DOOK EVERSE, primitief een moderne ACHT DAGEN UIT1' t in Rotterdam FILMS VAN DEZE WEEK Hartje-stad, tot 14 Mei 1940 Burg. Oud opent studentensoos KOINONIA Dans en geniet Eén valse haal en wèg zijn de gebakken eitjes IfikNDER EET BIJ KORENHOF!; ZEGGEN JEUGDIGE T.A.G.ers ^ater,dag,25 Februari 1950 3 Ifeierrschilder met het hart van een kind ira'iiiiatiitiiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiniiiiii Hoge boete wegens over treding deviezenbesluit Kruisafname 't Ventser Het Land van belofte Capitol Black Bart, de Vrijbuiter Cineac, Victoria Romance in de Zuidzee Prinses Een vrouw werd verkocht En de scheepskok stond te swingen voor z'n piano! MEDEWERKSTER iiGiDiiiiiiiiuiuuiMiinnira IV/TET DOOK EVERSE deze tentoonstelling in het Schielandshuis, die vanmiddag werd ge opend, bewijst het opnieuw is een figuur in onze Nederlandse kunstenaarswereld getreden, die wij nauwlettend in het oog zullen moeten houden, omdat hij bezig is daarin een volkomen eigen plaats te ver overen. Dit is des te merkwaardiger, omdat zijn ont wikkelingsgang een tempo vertoont, waarover een ieder zich terecht zal verbazen, die deze evo lutie van dichtbij heeft kunnen volgen. „De Barmhartige Samaritaan" is een van die Bijbelse taferelen, die reeds door vele kunstenaars werd vereeuwigd. IBIIIIililllllllHöllllillï. f 15.000 boete, subsidiar dertig dagen hechtenis wegens niet opzettelijke overtreding van het deviezenbesluit, luidde het vonnis van de Economische Politierechter te Rotterdam tegen de 45-jarige D. F„ directeur van de N.V. H. Hoogerwerff jr en Co's transport onderneming te Rotterdam. Hij werd ervan verdacht tn de jaren 1947 en 1948. In strijd met het devie zenbesluit 1945, zonder toestemming van de Nederlandsche Bank. te hebben beschikt over een aantal buitenlandse vorderingen tot een totaalbedrag van i 224.000.—. Eigenlijk is Dook Everse, .^anneer wij diep in zijn binnenste kijken, een man met het hart van een kind, een moderne primitief, die dit met de oude Vlamingen gemeen heeft, dat hij bij belse onderwerpen in de wereld van thans een plaats geeft temidden van het gewone volk, bij voorkeur harde, stug ge, maar niet onsympathieke boeren met baardstoppels op hun kin. In die boeren ziet hij de met de zwarte aarde verbon denen, argeloze, eenvoudige mensen, naïeve belijders van het geloof der vaderen, die even als Job gebukt gaan onder de zorgen van alledag en die, kruisdragend, nood en lijden op hun levensweg vinden en dan soms de barmhartige Samari taan ontmoeten. Maar ook men sen, die aan het plechtige ritueel der kruisafname deelnemen, omdat, zoals Dook zegt „iedere dag mensen aan het Kruis ster ven". „Mijn felicitaties met tret tot stand brengen van dit gebouw beperken zich niet alleen tot U, doch ik richt mijn gelukwensen in zekere mate ook tot 't gemeentebestuur van Rot terdam, dat hiermee weer van één probleem ontlast", zo sprak Burge meester P. J. Oud Vrijdagmiddag in de nieuwe studentensociëteit „Koi- nonia" aan de Pieter de Hoochweg, tot de bijzondere sociëteitscommissie. Burgemeester Oud had heel wat voor S.S.R. en zijn leden in petto. Nadat een lange rij genodigden een plaatsje gevonden had in het ruime frisse gebouw, waarvan de sleutel even tevoren in de zaal van Missions ito Seamen door de architect was overhandigd aan de praeses van de bijzondere commissie en de vlag voor Koinonia was gehesen -onder het zingen van het verenigingslied, zei Mr Oud o.m. dat bij de bijzondere zorgen die de gemeente heeft om de diverse verenigingen een onderdak te geven, de studenten een eerste rol spelen. Dit betekent voor het hogeschoolleven in een grote stad zeer veel. Het bergip „student" drukt hier immers niet zozeer zijn stempel'op het plaatselijk karakter als b.v. in Leiden. „Het gebouw is semipermanent", vervolgde spreker, „dus waarschijnlijk.' ik hoop dat ook, zal het heel lang staan, dit zou dan in overeenstemming zijn met het vak dat jullie aan de overkant be studeren en dat jullie hier al reeds aan de praktijk getoetst hebt, door zelf mee te helpen met de bouw van jullie soos. Ingeleid door de voorzitter HARTJE stad, vóór 1940. Op de Schiedamse Dijk, ondanks zijn onuitsprekelijke naam (vanwege die „sch", het struikelblok voor niet-Nederlanders) bekend bij vele zeelui van alle zeven zeeën, stond toen een dansgelegenheid, die als slagzin een rijmpje had gevonden: „Dans en geniet in de Cosmopoliet". Het waren niet uitsluitend zeelie den, die daar op afkwamen, al leek het hun behoeften in 't bijzonder te gemoet te komen. Straks weer een lange reis, de eentonigheid van vele dagen hetzelfde werk, met geen an der vooruitzicht dan zee en lucht en hetzelfde stel mannen. Wie zou hun een verzetje misgunnen? Trou wens wie is er zelf niet verzot op pret? Konden we maar méér en va ker „genieten". Een kniesoor, die er de domper op wil zetten. En dus dansen en genieten. Vooral als de vooruitzichten som ber zijn. By' het zien van de foto's van „Prins Carnaval" kwam deze ge dachte bij me op: Waarom eigenlijk niet? Waarom anderen en jezelf on gedwongen pleizier misgund? Of is het niet zo ongedwongen als het lijkt, althans wanneer Prins Alcohol is uitgeroesd? En is het wp! plei zier als de kindertjes van Prins Passie moeten geboren worden of voortijdig tot engeltjes gemaakt? Dit zijn dan de nuchtere feiten, die niets te maken hebben met wat de Bijbel noemt: „laat ons eten en drinken en vrolijk zijn, want mor gen sterven wij." Hedendaags: „dans en geniet, want straks kan 't niet." Denk u niet dat ik hier op be dekte wijze Roomse misbruiken aan de kaak stel. Er doen teveel Pro testanten en z.g. buitenkerkelijke mee aan de verheerlijking van de drie Prinsen, om niet beschaamd te staan. Het gaat ons allen als op het dorpsfeest van de Vlaamse schilder Brueghelwij dansen en genieten, wij laten ons gaan in velerlei drif ten, wij houden de kerk nog zowat in ere, maar tevens buiten schot, op een „veilige" afstand en vergeten het kruis, dat we onbedachtzaam vertreden. Maar wie goed uitkijkt, merkt dat het vertrapte kruis, het middelpunt van de schilderij is. Naar Brueghels bedoeling, van heel ons leven. Dat is, goed verstaan, het evan gelie, 1 OBERMAN van de afdeling Rotterdam van S.S.R.. de heer Ouderman, bracht de rector-magnificus prof. dr C. Glasz, felicitaties over namens de Senaat en colleges. De aanwezigen reageer den met het aanheffen van het, stu dentenlied Io Vivat Aan het einde van deze plechtigheid werd het So- ciëteitsbestuur geïnstalleerd. De eer ste plechtigheid die dit bestuur te volvoeren kreeg was het in ont vangst nemen van gelukwensen tij dens de receptie'die van vjjf tot zes uur duurde in de bovenzaal van Koinonia. Tien jaren geleden was Dook Everse een onbekende, maar hard ploeterende jongeman, die in vrije uren hij was heier van beroep schetsjes maakte in de omgeving van Rotterdam, potlood- en pente keningen van pittoreske hoekjes op boerderijen, van landschappen met een molen of zomaar een oud poortje. Ze waren pretentieloos, die tekeningen en het enige wat enkele kunstvrienden, aan wie hii ze wei eens toonde om critiek te horen, opviel was de geweldige energie, die'hem voortstuwde en de niet af latende ijver om te blijven tekenen met vermijding van de fouten, waarop men hem terloops had ge wezen. Men raadde hem aan naar de academie te gaan om daar het tekenen te leren. Dook ging naar de academie. Overdag was hii heier. 's avonds leerling onder de leerlin gen. Het potlood wilde misschien niet altijd, zoals de leraar het wil de. maar daarover maakte Dook zich geen zorgen. Hem zweefden heel andere beelden voor de geest dan de gipsmodellen, die men hem voorzette. Van z'n zolder maakt hii een eenvoudig atelier, een schil dersezel van een paar oude latten en plankies zat gauw genoeg inel- kaar en omdat linnen erg duur was. prepareerde hii een stuk gonje. waarop best te werken viel. En hii begon te schilderen. Het was oorlog. Er was geen werk voor heiers in een gebombardeerde stad en daarom kon Dook naar hartelust schilderen en tekenen. Hii heeft .die tiid goed benut. Op de gonje ont stonden vreemde, duistere land schappen met veel blauw en griis. want ook verf is niet goedkoop en zeker niet voor een gesiochte heier. Een enkele keer nam hii een bak fiets, laadde de hele santekraam er op en reed naar wiilen Henk Cha- bot. Wat die ervan dacht? Volhou den. Dook! En Dook hield vol. Als hii in de schuur stond, die Chabot tot atelier diende, keek hii zijn ogen uit. Zo zou hii ook nogeens Op de Boekenweek 1950 zouden we hier ter plaatse eigenlijk de dacht moeten kunnen vestigen, maar de bescheiden viering van net Boek in Rotterdam zonder bijzondere festiviteiten, zonder schrijversöaL zoals in de hoofdstad, zonder een massa boekverkopende kunstenaars, behalve dan Henriëtte van Eyk en Simon Vestdijk, die Zaterdag even in de Maasstad de honneurs komen waarnemen, die sobere Rotterdamse opzet kan onmogelijk aanleiding zijn tot veel tam-tam; hieronder treft men alleen een opsomming aan van een aantal lezingen. 'Belangrijker is het bezoek, dat The Birmingham Repertory Theatre Company volgende week Vrijdag komt brengen met het nog steeds niet verouderde stuk; „The Importance of Being Earnest" Als ge Harry Lime hebt zien sneven en de stoute. Manon zien begraven, moet' ge voor de aardigheid toch van de week eens naar 't Venster gaan, ook als ge een argeloos bioscoop bezoeker bent en niet zo een, op wiens gezicht te lezen staat: „ik ga alleen films zien als het Kunst werken zijn, weet u." Daar in 't Venster krijgt ge een film doorgedraaid waar u plezier aan be leven zult, waar ge met een ononderbroken glim lach naar zit te kijken van de eerste tot de laatste meter. Een verduiveld geestige kolderfilm. maar zo fijntjes gespeeld ef> ver teld, met een humor van Engelse soort, dat wij voor ons er een gelukkig uur aan hebben beleefd en sterk de behoefte voelen u met klem aan te raden van deze gelegenheid ge bruik te maken. De kostelijke fihneomedie „Another Shore" (Het land van belofte, in de vertaling) is getrokken uit de roman van Kennith Reddin. Men maakt kennis met Gulliver, een vreemde snaak, dich terlijk en dromerig, behept met de idee- lixe, dat hij van zijn leven nogeens een oude dame of heer bij een ongeluk zal assisteren en vol tedere zorg terzijde staan, voor welke edelaardigheid hij dan beloond zal worden met een vorstelijke som, die hem in staat zal stellen voor goed naar een eenzaam eiland in de Zuidzee te vertrekken, waar hij zijn dagen zal doorbrengen met dromen aan het strand en voor zijn levensonderhoud nu en dan een vis verschalken met de drietand. Eerst heeft hij zijn werkterrein in een park. waar hij. dagelijks gezeten op een vast bankje almaar hoopt op het incident dat hem aan het geld moet helpen om zijil plan te verwezenlijken. Later ver legt hfi het jachtterrein naar de drukste straat van'Dublin, waar natuurlijk veel meer kans is op ongelukken met oude lieden. En Gulliver zou zeker op zijn eiland terecht gekomen zijn. als Jennifer niet op hem verliefd geworden was en al haar vrouwelijke listen had aange wend om haar geliefde dichter bij haar in de buurt te houden. Ga maar eens kijken wat daar alle maal aan te pas komt en heb een goed. vrolijk uur. Robert Beatty speelt Gul liver. Moira Lister, Jennifer en Stanley Holloway geeft een prachtige vreemde snuiter weg, die zo vlot uit het glas nipt, dat men er dorst van zou krijgen. In allerfraaist Nathalie Kalmus-techni- color voert Dan Duxeya als gentleman- rover allerhande gedurfde atuntjes uit, die alle met succes bekroond worden, behalve de laatste, die eindigt in een brandend huis en met de dood van de held: maar in dat laatste avontuur werd hp ook tegen zijn wil betrokken! Tussen het beroven van postkoetsen door weet zwarte Bart ook nog een schone Spaanse danseres aan zijn hart te prangen en zij van de weeromstuit, voert de prachtigste en sierlijkste dansen uit. Wel beschouwd is het nog een drama ook met dat droevig slot van de gelieven, die elkaar nu net niet krijgen de ene partner sneeft immers maar overigens kan men heus wel met een opgewekt gemoed Capitol verlaten, want het is werkelijk menselijk onmogelijk nog iels serieus omtrent deze rolprent te voelen of te zeggen. De glamoureuze, amoureuze, volup tueuze, zwembad-nymph Esther Williams eist weer alle aandacht in de gekleurde Scène uit „Land van Belofte" Romance in de Zuidzee, en terecht. Behalve haar physieke attracties kan men ook haar specialistische kunst, namelijk het zwem-dansen een andere beschrijving kunnen we er niet van geven bewonderen. Wat ze verder heeft te doen, komt er niet zo erg op aan. ook niet of ze een goede of slechte actrice is. Mooi zijn onder alle omstan digheden dus bijvoorbeeld ook wan neer je Juist uit een modderput bent gekropen is een prestatie op zichzelf en is een showfilm als deze Romance ruimschoots genoeg om succes te ver zekeren. De mannen, die om haar heen cirkelen, te land, ter zee en in de lucht, hebben maar erg passief te doen. maar het is hun niet kwalijk te nemen. Xavier Cugat's voortreffelijke muziek en enkele exotische balletten voeren de Eden- achtige sfeer nog op tot een kijk. en hoorspel van klasse. In het dagprogramma kan men kennis maken met een nieuw-oude wekelijkse editie „wy kijken terug", filmherinne ringen van ongeveer twintig jaar terug. Deze Polygoon-flitsen tonen deze keer: de jaarlijkse intocht van de Koninklijke Familie in Amsterdam (1931), de Zep- VANDAAG ZATERDAG 25 FEBR. op het laatste Philharmonisch debutan tenconcert m de Koninginnekerk ('s mid dags) treden twee piano-solisten op: Martzen Wilman in het concert van Mendelssohn en Nini van Mever in het concert van Grieg. Het orkest staat dit maal onder leiding van Piet van Mever. 's Avonds (8.15 u houdt in de lunch room van de Bijenkorf dr. J. Damskas een causerie „Wat lezen wy over muziek", met muzikale omlijsting door Mea Naberman en Hans Schouwman. In de Schouwburg R.T. met „Gasten" en in Luxer „Meester A.B.C.". ZONDAG 23 FEBRUARI: 's avonds in de Schouwburg „Gasten", in Luxor „Meester ARC.". DOOK EVERSE vroeger heier willen schilderen, net zo sterk, net zo ruig. net zo stoer. De invloed ging op hem over; er zou enige tiid voor nodig ziin om hem weer kwiit te raken, om het persoonlijke karakter van Dook zelf de gelegenheid te geven naar voren te komen en zijn stempel te Srukken op het werk. Maar de ijver bleef, evenals de liefde voor de schilderkunst en dank zij deze in de zomer staat Dook reeds 's morgens om zes uur voor ziin ezel heeft hii in vrij korte tiid een hoogte weten te bereiken, die respect afdwingt. De expositie En nu deze tentoonstelling. Het blauw en het grijs staan reeds lang niet meer alleen, deze kleuren heb ben gezelschap gekregen van het warmste rood. dat men zich den ken kan. van het diepste purper van het uitbundigste geel, en het volste groen. Wie binnentreedt, ziet aanvankelijk alleen maar deze kleuren, een galerij van warme en koude kleuren, en van een intensi teit. die ons vergeefs naar een rust punt doet zoeken. Pas later komt de bezinning, zodra men zich los maakt van het geheel en ziin aan dacht wiidt aan elk doek apart. Het ziin voor het merendeel gro te formaten. Ziin bonkige figuren, het landschap vormt in tegenstel ling met vroeger een minderheid, vragen als het ware om die grote formaten. Hier uit zich de stoer heid en de ruigheid, die Dook zo in het werk van Chabot bewonderde en waaraan hii op den duur toch persoonlijker trekken heeft kunnen geven. In zo'n enkele figuur als Job kan hii een grote kracht ontwikkelen, hii heeft er zich geheel ingeleefd en omdat hii een goed vertelier is. krijgt zo'n doek dan een nadrukke lijk anecdotisch karakter. Ziin vor mentaal bezit geen felle expressivi- pelin bij de landing op Waalhaven (let op die prachtig-martiale agent te paard imet zijn fraaie metalen helm) en als derde „topic" de yo-yo-rage, waar iedereen, tot de brievenbesteller en de verkeersregelaars toe. aan ten prooi viel. Interessant is ook de Shell-reportage van het leggen van de pijplijn door de Water weg in September van het vorig jaar. „Big" en „Young" Davy, Jim de woud loper en Rachel zijn de vier personen om wie het gaat in deze film. Big Day is de pionier in het Amerika van 1800, die zijn vrouw heeft verloren en voor zijn zoontje een nieuwe moeder zoekt. In een nederzetting „koopt" hij een vrouw, die door toedoen van haar vader een zgn. „onvrije" is geworden. Hij trouwt met haar, doch beschouwt haar uitsluitend als een soort dienstbode. Wanneer echter zijn vriend Jtm op be zoek komt en liefde voor het meisje Rachel gaat koesteren ontwaakt zijn jaloezie. Het loopt uit op een hevige vechtpartij en Rachel zal nu moeten kiezen tussen de man. die haar had gekocht en de woudloper, die balladen voor haar zong. Een pretentieloze film. die bekoort door het lieve spel van Loretta Young en waaraan een overval van Indianen nog de commerciële spanning geeft. Als we bij de heer de Geus in de Joseph- straat binnenstappen weten we al direct, dat hij de secretaris van de buurtvereniging „Tot Aller Genoegen" is. Met zijn tweede secre taris, de heer Knotsen- berg zit hij verscholen achter een stapel pa perassen en wroet ver woed in een. kaart systeem. Ze zijn bezig de uit nodigingen voor de aan staande contactavond te verzenden. Tussen het schrijven van twee invitaties door vertelt de heer de Geus, met benijdenswaardig enthousiasme over de plannen, die T.A.G. ten aanzien van de komen de zomer heeft. De jongens en meisjes mer zal worden gehou- houden, schenkt de den, zo vertelt hij. - De totale kosten voor een verblijf van een week in een kampoer- centrum zijn berekend op circa zeventien gul den, maar ais de jonge lui, die trouw iedere maand of week hun spaarzegels plakken aan tien gulden ios zijn, be taalt de vereniging de gastvrouw koffie voor ons. Omdat we nogal een groot bestuur heb ben betalen wij die kof fie. Maar de gastvrouw stopt het geld dan in de kamppot en zo komt er een aardig sommotje bij elkaar, waarvoor wij een kampweek voor on ze kinderen kunnen or ganiseren, die nog' be- En hoe is je de eerste reis op die weerprofeet bevallen kokkie, nog al al wat stormpjes, hè? (Van een onzer verslaggevers) SCHEEPSKOK DE JONG, klein van stuk, maar stevig gebouwd, voer al jaren op de lange reis. Maar... zoals het zo menig zee man vergaat, ook hU vond zijn Waterloo in de vorm van een aardig meisje, waarmee hij nog dit jaar trouwen gaat. En wat doe je dan. Natuurlijk geef je haar d'r zin en zoekt een schuit, waarmee je niet zó lang van huis bent. Op de Cumulus bijv., die maar drie weekjes uit de haven pleiten is en je afwisselend een veertien dagen bij je vrouw laat. Meneer, het is, dat ze me zo graag dicht bij d'r heeft, dus ik solli citeerde naar de Cumulus, maar it me dat een slingerbak! 'k Ben een maand weg geweest, maar ik heb het gevoel of ik een jaar met de pannen heb gesjouwd. Rustig me potje ko ken? 't Leek er niet op. Dag in dag uit heb ik staan tc swingen voor me piano. Het vet uit de sleeën vloog je om de oren. Twee maal in de week moest ik voor de hele club. welge teld 58 man, een eitje bakken. U had het moeten zien, hoe ik stond te goochelen om acht pannetjes tegelijk in die zwiepende kombuis in be dwang te houden. Eén valse haal en weg zijn je eitjes. Kan je ze ergens uit een hoekje opvissen. M'n maat Hans, de bakker, vloog een keer met een pan gloeiend eten dwars door de kombuis tegen een snijmachine op. Het hete spul vloog door het loket in de gang. Wonder dat hij eraf kwam met een bezeerde heup. En wat denkt U ervan bij zulk een bar weer een voet vlees van een tachtig kilo uit het kabelgat te moe ten halen? Meer kruipend dan lopend scharrel je die steile stalen trapjes op. Soms is dat stukkie vlees zo licht als een veertje, maar suist het schip teit. geen opzwepende bewogen heid. ze is bii alle abstraherende simpelheid mild en vloeiend. Hii moge nog zulke krachtige koppen schilderen, pezige handen met zwa re knokels of gespierde benen, die in gescheurde klompen steken, deze ziin niet bepalend voor de expres sie. Belangrijk is. dat Dook in het volle leven bliift staan; hii keert zich er niet van af. maar stort zich er midden in. Daarom kan hii zo'n uitbundige Friese dans maken, de Skotse Triie. overvloeiend van le vensvreugde of een ..danse maca bre". die ik persoonlijk helemaal niet macaber vindt, daarvoor is dit doek tezeer doordrenkt van een kermisachtige prgtmakerii. Uit het oogpunt van compositie betekenen ziin groepen een grote vooruitgang door de weloverwogen bouw. Het uitwerken van de verschillende ty pen is ongeliik; sommige gezichten liiken ook niet af en krijgen dan, iets maskerachtigs. Men kan ook nauwelijks van Dook verwachten, dat hii opeens alles onder de knie heeft. In enkele landschappen be speurt men de neiging tot detaille ring. die steun zoekt in een zorg vuldige schildering. Hii suggereert de verlatenheid. Wat ook ziin te kortkomingen mogen ziin de kleur vervult vaak tezeer een de coratieve functie deze Dook Everse toont met dit werk een per soonlijke visie te bezitten, waarvan wii nog veel kunnen verwachten. Met ziin wil en creatief vermogen is hii als het ware voorbestemd om te slagen. Wie met dit werk kennis wenst te maken, bezoeke het Schie landshuis. B. SCHMIDT. Advertentie fl.M.) gZSMKN Meent 128, Rotterdam VRAAGT: voor administratie en verkoop Aanmelden: Woensdag tussen 9 en 12 uur MAANDAG 27 FEBRUARI: het eerste Erasmus-concert in het Schielandshuis wordt verzorgd door de pianist Jacques de Monchy. DINSDAG 28 FEBRUARI: Johan Fa- bricius causeert in het kader van de Boekenweek in de Blauwe Zaal over zyn werk, in het bijzonder over pjn laatste roman „De Grote Geus". Het Vrye Toneel speelt in de Schouwburg voor de kunstkring „Het Schouwspel" „De zilveren fluit" en in Luxor treedt „Meester A.B.C." voor het laatst op. WOENSDAG 1 MAART: 's middags in 't Venster weer een gramofoonconcert, verzorgd door de British Council; wer ken o.a. van Britten en Tippett, inleider K. L. Pearson. Het Rotterdams mannen koor „Zanglust" geeft 's avonds in Lom merrijk een concert met werken van A. B, H. Verhey, Simon Terpstra. Danus Milhaud en Poulenc. Solisten: Betty Haas. sopraan en Jan Dijksman, tenor. In de Schouwburg geeft de Nederlandse Opera een opvoering van Puccini's „Tosca". Bij Voorhoeve Dietrich spreekt Aleida Schot over .Meesters der Hussische vertelkunst" en in Luxor opent de Hoofdstad Operette een serie reprises van „Die Czardas-Fürstin". DONDERDAG 2 MAART: in Luxor een middag van de Boekenweek voor de middelbare schooljeugd. Bij V. D. spreek prof. dr. T. W. S. van Thlenen over „Vorm. lijn en licht" (buitenlandse schilderkunst). Dat is 's avonds, 'sMid dags is de violist Herman Krebbers solist op het lunchconcert (12.45 uur) in de Schouwburg. Hij wordt aan de vleugel begeleid door Annie Nederbragt; pro gramma: Valentini, Respighi, Saint Saëns en P. de Sarasate. In de Schouwburg herhaalt de Haagsche Comedie „Rouw past Electra" van Eugene O'Neill. Ia Luxor „Czardas-Fürstin". Het Rotter dams pianokwartet, bestaande uit Piet Veenstra Sr., viool. Jaap Moelker. alt viool. Piet Veenstra jr., cello en Johan Wolters, piano, concerteert 's avonds in Ons Huis met een programma van Mozart. Brahms. Bretge en van Hemel. VRIJDAG 3 MAART: in de Schouw burg speelt de Birmingham Repertory Theatre Company Oscar Wilde's char mante stuk. „The importance of being Earnest". Het genootschap Nederland Engeland vond dit een fraaie aanleiding om zijn dertigjarig bestaan mee te vieren, maar met lid-zijnde belangstel lenden zijn even welkom. In Lommer rijk herhaalt 't Jong Rotterdams Leken- tceel Kaj Munk's „Het Woord". In Luxor „Czardas-Fürstin". omlaag dan weegt het wel twee hon derd kilo en kraakt het in je boddy. Nee, het vak van scheepskok is niet altijd rozegeur en maneschijn als we kokkie de Jong zo horen ver tellen. Hij en de bakker en de koks maat, de laatste op z'n eerste reis en maar vier dagen zeeziek geweest, hebben er maar voor te zorgen, dat de bikkesementen er zijn. 's Mor gens pap en opsnit (brood met beleg), 's middags een warm prakkie met vlees en groenten en soep vooraf en 's avonds nog eens warm eten, dat bijv. bestaat uit met kennis van za ken samengestelde nasigoreng, zó lekker, dat de boots, een verschrikke lijk sterke en grote kerel, er rustig zes porties van nuttigt! En dank zij die zes porties, is die boots ook weer niet te beroerd om zo nu en dan. dat voetje vlees naar boven te hijsen. Dat potje koken gaat zo door. iede re dag, want een vrye Zondag kent het kombuis-personeel niet. De kok staat vóór het vuur, letterlijk, maar ook, figuurlijk gesproken, tussen twee vuren. Is hij te gul met dure ingre diënten, dan krijgt hij het aan de stok met zijn chef. de hofmeester, die verantwoordelijk is voor de verdeling der rantsoenen; kookt hij niet goed, dan is in een minimum van tijd de stemming aan boord naar de maan en in dat geval kan de kok zeker ook z'n. biezen pakken. rest erbij. Natuurlijk ter za' slagen dan vorig gaat dat niet van. de faar' In een kampeerboer derij by Leusden slie pen toen de kleintjes. De ouderen bivakkeer den in een tweetal ten ten, die naast de boer- paar dubbeltjes contri butie. die de leden be talen cn daarom probe ren we op alle mogelij ke manieren, door mid del van tombola's, Amc- rikaanse verkoping ae~y ^'ar,e,rl opgeslagen, enz. de kamppot te We hadden een eigen „spekken" kok. de heer Korenhof, T ..die van beroep kraan- Juist dezer dagen zyn machinist is, maar in we druk bezig een dui- militaire dienst een van de vereniging, die jenatai loten voor een koks-opleiding heeft ge- voornamelijk in en om Jonkel-meuwe iiets uit ^ou> we hebben de Josephlaan wonen, w zetten onder de le- nooit meer zo lekker zijn reeds enkele maan- den- gegeten als bij Koren den aan het sparen voor Tijdens de bestuurs- hof, En dat beweren hat grote kampfestjjn, vergaderingen, die beur- alle 80 kinderen, dia dat evenals vorig jaar ielings bij een der Ie- aan dat kafrip hebben in. de loop van de zo- den thuis worden ge- deelgenomen. Omstreeks 1920, toen de ramen hangen, dat harder dan tegeswoor- deze beide Rotterdamse „paarden"-bief is töch dig" slepersknollen de eerste lekkerder" en „word oud „En weet ie nog van het wereldoorlog waren door- met paardenbout" Dat gebouw van K. en W. vol gekomen, hielden zii de vind ik lollig". wassenbeelden van hoe volgende samenspraak: „Weet-ie nog van Hein het bii de Franse hoog- „Mce?" van de Raambrug dat heid toe-ging!" „Ja, Je moet bedenken, was geen geheelonthouder „Ja!, nou ie 't zegt. Dat we worden een dagie ou- en geen vegetariër.... zo- was erg! 'k Ben blij. dat der; we lopen op onze als wii!" zoiets onze kleinkinderen laatste benen". „Als ie daar over be- bespaard bliift"... ..Weet ie nog van toen gint! Zeg geheel-onthou- ..Hahaha-hihihi." we iong waren?" derii en ik zie ze hög zit- „Meid. stel-ie niet aan! „En óf! jy was opleg- ten voor de ramen van Hinnik niet zo! Iedereen ger op de Boymans-holen Tivoli: die zanger met z'n kiikt naar ons..Sta niet ik bii de oude Delftse baard, die ballonvaarder zo gek op de keien te Poort. We sloegen het met z'n kapiteinspet. die krabben met ie ouë hoe- vuur uit de keien van de grootste Nederlandse tra- ven..Een paard van on- Soetensteeg en de Slag- gedienne die met odeklon- ze leeftijd staat stil" veld-hol!" ie gorgelde om maar een „Hihihi... mg sokke!... „Meid!, was een tiid!" aanspreekstersstem te Wect-ie nog van Papus?" ..'k Heb 'n blauwe kunnen opzetten." „Die hongerlijder die Maandag in de manege „Oh. meid, wat 'n tiid! knakworstjes at in ziin gelopen, 'k heb bii Bar- Ik zie ze nog zó voor- glazen kooi in dc Doele?" num en Bailey gewerkt, me. die Lilliputters die „Ja! Het waren pnar- 'k ben eerste klas trouw- over onze Coolsingel fla- denknakworsties!" paard geweest, toen met neerden.... „Weet ie nog van de iou oplegger, en toen de „En die zeemeermin in Leeuwenlaners die elke haven inHet zal me de Wintertuin.Je mocht avond het zwemverbod benieuwen, waar dat heen voor een dubbeltje aan overtraden en dan opge- gaat" haar staart voelen of-ie bracht worden op de Fau- „Naar 't paarden-Croos- echt was!" wensteeg en de hele buurt wijk. het abbetwèr", „Bah! Zou ik niet heb- er schier aan?" „Hihihi." ben willen gehad heb- „En van de weerbarsti- „Moet-ie daar om la- ben!" ge Erasmiaanties die bii chen". „En die getatoueerde de molen De Hoop tot 'r „Ja. Moet iii soms hui- vrouw!..Ja, dat was wel nekharen in de natte len. omdat bii de grootste een beetje erg... Maar de Coolsingel werden neer slagers grote biljetten voor mensen waren toen ge- gelaten, omdat ze hun blousie te schoon vonden voor het novietenpompje bii Van Hogendorp?".. ,,'k Heb het je nooit durven vragen, maar wat was toch een accumulato renstation?" „Weet ik 'et! En ben jii weleris bii Catharina Ma ria van Dooren binnenge- weest?" „Daar kwamen geen paarden, net zo min als in de beneden-Passage of het theehuis van Van Veen". „Fritski!" „Zeg iii ook al Fritski? Meid. dat is hoog-Rotter- dams".. „Nou.. Fritsji dan. Daar tankten bleke Rotterdam mers op de groene stoel- ties net zo lang tot ze bij— gekleurd hun blauwe neus achterna-zwaaiden tot ze in de Harmonie be landden. hoge hoed schuin. Duits operaliedie op de lippen en 't laatste paar den granie In hun op- schriifbockie" ..Hè. flauw!... Weet je nog van gekke Fransie?, van Nap de la Mar. van de mooie meisies van Santa Lucia, van de meid van Knottnerus met 'r kope ren ramenspuit?" „Jajaja!... Wat worden wii oud!" „En wat is oud worden fiin!" „Heb iii al de winkel uitgezocht waar je komt tc liggen?" „Ben iii mal! 'k Ga nieuwe schoenen halen bii de hoefsmid op de Galerij! „Hahaha. die iidele hort sik! Hoe oud ben-je?" ..La's kijken..vijfen twintig. Kijk maar naar me sokke. ..Dat je ie niet geneert ••Je liikent wel zo'n oud Engels miinnaard dat met muziek-voorop naar het abbetw&r mot.Zo uit de Hullboot. zo met de schut tersmuziek voorop naar de dood".. ..Weet ie nog, dat dat muziek speulde van Een ouë slepersknol op hol",... het Engelse volkslied!" •Wat een hoon! Maar ja meid. het was toen Boe- renoorlogtiid. weet-je."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1950 | | pagina 3