke kolomkachel staan lege
giaasjes. Vooraf had de herbergier
daar de borrels neergezet, die in
middels door de „Paoskêêls" „in de
gaank" achterover zijn gewipt....
En verder gaat het, een hellend
straatje op, huis in, huis uit, soms
dwars er door, soms direct weer
weg, slïnge-slangelend om een paal
van de wagenwyd openstaande
deur. En aan één stuk door klinkt
het: „Alleluja, den blijden toon,
AllelujaHet blijde lied, Alle
luja zodat deze deun dagen
en dagenlang in het hoofd blijft
nadeinen.
Als de straten doorkruist zijn
komt men samen op het pleintje
voor het raadhuis. Hier trekt de
slinger zolang rond tot alle aan
geslotenen aanwezig zijn. Dan
zingt men nogmaals gezamenlijk
het „Christus is opgestanden" en
het „Alleluja" en dan worden tot
slot de kinderen door de vaders tot
drie, viermaal toe hóóg opgeheven.
Daarmee is het „vlöggelen" be
ëindigd. Men gaat naar huis om de
paaseieren te eten.
Maar 's avonds komt men. weer
samen op de Paaswei om het
Paasvuur te ontsteken, waarvoor
het hout reeds Zaterdag voor Pa
sen met drie grote wagens Va
der. Zoon en Heilige Geest is
opgehaald.
Paassteek
Zo is het in Ootmarsum. zo is het
ook in Tilligte en in Denekamp,
waar de enorme Paassteek elk jaar
door vijf-, zeshonderd dorpelingen
tegelijk uit het bos wordt-gehaald.
Moeizaam wordt hij over de zand
heuvels gesleept en dan gaat het
onder het zingen van de Paas-
b'ederen In snelle vaart het
dorp in en de weide op. In som
mige plaatsen bestaat ook nog het
oude gebruik, dat deze Paassteek
door „Judas Iskariot" wordt ver
kocht, wat meestal best lukt.
Als dan de contouren van het
Twenteland vervagen, in de sche
mering laait overal hoog de lente-
brand op: de Paasvuren, symbolen
van het terugkerende licht, ver
drijvers der boze geesten, naar het
oude volksgeloof ook brengers van
vruchtbaarheid zover hun schijn
sel reikt of hun as wordt ver
strooid.
Fantastisch lekken de vlammen
tegen de donkere hemel. Plechtig
klinken de liederen in de vallende
nacht. Raad kaatst de schijn van
het vuur op de gezichten van de
zangers. Na afloop neemt men
stukken halfvcrbrand hout mee
naar huis, die daar heil en zegen
moeten brengen,
Weer is het lente! Ootmarsum
zal weer „vlöggelen" en de rook
zal diep en zwaar over het stadje
en de zwellende akkers waren, zo
als overal in het land tussen Regge
en Dinkel. Een goed voorteken. En
men zal weer zingen, zoals men al
honderden jaren zingt:
„Waar dat ik ben of waar ik sta,
Alleluja,
Mijn ziel die zingt, Alleluja
Met grote vreugde in de geest,
Alleluja,
Want heden is het Paasfeest,
Alleluja
het ontbijt was nietsen als
men weet dat een struisvogel-el
ongeveer gelijk is aan 20 kippen-
eitjes, aan kan men gevoeglijk
aannemen, dat de Hotten totten
weldoorvoede lieden waren.
Pinguin-eieren
ZUID-AFRIKA is wat betreft
eieren nog om andere redenen
beroemd. In 1654 kwamen de Hol
landers voor het eerst op het Das
sen-eiland, een klein eilandje in de
Tafelbaai. Daa'r vonden ze pinguïn-
eieren en ze kregen er de smaak
van te pakken. Nog in de 19e eeuw
werden in Kaapstad wekelijks
29.000 pmguin-eiereït geconsu
meerd. De delicatessenzaken maak
ten er goede zaken mee en de
aankomst van het eerste ei bracht
altijd net zo'n beroering als bet
vinden van het eerste kievitsei in
ons land.
In Zuid Amerika worden veel
Emoe-eieren gegeten, die wel niet
zo lekker zijn als de kippeneie-
len, maar zeer voedzaam. Een
populair gerecht m Brazilië is
roer-ei van zeehoenders.
Het oude Rome was bekend om
liet gebruik van pauwen-eieren.
Die werden dan in grote schalen,
gesierd met pauweveren opge
diend. Tegenwoordig vindt men
deze eieren niet lekker meer en
men laat ze rustig liggen, tot ge
noegen van de trotse beesten, die
daarmee een nageslacht opbou
wen.
In het verre Oosten is het weer
wat anders. Daar eet men niet
alleen de eieren, maar zelfs de
nestjes, waarin ze gelegen heb
ben. Een soort zwaluw bouwt
met zijn speeksel een nest, dat
vooral door de Chinezen bijzon
der lekker gevonden wordt. Aan
de Zuidkust van Java ontstond er
als het ware een cultuur in.
Bereiding
T N de wijze van bereiden schijnt
door de eeuwen weinig va
riatie gebracht te zijn. Zo lang er
vuur bestaat, kent men het ge
kookte eitje, zacht, halfzacht en
hard, terwijl het spiegeleitje ook
al zo oud is als de wereld. Wel
werd het eicr-gerecht vroeger an
ders geapprecieerd. In Engeland,...
betaalde men bijvoorbeeld in de
17e eeuw rustig 30 pond sterling
voor een eier-gerecht. In Frank
rijk ontstond er een speciale eie
ren-leer, waarbij de bekende
Franse kok uit de 19e eeuw Gri-
mod de la Reyniere maar liefst
1G85 receptjes bedacht. Een gas
tronomische encyclopaedic üit la
tere jaren geeft maar 2000 re
cepten en er zijn nog Franse res
taurants m Parijs waar men nog
op vele honderden manieren het
eitie kan verorberen.
Heel bijzondere eieren-recepten
zijn er nog heden ten dage in
China. Daar vinden ze een eitie
pas lekker, aïs het zo'n beetje
kwalijk gaat ruiken. Eerst vogel
nestjes, nu weer stinkeieren
die rare Chinezen toch.
De historieschrijvers, die al de
ze gegeven hebben verzameld,
hebben ook niet vergeten, de
merkwaardigheden van de men
sen erbij te zetten. Zo staat offi
cieel geregistreerd, dat de compo
nist Rossini bij* het koken van
zijn eitje een stuk hoefijzer in het
water gooide. Waarom hij dat
deed. is nooit opgehelderd. Moge-
li |k steeg er uit de paardenhoef
geheimzinnige kracht op, waarbij
het eitje dan inspirerend ging
werken.
Dat Columbus iets met een ei
uitslaande had, weet u al, maar
dat het vermoedeljlk een stink-ei
is geweest, is het nieuwtje uit een
Tsjechisch moppenblad. Zo zijn
er nog talrijke anecdoten over
eieren, die werden gegeten of ge
gooid door en naar grote mannen
in de geschiedenis. Verder is er
nog steeds de vreedzame twist
tussen de geleerden, of het ei het
eerst op de wereld was, dan wel
de kip. We laten dat, voor wat
het is zoals de kip het ook doet.
Ze kakelt alleen, wanneer haar
fabriekje op toeren komt, maar
voor de rest doet ze heel nuch
ter en bescheiden, zoals het een-
doodgewone kip betaamt.
Overat iu Tioentc zullen als het
Pasen wordt dc vuren weer helder
branden in de donkere nacht.