MINISTER D. J. DE GEER HAD GEEN
VERTROUWEN IN DOORVECHTEN
Hij drong aan op onderhandelingen
over vrede met Duitsland
Parlementaire Enquête
brengt nieuw licht
Vervalsers en gangsters
aan het werk
SOBER RELAAS VAN EEN DRAMATISCHE
GEBEURTENIS: DE KONINGIN NAAR LONDEN
Regeringsbeleid werd verzwakt
door De Geers pessimisme
Gerbrandy niet de
aangewezen man
Dure democratie
Verklaring van een dode gefabriceerd
28 dagen na zijn overlijden
Prinselijk Gezin in pantserauto
naar IJmuiden
Zaterdag 4 Juni 1949
5
Toen de Nederlandse Regering in de Meidagen van 1940 om precies te zijn op 14 Mei
in Londen arriveerde» ging van haar geen krach tige en zelfbewuste leiding uit. Zoals de Parlemen
taire Enquête-Commissie in haar slotbeschouwing van het tweede deel van haar verslag zegt,
droeg het Kabinet tot op zekere hoogte het stempel van zijn formateur, de heer De Geer. De moei
lijkheden, die de Minister-President had met de door de oorlog ontstane situatie, werden daar
door de moeilijkheden van het gehele Kabinet. Dit wreekte zich in bijzondere mate bij de bepa
ling van het politieke beleid in verband met de verdere oorlogvoering. De heer De Geer had per
soonlijk geen vertrouwen in de afloop van de oorlog en was steeds geneigd om een weg open te
houden voor toenadering- tot Duitsland, welk land hij als de toekomstige overwinnaar van de
wereldoorlog zag. Reeds op 14 Mei, toen een communiqué moest worden samengesteld in ver
hand met het vertrek der Regering naar Londen, bleek de heer De Geer zeer moeilijk te krijgen tot
een communiqué waarin duidelijk werd gesproken van het doorvechten van Nederland, in het
bijzonder met betrekking tot Zeeland, dat hij de capitulatie door generaal Winkelman uitdrukke
lijk daarvan was uitgesloten.
Het gebrek aan vertrouwen btf de heer De Geer, kwam btfzonder sterk
tot uiting In de rede, welke hü op 20 Mei 1940 voor de B.B.C. tot het
Nederlandse volk hield. De heer Gcrbrandy heeft zelfs beweerd, dat het
de heer De Geer met allerlei listen was gelukt om met deze, door zjjn
ambtgenoten niet goedgekeurde rede voor do microfoon te komen. In
deze rede werd In feite het Nederlandse volk aangemaand cm zo goed
mogelijk met de Duitse autoriteiten samen te werken en zU maakte vooral
In Engeland een buitengewoon slechte Indruk. De Commissie wysfc er op,
dat hierin geen defaitisme van de heer De Geer behoeft te worden gezien,
omdat hjj nog geheel leefde bi de sfeer van de door rechtsvoorschriften
beheerste oorlogvoering en geen begrip bieek te hebben voor de w^jze
waarop het natlonaal-socialisme de oorlog voerde. Doch zjj acht het on
juist, dat de heer De Geer een dergelijke belangrijke redevoering hield
zonder tevoren overleg te hebben gepleegd met het Kabinet.
Terug naar Holland tegen
uitdrukkelijke wens der
regering
Illustratief is wat de heer Pelt,
het hoofd van de Nederlandse Voor
lichtingsdienst te Londen, mede.
deelde. Hij vergezelde de heer De
Geer naar de BBC en vroeg of hli
onderweg de tekst van de rede nog
even mocht zien. De Minister-Pre
sident antwoordde daarop, dat hij
slechts één tekst by zich had en die
zelf nog wilde doorlezen voordat hij
haar uitsprak. Bi| de BBC aangeko
men haalde de heer De Geer echter,
tot verbazing van de heer Pelt, een
tweede tekst uit zijn binnenzak om
die ter hand tc stellen aan do z,g.
„Switch censor", die overigens niet
ingreep, omdat zRn censuur alleen
betrekking Iiad op mededelingen
over de militaire oorlogvoering.
Vooral na de capitulatie van het
Franse leger was de heer De Geer j
zeer pessimistisch aangaande de
vooruitzichten van de Geallieerden
en op 17 Juni 1940 bracht ho zelfs
de gedachte in de Ministerraad om
met Duitsland in onderhandeling te
treden, langs een.omweg, over. de
mogelijkheid van een yredé. Door in
formaties vaii minister Van Klef
fens bij de Engelse Minister vein
Buitenlandse Zaken kon dit plan ge
torpedeerd worden, doch reeds op 11
Juli d.a.v. kwam de heer De Geer
opnieuw voor de dag met een voor
stel om via Stockholm contact te
zoeken met 'Duitsland voor het slui
ten van vrede. In het Kabinet kwam
Minister Van Kleffens daar sterk
tegen op en de andere ministers on
derschreven over het algemeen zijn
standpunt. Op 22 Juli zag jhr. De
Geer vredesmogelijkheden in de op
19 Juli gehouden rede van Hitier en
stelde voor om buiten de Engelse
regering om contact te zoeken met
Duitsland en de Regering van dit
land te doen weten, dat de Neder
landse regering bereid was om een
deputatie af te vaardigen naar het
Continent teneinde te spreken over
de mogelijkheid van vredesonder
handelingen. Daarbij stelde hg zelfs
de portefeuille-kwestie: als het ka
binet niet meeging met zijn denk
beeld zou hij om ontslag verzoeken.
Enige dagen later legde h\j zich
echter neer bij een besluit om niet
zonder overleg met Engeland in
deze kwestie te handelen. Op de
portefeuille-kwestie werd niet terug
gekomen.
De door de Commissie gehoorde
oud-ministers hebben, allen ver
klaard, dat zij deze plannen van de
•heer De Geer scherp hebben bestre
den, vooral, omdat zij in strijd wa
ren met de solidariteit, "die bondge
nootschappelijke verhoudingen nu
eenmaal eisen.
In deze tijd was ook in discussie
geweest een plan om Ue zetel van
de gehele regering naar Indië te
verplaatsen. Behalve de heren
Tóen de heer De Geer op 3
September 1940 zijn ontslag had
gevraagd ais minister-president
m de Koningin de heer Ger
brandy opdroeg om een nieuw
kabinet te vormen, was het
geenszins zo, dat de van nature
aangewezen man uit het kabinet
met deze taak werd belast. Van
de Condense ministers was er zo
blijkt uit de ondervraging door
de Parlementaire Enquête-Com
missie, niet één, die door de
aanwijzing van de heer Ccr-
brandy als kabinetsformateur
niet verrast was. Ook de heer
Gerbrandy zelf verklaarde, dat
hij er niet over mijmerde om
■minister-president te worden.
Hij is begonnen met te weigeren
en heeft na overleg met de col
lega's, die pressie op hem uit
oefenden, gezegd: het moet.
De enige autoriteit, die hem
wel de geschikte figuur voor het
minister-presidentschap vond,
was de heer Beclaerts van Blok
land, de vice-president van de
Raad van State, die de Konin
gin op haar verzoek had verge
zeld naar En gelald. Deze uit
spraak kan nauwelijks verwon
dering baren, omdat de enige
adviseur van de Koningin voor
deze gelegenheid de heer Bee-
iaerts uan Blokland was, nu de
Voorzitters der Kfuners en de
voorzitters der Kamerfracties
in bezet Nederland vertoefden.
'Generaal ff. G. WINKELMAN
Albarda, BoLkesteln cn Van den
Tempel Hvaren alle ministers het
daarmee eens; doch'inet het oog op
de gezondheidstoestand van de ^Ko
ningin werd het besluit niet uitge
voerd. Ten slotte werd het resultaat,
ook na gedachten wisseling met de
Gouverneur-Generaal, dat dfi rege
ring in Londen zou blijven, maar dat
de ministers Van Kleffens en Welter
zich, voor korte tijd voor overleg
naar Indië zouden begeven, hetgeen
in het voorjaar van 1941 ook is ge
schied.
Doch toen was de heer De Geer
al reeds niet meer minister-presi
dent. Op 3 September had hij de
Koningin ontslag gevraagd uit zijn
functie, nadat in het midden van
Augustus in het kabinet nogal wat
critiek was geweest op zijn voorne
men om in Zwitserland enige weken
vacantle te houden. Dit 'brengt in
herinnering, dat de heer De Geer na
zijn optreden als minister-president
in 1939, onmiddellijk na de over
dracht van de minister-portefeuilles,
met vacantie naar het buitenland
was vertrokken ondanks de drei
gende internationale toestand. Dit
onmiddellijk met vacantiegaan en
dan nog wel naar Duitsland heeft
destijds een vreemde indruk gewekt,
zowel in den lande als bij de andere
ministers. Destijds werdén als ver
zachtende omstandigheden aange
voerd, de hoge leeftijd van de heer
De Geer -70 jaar en de inspan
ning Van het afgelopen parlemen
taire jaar.
Kan de Commissie, gezien de grote
activiteit van de heer De Geer in
die tjjd, erkennen, dat enige rust
voor dc Minister-President dringend
nodig was, de wijze waarop de heer
De Geer meende die in die omstan-
Prof. P. S. GERBRANDY
ligbaden te moeten verkrijgen,
komt ook de Commissie enigszins
vreemd voor. Nog afgezien van het
vrij ongelukkig gekozen vacantie-
verbiyf, Duitsland, is het feit, dat
de heer'De Geer na zijn terugkomst
nog enige dagen in Beekhuizen
heeft doorgebracht, aangezien zjjn
huis in Den Haag. nog niet' in .ge
reedheid was, moeilijk aanvaard
baar te achten. Hierdoor bleef hij in
deze uitermate gespanneninterna
tionale toestand nog langer buiten
het centrum van de Begering ver
toeven en konden moeilijkheden, als
nader in het volgende hoofdstuk
worden beschreven, rijzen.
De Commissie wil niet nalaten er
thans reeds op te wjjzen, dat deze
houding van de heer De Geer symp
tomatisch mag heten voor bet later,
zowel voor hem zelf als voor bet
landsbelang zo noodlottig gebleken
onvermogen zich aan te passen aan
niet met zUn denkbeelden strokende
internationale verhoudingen. Daar
door, heeft de. heer. De Geer by her
haling de consequenties van gedra
gingen als deze onderschat.
Na het aftreden van de heer De
Geer als minister-president en het
optreden van de heer Gerbrandy als
zodanig volgde al spoedig zfcjn aan
vraag om een Portugees visum voor
doorreis naar Zwitserland. Het tus
senbeide komen van de regering
heeft het verlenen van dat visum
verhinderd, waarover de heer De
Geer zich op bittere toon heeft be
klaagd. Ten slotte werd een oplos
sing bereikt door de heer De Geer
te belasten met een speciale rege-
ringe-opdracht naar Nederlands-In-
dië, waarheen hy zich vla Portugal
eh de Verenigde Staten zou bege
ven.
Nu volgen de feiten elkaar snel
op. Op 5 November begeeft de heer
De Geer zich per vliegtuig naar Lis_
sabon, maar op 28 November deelt
hp de regering mede, dat hy graag
naar Nederland terug, wil keren. Op
30 November herinnert de regering
in een telegram de heer De Geer
aan zijn Indische opdracht en maakt
ernstig bezwaar tegen, zijn gaan
naar Nederland. Op 8 December
wordt de gezant te Lissabon tele
grafisch Ingeschakeld, die de vol
gende dag antwoordt, dat de heer
De Geer zich nog in zijn hotel be
vindt. In een daarop aansluitende
brief geeft de gezant van ernstige
bezorgdheid blijk omtrent de plan
nen van de heer De Geer,
Op 12 December waarschuwt de
Ministerraad nogmaals de. heer De
Geer dat een terugkeer naar Neder
land zou geschieden tegen de wens
van de regering. Op 7 Januari 1941
Jhr. D. J. DE GEER
schrijft de heer De Geer naar Lon
den, dat hij niet kan inzien, dat ho
gere belangen zich verzetten tegen
zijn terugkeer naar Nederland, Deze
brief wordt in de ministerraad van
17 Januari'behandeld, maar de brief
tot welks verzending dan besloten
wordt, gaat pas op 31 Januari uit
en heeft de heer De Geer niet meer
bereikt, omdat hjj intussen zijn
voornemen had uitgevoerd en op 4
Februari naar Nederland was te
ruggekeerd.
De commissie geeft toe dat, toen
eenmaal de heer De Geer het plan
gemaakt had om naar Nederland
terug te keren, door corresponden
tie weinig meer bereikt kon worden
doch het heeft haar getroffen dat
het kabinet niet een of meer minis
ters naar Lissabon heeft afgevaar
digd ten einde de heer De Geer van
zgn noodlottig voornemen af te hou
den, Zij is van oordeel, dat het kabi
net niet ailès gedaan, heeft wat rao-
~gk was en dat zij de mogelijk
er van de terugkeer van de heer
De Geer naar Nederland als een
vraagstuk van de hoogste-importan-
tie had.behoren te behandelen.
Opnieuw heeft de Parlementaire Enquête-Commissie licht ge
bracht in een deel van het Regerings-beleid 19401945 waarvan
het onderzoek, onder leiding van mr, L, Donker, door haar wordt
verricht. Het nu juist verschenen tweede gedeelte van haar ver
slag omvat 262 folio pagina's, aangevuld met 328 pagina's bij
lagen, waaronder zeer belangwekkende, terwijl in een apart deel
van 685 folio-pagina's de stenogrammen van de verhoren zijn op
genomen. Deze lopen van 17 Februari 1948 tot en met 9 Februari
1949. In dat jaar werden 90 verhoren afgenomen, terwijl op de
laatste dag de Duitse oorlogsmisdadiger Kauter werd ondervraagd,
hoewel zonder succes.
De punten, welke in dit deel van het verslag van de Enquête
commissie aan de orde komen, zijn: het besluit tot hel overbren
gen van de Regeringszetel naar het buitenland, de opvattingen van
Kabinet en Ministers ten aanzien van de voortzetting van de oor
log, het aftreden van jhr. mr. D. J. de Geer als Minister-president
en zijn terugkeer naar Nederland, nadat hij zich met een Rege
ringsopdracht voor een onderzoek In Nederiands-Indfë naar Lis
sabon had begeven om vandaar over te steken naar Amerika en
vervolgens naar zRn bestemming te reizen.
Op deze pagina's publiceren wij uit dit deel van het verslag de
voornaamste punten, waarbij bijzonder de aandacht valt op de
houding van de heer De Geer vóór en na de oorlog en op zijn
terugkeer naar Nederland, op het z.g. Venlo-incident, bij welks
behandeling de Enquête-Commissie een doortrapt staal van Duitse
vervalsing ontmaskert, op het bombardement van Rotterdam cn
de daarmede samenhangende capitulatie van Nederland. Ook bp
de wijze waarop de gezagsoverdracht aan. Generaal Winkelman is
geschied en de sfeer waarin het vertrek van het Kabinet naar
Londen plaats vond wordt op deze pagina nader ingegaan.
Nog geen mening over de
figuur Van 't Sant
De enquête-commissie heeft zich
ook bezig gehouden met de figuur
van de voormalige Haagse hoofd
commissaris, de heer F. van 't Sant,
die zich bij het gezelschap bevond,
dat de Koningin naar Engeland be
geleidde. Hij trad in de eerste Lon
dense tijd op als particulier secreta
ris van H.M. en er waren geruchten
in omloop, dat hij misbruik van zijn
vertrouwensfunctie zou hebben ge
maakt, o.a. door inlichtingen te ver
strekken aan de Engelse regering, in
wier dienst hij ook reeds vroeger
zou hebben gestaan. De commissie
heeft geen. bevestiging hiervan kun
nen. vinden, doch behoudt zich haar
definitieve mening nog voor.
ÏN het prospectus van de Lands
drukkerij bij-de verschijning- van
het tweede deel van het rapport
van de Parlementaire Enquête
Commissie lezen wij, dat van het
eerste deel vijfduizend exemplaren
zijn verkocht. Een bewijs, volgens
het prospectus en volgens ons, van
de belangstelling voor deze uitgave.
Men bedenke hierbij, dat de prijs van
de beide tot dusverre verschenen
delen vqftien gulden per stuk be
draagt.
Ongetwijfeld vele malen de vijf
duizend Nederlanders, die zich het
eerste deel aanschaften, zouden dit
ook hebben gedaan, indien voor hen
de prijs geen onoverkomelijk be
zwaar was geweest, want wanneer
men ooit, zoals dat heet, boeken in
iedere hand heeft gewenst, dan ze
ker deze uitgaven.
Wij wagen de veronderstelling,
dat juist ïn naam der democratie
een goedkopere uitgave met over
heidssteun, desnoods op kranten
papier gedrukt tegen een prijs, die
een fractie was geweest van de
huidige prijs, gerechtvaardigd zou
zjjn geweest.
Duidelijker dan zoals de zaken nu
liggen, ware nauwelijks het bewijs
tc leveren geweest, dat toegang tot
de vruchten onzer democratie soms
economische bezwaren in de weg
staan.
Koningin Wilhelmina waakt over haar klein
kind, dat juist in'n pantserauto wordt gedragen
voor een veilig vervoer naar een havenplaats
Toeft de Duitse horden op 10 Mei 1940 Nederland binnen gevallen waren
zonder waarschuwing vooraf, la de Duitse regering toch nog wel zo
goed geweest om achteraf door haar gezant in Den Haag een korte ver
klaring te laten geven en om aan de Nederlandse gezant in. Berlijn een
uitvoerig memorandum te verstrekken, waarin de noodzaak van de be
zetting van Nederland door Duitsland breedvoerig wordtontvouwd. In
dit memorandum wordt de Nederlandse regering er van beschuldigd, dat
zjj de neutraliteit niet heeft gehandhaafd, want dat haar geheime dienst
samen spande met de Engelse geheime dienst om in Duitsland een revo
lutie te ontketenen en dat Engelse en Franse officieren Nederlandse
vliegvelden hebben geïnspecteerd en op uitbreiding daarvan hebben aan
gedrongen.
Hoge Wal in Den Haag naar IJmui
den vertrokken. Dat geschiedde
Zondagavond om 7 uur toen het
nog klaar licht was. Het gezelschap,
dat het zich binnen in de wagen,
Op 13 Mei 1940 te ongeveer 10
uur vertrok een stoet van enige
auto's van het paleis Noordeinüe in
Den Haag. In de eerste auto's be
vond zich de Koningin, naast haar
jhr. De Jonge van Ellemecfc cn op waarin het pikdonker was, op stro
de twee strapontins de heer Phaff Wij herinneren ons ongetwijfeld nog welk een verslagenheid gemakkeliik moest maken, bestond
fJÏv^et bericht onder de Nederlandse bevolking teweeg bracht, dat uit: het prinselijk gezin, freule
Lawick van PabsL Vei der maakten Konmaln Wilhelmina on 11 Mol 1040 naar Ena eland was ver- Feith, de gouvernante mevr. Boëil
deel uit van het gezelschap mr. tvonmgin wimeimina op 13 JVlei 1940 naar Engeland was ver met ^aar kbind de beer en mevr. De
Beelaerts van Blokland, jhr. Van trokken. Van deze dramatische gebeurtenis geeft het verslag van yos van steenwljk en de heer Van
Tets van Goudriaan, mej. "V an Rhijn de Parlementaire Enquête Commissie dit op getuigenverklaringen Holthe. Voor en achter werd de
van Alkemade en de heer Van j> 3 3
't Sant, die plaats hadden genomen steunende uiterst sobere relaas,
in de tweede auto.
De heren De Jonge van Ellemect,
Phaff en. Van Lawick vaii-, Pabst
hadden alle drie een geladen pistool liggen. Allen stonden op de kade bombardeerd en men heeft geen
in de hand onv wanneer er iets zou tegen een loods |e wachten, daar vliegtuigen meer gezien,
gebeuren, de Koningin te bescher- er nog allerlei maatregelen geno- Het schip was op weg naar Vlis-
men. Daar men geen ogenblik zeker men moesten worden. Terwijl zij singen met uiteindelijke bestem- -
was,-dat er geen parachutisten zou- daar stonden kwamen Duitse vlieg- ming Breskens, toen er een radio-
den zijn onder en tussen de mensen tuigen over, waaruit een bom ge- bericht kwam, dat Breskens blijk- By de verhoren omtrent deze ge-
die waren samengestroomd, en worpen werd, welke neerkwam aan baar al door de Duitsers was uitge- beurtcnissen, is gebleken dat öe
merkten wat er gebeurde, was er de achterkant van de loods, waar- kozen om er bömmen op neer te Regering met lie* vertrek van ae
opdracht gegeven dat iedereen met tegen-zij beschutting hadden ge- gooien. Als gevolg van een bespre- Koningin nauwelijks en methet
de handen in de hoogte moest zocht. Er gebeurde gelukkig echter king met de Koningin werd het be- vertrek van het prinselijk gezm in
staan. Er was een escorte vooruit niets. sluit genomen zich nu onmiddellijk het gelwei geen bemoeienis heeft
en er volgde een vrachtauto met De tocht zelf was zeer gevaar- naar Engeland te begeven. In de gehad. Zb spreekt als naaT mening
een mitrailleur. Dit militair escorte lijk, aangezien de reis door een mij- late namiddag kwam het schip te uit, dat coördinatie van het beleid
was door generaal Van Andel, com- nenveld ging, waarvan de positie in Harwich aan. waar een extra trem van het Kabinet en dat van het
mandant van de vesting Holland, Hoek van Holland toen nog niet be- k'aar stond. Te ongeveer 8 uur arri- Koninklijk Huis in deze van uit
geregeld. Tijdens de tocht naar kend was. Een officier van de Ma- veerde het hoge gezelschap in Lon- staatsrechtelijk oogpunt van het
Hoek van Holland hebben zich geen rine-reserve heeft toen het com- den, waar de Engelse koning en grootste belang ware geweest; ten
incidenten voorgedaan. Slechts is mando gekregen van de Engelse koningin, prinses Juliana en prins aanzien van de Koningin met be-
een paar keer de oorspronkelijke jager. Intussen had men telefonisch Bemhard met een of twee kinderen, trekking tot Haar persoon en de
route gewijzigd en moest men een van de Marine-staf de ligging van stonden te wachten. taak, welke zij in het staatsbestel
omweg maken. het mijnenveld opgekregen, waarna Het prinselijk gezin was de dag heeft te vervullen; ten aanzien van
Te Hoek van Holland aange- men „full speed" door het mijnen- tevoren in een gepantserde auto het prinselijk gezin voor wat betreft
komen bleek er een torpedojager te veld gegaan is. Er is verder niet ge- van de Nederlandse Bank van de de voortzetting van de dynastie.
wagen geëscorteerd door een wagen
mariniers en matrozen. Er is geen
directe aanval op de stoet gedaan,
al moest de reis telkens onderbro
ken worden. Omstreeks 11 uur
kwam het gezelschap aan in IJrnui-
cm was u WC6 na*, v..*»- den, "waar een Engelse torpedojager
men. Daar men"geenöogetTbl'ik'Jzeker uien moesten worden. "Terwijl zij singën met uiteindelijke bestem- gereed lag, welke onmiddellijk ver-
T1T—r- .4 r-i 4- <~m «Ui -1ctfioriott lfWamPH TllliltO VllOC»- »V1 i Tl rt X
IJzeren kruisen voor de
vervalsers
Dit document heeft betrekking op
het z.g. Venlo-incident," dat dank zq
de volharding van de Enquête-com
missie volledig is opgehelderd en
ons een duidelijk beeld geeft van de
methoden, die door de Duitse natio-
naal-socialisten werden toegepast
Het Venlo-incident dateert van No.
vember.1939 en werd in de bladen
van 10 November van dat jaar ver
meld ala een onopgehelderd voorval
aan de Duitse grens, waar bij Ble-
rlck een aantal personen geweldda
dig over de Duitse grens werden ge
voerd, onder wie zich ook een Ne
derlands officier zou hebben bevon
den. -'
In het in April 1940 door -de Ne
derlandse regering gepubliceerde
Oranje-boek staat te lezen, dat op S
November 1939 een personen-auto
stil hield by het café Backus, gele
gen op Nederlands grondgebied op
geringe afstand van de Duitse
grens. In deze auto bevonden zich
majoor Stevens en kapitein Payne
Best van de Engelse Intelligence
Service, de Nederlandse luitenant
Klop en de Nederlandse chauffeur
Lemmens. Genoemde personen wer.
den overvallen door een aantal lie
den, die voor het Duitse douane
kantoor stonden te wachten en het
vuur op hen openden. Z\i werden ge
welddadig over de Duitse grens ge
voerd naar een wachtende auto,
waarbij luitenant Klop gewond over
de Duitse grens werd gesleept. Het
gehele voorval speelde 2ïch zo snel
af, dat de Nederlandse grenswacht
niet tydlg kon ingrijpen. De Duitse
regering heeft op verzoeken en ver
togen van de Nederlandse regering
naar aanleiding van dit feit nooit
antwoord gegeven. Dit is te meer
verwonderlijk, omdat het „bewijs
stuk" by hét memorandum reeds
toen haar voldoende aanleiding had
kunnen zjjn om de Nederlandse re
gering in gebreke te stellen wat be
treft de naleving der neutraliteit.
Dit bewijsstuk luidt in Nederlandse
vertaling als volgt:
„Rykspolltlebureau Düsseldorf.
j Düsseldorf 9.11.1939.
Om 17.50 u, werd de eerste lui
tenant van het Nederlandse leger
Dirk Klop geïdentificeerd door
het Nederlandse paspoort nr.
074911, uitgereikt ie 's-Graven-
hage op 3.5.1934 in de uitruk-
kamer opgezocht.
In verhand met dc belangryk-
heid van zijn gedurende de rit van
de grens (Niederdorff) tot aan
het bureau gedane uitlatingen,
werd hij ondanks zijn toestand
in tegenwoordigheid van nen
dokter ter zake verhoord en be
kende het volgende
„Het is juist, dat ik geen En
gelsman ben en dat ik niet Cop
per heet.
Do Op my gevonden stukken
zijn mijn werkelijk Nederlands
paspoort en mijn Nederlandse mi
litaire papieren.
Ik ben de eerste luitenant Dirk
Klop van de Nederlandse Gene
rale Staf.
Ik heb deelgenomen aan dc be
sprekingen, die de met mii gevan
gen Engelsen voerden met Duitse
officieren,
ik ben persoonlek geen vijand
De Engelse Torpedojager Con-
rington, die het Prinselijk gezin
op 12 Mei 1940 uan IJmuiden.
near Engeland brcfcht
van de Duitsers, ik heb zelf fami
lieleden in Duitsland, ik heb uit
dienstoverwegingen de besprekin
gen bijgewoond en heb uitsluitend
gehandeld op bevel van hoven aï.
Ik heb nauwkeurig kennis gekre
gen van de revolutieplannen der
Duitse officieren door mijn voort
gezette deelneming aan de bespre
kingen en moest hierover in op
dracht voortdurend rapport ma
ken.
Het is mii bekend dat mijn onmid
dellijke meerderen, evenals ik,
sceptisch staan tegenover de mo
gelijkheid om deze revolutie-plan
nen door te voeren, maar blijk
baar in het belang van de over
eenkomsten en afspraken van de
Nederlandse Generale Staf met. de
Engelse Generale Staf hiermee
voortgingen."'-
Wanneer my herhaaldelijk ge
vraagd wordt of zulke besprekin
gen hebben plaats gevonden kan
ik hierover met mgn kennis van
zaken slechts zeggen dat dit het
geval geweest is. En ik kan het
weten, omdat ik zelf als officier
van de Nederlandse Inlichtingen
dienst als toegevoegd officier by
een Generale Staf-bespreking
tussen Engeland en België in
Brussel was. Op de vraag of de
besprekingen tussen de Generale
Staven van Nederland en Enge
land reeds eerder werden gehou
den moet ik met Ja antwoorden.
Op de vraag naar de inhoud van
de besprekingen kan ik geen be
scheid geven, omdat ik er niet on-
middeliyk aan heb deel genomen."
(Opmerking: Klop verzoekt het
verhoor af teA breken omdat hij
wegens tydeiyke lichaamszwakte
niet meer'in staat, is .om het te
volgen. De in de kamer aanwezige
arts ondersteunt dit verzoek).
Hardop gedicteerd, goedgekeurd
en ondertekend:
w.g. D. Klop
g.w.o. w.g. dr. Haseelbacher
Deze gehele verklaring ia een ver
valsing, omdat na omstandige on
derzoekingen gebleken is en door
het raadplegen van In Berlijn ge
vonden bescheiden, dat Klop, nadat
hij door het hoofd geschoten was
niet meer by bewustzijn is geweest
en enige minuten na de aankomst
in het ziekenhuis in DüSseidorf is
overleden. Bovendien blijkt uit het
verslag van de Enquête-commissie
onomstotelijk, dat deze verklaring
is gefabriceerd bijna een maand na
het overlijden van Klop en man
heeft zelfs de vellen papier gevon
den waarop geoefend is om de hand
tekening van Klop na te maken.
De Enquête-commissie produceert
een document waaruit l>l«kt, dat de
lieden die deze gewelddadigheid en
de daarop aansluitende vervalsing
hebben gepresteerd daarvoor be
loond zjijn met het ijzeren kruis eer
ste en tweede klasse. Zfj' hadden, zo
kunnen wij hi het desbetreffende
briefje van Himtnler aan Hitier
lezen, de taak om bestaande verbin
dingen op zodanige wtfze te gebrui
ken, dat het bewijs ken worden ge
leverd, voor de voortgezette neutra-
liteitsschending door Holland ten
gunste van Engeland. „Die gestellta
schwierige Aufgabe. ist von den
Fübrern und Mannern mit vollem
Erfolg unter ganzem Einsatz ihrer
Persönlichkeit gelost worden", be
sluit Himmler vol trots over de ge
slaagde schurkenstreek.
De Enquête-commissie uit de ver
onderstelling, dat slechts de hoog
ste chefs Hitier, Himmler, Heidrich
en misschien nog een enkele andere
hiervan op de hoogte zijn geweest.