Honden dragen geen brillen, zei Quirijn, maar Beebje wèl .«ri andere jonge klantjes) De reus van Hille Dille door Henriëtte Voor onze dammers Verschillende methoden ,Een ster wordi n Zaterdag 12 Mei 1951 JP R was eens 'n hemdje, dat Beebje heette. Beebje was enig kind.en JZr-fiog erg klein toen hij al naar de kleuterschooltoerd gestuurd. De kleuterschool van mevromo Fidet, de poedel van de dokter. Dat 1o,as een hele gebeurtenis toen hij daar op een ochtend voor tiet .eerst 'naar toe ging.' Het was mooi weer en. veel bewoners van de straat zaten buiten. Toen zij de kleine Becb aan zagen dribbelen met. zijn pakje hendenbrnod voor het twaalfuurtje, blaften ze allemaal vriendelijk en riepen,r>ag jongen, dag Beebje, pa je naar de school,'dat is flink, hom". Toen hy langs de slager Jaoam was daar Quinjn, het zoontje van de: slagershond, die ook vaar school ging„Ha, die Beéb", zei Quirijn, die niks bang was. „mot je een botje? Ik heb een hele zak van me. moeder ■meegekregen om te trakteren". Arou, daar zei Beebje geen nee op en. gezellig kluivend wandelden ze samen op. Quirijn blafte tegen een poes cUe langs kwam, „ga je weg, snertkat." zei hij nog. „Sr.zrtkat; Idat was een schoen," zei Beebje, die de hele kat niet gezien had en dat was wel gek, want het was een kat. Schoe nen komenniet zo maar langs, behalve als er mensen in ziften, na- tmirlijk. Quirijn keek hem verwonderd aan, maar omdat ze cl aan dc school weren, had hij geen tijd om dat te onderzoeken. MEVROUW Fidel, in een vers geschoren bontjas, stond ze 00 te wachten. Er waren een hele boel hondjes, wel twintig Eerst moesten..'' ze'allemaaleen plasje doen tegen de; boom voor de school voor de zekerheid, snap je? ert toen: mochten ze ln een kring ;./;gaan zitten. Zn moesten zingen van: En Fidel, de hond, die z*v op de grond en at van een broodje met kaas. Toen, het lied uit was gingen ze ..botje leggen', niemand zeggen" en daar na kluifje bijten. Juffrou v Fidel hield dan een kluif hoog op in de lucht en die moesten de hondjes dan met hun bek weg pakken. Het was niet zo erg moeilijk, maar nu is het zo jammer om te moe ten zeggen, Beebje bracht er'niets. maar dan .ook niets van..terecht. -Hij. kwam/'wel-vreselijk hard 'aan rennen, maar. ala '-hij sprong - beet hij een heel eind naast het bot in de lucht; en niet- een keer,maar telkens? en' telkens weer. De juf frouw begreep het eerst niet, want de anderen konden het - wel, maar toen ze het grng'onderzoeken kwam' ze er achter. (Jé moet niet verge ten, dat zijdpi poedelvan ..de dok ter was). Beebje kon niet goed 'zien, zijn oogjes waren niet" in ór de en dat was nu op school pas uitgekomen-.Weet - je-' .wél van nic kat die hij onderweg voor een schoen aanzag, nou dat kwam ook van zijn ogen. "Huilend is'hij die' middag naar 'iu:s gegaan. Zijn vader en moeder schrokken erg toen hij zo.overstuur thuiSj- kwam en vroegen natuurlijk wat er toca aan v de"''poót~' vias. Tkkkïk'' kan niet kluifje bijten",- Beebje. gierde, nu van het huilen. ,rik heb foute oogjes Ik zien de kluif jes niet goehoèhóèhóèdü" '..Ik zi e dei-kluifjes niet goed", verbeterde-zijn*vader, die een prc- ciese hond was, ,,wat een onzin, .hoe dan. En-Beebje vertelde wat er was gebeurd en wot juffrouw Fidel had ontdekt. Aan het eind van zijn verhaal was hij bijna he lemaal weggezwommen in zijn tra nen. Zijn moeder nam hem in haar noten on suste, hem cn" zei ..stil ""maar. stil maar; hier is een' lekker 'stukje 'vlees, "ga nu maar gauw slapen, morgen is alles niet zo erg meer A/T AAR toen Beebje eindelijk -V1 moegehuiid in zijn mandje lag te slapen, zaten zijn ouders nog lang met zorgelijke, verdrieti ge gezichten in het hondenhok en praatter, en praatten wat zc toch m<v hun zoontje aanmoesten. Ineens klaarde zijn snuit op. ,;Moeaer", blafte hij. ..ik geloof dat ik heb weet-, vraag me nog niets, maai- ik zal uet proberen." En va der Pluto is naar het erf van de verf winkel ven meneer Beun ge gaan. Hii zocht tussen de vaten verf en de kisten kwasten en vond wat hij hebben wilde. Twee stuk jes nlss, een ijzerdraadje en een klein rteentje. Met dat hele kleine steentje begon hij de stukjes glas te polijsten. Zzzt. zzzt, klonk het in de stille nacht. Hij maakte het glas steeds dunner en' gladder, hij polrste er. sleep. En toen het al weer licht werd en de eerste merel begon te zir.gen in de kersenboom van meneer Beun. was vader Plu to doodmoe, maar in zijn- poot hield hij., een'klein brilletjeI Beebje was. met grote tegenzin opgestaan. Als hij er aan - dacht dat hij weer het kluifje bijten fout zou doen, dan zou hij. net zo lief thuis blijven.... Maar zijn vader riep hem opgewekt, ging voor hem staan en haalde van achter zijn rug een vreemd instrumentje te voorschijn cn 2ette het op Beebjes neus. „Nou kijk eens goed. wat zie je nu?" en'hij hield een kluifje op. Beebje knipperde onwennig achter zün brilleglazen. r.am een aanloop, sprong, beet en.... ja hoor hij had het! „Het was helemaal niet moei lijk", zei hij verbaasd en trillerig. ,,ik zag het zo voor me. Ik zien veel- meer dan gisteren," *„Z i e yeel .meer", verbeterde zijn vader, die een preciess hond was. A UIRTJN kwam hem 'halen voor V/ school. Nou, die keek ook gek pp van 'die bril. „"Wat;; mot dat? vroeg-hij,„doe niet zogek, joh, zet af. - "Wat hebbie daar nou aan?" Beebjó legde het hem iuit. „Hon-;; den dragen' geen f.brillën"; zei?; Qui rijn wantrouwig, maar hij liet het er .verder -'bij..V - Weer gingen ze -samen, op stap. Beebje. keek maar óm 'zich heen; hü kon er maar niet genoeg- van krijgenj Kijk daar liep een-.vlieg en daar groeiden grasjes tussen de stenen en wel daar lag een propje papier en nee maar, Quirijn 'had eeq> vlekje op zijn staart, effe poetr sen! „Ah. joh, laat nou", zeiQui rijn, die "de hele'. Vlek niet -gezien had.-; .3? ?C'. Maar Beebje zag meer dan vlieg jes en. grasjes en vlekjes. Hij - zag dat de hónden;; die zij tegenkwa- men hem: wel aahkeken. maarer was een rare, spotachtige blik iri hun ogen en. een' lachje. om hun bekken,dat? niet aardig leek. „Zelachen' me -geloof ik' een beetje uit", zëihij onzeker tegen Quirijn, maar die zag niks en zei alleen: „O.jofc, laat ze lachen, wat kan het jóu schelen...." Maar'toen. ze bij de school kwa men en de andere hondjes Beebje met zijn brilletje zagen, begonnen ze te gieren, van het lachen. Ze holden op" hem toe. keften en blaf ten en rleper. „Een hond met een bril; hoe kan dat nou, kijk die gekke Beeb, hij lijkt, wel een mens, huhu, gekke Beeb. -V.!" Het .werd een vreselijk kabaal en juffrouw Fidel kwam er op af. Toen zij' Beebje zag, werd ze heel boos, want ze. dacht dat hij een grapje wou uithalen. „Bah wat zie •je'Ier?idioot uit, ga ogenblikkelijk weg"; viép ze eh Bëebje wou 'nog /.wat .zeggen, .maar.- de .hondjes, be- v gonnen .weer' te joelen, En een riep. j er:, „lelijke- tfrillebeêb, gekke bril.- lebeeb!!" VTOG meer - overstuur dan' de.- vo-;- rlge dag kwam hij thuis. Hij wilde nieteten, bij wilde.niet sla pen, hij wilde niet vertellen, en dat -wist hij'heel zeker hij wil de,. zijn. bril niet meer op.. Liever .- slecht zien -. dan uitgelachen wor-; dén/Zijn vader en. 'moeder wisten .geen'.raad met hem... en ze., waren blij dat Quirijn na school, kwam kijken. Quirijn kón niet goed 'te gen dié ongelukkige. Beebje, hij stond schorrig en -lawaaiig te pra-r, ten van: ,,0;. joh trek' je d'r .niks van an en vooruit, sla/ze op hun snuiten", maar. onderwijl kon hij ook wel grienen, zó verdrietig zag Beeb er uit; Maar /ineens klaarde zijn dikke slagerssnuit /.op! „Dat 'was ik bijna'vergeten", zei hij, „morgen ris er feestin; de ...straat,;/ mijn vader en moeder zijn 5 jaar slagershond eri ze geven - een feest. Joh r het «wordt reuze, alle hondjes mogen meedoen. Wedstrijden Baeb, geweldig, vuilnisbakken zoek en- Zo verstoppeniets in alle vuilnis bakken en wie bet't vlugst vindt, heb gewonnen." Maar Beeb schud de zijn kop, „mij lachen ze toch maar uit", zei hij en het leek of hij nooit meèr vrolijk 20U kunnen rijn. Maar nu kwam vader Pluio in actie. „Quirijn heeft gelijk,-jongen", zei hij,. ;jij doet mee. mét je bril versta je". „En de prijs is ..een week gratis botten, eten", zei Quicün op gewonden. De volgende dag scheen de zon vrolijk'en al|e vuilnisbakken ston den langs de stoep, want het was Vrijdag. Quirijn kwam Beebje ha len. Die stond klaar met zijn bril op zijn neus.' Alle honden hadden hun hokken met vlaggetjes versierd en op dc stoep van de. slagerij zaten de ou ders van Quirijn en namen de ge lukwensen in ontvangst van alle be woners van' de straat.. Toen zijn móéder/hem/smet Beebje zag aan komen, betrok haar gezicht en Beeb je. die. zijn; oren. al 'gespitst.had ;op iets naars, hoorde haar'zeggen tegen haar man:'?,^k'?vind hèt niet prettig datQuirijn mét dat gekke brillen- hondje omgaatDat zei ze. Het duurde •niet lang of de wedstrijden .begonnen.: Aan iedere kant van de straat stonden wel 10 vuilnisbakken, "propvol;' te wachten opde' vuilnis man; De .bedoeling was, dat de? hond jes/twee; aan twee, ieder" aan een kant vah:?'dë?'straat, uit iedere vuil nisbak een. ingepakt stuk honden- brood haalden, dat goed verstopt wag'tussen alléafvat, "Wiehét eerst 10 pakjes binnenbracht had gewön- hen. Nou/ het was lang niet makke-1 IÜk, want het zat erg-diep.. Qui- rijn had het verlóren tegen de hondé van nachtwaker Pliep en nu ineens was het Beebjes beurt. Hij moést tegen de hond van de notaris; een vreselijk eigenwijs, hooghartig beest. Beebje sprong tegen de eerste i vuilnisbak op, dook er in weg en' keek. Zie jé- dat-was het, Beebje' keek; Door .zijn bril. En alle andere honden rokèn. Met hun neus. En omdat Beebje zoveel zien kon met zijn bril. zag hij direct tussen een bos "verdroogde, tulpen en een hoop. as en oude uitgebrande kolen, een klein pakje. Hij pakte het en toen de notarishond nog bezig was met zijn eerste vat. was Beebje al aan zijn vierde! Zijn bril onthulde alles! De opwindirig in.'ie straat was ge-' weliiig! Iedereen kefte en blafte door elkaar; en Quirijn gilde „hup Beeb, hup Bpep".. Nou Beeb won met wel drie: vuilnisvaten voorsprong! Toen werd hij; omringd door alle maal honden die hem feliciteerden met zijn overwinning en zij namen hem op hun schouders cn zongen in koor: Met 2ün bril, met zijn bril •Ziet hij alles wat hij wil. Hij Js zo slim, hij i$ zo leep Onze brillanbeebl! En van die dag af was Brillen- beeb een erenaam; IV/T aar er was meer.. Niet alleen ■iVJ- dat iedereen Beebjes bril nu heel gewoon, ging vinden en er niet meer om lachte, de volgende dag kwam de moeder van Quirijn aan kloppen bij het hok van Beebjes ouder? 'en vroeg vader Pluto te spreken. Eerst ken zij niet goed uit haar woorden komen, maar het kwam cr toch uit: ..Of vader Pluto niet ook zo n brilletje voor Quirijn kon maken cn voor haar zelf cn haar man... ze vond dat een hond er zo knap mee uiUag en zoveel zag.." Ze wilde er goed voor be talen, dat zei ze er bij. Een kluif meer of minder kwam er bij haar niet op aan. En zo maak te vader Pluto voor de slagershon- denfatnilie een. bril. En. toen die daarmee verschenen, kwam dc vrouw van de hond van de groen teboer, en dc notariskind en waar- empel juffrouw Fidel, die" een bril voor. een dokterspoedel wel deftig vondstaanen de nachtwakershond, en de. hond wan de burgemeester; En toen.-die er eenmaal, met een bril, liep, toen werd het de grote mode in de. straat. Vader Pluto. kon het niet af. i Hij werd zo "rijk als Hij ,maar zou...willen,zijn. Beebje kreeg les?van'zijn",vader in 'het slijpen en; toen /hij van school was kwam hij bij zijn vader in' de zaak en boven het hok stond, met grote letters te ■lezen: -• PLUTO BRIHLENSLIJPER ZOON. En ze slepen,lang én gelukkig. '?Maria/n Smeets; JAT 't land van Hille Dille woont een oude dikke reus.. 't Is tien minuten lopen van zijn tenen tot zijn neus, Alleen wanneer hij Ifgt, dat spreekt, want ais die reus gaat staan, Dan kom je pas na uren klimmen boven by hem aan. Hij is een kilometer lang, een hele kilometer! Maar meestal slaapt hij en dat is voor reuzen ook veel beter OP Donderdag voor Pinksteren; dat- was dus deze week. Toerir kwam er daar een toering-car, daar givdor in die streek, Een mooie nieuwe toering-car, met zeventien personen. Ze babbelden tuat met elkaar en aten mollebonen: Ach, wat een heuvels zijn er hier! zo zeiden ze tevreden, Dat gaat van hoep naar boven cn van roetsj weer naar beneden. Ze reden ouer die reus z'n bibs. en toert je wat zo erg was? Ze wisten "t niet, 2e isisten 't niet, ze dachten dat 't een berg was. P AS toen ze weer beneden warenonder aan die reus, Toen keek een dame achterom cn riep; o, toat affreus!! fk zie een hoofd' O, stop chauffeur! en iedereen maar schreeuwen Toen werd de reus net wakker en ging lekker aan het geeuwen, Zijn mond was net een diep ravijn, een tunnel, of zoiets Toen viel hij weer in slaap, de reus, en zag gelukkig niets De bus reed verder met een vaart in 't land uan Hille Dille Maar alle dames bleven nog wel uren aan het gillen! ANNIE M.. G. SCHMIDT XXXIV Allemaal keken ze naar 't vreem de natuurverschijnsel. "..Het is zijn grotebroerfluisterde Marelotje. ,,Het is Nikkelglim. Hij is gekomen om'Jock in het onzichtbare schep-.: net veilig terug te brengen naar de maan'. Jock had 2ijn hand met het pistool laten zakken. In één, seconde zag en hoorde en dacht hij alles. Hij zag de rode en groene en gouden die- renogen, hij;, zag; de werkhanden/ en de ronde rug van het oude vrouw- tje,. hü hoorde hetangstige >lpcien vari de 'koe, het geharrewar van de giraffe en. de baron, en het hulpe loos gezang van;de kükjonkcrs. Hij hoorde ook hce Pang'heel zachtjes huilde, en hij dacht.: „Als- ik- de Kristallen Dame nu niét de spiegel afpak, zal ze er morgen al het licht van de zon mee terug kaatsen Dan zal alles in.Lobelia donker zijn. en verdorren, cti verdwijnen"; en hij riep:. „Ik wil niet .terug! We hebben nog twèè minuten! Ik blijf óp; aar; de!" En teen werd, het vreemde na tuurverschijnsel nóg vreemder; bo- vun de rand van het restje maan, was nu ook een arm in een zilver blauw gestreepte pyarnamotiw te voorschijn gekomen en een witmeta- len. hand wees, óver de bruine beuk. naar alles wat er zichtbaar was van de Kristallen Dame, naar de zwart- garen handschoenen met dc spiegel, naar de lege mantel en de 'zwevende hoed met-het groene veertje. Het groene veertje!!! Rang/schoot Jock zijn pistool af. Maar de kogel ging nlèt zoals hij gaan moest, hij ging heleniaal opzij, ketste tegen een [izeren schoorsteenbout, suisde ra kelings lar.gs de spiegel door de voorkant van de kartonnen coos. ketste tegen een andere schoorsdccn- bout. suisde wèèr rakelings, maar nu aan de andere kant. langs de spie gel terug door de achterkant van de kartonnen doos. nn verdween ver volgens in de verte, door het open staande dakraam van het legermu- scum, ..Mis!! Meters er naast1!!" De Kris- tallen Dame bij de koepel danste dol van vreugde in het rond. De stukken karton van de aan flarden gescho tendoos, woeien weg over het dak. Het vreemde, helle licht blik kerde op de spiegel, die ze met bei de handschoenen boven haar hoed heen. en weer zwaaide als een sig naalvlag. „Nog èèn minuyt, dames en heren!" De spookverschijning maakte een overdreven eerbiedige buiging voor het ronde witte stralende jon- genshoofd boven dc bruine beuk, en toen.Ja, toen moeten haar door zichtige kristallen ogen toevallig even ln dé spiegel hebben gekeken. WSt die ogen- daar zagen, zal nie mand .ooit weten. Ik denk. dat het fSnietvyeel moois is- geweest. In elk •geval,deKristallen Dame liet met eeh':giL de; spiegel uit' haar hand schoenen glijden, en viel méteen;: op b'de/plaats zelf;-/, met een gerinkel' of "een-heel eetservies aan stukken -slaat, in schervels uit elkaar.. - Toen Jock en Marelotje even later voorzichtig naderbij - kwamen, von den ze naast de volkomenonbe- scbadigde spiegel - alleen nog maar wat kristalgruis en oude kle ren. „Ze Is weg", zei het oude vrouw tje. „De maan is ook weg", mompelde Jock. Hij nam de spiegel behoed zaam onder zijn arm. „Het is don ker. We kunnen met teruggaan be ter wachten tot het dag is.. Hoor ze beneden eens juichen!Ze willen ons zien." Hij stapte, naar de rand van het dak en wuifd met een witte zakdoek naar de menigte, Maar/dc menigte wuifde - niét terug,- ze lette, helemaal niet op hem, ze danste in een wijde kring om de frigidaire, die de: .kóksmaatjes naar../het midden van het bordes hadden? gesleept. Nèast de frigidaire. stond ;de .chef kok, die hoog boven zijn; hoofd een zilveren, kandelaber met-, twaalf- brandende kaarsen hield. En öp.de frigidaire zat, .met een boeket roze rhododendrons in zijn hand. Hans II van Lobelia, die onmiddellijk na het in gruizels vallen van de •Kristallen Dame, onder de ophaalbrug uit moest rijn-gekropen. Den koning bij kaarslicht is erg. mooi; om tè zien. De baron en Pang, de giraffe, de koe, de.ezels, allemaal hadden ze Ineensogen' voor niets anders meer. Ze vergaten, dansend om Hans II, aan welk gevaar ze nog maar zo juist op het nippertje waren onfsnapt. Ze riepen: „Wat is hij prachtig! Wat glimt hij kolos saal!!", en ze juichten hemel en aar de bij elkaar. „Lang zal hij leven! Leve de koning!" Jock knipperde even met zijn ogen. „Nu ja..", zei hij toen. „Voor-' uit dan maar.Leve die koningl" De ratten, dc spinnen, ric muizen, en de zwarte katten roetsjten langs, het sokkentouw en de kamperfoelie, omlaag om mee te gaan doen met1 het feest. Alleen Jock en Marelotje] bleven met de spiegel tusschcn, zich in geleund tegen Kn schoor- steenpijp, op het dak achter om te' wachten opde dag. - (Wordt vervolgd) Hor iz o n-.- t a .a l;: 1. - vis sersvaartuigen, die met de naam van een vis - beginnen 5. opnieuw eieren leggen, dat is n'og~', eens be raad.. 9. eer waardig be roep,/ waarvan de kop op on verstand duidt, maar de staart het -. tegendeel beweert,, 10. plaats, in! Noord Holland, begin- nend/ymet een" zwemvogel 11. ongeveer 69 cni rund, niaar het staat-,niet vast 13. deeltjes, die' de gehele", we reld in. ber.oe-, ring: brengen en waaiwan ,een' ..ïT^iexdand-., .-se-vfervóèrson-i derneming aan het hoofd staat 14. begerigof gretig, maar begin met een' beet 15. laat een loofboom nog wat groeien en het wordt een andere soort loofboom 17. er zit in een dop een kleine plaats 19. wan neer toomscheuten anders uitlopen, vormen ze een hert van één winter 21. intimiteit, waarbij een zoen in begrepen; is 22; -enie zonder staart, dooréén 'geschud, is wel uniek 23. toespraak, grotendeels op do Velu- we 24. onhandig mannetje, hij laat zich nog op de kop zitten ook 26. Nee, dan deze knaap, die veel roem draagt 28. Als je die kleur veran dert, komt er slijtage 32. laat een Afrikaanse rivier terugstromen en er blijft een streep over. 34. een rat en. een priem kunnen een hels lawaai maken 35. een boomkwast is hoofdzakelijk aar. ijver te danken 36. soort gravure 38. rente, groten deels uit overschot bestaande 39. en tussen eerr plaatsbepaling en lof gaat men naar omlaag 40. berxtstend. maar draai je de kop om, dan staan je, .een aantal erfenissen te wachten 41. plaats bij Kesteren, beginnend met een meisjesnaam. Verticaal: 1. een slaapplaats met karakter geeft pas rust 2. mak landman kan hevig lawaai maken 3. een enkele naaldboom maakt zwem vogels 4. een paar op het lastste moment 5. oude heren, die de „p" ln zouden hebben, ais ze op de kinde ren moesten passen 6. leder bloed vat is wederkerig 7. spaniel door elkaar geschud vormt een instru ment voor het opprikken van brief jes 8. bbvcl, spirmeweefsel en loof boom bieden plaats aan auto's 12. windrichting die in stilte eindigt 15. 't is nauw. maar maak het 69 cm larger en 't- is snoezig 16. door mid del van een voegwoordje kun je aan vruchten komen 18. wanneer het op een maanstand eindigt, wordt de zaak teer 13. loofboom, die uit een embryo ontstaat 20. opstoot, met muziek beginnend 21., boterham, die grotendeels aan een landbouwwerk tuig te danken is 24. niet lang, maar maak het drie letters langer en je betaalt een zeker percentage min der 25. gedoofd petroleumtoestel doet de zaak weer langer duren 27. graansoort, die, al is hij nog heet geknokt, middenin altijd 2oer koud blijft 29. Chinese maat en een wild zwijn met extra staart geven een hemind persoon als resultaat 30. aanklampen is het gevolg van een voorzetsel, omringd door twee de zelfde voegwoordjes 31. gemene kerel, .die. hoofdzakelijk van het spieden bestaat 33. toegang, eindi gend met een deel van een trap 36. ook een ec.nt kan voedsel zijn 37. veeverbiijf. dat rustig begint en reeds eindigt. Oplossing kruiswoord- puzzle Horizontaal:.! aac*. .5 asbak 10 reeks 15 kroos 17 natel 19 erwt 20 kam 21 pluralis 24 fee 25 el 28 boord 27 Kent 20 eg 30 vloot 32 deren 34 slurp 35 po seren 38 staf 38 pleet 41 teder 43 aan 44 mannrlï 46 mode 47 lomp 49 stamper 50 ges 51 opera 53 Erato 54 Kelt 53 ne gerin 57 nswee 5g Odeon 80 tiran 62 er 83 knot 65 ved*l 68 NT 67 ega 69 ere teken 71 sou' «2 nerf 74 meers ?5 deken 77 slaaf 78 klets 70 lint. Verticaal: akker 2 Aral 3 gom 4 t.o. B spurt 7 Bard 9 kelk 11 J/e 12 13 kween 14 ateg 16 spoor 18 Llcde 22 looppas 23 snert 26 bluf 28 treem 30 vlammend 31 voerman 33 endogeen 34 strop 33 penarie 36 «tipt 37 Brest 38 sa lon 40 later 42 edele 45 Leonid? 48 preek 62 agone 54 kwal 5B enoon 5B arend 50 orgeL 60 tekst 6t stunt 62 eens 64 teek 65 Vere 68 noen 68 ara 70 tel 71 ski 73 Fa 78 el. Het Is te betreuren, dat het damspel dat zo een diepe varlantenrijkdom kent en waarvan het aar.tai combinatiemoge lijkheden legio ls, niet in ieder land op dezelfde manier wordt gespeeld. Het z.g. Poolse spel wordt in hoofdzaak be oefend in Frankrijk, Nederland. Belgié. Zwitserland, en ln kleinere kring in cnige autlere landen, maar in Engeland. Itahe, Rusland en vele andere landen speelt men op een bord van 64 velden. Jn Canada is het spel op 144 ruiten po pulair. In Amerika speelt men weer op 64 velden. Was het nu maar zo, dat er enerzijds een groep landen bestaat waar men. op 100 ruiten Bpeelt, en een tweede den van de 64 velden steeds andere spel regels. die wel niet zo heel erg afwijken maar toch geenszins uniformiteit ver tonen. Het „verschil in bcrdgrooUe. en. de daarmee gepaard gaande afwijkingen in spelprlncJpes. notatie enz. is een scherpe handicap om het damspel popu lair te maken. De pogingen om de zo vurig begeerde eenheid te bewerkstelli gen. zijn tot nu toe vrU vruchteloos ge bleken.:" Toch weet men in de „Westerse" lan den al heel wat meer van do manier van spelen ln andere landen dan vroe- gerl Verheugend is b.v. ook. dat mon kem te onderzoeken. Zo is men feitelijk Êas kort geleden tot de conclusie Re- omen, dat Rusiand b.v. zcals op schaakgebied ook op het bord van 64 velden veel fraais heeft gepresteerd. De heer O. G. van Veen te Breda heeft o.a. in zijn uitstekende rubriek ln Het Lichtspoor. d:e jammer genoeg door het verdwijnen van dit blad niet meer verschijnt, de Russische problecmkunst onder de loupe genomen, waarbij hij o.e. gebruik maakte van publicaties - daar over in ..De Problemlat". Waar dam mend Nederland nog zo weinig van Rus sische composities op de hoogte is, illkfc het mij interessant u hieronder cnlga staaltjes.te tonen. In onderstaande stelling: Zwart 3 St. op 24, 33. 39. I "t Wit 4 6t. op 35. 45. 47 en 50. Van de Russische auteur I. A. Schmidt uit Kharkov is de verrassende wlnJl voor wit: 35—30. 24x35, 47—42: Zwart kan alleen 39—43 speten en wit wint, wederom verrassend, door 42—38. 43x32 of 33x42 en 45—4C. door Ludwig Bemelmans IMt:ii.:iun!ï;p.ri:iii;!:!:riiiiiiriimrai!ite]EiiiiiM:ii 9) „Kijk daar eens, Joe, paarden-" „Rijd jij paard, liefje?" „Ik zóu er direct afvallen aL? ik het zou proberen." ..Heel goed." „Waarom zeg je dat Joe?" „Omdat ik andere voortdurend in angst zou zitten dat je eraf zou vallen en je zou be zeren." Hij najn zijn ene ;band van het stuur en legde die op de hare. „Zie je. liefje, een vrouw moet een fluweelzacht huidje hebben, an ders kan ze nooit iotó voor me betekenen. Ik ben zo blij, dat, je geen paard rijdt." „Ben je getrouwd >Joe?" ,.Eh ja",, zei hij; cn toen, luider, alsof hij die staat moest verdedi gen, Ja.' De enige luxe, die men-, sen hier hebben, is een tehuis.' Ik heb een vrouw en twee kinderen. Alors, mijn kinderen spreken Frans met een Engels accént en. Engels metéeni-Fracs accept. Dat is «n van de prijzen, die jc als har.ne- llng moet betalen. En wat mezelf betreft. Belinda, de muziek moet minstens zes maten spelen voor ik weet of het de Marseillaise is of Star-Spangled Banner. Maar, Heve kind. dat is dan ook het enige waarever. in mijn geest ver warring bestaat." ,.Dan ben je een gelukkig mens," zei Belinda. Weldra- lagen de zee en de he- mei wijd voor hen. Hij sloeg links af. de Malibu Road op. Waarbrengt hij me in vredes naam heen? vroeg Belinda zich af. Ze kende nu toch wel alle goede restaurants in de buurt- En het enige behoorlijke was Roland's, maar dan hadden ze 1 echts afmoe ten slaaa Maurice wees naar oen rijtje olie-boortorens aan de horizon. ,rAls je dié wegdenkt," zei hij, ,,is het net Cannes." Belinda dacht eerst nog, dat hij misschien een huis aan het-strand bezat, maar toen ze alle huizen voorbij waren, besloot zó jmt hem te vragen. Belinda had;'honger. „Kijk," zei ze, wijzend op een paar pelikanen, die in dezelfde richting-vlogen ala.waarin zij re-, den- Het werd schemerig en de vogels raakten bijna' het water. „Kijk,- Joe, die hebben,ze<n grote krop. Die kunnen' daar-hun,- eten in stoppen en als ze .honger krij gen hoeven ze- geen urén naar een restaurant te zoeken.", .-Ah," zei Maurice; „Ik/weet.een' klein-restaurant aan hét eind van-; ■de pier in Santa Monica.Ik hou niet van al dio show. Ik heb ge noeg van Romanoff's en Larue's, Altijd hetzelfde menu, altijd de zelfde gezichten altijd dezelfde vreselijke mensen. Ik ben dol op dat kleine restaurant. De spécialité de la maisor. 'is-„abalone steak"." ,.Wat is abalor.e steak?" „Dat is een soort Wiener Schnit zel van vis" „Wat is e»_ Wiener Schnitzel?" „Een kallscotelet" „Ik vind het enig -als mensen allerlei talen spreken." zei ze „Va- nya 'kent Frans ett Duits en Itali aans en Russisch." Het. werdkil en ze kroop wat dichter naar hem toe. „Wat is dat voor een film die je voor -me gaat schrijven?" - ,Tk kan niet over filmspraten als ik rijd. Ik moet heen en weer kunnen lopen om een. verhaal ta vertellen," zei hij..- „We gaan nu eerst een borreltj edrinken en leta eten.en dan gaan we ergens heen, waar ik-je er. rustig van kan ver- tellen." (Wórdt vervolgd) Advertentie (IM.) EXAMENOPLEi DINO Wiskunde L O. - M O. K'K*. Handelskennis L'.O. en S:P.Öj 8 E SA/. MILVERSÜM Bekcnde'Sch. if lelijke 'Ciirsuti

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1951 | | pagina 9