DOOK EVERSE,
primitief
een
moderne
ACHT DAGEN UIT1'
t in Rotterdam
FILMS VAN DEZE WEEK
Hartje-stad, tot 14 Mei 1940
Burg. Oud opent studentensoos
KOINONIA
Dans en geniet
Eén valse haal en wèg zijn de
gebakken eitjes
IfikNDER
EET BIJ KORENHOF!; ZEGGEN
JEUGDIGE T.A.G.ers
^ater,dag,25 Februari 1950
3
Ifeierrschilder met het hart
van een kind
ira'iiiiatiitiiiiiiiniiiniiiiiiiiiiiiiniiiiii
Hoge boete wegens over
treding deviezenbesluit
Kruisafname
't Ventser
Het Land van
belofte
Capitol
Black Bart, de Vrijbuiter
Cineac, Victoria
Romance in de Zuidzee
Prinses
Een vrouw werd verkocht
En de scheepskok stond te swingen
voor z'n piano!
MEDEWERKSTER
iiGiDiiiiiiiiuiuuiMiinnira
IV/TET DOOK EVERSE deze tentoonstelling
in het Schielandshuis, die vanmiddag werd ge
opend, bewijst het opnieuw is een figuur in onze
Nederlandse kunstenaarswereld getreden, die wij
nauwlettend in het oog zullen moeten houden, omdat
hij bezig is daarin een volkomen eigen plaats te ver
overen. Dit is des te merkwaardiger, omdat zijn ont
wikkelingsgang een tempo vertoont, waarover een
ieder zich terecht zal
verbazen, die deze evo
lutie van dichtbij heeft
kunnen volgen.
„De Barmhartige Samaritaan" is
een van die Bijbelse taferelen,
die reeds door vele kunstenaars
werd vereeuwigd.
IBIIIIililllllllHöllllillï.
f 15.000 boete, subsidiar dertig dagen
hechtenis wegens niet opzettelijke
overtreding van het deviezenbesluit,
luidde het vonnis van de Economische
Politierechter te Rotterdam tegen de
45-jarige D. F„ directeur van de N.V.
H. Hoogerwerff jr en Co's transport
onderneming te Rotterdam.
Hij werd ervan verdacht tn de jaren
1947 en 1948. In strijd met het devie
zenbesluit 1945, zonder toestemming
van de Nederlandsche Bank. te hebben
beschikt over een aantal buitenlandse
vorderingen tot een totaalbedrag van
i 224.000.—.
Eigenlijk is Dook Everse,
.^anneer wij diep in zijn
binnenste kijken, een man
met het hart van een kind,
een moderne primitief, die
dit met de oude Vlamingen
gemeen heeft, dat hij bij
belse onderwerpen in de
wereld van thans een plaats
geeft temidden van het gewone
volk, bij voorkeur harde, stug
ge, maar niet onsympathieke
boeren met baardstoppels op
hun kin. In die boeren ziet hij
de met de zwarte aarde verbon
denen, argeloze, eenvoudige
mensen, naïeve belijders van
het geloof der vaderen, die even
als Job gebukt gaan onder de
zorgen van alledag en die,
kruisdragend, nood en lijden op
hun levensweg vinden en dan
soms de barmhartige Samari
taan ontmoeten. Maar ook men
sen, die aan het plechtige ritueel
der kruisafname deelnemen,
omdat, zoals Dook zegt „iedere
dag mensen aan het Kruis ster
ven".
„Mijn felicitaties met tret tot stand
brengen van dit gebouw beperken
zich niet alleen tot U, doch ik richt
mijn gelukwensen in zekere mate
ook tot 't gemeentebestuur van Rot
terdam, dat hiermee weer van één
probleem ontlast", zo sprak Burge
meester P. J. Oud Vrijdagmiddag in
de nieuwe studentensociëteit „Koi-
nonia" aan de Pieter de Hoochweg,
tot de bijzondere sociëteitscommissie.
Burgemeester Oud had heel wat
voor S.S.R. en zijn leden in petto.
Nadat een lange rij genodigden een
plaatsje gevonden had in het ruime
frisse gebouw, waarvan de sleutel
even tevoren in de zaal van Missions
ito Seamen door de architect was
overhandigd aan de praeses van de
bijzondere commissie en de vlag voor
Koinonia was gehesen -onder het
zingen van het verenigingslied, zei
Mr Oud o.m. dat bij de bijzondere
zorgen die de gemeente heeft om de
diverse verenigingen een onderdak
te geven, de studenten een eerste
rol spelen. Dit betekent voor het
hogeschoolleven in een grote stad
zeer veel. Het bergip „student"
drukt hier immers niet zozeer zijn
stempel'op het plaatselijk karakter
als b.v. in Leiden. „Het gebouw is
semipermanent", vervolgde spreker,
„dus waarschijnlijk.' ik hoop dat ook,
zal het heel lang staan, dit zou dan
in overeenstemming zijn met het
vak dat jullie aan de overkant be
studeren en dat jullie hier al reeds
aan de praktijk getoetst hebt, door
zelf mee te helpen met de bouw van
jullie soos.
Ingeleid door de voorzitter
HARTJE stad, vóór 1940. Op de
Schiedamse Dijk, ondanks zijn
onuitsprekelijke naam (vanwege
die „sch", het struikelblok voor
niet-Nederlanders) bekend bij vele
zeelui van alle zeven zeeën, stond
toen een dansgelegenheid, die als
slagzin een rijmpje had gevonden:
„Dans en geniet in de Cosmopoliet".
Het waren niet uitsluitend zeelie
den, die daar op afkwamen, al leek
het hun behoeften in 't bijzonder te
gemoet te komen. Straks weer een
lange reis, de eentonigheid van vele
dagen hetzelfde werk, met geen an
der vooruitzicht dan zee en lucht
en hetzelfde stel mannen. Wie zou
hun een verzetje misgunnen? Trou
wens wie is er zelf niet verzot op
pret? Konden we maar méér en va
ker „genieten".
Een kniesoor, die er de domper op
wil zetten.
En dus dansen en genieten.
Vooral als de vooruitzichten som
ber zijn.
By' het zien van de foto's van
„Prins Carnaval" kwam deze ge
dachte bij me op: Waarom eigenlijk
niet? Waarom anderen en jezelf on
gedwongen pleizier misgund? Of is
het niet zo ongedwongen als het
lijkt, althans wanneer Prins Alcohol
is uitgeroesd? En is het wp! plei
zier als de kindertjes van Prins
Passie moeten geboren worden of
voortijdig tot engeltjes gemaakt?
Dit zijn dan de nuchtere feiten, die
niets te maken hebben met wat de
Bijbel noemt: „laat ons eten en
drinken en vrolijk zijn, want mor
gen sterven wij." Hedendaags: „dans
en geniet, want straks kan 't niet."
Denk u niet dat ik hier op be
dekte wijze Roomse misbruiken aan
de kaak stel. Er doen teveel Pro
testanten en z.g. buitenkerkelijke
mee aan de verheerlijking van de
drie Prinsen, om niet beschaamd te
staan. Het gaat ons allen als op het
dorpsfeest van de Vlaamse schilder
Brueghelwij dansen en genieten,
wij laten ons gaan in velerlei drif
ten, wij houden de kerk nog zowat
in ere, maar tevens buiten schot, op
een „veilige" afstand en vergeten
het kruis, dat we onbedachtzaam
vertreden. Maar wie goed uitkijkt,
merkt dat het vertrapte kruis, het
middelpunt van de schilderij is.
Naar Brueghels bedoeling, van heel
ons leven.
Dat is, goed verstaan, het evan
gelie,
1 OBERMAN
van de afdeling Rotterdam van
S.S.R.. de heer Ouderman, bracht de
rector-magnificus prof. dr C. Glasz,
felicitaties over namens de Senaat
en colleges. De aanwezigen reageer
den met het aanheffen van het, stu
dentenlied Io Vivat Aan het einde
van deze plechtigheid werd het So-
ciëteitsbestuur geïnstalleerd. De eer
ste plechtigheid die dit bestuur te
volvoeren kreeg was het in ont
vangst nemen van gelukwensen tij
dens de receptie'die van vjjf tot zes
uur duurde in de bovenzaal van
Koinonia.
Tien jaren geleden was Dook
Everse een onbekende, maar hard
ploeterende jongeman, die in vrije
uren hij was heier van beroep
schetsjes maakte in de omgeving
van Rotterdam, potlood- en pente
keningen van pittoreske hoekjes op
boerderijen, van landschappen met
een molen of zomaar een oud
poortje. Ze waren pretentieloos, die
tekeningen en het enige wat enkele
kunstvrienden, aan wie hii ze wei
eens toonde om critiek te horen,
opviel was de geweldige energie,
die'hem voortstuwde en de niet af
latende ijver om te blijven tekenen
met vermijding van de fouten,
waarop men hem terloops had ge
wezen. Men raadde hem aan naar
de academie te gaan om daar het
tekenen te leren. Dook ging naar de
academie. Overdag was hii heier.
's avonds leerling onder de leerlin
gen. Het potlood wilde misschien
niet altijd, zoals de leraar het wil
de. maar daarover maakte Dook
zich geen zorgen. Hem zweefden
heel andere beelden voor de geest
dan de gipsmodellen, die men hem
voorzette. Van z'n zolder maakt hii
een eenvoudig atelier, een schil
dersezel van een paar oude latten
en plankies zat gauw genoeg inel-
kaar en omdat linnen erg duur was.
prepareerde hii een stuk gonje.
waarop best te werken viel.
En hii begon te schilderen. Het
was oorlog. Er was geen werk voor
heiers in een gebombardeerde stad
en daarom kon Dook naar hartelust
schilderen en tekenen. Hii heeft .die
tiid goed benut. Op de gonje ont
stonden vreemde, duistere land
schappen met veel blauw en griis.
want ook verf is niet goedkoop en
zeker niet voor een gesiochte heier.
Een enkele keer nam hii een bak
fiets, laadde de hele santekraam er
op en reed naar wiilen Henk Cha-
bot. Wat die ervan dacht? Volhou
den. Dook! En Dook hield vol. Als
hii in de schuur stond, die Chabot
tot atelier diende, keek hii zijn
ogen uit. Zo zou hii ook nogeens
Op de Boekenweek 1950 zouden we hier ter plaatse eigenlijk de
dacht moeten kunnen vestigen, maar de bescheiden viering van net
Boek in Rotterdam zonder bijzondere festiviteiten, zonder schrijversöaL
zoals in de hoofdstad, zonder een massa boekverkopende kunstenaars,
behalve dan Henriëtte van Eyk en Simon Vestdijk, die Zaterdag even
in de Maasstad de honneurs komen waarnemen, die sobere Rotterdamse
opzet kan onmogelijk aanleiding zijn tot veel tam-tam; hieronder treft
men alleen een opsomming aan van een aantal lezingen. 'Belangrijker is
het bezoek, dat The Birmingham Repertory Theatre Company volgende
week Vrijdag komt brengen met het nog steeds niet verouderde stuk;
„The Importance of Being Earnest"
Als ge Harry Lime hebt
zien sneven en de stoute.
Manon zien begraven, moet'
ge voor de aardigheid toch
van de week eens naar
't Venster gaan, ook als
ge een argeloos bioscoop
bezoeker bent en niet zo
een, op wiens gezicht te
lezen staat: „ik ga alleen
films zien als het Kunst
werken zijn, weet u."
Daar in 't Venster krijgt
ge een film doorgedraaid
waar u plezier aan be
leven zult, waar ge met
een ononderbroken glim
lach naar zit te kijken van
de eerste tot de laatste
meter. Een verduiveld
geestige kolderfilm. maar
zo fijntjes gespeeld ef> ver
teld, met een humor van
Engelse soort, dat wij voor ons er een
gelukkig uur aan hebben beleefd en
sterk de behoefte voelen u met klem
aan te raden van deze gelegenheid ge
bruik te maken.
De kostelijke fihneomedie „Another
Shore" (Het land van belofte, in de
vertaling) is getrokken uit de roman
van Kennith Reddin. Men maakt kennis
met Gulliver, een vreemde snaak, dich
terlijk en dromerig, behept met de idee-
lixe, dat hij van zijn leven nogeens een
oude dame of heer bij een ongeluk zal
assisteren en vol tedere zorg terzijde
staan, voor welke edelaardigheid hij dan
beloond zal worden met een vorstelijke
som, die hem in staat zal stellen voor
goed naar een eenzaam eiland in de
Zuidzee te vertrekken, waar hij zijn
dagen zal doorbrengen met dromen aan
het strand en voor zijn levensonderhoud
nu en dan een vis verschalken met de
drietand.
Eerst heeft hij zijn werkterrein in een
park. waar hij. dagelijks gezeten op een
vast bankje almaar hoopt op het incident
dat hem aan het geld moet helpen om
zijil plan te verwezenlijken. Later ver
legt hfi het jachtterrein naar de drukste
straat van'Dublin, waar natuurlijk veel
meer kans is op ongelukken met oude
lieden. En Gulliver zou zeker op zijn
eiland terecht gekomen zijn. als Jennifer
niet op hem verliefd geworden was en
al haar vrouwelijke listen had aange
wend om haar geliefde dichter bij haar
in de buurt te houden.
Ga maar eens kijken wat daar alle
maal aan te pas komt en heb een goed.
vrolijk uur. Robert Beatty speelt Gul
liver. Moira Lister, Jennifer en Stanley
Holloway geeft een prachtige vreemde
snuiter weg, die zo vlot uit het glas nipt,
dat men er dorst van zou krijgen.
In allerfraaist Nathalie Kalmus-techni-
color voert Dan Duxeya als gentleman-
rover allerhande gedurfde atuntjes uit,
die alle met succes bekroond worden,
behalve de laatste, die eindigt in een
brandend huis en met de dood van de
held: maar in dat laatste avontuur werd
hp ook tegen zijn wil betrokken! Tussen
het beroven van postkoetsen door weet
zwarte Bart ook nog een schone Spaanse
danseres aan zijn hart te prangen en zij
van de weeromstuit, voert de prachtigste
en sierlijkste dansen uit. Wel beschouwd
is het nog een drama ook met dat
droevig slot van de gelieven, die elkaar
nu net niet krijgen de ene partner
sneeft immers maar overigens kan
men heus wel met een opgewekt gemoed
Capitol verlaten, want het is werkelijk
menselijk onmogelijk nog iels serieus
omtrent deze rolprent te voelen of te
zeggen.
De glamoureuze, amoureuze, volup
tueuze, zwembad-nymph Esther Williams
eist weer alle aandacht in de gekleurde
Scène uit „Land van Belofte"
Romance in de Zuidzee, en terecht.
Behalve haar physieke attracties kan
men ook haar specialistische kunst,
namelijk het zwem-dansen een andere
beschrijving kunnen we er niet van
geven bewonderen. Wat ze verder
heeft te doen, komt er niet zo erg op
aan. ook niet of ze een goede of slechte
actrice is. Mooi zijn onder alle omstan
digheden dus bijvoorbeeld ook wan
neer je Juist uit een modderput bent
gekropen is een prestatie op zichzelf
en is een showfilm als deze Romance
ruimschoots genoeg om succes te ver
zekeren. De mannen, die om haar heen
cirkelen, te land, ter zee en in de lucht,
hebben maar erg passief te doen. maar
het is hun niet kwalijk te nemen. Xavier
Cugat's voortreffelijke muziek en enkele
exotische balletten voeren de Eden-
achtige sfeer nog op tot een kijk. en
hoorspel van klasse.
In het dagprogramma kan men kennis
maken met een nieuw-oude wekelijkse
editie „wy kijken terug", filmherinne
ringen van ongeveer twintig jaar terug.
Deze Polygoon-flitsen tonen deze keer:
de jaarlijkse intocht van de Koninklijke
Familie in Amsterdam (1931), de Zep-
VANDAAG ZATERDAG 25 FEBR.
op het laatste Philharmonisch debutan
tenconcert m de Koninginnekerk ('s mid
dags) treden twee piano-solisten op:
Martzen Wilman in het concert van
Mendelssohn en Nini van Mever in het
concert van Grieg. Het orkest staat dit
maal onder leiding van Piet van Mever.
's Avonds (8.15 u houdt in de lunch
room van de Bijenkorf dr. J. Damskas
een causerie „Wat lezen wy over
muziek", met muzikale omlijsting door
Mea Naberman en Hans Schouwman. In
de Schouwburg R.T. met „Gasten" en in
Luxer „Meester A.B.C.".
ZONDAG 23 FEBRUARI: 's avonds in
de Schouwburg „Gasten", in Luxor
„Meester ARC.".
DOOK EVERSE
vroeger heier
willen schilderen, net zo sterk, net
zo ruig. net zo stoer.
De invloed ging op hem over; er
zou enige tiid voor nodig ziin om
hem weer kwiit te raken, om het
persoonlijke karakter van Dook
zelf de gelegenheid te geven naar
voren te komen en zijn stempel te
Srukken op het werk. Maar de
ijver bleef, evenals de liefde voor
de schilderkunst en dank zij deze
in de zomer staat Dook reeds
's morgens om zes uur voor ziin
ezel heeft hii in vrij korte tiid
een hoogte weten te bereiken, die
respect afdwingt.
De expositie
En nu deze tentoonstelling. Het
blauw en het grijs staan reeds lang
niet meer alleen, deze kleuren heb
ben gezelschap gekregen van het
warmste rood. dat men zich den
ken kan. van het diepste purper
van het uitbundigste geel, en het
volste groen. Wie binnentreedt, ziet
aanvankelijk alleen maar deze
kleuren, een galerij van warme en
koude kleuren, en van een intensi
teit. die ons vergeefs naar een rust
punt doet zoeken. Pas later komt
de bezinning, zodra men zich los
maakt van het geheel en ziin aan
dacht wiidt aan elk doek apart.
Het ziin voor het merendeel gro
te formaten. Ziin bonkige figuren,
het landschap vormt in tegenstel
ling met vroeger een minderheid,
vragen als het ware om die grote
formaten. Hier uit zich de stoer
heid en de ruigheid, die Dook zo in
het werk van Chabot bewonderde
en waaraan hii op den duur toch
persoonlijker trekken heeft kunnen
geven.
In zo'n enkele figuur als Job kan
hii een grote kracht ontwikkelen,
hii heeft er zich geheel ingeleefd en
omdat hii een goed vertelier is.
krijgt zo'n doek dan een nadrukke
lijk anecdotisch karakter. Ziin vor
mentaal bezit geen felle expressivi-
pelin bij de landing op Waalhaven (let
op die prachtig-martiale agent te paard
imet zijn fraaie metalen helm) en als
derde „topic" de yo-yo-rage, waar
iedereen, tot de brievenbesteller en de
verkeersregelaars toe. aan ten prooi viel.
Interessant is ook de Shell-reportage van
het leggen van de pijplijn door de Water
weg in September van het vorig jaar.
„Big" en „Young" Davy, Jim de woud
loper en Rachel zijn de vier personen
om wie het gaat in deze film. Big Day
is de pionier in het Amerika van 1800,
die zijn vrouw heeft verloren en voor
zijn zoontje een nieuwe moeder zoekt.
In een nederzetting „koopt" hij een
vrouw, die door toedoen van haar vader
een zgn. „onvrije" is geworden. Hij
trouwt met haar, doch beschouwt haar
uitsluitend als een soort dienstbode.
Wanneer echter zijn vriend Jtm op be
zoek komt en liefde voor het meisje
Rachel gaat koesteren ontwaakt zijn
jaloezie. Het loopt uit op een hevige
vechtpartij en Rachel zal nu moeten
kiezen tussen de man. die haar had
gekocht en de woudloper, die balladen
voor haar zong.
Een pretentieloze film. die bekoort
door het lieve spel van Loretta Young
en waaraan een overval van Indianen
nog de commerciële spanning geeft.
Als we bij de heer
de Geus in de Joseph-
straat binnenstappen
weten we al direct, dat
hij de secretaris van de
buurtvereniging „Tot
Aller Genoegen" is.
Met zijn tweede secre
taris, de heer Knotsen-
berg zit hij verscholen
achter een stapel pa
perassen en wroet ver
woed in een. kaart
systeem.
Ze zijn bezig de uit
nodigingen voor de aan
staande contactavond te
verzenden.
Tussen het schrijven
van twee invitaties door
vertelt de heer de Geus,
met benijdenswaardig
enthousiasme over de
plannen, die T.A.G. ten
aanzien van de komen
de zomer heeft.
De jongens en meisjes
mer zal worden gehou- houden, schenkt de
den, zo vertelt hij. -
De totale kosten voor
een verblijf van een
week in een kampoer-
centrum zijn berekend
op circa zeventien gul
den, maar ais de jonge
lui, die trouw iedere
maand of week hun
spaarzegels plakken aan
tien gulden ios zijn, be
taalt de vereniging de
gastvrouw koffie voor
ons. Omdat we nogal
een groot bestuur heb
ben betalen wij die kof
fie. Maar de gastvrouw
stopt het geld dan in de
kamppot en zo komt er
een aardig sommotje bij
elkaar, waarvoor wij
een kampweek voor on
ze kinderen kunnen or
ganiseren, die nog' be-
En hoe is je de eerste reis op die
weerprofeet bevallen kokkie, nog al
al wat stormpjes, hè?
(Van een onzer verslaggevers)
SCHEEPSKOK DE JONG, klein van stuk, maar stevig gebouwd,
voer al jaren op de lange reis. Maar... zoals het zo menig zee
man vergaat, ook hU vond zijn Waterloo in de vorm van een aardig
meisje, waarmee hij nog dit jaar trouwen gaat. En wat doe je dan.
Natuurlijk geef je haar d'r zin en zoekt een schuit, waarmee je niet
zó lang van huis bent. Op de Cumulus bijv., die maar drie weekjes uit
de haven pleiten is en je afwisselend een veertien dagen bij je vrouw
laat.
Meneer, het is, dat ze me zo
graag dicht bij d'r heeft, dus ik solli
citeerde naar de Cumulus, maar it
me dat een slingerbak! 'k Ben een
maand weg geweest, maar ik heb het
gevoel of ik een jaar met de pannen
heb gesjouwd. Rustig me potje ko
ken? 't Leek er niet op. Dag in dag
uit heb ik staan tc swingen voor me
piano. Het vet uit de sleeën vloog je
om de oren. Twee maal in de week
moest ik voor de hele club. welge
teld 58 man, een eitje bakken. U
had het moeten zien, hoe ik stond te
goochelen om acht pannetjes tegelijk
in die zwiepende kombuis in be
dwang te houden. Eén valse haal en
weg zijn je eitjes. Kan je ze ergens
uit een hoekje opvissen. M'n maat
Hans, de bakker, vloog een keer met
een pan gloeiend eten dwars door de
kombuis tegen een snijmachine op.
Het hete spul vloog door het loket
in de gang. Wonder dat hij eraf
kwam met een bezeerde heup.
En wat denkt U ervan bij zulk een
bar weer een voet vlees van een
tachtig kilo uit het kabelgat te moe
ten halen? Meer kruipend dan lopend
scharrel je die steile stalen trapjes
op. Soms is dat stukkie vlees zo licht
als een veertje, maar suist het schip
teit. geen opzwepende bewogen
heid. ze is bii alle abstraherende
simpelheid mild en vloeiend. Hii
moge nog zulke krachtige koppen
schilderen, pezige handen met zwa
re knokels of gespierde benen, die
in gescheurde klompen steken, deze
ziin niet bepalend voor de expres
sie.
Belangrijk is. dat Dook in het
volle leven bliift staan; hii keert
zich er niet van af. maar stort zich
er midden in. Daarom kan hii zo'n
uitbundige Friese dans maken, de
Skotse Triie. overvloeiend van le
vensvreugde of een ..danse maca
bre". die ik persoonlijk helemaal
niet macaber vindt, daarvoor is dit
doek tezeer doordrenkt van een
kermisachtige prgtmakerii. Uit het
oogpunt van compositie betekenen
ziin groepen een grote vooruitgang
door de weloverwogen bouw. Het
uitwerken van de verschillende ty
pen is ongeliik; sommige gezichten
liiken ook niet af en krijgen dan,
iets maskerachtigs. Men kan ook
nauwelijks van Dook verwachten,
dat hii opeens alles onder de knie
heeft. In enkele landschappen be
speurt men de neiging tot detaille
ring. die steun zoekt in een zorg
vuldige schildering. Hii suggereert
de verlatenheid. Wat ook ziin te
kortkomingen mogen ziin de
kleur vervult vaak tezeer een de
coratieve functie deze Dook
Everse toont met dit werk een per
soonlijke visie te bezitten, waarvan
wii nog veel kunnen verwachten.
Met ziin wil en creatief vermogen
is hii als het ware voorbestemd om
te slagen. Wie met dit werk kennis
wenst te maken, bezoeke het Schie
landshuis. B. SCHMIDT.
Advertentie fl.M.)
gZSMKN
Meent 128, Rotterdam
VRAAGT:
voor administratie en
verkoop
Aanmelden: Woensdag tussen 9
en 12 uur
MAANDAG 27 FEBRUARI: het eerste
Erasmus-concert in het Schielandshuis
wordt verzorgd door de pianist Jacques
de Monchy.
DINSDAG 28 FEBRUARI: Johan Fa-
bricius causeert in het kader van de
Boekenweek in de Blauwe Zaal over
zyn werk, in het bijzonder over pjn
laatste roman „De Grote Geus". Het
Vrye Toneel speelt in de Schouwburg
voor de kunstkring „Het Schouwspel"
„De zilveren fluit" en in Luxor treedt
„Meester A.B.C." voor het laatst op.
WOENSDAG 1 MAART: 's middags in
't Venster weer een gramofoonconcert,
verzorgd door de British Council; wer
ken o.a. van Britten en Tippett, inleider
K. L. Pearson. Het Rotterdams mannen
koor „Zanglust" geeft 's avonds in Lom
merrijk een concert met werken van
A. B, H. Verhey, Simon Terpstra. Danus
Milhaud en Poulenc. Solisten: Betty
Haas. sopraan en Jan Dijksman, tenor.
In de Schouwburg geeft de Nederlandse
Opera een opvoering van Puccini's
„Tosca". Bij Voorhoeve Dietrich
spreekt Aleida Schot over .Meesters der
Hussische vertelkunst" en in Luxor
opent de Hoofdstad Operette een serie
reprises van „Die Czardas-Fürstin".
DONDERDAG 2 MAART: in Luxor
een middag van de Boekenweek voor de
middelbare schooljeugd. Bij V. D.
spreek prof. dr. T. W. S. van Thlenen
over „Vorm. lijn en licht" (buitenlandse
schilderkunst). Dat is 's avonds, 'sMid
dags is de violist Herman Krebbers solist
op het lunchconcert (12.45 uur) in de
Schouwburg. Hij wordt aan de vleugel
begeleid door Annie Nederbragt; pro
gramma: Valentini, Respighi, Saint Saëns
en P. de Sarasate. In de Schouwburg
herhaalt de Haagsche Comedie „Rouw
past Electra" van Eugene O'Neill. Ia
Luxor „Czardas-Fürstin". Het Rotter
dams pianokwartet, bestaande uit Piet
Veenstra Sr., viool. Jaap Moelker. alt
viool. Piet Veenstra jr., cello en Johan
Wolters, piano, concerteert 's avonds in
Ons Huis met een programma van
Mozart. Brahms. Bretge en van Hemel.
VRIJDAG 3 MAART: in de Schouw
burg speelt de Birmingham Repertory
Theatre Company Oscar Wilde's char
mante stuk. „The importance of being
Earnest". Het genootschap Nederland
Engeland vond dit een fraaie aanleiding
om zijn dertigjarig bestaan mee te
vieren, maar met lid-zijnde belangstel
lenden zijn even welkom. In Lommer
rijk herhaalt 't Jong Rotterdams Leken-
tceel Kaj Munk's „Het Woord". In
Luxor „Czardas-Fürstin".
omlaag dan weegt het wel twee hon
derd kilo en kraakt het in je boddy.
Nee, het vak van scheepskok is
niet altijd rozegeur en maneschijn
als we kokkie de Jong zo horen ver
tellen. Hij en de bakker en de koks
maat, de laatste op z'n eerste reis
en maar vier dagen zeeziek geweest,
hebben er maar voor te zorgen, dat
de bikkesementen er zijn. 's Mor
gens pap en opsnit (brood met beleg),
's middags een warm prakkie met
vlees en groenten en soep vooraf en
's avonds nog eens warm eten, dat
bijv. bestaat uit met kennis van za
ken samengestelde nasigoreng, zó
lekker, dat de boots, een verschrikke
lijk sterke en grote kerel, er rustig
zes porties van nuttigt! En dank zij
die zes porties, is die boots ook weer
niet te beroerd om zo nu en dan. dat
voetje vlees naar boven te hijsen.
Dat potje koken gaat zo door. iede
re dag, want een vrye Zondag kent
het kombuis-personeel niet. De kok
staat vóór het vuur, letterlijk, maar
ook, figuurlijk gesproken, tussen twee
vuren. Is hij te gul met dure ingre
diënten, dan krijgt hij het aan de
stok met zijn chef. de hofmeester, die
verantwoordelijk is voor de verdeling
der rantsoenen; kookt hij niet goed,
dan is in een minimum van tijd de
stemming aan boord naar de maan en
in dat geval kan de kok zeker ook z'n.
biezen pakken.
rest erbij. Natuurlijk ter za' slagen dan vorig
gaat dat niet van. de faar'
In een kampeerboer
derij by Leusden slie
pen toen de kleintjes.
De ouderen bivakkeer
den in een tweetal ten
ten, die naast de boer-
paar dubbeltjes contri
butie. die de leden be
talen cn daarom probe
ren we op alle mogelij
ke manieren, door mid
del van tombola's, Amc-
rikaanse verkoping ae~y ^'ar,e,rl opgeslagen,
enz. de kamppot te We hadden een eigen
„spekken" kok. de heer Korenhof,
T ..die van beroep kraan-
Juist dezer dagen zyn machinist is, maar in
we druk bezig een dui- militaire dienst een
van de vereniging, die jenatai loten voor een koks-opleiding heeft ge-
voornamelijk in en om Jonkel-meuwe iiets uit ^ou> we hebben
de Josephlaan wonen, w zetten onder de le- nooit meer zo lekker
zijn reeds enkele maan- den- gegeten als bij Koren
den aan het sparen voor Tijdens de bestuurs- hof, En dat beweren
hat grote kampfestjjn, vergaderingen, die beur- alle 80 kinderen, dia
dat evenals vorig jaar ielings bij een der Ie- aan dat kafrip hebben
in. de loop van de zo- den thuis worden ge- deelgenomen.
Omstreeks 1920, toen de ramen hangen, dat harder dan tegeswoor-
deze beide Rotterdamse „paarden"-bief is töch dig"
slepersknollen de eerste lekkerder" en „word oud „En weet ie nog van het
wereldoorlog waren door- met paardenbout" Dat gebouw van K. en W. vol
gekomen, hielden zii de vind ik lollig". wassenbeelden van hoe
volgende samenspraak: „Weet-ie nog van Hein het bii de Franse hoog-
„Mce?" van de Raambrug dat heid toe-ging!"
„Ja, Je moet bedenken, was geen geheelonthouder „Ja!, nou ie 't zegt. Dat
we worden een dagie ou- en geen vegetariër.... zo- was erg! 'k Ben blij. dat
der; we lopen op onze als wii!" zoiets onze kleinkinderen
laatste benen". „Als ie daar over be- bespaard bliift"...
..Weet ie nog van toen gint! Zeg geheel-onthou- ..Hahaha-hihihi."
we iong waren?" derii en ik zie ze hög zit- „Meid. stel-ie niet aan!
„En óf! jy was opleg- ten voor de ramen van Hinnik niet zo! Iedereen
ger op de Boymans-holen Tivoli: die zanger met z'n kiikt naar ons..Sta niet
ik bii de oude Delftse baard, die ballonvaarder zo gek op de keien te
Poort. We sloegen het met z'n kapiteinspet. die krabben met ie ouë hoe-
vuur uit de keien van de grootste Nederlandse tra- ven..Een paard van on-
Soetensteeg en de Slag- gedienne die met odeklon- ze leeftijd staat stil"
veld-hol!" ie gorgelde om maar een „Hihihi... mg sokke!...
„Meid!, was een tiid!" aanspreekstersstem te Wect-ie nog van Papus?"
..'k Heb 'n blauwe kunnen opzetten." „Die hongerlijder die
Maandag in de manege „Oh. meid, wat 'n tiid! knakworstjes at in ziin
gelopen, 'k heb bii Bar- Ik zie ze nog zó voor- glazen kooi in dc Doele?"
num en Bailey gewerkt, me. die Lilliputters die „Ja! Het waren pnar-
'k ben eerste klas trouw- over onze Coolsingel fla- denknakworsties!"
paard geweest, toen met neerden.... „Weet ie nog van de
iou oplegger, en toen de „En die zeemeermin in Leeuwenlaners die elke
haven inHet zal me de Wintertuin.Je mocht avond het zwemverbod
benieuwen, waar dat heen voor een dubbeltje aan overtraden en dan opge-
gaat" haar staart voelen of-ie bracht worden op de Fau-
„Naar 't paarden-Croos- echt was!" wensteeg en de hele buurt
wijk. het abbetwèr", „Bah! Zou ik niet heb- er schier aan?"
„Hihihi." ben willen gehad heb- „En van de weerbarsti-
„Moet-ie daar om la- ben!" ge Erasmiaanties die bii
chen". „En die getatoueerde de molen De Hoop tot 'r
„Ja. Moet iii soms hui- vrouw!..Ja, dat was wel nekharen in de natte
len. omdat bii de grootste een beetje erg... Maar de Coolsingel werden neer
slagers grote biljetten voor mensen waren toen ge- gelaten, omdat ze hun
blousie te schoon vonden
voor het novietenpompje
bii Van Hogendorp?"..
,,'k Heb het je nooit
durven vragen, maar wat
was toch een accumulato
renstation?"
„Weet ik 'et! En ben jii
weleris bii Catharina Ma
ria van Dooren binnenge-
weest?"
„Daar kwamen geen
paarden, net zo min als in
de beneden-Passage of het
theehuis van Van Veen".
„Fritski!"
„Zeg iii ook al Fritski?
Meid. dat is hoog-Rotter-
dams"..
„Nou.. Fritsji dan. Daar
tankten bleke Rotterdam
mers op de groene stoel-
ties net zo lang tot ze bij—
gekleurd hun blauwe
neus achterna-zwaaiden
tot ze in de Harmonie be
landden. hoge hoed schuin.
Duits operaliedie op de
lippen en 't laatste paar
den granie In hun op-
schriifbockie"
..Hè. flauw!... Weet je
nog van gekke Fransie?,
van Nap de la Mar. van de
mooie meisies van Santa
Lucia, van de meid van
Knottnerus met 'r kope
ren ramenspuit?"
„Jajaja!... Wat worden
wii oud!"
„En wat is oud worden
fiin!"
„Heb iii al de winkel
uitgezocht waar je komt
tc liggen?"
„Ben iii mal! 'k Ga
nieuwe schoenen halen bii
de hoefsmid op de Galerij!
„Hahaha. die iidele hort
sik! Hoe oud ben-je?"
..La's kijken..vijfen
twintig. Kijk maar naar
me sokke.
..Dat je ie niet geneert
••Je liikent wel zo'n oud
Engels miinnaard dat met
muziek-voorop naar het
abbetw&r mot.Zo uit de
Hullboot. zo met de schut
tersmuziek voorop naar
de dood"..
..Weet ie nog, dat dat
muziek speulde van Een
ouë slepersknol op hol",...
het Engelse volkslied!"
•Wat een hoon! Maar ja
meid. het was toen Boe-
renoorlogtiid. weet-je."