Restaurateur heeft met de oude doeken
minder moeite
Eën göed schilderij wordt vaak
verknoeid door de lijst
HONDERD JAAR'MUSEUM BOYMANS/
11
„Vroeger waren de kunstenaars vaklui
met kennis van hun materiaal"
Y~
Tot in de perfectie
N
Dames en Herenkleding
KUSTERS FRANK
WANDVERSIERING
Hef hoeft 'niet altijd goud
te zijn~«m te blinken
loemóierkunót
ourguignon
y
"D IJ HET ZIEN van schilderijen in een museum denkt de
*-* gemiddelde bezoeker meestal nooit aan de zorg en de
moeite, die besteed moeten worden om deze schilderijen in goede
staat te houden. De materiële bestanddelen, verf, maar bovenal
hout en linnen, zijn' als elk ander materiaal onderhevig aari een
slijtage- en verwcringsproces. Wanneer op een bepaald moment
niet wordt ingegrepen, kan het de onverbiddelijke ondergang
van het schilderij betekenen. Dan moet het schilderij gerestau
reerd worden, een precies en veel aandacht vragend karwei,
dat tot het terrein der specialisten behoort en waarop kennis
en ervaring het hunne bijdragen tot het gewenste resultaat.
De heer H. G. Luitwieler is Een schilderij op linnen kan
zo'n specialist. Hij restaureert men tenminste verdoeken. Dat
nu reeds 42 jaren schilderijen wil z'eggen, dat bet oude doek
voor het Museum. Boy mans. Het achter de verflaag wordt wegge-
lag geheel in de lijn der herden- schsafd tot op de laag plamuur,
king, dat wij bij hem ons licht Daarna wordt er een nieuw doek
De heer Luitwieler, restau
rateur van het Museumin
z»n atelier.
'over zijn mooie vak hebben op
gestoken.
Dat is niet in een paar
woorden te zeggen, meent de
heer Luitwieler. Iedere restau
rateur houdt er zijn eigen' me
thode op na en volgt procédé's,
die hij door ervaring heeft leren
kennen. Geen specialist zal u
precies vertellen hoe hij het doet
en waarmee hij het doet, - of
schoon er natuurlijk wel alge-
aangebracht. Dit werk moet met
zeer veel nauwkeurigheid ge
schieden en komt de laatste tijd
nogal eens voor. In Boymans
hangen verscheidene van deze
van nieuw doek voorziene schil
derijen.
Wij babbelen nog wat na, spre
ken over de moderne kunst en
het verschil in vakmanschap
tussen vroeger en nu. Onze
zegsman toont weinig waarde-.
meen bekende ervaringen be- rlnS voor de moderne schilders
staan. Aan de hoedanigheid
van de verf kan
ik meestal zien
hoe oud een be
paald schilderij
waarschijnlijk
is. Het is bij
voorbeeld mo
gelijk om verf
van ongeveer
honderd jaar zacht te maken
en daardoor kunnen vervalsin
gen zonder veel moeite worden
ontdekt. De wetenschap komt
ons hierbij te hulp. Wij hebben
er zelfs veel aan te danken. Zo
gebruiken wij voor het vast
stellen van vervalsingen ultra-
violellampen, terwijl voor de
riJhtgen-foto ook in ons vak
zeker een toekomst is wegge
legd.
Komt u wel eens voor ver
rassingen te staan? vroegen wij.
De heer Luitwieler glimlacht.
Verrassingen
Die zijn er altijd, zegt hij.
Vroeger gebeurde het nogal
eens, dat een schilderij werd
overgeschilderd. De kleding der
geportretteerde!) werd dan aan
gepast aande laatste mode.
Iedere keer weer kreeg een
dame of heer een nieuw costuum
aan. Hot is wel gebeurd, dat een
dame, die weduwe was gewor
den, baar portret liet overschil
deren met een rouwgewaad. Ook
naakten kregen liet zwaar te
verduren en menige blanke huid
is later bedekt geworden met
een passend kledingstuk.
Met welke schilderijen hebt
u de meeste moeite'!, luidt onze
volgende vraag.
Met panelen, verklaart de
hoer Luitwieler. De verf daarop
gaat op de duur bladderen en
dan is er weinig aan te doen.
Ik heb liever tien oude
doeken te restaureren dan t.wee
nieuwe, zegt hij. Heeft u wel
eens gezien wat er van sommige
schilderijen uit de Haagse school
is overgebleven? Allemaal
scheuren en barsten! Vroeger
waren de schilders, behalve
kunstenaars ook in technisch
opzicht vaklui, maar tegenwoor
dig, de goeden niet te na ge
sproken.
Hij zucht eens; het gaat hem
zichtbaar aan het hart. En voor
iemand, die het vak van het
restaureren zo serieus beoefent,
laat zich dat verstaan.
Aan de wanden van een res
taura! cursatclicr hangen al
tijd kostbare schilderijen.
Rechts op de jota wacht Ru
bens' Diana in het bad, kort
geleden opzettelijk bescha
digd door een zonderlingop
restauratie.
le MtddelUndstraet 7
Rotterdam, Tel. 51932
Echt olieverf, origineel
op linnen
TA/ EL woningnood, maar 'toch
alles bij elkaar nog wan
den genoeg om de hele produc
tie ran onze schildersbent een
goed plaatsje te geven, ware het
niet dat het al vol hing, overal
propvol. Ook wel met dure doe
ken van oucle en jonge meesters,
maar niet om het andere huis en
het gaat er hier juist om, wat er
dan wel aan de wenden van om
het andere huis hangt.
Goedkope doeken van aanko
mende meesters bij hoge uitzon
dering, meneer, laten we zeggen
alleen bij u en mij, maar dan
moet je eens bij de buren door
het raam loeren; Die zijn wel
wijzer, die geven hun lieve cen
ten niet uit aan dat moderne ge
knoei, die houden het bij hun
zeegezichte met de groen-gol-
vende golven achter glas en zon
nebloemen zijn ook attjjd zo
beeldig, of wat zou u denken van
dat boerenhuisje in de lentezon
met die poes voor de deur en die
kippen.
OPPERVLAKKIG beschouwd
is de lijst om het schilderij
iets van minder belang. Als er
maar een lijst om zit, zo zullen
velen redeneren, het liefst een
lijst met veel goudverguldsel en
krullen in de hoeken. Zoiets
doet het immers altijd
Maar niets is minder waar
dan dat. Elk schilderij vraagt
zijn eigen lijst en het ontwer
pen van zogenaamde standaard-
lijsten, ook al vindt het publiek
deze meestal erg mooi, is de
grootste smaad, die men een
werkelijk goed schilderij kan
aandoen. De meeste kunstschil
ders hebben daarom de gewoon
te bij elk van hun voltooide doe
ken de lijst aan te geven, uit te
zoeken en desnoods zelf te ont
werpen.
Men begrijpe ons goed, een
„gouden" lijst behoeft helemaal
niet lelijk te zijn. Toen de voort,
brengselen van de zogenaamde
Haagse School in hoog aanzien
stonden, werden er in hoofd
zaak zulke lijsten gebruikt. Die
lijsten pasten er vrij goed bij en
deze toevallige omstandigheid,
die zich tevens aansloot bij de
smaak van het publiek op het
einde van de 19e eeuw, zorgde
voor een soort mode van de
gouden lijst, een mode, die op
de huidige dag nog niet is uit
gestorven en waarvan door vele
kunsthandelaren gebruik wordt
gemaakt om alle mogelijke
„kitsch"-producten een aan
trekkelijk aanzien te verlenen.
Men denke nu eens- aan het
verschrikkelijke contra-effect,
dat de gouden lijst zal maken
om een eubistiscb, surrealistisch
of neo-classicistisch kunstwerk.
Dit kan eenvoudig niet. Het is
om dezelfde reden al evenzeer
onmogelijk een voorname, don
kere en glanzende lijst, die zo
goed harmonieert bij bepaalde
(niet alle!) 17e
eeuwse mees
terstukken, te
verwisselen
voor een wit of
gespikkeld en-
eadrement, dat
overigens zo
volkomen in
overeenstemming is met de za
kelijkheid van een moderne
kunstrichting.
Helaas neemt men het niet
altijd even nauw. Er zijn voor
beelden te over van schilderijen
in het heden en verleden, waar
van een stuk domweg werd af
gesneden om het passend te ma
ken bij een lijst, waaraan de
eigenaar zijn hart had verpand.
In dit tijdperk van de gouden
lijst kan men in de magazijnen
der kunsthandelaren allerlei
soorten lijsten met standaard-
malen aantreffen, waarmede
kunstschilders, die nog carrière
moeten maken of uit economi
sche r.oort voor de „markt" wer
ken, rekening moeten houden.
Wel vervaardigen de lijstcnfa-
brieken tegenwoordig alle mo
gelijke soorten, waaruit men
keus kan maken. Voor de mo
derne schilderijen bedient men
zich van staanijslen, die bijge
kleurd kunnen worden en in
elke gewenste maat geleverd.
Hel is soms wonderlijk te horen
hoc met die kleuren wordt om
gesprongen, juist omdat de fa
brieken zo graag erg mooie lijs
ten willen afleveren.
Dit demonstreert opnieuw
welk een grote taak voor kun
stenaars en kunsthandelaren is
weggelegd om de traditionele
smaak van het publiek, die ook
de lijstenmakers heeft besmet,
te doorbreken. Zij zulten de
waarde van de schilderijen
moeten verdedigen tegen on
kunde en wansmaak. Want een
slecht schilderstuk is met een
mooie lijst niet goed te maken,
wel kan men een goed schilderij
verknoeien met een slechte lijst.
En dat stuk dan met die plas
in de avond, zie je dat bootje
daar wel en die oude visser er
in, die zit te peuren. Nee bij dé
buren is geen plaats meer voor
een aardig werkje van een arme
sloeber met idealen en talent en
nu kun je de hele straat huis aan
huis gaan bellen en kijken, of al
leen de even nummers nemen,
dat zal overal teel op het zelfde
neer komen, spaar je de moeite
maar.
Ga liever eens mee naar die
kennissen van me, die ver
stand hebben van schilderijen,
dat zeggen ze tenminste tegen
iedereen die het horen wil. Die
hangen maar niet rijp en groen
aan de muur, die' halen hun neus
op voor reproducties en plaatjes
achter glas. Dacht je dat zij niet
welen welke eisen ie aan een
goed schilderij moet stallen, nou
dan tal ik u dat eens haarfijn uit-,
leggen: een schilderij moet zijn:
echt olieverj en origineel op lin
nen geschilderd, voelt u mat ilc
bedoel, op linnen je teeet toel,
echt schilderslinnen en dan olie
in da verf, klinkklare olie en
niet zo uieinig ook, dan ken je
pas spreken van schilderstukken,
echte schilderstukken, ja die
kennissen hebben er verstand
van, ze zullen het je zo zeggen
of het echt olieverf is en ori
gineel op linnen geschilderd en
als we daar nu eens begonnen
met de wanden te onteigenen om
een plaatsje ie maken voor al die
met bloed geschilderde doeken,
die nu maar op zolder moeten
blijven staan als rollen behang
selpapier, wat zou u, ware min
naar der schilderkunst daar van
denken?
Laten die goede mensen met
de plaatjes aan de muur dan
maar genieten van hun lieve
prentjeszij doen immers geen
kwaad, tenminste op geen stuk
ken na zoveel als die kenners
van de echte olieverf en het origi
nele linnen.
Witte de Withstr. 87
Rotterdam
Tel 27947