Kunstgenot en weldadige stilte
in woelige havenstad
Qerechtvaardigde trots
De deuren van Museum Boymans staan wijd open
voor iederzonder onderscheid
ROTTERDAMS CULTUURBEZIT
v
Bijlage van „Het. Rotterdamsch Parool"
Donderdag, 7 Juli 1949
.j
Ten geleide
Aan deze bijlage van
Hef Rotterdamsch Parool
werkten mede:
'$$Él
«pi
- n-i&Wm "i
IVfUSEA zijn een late vrucht
van de cultuur en hun
geschiedenis grijpt in het al
gemeen niet ver terug. Maar
het kunstmuseum van Rotter
dam toont hoe in korte tijd
veel kan worden bereikt.
De snelle ontwikkeling nan
de stad schijnt haar tempo ook
op de stedelijke kunstverza
meling te hebben overge
bracht. Vooral in onze eeuw
heeft zij zich verbazingwek
kend kunnen uitbreiden en
met trots kan de burgerij op
zien naar de positie, welke ïiet
museum heeft verwarven.
De hi s torieschrijver ver
baast zich over de moed nan
de Rotterdammers, die in de
benarde Spaanse tijd een zo
grootse havenaanleg wisten te
uerteezeniijjcen. Terugschou-
wend op de geschiedenis van
het Museum Boymans mag
men zich er al evenzeer over
verwonderen, dat een bewogen
tijdperk vanwereldoorlogen
en economische crises geen
beletsel is geweest om het
stedelijk kunstbezit dermate
op te voeren in omvang en
kwaliteit.
Met het bezit van het Mit-
seum Boymans wens ik de
stad bij dit eeuwfeest jeluk,
maar meer nog met de bur
gerzin, waardoor de onvol
prezen kunstverzameling groot
is geworden.
Burgemeester van Rotterdam
CULTUUR is een modewoord.
Het kan vertaald worden
met beschaving. Wanneer wij
dus, spreken van cultuurbezit,
dan. betekent dit heel eenvoudig
da verworvenheden, die in de
loop van onze beschavingsge
schiedenis behouden zijn geble
ven en in de een o£ andere
vorm bewaard.
De kunstzinnige uitingen van
vroegere geslachten behoren tot
de belangrijkste elementen van
ons cultuurbezit. Over alle ste
den van de wereld is dit bezit
verspreid en men vindt het zo
wel ih de musea van Amsterdam,
Londen, Parijs, Berlijn of Mos
kou als in het nieuwe, grote
museum van Rotterdam.
BOYMANS herbergt niet
alleen een prachtige schil
derijenverzameling, waarin zo
wel de primitieven, de 16e en
17e eeuwse meesters en een aan
tal toonaangevende modernen
met de voornaamste schilder
kunstige richtingen vertegen
woordigd zijn, het bezit ook
beeldhouwwerk, een prentenka
binet en een kostbare collectie
ceramiek en glaswerk. Daardoor
neemt Boymans een voorname
plaats in en geniet het als mu
seum een ruime bekendheid tot
ver over de grenzen van het
eigen land. Het stemt tot vreug
de dit bij de viering van het
eeuwfeest te overdenken.
Wij eren clan tevens zijn
stichter, Frans Jacob Otto Boy-
mans, die met schenken van
schilderijen en oud porcelein de
grondslag legde van het tegen
woordige museum. Eenmaal in
deze honderd jaar heeft het bezit
door brand ernstig geleden, maar
dank zij de zorg van het ge
meentebestuur en de daadwerke
lijke steun van vele stadgenoten,
is men erin geslaagd de verza-
Met deze bijzondere uitgave
willen de directie en hoofdre
dactie van „Het Rotterdamsch
Parool" luister bijzetten aan de
viering van het eeuwfeest van
Museum Boy mans. Moge deze
bijlage velen bewegen tot een
bezoek aan onze jubilerende
kunsttempel, trots van onze stad.
meling op te bouwen en uit te
breiden.
Het aardse leven is verganke
lijk. De materie verandert voort
durend van vorm. Daarin mani
festeert zich alle leven. Maar de
kunst en de gedachten over
kunst blijven, herhalen zich en
zijn tijdloos, omdat de mens al
tijd de schoonheid zal blijven
zoeken. Zo wordt het cultuur
bezit een eeuwige bron, waaraan
zich generatie na generatie zal
laven en waaruit steeds nieuwe
kracht zal worden geput. S.
IET alle jubilea geven aan-
leiding tot luidruchtig
vreugdebetoon, zeker niet het
eeuwfeest van een museum, een
ruimte, waar in stilte wordt be
waard, wat in stilte ontstond en
wat In stilte wil worden genoten.
Hier is een dankbaar gedenken
op zijn plaats, waarbij allen wor
den betrokken, die op enigerlei
wijze tot do totstandkoming en
de groei van dit museum hebben
bijgedragen. Zij, wie wij dank
baarheid verschuldigd zijn, zou
den luidruchtigheid niet op prijs
hebben gesteld, want ontstond
hun neiging om mee te bouwen
aan dit museum niet uit de liefde
tot het stil genieten van het
kunstwerk, dat immers geen
luidruchtigheid verdraagt? Zij
hebben de mogelijkheid hiertoe
geschapen, in een rumoerig Rot
terdam, dat zich in de afgelopen
honderd jaren onvermoeid heeft
ingespannen voor zijn materiële
welvaart, in Rotterdam, dat zich
in deze eeuw een positie van be
tekenis verwierf onder de ste
den van Europa. Temidden van
het tumult ruimden zij ccn
plaats in voor de stilte, temidden
van de strijd om de stoffelijke
welvaart een plaats voor het rijk
van de geest. Wellicht is dit hun
grootste verdienste en waard,
het eerst te worden genoemd.
ALLE eeuwen door zijn er be
genadigde mensen geweest,
die in gestage en vaak moeizame
arbeid vorm hebben gegeven aan
hun gedachten, hun idee, hun
visioen, in dd stilte van het eigen
binnenste geschouwd. Dit trans
poneren van werkelijkheid tot
meer-dan-werkelijkheid is wel
het hoogste, waartoe de geeste
lijke meps in staat mag worden
geacht en In de producten, daar
uit ontstaan, zijn de hoogst denk
bare vermogens van de mens ge-
JEROEN BOSCH,
Geboren r- 1460, stierf 1516
DE VERLOREN ZOON
kristalliseerd. Binnen de muren
van de musea zijn deze produc
ten samengebracht, met veel
liefde aangekocht of ten geschen
ke gegeven. Hun geschiedenis
werd nagegaan en vastgelegd en
daartoe bevoegden omringen de
waardevolle voorwerpen met
hun zorg. Zeer zorgvuldig wor
den aldus de beste cultuurgoede
ren bewaard en zinvol gerang
schikt, zodat z|j als kostbare
schatten ongeschonden aan het
nageslacht kunnen worden over
geleverd. Zo herbergt ook het
Museum Boymans een rijke ver
zameling aan cultuurbezit en
neemt Rotterdam zijn aandeel in
de taak der gehdle beschaafde
mensheid: het conserveren van
wat die mensheid aan schoons
voortbracht.
ljE grote beeldbouwer Augusta
Rodin heeft eens bitter op
gemerkt, dat de kunstenaar een
soort van fossiel is, die in deze
tijd, waarin er alleen plaats is
v,oor technici en fabrikanten,
eigenlijk niet meer thuis hoort.
Wjj zijn geneigd daar tegen in te
brengen: het honderd-jarig be
staan van het Museum Boymans
in een stad van fabrikanten en
technici als Rotterdam is een.
overtuigend bewijs van het te
gendeel. Nu honderd jaren lang
heeft de Rotterdamse burgetij
blijk gegeven, niet alleen blij
moedig de taak van het conserve
ren van kunstschatten te willen
aanvaarden, maar daarmee tevens
haar schoonheidsdrang te willen
bevredigen. Zij, die het Museum,
leidden, hebben daartoe de weg
geëffend. Zoals reeds in de klas
sieke Oudheid de tempels der
Grieken oen nationaal bezit
vormden en geacht werden te
zijn bestemd voor heel het volk,
zo staan ook de deuren van het
Museum Boymans wijd open
voor iedereen. En steeds werd
daarvan dankbaar gebruik ge
maakt door binnen te treden.
In deze drie r aspecten: hot
ruimte maken voor de stilte, hot
vullen van die ruimtd met het
hoogst-denkbare en het openstel
len van die ruimte voor iedereen,
is de taak van het museum
slechts kort samengevat, Iloe
wijd dezb aspecten zijn en hoe
voortreffelijk het Museum Boy
mans zich van deze taak kwijt,
moge de lozer uit de volgende
bladzijden duidelijk worden,
O.
E. Asser, P. A. Begeer, J. W. de
Boer, W. Bijmoer, Ch. A. Co-
cherat, drs, J, C. Ebbinge Wttb-
ben, J. C. de Glopper, drs. E.
Lopes Cardozo, dr. A. Mavkes
Zernikc, B, R. M. dc Nceva,
prof. W, Vogelsang en anderen.
if
ML
M5D"