NEDERLANDS WORSTELING -
t
1
m
6
Grondstoffen
Deviezen- onze na&önale econo
mie spruiten hieruit
hoQTUlY-i-nct voort, dat wij, om on-
l f tg ze bevolking te kun
nen voeden en onze
arbeiders aan het werk te houden nog altijd
veel meer in het buitenland moeten kopen
dan wij aan het buitenland verkopen. De
verkoop levert ons deviezen op, d.w.z. bui
tenlandse betaalmiddelen. Voor onze in
kopen echter hebben wij deviezen nodig, die
we ons alleen maar door verkoop kunnen
verschaffen. Er is dus een deviezentekort
en ook in 1949 heeft het heel wat zorgen
gebaard. Hen tracht het op twee manieren
op te heffen. Door de export te vergroten
en meer deviezen te verdienen en door de
import te beperken en daardoor dus devie
zen te sparen. Maar dat laatste is slechts
mogelijk, wanneer wij zelf gaan produceren,
wat we voorheen over de grenzen kochten...
Kwaliteits- 3ËZ&&
Industrialisatie^
in het afgelopen jaar
Uh
IBSil&s§«SilSll
m~. - -
Zaterdag 31 December 1949
De volkshuis-
van elke doodgewone burger hebben dit
jnet elkaar gemeen, dat men de tering naar
de nering moet zetten. Een huisvrouw kan
een tijdje op crediet kopen en de staat kan
een lening sluiten. Doch men kan niet
steeds maar voortgaan met meer uit te ge
ven dan er binnen komt. Zelfs niet wanneer
men een rijke oom in Amerika heeft of
zoals Nederland in de gelukkige omstan
digheid verkeert het tekort te kunnen
overbruggen met Marshall-steun. Ook de
grootste erfenis raakt op en de Marshall
hulp eindigt in 1951. Daarom heeft Neder
land er ook in 1949 krachtig naar gestreefd
het lek in de porteinonnaie het gat in de
betalingsbalans, gelijk men het noemt te
stoppen. Het verkeerde daarbij in de geluk
kige omstandigheid, dat het over een aan
tal grondstoffen beschikt, dat onontbeer
lijk is om de economische machine goed te
laten lopen, zodat 't deze niet, of slechts ge
deeltelijk in 't buitenland hoefde te kopen...
Alle moeilijkheden in
Exporteren of sterven. Dat
Kmnrf 'ls de Belize, waaronder het
jJArJJU V Nederlandse volk het afge
lopen jaar geworsteld heeft voor zgn be
staan. Want onze economische moeilijkhe
den kunnen niet alleen door het besparen
van deviezen worden opgelost. Er moeten
ook deviezen worden verdiend. Daarom
heeft de regering bepaalde faciliteiten ver
leend aan exporteurs, daarom heeft zij in
het najaar van 1949 een instelling in het
leven geroepen als de „Exportbevordering"
met de heer L. Smit aan het hoofd en daar
om heeft zij kostbare en zuur verdiende
deviezen beschikbaar gesteld voor markt
analyses en economische propaganda.
"Want de kost gaat voor de baat uit. Als wij
ons een markt voor onze producten willen
veroveren, moeten wij ons offers getroos
ten. Tot die offers kan men ook de devalua
tie rekenen, die ongetwijfeld onze export
kansen heeft vergroot, maar die ook prijs
stijgingen veroorzaakt, -die een zware be
lasting zijn voor veler budget
Als Nederland meer
y f ten zorgen, dat het
proaucue kan concurreren.
Dat is lang geen
gemakkelijke taak. Vooral niet, omdat er
tal van landen zijn, die veel goedkoper
kunnen produceren. Daarom heeft de re
gering er herhaaldelijk op aangedrongen,
dat men zich zou specialiseren op bepaalde
kwaliteitsproducten. Vooral tot agrarisch
Nederland is dit advies gericht, omdat de
export van landbouw- en veeteeltprodue-
ten, nog altijd het leeuwendeel vormt van
onze totaal-uitvoer. De economische en
bovenal agrarische politiek van de regering
is er dan ook in het afgelopen jaar op ge
richt geweest door de verbetering der pro
ductiemethoden en de toepassing van be
tere werktuigen in dit opzicht resultaten
te bereiken. Waar zij tot stand kwamen
bleken zij soms niet alleen voor de export
van belang, maar ook voor de besparing
van deviezen. Door selectie en teeltkeus
bijvoorbeeld is men er soms in geslaagd de
opbrengst per hectare te vergroten, waar
door dus bij dezelfde oppervlakte bouwland
minder voedsel behoefde te worden inge
voerd
Niet alleen
zenbesparing is het economische wacht
woord in deze tjjd, maar de slagzin luidt
ook: industrialisatie. Dat hangt natuurlijk
met onze exportbehoefte samen. Een mo
dern geoutilleerd land kan "beter concurre
ren en zal gemakkelijker afzetmarkten vin
den, dan een met een verouderd machine
park en dientengevolge bijzonder hoge pro
ductiekosten. En die afzetmarkten heeft
Nederland nodig, willen de schoorstenen
hier blijven roken, wil onze bevolking de
plaats behouden, die zij voor de oorlog in
de West Europese, en in de wereld-econo
mie heeft ingenomen en die zij stap voor
stap, langzaam maar zeker aan het terug-
veroveren is. Makkelijk valt haar dat aller
minst. Er is een ontzaglijke krachtsinspan
ning voor nodig en er moeten ook offers
voor worden gebracht. Maar wie rondkijkt
ia ons land en ziet wat er in de jaren na de
bevrijding, ja alleen al in één enkel jaar
als dat wat thans is afgesloten werd be
reikt, die komt tot de conclusie, dat er veel
is dat wellicht nog verbetering behoeft,
maar toch ook .zeer veel, dat reden geeft
tot gerechtvaardigde trots.
Zonder kolen is de moderne industrie
ondenkbaar. Nederland mag zie?» ver
heugen in het bezit van goed geoutil
leerde mijnen, waar echter de productie
in verband met onze toekomstige ont
wikkeling nog aanzienlijk moet wor
den opgevoerd. Toeft zijn er heel wat
kolentreinen van Limburg uit naar alle
delen wan ons land vertrokken.
Per trein wordt ook de olie vervoerd,
die in Schoonebeke wordt gewonnen. De
productie dekt iang niet onze behoef
ten, maar is toch van grote betekenis, stof vormt voor talrijke metaalbedrijven.
Ijzererts wordt in -Nederland niet ge
dolven, maar het "kan er wel tot ruw-
ïjzer worden veruierkt. De hoogovens,
die dit jaar hun zilveren jubileum vier
den, leveren een product, dat de grond-
Een grondstof voor de bouwnijverheid
levert de Sint Pietersberg. De End-ce
mentfabrieken zullen hem verder af
graven en daardoor hun jaarproductie
op 600.000 ton brengen.
Een belangrijke grondstof vormen
ook de beetwortelen- Zij leveren, ons
suiker en... pulp, dat als veevoeder
wordt gebruikt. En Nederland kan"
moeilijk genoeg veevoeder produceren
als het 't gat in zijn betalingsbalans
wil stoppen
Ü8- 'ZFC-***.*
In het afgelopen, jaar is het stikstof-
bedrijf van de staatsmijnen in gebruik
genomen, waar kunstmest gefabriceerd
wordt, die tot dusver moest worden in
gevoerd. Een deviezenbesparing dus, die
bovendien van betekenis is, omdat wij
met behulp van kunstmest onze agrari
sche productie kunnen vergroten en o«-
afhcnkeUjker worden van buitenlands
voedsel.
Er is nog een ander middel om tot
een grotere voedselproductie te gera
ken, n.l. de uitbreiding van onze land
bouwgronden. In 1949 is de ontginning
van de N.O.-polder in dit opzicht van
de meeste betekenis geweest.
Deviezen bespaart ons ook de wal
visvaart. De Willem Barendsz brengt
van zijn tochten naar de Zuidelijke IJs
zee grote hoeveeheden vet mee, dat van
groot belang is voor onze zeep- en mar-
garineSabricage. Moesten wij al die dui^
zenden tonnen uit het buitenland be
trekken, dan zou de betaling er van
héél wat hoofdbrekens kosten.
En hoe zal het zijn als wij niet langer
over Marshall-gelden beschikken om het
ons ontbrekende broodgraan te betalen?
Het is zaak, dat tegen die tijd het graan
ruist op de plaats, waar kort geleden
nog de golven klotsten. Want alleen dan
kan ons welvaartspeil gehandhaafd
worden. Maar heel het streven der re
gering is daarop dan ook gericht ge
weest.
De pftilipsf abr ie ken te Eindhoven
zijn een van die bedrijven in ons land,
waarvan de betekenis voor onze export
■moeilijk kan worden onderschat. Men
kan zonder enige overdrijving zeggen,
dat zij niet alleen een bestaan verschaf
fen aan de 34.000 arbeiders die daar in
dienst zijn, maar ook nog aan vele wer
kers in tal van andere ondernemingen,
die afhankelijk zijn van import, die voor
een deel betaald wordt met de deviezen,
die zij verdienen
Voor de erport werken ook de weef
getouwen in Twente, die met moeite op
gang gebracht zijn, omdat er garens
moesten zijn, die op hun beurt pas weer
konden worden vervaardigd nadat inen
met behulp van Marshall-gelden de be
nodigde grondstoffen had gekocht. Lang
hebben ze uitsluitend voor de export
gewerkt Nu werken ze óók voor de
binnenlandse markt. Zo kon in de loop
van 1949 de textieldistributie worden
opgeheven. Een bewijs, dat wij toch
langzaarn'maar zeker op de goede weg
zijn.
Een ander artikel, dat gelukkig ook
van de bon kwam is de kaas. *Ook die
is, door diverse omstandigheden, in de
loop van dit jaar tot een anzer be
langrijkste exportgoederen geworden.
Toch zijn wij met onze export nog
lang niet waar wij moeten wezen. Dat
bewijzen bijvoorbeeld de in de Rotter
damse" haven opgelegde Rijnaken. Over
de Rijnvaart is in 1949 heel wat te doen
geweest en het is een van de vele din
gen, die zorgelijk blijven,
t룣ILtl3
Een van de instituten die voor de ont
wikkeling van de Nederlandse landbouw
van grote betekenis zijn, is de agrarische
jaarbeurs, die iedere herfst in Utrecht
wordt geKóucten. Hier kunnen de Ne
derlandse boeren kennisnemen van de
nieuwste landbouwmachines, dte ar
beidskrachten besparen en hun werk
vergemakkelijken, hier kunnen zij sich
op de hoogte stellen van nieuwe, selectie
en teeltmethoden. In 1949 en de on
middellijk daaraan voorafgaande jaren
eveneens stond de agrarische jaar
beurs geheel in het teken van de bij
zondere problemen die thans in de Ne
derlandse landbouw aan de orde zijn in
verband met de economische positie van
ons land en de economische moeilijk
heden in de wereld.
De producten van onze landbouw- en
veeteelt zijn maar al te vaak zeer snel
onderhevig aan bederf. Dat is, als men.
ze exporteren wil, een groot bezwaar,
dat echter ondervangen wordt door de
uiterst moderne koelwagens, die de Ne
derlandse Spoorwegen dit jaar in ge
bruik hebben genomen en die er niet
weinig toe bijdragen, dat onze kwali
teitsproducten hun kwaliteit behouden.
Maar niet alleen de landbouw, ook on
ze industrie maakt kwaliteitsproducten
en artikelen, die zich een faam wisten
te verwerven over de gehele wereld.
Door hun schoonheid soms, zoals het
glas en kristal, dat in Leerdam wordt
vervaardigd
door hun degelijkheid in andere
gevallen, zoa's bijvoorbeeld het product
van onze scheepswerven, die hieraan'
vaak hoogst eervolle buitenlandse op-|
drachten te danken hebben, diede-i
viezen in het laatje brengen. De dit jaar i
in Amsterdam gebouwde-„Oslofjord" is
er een voorbeeld van...
Industrialisatie is het varooi Overal
•in ons land verrijzen de fabrieken, soms
in landelijke centra, soms in onze grote
steden. Wil echter deze industrialisatie
aan het doel beantwoorden, wil men in
deze fabrieken exportgoederen kunnen
vervaardigen in een tempo en met een
productiviteit, die aan de moderne eisen
voldoen, dan zal men ook de werkers,
die hierin hun brood verdienen behoor
lijk moeten huisvesten, omdat men al
leen wanneer zij onder behoorlijke om
standigheden leven van hen de presta
ties kan verengen, die noodzakelijk
zijn. Zo komt het, dat de exportbehoefte,
de industrialisatie, het hele aanzien-van
ons hele land veranderen...
Overal in Nederland verrijzen wonin
gen of woningcomplexen. Het hierbij af
gebeelde flatgebouw in Rotterdam is wél
een van de imposantste bouwwerken
van dit soort, die dit jaar gereed zijn
gekomen.
En ook op het verkeeer "heeft de in
dustrialisatie invloed. De stijgende^goe-v
derenstroom moét warden vervoerd.
Wegen en bruggen zijn daarom ook van
betekenis voor onze economie. In1949
werd een stap vooruit gedaan, toen de
Rijnbrug te Arnhem op haar plaats werd
geschoven.
Het. nieuwe, dit jaar voltooide sta
tionsgebouw op Schiphol, voorzag in een
behoefte, die door het luchtverkeer werd
gesteld. Zo is er opbouw'allerwege.
Maar bij dat alles zal men er voor
dienen te waken, dat het nutinirschoon
niet te veel wordt aangetast en dat mooi
Nederland, ook mooi Nederland olyft.
Dat ls niet alleen een cultureel belang,
maar zelfs ook 'n economisch. Want moot
Nederland ls een onroerend export-arti
kel.'Het trekt vreemdelingen, die devie
zen meebrengen. En iedereen in Neder
land weet nu zo langzamerhand wel nee
belangrijk of dat is.**