Vóór het ultimatum afliep begon bombardement van Rotterdam Diplomatie der Russen in schijn behendig De capitulatie behoedde ons land voor een catastrofe m m EENHEID OP DE VALREEP m Evacuatie der Regering eminent historisch en p olitiek belang r 6 Zaterdag 4 Juni 1949! Jk 10 Mei 1940: Kamer vergadert, Regering ontbreekt Het aanvankelijk eensgezind Gelukkig initiatief der ministers Van Rhijn en Steenberghe Wisjinsky haalt zich in Parijs nederlaag na nederlaag op de hals dr. M. v. Blankenstein verdeelde Kabinet naar Londen De Duitsers hebben, met toepassing ran een taktiek %velke him reer van RnS'errt=aS' 1?40 SeP°°Sd de schuld voor liet bombardement <üe mefTrS eet6-, Nederla"dse legerleiding m de schoenen te schuiven. WmkPi™! rt„?nrie?/0U, ,Otfn gereageerd. Zoals bekend is Generaal S;™" dt j.J s daar°P het antwoord met schuldig gebleven, maar il® "eF "L ls. he* vah Sroot belang voor de geschiedschrijving en om al nSw ri Rr"V'er? -te voorkomen, dat de Enquête-Commissie flv,-op voor. tijdens en na het bombardement ge- nanwirlvVi^ aa"taI verhoren en met behulp van documenten U\l?"°,cbt„' waprblJ gebleken is. dat»de lezing, die de heer Winkelman m Mei 1940 van het gebeurde heeft gegeven vrij nauw keurig met de feiten overeenstemt. Met bittere gevoelens denken de Rotterdammers terug aan de 14e Mei 1940. Toen hun Hoogstraat, hun Passage, hun Kralingcn en nog zoveel andere gedeelten van de stad op lafhartige wijze door de Duitsers werd gebombardeerd. Burgemeester Oud heeft aan de Commissie medegedeeld, dat op 14 Mei 1940 omstreeks 10 uur in de buurt van de Maas aan de Herten kade drie Duitse officieren met een witte vlag stonden, die riepen: „Hol land in Ehren. wir haben parlemen- tare Briefe für den Bürgemeister". Op verzoek van de commandant van Botterdam, kolonel Scharroo. heeft de Rotterdamse burgemeester zich naar diens hoofdkwartier be geven, waar een Duitse officier twee gele couverts had afgegeven. Voldaan kijken twee Duitse mili tairen, naar het gruwelijke re sultaat van hun onmenselijkheid: brandend Rotterdam. één gericht aan de militaire Com mandant, de ander in een raar taal tje, half Duits half Nederlands met het opschrift „aan die autoriteiten van den Staat m Rotterdam". Uit dere couverts kwam een volkomen gelijkluidend ultimatum van de volgende inhoud: .Aan de Kommandant van Rot terdam, Aan Burgemeester en Wethouders en die Autoriteiten van den staat in Rotterdam De weerstand, die in het onen stad Rotterdam tegen de offen sieve der Duitse troepen setoont- Wordt. noodzaakt mii, indien uw weerstand niet onmiddellijk ge staakt wordt, die doelmatige maatregelen te nemen. Dit kan de volledige vernieling van het stad ten gevolge hebben. Ik verzoek u als een man die verantwordinesgevoel bezit, daar op aan te dringen, dat het stad niet dit zware verlies lijden moet. Op Vrijdag 10 Mei kwam de Twee de Kamer in openbare zitting bijeen in aansluiting op haar de vorige dag verdaagde vergadering. In deze ver gadering, welke niet volledig was door de oorlogsomstandigheden en waarin dus geen besluiten konden worden gehouden, heeft de Voor zitter, <3e heer v. Schaik een korte, krachtige redevoering gehouden. Van de Regeringstafel werd geen woord gesproken, want er was geen enkele minister aanwezig. Welis waar heeft de Voorzitter twee keer telefonisch contact gehad met de heer De Geer en daarbij de wens te kennen gegeven, dat de Regering op dit voor ons land historisch ogenblik in het parlement aanwezig zou zijn. Doch de minister-president zag daarvan de noodzaak niet. De toenmalige griffier, de heer KespCr, die er bil was, toen mr Van Schaik de heer De Geer opbelde en nul op het request kreeg, heeft toen na het eerste gesprek gezegd: „President, het kan toch niet, dat de Regering zich dit tegenover de Kamer ver oorlooft in deze tijd: dat lijkt mij volkomen onjuist." Op de daarop volgende telefonische aansporing heeft de heer De .Geer geantwoord: ,Jk zal nog wel eens z.en". Presi dent en griffier waren evenwel overtuigd, dat hij niet zou komen. De commissie is van mening zoals dé heer Albarda het bij zijn verhoor heeft uitgedrukt dat de samenkomst der Kamer, ook al was zij slechts een bijeenkomst en geen vergadering, omdat slechts 38 le den aanwezig waren, door de aan wezigheid der Regering een histo risch karakter had kunnen verkrij gen en voor het moreel van het volk van grote betekenis had kun nen zijn. Op zulk een gewichtig ogenblik behoort de verbondenheid van volk en Regering in 's Lands Vergaderzaal uitdrukkelijk te wor den beleden. Het gebeurde betreu rende wijst de commissie erop. dat in dezelfde omstandigheden zowel de Noorse Regering als de Belgische Regering wel op de dag van het binnenvallen der Duitsers in de be treffende parlementen verschenen zijn. Als teeken van overeenstemming verzoek ik U dadelijk een parle mentaire te sturen, welke die no dige volmacht bezit. Indien ik binnen twee uren na de overhandiging van deze mede- deeling geen antwoord ontvang, ben ik ee.noodzakt die scherpste maatregelen van vernieling te nemen. De Kommandant van de Duitse troepen" Dit ultimatum is per koerier naar Generaal Winkelman gezonden en de Rotterdamse burgemeester heeft zich verplicht gevoeld er bij de opperbevelhebber telefonisch op aan te dringen dat de stad gespaard rou worden als de zaak toch hope loos stond en het bombardement tot niets meer kon dieren Generaal Winkelman antwoordde dat hij el- les zou overwegen en op tiid zijn beslissing kenbaar maken. Hij heeft gezorgd, dat vóór het v e r s t r ii- ken van de gestelde tijd door een Nederlands officier, kapi tein Bakker, het antwoord aan de Duitsers werd overhandigd. Daarin maakte de heer Winkelman be- j zwaar tegen een ongetekend stuk en vroeg verder de voorwaarden, welke voor overgave werden ge steld Om 20 minuten over één is aan kaoitoin Bakker een nieuw, nu behoorlijk ondertekend ultimatum met een geldigheidsduur van drie uur overhandigd. De Vanitein in gezelschap va" twee Duitse officie ren naar de Nederlandse Comman dant teruggekeerd. Intussen was om 13 uur 22 bil de nadering van een Duits vliegtuig eskader op last van de Duitse gene raal Schmidt een rode «emnatroon afgeschoten (volgens Duitse ver klaring als teken dat het bombar dement niet moest worden uitge voerd) en "m 13 uur 25 w»rd dit bii h«t ruideliib hrugvehoofd van de Willemsbrug in opdracht van een der beide Duitsers, die kapitein Bakker vergezelden, herhaald. Nle- temin ls het bombardement toeh «m half twee begonnen waaruit Mükt. dat de door de Duitsers getroffen regeling gefaald heeft. De Rotterdamse burgemeester heeft tegen de gang van zaken van Nederlandse kant twee herwaren aangevoerd en de Commissie brengt hem lof. omdat hii deze bezwaren niet tiidens de bezetting heeft ge uit. Zii komen in hpt kort hierop neer. dat het naar ziin mening on juist is. dat Generaal Winkelman bezwaar maakte tegen het ontbre ken van een ondertekening op het ultimatum -en dat hij viif kwartier heeft nodig gehad om tot deze ne gatieve beslissing te komen. Om dat het door de heer Oud 'op geworpen Drobleem een kwestie van oorlogsrecht is. heeft de Commissie prof. dr mr J. P. A Francois. Raad adviseur aan het DeDartement van Buitenlandse Zaken als deskundige -"hnord. die meende dat Generaal Winkelman gerechtvaardigd is ge- wc"t om na ontvangst van een der gel ük stuk zich eerst zekerheid te verschaffen omtrent de authentici teit. Wel vroeg de heer Francois 7'eh af of viif kwartier om tot een eonclusip te komen niet, heel lang is geweest te meer daar bet ulti matum in twee uur afMen zodat „Uro minuut waarde had De he°r winkelman erkent, dat hii deze tiid "^beried heeft om er over na te donken, dorh hii vindt het r0(3elük get men. voor een dereeliike b°- lanm-iike vraag Eenlaatsf.. zieh de nndiae tiid gunt voor rijpere over- Omdat hot telefonisch contact tussen Den Haag en Rotterdam door het bomhardem°nt verbroken was. heeft kolonel Scharroo in de na middag besloten om zelfstandig te canituipren welk b=riuit intussen ook door Generaal Winkelman zelf was genompn Na hpt bekend worden van het feit dat ook bij Utrecht parlemen tairs waren verschenen met een ul timatum voor deze stad werd op het algemeen Hoofdkwartier over wogen of het tijdstip voor de alge hele capitulatie svas aangebroken. De heer Winkelman heeft alvorens een beslissing te nemen daarover getelefoneerd met de commandan ten van het veldleger en de vesting Holland. Contact met de Regering heeft hij niet gezocht, eensdeels om dat hit niet wist waar die zich be vond en vervolgens omdat hem het hoogste burgerlijk en militair gezag was ongedragen zodat hij volkomen bevoegd was deze moeilijke beslis sing te nemen. Als motieven voor de beslissing om te capituleren ko men naar voren, het bombardement van Rotterdam, het ultimatum be treffende een bombardement van Utrecht, alsmede de toestand in het gehele land. Daarop werd 's avonds in Rijsoord het capitulatie-besluit ondertekend. Wat betreft de grief van de heer Oud tegen het treuzelen vui de heer Winkelman en zijn twijfel aan de echtheid van het document, kan de Commissie in haar grootst mogelijke meerderheid zich indenken dat hii deze twiifel koesterde. Bii een vluggere afdoe ning had. achteraf bezien, wellicht de mogelijkheid bestaan, dat de op perbevelhebber voor de afloop van de termijn, gesteld bii het eerste ultimatum, kennis had gekregen van het tweede, dat tot algehele cani- tulatie heeft geleid en daarop ziin beslissing hadknnnen geven. De Commissie heeft echter volledig be grip voor de door een enkel mens nanweliiks te dragen verantwoorde lijkheid. die op dat moment op ge neraal Winkelman rustte. Ten aanzien van het in de mid dag van 14 Mei door generaal Win kelman genomen besluit om, met uitzondering van Zeeland, de wa pens neer te leggen, is de Commis sie van oordeel dat dit op dat mo ment onvermijdelijk was teneinde land en volk te sparen voor een on overzienbare catastrophe, die mili tair bezien van geen betekenis zon zijn geweest. BURGEMEESTER OUD, drong er op aan, dat zijn stad gespaard zou worden... Dat het Nederlandse Kabinet in zijn geheel in Mei 1940 naar Londen vertrok, is toe te schrij ven aan een van die wonder, lijke spelingen van het toeval, welke redding kunnen brengen waar beleid gefaald heeft. Het Kabinet vertrok op 13 Mei uit Den Haag zonder de ministers Stecnberghe en Van Rhijn, die op dat ogenblik nog ernstige be zwaren hadden tegen de ver plaatsing van de zetel der Re gering naar het buitenland. Dat deze beide bewindslieden zich nog op het laatste ogenblik bij hun collega's konden voegen om met hen het eenstemmig besluit te nemen naar Londen te ver trekken, waar de ministers Van Klef fens en Weiter zich reeds bevonden, is te danken aan de omstandigheid, dat de comman dant van het Engelse oorlogs Door onenigheid in het kabinet kreeg generaal Winkelman zijn volmacht Toen generaal Winkelman op 14 Mei 1940 de capitulatie ondertekende deed hij zulks niet alleen als opperbevelhebber doch tevens als drager van het civiele Regerings-gezag. Als zodanig heeft hij ook nog enige tijd tijdens de bezetting gefungeerd en men zal zich herinneren, dat hij na de capitulatie zich over de radio tot het Nederlandse volk gericht heeft als de man in wiens handen op dat ogenblik het Regeringsgezag lag. Dat dit ook formeel zo was, is te danken aan het initiatief van de mi nisters Van Rhijn en Steenberghe, die op de 13e Mei niet met de andere ministers naar Hoek van Holland waren vertrokken. Voor de Commissie heeft de heer Van Rhijn verklaard, dat er tijdens de besprekingen in de Ministerraad van die ochtend, welke feitelijk beheerst werden door het verloop der militaire gebeurtenissen, een meningsverschil was ontstaan tus sen de heer Steenberghe en hem zelf enerzijds en de overige leden van het Kabinet anderzijds over de vraag of het Kabinet er niet voor moest zorgen, dat het gezag op een normale wijze werd overgedragen. De heer Steenberghe en hij hadden daarbij de gedachte, dat de opper bevelhebber zou worden opgeroe pen en hem het gezag zou worden overgedragen. Er bestond immers de mogelijkheid dat revolutie of onlusten zouden uitbreken als nie mand zou weten in wiens handen het gezag op dat ogenblik berustte. Een beslissing is toen niet geno men. 1 Toen alle ministers tegen half een naar Hoek van Holland gingen bleven de heer Steenberghe en hij achter. Zjj hebben zich beraden met de secretaris-generaal van Buitenlandse Zaken, de heer Snouck Hurgronje, die hun stand punt in zake het overdragen van het gezag deelde en de conclusie van deze bespreking, waaraan later ook de heer Hirschfeld deel nam, was, dat het burgerlijk gezag aan de opperbevelhebber zou moe ten worden overgedragen en dat de achtergebleven ministers als het ware een trait d'union moesten vormen om de secretarissen-gene raal met de opperbevelhebber in contact te brengen. Het'werd als vanzelfsprekend aangenomen dat generaal Winkelman, aangezien hij militair de leiding had, ook het burgerlijk gezag op zich zou nemen. Van een Kabinets-besluit om het Regeringsgezag aan Generaal Winkelman over te dragen is geen sprake geweest. De heren Steen berghe en Van Rhijn zijn daartoe, volkomen op eigen initiatief over gegaan en bovendien op eigen ge zag, doch in de veronderstelling verkerende, dat de andere minis ters door de in de ochtend gehou den bespreking wel geweten zullen hebben in welke richting hun ge dachten gingen. Zij hebben gene raal Winkelman en de secretaris- Air. Af. P. L. STEENBERGHE sen-generaal ontboden en toen al len bijeen waren op het departe ment van Economische Zaken, heeft de heer Steenberghe de aan wezigen, die in 'n kring geschaard stonden met enkele woorden ge zegd, dat de toestand uiterst moei lijk was, dat generaal Winkelman nu het regeringsgezag zou uitoefe nen en de secretarissen-generaal derhalve hun orders van generaal Winkelman moesten afwachten. De heer Steenberghe heeft slechts en kele minuten gesproken, waarop de heer Winkelman kort gerea geerd heeft. Daarna zijn de secre tarissen-generaal aan hem voorge steld. Toen dit gebeurd was, werd uit Hoek van Holland opgebeld, waarbij bleek, dat er een nieuwe grondslag was gelegd voor het ver trek van de Regering. Waar nu eveneens de kwestie van de gezags overdracht was opgelost, bestond er voor beide ministers geen be zwaar meer om zich bij hun col lega's aan te sluiten. Zij hebben in Hoek van Holland aan de collega's verteld wat zij gedaan hadden en het scheen dat dezen wat zij verricht hadden juist vonden. Er is echter geen bepaal de ministerraad over geweest, waarin een en ander gesanction- neerd werd. In Londen is het door minister Steenberghe aan de Ko- In 1943 of 1944 zei mij te Londen enkele voorwaarde wordt voor de een Russisch intellectueel, gelovig opheffing gesteld. Maar er moet communist en van nabij met de onderhandeld worden en daarbij ver- Russische diplomatie verbonden: zuimt men de gelegenheid niet, „Wij intellectuelen gaan er allen enige handigheden uit te halen met uit. Er komt een heel nieuwe koers de datum, waarvan de toestand in de Russische diplomatie. Deze moet worden hersteld. Zo is het wordt nu opgebouwd uit jonge man- voor de Russen mogelijk, de uitvoer nen, uit het Russische binnenland van de Berlijnse industrie te be- gerecruteerd, zonder veel taalkun- moeilijken, ja, zelfs te verhinderen, dige opvoeding, maar volkomen im- Maar wat winnen de Russen hier- muun tegen westerse besmetting." mede? Zij kunnen onaangenaam „Wat kan er op die manier van zjjn, maar tenslotte zullen zij de re- uw diplomatie terecht komen?" kening hebben te betalen in nieuwe vroeg ik. terugtocht. Want de Engelsen en „Dat doet er niets toe", was het Amerikanen laten dat niet op zich antwoord. „De methode Is duur, zo- zitten. Als Moskou de nederlaag als zovele experimenten in Rusland van het falen van de blokkade moest duur zijn geweest Wij kunnen ons slikken, kan het aan deze betrekke- dat veroorloven. Na 20 jaar zal Rus- lijke kleinigheden niet vast houden, land toch weer een goede diploma- De Russen hebben meer gedaan, tieke dienst hebben. Zolang kan het Juist toen zij de wereld hun vrede- wel wachten." lievendheid zouden tonen, om op die Sedertdien hebben wfl dit plan in manier veel aanzien onder de wes- toepassing gezien. Molotof was er terse arbeiders te herwinnen, be- kampioen. en prototype van. Wis- gingen zij de onbegrijpelijke dom- jinsky vertegenwoordigde nog het heid van het georganiseerde sta- oude intellect. Nu is hij aan het king-breken te Berlijn. Wat daar ge hoofd van de dienst gesteld. Moskou schiedt is precies het tegendeel van heeft de methode van Molotof toch hetgeen iedere moderne arbeider blijkbaar al te kostbaar, en wellicht zich voorstelt als elementair recht, zelfs al te gevaarlijk gevonden Met Het ware tot daaraan toe, als de dat al zal Wlsjtnsky, de Pool en Russische overheid daarmede haar oud-mensjewiek, nooit over de macht aoeï had bereikt, zoals In een satel- en zelfstandigheid beschikken, waar- lietland zeker het geval zou geweest mede Molotof, de bolsjewiek door en ziin. Maar het is op een nederlaag door, kon optreden. uitgelopen. De gewapende groepen Het resultaat is dat de diplomatie uit de oostelijke politie hebben zich, slecht blijft. Wat een gestuntel met onder Anglo-Amerikaans dreige- het opheffen van de blokkade van ment, moeten terugtrekken. De sta- Berltjn. Men onderneemt een on- king gaat door, zolang de stakers voorwaardelijke terugtocht, Geen dat willen. Deze, in het besef van hun overwinning, staan stokstijf op hun stuk. In het Berlijnse kamp der Wes terlingen ontstond veel ongerust heid, toen de blokkade opgeheven werd. Men meende dat de Russen de conferentie zouden gebruiken om voorstellen te doen tot hereniging van Duitsland, in hun wezen zeer gevaarlijk, maar aantrekkelijk voor Duitsers om te vernemen. Er is tot nog toe niets van die aard gebeurd. En het bleek tegelijkertijd, dat de Duitsers zelf voor een dergelijke manoeuvre van Moskou vreesden, en hun publiek bij voorbaat op de noodzakelijkheid van een afwijzing voorbereidden. Men overschatte de behendigheid van de Russische di_ plomatie. In westerse kring vreesde men nog iets anders. Men weet er dat de Russen nu eenmaal doods- door; bang zijn, eerlijk doodsbang, voor het Atlantische Pact. Zou het doel van hun beleid niet zijn, de openbare mening in Amerika in slaap te wie gen, en op die manier de ratificatie van het Pact onmogelijk te maken Ook hier weer heeft men het Rus sische inzicht overschat. De plage rijen bij de in- en uitvoer naar Ber lijn, allerlei chicaneuze moeilijk heden, het gewapend binnenrukken van de westelijke sectoren tot bre king van de staking, het z|jn alles dingen, die het wantrouwen in Ame rika gaande houden. In de laatste dagen is daar nog de aankondiging van schietoefeningen op de baan van de luchtbrug bijgekomen. Men moet de indruk krijgen dat de' Rus sen incidenten zoeken. En dat is propaganda voor het Atlantische Pact. Te Par|ja haalt Wisjinsky zich weigering op weigering op de hals. Soms is z|jn betoog kinderlijk. Ieder een, waar ook in Duitsland, weet wat er waar is van zijn bewering dat in de oostelijke zone de toestand economisch heel veel beter is dan in Trizonië. En zeer zeker weten het zijn toehoorders. Dan stelt hij de eis van toelating van een delegatie van het volkscongres uit z|jn zone. Na tuurlijk kunnen de anderen dit con gres niet als vertegenwoordiger van het Duitse volk aanvaarden. Het is in de Russische zone, door nog geen derde van het Duitse volk, op de bekende manier der dictatoriale re geringen aangewezen, niet b|j ver kiezing, maar b|j een autoritair ple bisciet, waarop alleen met ja of neen kon worden gestemd. Die stemming beantwoordde heel weinig aan hetgeen w|j van een werkelijk vrije verkiezing verwachtten. Des niettemin is in de volgzame, door ontvoeringen en concentratiekam pen geterroriseerde oostelijke zone het wonder gebeurd dat een derde der kiezers „neen" heeft gestemd, terwijl verder een groot percentage van de kiezers zijn misnoegen toon de door inleveren van een biljet, dat zelfs onder de zeer verregaande voorschriften tot geldigverklaring van blancobiljetten of fouten ver tonende biljetten, niet als ja-stem kon worden meegeteld. Het was dwaas van Wisjinsky een eis te stellen, waarvan hij met zekerheid de verwerping kon voor zien, zonder dat h|j van de verwer ping partij kon trekken. B|j de ge zindheid, zo pas door de kiezers In de oostelijke zone getoond, zou deze verwerping zelfs daar geen ongun stige indruk maken. Had dan niet het regime van Bonn, al was het en kel maar omdat het voor ruim tweederde van het Duitse volk spre ken k i v»el meer recht op een dele- Het had gaarne gewild, ma- stelijke autoriteiten heb- be- .iet toegestaan. i 'Rt Wisjinsky nederlaag na nederlaag uit, bevordert hij de wen sen van Ruslands tegenstanders in het diplomatieke spel, terw|jl hij meer kans heeft gedwongen te worden dan te dwingen. schip dat in Hoek van Holland gereed lag, eerst orders wilde afwachten. Inderdaad kan men zich afvra gen, zegt de Enquête-commissie: Als deze commandant eens iets gastvrijer was geweest, zou er dan in Nederland nog een besluit ge vallen zijn waarmede alle ministers accoord gingen, en is het niet een gelukkige toevalligheid geweest, die de mogelijkheid geopend heeft de in Den Haag begonnen beraadsla gingen in Hoek van Holland perfect te laten worden? Uit de verklarin gen over de vraag, wat de Regering te doen stond indien de Nederlandse verdediging ineen stortte en de Duitsers zich meester maakten van het land, blijkt dat de ministers daaraan een reeks van besprekin gen gewijd hebben. Bij sommige leden van het Kabinet stond reeds op Zondag 12 Mei vast, dat de ver plaatsing van de regeringszetel naar Engeland noodzakelijk was en mi nister Van den Tempel heeft zelfs op die Zondag reeds afscheidsbezoe ken afgelegd. Overigens was er niet alleen in de boezem van het Kabi net zelf verzet tegen het plan om zich als Regering naar het buiten land te begeven. Vooral de militaire autoriteiten waren er sterk tegen gekant en volgens de verklaring van minister Dijxhoorn was vice- admiraai Furstner zo verontwaar digd, toen hij van de plannen der Regering vernam, dat hij met tra nen in de ogen zei: „Is dit het land van een Tromp en De Ruyter?" Behalve de ministers Steenberghe en Van Rhijn, was aanvankelijk ook minister Albarda van mening, dat de ministers zich niet mochten ont trekken aan het lot van het gehele volk, ofschoon hij ook wel voor de redenering van anderen gevoelde, die zeiden: „er moet toch een Re gering in het buitenland zijn, die de oorlog kan voortzetten." Zijn twijfel werd geheel opgeheven toen op Maandagmorgen de mededeling werd gebracht dat de Koningin was vertrokken: dat besliste voor hem de hele zaak. De vergaderingen, welke over dit probleem zijn gehouden, hadden, zoals door meer dan één lid van het Kabinet bij het verhoor werd opgemerkt, een vrij ongeordend verloop, als gevolg van het gebrek aan leiding. De voorzitter schoot, zo hebben verschillende getuigen verklaard, te kort. Maar, zegt de Commissie, als het gaat om zulke grote beslissingen, is men geneigd zich af te vragen of dan in zulke omstandigheden niet een krachtiger figuur naar voren komt om leiding te geven aan besprekingen, die geen uitstel kunnen gedogen, omdat het hoogste belang van het land op het spel staat. Dat voor het uitbreken van de oorlog het vraagstuk van een even tuele evacuatie van de Regering in de boezem van het Kabinet nimmer onder het oog is gezien,-schrijft de Commissie mede toe aan de opvat tingen omtrent de neutraliteitspoli tiek, hoewel zij niet kan inzien dat deze aan het intern treffen van ningin medegedeeld. De Koningin heeft het toen geaccepteerd maar er is niet meer een Koninklijk Be sluit tot stand gekomen om het ge beurde te regulariseren. De noodzaak van een regularisa- tie heeft de heer Steenberghe zo sterk gevoeld, dat hij met het vra gen van de goedkeuring aan de Koningin niet gewacht heeft tot zij hem in audiëntie kon ontvangen. Bij een ontvangst door de Engelse Koning en Koningin heeft hij van de gelegenheid, dat de Koningin zich even met elke minister onder hield gebruik gemaakt door Haar te zeggen: „Majesteit, ik moet u in de eerste plaats mededelen dat ik dat en dat gedaan heb. Er was een vacuum als het Kabinet was weg gegaan. Ik heb daarvoor bij elkaar geroepen de opperbevelhebber en de secretarissen-generaal en heb uit naam niet alleen van het kabi net, maar ook van Uwe Majesteit, de macht aan de Opperbevelheb ber overgedragen en daarvoor zou ik gaarne uw goedkeuring heb ben". De Koningin heeft hierop geant woord, dat zij dit uitstekend vond. Op dat moment is derhalve, zij het op informele wijze, de voor een re geringsdaad vereiste wilsovereen stemming perfect geworden. De Commissie concludeert dat de kortstondige eigen weg die de be ren Steenberghe en Van Rhijn zijn gegaan tot gevolg heeft géhad, dat de nadelen, welke hadden kunnen voortvloeien uit de geringe besluit vaardigheid van het Kabinet, zijn uitgebleven. Minister-president Gerbrandy, wandelend over Piccadilly langs een krantenverkoper, die een groot opschrift draagt: „Big air battle over Berlin". Gerbrandy is op weg naar het Stratton House, waar de Nederlandse regering gehuisvest was. voorzorgsmaatregelen in de weg be hoefde te staan. Daardoor moest, hetgeen op 13 Mei plaats vond, noodzakelijk het karakter van improvisatie krijgen. Dit behoefde echter naar de mening van de Commissie nog niet te be tekenen, dat het besluit van het Kabinet in deze, eerst op het aller laatste ogenblik, kort voor het aan boord gaan, tot stand moest komen. Ook al houdt men volkomen reke ning met de uiterst moeilijke om standigheden waaronder gehandeld moest worden, dan is toch op de be sluitvaardigheid van het Kabinet kritiek gerechtvaardigd. De Commissie wijst er op, dat de ministers, met uitzondering van de heer Van Kleffens, die reeds op 10 Mei was vertrokken, bij hun vertrek welbewust hun gezinsleden hebben achtergelaten, waardoor vermeden werd aan dit heengaan het karakter te geven van een per soonlijke veiligstelling der ministers en hun gezinnen. De Commissie be grijpt, dat de ministers hier een offer hebben gebracht als gevolg van een door hen juist gevoeld on derscheid tussen het veilig stellen van de leden van het Kabinet als zodanig hetgeen door het lands belang werd gevorderd en het zorgen voor hun persoonlijke vei ligheid. Opvallend acht de commissie, dat de ministers geen ambtenaren heb ben meegenomen, hetgeen voor de latere prbeid in Londen een grote handicap voor het Kabinet gewor den is. Dat de secretaris-generaal van Justitie naar Londen is medegegaan is niet geschied op initiatief van prof. Gerbrandy, de minister van Justitie, maar is eigenlijk ook te wijten aan een zuiver toevallige ontmaeting van de secretaris-gene raal, de heer Van Angeren, met de in Den Haag achtergebleven mi nisters Steenberghe en Van Rhijn. De heer Van Angeren heeft, toen hij vernam dat de ministers zonder ambtenaren waren vertrokken, ge zegd: „Wat moet dat worden. Ministers zonder ambtenaren." Het zijn de genoemde ministers geweest die, nadat zij telefonisch contact met Hoek van Holland had den gehad en alsnog besloten had den zich bij de andere ministers aan te sluiten, die de heer Van Angeren mede hebben genomen. In zijn me morandum heeft de heer Gerbran dy, zoals van enkele dingen meer, zich ten onrechte hqt initiatief toe geëigend. Indien ten slotte de Commissie haar oordeel over het beleid van het Kabinet op deze gedenkwaar dige ochtend zou willen samenvat ten, zou zij stellig de geringe be sluitvaardigheid als een zwakte willen aanmerken. Daardoor kon eerst in Hoek van Holland, vlak voor het definitieve vertrek, een be sluit worden genomen waarmede alle ministers accoord gingen en waarbij de doelstelling duidelijk ge formuleerd werd en aldus naar bui ten kon worden gebracht. Dat er ten slotte toch nog, al is het op de valreep, een gemeen schappelijk besluit is genomen en uitgevoerd, is echter een feit van grote politieke en historische be tekenis. Bij alle kritiek die stellig moet worden geoefend op de wijze waarop, zal men steeds dit uiter mate belangrijke resultaat in het oog moeten houden, alsmede het feit, dat het onder weergaloze druk en in de moeilijkst denkbare om standigheden tot stand moest wor den gebracht. De parlementaire Enquête Commissie doet haar tweede verslag volgen door een slotbeschouwing, waaraan het volgende is ontleend. „De commissie heeft op aarzelingen, onvolkomenheden en tekort komingen moeten wijzen. Dit was voor de Commissie geen aange name taak in het bijzonder omdat zij uit de aard der zaak het gevoerde beleid te beoordelen kreeg, achteraf en onder zeer veel rustiger omstandigheden, dan waarin zii verkeerden, wier beleid de Commissie moest toetsen. Het aan de commissie door de Tweede Kamer opgedragen onderzoek, is een noodzakelijk substituut de normale parlementaire controle, die in de jaren 1940 1945 met kon worden uitgeoefend. De commissie wil er echter wel met nadruk op wijzen, dat dit substituut de parlementaire enquête met zich brengt, dat behalve de verantwoordelijke bewinds lieden, ook ieder ander Nederlander en in het bijzonder de ambte naren, die aan de besluitvorming hebben meegewerkt, gehoord kunnen worden. Daardoor komt ook het licht te vallen op de phasen van voorbereiding en overweging, die bij de normale parlementaire controle meestal buiten beschouwing blijven, het geen uiteraard grotere mogelijkheden voor kritiek oplevert. Warmeer de commissie evenwel tracht uit de veelheid .van ge beurtenissen hoofd- en nevenzaken te scheiden, dan wil zij als een der belangrijkste beslissingen van de gehele oorlogsperiode naar voren brengen het op 13 Mei 1940 te Hoek van Holland ge nomen besluit de zetel van de Regering naar Engeland te ver plaatsen. Dit feit heeft de gehele verdere oorlogvoering van Nederland beheerst; het heeft de invloed van Nederland in de bondgenoot schappelijke beraadslagingen verzekerd; het heeft de organisatie van de activiteit van marine en koopvaardij in de strijd ter zee mogelijk gemaakt; het heeft het internationale prestige van Nederland hoog gehouden; het heeft aan het verzet in het bezette gebied een onontbeerlijke morele en daadwerkelijke steun ver leend en ten slotte heeft het de mogelijkheid geschapen tot een effectieve voorbereiding van de bevrijding en het herstel van Nederland. Men denke zich slechts in. wat het Iqt van Nederland zou geweest zijn, indien dit besluit niet genomen en de Regering in handen der Duitsers gevallen zou zijn. Het wil de commissie dan ook voorkomen, dat het tijdig verplaatsen van de zetel van de Regering een daad is geweest van eminent historisch en politiek behing, zodat 't besluit daartoe als een van de belangrijkste credit- posten op de balans van de verrichtingen vanjiet Kabinet moet worden beschouwd."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1949 | | pagina 6