Honden dragen geen brillen, zei
Quirijn, maar Beebje wèl
.«ri andere jonge klantjes)
De reus van Hille Dille
door Henriëtte
Voor onze dammers
Verschillende
methoden
,Een ster wordi
n
Zaterdag 12 Mei 1951
JP R was eens 'n hemdje, dat Beebje heette. Beebje was enig kind.en
JZr-fiog erg klein toen hij al naar de kleuterschooltoerd gestuurd. De
kleuterschool van mevromo Fidet, de poedel van de dokter. Dat 1o,as
een hele gebeurtenis toen hij daar op een ochtend voor tiet .eerst 'naar
toe ging.' Het was mooi weer en. veel bewoners van de straat zaten
buiten. Toen zij de kleine Becb aan zagen dribbelen met. zijn pakje
hendenbrnod voor het twaalfuurtje, blaften ze allemaal vriendelijk en
riepen,r>ag jongen, dag Beebje, pa je naar de school,'dat is flink,
hom".
Toen hy langs de slager Jaoam was daar Quinjn, het zoontje van de:
slagershond, die ook vaar school ging„Ha, die Beéb", zei Quirijn, die
niks bang was. „mot je een botje? Ik heb een hele zak van me. moeder
■meegekregen om te trakteren".
Arou, daar zei Beebje geen nee op en. gezellig kluivend wandelden
ze samen op.
Quirijn blafte tegen een poes cUe langs kwam, „ga je weg, snertkat."
zei hij nog. „Sr.zrtkat; Idat was een schoen," zei Beebje, die de hele
kat niet gezien had en dat was wel gek, want het was een kat. Schoe
nen komenniet zo maar langs, behalve als er mensen in ziften, na-
tmirlijk. Quirijn keek hem verwonderd aan, maar omdat ze cl aan dc
school weren, had hij geen tijd om dat te onderzoeken.
MEVROUW Fidel, in een vers
geschoren bontjas, stond ze
00 te wachten. Er waren een hele
boel hondjes, wel twintig Eerst
moesten..'' ze'allemaaleen plasje
doen tegen de; boom voor de school
voor de zekerheid, snap je?
ert toen: mochten ze ln een kring
;./;gaan zitten.
Zn moesten zingen van: En Fidel,
de hond, die z*v op de grond en
at van een broodje met kaas. Toen,
het lied uit was gingen ze ..botje
leggen', niemand zeggen" en daar
na kluifje bijten. Juffrou v Fidel
hield dan een kluif hoog op in de
lucht en die moesten de hondjes
dan met hun bek weg pakken.
Het was niet zo erg moeilijk, maar
nu is het zo jammer om te moe
ten zeggen, Beebje bracht er'niets.
maar dan .ook niets van..terecht.
-Hij. kwam/'wel-vreselijk hard 'aan
rennen, maar. ala '-hij sprong - beet
hij een heel eind naast het bot in
de lucht; en niet- een keer,maar
telkens? en' telkens weer. De juf
frouw begreep het eerst niet, want
de anderen konden het - wel, maar
toen ze het grng'onderzoeken kwam'
ze er achter. (Jé moet niet verge
ten, dat zijdpi poedelvan ..de dok
ter was). Beebje kon niet goed
'zien, zijn oogjes waren niet" in ór
de en dat was nu op school pas
uitgekomen-.Weet - je-' .wél van
nic kat die hij onderweg voor een
schoen aanzag, nou dat kwam ook
van zijn ogen.
"Huilend is'hij die' middag naar
'iu:s gegaan.
Zijn vader en moeder schrokken
erg toen hij zo.overstuur thuiSj-
kwam en vroegen natuurlijk wat
er toca aan v de"''poót~' vias. Tkkkïk''
kan niet kluifje bijten",- Beebje.
gierde, nu van het huilen. ,rik heb
foute oogjes Ik zien de kluif
jes niet goehoèhóèhóèdü"
'..Ik zi e dei-kluifjes niet goed",
verbeterde-zijn*vader, die een prc-
ciese hond was, ,,wat een onzin,
.hoe dan. En-Beebje vertelde wat
er was gebeurd en wot juffrouw
Fidel had ontdekt. Aan het eind
van zijn verhaal was hij bijna he
lemaal weggezwommen in zijn tra
nen. Zijn moeder nam hem in haar
noten on suste, hem cn" zei ..stil
""maar. stil maar; hier is een' lekker
'stukje 'vlees, "ga nu maar gauw
slapen, morgen is alles niet zo erg
meer
A/T AAR toen Beebje eindelijk
-V1 moegehuiid in zijn mandje
lag te slapen, zaten zijn ouders
nog lang met zorgelijke, verdrieti
ge gezichten in het hondenhok en
praatter, en praatten wat zc toch
m<v hun zoontje aanmoesten.
Ineens klaarde zijn snuit op.
,;Moeaer", blafte hij. ..ik geloof dat
ik heb weet-, vraag me nog niets,
maai- ik zal uet proberen." En va
der Pluto is naar het erf van de
verf winkel ven meneer Beun ge
gaan. Hii zocht tussen de vaten
verf en de kisten kwasten en vond
wat hij hebben wilde. Twee stuk
jes nlss, een ijzerdraadje en een
klein rteentje. Met dat hele kleine
steentje begon hij de stukjes glas
te polijsten. Zzzt. zzzt, klonk het
in de stille nacht. Hij maakte het
glas steeds dunner en' gladder, hij
polrste er. sleep. En toen het al
weer licht werd en de eerste merel
begon te zir.gen in de kersenboom
van meneer Beun. was vader Plu
to doodmoe, maar in zijn- poot
hield hij., een'klein brilletjeI
Beebje was. met grote tegenzin
opgestaan. Als hij er aan - dacht
dat hij weer het kluifje bijten fout
zou doen, dan zou hij. net zo lief
thuis blijven.... Maar zijn vader
riep hem opgewekt, ging voor hem
staan en haalde van achter zijn
rug een vreemd instrumentje te
voorschijn cn 2ette het op Beebjes
neus. „Nou kijk eens goed. wat zie
je nu?" en'hij hield een kluifje op.
Beebje knipperde onwennig achter
zün brilleglazen. r.am een aanloop,
sprong, beet en.... ja hoor hij had
het! „Het was helemaal niet moei
lijk", zei hij verbaasd en trillerig.
,,ik zag het zo voor me. Ik zien
veel- meer dan gisteren," *„Z i e
yeel .meer", verbeterde zijn vader,
die een preciess hond was.
A UIRTJN kwam hem 'halen voor
V/ school. Nou, die keek ook gek
pp van 'die bril. „"Wat;; mot dat?
vroeg-hij,„doe niet zogek, joh, zet
af. - "Wat hebbie daar nou aan?"
Beebjó legde het hem iuit. „Hon-;;
den dragen' geen f.brillën"; zei?; Qui
rijn wantrouwig, maar hij liet het
er .verder -'bij..V
- Weer gingen ze -samen, op stap.
Beebje. keek maar óm 'zich heen;
hü kon er maar niet genoeg- van
krijgenj Kijk daar liep een-.vlieg
en daar groeiden grasjes tussen de
stenen en wel daar lag een propje
papier en nee maar, Quirijn 'had
eeq> vlekje op zijn staart, effe poetr
sen! „Ah. joh, laat nou", zeiQui
rijn, die "de hele'. Vlek niet -gezien
had.-; .3? ?C'.
Maar Beebje zag meer dan vlieg
jes en. grasjes en vlekjes. Hij - zag
dat de hónden;; die zij tegenkwa-
men hem: wel aahkeken. maarer
was een rare, spotachtige blik iri
hun ogen en. een' lachje. om hun
bekken,dat? niet aardig leek.
„Zelachen' me -geloof ik' een
beetje uit", zëihij onzeker tegen
Quirijn, maar die zag niks en zei
alleen: „O.jofc, laat ze lachen, wat
kan het jóu schelen...."
Maar'toen. ze bij de school kwa
men en de andere hondjes Beebje
met zijn brilletje zagen, begonnen
ze te gieren, van het lachen. Ze
holden op" hem toe. keften en blaf
ten en rleper. „Een hond met een
bril; hoe kan dat nou, kijk die
gekke Beeb, hij lijkt, wel een mens,
huhu, gekke Beeb. -V.!"
Het .werd een vreselijk kabaal
en juffrouw Fidel kwam er op af.
Toen zij' Beebje zag, werd ze heel
boos, want ze. dacht dat hij een
grapje wou uithalen. „Bah wat zie
•je'Ier?idioot uit, ga ogenblikkelijk
weg"; viép ze eh Bëebje wou 'nog
/.wat .zeggen, .maar.- de .hondjes, be-
v gonnen .weer' te joelen, En een riep.
j er:, „lelijke- tfrillebeêb, gekke bril.-
lebeeb!!"
VTOG meer - overstuur dan' de.- vo-;-
rlge dag kwam hij thuis. Hij
wilde nieteten, bij wilde.niet sla
pen, hij wilde niet vertellen, en
dat -wist hij'heel zeker hij wil
de,. zijn. bril niet meer op.. Liever .-
slecht zien -. dan uitgelachen wor-;
dén/Zijn vader en. 'moeder wisten
.geen'.raad met hem... en ze., waren
blij dat Quirijn na school, kwam
kijken. Quirijn kón niet goed 'te
gen dié ongelukkige. Beebje, hij
stond schorrig en -lawaaiig te pra-r,
ten van: ,,0;. joh trek' je d'r .niks
van an en vooruit, sla/ze op hun
snuiten", maar. onderwijl kon hij
ook wel grienen, zó verdrietig zag
Beeb er uit; Maar /ineens klaarde
zijn dikke slagerssnuit /.op! „Dat
'was ik bijna'vergeten", zei hij,
„morgen ris er feestin; de ...straat,;/
mijn vader en moeder zijn 5 jaar
slagershond eri ze geven - een feest.
Joh r het «wordt reuze, alle hondjes
mogen meedoen. Wedstrijden Baeb,
geweldig, vuilnisbakken zoek en-
Zo verstoppeniets in alle vuilnis
bakken en wie bet't vlugst vindt,
heb gewonnen." Maar Beeb schud
de zijn kop, „mij lachen ze toch
maar uit", zei hij en het leek of
hij nooit meèr vrolijk 20U kunnen
rijn.
Maar nu kwam vader Pluio in
actie. „Quirijn heeft gelijk,-jongen",
zei hij,. ;jij doet mee. mét je bril
versta je". „En de prijs is ..een week
gratis botten, eten", zei Quicün op
gewonden.
De volgende dag scheen de zon
vrolijk'en al|e vuilnisbakken ston
den langs de stoep, want het was
Vrijdag. Quirijn kwam Beebje ha
len. Die stond klaar met zijn bril
op zijn neus.'
Alle honden hadden hun hokken
met vlaggetjes versierd en op dc
stoep van de. slagerij zaten de ou
ders van Quirijn en namen de ge
lukwensen in ontvangst van alle be
woners van' de straat.. Toen zijn
móéder/hem/smet Beebje zag aan
komen, betrok haar gezicht en Beeb
je. die. zijn; oren. al 'gespitst.had ;op
iets naars, hoorde haar'zeggen tegen
haar man:'?,^k'?vind hèt niet prettig
datQuirijn mét dat gekke brillen-
hondje omgaatDat zei ze. Het
duurde •niet lang of de wedstrijden
.begonnen.: Aan iedere kant van de
straat stonden wel 10 vuilnisbakken,
"propvol;' te wachten opde' vuilnis
man; De .bedoeling was, dat de? hond
jes/twee; aan twee, ieder" aan een
kant vah:?'dë?'straat, uit iedere vuil
nisbak een. ingepakt stuk honden-
brood haalden, dat goed verstopt
wag'tussen alléafvat, "Wiehét eerst
10 pakjes binnenbracht had gewön-
hen.
Nou/ het was lang niet makke-1
IÜk, want het zat erg-diep.. Qui-
rijn had het verlóren tegen de hondé
van nachtwaker Pliep en nu ineens
was het Beebjes beurt. Hij moést
tegen de hond van de notaris; een
vreselijk eigenwijs, hooghartig beest.
Beebje sprong tegen de eerste i
vuilnisbak op, dook er in weg en'
keek. Zie jé- dat-was het, Beebje'
keek; Door .zijn bril. En alle andere
honden rokèn. Met hun neus. En
omdat Beebje zoveel zien kon met
zijn bril. zag hij direct tussen een
bos "verdroogde, tulpen en een hoop.
as en oude uitgebrande kolen, een
klein pakje. Hij pakte het en toen
de notarishond nog bezig was met
zijn eerste vat. was Beebje al aan
zijn vierde! Zijn bril onthulde alles!
De opwindirig in.'ie straat was ge-'
weliiig! Iedereen kefte en blafte door
elkaar; en Quirijn gilde „hup Beeb,
hup Bpep".. Nou Beeb won met wel
drie: vuilnisvaten voorsprong!
Toen werd hij; omringd door alle
maal honden die hem feliciteerden
met zijn overwinning en zij namen
hem op hun schouders cn zongen in
koor:
Met 2ün bril, met zijn bril
•Ziet hij alles wat hij wil.
Hij Js zo slim, hij i$ zo leep
Onze brillanbeebl!
En van die dag af was Brillen-
beeb een erenaam;
IV/T aar er was meer.. Niet alleen
■iVJ- dat iedereen Beebjes bril nu
heel gewoon, ging vinden en er niet
meer om lachte, de volgende dag
kwam de moeder van Quirijn aan
kloppen bij het hok van Beebjes
ouder? 'en vroeg vader Pluto te
spreken. Eerst ken zij niet goed uit
haar woorden komen, maar het
kwam cr toch uit: ..Of vader Pluto
niet ook zo n brilletje voor Quirijn
kon maken cn voor haar zelf cn
haar man... ze vond dat een hond
er zo knap mee uiUag en zoveel
zag.." Ze wilde er goed voor be
talen, dat zei ze er bij.
Een kluif meer of minder kwam
er bij haar niet op aan. En zo maak
te vader Pluto voor de slagershon-
denfatnilie een. bril. En. toen die
daarmee verschenen, kwam dc
vrouw van de hond van de groen
teboer, en dc notariskind en waar-
empel juffrouw Fidel, die" een bril
voor. een dokterspoedel wel deftig
vondstaanen de nachtwakershond,
en de. hond wan de burgemeester;
En toen.-die er eenmaal, met een
bril, liep, toen werd het de grote
mode in de. straat. Vader Pluto. kon
het niet af. i Hij werd zo "rijk als Hij
,maar zou...willen,zijn. Beebje kreeg
les?van'zijn",vader in 'het slijpen en;
toen /hij van school was kwam hij
bij zijn vader in' de zaak en boven
het hok stond, met grote letters te
■lezen: -•
PLUTO BRIHLENSLIJPER ZOON.
En ze slepen,lang én gelukkig.
'?Maria/n Smeets;
JAT 't land van Hille Dille woont een oude dikke reus..
't Is tien minuten lopen van zijn tenen tot zijn neus,
Alleen wanneer hij Ifgt, dat spreekt, want ais die reus gaat staan,
Dan kom je pas na uren klimmen boven by hem aan.
Hij is een kilometer lang, een hele kilometer!
Maar meestal slaapt hij en dat is voor reuzen ook veel beter
OP Donderdag voor Pinksteren; dat- was dus deze week.
Toerir kwam er daar een toering-car, daar givdor in die streek,
Een mooie nieuwe toering-car, met zeventien personen.
Ze babbelden tuat met elkaar en aten mollebonen:
Ach, wat een heuvels zijn er hier! zo zeiden ze tevreden,
Dat gaat van hoep naar boven cn van roetsj weer naar beneden.
Ze reden ouer die reus z'n bibs. en toert je wat zo erg was?
Ze wisten "t niet, 2e isisten 't niet, ze dachten dat 't een berg was.
P AS toen ze weer beneden warenonder aan die reus,
Toen keek een dame achterom cn riep; o, toat affreus!!
fk zie een hoofd' O, stop chauffeur! en iedereen maar schreeuwen
Toen werd de reus net wakker en ging lekker aan het geeuwen,
Zijn mond was net een diep ravijn, een tunnel, of zoiets
Toen viel hij weer in slaap, de reus, en zag gelukkig niets
De bus reed verder met een vaart in 't land uan Hille Dille
Maar alle dames bleven nog wel uren aan het gillen!
ANNIE M.. G. SCHMIDT
XXXIV
Allemaal keken ze naar 't vreem
de natuurverschijnsel. "..Het is zijn
grotebroerfluisterde Marelotje.
,,Het is Nikkelglim. Hij is gekomen
om'Jock in het onzichtbare schep-.:
net veilig terug te brengen naar de
maan'.
Jock had 2ijn hand met het pistool
laten zakken. In één, seconde zag
en hoorde en dacht hij alles. Hij zag
de rode en groene en gouden die-
renogen, hij;, zag; de werkhanden/ en
de ronde rug van het oude vrouw-
tje,. hü hoorde hetangstige >lpcien
vari de 'koe, het geharrewar van de
giraffe en. de baron, en het hulpe
loos gezang van;de kükjonkcrs. Hij
hoorde ook hce Pang'heel zachtjes
huilde, en hij dacht.: „Als- ik- de
Kristallen Dame nu niét de spiegel
afpak, zal ze er morgen al het licht
van de zon mee terug kaatsen
Dan zal alles in.Lobelia donker zijn.
en verdorren, cti verdwijnen"; en hij
riep:. „Ik wil niet .terug! We hebben
nog twèè minuten! Ik blijf óp; aar;
de!" En teen werd, het vreemde na
tuurverschijnsel nóg vreemder; bo-
vun de rand van het restje maan,
was nu ook een arm in een zilver
blauw gestreepte pyarnamotiw te
voorschijn gekomen en een witmeta-
len. hand wees, óver de bruine beuk.
naar alles wat er zichtbaar was van
de Kristallen Dame, naar de zwart-
garen handschoenen met dc spiegel,
naar de lege mantel en de 'zwevende
hoed met-het groene veertje.
Het groene veertje!!! Rang/schoot
Jock zijn pistool af. Maar de kogel
ging nlèt zoals hij gaan moest, hij
ging heleniaal opzij, ketste tegen een
[izeren schoorsteenbout, suisde ra
kelings lar.gs de spiegel door de
voorkant van de kartonnen coos.
ketste tegen een andere schoorsdccn-
bout. suisde wèèr rakelings, maar
nu aan de andere kant. langs de spie
gel terug door de achterkant van
de kartonnen doos. nn verdween ver
volgens in de verte, door het open
staande dakraam van het legermu-
scum,
..Mis!! Meters er naast1!!" De Kris-
tallen Dame bij de koepel danste dol
van vreugde in het rond. De stukken
karton van de aan flarden gescho
tendoos, woeien weg over het
dak. Het vreemde, helle licht blik
kerde op de spiegel, die ze met bei
de handschoenen boven haar hoed
heen. en weer zwaaide als een sig
naalvlag. „Nog èèn minuyt, dames en
heren!" De spookverschijning maakte
een overdreven eerbiedige buiging
voor het ronde witte stralende jon-
genshoofd boven dc bruine beuk, en
toen.Ja, toen moeten haar door
zichtige kristallen ogen toevallig
even ln dé spiegel hebben gekeken.
WSt die ogen- daar zagen, zal nie
mand .ooit weten. Ik denk. dat het
fSnietvyeel moois is- geweest. In elk
•geval,deKristallen Dame liet met
eeh':giL de; spiegel uit' haar hand
schoenen glijden, en viel méteen;: op
b'de/plaats zelf;-/, met een gerinkel' of
"een-heel eetservies aan stukken
-slaat, in schervels uit elkaar..
- Toen Jock en Marelotje even later
voorzichtig naderbij - kwamen, von
den ze naast de volkomenonbe-
scbadigde spiegel - alleen nog
maar wat kristalgruis en oude kle
ren.
„Ze Is weg", zei het oude vrouw
tje.
„De maan is ook weg", mompelde
Jock. Hij nam de spiegel behoed
zaam onder zijn arm. „Het is don
ker. We kunnen met teruggaan be
ter wachten tot het dag is.. Hoor ze
beneden eens juichen!Ze willen ons
zien." Hij stapte, naar de rand van
het dak en wuifd met een witte
zakdoek naar de menigte, Maar/dc
menigte wuifde - niét terug,- ze lette,
helemaal niet op hem, ze danste in
een wijde kring om de frigidaire, die
de: .kóksmaatjes naar../het midden
van het bordes hadden? gesleept.
Nèast de frigidaire. stond ;de .chef
kok, die hoog boven zijn; hoofd een
zilveren, kandelaber met-, twaalf-
brandende kaarsen hield. En öp.de
frigidaire zat, .met een boeket roze
rhododendrons in zijn hand. Hans II
van Lobelia, die onmiddellijk na het
in gruizels vallen van de •Kristallen
Dame, onder de ophaalbrug uit
moest rijn-gekropen.
Den koning bij kaarslicht is erg.
mooi; om tè zien. De baron en Pang,
de giraffe, de koe, de.ezels, allemaal
hadden ze Ineensogen' voor niets
anders meer. Ze vergaten, dansend
om Hans II, aan welk gevaar ze
nog maar zo juist op het nippertje
waren onfsnapt. Ze riepen: „Wat is
hij prachtig! Wat glimt hij kolos
saal!!", en ze juichten hemel en aar
de bij elkaar. „Lang zal hij leven!
Leve de koning!"
Jock knipperde even met zijn
ogen. „Nu ja..", zei hij toen. „Voor-'
uit dan maar.Leve die koningl"
De ratten, dc spinnen, ric muizen,
en de zwarte katten roetsjten langs,
het sokkentouw en de kamperfoelie,
omlaag om mee te gaan doen met1
het feest. Alleen Jock en Marelotje]
bleven met de spiegel tusschcn,
zich in geleund tegen Kn schoor-
steenpijp, op het dak achter om te'
wachten opde dag. -
(Wordt vervolgd)
Hor iz o n-.-
t a .a l;: 1. - vis
sersvaartuigen,
die met de
naam van een
vis - beginnen 5.
opnieuw eieren
leggen, dat is
n'og~', eens be
raad.. 9. eer
waardig be
roep,/ waarvan
de kop op on
verstand duidt,
maar de staart
het -. tegendeel
beweert,, 10.
plaats, in! Noord
Holland, begin-
nend/ymet een"
zwemvogel 11.
ongeveer 69 cni
rund, niaar het
staat-,niet vast
13. deeltjes, die'
de gehele", we
reld in. ber.oe-,
ring: brengen
en waaiwan
,een' ..ïT^iexdand-.,
.-se-vfervóèrson-i
derneming aan
het hoofd staat
14. begerigof gretig, maar begin
met een' beet 15. laat een loofboom
nog wat groeien en het wordt een
andere soort loofboom 17. er zit in
een dop een kleine plaats 19. wan
neer toomscheuten anders uitlopen,
vormen ze een hert van één winter
21. intimiteit, waarbij een zoen in
begrepen; is 22; -enie zonder staart,
dooréén 'geschud, is wel uniek 23.
toespraak, grotendeels op do Velu-
we 24. onhandig mannetje, hij laat
zich nog op de kop zitten ook 26.
Nee, dan deze knaap, die veel roem
draagt 28. Als je die kleur veran
dert, komt er slijtage 32. laat een
Afrikaanse rivier terugstromen en
er blijft een streep over. 34. een rat
en. een priem kunnen een hels
lawaai maken 35. een boomkwast is
hoofdzakelijk aar. ijver te danken
36. soort gravure 38. rente, groten
deels uit overschot bestaande 39.
en tussen eerr plaatsbepaling en lof
gaat men naar omlaag 40. berxtstend.
maar draai je de kop om, dan staan
je, .een aantal erfenissen te wachten
41. plaats bij Kesteren, beginnend
met een meisjesnaam.
Verticaal: 1. een slaapplaats
met karakter geeft pas rust 2. mak
landman kan hevig lawaai maken 3.
een enkele naaldboom maakt zwem
vogels 4. een paar op het lastste
moment 5. oude heren, die de „p" ln
zouden hebben, ais ze op de kinde
ren moesten passen 6. leder bloed
vat is wederkerig 7. spaniel door
elkaar geschud vormt een instru
ment voor het opprikken van brief
jes 8. bbvcl, spirmeweefsel en loof
boom bieden plaats aan auto's 12.
windrichting die in stilte eindigt 15.
't is nauw. maar maak het 69 cm
larger en 't- is snoezig 16. door mid
del van een voegwoordje kun je aan
vruchten komen 18. wanneer het op
een maanstand eindigt, wordt de
zaak teer 13. loofboom, die uit een
embryo ontstaat 20. opstoot, met
muziek beginnend 21., boterham, die
grotendeels aan een landbouwwerk
tuig te danken is 24. niet lang, maar
maak het drie letters langer en je
betaalt een zeker percentage min
der 25. gedoofd petroleumtoestel
doet de zaak weer langer duren 27.
graansoort, die, al is hij nog heet
geknokt, middenin altijd 2oer koud
blijft 29. Chinese maat en een wild
zwijn met extra staart geven een
hemind persoon als resultaat 30.
aanklampen is het gevolg van een
voorzetsel, omringd door twee de
zelfde voegwoordjes 31. gemene
kerel, .die. hoofdzakelijk van het
spieden bestaat 33. toegang, eindi
gend met een deel van een trap 36.
ook een ec.nt kan voedsel zijn 37.
veeverbiijf. dat rustig begint en
reeds eindigt.
Oplossing kruiswoord-
puzzle
Horizontaal:.! aac*. .5 asbak 10
reeks 15 kroos 17 natel 19 erwt 20 kam
21 pluralis 24 fee 25 el 28 boord 27 Kent
20 eg 30 vloot 32 deren 34 slurp 35 po
seren 38 staf 38 pleet 41 teder 43 aan
44 mannrlï 46 mode 47 lomp 49 stamper
50 ges 51 opera 53 Erato 54 Kelt 53 ne
gerin 57 nswee 5g Odeon 80 tiran 62 er
83 knot 65 ved*l 68 NT 67 ega 69 ere
teken 71 sou' «2 nerf 74 meers ?5 deken
77 slaaf 78 klets 70 lint.
Verticaal: akker 2 Aral 3 gom
4 t.o. B spurt 7 Bard 9 kelk 11 J/e 12
13 kween 14 ateg 16 spoor 18 Llcde 22
looppas 23 snert 26 bluf 28 treem 30
vlammend 31 voerman 33 endogeen 34
strop 33 penarie 36 «tipt 37 Brest 38 sa
lon 40 later 42 edele 45 Leonid? 48
preek 62 agone 54 kwal 5B enoon 5B
arend 50 orgeL 60 tekst 6t stunt 62 eens
64 teek 65 Vere 68 noen 68 ara 70 tel
71 ski 73 Fa 78 el.
Het Is te betreuren, dat het damspel
dat zo een diepe varlantenrijkdom kent
en waarvan het aar.tai combinatiemoge
lijkheden legio ls, niet in ieder land op
dezelfde manier wordt gespeeld. Het
z.g. Poolse spel wordt in hoofdzaak be
oefend in Frankrijk, Nederland. Belgié.
Zwitserland, en ln kleinere kring in
cnige autlere landen, maar in Engeland.
Itahe, Rusland en vele andere landen
speelt men op een bord van 64 velden.
Jn Canada is het spel op 144 ruiten po
pulair. In Amerika speelt men weer op
64 velden. Was het nu maar zo, dat er
enerzijds een groep landen bestaat waar
men. op 100 ruiten Bpeelt, en een tweede
den van de 64 velden steeds andere spel
regels. die wel niet zo heel erg afwijken
maar toch geenszins uniformiteit ver
tonen. Het „verschil in bcrdgrooUe. en.
de daarmee gepaard gaande afwijkingen
in spelprlncJpes. notatie enz. is een
scherpe handicap om het damspel popu
lair te maken. De pogingen om de zo
vurig begeerde eenheid te bewerkstelli
gen. zijn tot nu toe vrU vruchteloos ge
bleken.:"
Toch weet men in de „Westerse" lan
den al heel wat meer van do manier
van spelen ln andere landen dan vroe-
gerl Verheugend is b.v. ook. dat mon
kem te onderzoeken. Zo is men feitelijk
Êas kort geleden tot de conclusie Re-
omen, dat Rusiand b.v. zcals op
schaakgebied ook op het bord van
64 velden veel fraais heeft gepresteerd.
De heer O. G. van Veen te Breda heeft
o.a. in zijn uitstekende rubriek ln Het
Lichtspoor. d:e jammer genoeg door
het verdwijnen van dit blad niet meer
verschijnt, de Russische problecmkunst
onder de loupe genomen, waarbij hij o.e.
gebruik maakte van publicaties - daar
over in ..De Problemlat". Waar dam
mend Nederland nog zo weinig van Rus
sische composities op de hoogte is, illkfc
het mij interessant u hieronder cnlga
staaltjes.te tonen.
In onderstaande stelling:
Zwart 3 St. op 24, 33. 39. I "t
Wit 4 6t. op 35. 45. 47 en 50.
Van de Russische auteur I. A. Schmidt
uit Kharkov is de verrassende wlnJl
voor wit:
35—30. 24x35, 47—42: Zwart kan alleen
39—43 speten en wit wint, wederom
verrassend, door 42—38. 43x32 of 33x42
en 45—4C.
door
Ludwig Bemelmans
IMt:ii.:iun!ï;p.ri:iii;!:!:riiiiiiriimrai!ite]EiiiiiM:ii
9)
„Kijk daar eens, Joe, paarden-"
„Rijd jij paard, liefje?" „Ik zóu
er direct afvallen aL? ik het zou
proberen." ..Heel goed." „Waarom
zeg je dat Joe?" „Omdat ik andere
voortdurend in angst zou zitten dat
je eraf zou vallen en je zou be
zeren."
Hij najn zijn ene ;band van het
stuur en legde die op de hare.
„Zie je. liefje, een vrouw moet een
fluweelzacht huidje hebben, an
ders kan ze nooit iotó voor me
betekenen. Ik ben zo blij, dat, je
geen paard rijdt."
„Ben je getrouwd >Joe?"
,.Eh ja",, zei hij; cn toen, luider,
alsof hij die staat moest verdedi
gen, Ja.' De enige luxe, die men-,
sen hier hebben, is een tehuis.' Ik
heb een vrouw en twee kinderen.
Alors, mijn kinderen spreken Frans
met een Engels accént en. Engels
metéeni-Fracs accept. Dat is «n
van de prijzen, die jc als har.ne-
llng moet betalen. En wat mezelf
betreft. Belinda, de muziek moet
minstens zes maten spelen voor
ik weet of het de Marseillaise is
of Star-Spangled Banner. Maar,
Heve kind. dat is dan ook het
enige waarever. in mijn geest ver
warring bestaat."
,.Dan ben je een gelukkig mens,"
zei Belinda.
Weldra- lagen de zee en de he-
mei wijd voor hen. Hij sloeg links
af. de Malibu Road op.
Waarbrengt hij me in vredes
naam heen? vroeg Belinda zich af.
Ze kende nu toch wel alle goede
restaurants in de buurt- En het
enige behoorlijke was Roland's,
maar dan hadden ze 1 echts afmoe
ten slaaa
Maurice wees naar oen rijtje
olie-boortorens aan de horizon.
,rAls je dié wegdenkt," zei hij, ,,is
het net Cannes."
Belinda dacht eerst nog, dat hij
misschien een huis aan het-strand
bezat, maar toen ze alle huizen
voorbij waren, besloot zó jmt hem
te vragen. Belinda had;'honger.
„Kijk," zei ze, wijzend op een
paar pelikanen, die in dezelfde
richting-vlogen ala.waarin zij re-,
den- Het werd schemerig en de
vogels raakten bijna' het water.
„Kijk,- Joe, die hebben,ze<n grote
krop. Die kunnen' daar-hun,- eten
in stoppen en als ze .honger krij
gen hoeven ze- geen urén naar een
restaurant te zoeken.",
.-Ah," zei Maurice; „Ik/weet.een'
klein-restaurant aan hét eind van-;
■de pier in Santa Monica.Ik hou
niet van al dio show. Ik heb ge
noeg van Romanoff's en Larue's,
Altijd hetzelfde menu, altijd de
zelfde gezichten altijd dezelfde
vreselijke mensen. Ik ben dol op
dat kleine restaurant. De spécialité
de la maisor. 'is-„abalone steak"."
,.Wat is abalor.e steak?"
„Dat is een soort Wiener Schnit
zel van vis"
„Wat is e»_ Wiener Schnitzel?"
„Een kallscotelet"
„Ik vind het enig -als mensen
allerlei talen spreken." zei ze „Va-
nya 'kent Frans ett Duits en Itali
aans en Russisch."
Het. werdkil en ze kroop wat
dichter naar hem toe. „Wat is dat
voor een film die je voor -me gaat
schrijven?" -
,Tk kan niet over filmspraten
als ik rijd. Ik moet heen en weer
kunnen lopen om een. verhaal ta
vertellen," zei hij..- „We gaan nu
eerst een borreltj edrinken en leta
eten.en dan gaan we ergens heen,
waar ik-je er. rustig van kan ver-
tellen."
(Wórdt vervolgd)
Advertentie (IM.)
EXAMENOPLEi DINO
Wiskunde L O. - M O. K'K*.
Handelskennis L'.O. en S:P.Öj
8 E SA/. MILVERSÜM
Bekcnde'Sch. if lelijke 'Ciirsuti