fe
VOORAL VOOR R Of'\V
IN 1/
film
Kleine terreurweerhoudt
Spaanse volk van verzet
DE GEZUSTERS BRONTË
Niets is in haar leven gebeurd, en
toch: alles is gebeurd
Als vrouwen eens n kamer
voor zichzelf hadden
Annabel
Van de panterjacht naar
Bakersprookje
Alphome kon niet lezen
en werd ziek
s
Slechts een hopeloos heimwee
naar de grimmige hei
tLZ&jm ij
Andere zorg dan
voor perfecte
watergolf
POLITIESYSTEEM WERD DOORGETROKKEN
IN HET CIVIELE BESTUUR
Alle communistische
bladen verboden in
W est-D uitsland
Aanvaring op rede
van Vlissmgen
Congo-negers zuchten vaak van spanning
bij propagandafilm
.Vrij dag 20 Juli 1951
EEN" pastorie in 't Noorden van Engeland, Yorkshire, aan de
horizon de grimmige lijn van de heuvels, kale heuvels
waarlangs de stormen huilen; een verlatenheid en afgesloten
heid, die wij ons niet meer kunnen indenken't Was in het
begin van de vorige eeuw dat de kinderen Brontë daar leefden,
in hun roodbaaien cape'tjes onder de regenhemel liepen over
de eindeloze hei, binnen in de keuken raten, waar de kaarsen
uit zuinigheid uitgedoofd waren en de as gloeide in de haard
en de schaduwen over de stenen vloer dansten, terwijl Tabby,
de keukenmeid fluisterend vertelde van geesten en hei-spoken
en griezelmannetjes. Drie kleine meisjes: Charlotte, Emily en
Anne, plus een'roodharig broertje; hun moeder was dood, hun
vader, de dominee, een weifelende hulpeloze figuur, Charlotte
en Emily schreven later de wereldberoemde boeken: Jane Eyre
en Wuthering Heights, Anne schreef een paar romans, die al
leen bekendheid kregen door de vermaardheid van haar zuster,
de jongen schilderde, op Charlotte na stierven ze allen heel
jong, om en nabij hun dertigste.
Velen hebben later getracht hun
leven te beschrijver. Engelse en
buitenlandse biografen hebben ge--
schreven over het „wonder van de
Brontè's," levensbeschrijvingen van
Charlotte, Duitse en Deense disser
taties over Emily's werk. De zusters
zouden dodelijk verschrikt zijn ge
weest, als ze hadden gezien hoe
drommen snuffelaars zich over hun
lang verbleekte levens bogen, gis.
send naar intieme détails. Vooral bij
de biografieën van Emily heeft men
het gevoel dat het wezenlijkste nooit
ontdekt is, dat dit alleen te vinden
is in haar eigen roman Wuthering
Heights, De Woeste Hoogte, Emily,
een mager meisje, hoogst onelegant
en vrij slordig gekleed, schuw tot
in het bespottelijke, die maar een
paar keer in haar leven van huis
is geweest; op school in een ander
gehucht, als onderwijzeres op een
meisjesinternaat ook op de hei, en
een klein jaar in Brussel op een
pensionaat, waar ze uitgelachen
werd om haar gekke jurken en een
hopeloos heimwee had naar de
grimmige kleurloze hei Overigens
kwam ze nooit het huis uit, dan om
lange eenzame wandelingen te
maken, ze sprak nooit mensen en
was zelfs uiterst terughoudend te
genover haar eigen familie; haar
zusters begrepen haar niet.
En toch schreef ze Wuthering
Heights, Het is mogelijk dat u na
het gelezen te hebben zegt; Wat
een onmogelijk verhaal! Wat een
ongezonde situaties. Wat een nare
figuren,. yooral^de.Jaopfdpersoon, die,,
hondjes 'ophangt en het"graf van
zijn zondige geliefde met de nagels
openkrabt en die aan eind niet
eens zijn welverdiende straf krijgt,
integendeel, door de schrijfster
wordt gewaardeerd! Maar toch zult
n door het boek worden meege
sleept, langzaam en onvermijdelijk.
En de zo vreemde, wilde heidense
hoofdfiguren, Heathcliff. en de gril
lige Catherine, zij stijgen uit het
boek op tot reuzen-figuren, mytbi-
Advertentie LM.)
sche figuren. Hun immoraliteit, hun
onmenselijkheid, doen niets ter
zake, zij staan „opzij van goed en
kwaad". Wat hoofdzakelijk telt in
het boek is de ontzaglijke woeste
natuur, het landschap dat geperso
nifieerd wordt, dat een eigen ziel
heeft. De menselijke figuren zijn
daaruit gegroeid en daaraan vast
gegroeid, hun hartstochten worden
niet in het minst geremd door
christelijke moraal en ethiek. Ter
wijl Emily toch in een orthodox-
chrietelyk milieu werd grootge
bracht en dan in die tijd!
Maar zij was een kleine, wilde
heidin en ze schreef, zoels ze wou
schrijven; liet zich niet beïnvloeden,
door geen mens, overwoog nooit de
reacties van publiek of uitgevers.
Daardoor heeft haar bosk die
kracht.
Charlotte was, men zou kunnen
zeggen, normaler, zoeter, conven
tioneler, handiger, minder ver
chroomd. Zij schreef wel degelijk
met het oog op haar^publiek.
.Ze
gebruikte met opzet de grimmige
huizen, dc sombere interieuren,
voorspellende dromen, geestenge-
sehater, ten hemelschreiende scènes,
bij wijze van effect. En juist daar
door is haar boek veel minder
feroov dan dat van Emily.
Charlotte heeft meer gereisd, was
gouvernante, kwam met mensen in
aanraking en trouwde later.
Emily heeft nooit liefde gekend,
nooit een normaal gezin gezien, ze
vluchtte in paniek uit iedere nieu
we situatie naar haar geliefde hei.
Ze stierf op haar dertigste jaar en
Maeterlinck zei van. haar: Niets is
in haar leven gebeurd en toch:
Alles is gebeurd.
ANNIE M, G. SCHMIDT.
(Advertentie LM.)
Veel dal waard Is in de herinnering
le blijven leven, ook Uw vacantletijd.
kunt U alleen met foto's vastleggen
lot In lengte van Jaren!
Zorg dat ze goed zijn!
Foto's op Kodak FUm
altijd goedl
DE geestelijk grootsten onzer aarde, de Sophoelessen. enMozarten en
Dantes en Shakespeares, het zijn altijd mannen geweest; en eerst
ver beneden die vorstelijke sneeuwtoppen was er een enkel groen "vrou
welijk topje, een Sappho, een Emily Dickinson misschien.maar ach,
weinig, beschamend'weinig. Schuilt het genie inderdaad1 alleen "achter
het mannelijk voorhoofd? Is het bang om te huizen in een hoofd met
téveel hart daaronder? Of is het er wel, soms, in een vrouw en wordt
het verstikt door de vele zorgen van het hart, het zozeer aan aarde en
leven en sexe gebonden hart? Al wie hierover puzzelt en dat is dus
iedere bewuste vrouw met intelligentie zou het boekje van de En
gelse Virginia Wcolf moeten lezen: A room of one's own, Een eigen
kamer.
7 ES zakelijk uitziende Ameri-
kaanse golispeelsters hebben in
de wedstrijden om de Weathervane
Cup zes van Engeland's beste
amateurs één. van de zwaarste ne
derlagen uit de geschiedenis be
zorgd.
D0 zes-nul overwinning, die het
afgelopen weekeind verd opge
bouwd, was zo
eenzijdig waar
schijnlijk zonder
weerga in sport
wedstrijden van
man tegen vrouw
dat de Britse
kranten, die al
droomden van
wereldhegemo
nie in de sport*,
sedert Turpin de
wereldtitel mid
dengewicht ver
wierf, wat inbon
den.
De Daily Ex
press, welke een
oplaag van vier^
millioen heeft, lichtte het verhaal
uit de sportpagina en bracht bet
onder een vette kop midden op de
voorpagina, „Zes vrouwen tuigen
zes sterke golfmannen af", zei die
kop.
Het meest ondersteboven van alle
Britse mannen Is Leonard Crawley,
Walker .Cup speler en oud-kampioen
van Engeland, aan wie het lot Babe
Zaharias als tegenstandster had toe
bedeeld. De Babe liet da stevige
Crawley als een kleine jongen
staan, Het was zo een zielig ge
zicht, dat sterke mannen de tranen
in de ogen sprongen. De score was
3 tegen 2.
Vervolgens vermorzelde Patty
Berg John Beek, ex Walker Cup
captain, met 7 tegen 6 en Beek
wankelde naar het clubhuis voor
een. morele opkikkering.
De vroegere amateur-kampioen
Max MacReady verweerde zich nog
even vertwijfeld voor dat Betsy
Rawls_hem met 3 tegen 2 wegjoeg.
Gerald Micklem,1 een andere groot
heid onder de amateurs, liet het te
gen1 Betty Jamison met 5 tegen 4
liggen.'Peggy Kirk won van Brom
ley Daveport met 2 tegen 1 en Bet
ty Bush, gaf Brigade Generaal A.
C, Critchley er van langs met 3 te
gen 2. r
Nieuw is het stellig niet; zij
schreef het in 1923. Maar ook het
probleem is niet nieuw en toch al
tijd actueel. Een lange overpein
zing is het, met kleine zijweggetjes,
die weer naar de hoofdvraag voe
ren: Waarom zijn er geen vrouwe
lijke Dantes en Shakespeares, waar
om schrijven vrouwen pas in de
laatste twee eeuwen en dan nog
zelden poëzie of drama? Haar ant
woord daarop, meer een schuchtere
opinie dan een reebtuite conclusie
is deze: een vrouw moet een eigen
kamer hebben, en een eigen inko
men om te kunnen schrijven. Nooit
heeft zij dat gehad; al de eeuwen
van menselijke civilisatie door is
cje vrouw arm geweest, arm en zon
der eigen kamen Waarom schreven
vrouwen met in de tijd van Sha
kespeare? Omdat ze niet school gin
gen en op hun zestiende uitgehu
welijkt werden en daarna aldoor
kinderen kregen tot ze oud en moe
waren.
Stel... zegt Virginia Woolf, stel,
dat William Shakespeare een zuster
had gehad, een zuster Judith, even
begaafd als hij. William ging naar
school en las Ovidius en Horatius.
Zij wilde dat ook en gluurde in
haar broers boeken, maar haar va
der griste die boeken uit haar han
den, en wees vriendelijk doch
streng naar de brijpot. Toen ze zes
tien was, moest ze zich verloven
met de zoon van den wolhandelaar.
Ze snikte dat ze het niet wilde, dat
ze wou leren en de wereld zien
en leven, en op een zomernacht
maakte ze een klem pakje van haar
bezittingen, het zich aan een touw
uit het raam zakken en sloeg de
weg naar Londen in. Aan de thea
ter deuren stond ze en zei dat ze
wilde acteren, maar iedereen lach
te haar uit en alle mannen maak
ten grappen die met eens meer du
bieus waren. Eindelijk was er een
manager, die vriendelijk voor haar
was een tijdlang, tot ze een kind
van hem verwachtte. Op een win
ternacht -hing ze zich op binten in
een stal. Ze ligt begraven op een
plaats waar nu de autobus stopt
aan een grote rijweg. Zó zou het
de grote geniale Judith Shakespeare
vergaan zyn, als ze geleefd had.
Maar wie zegt dat ze niet geleefd
heeft? Zo nu en dan zal er een ge
nie bestaan hebben onder de vrou
wen, maar nooit is dat genie opge
staan. Het moest blijven liggen. Als
we lezen van een heks, van een
door duivelen bezetene, van een
wijze kruidenvrcuw in die eeuwen,
misschien, misschien zyn we dan
op het spoor van een verloren
schrijfster^
Nee, een vrij leven leiden was
onmogelijk voor een vrouw in die
thd, (behalve voor een enkele adel
lijke dame) en dus was schrijven
onmogelijk.
Al haai gevoelens en die van haar
omgeving, al haar levensomstandighe
den waren vijandig aan de vrije gees
testoestand, waaruit poëzie of proza
opbloeit. Een man-schrijver, hoe arm
hij ook was, kon zich losrukken van
zyn familie, op een zolderkamer zit
ten, de wereld zien, - het Je ven In al
vormen in zich opnemen, dat..-
d5t was voor een vrouw onmogelijk.
En dan, weliswaar stonden alle schrij
vers altijd tegenover een onverschil
lige wereld, die zich niet om hen en.
hun kunst bekommerde en hen niet
vroeg te creëren. Maar een schrijfster
stond eeuwenlang tegenover een vij
andige wereld. Hoevele schrijfsters van
vroeger. George Elict, George Sand,
Currer Bell, hebben mannelijke pseu
doniemen gekozen, bang alsze waren
voor de mannelijke cntlek.
Daardoor dus, doordat de vrouw arm
was en onvrij, schreef zij niet. Litera
tuur bloeit enkel op uit intellectuele
vrijheid. Intellectuele vrijheid is weer
afhankelijk van materiele dingen
en de vrouw had tot voor kort
minder intellectuele vrijheid dan eer.
slaaf In het oude Athene. Het „vrou
welijk schrijven" heeft dus maar een
zeer korte traditie, twee eeuwen op
zyn hoogst. Een vrouwelijke Shake
speare? Pas, als er eeuwenlang vrou
wen geweest zijn met een eigen ka
mer. Een kamer met een slot en de
economische vrijheid, die haar Instaat
stelt daar ook werkelijk te zitten, uren
lang verzonken in het werk van de
geest.
ANNIE M. G- SCHMIDT
DCKKE zusje heeft uit de uitüer-
koop een broekje en een bloes
je van blauw tricot, 't Broekje is
effenop 't bloesje zitten smalle
■witte en blauwe streepjes't Spant
om d'er stevig lijfje.
,,'t Is dat ze lang haar heeft,"
vindt zoontje, „anders zou je zo,
met kleren aan, denken dat ze geen
meisje teas."
Onderwijl w door dit pakje m'n
trotse klok-hen-aard gewekt Jk ca
ven beetje met haar wandelen," zeg
ik. Maar. als we 't hek uit wtUen, ts
daar ineens visite. Een mevrouw
van lang geleden met een nog geen
meter hoog dochtertje, een wijs mi
niatuur mensje van net dne. Ze
heeft een wagentje op vier wielen
een erg mooi wagentje van glan
zend gelakt hout, zo groot dat ze er
zelf m kan zitten. Terwijl de moe
der met my m de kamer gaat pra
ten, mag Annabel, zo heet ze, ermee
njden op 't stenen stoepje in de,
tuin
,,'t Is wel leuk," zegt de moeder
tegen mij, „dan kunnen ze lief sa-
men spelen. Maar dikke zusje, dat<
met Alfons en Henkie en al die-
andere kleine ventjes uit haar le
ven, nooit conflicten heeft gehad, is]
na enkele minuten met Annabel,
gewikkeld in een drama.
Annabel krijst en niemand weet',
waarom. Ik val, zoals dat past, op
slap m'n dochter af en roep verwij
lend: „Bak, wat heb je nou voor
stouts gedaan." Maar de mevrouw
met minder beleefd, sust, „Nee, 't
kan best aan haar liggen. Ze heeft
de drift van Frits" (dat is haar
man).
't Geschil wordt gesust met een
koekje en limonade en vooruit, daar
gaan ze weer: „Lekker samen in de
zen".
M'n visite echter is haar rust
kwijt. Ze kijkt gejaagd en vraagt
telkens bezwaard: „Huilt ze nou
of..."
Ten slotte gaan we met stoel en
al naar buiten, want ze tuil wel eens
zien hoe zo'n ruzie ontstaat.
Dikke zusje zit in het grint, een
meter van 't wagentje af, dat door
Annabel terdege wordt bewaakt.
.Als ik tot Tt hek "mag,"krijg jij
m'nbeer,','^J}Oren we haar, zeggen.
En omdat ér "geen antwoord komt:
„M'n beer en de pop met de punt
muts." Dan, een ronde zwarte kiezel
tussen vingertje en duim. Als ik
niet mag, dan gooi ik hem stuk."
Nóg zwijgt 't andere kind waarop
dikke zusje, somber doch vastbera
den: „Als tie stuk is, is tie weg
Dit is duidelijk zoontjes stijl en ik
tuil me al verontschuldigend keren
en wenden, want leuk is zoiets niet.
Maar m'n visite schudt ernstig van,
neeDus moet ik wel verder.
Opeens echter wijzigt dikke zusje
haar plannen. Ze haalt het eigen
popperikarretje, dat achter 't huis
staat, 't Is heel erg verkrungeld
en oud.
Zegevierend, tegen beter weten in,
sleept ze het t pad op en neer. An-
nabel trekt nu ook haar glanzend.
eigendom. De houten wielen maken'
op de stenen een klokkend, gloed-
nieuw geluid.
Dikke zusje, propvol jalouzie, staat
stil en zoekt een uitweg. Dan vindt
ze een vinniger wapen dan een
steen„Mijn wagen praat niet met
éo'n rare piepstem," zegt ze. irMy?t
wapen is zoet, mijn wagen is heel
erg stil." BIBEB
DE Nederlandse Comedle, die thans met f3akersprookje" en „Nlna"
naar alle B.P.M. vestigingen tnssen Nieuw Guinea en Sumatra trekt,
heeft'Onderweg niet te klagen over gebrek aan afwisseling. Uit een parti
culiere brief van Mary Dresselhuys mogen wfj het volgende relaas van een
voorstelling van „Bakersprookje" op Sumatra overnemen:
„Vanuit Palembang vlogen we
een uur naar Djambï en gingen
vandaar over een hots- en stofweg
naar Badjubang, 'n B.P.M. onder
neming van 25 huizen. Het laatste
huis no. 18, was het onze en 100
meter verder was de rimboe.
„U moet er echt niet ingaan,"
zeiden ze, „ook niet de grote weg,
want er zit nogal wat."
„Beren?" vroegen wy gretig.
„Ja, maar die vallen meestal
niet aan als je ze niet laat schrik
ken. Maar de laatste tijd hebben
we weer veel last van tijgers. Me
neer Best heeft er deze maand al
twee geschoten, ze hadden drie in
landers verscheurd en meneer
Eest heeft er twee weken achter
aan gezeten tot hJj ze had."
Een beer hier in de tuin schijnt
heel gewoon te zijn; ze snuffelen
de vuilnisbak om en scheuren met
hun nagels de lege blikjes wijd
open voor de laatste druppels ge
condenseerde melk. Maar ze klim
men ook loodrecht tegen de pal
men op en gappen alle cocasnoten
en bananen van de inlanders. Dus
dan meneer Best maar even geroe
pen en die heeft ze dan meestal
nog dezelfde dag in de rimboe op
gesnuffeld en neergelegd.
Toen om half negen onze voor
stelling zou beginnen, kwam
iemand de boodschap brengen, of
we nog even wilden wachten,
want 10 minuten, van Badjubang
had hy een stilstaande jeep op"*de
weg aangetroffen, met daarin me
vrouw Best in haar mooiste avond
jurk, gedüldig wachtende. „Me
vrouw Best, is het weer zover?"
„Ja," had ze gezegd, „net een pan
ter op de weg. Mijn man is er
even achter aan, 't bos in." „Bent
u een beetje ongerust?" „Ja, ik
vind het zo vervelend om te Iaat
te komen bij toneel en bovendien
heeft hij zijn beste pak aan.
Vraagt u of ze even willen wach
ten?"
Dus wachtten we, en de zaal, 25
huizen plus gasten, 75 mensen,
wachtten in spanning mee. Maar
meneer Best wist was timing was.
Drie minuten later was hij voor
met de jeep en een prachtige ne-
velpanter achterin. Hij was een
kleine, magere man met een ge
zicht vol humor,, en zijn pak was
nog keurig. „Ja, ik heb altijd mijn
geweer bij me en een flinke lamp,
en dan ga ik hem na en zet hem
in het licht en dan neem ik hem."
Het was een mooie panter, en de
poten, waarvan de nagels vrijwel
onzichtbaar waren, zagen er zo
zacht uit als van een> poes. „Ik
doe hem even in de kist achter-
slot en grendel, want binnen, de 5
minuten hebben de Indonesiërs er
de snorharen uitgetrokken, die
hebben magische kracht; met een
snorhaar van een tijger of een
panter ben je onkwetsbaar voor je
hele leven."
,,'t Is wel 'n moeiUjke overgang
voor 't publiek," zei ik, „van de
panterjacht naar Bakersprookje."
„Ja, we zullen even een plaatje
draaien," zei hot bestuur, „Harry
Lime dan maar, dat is altijd goed."
i)E Madrilenen zeggen ook een.
Piccadilly Circus te hebben: het
Puerto del Sol, waarheen zij allen 1
bij de jaarwisseling trekken, omdat
daar de klok ts, die de officiële tijd
aangeeft. Een merkwaardige sym-1
boliek is, dat deze klok zich in de i
strakke gevel van het gebouw be-
vindt, dat het gehele plein beheerst
en dat de zetel is van de Seguridad,
Franco's veiligheids-apparaat. In dit
hoofdkwartier van zyn Gestapo en
Sipo wordt de Spaanse tijd bepaald
en het Spaanse volk klein gehou
den.
Men zei me, dat het in de kelders
van de Seguridad barbaars toegaat,
doch ik was niet geneigd dat te ge
loven: het gebouw stond zich loom
te koesteren in de zon en de wach
ters aan de poort keken verveeld de
wereld in. Later geloorde ik het
wel, toen ik naar de rumoerige ar
beiderswijk Tetuan gebracht was
om er te spreken met enkele vrou
wen, die van tyd tot tyd in die
kelders komen. Hoe dat gaat, ver
telde een fabrieksarbeidster, moe
der van twee kinderen; „Vier man
nen staan plotseling in je huis,
Twee gaan de slaapkamer binnen
en halen er alles overhoop. De an
deren praten tegen je:
„Zo, jongedame, die wijn daar is
ook niet van drie stuivers. Het
schijnt je goed te gaan."
„Vindt u?"
„Dat is geen toon tegen een offi
cier van de geheime politie Maar
jy ziet natuurlijk je lieve neef nog
wel eens?"
„Ik kan me hem nauwelijks meer
voorstellen."
„Zo, zo, liegen ook nog!"
Dan beginnen ze de vrouw te
slaan, nemen baar mee naar de Se
guridad voor een gehoor, dat wij
ons kunnen indeuken, en dat dagen,
soms een week duren kan. En waar
om? De neef van
die vrouw was
een kolonel in ■Ll1 "J11 ulJIllc' «iLirkUA \j alle papieren.
gë, iffBS het huidige Spanje vertelt gvfëën. AliS
i?rd"digdCFraHij een bijzondere medewer- "'ëfhet ÊSÊS
is nu al twaalf l.„ van de jager. Hjj
jaar ondergedo- k0T «Ct CSU CD ander 0\ er tastte verder
ken en met hem j_ Aha, het fototoe-
duizen- J Waarop hranco er gjgL Hij had ge-
het fototoestel. Een kleine, dikke
man doorbrak de ring van dorpe
lingen om mij heen en vroeg met
een grijns van zijn tanden: „Peno-
dista?" Journalist? Ik antwoordde
niet en weg was hy al. Hij wist mij
vijf minuten later weer te vinden,
in het café. De mannen zwegen,
toen hij binnenkwam, de schoen
poetser boog zich dieper. Hij hield
zyn gnjns vrijwel tegen mijn Ogen
aan: ik moest direct bij de burge
meester komen. Behalve de kinde
ren volgde memand my meer.
Dorps potentaat
j-T N daar stond hij, voor zyn raad-
huis, de potentaat harde ogen,
wrede mond. Zonder begroeting en
zonder dat hij zijn banden uit de
zakken nam, begon zijn verhoor:
wie ik was, wat ik hier deed, waar
om? Waar was
In zijn derde artikel over ™ifnte' pffffS
zyn
zo&ngdle Tolder bi slaagt, zijn volk klein te
of distributiekaart
in Madrid in het
leven houden, kennelijk geholpen
door de burgerij. Zij zijn moeilijk te
vangen en daarom terroriseert de
regering de familieleden.
Vluchtelingen
T^IENTALLEN Spanj'aarden heb-
x ben mij gevraagd op de weg te
rug te mogen meerijden naar het
Noorden. Zij wilden het land uit en
de drijfveer daartoe was honger.
Geld voor de trein hadden zij na
tuurlijk niet en een paspoort kost
vijftig gulden, wat drie of vier we
ken loon betekent. Bovendien knjg
je met zomaar een paspoort „Ze
zullen je zien aankomen", zei
iemand. „Als ze dat toestaan, loopt
het hele land leeg." Daarom gaan
zij liever in het geheim de grens
over en zo_ groeit elke nacht in
Zuid-Frankrijk het leger van tien
duizenden Spaanse vluchtelingen.
By Vera, in het stroomgebied van
de grensrivier de Bidassoa, werden
twee lifters uit mijn auto gehaald
en afgeranseld alleen op het ver
moeden, dat zy vluchtneigingen
hadden kunnen koesteren. Een boer
uit Teruel en een schoenmaker uit
Madrid waren het.
Zie, dat is de „kleine terreur" In
Spanje; de,terreur van die legioenen
uniformen, van de Policia Armada
en van al die Guardia's: de Guardia
Civil, de Guardia Armada, ja zelfs
de Guardia de Coche en de Guardia
üe Noche, want inderdaad, die auto-
en nachtwakers horen er ook nog
bij: al zyn ze oud en ongewapend,
zij completeren dat ontzaglijke sys
teem van geüniformeerde macht,
waarmee het Spaanse volk in de
klem wordt gehouden, t
Natuurlijk -moet dit politie systeem
worden doorgetrokken in het civiel
bestuur om het een deugdelijk fun
dament te geven. Dat is ook ge
beurd en de ambtelijke organisatie
van de alcalde (de burgemeester van
de kleine gemeenten, die tevens Is
belast met de rechtspraak) tot de
gouverneur is even benauwd als het
politie-apparaat. Het leger van klei
ne machthebbers Is goeddeels gere-
cruteerd uit de fanatieke fascisten.
Men leert hen snel kennen: ik
reed in Andalusië een willekeurig
heten en ik was er de eerste vreem-
dorpje binnen; het bleek Lopera te
deling sinds mensenheugenis. Er
waren nog kinderen, die huilend
wegliepen voor het „boze oog" van
hoord, dat ik al
een filmpje had
verwisseld. Waar-
omJ Waar was
mijn vergunmng
om te fotograferen? Hij .kende zyn
bevoegdheden maar al te goed, de
alcalde van Lopera. De camera stond
op het spel en ik toonde hem een
kwitantie van de gemeente Amster
dam, met stempels en handtekening
van de gemeente-ontvanger. Om
hem de aanvaarding van dat docu
ment gemakkelijk te maken, stelde
ik voor een foto van hem te nemen
en gelukkig blijven deze kleine ty-
rannen ij dele beden, doch de arg
waan van zijn ogen ging nog door
de lens van de camera heen.
De .kleine terreur" noemt men dit
gehele bestuursstelsel, dat Franco
hanteert, doch in feite is het de gro
te terreur, want het weerhoudt 95
procent van het Spaanse volk van
een openly k verzet tegen het re
giem, terwyi de andere terreur, die
van de gevangenissen en de con
centratiekampen, de levens van
hoogstens een paar honderdduizend
omvat.
Minister Fernandez Cuesta
van Justitie zegt wel, dat er in de
Spaanse gevangenissen slechts
30.000 mensen zitten en daarvan
niet meer dan 5 pet wegens hun po
litiek verleden, maar hoe groot is
de bevolking van de concentra
tiekampen? Deze kampen zyn
haast onvindbaar en het is al even
mceilyk om er betrouwbare gege
vens over te verzamelen; Behalve
bij Madrid heb ik er alleen in het
Noorden al drie ontdekt. Er werd
mij nog een vierde in dat rayon ge
noemd, doch voor mij bleef dat on
zichtbaar. Hoeveel kampen, zullen er
in geheel Spanje zijn als er zich bij
een vluchtige waarneming al drie in
een klein gebied bevinden?
Drie categorieën
|N de kampen bevinden zich drie
1 categorieën gestraften en wel:
a) gijzelaars
b) strafrechtelijk vervolgden
e) politieke gevangenen.
Bij de politieke gevangenen be
vinden zich tal van oud-Spanjestnj-
ders, Engelandvaarders, mannen die
uit Duitse kampen waren gevlucht,
uitgeleverd werden en voor de
tweede maal op Spaans grondge
bied zijn gepakt Deze buitenlanders
hebben lange tyd in valkomen af
zondering opgesloten .gezeten en hun
werd ieder contact met hun consu
laire vertegenwoordigers onthouden.
In de vier kampen schijnen nog on
geveer 350 buitenlanders te zijn.
Voorts is mij meegedeeld, dat kort
geleden uit het kamp van Lerxda
nog 12 Nederlanders ontsnapt moe
ten. zijn, die zich thans in Frankrijk
zouden bevinden.
DEZE GEDISCIPLINEERDE
COLONNE van de Guardia Ci
vil blykt in de practijk te be
staan uit groepjes van twee tot
vier mannen die de huizen bin
nendringen, argeloze burgers on
dervragen, hardhandig optreden
en niet zelden „verdachten" mee
nemen voor een verder onder
zoek.
Uiteraard zal elke enquête naar
de juistheid van deze gegevens op
een doodspoor geraken. Voor de
overheid is niets gemakkelijker dan
te verklaren, dat die buitenlanders
gewone misdadigers of zwervers
zijn, ofschoon het hierboven ge
noemde aantal mij met nadruk als
„poktieke gevallen" gemeld werd.
Die vreemdelingen vormen slechts
een kleine groep in de kampen; niet
meer dan 8 of 9 pet. De anderen
zyn Spanjaarden en van hen rijn
veertig van de honderd politieke ge
vallen. Er zijn ook „ouderwetse"
straffen in het kamp: stokslagen,
met een minimum van 25 en een
maximum van 1050, dat niet veel
leven meer in de zondaar laat. Ver
der is er het gewone leven, dat wy
nu wel kennen van de Duitse tijd:
reveille om 5 uur, opmarcheren, uur
in de houding, vlagparade, in koor
schreeuwen: „Viva Franco. Espana
Grande, Espana Libre. Espana Ar
ribaJ" enzovoorts.
Zo Is het óók, in Spanje, Heeft
met Karei V het trotse woord ge
sproken: „Como se mueve Espana, la
tiefra tiembla?" Als Spanje beweegt,
beeft de wereld. Het zou een over
weging kunnen zijn, dat de wereld
eens bewoog, opdat Spanje beefde
FRANKFORT, De geallieerde
Hoge Commissie heeft Donderdag
het laatste op het ogenblik in
West-Duitsland nog verschijnende
communistische dagblad een ver
schijningsverbod voor de tijd van
drie maanden opgelegd. Het be
trokken blad is het Dusseldorpse
blad „In Eurem Namen". Alle 15
communistische dagbladen in
West-Duitsland zijn thans voor
verschillende perioden verboden,
veelal wegens overtreding van
de verordening van de Hoge
Commissie betreffende het presti
ge en de veiligheid van de gealli
eerde bezettingstroepen.
VLISSINGEN Hedennacht om
ongeveer 10 minuten voor twee heeft
op de rede van Vlissïngen een aan
varing plaats gehad. Het Nederland
se s.s. „Gaasterkerk" liep schade op
aan de voorsteven. Het Zweedse s.s.
„Hernodia" kreeg een scheur van
drie meter boven de waterlijn. Bei
de schepen zullen in de loop van de
dag naar Antwerpen opstomen.
Brieven voor Korea-
vrijwilligers
DEN HAAG Brieven voor mi
litair-n van het aanYllingsdetache-
*™ent V.N., dat op 21 Juli naar Korea
vertrekt, kunnen, van die datum af
in Nederland wordm gepost.
He; adres moet de volgende aan
duidingen bevatt. rang, naam,
voorletters, legemummer. N.D.V.N,
op weg naar Korea, Amsterdam,
Schiphol militair. De naam van het
schip en de tussenhavens mogen
niet worden ver eld.
pT ENT U de droewlpe geschiedenis van Aï-
J-V pbonse die niet kon lezen? in de Belgische
Congo zijn er tegenwoordig heel tuut negers
de meesten kunnen ook nog niet lezen die u
heel precies zouden kunnen vertellen hoe
slecht het met die arme Alphonse afliep. Dat
komt door de film, die hier wordt gebruikt als
een machtig propagandawapen tegen het anal-
phabetisme, Mobiele /ilminsfaRaties trekken
kriskras door de Congo en- oueral leven de ne
gers in ademloze spanning mee met de avon
turen van die Alphonse. Soms zuchten ze er
vanzo erg is het.
DE DORPSPOTENTAAT
„de argwaan van zijn ogen ging
door de lens van ~de camera heen."
DEN HAAG. Naar wy verne
men zal de inspecteur-generaal
voor de scheepvaart, de heer P. S.
van 't Haaff, binnenkort de rijks
dienst met pensioen verlaten.
Alphonse is een jon
ge neger, die niet kan
lezenHij is de held
van dit filmverhaal
voor negers. Op een
dag gebeurt er iets bij
zonders; Alphonse
krijgt een brief van
zijn broer, die op een
plantage werkt. Als hij
eindelijk iemand vindt
die de brief kan voor
lezen, verneemt hij dat
zijn broer een baantje
voor hem heeft op de
zelfde 1 plantage. Al
phonse is in de wol
ken. Hij pakt zijn
schaarse bezittingen in
een bundeltje en gaat
op toeg.
En daarmee begin
nen' de moeilijkheden,
want omdat hij de
richtingaanwijzers niet
kan lezen die zijn
er dus blijkbaar in de
Congo! verdwaalt
hij' telkens. Onderweg
drinkt hij uit een. ver
ontreinigde- rivier
want het waarschu
wingsbord dat op de
oever staatzegt hem
niets. Alphonse wordt
ziek en het duurt een
hele tijd voar hij weer
verder kan gaan. Na
een eindeloze tocht
langs allerlei omwegen
bereikt hij tenslotte de
plantage. Maar in het
baantje is dan al voor
zien, en daar staat die
arme Alphonse, En al
les omdat hij niet kon
lezen!
Het Westerse bio
scooppubliek zou het
waarschijnlijk een
slechte en langdradige
film' vinden. Bijzonde
re filmeffecten, boeien
de montages, kortom:
alles to at (naar onze
mening) een film tot
film maakt, komen er
niet aan te-pas. Maar
op de Congonegers, -
van tote de m eesten-
voor -het eerst een-
filmzien maakt het
verhaal een diepe in
druk. Men wenoacht
van deze actie dan
ook grote resuUatmm,