Een fameuze Figaro in een wonderlijke winkel Een Hollander ontdekt Paas-eiland Paasgebruiken tussen Regge en Dinkel Tegelen, waar spel passie en passie spel wordt Franse kok bedacht niet minder dan 1685 ei-recepten Op 1 Mei schenkt Parijs zijn beste glimlach aan de lente 1950: Passiespelen in Limburg Dorp aan de Maas heeft zijn geheim Middelburger op avontuur Romantiek met dichterlijk' werkelijkheidsbesef Lentebrand in Twenteland Het „vlöggelen" en de „Paoskeels" Zaterdag 16 April 1949 3 van de Ijzergieterijen, ernstig en zwijgend achter een dampende kop koffie zitten, bij Lücker in de ge lagkamer. Onder de fabrieksrook van Venlo en tegen de Duitse grens ligt Tegelen, een dorp als ieder ander. Men bakt er pannen en giet er gloeiend ijzer tot putdeksels En er wordt tabak verwerkt. Maar in dit dorp is een tra ditie gegroeid. Eenmaal in de vier jaar worden er door de dorpelingen de fameuze Passie spelen gegeven. Dat eist ee» voorbereiding van meer dan een jaar en daar om heerst er nu al spanning in het kalme dorp want vólgend jaar1950, zullen de Passiespe len 'weer worden gehouden. In 1946 waren zij voor het laatst te aanschouwen. Nog een jaar geduld (voor de be zoekers) maar niet voor de spe lers, die op deze Paasdag hun rol toegewezen kregen en aan het werk gaan PIE buschauffeur kent het dorp als zijn broekzak. Al jaren nidt hij immers het traject met zijn vaste klanten: heen en weer tussen Venlo-station en Tegelen-dorp, Hij weet dus ook waar de mannen zit ten, die over de passiespelen kunnen meepraten. Hij is bovendien gul genoeg om de weg te wijzen. En als wij dan hier en daar en overal in hei rustige dorp aan de praat zijn geraakt dan blijkt, dat de kunst lievende dorpskappcr, die in zijn winkel ook tabak verkoopt, de aan gewezen bron is voor informaties. Want hij kapt Judas „naar het leven" en aan de muren van zijn winkel hangen de foto's van zijn werk als trofeeen in de salon van een jagerWij willen weten hoe het met de Passiespelen staat en dus gaan wij op weg naarA. Seelen, Coiffeur- Grimeur. Bij Seelen in het hoekhuis aan de Industriestraat liggen de sham poo-pakjes aan de éne en de siga retten aan de andere straatkant. Maar boven de winkelruit staat nog iets anders, Met grote letters staat er „Coiffeur de Theatre" ge schilderd en als dat nog niet genoeg is, dan is er de machtige serie in gelijste koppen langs de wanden van het winkeltje. Shylock, de Klokkenluider van de Notre Dame en Kniertje kijken de argeloze scheerklant» doordringend aan: in dit huis knipt, scheert en regeert de kapper-grimeur van de Tegelse Passiespelers. De Coiffeur de Thea tre is een autoriteit, die bij toe val ontdekt even ruim in zijn tijd als m zijn vakkennis zit. Als ge voor de Spelen komt, dan zijt ge ruim een jaar te vroeg, zegt hij, maar heel zijn markante, zware figuur neemt een behoed zame vertel-pose aan. Volgend jaar. En dan pas in de zomermaanden. Dan kunnen wij weer enkele tieduizenden bezoekers verwachten. Juist deze week wor den de spelers uitgekozen. Dat is een zeer précair werk, moet ge we ten Buiten strooit een slordige ruk wind met volle handen de hagel stenen over de daktjn. Seelen knipt en praat en gaandeweg krijgen wij een inzicht in al wat er komt kij ken bij de organisatie van de be roemde Tegelse Passiespelen, een evenement dat vierhonderd dorpe lingen maandenlang ieder weekeind op de planken brengt, dat vier jaar lang spanning in het plaatsje op wekt, dat ledereen aangaat en in teresseert, Massaspel Vierhonderd inwoners hebben een rol in het massaspel, heel het dorp wacht de vierjaarlijkse „keuze" der hoofdrolspelers af en de pastoor en de fotograaf, de win keliers en de fabrieks-meisjes; iedereen en allemaal werkt mee aan het succes. Want succes hebben de Spelen, dat is overvloedig bewezen. Was niet Koningin Wüheïmina onder de ontroerde toeschouwers in 1946 toen de laatste Spelen werden ge houden? Kwamen niet uit heel het land en ver daarbuiten week in week uit duizenden bezoekers naar het oude dorp alleen om de Passie te zien? Tegelen heeft succes geoogst en juist daarom waakt de keuze-com- missie uitermate angstvallig tegen verval of reclame. Daarom ook wordt het spel slechts om de vijf (nu om de vier) jaar opgezet en direct na de laatste opvoering wordt heel die moeilijke organisatie van spelers en regie ontbonden. Ieder gaat zyns weegs en over een paar jaar ruim één jaar vóór de volgende enscènering komt er een oproep in de krant Ieder Tegels ingezetene kan zich opgeven, aan een ieder wordt de kans gegeven op een hoofdrol. Daartoe zit avond aan avond de spel-commissie te examineren. Type, uitspraak, spel-aanleg, ernst: alles wordt gezift en gewogen. Tot- Hen wéét het En over enkele dagen zal ieder een het weten. Aan talrijke gis singen is dan een eind gekomen. Zal dit keer de schilder Oehle weer de Christusrol vervullen? Hij heeft thuis in de kamer de doorn ekroon nog hangen van de vorige keer. Als ge hem erover aanspreekt, dan dwalen zijn ogen onwillekeurig naar de overtollige attributen. Dit jaar wéér? Oehle weet het niet, Seelen weet het niet en Judas weet het niet. Judas die rustig doorgaat met zijn orderboek: hij reist in tabak voor Kreykamp en als ge soms wat over tabak wilt weten Eigenlijk kunt ge alleen de plaats van de Spelen nauwkeurig omlij nen, De wonderlijke Doolhof, waar de vaste bouwsels staan, die het décor voor dit openluchtspel vor men. Het andere décor, dat is de na- tuur-zelf, die in deze wisselvallige dagen met gulle hand contrasten strooit over tempel en Calvarieberg. In een minuut wisselt immers een vals-waterig zonnetje af met een gierende stortvloed van regen en sneeuw: een ideaal toneel-r'equisiet dat jammer genoeg onberekenbaar is. Neen; de klassieke theater-mas kers: „Jantje Lacht" en „Jantje Huilt", die ge aan ieder toneelfront ziet, bespeurt ge niet bü het open- lucht-fcheatcr. Daar huilt de regen en daar lacht (sporadisch) de zon. In de frisse bakstenen huisjes worden nu de kinderen zoet gehou den. Als de avond valt zet Judas le Met vijf man wordt er aan de lo pende band gekapt. Maar Seelen heeft een eerzaam tabaksreiziger voor zijn meesterhand gereser veerd: Judas, alias Versteeghen uit Tegelen, heeft echte haren, maar een baard wordt aangeplakt, want dat némen de klanten nietj Sfeer en dramatiek: het antieke Jerusalem herleeft in het open lucht-theater. Christus: de schilder Ocfcle. "dat eindelijk de beslissing valt en de rollen verdeeld zijn. Eerst dan kan de gekozene zijn baard laten staan en lokken laten groeien. Maar dat is geen gebieden de eis. Alleen als het niet te be zwaarlijk is, anders zorgt Seelen voor de coiffure. Dat hij dit kan: daarvan getuigen de tientallen foto's, die hij uit dozen en albums voor ons opdiept. Baard naar keuze In een ommezien ligt zijn toon bank vol met hogepriesters en Schriftgeleerden, met Judassen, met traditionele karakter-koppen van Christus en Maria. De shag-klanten, de juffrouw, die „alleen maar even wil opbellen" kennen de grimeur en zij zijn zó aan alles wat het spel raakt ge wend, dat zij met een achteloos ge baar het geld op het hoofd van Pe trus deponeren en een dubbeltje tussen de „woedende-menigte-op- het-tempelplein" laten rollen. Als ge dat alles zo eens nauw keurig hebt aangezien, dan is het plotseling duidelijk waarom er in het dorp een soort verbond-tegen- de-buitenwereld gesloten is. Juist in deze week ziet ge de regisseur van het spel, een „fabrïeksheer" XT' EN driehoekig lava-eiland, "7^ nauwelijks honderd vierkante kilometer groot, bedekt met hon derden enorme lava-beelden, die in rijen staan opgesteld; alle lange neuzen in de wind. Paas-eiland ook Waihu of Aeapi genaamd en door de inboorlingen Rapanui geheten, ligt eenzaam in de Stille Oceaan, verloren als laat ste Oostelijke uitloper van de dui zenden eilandjes van Oceanië. Voor de preeïesen volgt hier de juiste plaats: 27/9 Zbr. en 109/20 Wl. Hoe het eiland aan zijn naam komt? Omdat zekere Roggeveen, een middelburger met avontuur lijke neigingen, er op Pasen van het jaar 1722 aan wal stapte. Hij had een vreemd eiland ontdekt dat niet op da kaarten stond en naar de ge woonte van die tijd doopte hij het nieuwe wereldje in één moeite door. Deze Jacob Roggeveen was de zoon van een „Proever", Arent Rog geveen. „Gouseerder" heet een proever van wijnen en dranken in die tijd naar het Franse woord „proeven". De oude heer Roggeveen liefhebberde in aardrijkskunde en wiskunde en hij ontwierp voor zijn zoon een reiskaart van de wereld zee. Daarenboven geeft de wijn proever aan zijn zoon lessen in zee vaartkunde. Als Jacob volwassen is (hij stierf in 1729) wordt hij notaris te Mid delburg, toentertijd met zijn mach tige abdij het culturele centrum bij uitstek, later trekt hij naar Indië als ambtenaar van Justitie. Als hij in 1715 terugkeert naar het vaderland wijst Middelburg hem de deur. In de schone stad is geen plaats voor Roggcveen's vrij zinnige, opvattingen. Na veel omzwervingen heeft Roggeveen het dan in 1721 zo ver weten te brengen dat de West- Indische Compagnie hem drie sche pen toevertrouwt. Roggeveen gaat op pad en de Roggeveenseilanden plus Paaseilanden worden ontdekt. Paaseiland bestaat uit gestolde lava en enkele uitgewerkte kraters. Het is een vulkanisch en dor land waar groot watergebrek heerst en vrijwel geen plantengroei aanwe zig is. Ook hout komt er niet voor en de stijle lava-oever verhindert de aanleg van havens. Aan de westzijde ligt één landingsplaats, later Cookshaven genaamd. De en kele tientallen inwoners leven er hoofdzakelijk van de planten, die er nog tieren. Het eiland werd rond 1888 door Chili als strafkolonie in ge bruik genomen en van de oorspron kelijke bewoners resten ons alleen nog de raadselachtige enorme beel den, die op een brede muur van zes en twintig meter lang staan op gesteld. De kolossale beelden zijn soms vijf meter hoog, en men tast nog in het duister aangaande de kwestie of het hier oud-religieuze voortbrengselen betreft dan wel toevallige lavastolsels, later als mensfiguren bewerkt en. als totem of folkloristisch feest-teken benut. Maar Paas-eiland bestaat en, dat een Hollander het ontdekte is vol doende om aan de oud-vaderlandse traditie van koene zeevaart en on dernemende avonturen-zin relief te geven. emmer met afval buiten, voor de konijnen. Petrus-van-46 draait de radio af en de kinderen van de Fa rizeeën gaan zoet naar bed. Morgen heeft half het dorp weer nieuwe boeiende verwanten. In één dag wisselt een straat van familie. Een apostel wordt waltker als schriftgeleerde en een Opperpries ter heeft 's middags Mana tot schoonzus. Een vijver als orkestbak en sim pele stenen bouwsels als décor. Het openluchttheater te Tegelen. Dat kan allemaal gebeuren, rond Pasen, in Tegelen Aéchter Venloë, zegt de D- trein-man met overtuiging: „Aach- ter Venloëdaar is gaqs helegaar nïkske nie mier te veinde". CLARE LENNART: KASTEEL TE HUUR UtrechtAW. Bruna Zn., z. j.) Romantiek is altijd een „escape": een poging tot ont komen aan de werkelijkheid of tot omvormen daarvan. Sinds de dagen dat dit woord de naamvoering van een litteraire beweging der vorige eeuw was, alvorens grondslag te worden van een tot in onze tijd steeds periodiek terugkerende let terkundige richting, heeft zij daar toe verschillende middelen te baat genomen. Een overwicht van de verbeelding en het irreële was zo een middel; nabloei hiervan is het thans internationaal wederom enigszins herlevende surrealisme, maar ook reeds in het begin dezer eeuw een boek als „Die andere Seite" van Kubin. Een andere weg is die van de duister demonische fantasieën van zovele Duitse ro mantici, maar ook de terugkeer tot het sprookje getuigt daarvan. Nog een ander middel was het streven naar het weervinden van een pri mitief contact met de natuur: sinds Bemardin de St, Pierre heeft dit het aanzijn* geschonken, vooral in Frankrijk (maar ook, met Defoej in Engeland en Hudson in Amerika) aan het genre van de exotische roman, een exotisme van utopische aard, gelijk het in de eerste decenniën van deze eeuw Letterkundige kroniek door Victor E. van Vriesland ook in Frankrijk nog een rijke wederopbloei vertoonde (Delteil, Chadourne en vele anderen). Weer een andere weg om de werkelijk heid een injectie met het irreële te geven berustte op zuiver litteraire middelen: de stijl en de styleting moesten hier een sfeer, toon en stemming opwekken waardoor de gewone dingen des gewonen levens tot een onzeker en onwerkelijk plan werden gebracht en als het ware gedeeltelijk uitgewist tot een ander bestaan. Een van de fraai ste specimina van dit aan het sprookje verwante procédé vindt men in het terecht zo befaamd ge worden „Le Grand Meaulnes" van Alain-Fournier, terwijl iemand als Kafka iets van de meeste hier ge noemde elementen in zich verenigt. Terugkeer tot de natuur en tot een innige verwantschap met haar wezen, alsmede het door stijlmiddelen oproe pen van een bepaalde halfwerkelïjke stemming en een van het concrete los zwevende toon en sfeer vindt men on getwijfeld in deze nieuwe roman van Clare Lennart, haar eerste publicatie na de bevrijding, ongerekend een on gemeen £bn en charmant verhaaltje „Ter Herinnering aan Rotterdam". Toch berust by Clare Lennart de schrijfwijze op meer bestanddelen die ontieer.d zijn aan waarnemingen dan bij Fcurnier. Ik zou willen zeggen dat, hoewel zij stellig een eigen toon heeft, haar resultaat minder op schrbfmanier is terug te voeren dan op het mede-be trekken van concreta in het totale ef* droom, die niet verdoezelt, maar die ons aan onszelf onthult." Dit verhaal van een idylle, beleefd op een oud huiten met een even vaag als vluchtig liefdesavontuur als voorgrond en de historische achtergrond van de gewezen kasteelbewoners als perspectief doet niet nan als ouderwets, maar heeft dat typisch tijdeloze, dat dikwijls de in druk ls, welke romantische kunst op ons maakt. Een kunst immers, die tracht de eeuwige en bijna wetmatig te noemen wederkeer van de gemoedsaandoenin gen in het mensenhart tegenover het ge heel van leven en wereld te benaderen, niet als beschouwer van die gevoelens, maar geheel als deelhebber er van. Dit Is dan ook in een. bijna niet meer voorkomend genre een uitermate be minnelijk en verkwikkend boek ge worden. PASEN zonder eieren is ondenk baar. Op elke Paastafel beho ren ze aanwezig te zijn. in bonte kleuren, van velerlei gestalte en vorm. En omdat we het er toch over hebben, zullen we eens wat meer vertellen van het ei, zoals dat bier en elders ter tafel komt. Weet U bijvoorbeeld, dat ge kleurde eieren binnenkort het hele laar door te krijgen zijn in de Verenigde Staten, en dan niet ge kleurd van builen, maar van bin nen? Dat zit ?o. In het werelddeel van de onbegrensde mogelijkheden ïs een uitvinding gedaan. Daar heeft een genootschap van pluim veehouders The New-Hampshire Poultry Growers Convention ontdekt, dat door speciale voeding der kippen hun eierdooiertjes zijn te kleuren. Rood, blauw, bruin enfin in elke kleur, die men maar wenst. Mr. Clarence Elliot heeft ontdekt dat de kippen dank zij een mengsel van koolblaren, gras en chemische zouten, eieren leggen waarvan de dooier nu eens niet geel is. Wat daarvan nu precies het doel is, weet niemand.... mis schien willen mensen met blauw bloed in hun aderen, graag een blauw spiegeleitje Volgens Amerikaanse kranten zullen voortaan ir. Zuid-Afnka Struisvogeleieren voor de con sumptie worden gebruikt. Eigen lijk is dat niets nieuws, want reeds in de tijd van Christus wer den struisvogeleieren gegeten, ter wijl de Hottentot ten in Afrika, ais ze van de jacht terug kwamen, „er eens voor gingen zitten" om een lekker struis-eitje naar binnen te wippen. De Hottentotterinnen had den voor de bereiding zelfs een bijzonder recept; ze legden de eieren in gloeiende as en maakten een klein gaatje in de schaal aan de top. Daarin roerden ze met een stokje tot de inhoud hard werd. Twee tot drie van zulke eitjes voor DE merkwaardigste Paasgebruiken van misschien wel heel Nederland vindt uien tussen Regge en Dinkel. Daar, in de Noord-Oosthoek van Twente rijst als een ruige rug de Kuiper- berg uit het golvende land omhoog. Aan de voet er van ligt een oud stadje van nog geen tweeduizend inwoners met huisjes als uit een speelgoeddoos: Ootmarsum. Telkenjare als het Paasfeest aanbreekt trekt hier een lange slinger van mensen hand in hand, langs een vaste route, over de hobbelige straatjes en dwars door de huizen - aan de achterkant er in, door de voordeur er weer uit - onder het zingen van het oude lied: „Alleluja, den blijden toon, Alleluja, Wordt nu gezongen, zoet en schoon, Alleluja! Alleluja, Alleluja, Alleluja!" Dat is het „vlöggelen", over welks oorsprong veel verschil van mening bestaat, maar dat hoogst waarschijnlijk een overblijfsel is van de oude Paasprocessies. die in het Twenteland langer dan elders zijn blijven voorbestaan. In bonte mengeling trekt jong en oud, man en vrouw, jongen en meisje, rijk en arm, door het plaatsje. Voorop de leden van de Faascommissie, de z.g. „Faoskêêls". „Doet open de nieren en de poor ten!", staat in. het oude Paaslied. Die Ootmarsummers, wier wonin gen nog ouderwets „mendeuren" hebben jn hun houten gevels, vol doen vanzelfsprekend aan dat ver zoek. Over hun deel, waar de waakhond nijdig blaft en de rus tig herkauwende koeien zich mets van de menigte aantrekken, gaat de mensenslxnger. Heel het huis davert van het „Christus is apge- standen." twee treetjes op, dwars door een keuken met kopjes, scho teltjes en blinkende melkbussen. Dan: een gelagkamer. Moeizaam baant de stoet zich een weg tussen de boeren. Vrouwen met knipmut- troran v,„ co„crata net totale g» en'houJi;aïï" fect, gelyk zo vaak de romantiek door Paasliederen mee. Boven op een alle tijden van realistische middelen heeft gebruik gemaakt. Het werkelijk heidsgehalte van haar roman is dus niet gering, en de selectie zelf van de gege vens der realiteit wordt hier middel om een dichterlijke omvorming van het werkelijke te bereiken. Zijzelf karak teriseert hetgeen zij nastreeft misschien het beste waar zij spreekt van „een De tegenwoordige mens, wierp, was hij tevens bloeien de tulpenranden die in verbijsterend gro- 20 verstandig ruim- m de Cour du Carrou- te steden leeft tussen schoots aandacht te gel. De kastanjes tussen steen, gewapend beton schenken aan ae beplsn- Are de Tnomphe en en asfalt, weet meestal *inS- Er kwamen kas- de pjaCe de Ja Concorde niet wat er in de vnje tanies, olmen en Japan- dragen witte kaarsjes en natuur gebeurt. Van de se sierbomen langs de de oevers van de Seme wisseling der seizoenen grote boulevards. Ieder Z1JJ1 geheel bedekt met merkt hij weinig. Wat Jaar opnieuw vormen afgevallen bloesem, hij er van ziet is meest- ZIi samen met' de be- Elke Eerste Mei wordt al niet veel meer dan Plante avenues tussen het lentefeest gevierd, een héél klein stukje het Louvre en Saint Qp de straten en de blauw in de lucht achter Cloud, samen met de piemen, m de métro- het raam van zijn kan- Tuilerieên, dé Champs- stations en de winkels toor. Anders is het gesteld met de Parijzenaar. Weliswaar leeft hij niet meer in een. stad met heel veel tuinen, zoals een deuw geleden, toen zelfs de mensen, uit de somberste wijken maar enkele stappen behoef- Een groot park van ontluikend groen van Farys ziet men overal de lelietjes van dalen. Het arme naai stertje en. de rijke ma- nufacturier uit de Rue du Quatre Septembre. de saaiste mensen en de Vrolijke studenten uit het Quartier Latin tooi en zich met de geurige den te doen. om van de Elysées, de Avenue du bWike klokjes. Heel de zon te genieten of hun Bois en het Bois de Bou- stad is doortrokken van ogen de kost te kunnen Jogne één groot park de sterke geur van deze geven aan gouden regen van ontluikend groen, bloemetjes en overal en seringen. Maar bet Daar komen dan nog bij hoort uien de schelle nieuwe Parijs, waarin de tere tinten van de stemmen van de ver- de tuinen zijn verdwe- populieren. langs dé Sei- koopsters die de voor- nen. is toch een stad nekaden en de bloemen, bijgangers aanroepen, waar iedereen het dui- in stadsperken als het Men zegt, dat alleen het delijk gewaar wordt als Luxembourg, deButtes- kgrseblcesemfeest in hdt lente is. Chaumont, het Pare Japan te vergelijken is Toen. Haussmann, pre- Monceau en het Pare met deze dag, waarop feet van politie van Montsouris. geheel Parij's zijn beste Napoleon III het rao- Ieder jaar als het glimlach aan de lente derne stratenplan, ont- voorjaar is geworden schenkt. antieke kolomkachel staan lege giaasjes. Vooraf had de herbergier daar de borrels neergezet, die in middels door de „Paoskêêls" „in de gaank" achterover zijn gewipt.... En verder gaat het, een hellend straatje op, huis in, huis uit, soms dwars er door, soms direct weer weg, slïnge-slangelend om een paal van de wagenwyd openstaande deur. En aan één stuk door klinkt het: „Alleluja, den blijden toon, AllelujaHet blijde lied, Alle luja zodat deze deun dagen en dagenlang in het hoofd blijft nadeinen. Als de straten doorkruist zijn komt men samen op het pleintje voor het raadhuis. Hier trekt de slinger zolang rond tot alle aan geslotenen aanwezig zijn. Dan zingt men nogmaals gezamenlijk het „Christus is opgestanden" en het „Alleluja" en dan worden tot slot de kinderen door de vaders tot drie, viermaal toe hóóg opgeheven. Daarmee is het „vlöggelen" be ëindigd. Men gaat naar huis om de paaseieren te eten. Maar 's avonds komt men. weer samen op de Paaswei om het Paasvuur te ontsteken, waarvoor het hout reeds Zaterdag voor Pa sen met drie grote wagens Va der. Zoon en Heilige Geest is opgehaald. Paassteek Zo is het in Ootmarsum. zo is het ook in Tilligte en in Denekamp, waar de enorme Paassteek elk jaar door vijf-, zeshonderd dorpelingen tegelijk uit het bos wordt-gehaald. Moeizaam wordt hij over de zand heuvels gesleept en dan gaat het onder het zingen van de Paas- b'ederen In snelle vaart het dorp in en de weide op. In som mige plaatsen bestaat ook nog het oude gebruik, dat deze Paassteek door „Judas Iskariot" wordt ver kocht, wat meestal best lukt. Als dan de contouren van het Twenteland vervagen, in de sche mering laait overal hoog de lente- brand op: de Paasvuren, symbolen van het terugkerende licht, ver drijvers der boze geesten, naar het oude volksgeloof ook brengers van vruchtbaarheid zover hun schijn sel reikt of hun as wordt ver strooid. Fantastisch lekken de vlammen tegen de donkere hemel. Plechtig klinken de liederen in de vallende nacht. Raad kaatst de schijn van het vuur op de gezichten van de zangers. Na afloop neemt men stukken halfvcrbrand hout mee naar huis, die daar heil en zegen moeten brengen, Weer is het lente! Ootmarsum zal weer „vlöggelen" en de rook zal diep en zwaar over het stadje en de zwellende akkers waren, zo als overal in het land tussen Regge en Dinkel. Een goed voorteken. En men zal weer zingen, zoals men al honderden jaren zingt: „Waar dat ik ben of waar ik sta, Alleluja, Mijn ziel die zingt, Alleluja Met grote vreugde in de geest, Alleluja, Want heden is het Paasfeest, Alleluja het ontbijt was nietsen als men weet dat een struisvogel-el ongeveer gelijk is aan 20 kippen- eitjes, aan kan men gevoeglijk aannemen, dat de Hotten totten weldoorvoede lieden waren. Pinguin-eieren ZUID-AFRIKA is wat betreft eieren nog om andere redenen beroemd. In 1654 kwamen de Hol landers voor het eerst op het Das sen-eiland, een klein eilandje in de Tafelbaai. Daa'r vonden ze pinguïn- eieren en ze kregen er de smaak van te pakken. Nog in de 19e eeuw werden in Kaapstad wekelijks 29.000 pmguin-eiereït geconsu meerd. De delicatessenzaken maak ten er goede zaken mee en de aankomst van het eerste ei bracht altijd net zo'n beroering als bet vinden van het eerste kievitsei in ons land. In Zuid Amerika worden veel Emoe-eieren gegeten, die wel niet zo lekker zijn als de kippeneie- len, maar zeer voedzaam. Een populair gerecht m Brazilië is roer-ei van zeehoenders. Het oude Rome was bekend om liet gebruik van pauwen-eieren. Die werden dan in grote schalen, gesierd met pauweveren opge diend. Tegenwoordig vindt men deze eieren niet lekker meer en men laat ze rustig liggen, tot ge noegen van de trotse beesten, die daarmee een nageslacht opbou wen. In het verre Oosten is het weer wat anders. Daar eet men niet alleen de eieren, maar zelfs de nestjes, waarin ze gelegen heb ben. Een soort zwaluw bouwt met zijn speeksel een nest, dat vooral door de Chinezen bijzon der lekker gevonden wordt. Aan de Zuidkust van Java ontstond er als het ware een cultuur in. Bereiding T N de wijze van bereiden schijnt door de eeuwen weinig va riatie gebracht te zijn. Zo lang er vuur bestaat, kent men het ge kookte eitje, zacht, halfzacht en hard, terwijl het spiegeleitje ook al zo oud is als de wereld. Wel werd het eicr-gerecht vroeger an ders geapprecieerd. In Engeland,... betaalde men bijvoorbeeld in de 17e eeuw rustig 30 pond sterling voor een eier-gerecht. In Frank rijk ontstond er een speciale eie ren-leer, waarbij de bekende Franse kok uit de 19e eeuw Gri- mod de la Reyniere maar liefst 1G85 receptjes bedacht. Een gas tronomische encyclopaedic üit la tere jaren geeft maar 2000 re cepten en er zijn nog Franse res taurants m Parijs waar men nog op vele honderden manieren het eitie kan verorberen. Heel bijzondere eieren-recepten zijn er nog heden ten dage in China. Daar vinden ze een eitie pas lekker, aïs het zo'n beetje kwalijk gaat ruiken. Eerst vogel nestjes, nu weer stinkeieren die rare Chinezen toch. De historieschrijvers, die al de ze gegeven hebben verzameld, hebben ook niet vergeten, de merkwaardigheden van de men sen erbij te zetten. Zo staat offi cieel geregistreerd, dat de compo nist Rossini bij* het koken van zijn eitje een stuk hoefijzer in het water gooide. Waarom hij dat deed. is nooit opgehelderd. Moge- li |k steeg er uit de paardenhoef geheimzinnige kracht op, waarbij het eitje dan inspirerend ging werken. Dat Columbus iets met een ei uitslaande had, weet u al, maar dat het vermoedeljlk een stink-ei is geweest, is het nieuwtje uit een Tsjechisch moppenblad. Zo zijn er nog talrijke anecdoten over eieren, die werden gegeten of ge gooid door en naar grote mannen in de geschiedenis. Verder is er nog steeds de vreedzame twist tussen de geleerden, of het ei het eerst op de wereld was, dan wel de kip. We laten dat, voor wat het is zoals de kip het ook doet. Ze kakelt alleen, wanneer haar fabriekje op toeren komt, maar voor de rest doet ze heel nuch ter en bescheiden, zoals het een- doodgewone kip betaamt. Overat iu Tioentc zullen als het Pasen wordt dc vuren weer helder branden in de donkere nacht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1949 | | pagina 3