NIEUWE IMPORT
De academie" telt bijna
honderd jaren
Breng onze schooljeugd tot de Kunst
PERZISCHE
TAPIJTEN
Maak van de jongens en meisjes complete mensen
door een harmonische vorming
Weg naar museum ook voor arbeiders geëffend
HONDERD JAAR MUSEUM BOYMANS
7
Naar een academie
een harmonische vorming niet gemist kan worden.
Een ingewikkeld
probleem
Overlaad niet
KUNST AAN HET VOLK
tafelkleden
kleine kleedjes
tapijten enz.
MAUR1TSWEG 58
WIE een bezoek bréngt aan
't gebouw aan de G. J. de
Jonghweg komt vooral onder de
indruk van de rustige maar
intense activiteit, die in al die
zalen en ateliers heerst. Hon
derden jonge mannen en vrou
wen zoeken hun weg in het
vak dat zijzich hebben geko
zen tekenen en, schilderen,
boetseren en beeldhouwen, pu
bliciteit-, decoratieve- en nijver
heidskunst, kostuumtekenen en
-ontwerpen, binnenhuiskunst,
En het vreemde is dat al die
mensen, die hier toch in de eer
ste plaats met een alles beheer
sende behoefte tot persoonlijke
uiting en met een volkomen
individualistische aanleg voor
een bepaalde vormgeving zijn
gekomen, zich zonder moeite,
onbewust misschien zelfs wel,
schikken in het georganiseerde
verband van dé school.
De oyleiding, de studie van de
Academie-leerlingen, bepaalt de
plaats van de Academie in het
culturele beeld van de stad
Rotterdam. Zij treedt eigenlijk
maar zelden naar buiten'op en
haar actieradius in het stedelijk
kunstleven is ook moeilijk te
berekenen.
„Hierdoor tot Hooger" en la
ter ook de Academie hebben
tevens een sterke directe in
vloed gehad op het kunstleven
van de stad. In bescheiden ma
te vervulden zij de taak die het
Museum Boymans later zou
overneméi? Boymans plukte de
vruchten van-de aankopen, die
men uit oen bijzonder Acade
mie-fonds financierde. Op tal
van manieren werd de kunst
aangemoedigd, o.a. met prijs
vragen. Zoals „eene prijsvraag
van eene teekenïng in sapver-
vén 'met eene premie van
f 60.zijnde: Het afscheid
van een jongeling van zijne
ouders en betrekkingen, het
eerst naar zee gaande".
Aan het bestaan van- het
kunstgenootschap kwam in 1851
een einde met.de vestiging van
de Academie in .het Gemeen-
landshuis, dat drie jaar tevoren
het domein was geworden van
het museum Boymans. Dertien
jaren zou de samenwoning van
Museum en Academie duren.
In de nacht van 16 Februari
Leerling-beeldhouwers in een der lokalen van de Academie aan 't werk.
1864 werd het museum een TT ET streven de schooljeugd meer in aanraking; te Daarna eens cnkeie geiijksoor-
PDeraddemIelamoeest"afsche-d 06 kUllSt 18 VEU1 de gelukkigste landschapen
nemen van het museum om kanten vari de vernieuwing in het onderwijs, een schone bomen, boeren en vee, een molen
haar zwerftocht door de stad ie compensatie voor het intellectualisme^ dat in de oude en een bruggetje. De bevroren
Bijna 100 jaar bafschool haast de alleenheerschappij bezat. Een jeugd, die dartri^lsjo^. En moeM Z
negentig jaar later haar einde °PSroeilt zonder contact met muziek, poëzie en beeldende school de geschikte man of
zou nemen in het royale ge- kunst Van artistieke waarde, ontbeert datgene, wat voor vro,u;v v°or de onmisbare leiding
bouw OP het land van Hoboken. een harmonische vormine niet eemist kan worden, sèum ieU,n'ook"in óns" museum"
iemand die deze taak overneemt,
Daarom is 't misschien wel
aardig een duikje te wa
gen in de geschiedenis van de
Academie, die haast even illus
ter en oud is als die van het
museum; over twee jaar immers
kan ook de Academie op oen
eeuw van expansie en felle
activiteit terugzien.
De oprichting in 1851 van
,.eene Academie van Beeldende
Kunsten en Technische Welen-
schappen, te vestigen in het
voormalig Gemeenlandshuis van
Schieland", heeft een lange
voorgeschiedenis. We moeten
daarvoor teruggaan tot het ont
staan van het tekengenootschap
„Hierdoor tot Hooger" in 1773.
Door onderlinge samenkomsten
en gemeenschappelijke teken
oefeningen stelde men zich voor,
„de kunst te verheffen". Men
bracht ook collecties bijeen en
al gauw kwamen de zogenaamde
kunstbeschouwingen in zwang,
die heel veel belangstelling
trokken.
IN 1781 werd al besloten van
het genootschap een „Publiek
Academie" te maken; leerlingen
werden aangenomen en correc
toren aangesteld. Dit was dus
het eigenlijke begin van dé
kunstzinnige vorming. Pas in
1845 werden ernstige onder
handelingen aangeknoopt om
tot de oprichting van- een aca
demie- te komen.
die de zalen door en door kent
en de kijkers onmiddellijk kan
meenemen naar een vérgelijk
baar object.
rm i,„* ia, en als dan de blik eenmaal
In" geoefend is in de gewoonheid, de'
meest sublieme gewoopheid ove
rigens, dan is voor een deel der
oudere leerlingen de tijd rijp
voor die kunst, waarin de schil
ders hun onderwerp hebben ge
tekend en gekleurd naar hun
de tweede wereldoorlog, om in
de opvoeding meer te werken
aan de complete mens, is in allo
'richtingen van kunst oen nijvere
activiteit ontstaan ten aan2ien
van de school. In Rotterdam doet
de Kunstcommissie voor de
UU iWUU.3 lEUlUUliaaii; VUUI uc «arlnrnvam. U,IH
,,„ca sehoolconcerien,*
zondore kleed van het diepste
Kinderen in bewóndering voor Van der Helst. Op de achtergrond
het zelfportret van Fabritius,
HET is een geluk
kige gedachte ge
weest van de redactie
om, nu zij zich wil be
zinnen op de betekenis
van Boymans voor on
ze stedelijke cultuur,
ook haar voelhorens uit
te steken buiten de
kringen der „happy
few". Er is inderdaad
een tijd geweest dat
concertzalen, schouw
burgen en musea on
bekend .terrein waren
en wel moesten zijn
voor het overgrote
deei der grerte-stadsbe-
volking, dat in grauwe
armoede eindeloze ar
beidsdagen moest slij
ten in fabrieken en
werkplaatsen. Pas toen
door de arbeiders in
hun socialistische be
wustwording een lots
verbetering waS be
vochten, kon een be
gin worden gemaakt
met de daartoe nood
zakelijke scholing en
voorlichting.
In dit opzicht is door
de volkshuizen gedu
rende de laatste vijf
tig jaren belangrijk
werk verricht. Stille,
geduldige arbeid op
lange termijn, zoals
Boymans is voor deze
arbeidersgezinnen ge-
effend en zij mogen
stellig tot de trouwe
bezoekers worden ge
rekend. Wanneer men
oude jaargangen der
organen onzer ont
wikkelingsclubs van
middels een blijvend
schooltoneel en -declamatie en
haar museumrondleidingen bij
tal van jongere scholieren wek
kende arbeid.
Wat-de beeldende kunsten be
treft leert de ervaring, dat enige
rijpheid en voorbereiding van de
leerling noodzakelijk zijn, wil
men hem iets meer geven dan
snol vervagende indrukken. Dit
geeft al een natuurlijke beper
king tot de leeftijden van 14 tot
20 jaar. En ook dan nog heeft
het geen zin met een school
klasse een morgen of een middag
door een museum te sjouwen
van Van Eyck tot Picasso.
Gelukkig is men tegenwoordig
verstandiger. En nog gelukkiger,
dat de museumdirecteuren van
vroeger, de rustige conservators
van de picturale nalatenschap
uit vele ecuwen, vervangen zijn
door andere, die de gemeenschap
en vooral de jeugd naar de kunst
willen trekken en de wegen zoe
ken en vinden om dit doeltref
fend te doen.
ware opvoeding die nu
eenmaal vereist. In
onze stad zijn het voor
al De Koe en mejuf
frouw Havelaar, wier
namen in dit verband
te noemen plicht is.
Thans echter heeft
zich in én om de
volkshuizen een gees
telijke élite gevormd
die bewust medeleeft
met al wat op cultu
reel gebied in onze
stad geschiedt. Ook de
weg naar het Museum
rijpere jeugd en vol
wassenen doorbladert,
zal men telkens stui
ten op levendige reac
ties, gewekt door tal
van exposities. In de
huizen zelf vonden en
vinden jonge kunste
naars menigmaal de
gelegenheid om hun
artistieke idealen uit
te dragen en hun werk
te tonen.
In Ons Huis in de
Gouvernestraat heeft
de beeldende kunst in-
onderdak gevonden (en i\ yr en volgt de regel: begin
enigszins onder de be- 1VI met wat het dichtst bjj de
schermende vleugelen bevatting van de leerling komt
en overlaad
ntet. Het valt
op, dat onze
zeventiende
eeuwers tot
onze jongeren
de meest ver
staanbare taal
spreken. Zij
samenwerking tussen schilderden immers hun mensen,
not stl'aten en huizen, zoals ook nu
nog de gewone niens ze ziet. Als
dan de leraar de geschikte per
soon is, wordt op school het be
zoek voorbereid met een klein
brokje aan het tekenuur ontsto
len kunstbeschouwing en aan do
der tiende Muze!), ter
wijl ook in hét Zuider
Volkshuis op dit ogen
blik een groep schil
ders exposeert. De ver.
eniging van vrienden
der grafische kunst
„Willem Buytcnwech"
kwam tot stand door
geestelijke gehouwen. Dan zijn
zo zo ver, dat ze Van Gogh niet
meer raar vinden, dat ze om Van
Dongen niet meer gichelen en
dat zijn coloriet een openbaring
voor hen kan worden.
Zijn we al zo ver? Helaas
neen. Er is een begin. Maar
het aesthetische element in het
onderwijs vraagt tijd en de In
tellectuele eisen b(j de eind
examens mógen of kunnen ntet
verlangd worden. Toch weet
iedere leraar hoe het probleem
kan worden opgelost, maar voor
de ministers, die het dóen moe
ten, schijnt het helaas te inge
wikkeld te zijn. Tot nog toe al
thans. Hoe lang nog?
J, C. de Glopper
de leiding van
Huis en die van het
Museum. Altegader re
den genoeg om ons te
scharen onder hen die
vandaag in deze ko
lommen ons geliefde
RoUerdammers "terecht ha"d v.an een goede reproductie.
En dan naar hot museum, de
details bekijken. Zo'n muurtje en
zo'n deur en de stijl van een
huisje, de gebruiksvoorwerpen,
de vrouwenmutsen en de zwie
rige kleding der mannen en niéts
anders dan dat éne schilderij.
trots zijn, willen ge
lukwensen,
drs. E. Lopes Cardozo
Voorzitter van de Rotter
damse Centrale van
Volkshuizen.
(naast Dykshoorn)
Telefoon ZS99S