Arie Van Vliet over zijn beroep
t als wielrenner
Invalide wielrenner speelt
betekenis in de sport
van
In Engeland rijden; 's- morgens
heen's avonds weer thuis
U kunt het geloven of niet
IMl
ÉêM
"$es—
5»5M9ww*jii^^ ':mé^'.'
(Van onze sportredacteur)
WOERDEN. Wie Arie van Vliet in
z(jn geboorteplaats wil bezoeken kan zfeh
het zoeken naar bei adres gerust bespa
ren.'Natuurlijk weet het kleinste joch in
Woerden, waar de beroemde wielrenner
Woont. „U gaat linksom, rechtsom langs
de kerk, weer links en dan eens rechts;
Prins Hendrikkade 18, op de hoek van de
eerste züstraat". Mevrouw, Van Vliet is
een blonde, zeer vriendelijke dame.
„Loopt U maar even door de keuken,
Arie'zit buiten?' Dat is zo, OP beter: Arte
ligt buiten; uitgestrekt: op een lange
tuinstoel. Ook wij krijgen zo'n zitplaats,;
die gojiommelen kan. En mevrouw Van*
Vliet schenkt koffie. Het is èefl mooie,
stille zomeravond. Hier op deze ruime,
mei bomen en struiken afgeschutte bin
nenplaats geniet de wielrenner Ario van'
Vliefc van een schaarse vrye avond.
Ja, wat rust heeft hij van lijd tot lijd
wel nodig. Dertien jaar achtereen zwerft
hij nu al als beroepsrenner van de ene
wielerbaan in Europa naar de andere;
Overal zware wedstrijden tegen de beste
renners van de wereld. Eigenlijk meestal
tegen de zelfde tegenstanders, vyant .ee
rijnfnlel zo";erg^véel sprinters meer. ;4 V
„En toen kwam „oom Harrisopzetten en ik dacht*.».
Arie van Vliet moet zijn'beidé zoons altijd de laatste avon
turen van de wielerbaan vertellen. Waar kun jt daar ge
zelliger naar luisteren dan
in bed?
En de sprint is Van Vliets gro
te kracht, altijd geweest. Hij was
wereldkampioen in 1938 en tien
jaar later was hij dat weer. Toch
rijdt hij ook de langere afstan
den, en zesdaagsen.,
'Natuurlijk is er in de zomer
het meeste we rk a an de, Jwinkel.
Open banen zijn' er"^
'Europa, wintèrbanen slechts vijf.
'a-Zomers komt het soms voor,
dat hij binnen drie dagen moet
rijden in Berlijn, Antwerpen en
Parijs. Of binnen tién dagen in
Londen, Miluan, Zurich, Parijs
en Algiers. Hoe hij dat klaar
speelt?
..Meestal per vliegtuig", ver
telt Arie, terwijl hij de lange ar
men, die zomachtig aan het
stuur kunnen .rukken, onder zijn
hoofdkruis t. „En het valt erg
mee. Ik kom zelfs nog wel eèhs
tussentijds baar5 huis, Neém bU-
voorbeeld Londen. Als ik Za
terdagmiddag in Londen moet
rijden, rijd' ik 's-morgens om
acht uur met de wagen naar
Schiphol. Ik ben daar om kwait
voor negen. Ik laat de auto staan,
stap onvnegen uurin het vlieg
tuig, ben om half elf in Londen
en om een uur óf twaalf op do
baan. Dan kan ik op mijn. ge
mak eten en wat trainen, voor
om twee uur of half drie de
wedstrijden beginnen.
's Avonds weer thuis
Meestal is het om een uur of
zes afgelopen. Dan is er altijd
wel een collega of een kennis,
dié me met zijn wagen terug
brengt, naar het vliegveld, zodat
ik het vliegtuig van half negen
kan halen. Dan zit ik om. tien
uur weer op Schiphol en orri
kwart over Ucn in mijn auto,
op weg naar Woerden. Meestal
ben ik voor elf uur tveer thuis"
„XJ reist toch ook veel met de
auto?"
„Ja, naar België en naar -Pa
rijs ga ik meestal met de 'wa
gen; vaak samen met Jati Derk-
sen.
„Gaat er dan veel bagage
mee?"
„Oh nee, .zo weinig mogelijk.
Als ik voórieen dag of veertien
op slap ga, stop ik alleen w-it
verschoningen en m'n rëïs-néceo-
saire. in mijn koffertje. Wat ik
verdernodig heb, jkoop ikf. on
derweg"; v I
„En het materiaal?"
„Dat blijft beperkt tot een
frame, vier wielen en een stuk.
of zes lubes met een pomp. In
het vliegtuig gaat dat ook moe".
„Ach ja. het bevalt me hier
best. We hebben een mooi huia
ÊnZnU NAAR BED! Als va
der thuis is, gaat dat altijd zo!^winnen van de grootste
en verder is dit het prettigste
voor "mijn vrouw.
Twee zoons
Er rinkelt een fietsbel en een
donkerblond joch komt óp 'n
autoped de binnenplaats op
gestoven. „Pappa, Dickie kan al
tien meter".
Het is Gerrit, de vijfjarige
zoon van Arie van Vliet. Even
later verschijnt met een rood
hoofd, bal onder de arm, Dickie,
die negen jaar oud is. Ze gaan
direct - naast hun yader op de
grond zitten en vértellen hem
him avonturen van de dag. Hot
belangrijkste is, dat Dickie „ol
tien meter" kan. Dat wil zeg
gen, dat hij tien meter kan
zwemmen. Nog vijftien meter er
bij en de oudste zoon zal een
ueuwe Irits krijgen en dan
..erft" Gerrit het oudje.
•Die .nieuwe fiets staat al een
tijdje 'op het programma, ver
telt mevrouw Van Vliet. Dick
zou hem krijgen, als hij op zijn
overgangsrapport allemaal ze
vens had. V Mocht natuurlijk
ook hoger zijn. Maar er zat één
zesje bij vóór ïekónen, Nu kan
hij zijn Ideaal toch verwezen
lijken, nis Iiij aan het einde van
dé zomer 25 nteter kan zwem
men. Dicki®, doet er erg «'zijn
best voor ën wil nog eens uit
gebreid vertéllen, hóe hij ini het
zwembad die:'duik nam en....
Maar zijn moeder onderbreekt
hem. Ze moeten naar bed, 'de
jongens, allebei. „Vooruit, was
sen." En als dat gebeurd is en
de jongens hun pyama's aan
hebben, moet papa overeind ko
men uit zijn luie stoel. ^Aiè,
bukken," zeggen ze. En dan klimt
Gerrit op vaders- schouder en
Dickie op vaders rug en ze vu
ren hem aan, alsof hij op de
wielerbaan een spurtje mo?st
maken. Zo gnat het de trap op
naar.boven. Even mogen ze sa
men in het bed van de oudste
om naar het verhaaltje van va
der te.luisteren en dan gaat Ger
rit naar zijn eigen kamertje.
Dagelijks werk
In de huiskamer zetten we het
gesprók voort. Over alles en nog
wat, zonder al te diep op; een
bepaald onderwerp in te gaan.
Arie van Vliet rust vanavond uit
Morgen moet hij weer rijden,
't Is zijn dagelijks werk. Als er
geen wedstrijd is, rijdt hij toch.
's-Winters alleen op de weg,
elfde in de Tour de
France; in 1941 tweede
in het Kampioenschap
van "onbezet Frankrijk
achter Viet to en eerste
in hétf Criterium du
Midi; in 1.942eerste in
Ontscheping, weikeinaïs kjv&m,. éii slaagde ec '1 Limoges—'Vichy—Li-
de invasie van. Züld- tenslotte in een kunst- moges, derde in de
Frankrijk wérd inge'-r^been'vte vervaardigen, Grote Prijs der Fyre-
steldj en een ofKtwée 'Cdat èèn wonder is van neeëm en-eerste-inSt.
t (Bijzondere
y' correspondentie)
Onder de volgers;van
de Tour de France,
waarbij vogels zijn van
vreemdsoprtige, pluima
ge, treft men sinds 1947
'een klein en donker
^mannetje aan, druk. be
weeglijk, zeer zeker
•yan zichzelf, geestig en Vt--ia- - - •- ift4.
'vaak ironisch, en; miet maal Is verreden^Bameii vernuft en precisie Etienne—Lyon; m 1943
•zelden het middelpunt met icon andere renner, en dat veelden veel eerste ia de. Grote. Prijs
VaWit AA- «nnn— xnAnAro Pnuïn. HnH^nrnd «[/onrl miflrloi' fjall fJl* i Wol' A 111Atl VrtAf Dafl.
wielerwedstrijd van .der:
wereld.
Dat göbeurclei;inv,lÖ4f/-
toen XHanello tijdens de'
wedstrijd Saint Trópez
Marseille, <èén etappe
van dGrote!pPrija|der-;
rimcntcrcn met atop-
"rverf, met bordpapier en
lichte j houtsoorten,
waarbij zijn vroegere
vak hij was van
Ihuisuït. werktuigkundi
ge hém zeérj van pas
van een groep reiinera, Carinl genaamd? werd
soigneurs en officials aangereden, door F égn.
'die de feilen vah de jeep.: Cariril^stferf aan
Jda'g bepraten. Als; men zijn jfverwondingen^en
qSoed oplet ziet men dat Gianello moosthetlin
m|nder weegt? dan de I der Alpen voor Dan
producten die; de or- guülaume, Jezo, Viettó
thöpaedische fabrieken en Goasmat; fin.1944
afleveren. gf derde in de Grote'-Pry^
Hij.^kan èi^mee do- i van Cagncs achter Ca-'
ihil i enigszins trekt i met kcrliéeh. mjgsea „waar- .'„RRn. .springen &cn fiet- meUSni cn- Viettó.'.Het
fzijn-' linkerbeen,wat. van^góéd; dat hij ■•was dus waartijk; ,een
Kern overigens niet be
llet? zich met de vlug-
•^ieid van een kievit te
tyèrplnalsen. Dat is
,Danle Gianello,ecu
Fransman uit de;Midi
Tïiaar met een sterke
Italiaanse inslag, naar
zijn hele figuur,zijn
Jemperament en :j,ook
zijn naam voldoende,
aanduiden. Deze Gia f
tïèllo is een der merk?;
waafdigstë persoonlijk^
h"?dën van de Tour?
niet zózeer op grond
vaii aij h successcn in die
monsterrit die er\':.ové%.
ïigêns zjjn mogen,, maar
mndat hij in zijn eentje
een prestatie van moed?
volharding etv vitaliteit;
h^ft verricht welke
nM hoger moet wordeii'
geslagen dan het
dc men zijn leven red
den, onvermijdelijk
was. Het bijzondere en
misschien wei unieke
van het geval-Gianello
school hierin, dat do
renner zich geen ino
geen moment de indruk Jgrook-tfrenneG^die^iiV.
maakt van een invalide. ;1945. als actief renner
Gianello kan gemakke- ^dc wielersport^vaarwel
lijk fietsen, en zelfs ber
gen beklimmen maar
zijn wedstrijdcarrière
was na zijn vermin-
ment Het ter neer slaan king natuurlijk onher-
door zijn amputatie, dat rocpclijk geëindigd
hij zijn levenslust en
^i^litélti óngefept
hielden.-2CÖ1. van' het
herin nl aan voornam
^öm "óók'nè'Z Ijh '"éérml n -
king het best. mogelijke
van zijn levêp te ma-
ken, V
Terwijl hij in een
f hospitaal verpleegd
werd bestudeerde hij i
hét spier- én, zenuw-1*
stelsel van zyn gezond
beenvroeg om medi
sch e werken waarin hij
licköreiikhg^verdiè^1;'
te, ging aan het expe-
Jammer, want hij kon
een schitterende staat
van dienst pverieggen.
Hier volgt een greep
uitzijn carrière: in 1935
eerste in ToulonNice
Toulon, twee in de
Ronde der Baskische
landen achter Bar tali
en 21e in de Tour de
France; in 1938 derde in
de Ronde van Zuid-
Oost-Frankrijk en. tieit-
dë in de Tour dé
France; in 1939 eerste
in de Ronde van"Vau-
cluse voor Camellini en
fnucst zeggen. Als uc-
iieS, renner, rnnnr niét
als expert en volger
van wedstrijden. Want
Gianello raakte wel een
boon kwijt maar niet
zijn onverstoorbaar goed
humeur,zijn scherp
verstand, zijn zin voor
humor en zijn slagvaar
digheid. Hij schrijft
over wielrennen in
Franse, Italiaanse en
Belgische bladen, met
grote kennis van zaken
en een zwier en vlot
heid welke tal van be
roepsjournalisten hem
kunnen benijden. En zo
i speelt hij, ook na de
ramp van 1945, nog al
tijd een rol van bete
kenis in do sport.
zo'n veertig tot zestig kilometer
per dag in de omgeving van
Woerden. 's-Zomers bovendien
nog op de wielerbaan in Utrecht
ol Amsterdam. Arie van Vliet is
wielrenner van beroep, hij houdt
van dat beroep en hij heeft een
drukke „zaak". Meestal is hij
voor de eerstkomende drie maan
den al volgeboekt. Voor België
en Nederland sluit hij zelf da
contracten. Voor de andere lan
den doet dit Gaston Degy ;ult
Versailles, een van de bekend
ste wielermanagers, die met allo
baan -dir ecties v an Europa '^rela
ties heeft,
Of het niet eentonig? is^vstééda
maar weer 1; dezelfde tegenstan-
ders te hebben?'.. -
„Het zou natuurlijk mïërés-
sairfer 2(jn, wanneer ermeer
sprinters warein ^Maarr U moet
niet vergeten, dat ér 'zich fti de
loop van de tijd toch verschut-
vingen voordoen in de topklasse.
De ouderen zakken afF'de Jon
geren worden beter. Vroege*
won.' ik acht van. mijn tien wed*
strijden. Zo is bet R^ntct meer.
Ik heb nu aayikrlu&ien -Yol. al*
leen al aan de; Engelsman Har*
ris> 'jj;
Hy is een geweldenaar. En een
jongen met karakter en een
groot doorzettingsvermogen. An»
ders had hij het in Engelondt,
waar de;wielersport tót voor Óen
paar jaar maar een ouderwets*
boel was, nooit zo ver gebracht
Hij rijdt trouwens in Egeland
beter dan op het vaatelana. Hoo
dat kómt? "Misschien la het d©
vertrouwde omgeviug. Misschien
ligt het ook wel aan bet voedsel
Als ik tien dagen Sn Engeland
ben, krijg ik m'n benen ntcl
meer rond. Het eten la me d&ac
te rschraal".
Minder dan dienstmeisje
„Is uw man zoln grote eter!
vragen wé mevrouw Van Vliét.--
,JIij eet minder dan mijn
dienstmeisje,- is het 'antwoord.
,/s Morgens krijgt hu met moeite
en met veel thee drie sneetjes
brood naar binnen; 's-avonds
vier of vlif. Van het warme eten
gebruikt hij een normale portie.
Dat wil zeggen weinig aardappe
len, een stuk of drie, maar hij
heeft graag veel groente en een
flink stukje vlees. U ziet dus,,
dat hij zich niet zo vol laadt als
de wegrenners"' -
„Da's nog al logisch", mengt de
gastheer zich vyeerc lij Het ge
sprek. „Als je lang achter el
kaar rijdt, moet je ook brand
stof hebben. Als ik een zes
daagse rijd. eet ik ook meer dam
normaai. Wel niet veel tegelijk,
maar wel veel vaker. Anders zou
je het niet uithouden".
„Of het niet erg zwaar Is, zo'n
zesdaagse, met maar drie uur
slaap per dag?"
„Maar" zes dagen
„'t ls wel zwaar, maar het zijn
maar zes dagen," is het laconieke
antwoord. „En bovendien,, tij
dens de aflossingen knap je ook
wel eens een uiltje. Als ik wil,
kan ik gaan liggen en op slag
slapen. Dat is de kunst bij een
zesdaagse: slapen, goed 'eten en
zorgen dat je geen indigestie
krijgt. Dat we soms vlak na zo'n
zesdaagse wéér een wedstrijd rij
den? Ach, dat is het vak. Dat
hebben 'de wegrenners ook. Di<?
vallen nok van* de ene in de
andere Tour. En 20 Is het 't besle
ook voor jo conditie. We hebben
«en; mooi vak. Alleen moesten
er geen kampJöcnpchappep zijn.
Dié maken een mens nervcua.
Want wie een jaar geen lands
kampioen is, moet wel veel wed
strijden winnen om zich te hand
haven, dal wil zeggen om zijn
„zaak" draaiende tenouden.*
Arie van Vliet, die al elf maal
de nationale titel won, werd bij
de kampioenschappen van dit
jaar weer eens winnaar, zodat
hij het dozijn precies vol maak
te.
De telefoon rinkelt. Het is een
baandirecteur uit België. Of
Arie 0 vet morgenavond kan ko
men rijden, 't Gaat moeilij*:
want overmorgenmiddag rit hij
nog in Parijs. Maar hij zal naar
Brussel vliegen. Als daar ieinand
liem afhaalt mét een auto, Kan
hij nog op tijd zijn.
We zien het wél, de „zaak"
van Arie van Vliet draait nog.
Op volle doerenL