Vóór het ultimatum afliep begon
bombardement van Rotterdam
Diplomatie der Russen in
schijn behendig
De capitulatie behoedde ons
land voor een catastrofe
m
m
EENHEID OP
DE VALREEP
m
Evacuatie der Regering eminent
historisch en p olitiek belang
r
6
Zaterdag 4 Juni 1949!
Jk
10 Mei 1940: Kamer
vergadert, Regering
ontbreekt
Het aanvankelijk
eensgezind
Gelukkig initiatief der
ministers
Van Rhijn en Steenberghe
Wisjinsky haalt zich in Parijs nederlaag
na nederlaag op de hals
dr. M. v. Blankenstein
verdeelde Kabinet
naar Londen
De Duitsers hebben, met toepassing ran een taktiek %velke him reer
van RnS'errt=aS' 1?40 SeP°°Sd de schuld voor liet bombardement
<üe mefTrS eet6-, Nederla"dse legerleiding m de schoenen te schuiven.
WmkPi™! rt„?nrie?/0U, ,Otfn gereageerd. Zoals bekend is Generaal
S;™" dt j.J s daar°P het antwoord met schuldig gebleven, maar
il® "eF "L ls. he* vah Sroot belang voor de geschiedschrijving en om
al nSw ri Rr"V'er? -te voorkomen, dat de Enquête-Commissie
flv,-op voor. tijdens en na het bombardement ge-
nanwirlvVi^ aa"taI verhoren en met behulp van documenten
U\l?"°,cbt„' waprblJ gebleken is. dat»de lezing, die de
heer Winkelman m Mei 1940 van het gebeurde heeft gegeven vrij nauw
keurig met de feiten overeenstemt.
Met bittere gevoelens denken de
Rotterdammers terug aan de 14e
Mei 1940. Toen hun Hoogstraat,
hun Passage, hun Kralingcn en
nog zoveel andere gedeelten van
de stad op lafhartige wijze door
de Duitsers werd gebombardeerd.
Burgemeester Oud heeft aan de
Commissie medegedeeld, dat op 14
Mei 1940 omstreeks 10 uur in de
buurt van de Maas aan de Herten
kade drie Duitse officieren met een
witte vlag stonden, die riepen: „Hol
land in Ehren. wir haben parlemen-
tare Briefe für den Bürgemeister".
Op verzoek van de commandant
van Botterdam, kolonel Scharroo.
heeft de Rotterdamse burgemeester
zich naar diens hoofdkwartier be
geven, waar een Duitse officier
twee gele couverts had afgegeven.
Voldaan kijken twee Duitse mili
tairen, naar het gruwelijke re
sultaat van hun onmenselijkheid:
brandend Rotterdam.
één gericht aan de militaire Com
mandant, de ander in een raar taal
tje, half Duits half Nederlands met
het opschrift „aan die autoriteiten
van den Staat m Rotterdam". Uit
dere couverts kwam een volkomen
gelijkluidend ultimatum van de
volgende inhoud:
.Aan de Kommandant van Rot
terdam,
Aan Burgemeester en Wethouders
en die Autoriteiten van den staat
in Rotterdam
De weerstand, die in het onen
stad Rotterdam tegen de offen
sieve der Duitse troepen setoont-
Wordt. noodzaakt mii, indien uw
weerstand niet onmiddellijk ge
staakt wordt, die doelmatige
maatregelen te nemen. Dit kan de
volledige vernieling van het stad
ten gevolge hebben.
Ik verzoek u als een man die
verantwordinesgevoel bezit, daar
op aan te dringen, dat het stad
niet dit zware verlies lijden moet.
Op Vrijdag 10 Mei kwam de Twee
de Kamer in openbare zitting bijeen
in aansluiting op haar de vorige dag
verdaagde vergadering. In deze ver
gadering, welke niet volledig was
door de oorlogsomstandigheden en
waarin dus geen besluiten konden
worden gehouden, heeft de Voor
zitter, <3e heer v. Schaik een korte,
krachtige redevoering gehouden.
Van de Regeringstafel werd geen
woord gesproken, want er was geen
enkele minister aanwezig. Welis
waar heeft de Voorzitter twee keer
telefonisch contact gehad met de
heer De Geer en daarbij de wens
te kennen gegeven, dat de Regering
op dit voor ons land historisch
ogenblik in het parlement aanwezig
zou zijn. Doch de minister-president
zag daarvan de noodzaak niet. De
toenmalige griffier, de heer KespCr,
die er bil was, toen mr Van Schaik
de heer De Geer opbelde en nul op
het request kreeg, heeft toen na het
eerste gesprek gezegd: „President,
het kan toch niet, dat de Regering
zich dit tegenover de Kamer ver
oorlooft in deze tijd: dat lijkt mij
volkomen onjuist." Op de daarop
volgende telefonische aansporing
heeft de heer De .Geer geantwoord:
,Jk zal nog wel eens z.en". Presi
dent en griffier waren evenwel
overtuigd, dat hij niet zou komen.
De commissie is van mening
zoals dé heer Albarda het bij zijn
verhoor heeft uitgedrukt dat de
samenkomst der Kamer, ook al was
zij slechts een bijeenkomst en geen
vergadering, omdat slechts 38 le
den aanwezig waren, door de aan
wezigheid der Regering een histo
risch karakter had kunnen verkrij
gen en voor het moreel van het
volk van grote betekenis had kun
nen zijn. Op zulk een gewichtig
ogenblik behoort de verbondenheid
van volk en Regering in 's Lands
Vergaderzaal uitdrukkelijk te wor
den beleden. Het gebeurde betreu
rende wijst de commissie erop. dat
in dezelfde omstandigheden zowel
de Noorse Regering als de Belgische
Regering wel op de dag van het
binnenvallen der Duitsers in de be
treffende parlementen verschenen
zijn.
Als teeken van overeenstemming
verzoek ik U dadelijk een parle
mentaire te sturen, welke die no
dige volmacht bezit.
Indien ik binnen twee uren na
de overhandiging van deze mede-
deeling geen antwoord ontvang,
ben ik ee.noodzakt die scherpste
maatregelen van vernieling te
nemen.
De Kommandant van de
Duitse troepen"
Dit ultimatum is per koerier naar
Generaal Winkelman gezonden en
de Rotterdamse burgemeester heeft
zich verplicht gevoeld er bij de
opperbevelhebber telefonisch op
aan te dringen dat de stad gespaard
rou worden als de zaak toch hope
loos stond en het bombardement
tot niets meer kon dieren Generaal
Winkelman antwoordde dat hij el-
les zou overwegen en op tiid zijn
beslissing kenbaar maken. Hij heeft
gezorgd, dat vóór het v e r s t r ii-
ken van de gestelde tijd
door een Nederlands officier, kapi
tein Bakker, het antwoord aan de
Duitsers werd overhandigd. Daarin
maakte de heer Winkelman be-
j zwaar tegen een ongetekend stuk
en vroeg verder de voorwaarden,
welke voor overgave werden ge
steld Om 20 minuten over één is
aan kaoitoin Bakker een nieuw, nu
behoorlijk ondertekend ultimatum
met een geldigheidsduur van drie
uur overhandigd. De Vanitein in
gezelschap va" twee Duitse officie
ren naar de Nederlandse Comman
dant teruggekeerd.
Intussen was om 13 uur 22 bil de
nadering van een Duits vliegtuig
eskader op last van de Duitse gene
raal Schmidt een rode «emnatroon
afgeschoten (volgens Duitse ver
klaring als teken dat het bombar
dement niet moest worden uitge
voerd) en "m 13 uur 25 w»rd dit bii
h«t ruideliib hrugvehoofd van de
Willemsbrug in opdracht van een
der beide Duitsers, die kapitein
Bakker vergezelden, herhaald. Nle-
temin ls het bombardement toeh «m
half twee begonnen waaruit Mükt.
dat de door de Duitsers getroffen
regeling gefaald heeft.
De Rotterdamse burgemeester
heeft tegen de gang van zaken van
Nederlandse kant twee herwaren
aangevoerd en de Commissie brengt
hem lof. omdat hii deze bezwaren
niet tiidens de bezetting heeft ge
uit. Zii komen in hpt kort hierop
neer. dat het naar ziin mening on
juist is. dat Generaal Winkelman
bezwaar maakte tegen het ontbre
ken van een ondertekening op het
ultimatum -en dat hij viif kwartier
heeft nodig gehad om tot deze ne
gatieve beslissing te komen.
Om dat het door de heer Oud 'op
geworpen Drobleem een kwestie van
oorlogsrecht is. heeft de Commissie
prof. dr mr J. P. A Francois. Raad
adviseur aan het DeDartement van
Buitenlandse Zaken als deskundige
-"hnord. die meende dat Generaal
Winkelman gerechtvaardigd is ge-
wc"t om na ontvangst van een der
gel ük stuk zich eerst zekerheid te
verschaffen omtrent de authentici
teit. Wel vroeg de heer Francois
7'eh af of viif kwartier om tot een
eonclusip te komen niet, heel lang
is geweest te meer daar bet ulti
matum in twee uur afMen zodat
„Uro minuut waarde had De he°r
winkelman erkent, dat hii deze tiid
"^beried heeft om er over na te
donken, dorh hii vindt het r0(3elük
get men. voor een dereeliike b°-
lanm-iike vraag Eenlaatsf.. zieh de
nndiae tiid gunt voor rijpere over-
Omdat hot telefonisch contact
tussen Den Haag en Rotterdam door
het bomhardem°nt verbroken was.
heeft kolonel Scharroo in de na
middag besloten om zelfstandig te
canituipren welk b=riuit intussen
ook door Generaal Winkelman zelf
was genompn
Na hpt bekend worden van het
feit dat ook bij Utrecht parlemen
tairs waren verschenen met een ul
timatum voor deze stad werd op
het algemeen Hoofdkwartier over
wogen of het tijdstip voor de alge
hele capitulatie svas aangebroken.
De heer Winkelman heeft alvorens
een beslissing te nemen daarover
getelefoneerd met de commandan
ten van het veldleger en de vesting
Holland. Contact met de Regering
heeft hij niet gezocht, eensdeels om
dat hit niet wist waar die zich be
vond en vervolgens omdat hem het
hoogste burgerlijk en militair gezag
was ongedragen zodat hij volkomen
bevoegd was deze moeilijke beslis
sing te nemen. Als motieven voor
de beslissing om te capituleren ko
men naar voren, het bombardement
van Rotterdam, het ultimatum be
treffende een bombardement van
Utrecht, alsmede de toestand in het
gehele land. Daarop werd 's avonds
in Rijsoord het capitulatie-besluit
ondertekend.
Wat betreft de grief van de
heer Oud tegen het treuzelen
vui de heer Winkelman en zijn
twijfel aan de echtheid van het
document, kan de Commissie in
haar grootst mogelijke meerderheid
zich indenken dat hii deze twiifel
koesterde. Bii een vluggere afdoe
ning had. achteraf bezien, wellicht
de mogelijkheid bestaan, dat de op
perbevelhebber voor de afloop van
de termijn, gesteld bii het eerste
ultimatum, kennis had gekregen van
het tweede, dat tot algehele cani-
tulatie heeft geleid en daarop ziin
beslissing hadknnnen geven. De
Commissie heeft echter volledig be
grip voor de door een enkel mens
nanweliiks te dragen verantwoorde
lijkheid. die op dat moment op ge
neraal Winkelman rustte.
Ten aanzien van het in de mid
dag van 14 Mei door generaal Win
kelman genomen besluit om, met
uitzondering van Zeeland, de wa
pens neer te leggen, is de Commis
sie van oordeel dat dit op dat mo
ment onvermijdelijk was teneinde
land en volk te sparen voor een on
overzienbare catastrophe, die mili
tair bezien van geen betekenis zon
zijn geweest.
BURGEMEESTER OUD,
drong er op aan, dat zijn stad
gespaard zou worden...
Dat het Nederlandse Kabinet
in zijn geheel in Mei 1940 naar
Londen vertrok, is toe te schrij
ven aan een van die wonder,
lijke spelingen van het toeval,
welke redding kunnen brengen
waar beleid gefaald heeft. Het
Kabinet vertrok op 13 Mei uit
Den Haag zonder de ministers
Stecnberghe en Van Rhijn, die
op dat ogenblik nog ernstige be
zwaren hadden tegen de ver
plaatsing van de zetel der Re
gering naar het buitenland. Dat
deze beide bewindslieden zich
nog op het laatste ogenblik bij
hun collega's konden voegen om
met hen het eenstemmig besluit
te nemen naar Londen te ver
trekken, waar de ministers Van
Klef fens en Weiter zich reeds
bevonden, is te danken aan de
omstandigheid, dat de comman
dant van het Engelse oorlogs
Door onenigheid in het kabinet
kreeg generaal Winkelman
zijn volmacht
Toen generaal Winkelman op 14 Mei 1940 de capitulatie ondertekende
deed hij zulks niet alleen als opperbevelhebber doch tevens als drager
van het civiele Regerings-gezag. Als zodanig heeft hij ook nog enige tijd
tijdens de bezetting gefungeerd en men zal zich herinneren, dat hij na
de capitulatie zich over de radio tot het Nederlandse volk gericht heeft
als de man in wiens handen op dat ogenblik het Regeringsgezag lag.
Dat dit ook formeel zo was, is te danken aan het initiatief van de mi
nisters Van Rhijn en Steenberghe, die op de 13e Mei niet met de andere
ministers naar Hoek van Holland waren vertrokken.
Voor de Commissie heeft de heer
Van Rhijn verklaard, dat er tijdens
de besprekingen in de Ministerraad
van die ochtend, welke feitelijk
beheerst werden door het verloop
der militaire gebeurtenissen, een
meningsverschil was ontstaan tus
sen de heer Steenberghe en hem
zelf enerzijds en de overige leden
van het Kabinet anderzijds over de
vraag of het Kabinet er niet voor
moest zorgen, dat het gezag op een
normale wijze werd overgedragen.
De heer Steenberghe en hij hadden
daarbij de gedachte, dat de opper
bevelhebber zou worden opgeroe
pen en hem het gezag zou worden
overgedragen. Er bestond immers
de mogelijkheid dat revolutie of
onlusten zouden uitbreken als nie
mand zou weten in wiens handen
het gezag op dat ogenblik berustte.
Een beslissing is toen niet geno
men. 1
Toen alle ministers tegen half
een naar Hoek van Holland gingen
bleven de heer Steenberghe en hij
achter. Zjj hebben zich beraden
met de secretaris-generaal van
Buitenlandse Zaken, de heer
Snouck Hurgronje, die hun stand
punt in zake het overdragen van
het gezag deelde en de conclusie
van deze bespreking, waaraan
later ook de heer Hirschfeld deel
nam, was, dat het burgerlijk gezag
aan de opperbevelhebber zou moe
ten worden overgedragen en dat de
achtergebleven ministers als het
ware een trait d'union moesten
vormen om de secretarissen-gene
raal met de opperbevelhebber in
contact te brengen. Het'werd als
vanzelfsprekend aangenomen dat
generaal Winkelman, aangezien hij
militair de leiding had, ook het
burgerlijk gezag op zich zou nemen.
Van een Kabinets-besluit om
het Regeringsgezag aan Generaal
Winkelman over te dragen is geen
sprake geweest. De heren Steen
berghe en Van Rhijn zijn daartoe,
volkomen op eigen initiatief over
gegaan en bovendien op eigen ge
zag, doch in de veronderstelling
verkerende, dat de andere minis
ters door de in de ochtend gehou
den bespreking wel geweten zullen
hebben in welke richting hun ge
dachten gingen. Zij hebben gene
raal Winkelman en de secretaris-
Air. Af. P. L. STEENBERGHE
sen-generaal ontboden en toen al
len bijeen waren op het departe
ment van Economische Zaken,
heeft de heer Steenberghe de aan
wezigen, die in 'n kring geschaard
stonden met enkele woorden ge
zegd, dat de toestand uiterst moei
lijk was, dat generaal Winkelman
nu het regeringsgezag zou uitoefe
nen en de secretarissen-generaal
derhalve hun orders van generaal
Winkelman moesten afwachten. De
heer Steenberghe heeft slechts en
kele minuten gesproken, waarop
de heer Winkelman kort gerea
geerd heeft. Daarna zijn de secre
tarissen-generaal aan hem voorge
steld. Toen dit gebeurd was, werd
uit Hoek van Holland opgebeld,
waarbij bleek, dat er een nieuwe
grondslag was gelegd voor het ver
trek van de Regering. Waar nu
eveneens de kwestie van de gezags
overdracht was opgelost, bestond
er voor beide ministers geen be
zwaar meer om zich bij hun col
lega's aan te sluiten.
Zij hebben in Hoek van Holland
aan de collega's verteld wat zij
gedaan hadden en het scheen dat
dezen wat zij verricht hadden juist
vonden. Er is echter geen bepaal
de ministerraad over geweest,
waarin een en ander gesanction-
neerd werd. In Londen is het door
minister Steenberghe aan de Ko-
In 1943 of 1944 zei mij te Londen enkele voorwaarde wordt voor de
een Russisch intellectueel, gelovig opheffing gesteld. Maar er moet
communist en van nabij met de onderhandeld worden en daarbij ver-
Russische diplomatie verbonden: zuimt men de gelegenheid niet,
„Wij intellectuelen gaan er allen enige handigheden uit te halen met
uit. Er komt een heel nieuwe koers de datum, waarvan de toestand
in de Russische diplomatie. Deze moet worden hersteld. Zo is het
wordt nu opgebouwd uit jonge man- voor de Russen mogelijk, de uitvoer
nen, uit het Russische binnenland van de Berlijnse industrie te be-
gerecruteerd, zonder veel taalkun- moeilijken, ja, zelfs te verhinderen,
dige opvoeding, maar volkomen im- Maar wat winnen de Russen hier-
muun tegen westerse besmetting." mede? Zij kunnen onaangenaam
„Wat kan er op die manier van zjjn, maar tenslotte zullen zij de re-
uw diplomatie terecht komen?" kening hebben te betalen in nieuwe
vroeg ik. terugtocht. Want de Engelsen en
„Dat doet er niets toe", was het Amerikanen laten dat niet op zich
antwoord. „De methode Is duur, zo- zitten. Als Moskou de nederlaag
als zovele experimenten in Rusland van het falen van de blokkade moest
duur zijn geweest Wij kunnen ons slikken, kan het aan deze betrekke-
dat veroorloven. Na 20 jaar zal Rus- lijke kleinigheden niet vast houden,
land toch weer een goede diploma- De Russen hebben meer gedaan,
tieke dienst hebben. Zolang kan het Juist toen zij de wereld hun vrede-
wel wachten." lievendheid zouden tonen, om op die
Sedertdien hebben wfl dit plan in manier veel aanzien onder de wes-
toepassing gezien. Molotof was er terse arbeiders te herwinnen, be-
kampioen. en prototype van. Wis- gingen zij de onbegrijpelijke dom-
jinsky vertegenwoordigde nog het heid van het georganiseerde sta-
oude intellect. Nu is hij aan het king-breken te Berlijn. Wat daar ge
hoofd van de dienst gesteld. Moskou schiedt is precies het tegendeel van
heeft de methode van Molotof toch hetgeen iedere moderne arbeider
blijkbaar al te kostbaar, en wellicht zich voorstelt als elementair recht,
zelfs al te gevaarlijk gevonden Met Het ware tot daaraan toe, als de
dat al zal Wlsjtnsky, de Pool en Russische overheid daarmede haar
oud-mensjewiek, nooit over de macht aoeï had bereikt, zoals In een satel-
en zelfstandigheid beschikken, waar- lietland zeker het geval zou geweest
mede Molotof, de bolsjewiek door en ziin. Maar het is op een nederlaag
door, kon optreden. uitgelopen. De gewapende groepen
Het resultaat is dat de diplomatie uit de oostelijke politie hebben zich,
slecht blijft. Wat een gestuntel met onder Anglo-Amerikaans dreige-
het opheffen van de blokkade van ment, moeten terugtrekken. De sta-
Berltjn. Men onderneemt een on- king gaat door, zolang de stakers
voorwaardelijke terugtocht, Geen dat willen. Deze, in het besef van
hun overwinning, staan stokstijf op
hun stuk.
In het Berlijnse kamp der Wes
terlingen ontstond veel ongerust
heid, toen de blokkade opgeheven
werd. Men meende dat de Russen
de conferentie zouden gebruiken om
voorstellen te doen tot hereniging
van Duitsland, in hun wezen zeer
gevaarlijk, maar aantrekkelijk voor
Duitsers om te vernemen. Er is tot
nog toe niets van die aard gebeurd.
En het bleek tegelijkertijd, dat de
Duitsers zelf voor een dergelijke
manoeuvre van Moskou vreesden,
en hun publiek bij voorbaat op de
noodzakelijkheid van een afwijzing
voorbereidden. Men overschatte de
behendigheid van de Russische di_
plomatie. In westerse kring vreesde
men nog iets anders. Men weet er
dat de Russen nu eenmaal doods-
door;
bang zijn, eerlijk doodsbang, voor
het Atlantische Pact. Zou het doel
van hun beleid niet zijn, de openbare
mening in Amerika in slaap te wie
gen, en op die manier de ratificatie
van het Pact onmogelijk te maken
Ook hier weer heeft men het Rus
sische inzicht overschat. De plage
rijen bij de in- en uitvoer naar Ber
lijn, allerlei chicaneuze moeilijk
heden, het gewapend binnenrukken
van de westelijke sectoren tot bre
king van de staking, het z|jn alles
dingen, die het wantrouwen in Ame
rika gaande houden. In de laatste
dagen is daar nog de aankondiging
van schietoefeningen op de baan
van de luchtbrug bijgekomen. Men
moet de indruk krijgen dat de' Rus
sen incidenten zoeken. En dat is
propaganda voor het Atlantische
Pact.
Te Par|ja haalt Wisjinsky zich
weigering op weigering op de hals.
Soms is z|jn betoog kinderlijk. Ieder
een, waar ook in Duitsland, weet
wat er waar is van zijn bewering
dat in de oostelijke zone de toestand
economisch heel veel beter is dan
in Trizonië. En zeer zeker weten het
zijn toehoorders. Dan stelt hij de eis
van toelating van een delegatie van
het volkscongres uit z|jn zone. Na
tuurlijk kunnen de anderen dit con
gres niet als vertegenwoordiger van
het Duitse volk aanvaarden. Het is
in de Russische zone, door nog geen
derde van het Duitse volk, op de
bekende manier der dictatoriale re
geringen aangewezen, niet b|j ver
kiezing, maar b|j een autoritair ple
bisciet, waarop alleen met ja of
neen kon worden gestemd. Die
stemming beantwoordde heel weinig
aan hetgeen w|j van een werkelijk
vrije verkiezing verwachtten. Des
niettemin is in de volgzame, door
ontvoeringen en concentratiekam
pen geterroriseerde oostelijke zone
het wonder gebeurd dat een derde
der kiezers „neen" heeft gestemd,
terwijl verder een groot percentage
van de kiezers zijn misnoegen toon
de door inleveren van een biljet, dat
zelfs onder de zeer verregaande
voorschriften tot geldigverklaring
van blancobiljetten of fouten ver
tonende biljetten, niet als ja-stem
kon worden meegeteld.
Het was dwaas van Wisjinsky
een eis te stellen, waarvan hij met
zekerheid de verwerping kon voor
zien, zonder dat h|j van de verwer
ping partij kon trekken. B|j de ge
zindheid, zo pas door de kiezers In
de oostelijke zone getoond, zou deze
verwerping zelfs daar geen ongun
stige indruk maken. Had dan niet
het regime van Bonn, al was het en
kel maar omdat het voor ruim
tweederde van het Duitse volk spre
ken k i v»el meer recht op een
dele- Het had gaarne gewild,
ma- stelijke autoriteiten heb-
be- .iet toegestaan.
i 'Rt Wisjinsky nederlaag na
nederlaag uit, bevordert hij de wen
sen van Ruslands tegenstanders in
het diplomatieke spel, terw|jl hij
meer kans heeft gedwongen te
worden dan te dwingen.
schip dat in Hoek van Holland
gereed lag, eerst orders wilde
afwachten.
Inderdaad kan men zich afvra
gen, zegt de Enquête-commissie:
Als deze commandant eens iets
gastvrijer was geweest, zou er dan
in Nederland nog een besluit ge
vallen zijn waarmede alle ministers
accoord gingen, en is het niet een
gelukkige toevalligheid geweest, die
de mogelijkheid geopend heeft de
in Den Haag begonnen beraadsla
gingen in Hoek van Holland perfect
te laten worden? Uit de verklarin
gen over de vraag, wat de Regering
te doen stond indien de Nederlandse
verdediging ineen stortte en de
Duitsers zich meester maakten van
het land, blijkt dat de ministers
daaraan een reeks van besprekin
gen gewijd hebben. Bij sommige
leden van het Kabinet stond reeds
op Zondag 12 Mei vast, dat de ver
plaatsing van de regeringszetel naar
Engeland noodzakelijk was en mi
nister Van den Tempel heeft zelfs
op die Zondag reeds afscheidsbezoe
ken afgelegd. Overigens was er niet
alleen in de boezem van het Kabi
net zelf verzet tegen het plan om
zich als Regering naar het buiten
land te begeven. Vooral de militaire
autoriteiten waren er sterk tegen
gekant en volgens de verklaring
van minister Dijxhoorn was vice-
admiraai Furstner zo verontwaar
digd, toen hij van de plannen der
Regering vernam, dat hij met tra
nen in de ogen zei: „Is dit het land
van een Tromp en De Ruyter?"
Behalve de ministers Steenberghe
en Van Rhijn, was aanvankelijk ook
minister Albarda van mening, dat
de ministers zich niet mochten ont
trekken aan het lot van het gehele
volk, ofschoon hij ook wel voor de
redenering van anderen gevoelde,
die zeiden: „er moet toch een Re
gering in het buitenland zijn, die
de oorlog kan voortzetten." Zijn
twijfel werd geheel opgeheven toen
op Maandagmorgen de mededeling
werd gebracht dat de Koningin
was vertrokken: dat besliste voor
hem de hele zaak.
De vergaderingen, welke over
dit probleem zijn gehouden, hadden,
zoals door meer dan één lid van
het Kabinet bij het verhoor werd
opgemerkt, een vrij ongeordend
verloop, als gevolg van het gebrek
aan leiding. De voorzitter schoot,
zo hebben verschillende getuigen
verklaard, te kort. Maar, zegt de
Commissie, als het gaat om zulke
grote beslissingen, is men geneigd
zich af te vragen of dan in zulke
omstandigheden niet een krachtiger
figuur naar voren komt om leiding
te geven aan besprekingen, die geen
uitstel kunnen gedogen, omdat het
hoogste belang van het land op het
spel staat.
Dat voor het uitbreken van de
oorlog het vraagstuk van een even
tuele evacuatie van de Regering in
de boezem van het Kabinet nimmer
onder het oog is gezien,-schrijft de
Commissie mede toe aan de opvat
tingen omtrent de neutraliteitspoli
tiek, hoewel zij niet kan inzien dat
deze aan het intern treffen van
ningin medegedeeld. De Koningin
heeft het toen geaccepteerd maar
er is niet meer een Koninklijk Be
sluit tot stand gekomen om het ge
beurde te regulariseren.
De noodzaak van een regularisa-
tie heeft de heer Steenberghe zo
sterk gevoeld, dat hij met het vra
gen van de goedkeuring aan de
Koningin niet gewacht heeft tot zij
hem in audiëntie kon ontvangen.
Bij een ontvangst door de Engelse
Koning en Koningin heeft hij van
de gelegenheid, dat de Koningin
zich even met elke minister onder
hield gebruik gemaakt door Haar
te zeggen: „Majesteit, ik moet u in
de eerste plaats mededelen dat ik
dat en dat gedaan heb. Er was een
vacuum als het Kabinet was weg
gegaan. Ik heb daarvoor bij elkaar
geroepen de opperbevelhebber en
de secretarissen-generaal en heb
uit naam niet alleen van het kabi
net, maar ook van Uwe Majesteit,
de macht aan de Opperbevelheb
ber overgedragen en daarvoor zou
ik gaarne uw goedkeuring heb
ben".
De Koningin heeft hierop geant
woord, dat zij dit uitstekend vond.
Op dat moment is derhalve, zij het
op informele wijze, de voor een re
geringsdaad vereiste wilsovereen
stemming perfect geworden.
De Commissie concludeert dat de
kortstondige eigen weg die de be
ren Steenberghe en Van Rhijn zijn
gegaan tot gevolg heeft géhad, dat
de nadelen, welke hadden kunnen
voortvloeien uit de geringe besluit
vaardigheid van het Kabinet, zijn
uitgebleven.
Minister-president Gerbrandy,
wandelend over Piccadilly langs
een krantenverkoper, die een
groot opschrift draagt: „Big air
battle over Berlin". Gerbrandy
is op weg naar het Stratton
House, waar de Nederlandse
regering gehuisvest was.
voorzorgsmaatregelen in de weg be
hoefde te staan.
Daardoor moest, hetgeen op 13
Mei plaats vond, noodzakelijk het
karakter van improvisatie krijgen.
Dit behoefde echter naar de mening
van de Commissie nog niet te be
tekenen, dat het besluit van het
Kabinet in deze, eerst op het aller
laatste ogenblik, kort voor het aan
boord gaan, tot stand moest komen.
Ook al houdt men volkomen reke
ning met de uiterst moeilijke om
standigheden waaronder gehandeld
moest worden, dan is toch op de be
sluitvaardigheid van het Kabinet
kritiek gerechtvaardigd.
De Commissie wijst er op, dat de
ministers, met uitzondering van de
heer Van Kleffens, die reeds op
10 Mei was vertrokken, bij hun
vertrek welbewust hun gezinsleden
hebben achtergelaten, waardoor
vermeden werd aan dit heengaan
het karakter te geven van een per
soonlijke veiligstelling der ministers
en hun gezinnen. De Commissie be
grijpt, dat de ministers hier een
offer hebben gebracht als gevolg
van een door hen juist gevoeld on
derscheid tussen het veilig stellen
van de leden van het Kabinet als
zodanig hetgeen door het lands
belang werd gevorderd en het
zorgen voor hun persoonlijke vei
ligheid.
Opvallend acht de commissie, dat
de ministers geen ambtenaren heb
ben meegenomen, hetgeen voor de
latere prbeid in Londen een grote
handicap voor het Kabinet gewor
den is.
Dat de secretaris-generaal van
Justitie naar Londen is medegegaan
is niet geschied op initiatief van
prof. Gerbrandy, de minister van
Justitie, maar is eigenlijk ook te
wijten aan een zuiver toevallige
ontmaeting van de secretaris-gene
raal, de heer Van Angeren, met de
in Den Haag achtergebleven mi
nisters Steenberghe en Van Rhijn.
De heer Van Angeren heeft, toen
hij vernam dat de ministers zonder
ambtenaren waren vertrokken, ge
zegd: „Wat moet dat worden.
Ministers zonder ambtenaren."
Het zijn de genoemde ministers
geweest die, nadat zij telefonisch
contact met Hoek van Holland had
den gehad en alsnog besloten had
den zich bij de andere ministers aan
te sluiten, die de heer Van Angeren
mede hebben genomen. In zijn me
morandum heeft de heer Gerbran
dy, zoals van enkele dingen meer,
zich ten onrechte hqt initiatief toe
geëigend.
Indien ten slotte de Commissie
haar oordeel over het beleid van
het Kabinet op deze gedenkwaar
dige ochtend zou willen samenvat
ten, zou zij stellig de geringe be
sluitvaardigheid als een zwakte
willen aanmerken. Daardoor kon
eerst in Hoek van Holland, vlak
voor het definitieve vertrek, een be
sluit worden genomen waarmede
alle ministers accoord gingen en
waarbij de doelstelling duidelijk ge
formuleerd werd en aldus naar bui
ten kon worden gebracht.
Dat er ten slotte toch nog, al is
het op de valreep, een gemeen
schappelijk besluit is genomen en
uitgevoerd, is echter een feit van
grote politieke en historische be
tekenis. Bij alle kritiek die stellig
moet worden geoefend op de wijze
waarop, zal men steeds dit uiter
mate belangrijke resultaat in het
oog moeten houden, alsmede het
feit, dat het onder weergaloze druk
en in de moeilijkst denkbare om
standigheden tot stand moest wor
den gebracht.
De parlementaire Enquête Commissie doet haar tweede verslag
volgen door een slotbeschouwing, waaraan het volgende is ontleend.
„De commissie heeft op aarzelingen, onvolkomenheden en tekort
komingen moeten wijzen. Dit was voor de Commissie geen aange
name taak in het bijzonder omdat zij uit de aard der zaak het
gevoerde beleid te beoordelen kreeg, achteraf en onder zeer veel
rustiger omstandigheden, dan waarin zii verkeerden, wier beleid
de Commissie moest toetsen. Het aan de commissie door de Tweede
Kamer opgedragen onderzoek, is een noodzakelijk substituut
de normale parlementaire controle, die in de jaren 1940 1945 met
kon worden uitgeoefend. De commissie wil er echter wel met
nadruk op wijzen, dat dit substituut de parlementaire enquête
met zich brengt, dat behalve de verantwoordelijke bewinds
lieden, ook ieder ander Nederlander en in het bijzonder de ambte
naren, die aan de besluitvorming hebben meegewerkt, gehoord
kunnen worden. Daardoor komt ook het licht te vallen op de
phasen van voorbereiding en overweging, die bij de normale
parlementaire controle meestal buiten beschouwing blijven, het
geen uiteraard grotere mogelijkheden voor kritiek oplevert.
Warmeer de commissie evenwel tracht uit de veelheid .van ge
beurtenissen hoofd- en nevenzaken te scheiden, dan wil zij als
een der belangrijkste beslissingen van de gehele oorlogsperiode
naar voren brengen het op 13 Mei 1940 te Hoek van Holland ge
nomen besluit de zetel van de Regering naar Engeland te ver
plaatsen.
Dit feit heeft de gehele verdere oorlogvoering van Nederland
beheerst; het heeft de invloed van Nederland in de bondgenoot
schappelijke beraadslagingen verzekerd; het heeft de organisatie
van de activiteit van marine en koopvaardij in de strijd ter zee
mogelijk gemaakt; het heeft het internationale prestige van
Nederland hoog gehouden; het heeft aan het verzet in het bezette
gebied een onontbeerlijke morele en daadwerkelijke steun ver
leend en ten slotte heeft het de mogelijkheid geschapen tot een
effectieve voorbereiding van de bevrijding en het herstel van
Nederland. Men denke zich slechts in. wat het Iqt van Nederland
zou geweest zijn, indien dit besluit niet genomen en de Regering in
handen der Duitsers gevallen zou zijn. Het wil de commissie dan
ook voorkomen, dat het tijdig verplaatsen van de zetel van de
Regering een daad is geweest van eminent historisch en politiek
behing, zodat 't besluit daartoe als een van de belangrijkste credit-
posten op de balans van de verrichtingen vanjiet Kabinet moet
worden beschouwd."