f
Een kind leidtons binnen
Het vuur brandde voort
haar jongste boek
Henriëtte Roland Holst heden
tachtig jaar
Ti
introduceerde de Stal
op vrij paneel
EEN DER EERSTE KRIBBEN IN STEEN
tégenstanders
Stroom van brieven
en bloemen
Wandeling in het
Vondelpark
NEDERLANDS GROOTSTE DICHTERES
Bewonderd door vrienden en
Zaterdag 24 December 1949
3
op het tweede plan; daar houden
ook dé herders en de dieren zich
Kerstmis'is het begin van de verkondiging van dan uitingen van dat verlangen, pogingen om er
de komst van hei Koninkrijk GodsEigenlijk is iets van te realiseren Op honder derlei zvijzen'heêft
die er al even eerder: Johannes de Doper zegt trien dat beproefd. En het is altijd mislukt,
het aan en tóij hérjjenkqn dat in de Advent: Maar Tot op een bepaald punt in de geschiedenis, in
wanneer wij-weer- bij de Kribbe staan, bedenken het kleine joodse land een soort mensen opstaat
wij, dat het Kind dat geboren wordt, het Rijk profeten noemt men ze en Johannes is de laatste
Gods brengthet Rijk van gerechtigheid en en de grootste die roepen, dat dit allemaal heel
vrede, van waarheid en liefde, het Rijk, waarin mooi is, maar dat om in het Godsrijk te komen
de doven hóren en de blinden zien. Straks is het de mens zich bekeren moetd.w.z. zich omdraaien,
.Kind -een Man geworden en de weg van zichzelf af, dat hij
Hij spreekt: het Koninkrijk KERSTWOORD zichzelf-moet kwijtraken en dat
Gods is zeer nabij gekomenhij pas iets bereiktwanneer hij
bekeert u en gelooft die blijde door alles wat hij reeds bereikt had, op-
tijding. Dan gaat de voorloper, geeft: Jezus neemt die prediking
Johannes, de gevangenis in Proi dr G. V. u. Leeuw over. Maar het zich bekeren ge
en de 'Heer zelf 'begint;zijn gang lukt al evenmin als het streven
naar het Kruis. Hoe met -het 'Koninkrijk? Kerstmis brengt de nieuwe hoop: wij behoeven
Wij hebben het zo'n beetje met de hemel ver- niet angstig haar het Koninkrijk te jagen; wij
eenzelvigd,die wel heerlijk is, maar die toch een moeten ons weT bekeren, maar wanneer wij ons
zaak is van een verre, hopelijk nog zeer verre toe- hebben omgekeerd, staat de deur van het Rijk
komst. Dat is glad in strijd met alle bijbelse ge- wijd openWij hebbéri maar binnen te gaan, wij
gevens. Want Christus zegt ook, dat het Konink- moeten alleen maar brutaal genoeg zijn. Dat is de
rijk gekomen is. Het is er-miden onder ons. zin van dat Rijk, dat met geweld doorbreekt en
Want het is niet een koninkrijk met grenzen en waar wij alleen illegaal, alleen omdat wij het niet
bevolkings; zgister, waar alle christenen in een verdiend hebben, kunnen binnengaan. De gewei
soort van hemelse rijkseenheid tezamen komen, denaars blijken martelaren te zijn, de Koning zelf
Het is een kracht, een geweld. Zo staat het bij een Kind en een Kruiseling. Het is alles geheel
voorbeeld in een iekst in Matth. lil sedert de anders geworden. Want tegenover de brutaliteit
dagen van Johannes de Doper breekt het Rijk aan onze kant staat aan Gods kant de genade
door met geweld en alleen geweldenaars dringen Alle maatstaven zijn weggevallen. Een Kind leidt
er met geweld in binnen. ons aan de hand binnen.
Dat klinkt wonderlijk, maar het is de Kerst- Dat is de grote blijdschap van Kerstmis. Een
boodschap, nieuwe kracht' doorstroomt ons. Alles begint te
Altijd heeft de mensheid verlangd naar een tintelen en té fonkelenHet is nog wel duisternis
Godsrijk, rijk van vrede en' lief de, van waarheid om ons keen.'Maar het Rijk is er. En het begint
sn gerechtigheid. Alle godsdiensten zijn niet anders te lichten.
HET is met kunst een raar iets.
Tegenwoordig heeft, menige
kunstrichting .al een naam
voor zij geboren en reeds weer ge
storven is, doch vroeger kon zich een
machtige beweging al tientallen van
jaren gehandhaafd hebben zonder
een benaming in haar vaandel te
voeren. Men neme bijvoorbeeld de
machtige, eeuwenomspannende
uitingen, die wij tegenwoordig ken-
nen als „romaans" en „gothisch".
De benaming „romaans" kwam pas
op na 1825, dus 700 jaar na de ver
dwijning van de richting-zelve; wij
'weten toevallig wie het woord
„romaans" voor het eerst gebruikt
heeft, nl. de Fransman A. de Cau-
wen van kribbetjes iS te danken
aan. Franciscps van Assisi; deze
maakte -zijn opvattingen voor het
Italiaanse publiek van plan. 1200
aanschouwelijk en bevattelijk, door
in het kloosterbos van GrecciD uit
allerlei eenvoudig materiaal een
hut-stal op te trekken, waarbij hij
een .openluchtdienst hield: Het kli
maat van noordwest-Frankrijk
stond niet toe in December de ge
lovigen te dwingen nachtelijke
openluchtdiensten bij te wonen en
zo ontstonden permanente kribben
in de nieuwste, „gothisehe" kerken.
Die van Chartres laat nog een
romaans trogje zien, een romaans-
gothisch gebakerd Kind en een
23
op. net aaK van ae open stai-nut is
stuk; hoog er boven straalt de ster,
die dé Wijzen uit het Oosten naar
hét v gebrabantiseerde Bethlehem
heeft gebracht.
Toén Jeroen Bosch zo schilderde,
was de gothiek hier te lande ster
vende; de schroomvalligheid die om
iedere dood huift, ook om het ster
ven van een wereldbeschouwing,
die ganse volken een paar eeuwen
lang in haar boeien geslagen heeft
gehouden, hangt ook. over dit, voor
Jeroen Bosch' doen: gebrekkige
jeugdwerk. Maar het heeft grote
cultuur-historische waarde.
Twee zeer oude voorstellingen
van de Kribbe, tot, welke over
peinzingen zij al *geen aanleiding
geven! Buiten die, zonder welke
Kerstmis geen Kerstmis is en zon
der welke geen Kerstmis ooit
Kerstmis zal zijn.
mant. En het Woord „gothiek"
'stamt uit Italië, het oude vaderland1
Van alles wat ééns romaans was en
;dat eigenlijk, met heel zijn hart en
zijn wezen, aan het romaanse is
blijven hangen. Door dit laatste
werd Italië de bakermat van de
Benaissance en die Renaissance kan
men olm., gerust beschouwen als
een juichende Italiaanse wraak-
overwinning op wat eens, in
het buitenland der barbaren, het
romaanse had overwonnen. In
die overwinningsroes noemde de
XVI-de eeuwse Italiaan de spitsbo
gen-techniek der noordwestelijke
Fransen, die techniek van hoog-op-
rijzendé boomzuilen en twijgen wir
war met voorbijzien van de om-
hoogstreveride vergeestelijkingsge-
dachté dié er uit op.zong, g o-
thiek, d.w.z. stijl van barbaren.
En barbaren dat waren al sinds
eeuwen, die grove vreemdelingen
die over de Alpen gebarsten kwa
men om het verfijnde ..zelfingeno
men Italië telkens weer onder de
voet te lopen. Zo ook brak de
gothiek -zich baan van Picardïe
(vóór 1150), over Parijs, Reims en
Chartres (na 1150) naar de Alpen.
..viel" de FovJakte binnen, .ver
breidde zich in de zieke delen van.
Italië waar een herleving hard
nodig was, zocht wegen noordoost
en noordwaarts langs Donau - en
Rijn en introduceerde zich in de
Lage Landen bij de Zee. Onze
gothiek verbond zich weer met de
gerijpte Franse, welke alleen daar
door reeds zo sterk was, omdat
.koningen, gelijk Filips II, Augüste
en Bodewijk IX de Heilige, de go
thiek'bewust steunden in haar af
braak van het romaanse-afgedane.
Als een staal van overgangs
kunst vindt u hierboven afgebeeld
een Kribbe in steen, een der oud
ste bekend-gewordene. Het bou-
gcthisch-aandoenlijke Moeder, ter
wijl de Vader, Jozef, in zijn hou
terigheid weer aan het laat-ro--
maanse doet denken. Zie het ge
baar van Maria's linkerarm' en zie
de zorg-plooi van Jozefs toedek-,
kende gebaar en u bent ineens
weer midden-in de tederheid van
debarbaren-gothiek.
Deze kribbe is dus wel een bij
zonder staal! r
De bouw van Chartres* kathe
draal begon 1130; in 1194 verwoest
te een felle brand het interieur,
doch door taai volhouden bereikte
de bevolking de voltooiing van het
geheel in 1250, dus 130 jaar na het
begin. De hierbij afgebeelde stenen
kribbe kan men op even na '1200
stellen.
De oudste, op een vrij paneel ge
schilderde Kribbe-voorsteUing
en dan op eigen bodem is mis
schien wel van de Bossche gewel
denaar Jeroen Bosch; in een jeugd
werk van pl.m. 1475 laat hij zich
nog niet kennen als de bijtende
tovenaar met kleuren-en-symbolen,
die wij nog steeds huiverend en
verbijsterd ontmoeten in de Ver
zoekingen van Antonius, De Hooi
wagen, De Tuin der Zonden en de
beroemd-geworden Bespottingen
van Christus. Maar goed ziehier,
een typisch schuchtere, houterige
Kribbevoorstelling, die verraadt,
dat de geest van de tijd 1475
zich liever bepaalde tot een pijn
lijk volledig weergeven'1 van die
„ingrediënten" dan de vrije kun
stenaar de vrije hand te laten.
Maria, w;el lief, toont het Christus
kind aan de als voor een altaar
knielende Wijze Kaspar; de Wijzen
Balthasar en Melchior staan met
hun geschenken klaar, maar ne
men nog geen innig, zichtbaar deel
aan de hoge gebeurtenis. Met een
bijna-verlegen gebaar staat Jozef
(Van een onzer redacteuren)
"XT'RAAGT men naar de grootste vrouwenfiguur, die Neder-
land in de laatste honderd jaar heeft voortgebracht, dan
luidt het antwoord zonder enige, aarzeling: Henriëtte ^Roland
Holst, Groot, door een begenadigd dichterschap; dat onze lite
ratuur tal van buitengewoon schone verzen heeft geschonken;,
groot door haar, op verschillende wijze gevoerde, maar nimmer
aflatende strijd voor sociale gerechtigheid, die is voort gespro
ten uit haar warme mensenliefde en haar diep mededogen met
alle leed. Het is de combinatie van deze twee dingen, die
Anthonie Donker voor ogen had, toen hij haar „het dichtend
geweten'van' ons volk noemde. '4 *•-"
Meer dan vijftig jaar lang beeft
de stem van dit. geweten geklonken
in de Lage Landen en ver daarbui
ten, Vermanend of hartstochtelijk,
in streng zakelijk betoog of in. felle
lyriek. Maar altijd met een inten
se zuiverheid, waarmee zij al spoe
dig de liefde verwierf van haar
intimi, de bewondering en het
respect tenslotte van vriend en te
genstander. En nu zij vandaag
haar tachtigste verjaardag viert
stil en teruggetrokken, overeen
komstig haar eigen uitdrukkelijke
wens nu gaan naar haar de ge
dachten van ontelbaren uit, wier
leven zij glans en gloed verleend
heeft met haar grote gaven.
Stroom van brieven
Henriëtte Roland Holst is tachtig
jaar. In de stille kamer van het
Amsterdamse rusthuis, waar zij de
wintermaanden doorbrengt, zijn al
dagenlang de brieven binnenge
stroomd uit alle delen van de we
reld.. Brieven van de Belgische oud-
minister- Hendrik: de Mari, van
Kamiel Huysmans en van ontelbare
andere vrienden, geestverwanten
en vereerders. Daar "staat ook een
prachtige ruiker witte bloemen, die
helemaal uit Zuid-Afrika gekomen
is als een eerbiedige hulde aan de
strijdster en dichteres."
Aan de wand prijkt een groot af-
T EERT men Henriëtte Roland
L-f Holst kennen uit haar kortge
leden verschenen autobiografie?
(Van Dïtmar, Amsterdam)
Leert men al de grote doden ken
nen. die eens zo'n rol in dit broze,
vurige leven vervulden?
Eerst leest men van een doodge
wone, bijna benijdenswaardige
jeugd-van het goed-gevoede *en
goed-opgevoede meisje uit de jaren
'70—'80. Dan komt de wonderlijke
afbuiging naar het natuurlijk-
kunstzinnige, waarbij de jonge
Henriëtte in de handen,"
valt van de schoolmees-;
terigachtïgheden van1 de
op zijn terrein, knappe,
Verwey, de (ouderwet-^
se) professor in de dop;
maar dan de opzwaai.'
aan Gorter te dankenj
Eindelijk leeft het nieu4
we en het eigene,,. W
Aan die kring heeft zij!
ook haar man te danken;[
de ruggesteun voor een]*
leven, zoals weinig:
vrouwen, toen vooral,en;
ook thans nog, kunnen!
beleven, -d
Geen kinderen ver-[
vullen dit boek niet hun
gesnap, bun ziekten, hun.,
zorggevende stormach-,
tigheden. maar wel de,
worstelende lijdende 4
mensheid. Een man als*
Romain RollancTzalhaar.
eens uit de volheid zijns!
harten een zoen geven.]
maar ach!, dat doét Clara
Zetkin óok, want "Heri-j
riette K. H. blijft in al-7
lés zo zuiver.4
Wild gehuldigd om;
haar groot 'dichterschap;
is .zij nooit, wel in de.'
verte geëerbiedigd en,-
soms met iets eervols,
behangen, zoals enkele
jaren geleden met een
eredoctoraat, maar in
haar hart heeft zij wei
nig om al dat aardse ge
geven.
Het talent 'van' haar Ziel riep
haar tot iets anders dan het ge
makkelijke succes. Daarvoor moest
zij een weg afleggen, hier zowel als
in het verre buitenland, met veel
gereis en getrek langs vergaderza
len en betogingen en langs de ka
mertjes van uitwijkelingen; langs
schuïlholen. Dertig en twintig
jaar voor de Nederlandse Ille
galen. leerden wat het zeggen
wilds cm bij nacht en ontij je over
een bewaakte grens te reppen,
Een recente foto van Nederlands
tachtigjarige dichteres
srlands
IV.
derlandse consuls en arbeiders heb
ben baar daarbij prachtig geholpen.
Verder grijnst in dit bDek van
vluchtig neergeschreven herinne
ringen van een 80-jarige overal de
dood. Op iedere pagina.
De XlXe eeuw, de eeuw der bur
gerlijkheid: dood.
Gorter, Verwey. Kloos. Van'
Eeden dood. -
Kautsky, Trotsky, Lenin, Clara
Zetkin. Zinovjef, Radek,"dood.
zo niet vermoord.
En wederom, wat het
binnenland betreft:
Troelstra, Wibaut Vlie
gen, Wijnkoop dood.
Alleen Van Ravesteyn,
leeft neg en ds. Van
Wijhe.
Verdubbel het aantal
namen dér doden en
vermoorden en men is
er nög niet; lijflijk zijn
die prominenten niet
meer onder ons aanwe
zig. doch hun werk leeft.
Dat werk heeft rijken
gesticht, 'rijken omver -
geworpen, regeringen in
handen genomen. Aan
hun wezen te hebben
mogen deelnemen, hun
waarachtig innerlijk te
hebben mogen doorgron
den dat is toch wel
heel. heel belangrijk. En
het is in een land als het
onze aan maar heel wei
nigen beschoren op zo'n
rijkheid te kunnen te-
rugzien.
De hervormingspoli
tiek. en de dichtkunst
beide leefden in onze 80-
jarige op een hoog plan.
M het eerbied
waardig hoofd van
een 80-jarige hangt al
tijd een waas. Wie over
een leeftüdsgebiëd van
80 jaar heeft leren te-
- rugzien, kan 1D maal
zover, vooruitzien; dat
moest zij zich die smokkelaars- en geeft aan iemands wezens iets ijls,
straperstechniek al eigen .maken diafaans.
als zij naar Rusland wilde, of'uit Hoeveel te ijler worden dan die
Reval weer naar Berlijn terug. Ne- blikken, als de 80-jarige bovendien
UU1S V LLU JJdclX U V CViGUCIl uUUlk
Links daarvan hangt zijn portret
en rechts daarvan een grote, door
hem vervaardigde tekening van de
schrijfster. Op een commode de
foto van Gorter, met wie haar niet
alleen een vriendschap heeft ver
bonden, die een der grote vreugden
in. haar leven is geweest zoals
zij zelf heeft verklaard maar
met wie zjj in eén bepaalde periode,
politiek ook zeer nauw heeft sa
mengewerkt. Het is de periode,
waarin zij op de uiterste linker
vleugel van het Hollandse Marxis
me staat en zich ook rekent tot de
enge geestverwanten vanRosa
Luxemburg met wie zij in som
mige opzichten althans zoveel'
verwantschap vertoont en aan wie
zjj een van haar beste en warmst-
geschreven biografieën heeft ge
wijd.
Over dit boek en over deze ver
wantschap hebben wij gesproken,
toen wij Henriëtte Roland Holst
dezer dagen vergezelden op een
kleine wandeling in het mistige,
herfstige Vondelpark. Een wande
ling, die zij, die vrijwel haar ge
hele leven buiten heeft gewoond,
die ook nu nog 's zomers op de
,,Buissche Hei" bij Zundert ver
toeft. vrijwel geen enkele dag over
slaat,
Herinneringen
De verwantschap met Rosa
Luxemburg,'vooral met de Rosa
Luxemburg, zoals men die leert
kennen uit haar fijne, tere „Brie
ven uit de gevangenis," erkent
Henriëtte Roland Holst volmondig.
Ook zij beschouwt haar Luxem
burg-biografie als een van haar
beste boeken. „Maar hét beste,"
zegt ze, „heb ik toch geloof ik
altijd mijn „Thomas Moré' gevon
den. Ook wel, omdat ik mijn werk
als dichteres van. groter betekenis
vind, dan mijn sociaal-politieke
arbeid."
Op. het moment, dat ze het zegt,
zie ik de kamer voor me, die we
zojuist verlaten hebben, met op de
nog 's lands ggpotste taalkunstena-
res is en als 'zij telkens bekennen
moet „had ik die en die brieven
nog maar", of „ik weet het niet
precies meer", en „als ik mij niet
vergis"; dan gaan de herinneringen
al met een bijzonder lichte tred
lopen.
Men vraagt zich wel eens af:
„Zo'n vrouw als H.R.H.. waar moet
dié nu „echt"'van gehóuden heb
ben. buiten haar dubbele roeping?"
Van bergen; „kon ik ze nog maar
eens terugzien", schrijft zij.
Van bloemen: „ik bracht haar
naar de weelde van Aalsmeer",
schrijft zij ergens over een meege
nomen politieke vriendin na de be
langrijke bijeenkomst van Zïmmer-
wald.
Van haar man, die zij bewonder
de en na wiens dood zü is gaan
zwerven van rusthuis naarrust
huis.
Van een enkel dier.
Van de waarheid des levens,
want deze bracht haar, reeds in
1925 onbewust., doch in de laatste
jaren steeds bewuster, tot God, de
enige trooster als men dé grote
eenzaamheid van de hoge. ouder
dom is binnengegaan. binnenge
gaan langs de moeilijke steile weg
der reinen van geest.
Zo zien wij haar thans, in diepe
eerbied: als onze klassieke Reine
van Geest
„Ik heb het als een bijzonder
voorrecht beschouwd aan de
vooravond van haar tachtigste
verjaardag in het Amsterdamse
Vondelpark een klein wande
lingetje te kunnen maken met
een zo hoogstaande en zo voor
aanstaande vrouw als Henriëtte
ftolana Holst. „Alsjeblieft geen,
notitieboekje en geen inter
view", had ze gezegd, „maar-
een gesprek, heel graag," Emo
hebben wij een klein kwartier,
arm. in arm en voetje voor voet
je, prettig lopen keuvelen over
allerlei dingen, waarmee haar
geest zich nog altijd bezig
houdt. Een enkele -maal staat ze
stil, noemt een langgestorven
auteur en zegt: ,Jiém 'moet je
beslist lezen. Het is zó mooi!"
Nog altijd is ze bereid iets van
haar geestelijke rijkdom weg te
schenken. Het is daardoor, dat
ik aan dit kwartiertje een mooie
herinnering zal bewaren
Aldus zegt een onzer redac
teurendte in bijgaand artikel
zijn indrukken van dit gesprek
heeft saamgevat.
tafel een nog niet voltooid ge
dicht
„Ja, ik werk nog altijd/* vertelt
ze. alsof ze mijn gedachten raadt.
„Binnenkort zal een tweede druk
verschijnen van mijn Levensherin
neringen, dat al weer bijna is
uitverkocht. Deze zal heel wat om
vangrijker worden dan de eerste.
Op mijn leeftijd herinner je je
alles niet zo goed meer. Dat is de
oorzaak, dat in dit boek veel is
weggebleven, wat ik er toch graag
vermeld zag. Het zal nu zeker
150 bladzijden meer gaan bevat
ten...."
Veel veranderd!..-.
Als wc, sprekend over haar „Le
vensherinneringen". ons ook in her
inneringen gaan verdiepen en spre
ken over de grote strijd waarin zij
vooraan heeft gestaan en over de
oorlog, dan glijdt plotseling een
smartelijke trek over haar gezicht.
„Er is veel veranderd," mompelt
ze.
En dan zie ik plotseling hoe oud
Henriëtte Roland Holst geworden
is; hoe zij al haar krachten opge
teerd heeft in een voortdurend die
nend leven. Onwillekeurig komt
mij een vers in de gedachten, dat
zij enige jaren geleden schreef:
,L>e loop is bijna volbracht,
de haven Jcomt eindlijk in zicht,
licht valt nog over mijn pad,
maar het is avondlicht,
koel, kleurloos en grijs.
Bijna is uitgezongen
de op en neer golvende wijs
met haar krachtige modulaties
van ertatische vreugde en pijn;
nu moet zij leren met gratie
gedempt-weemoedig te zijn
Die gedempte weemoed is er
in ons gesprek. Maar er is ook iets
van het vuur„ dat haar haar leven
lang verteerd heeft, dat altijd maar
heeft voortgebrand en dat nog
met is gedoofd.s
Uit de wereld van het NlenweTes
tament. duur Prol. Dr a. Slzoo
(Uitg J. A. Kok N.V.. Kampen). Wat
Prol Sizoo geeft, beperkt zich niet tot
de kring van zijn eigen geloofsgeno
ten (de Gereformeerden). Ook buiten
de Ger. Kerken zal ztjn nieuwste werk
zeker veel belangstelling en waarde
ring trekken. Niet alleen omdat het op
meer dan één punt een aanx-ulling ts
op het vorige boek van de schrijver,
maar ook omdat in zijn nieuwe werk
veel meer aandacht wordt besteed aan
de maatschappelijke en politieke ver
houdingen in het Palestina vnn
Jezus' dagen, aan hec! de „üm.
welt" van het Nieuwe Testament:
Hellas en Klein Azië. aan de heidense
religies, die het eerste Christendom
omgaven. De zeer lezenswaardige en
Interessante schetsen over oude, deels
verdwenen steden „rond de oude we
reldzee": Home. Corlnthe. Efeze, Co-
losse e.a Het hoek Is door de levendige
en kundige wijze, waarop Prof. Slzoo
schrijft en zijn stof behandelt, een
uitstekend hulpmiddel om door te drin
gen in de tijd. dia zózeer en voor alle
eeuwen, de wereld en de persoonlijke
mens ging beheersen.
Geschiedenis der Godsopenbaring, door
Dr J. H Bavinck. Het Nieuwe
Testament. 2de druk (Uitg. J. H. Kok
N.V.. Kampen), wjj volstaan hij de 2e
druk van dit' uitgebreide „Leven van
Jezus*' met een korte aankondiging, nu
het^zdjn waarde bewezen heeft. Deze
ligt vooral ln de zeer uitvoerige docu
mentatie omtrent Jezus' openbaar op
treden Het boek geeft veel meer de
„inner circle1' van Jezus' leven dan de
omgeving, waarin Hij leefde en arbeid,
de. Deel II behandelt de oer-christe
lijke gemeente.
Het ontstaan, van het Pausdam, door
Dr D. Jacobs (Brochure, Ultg.
Willem de Zwijger-Stichting, *s-Gra-
venhage). In 50 pagina's behandelt de
schr. zijn. onderwerp, waarbij hij een
ruim.gebruik heeft gemaakt van diverse
(historische) bronnen. Het boeltje
draagt niet het karakter van een pole
miek noch van een apologie. Het staat
in het teken van de bedoelingen der-
Stichting, die het uitgaf: de verleven
diging en versteviging van hat Protes
tants bewustzijn.
caas
Henriëtte Roland Holst in de
kracht harer jaren, achter haai
werktafel
(Foto uitgeverij „Contact?'j, j