Europ
a5 Rotterdams achterland,
is eteisterd en verarmd
EEN
HA VENHART
55f55]
Staag zoeken naar verder joorden
I
2
ROTTERDAM AHOY'
Trotse naam mag
worden aanvaard
BURGEMEESTER OUD:
Het Is goed bekendheid aan
de haven te geven
K. Binnenweg 151
Overslag voor de corlog een gewoon?, 1
beeld in de Rotterdamse haven, want Rot-- B
terdam leefde eigenlijk van overslag «an 8
wat de oceaanstomers brachten in de ga-, ft
pende ruimen der aken, die op Duitsland fj
boeren. Transito heette dat met een mooi ft
woord. Hoe eerder het bereikbare achter- S
land weer ontsloten is voor Rotterdams B
transito-potentieel, des te beter. S
Elke riviermonding' heeft haar natuurlijk ach-
teiland: het stioomgebied van de rivier en haar
zijtakken. Dat geldt voor de mond van de Elbe,
an de Weser, de Eems. van de Schelde, de
Seine, de Donau en zoveel andere rivieren ter
wereld. En de havens aan die monden gelegen
zijn de natuuilijke aan- en a-[voerplaatsen, de
natuurlijke handels- en stapelplaatsen voor dat
achterland. De steien van invloed voor Hain-
buig, Bremen en Emden, voor Antweipen, Le
Havre en Coustantza zijn aldus aangewezen. Ook
voor Rotterdam aan de monden van de Maas cn
van de Rijn. Vooral van de laatste.
Dat Rijngebied, dat achter
land van Rotterdam, is uitge
breid. Het omvat natuurlijk het
uiterst belangiijke Kuhrgebied,
maar het strekt zich vee] verder
uit. Niet alleen vei der de Rijn
op naar Keulen en Mannheim
en naar Straatsburg en Bazel,
straks verder stroomopwaaits
nog. Maar het heeft zyn zij-
verbmdingen over het "West-
Duitse kanalennet; langs Lippe
en Lahn, langs Moezel en Mam,
langs Nahe en Neckar, Alles
bereikbaar en gemakkelijk be
reikbaar per schip en per as en
per spoor.
Geen wonder dat wanneer men
werkt aan de opbouw van
stadskern en haven, telkens de
gedachten afdwalen naar dat
brede terrein, die brede voe
dingsbodem voor de welvaart
van dat breedopgezette com
plex: „Rotterdam Rhineport",
Rotterdam Rijnhaven.
Dat brede terrein. Haast is
dat achterland onbeperkt. Het
ijzeren gordijn geeft nu dikwijls
een onverbiddelijke begienzing,
maar anders zouden de goede
ren óók van heel Oostenrijk en
Tschechié en Hongarije naar
hier kunnen vloeien. En van
daar dat men soms niet tevre
den is met de toch altijd eer
volle titel van Rotterdam Rijn
haven en daarboven nog met
grote letters wil schrijven: „de
deur van Europa".
Die naam lijkt wat overmoe
dig en pedant en toch mag en
moet bij worden aanvaard. Hij
mag worden aanvaard, omdat
een Rotterdam dat weer het
hoofd opsteekt niet mag rusten
en neerzitten bij oude natuur
lijke en gemakkeli ke vei bin
dingen, maar onverpoosd moet
zoeken naar verder oorden, ver
der streken, boven en over de
gebieden van de vei trouwde
Rijn Die tiotse naam van deur
van.Europa moet worden aan-
vaaid, omdat een Rotterdam
dat opstaat tut zijn ruines tot
taak heeft niet alleen aan zich
zelf nieuwe kracht te geven,
maar ook én vooral om deze
nieuwe kracht, materieel en
moieel en geestelijk door te
geven aan de landen en de vol
ken van het ook diep geteister
de Euiopa Dat geteisterde en
veraimde Europa is Rotter
dams achterland en wij kun
nen er niet genoeg kiacht en
zorg aan wijden".
K. P. VAN DER MANDELE
Het telegram, waarmee H- M.
de Koningin bekend maakte, dat
het Haar had behaagd aan het
wapen van de gemeente Rotter
dam de spreuk toe te voegen
„Sterker door Strijd", gewaagt
van „de moed en de kracht
waarmede de bevolking van
Rotterdam alle beproevingen
van de oorlog heeft gedragen en
het belangiijke aandeel dat zij
genomen heeft in de bevrijding
des vaderlands".
Het zou mij niet verwonderen
ais de spreuk door de komende
geslachten ook nog in andere
zin zal worden verstaan en niet
alleen zal herinneren aan het
jongste verleden, maar ook aan
de velerlei strijd, welke Rotter
dam m vroegere eeuwen te voe
ren had: strijd tegen het water,
dat bedwongen moest worden
door hoge beschermende dijken,
strijd ook tegen het zand, dat
telkens weer de toegangen tol
de haven dreigde te verstoppen,
strijd ten slotte tegen de on
gunst van politieke machtsvor
mingen en economische inzin
kingen, waaronder de stad
meermalen zwaar te lijden had.
Het is ook deze historische strijd
geweest op verschillende fron
ten, welke de bevolking heeft
gestaald en haar paraat maakte
voor haar taak in de wereld.
Het is echter niet genoeg voor
Rotterdam te herinneren aan
deze worsteling in het verleden
en heden. Ook de kracht moet
zich steeds weer openbaren,
waarmede „de stad allereerst
zichzelf heeft weten te helpen
en de weg heeft weten te banen
naar een goede toekomst.
Nu zie ik in de snelheid en
doortastendheid, waarmee in de
achter ons liggende jaren het
herstel van de haven weftl vol
tooid, een bemoedigend teken.
Hiermede is immers een groot
en ingewikkeld technisch werk
onder vooral in het begin zeer
moeilijke omstandigheden tot
een goed einde gebracht. Over
heid en particulier bedrijfs
leven hebben in een voortreffe
lijke verstandhouding samen ge
arbeid. Beide waren bezield van
eenzelfde vertrouwen in de rol,
Wij ontvangen 1
'n blozende bnef
Van een vrouw
die uele havens -r
tot in de wonder
lijkste spelonken
kent; zij symboli
seert dat in haar
naam „mw. Skeg-
Beeld".
Wij weten pre
cies wat voor een
snoet zij getrok
ken heeft, toen zij
ons deze brief
schreef.
Zo'n Ahoy'
prachtig," schrijft zy,
,,maar waar is de stand,
gewijd a an De Zeemans
vrouw?
Haven, mijneheren, is
vrouwelijk.
Stad, mijneheren, is vrou
welijk.
Rivier, baai, rede, zee, vaan
het is allemaal vrouwelijk
De vrouw is het grote geheim ach
ter ieder zeemansleven. Waar blijft de
fijne, trillende pen die er een Rotterdamse
ballade van dicht? In die ballade mag gerust
sprake zijn van ruigheid, heimwee en sentimen
taliteit, van drank, tabak en ralelende lieren,
van bónte doeken uit Las Palmas (je bent opge
laten, als je met zo'n ding lopen moet in Rotter
dam!) van storm en brandend-hete dekken
onder tropische zon, van stinkende lading
(huiden!), tabak en een moeder-de-vrouw die
wacht, van zwalken en dromen.
Als dat alles volzongen is, mijneheren van de
redactiekomt de Haven zelve aan bod.
Haven nu is de schoot van water en land.
Iedere thuis haven is de goeie oue moer van
alle zeemannen, ieder andere haven mag ik het
zo eens grof zeggen) vervult de vaak wanhopige
taak van hulpmocr.
En wat doet een zeemansmoeder?wat doei
.Mr K. P. VAR DER MANDELE een zeemansvrouw?zij is thuis als Hij komt; zij
maakt het gezellig voor Hemzij zeurt noch over kleinig-
iiocti otier gratigheden. Zij luistert, en als er mets 'ie
luisteren is, begrijpt ztj. Zij verwent, zij waakt. Zij is
ouderwets-degehjk naar binnen en acceptabel-mo
dern naar buiten. Zij beloont, zoals alleen maar
zeemansvrouwen kunnen belonen. Zy is blij met
een ondraagbare poncho, zij is zorgzaam voor
het aapje uit Hongkong en de vloekende pa
pegaai uit Mombasa, Zy poetst zich een be
roerte op slap Djocja-zilver, Zij siert en
hoedt de schoorsteenmantel met schel
pen monsters uit de Stille Zuidzee. Zij
vindt alles mooi, Zy weet de waarde
van een rebels Spaans weerglas.
Zij houdt koers. Zij heelt alle ave
rij. Zij kalefatert ziel en lijf,
met een zoen en met labskous.
Zie, mijneheren, wat de ge
wone-bijzondere zeemans
vrouw allemaal is en
doet, doet de Haven en
is de Haven in 't groot.
Zoek er nu niks ach
termaar eigenlijk bedoel
ik, dat de Haven dc grote
Vrouw is die alle zeelui op
schoot neemt als lastige klei
ne jongens.
Dat had wel eens op Ahoy' duide
lijk gemaakt mogen worden,
In een mooie, warme Stand.
En aan de ene wand dat lekkere, maar huile-'
rig-ieaarachtrge lied van De Klok van Arre-
muyen en aan de andere wand, of boven de
tapkast dat andere vers van:
Niets is er groener dan de Maas,
Wie uitvaart die vergeet het niet.
Wie thuisvaart heeft het niet vergeten:
een rijker gras bestaat er niet.
Men kan op vele zeeen sterven
en overal is harde steen
Geef mij groen gras om in te sterven,
en groen gras gans over mij heen".
Uw, enz.
welke Nederland op economisch
en verkeersgebied ook in deze
zo geschokte na-oorlogse wereld
zal hebben te spelen.
Welnu, wat in deze jaren
sinds de bevrijding in de haven
aan opbouwwerk is gepresteerd
mag «ui moet gezien worden.
Het is goed dat er bekendheid
aan wordt gegeven m Europa
en overzee, het is evenzeer goed
dat het eigen vaderland zich
meer bewust wordt van de be
tekenis, welke de wereldhaven
Rotterdam voor de nationale
welvaart heeft.
Daarom heb ik mij van de
aanvang af gaarne geschaard
achter het denkbeeld om in dit
gedenkwaardige jaar een ten
toonstelling te houden. Ik meen
dat de initiatiefnemers en hun
medewerkers zich zeer verdien
stelijk hebben gemaakt voor
stad en gewest en verwacht van
deze belangwekkende „haven-
schouw" groot nut voor Rotter
dam op zijn lange weg naar de
completering van zijn wederop
bouw.
Tentoonstellingen ziin in deze
vergankelijke wereld bij uitstek
tijdelijke zaken. Is dan de geza
menlijke inspanning van vele
maanden besteed aan een schep
ping zonder enige duurzaam
heid?
Op dit punt ben ik nogal ge
rust. De tentoonstelling gaat
voorbij, maar de idee waarvan
zij de aanschouwelijke uitdruk
king is geweest, zal ons tot een
blijvend bezit worden. En allen
die deze jaren van aanpakken
en moedig voorwaarts gaan in
de haven hebben meegeleefd,
zullen nog zeer lang de voile zin
van die wekroep uit de zomer
maanden van 1950 verstaan:
Rotterdam-Abov'
Mr P. J OUD,
Burgemeester van Rotterdam
Advertentie (l.M.)
Ch inees-lnd.
Restaurant
Specialiteit in
Glim schotels <in
Ind Rijsttafels
Ook
thuisbezorging