fe VOORAL VOOR R Of'\V IN 1/ film Kleine terreurweerhoudt Spaanse volk van verzet DE GEZUSTERS BRONTË Niets is in haar leven gebeurd, en toch: alles is gebeurd Als vrouwen eens n kamer voor zichzelf hadden Annabel Van de panterjacht naar Bakersprookje Alphome kon niet lezen en werd ziek s Slechts een hopeloos heimwee naar de grimmige hei tLZ&jm ij Andere zorg dan voor perfecte watergolf POLITIESYSTEEM WERD DOORGETROKKEN IN HET CIVIELE BESTUUR Alle communistische bladen verboden in W est-D uitsland Aanvaring op rede van Vlissmgen Congo-negers zuchten vaak van spanning bij propagandafilm .Vrij dag 20 Juli 1951 EEN" pastorie in 't Noorden van Engeland, Yorkshire, aan de horizon de grimmige lijn van de heuvels, kale heuvels waarlangs de stormen huilen; een verlatenheid en afgesloten heid, die wij ons niet meer kunnen indenken't Was in het begin van de vorige eeuw dat de kinderen Brontë daar leefden, in hun roodbaaien cape'tjes onder de regenhemel liepen over de eindeloze hei, binnen in de keuken raten, waar de kaarsen uit zuinigheid uitgedoofd waren en de as gloeide in de haard en de schaduwen over de stenen vloer dansten, terwijl Tabby, de keukenmeid fluisterend vertelde van geesten en hei-spoken en griezelmannetjes. Drie kleine meisjes: Charlotte, Emily en Anne, plus een'roodharig broertje; hun moeder was dood, hun vader, de dominee, een weifelende hulpeloze figuur, Charlotte en Emily schreven later de wereldberoemde boeken: Jane Eyre en Wuthering Heights, Anne schreef een paar romans, die al leen bekendheid kregen door de vermaardheid van haar zuster, de jongen schilderde, op Charlotte na stierven ze allen heel jong, om en nabij hun dertigste. Velen hebben later getracht hun leven te beschrijver. Engelse en buitenlandse biografen hebben ge-- schreven over het „wonder van de Brontè's," levensbeschrijvingen van Charlotte, Duitse en Deense disser taties over Emily's werk. De zusters zouden dodelijk verschrikt zijn ge weest, als ze hadden gezien hoe drommen snuffelaars zich over hun lang verbleekte levens bogen, gis. send naar intieme détails. Vooral bij de biografieën van Emily heeft men het gevoel dat het wezenlijkste nooit ontdekt is, dat dit alleen te vinden is in haar eigen roman Wuthering Heights, De Woeste Hoogte, Emily, een mager meisje, hoogst onelegant en vrij slordig gekleed, schuw tot in het bespottelijke, die maar een paar keer in haar leven van huis is geweest; op school in een ander gehucht, als onderwijzeres op een meisjesinternaat ook op de hei, en een klein jaar in Brussel op een pensionaat, waar ze uitgelachen werd om haar gekke jurken en een hopeloos heimwee had naar de grimmige kleurloze hei Overigens kwam ze nooit het huis uit, dan om lange eenzame wandelingen te maken, ze sprak nooit mensen en was zelfs uiterst terughoudend te genover haar eigen familie; haar zusters begrepen haar niet. En toch schreef ze Wuthering Heights, Het is mogelijk dat u na het gelezen te hebben zegt; Wat een onmogelijk verhaal! Wat een ongezonde situaties. Wat een nare figuren,. yooral^de.Jaopfdpersoon, die,, hondjes 'ophangt en het"graf van zijn zondige geliefde met de nagels openkrabt en die aan eind niet eens zijn welverdiende straf krijgt, integendeel, door de schrijfster wordt gewaardeerd! Maar toch zult n door het boek worden meege sleept, langzaam en onvermijdelijk. En de zo vreemde, wilde heidense hoofdfiguren, Heathcliff. en de gril lige Catherine, zij stijgen uit het boek op tot reuzen-figuren, mytbi- Advertentie LM.) sche figuren. Hun immoraliteit, hun onmenselijkheid, doen niets ter zake, zij staan „opzij van goed en kwaad". Wat hoofdzakelijk telt in het boek is de ontzaglijke woeste natuur, het landschap dat geperso nifieerd wordt, dat een eigen ziel heeft. De menselijke figuren zijn daaruit gegroeid en daaraan vast gegroeid, hun hartstochten worden niet in het minst geremd door christelijke moraal en ethiek. Ter wijl Emily toch in een orthodox- chrietelyk milieu werd grootge bracht en dan in die tijd! Maar zij was een kleine, wilde heidin en ze schreef, zoels ze wou schrijven; liet zich niet beïnvloeden, door geen mens, overwoog nooit de reacties van publiek of uitgevers. Daardoor heeft haar bosk die kracht. Charlotte was, men zou kunnen zeggen, normaler, zoeter, conven tioneler, handiger, minder ver chroomd. Zij schreef wel degelijk met het oog op haar^publiek. .Ze gebruikte met opzet de grimmige huizen, dc sombere interieuren, voorspellende dromen, geestenge- sehater, ten hemelschreiende scènes, bij wijze van effect. En juist daar door is haar boek veel minder feroov dan dat van Emily. Charlotte heeft meer gereisd, was gouvernante, kwam met mensen in aanraking en trouwde later. Emily heeft nooit liefde gekend, nooit een normaal gezin gezien, ze vluchtte in paniek uit iedere nieu we situatie naar haar geliefde hei. Ze stierf op haar dertigste jaar en Maeterlinck zei van. haar: Niets is in haar leven gebeurd en toch: Alles is gebeurd. ANNIE M, G. SCHMIDT. (Advertentie LM.) Veel dal waard Is in de herinnering le blijven leven, ook Uw vacantletijd. kunt U alleen met foto's vastleggen lot In lengte van Jaren! Zorg dat ze goed zijn! Foto's op Kodak FUm altijd goedl DE geestelijk grootsten onzer aarde, de Sophoelessen. enMozarten en Dantes en Shakespeares, het zijn altijd mannen geweest; en eerst ver beneden die vorstelijke sneeuwtoppen was er een enkel groen "vrou welijk topje, een Sappho, een Emily Dickinson misschien.maar ach, weinig, beschamend'weinig. Schuilt het genie inderdaad1 alleen "achter het mannelijk voorhoofd? Is het bang om te huizen in een hoofd met téveel hart daaronder? Of is het er wel, soms, in een vrouw en wordt het verstikt door de vele zorgen van het hart, het zozeer aan aarde en leven en sexe gebonden hart? Al wie hierover puzzelt en dat is dus iedere bewuste vrouw met intelligentie zou het boekje van de En gelse Virginia Wcolf moeten lezen: A room of one's own, Een eigen kamer. 7 ES zakelijk uitziende Ameri- kaanse golispeelsters hebben in de wedstrijden om de Weathervane Cup zes van Engeland's beste amateurs één. van de zwaarste ne derlagen uit de geschiedenis be zorgd. D0 zes-nul overwinning, die het afgelopen weekeind verd opge bouwd, was zo eenzijdig waar schijnlijk zonder weerga in sport wedstrijden van man tegen vrouw dat de Britse kranten, die al droomden van wereldhegemo nie in de sport*, sedert Turpin de wereldtitel mid dengewicht ver wierf, wat inbon den. De Daily Ex press, welke een oplaag van vier^ millioen heeft, lichtte het verhaal uit de sportpagina en bracht bet onder een vette kop midden op de voorpagina, „Zes vrouwen tuigen zes sterke golfmannen af", zei die kop. Het meest ondersteboven van alle Britse mannen Is Leonard Crawley, Walker .Cup speler en oud-kampioen van Engeland, aan wie het lot Babe Zaharias als tegenstandster had toe bedeeld. De Babe liet da stevige Crawley als een kleine jongen staan, Het was zo een zielig ge zicht, dat sterke mannen de tranen in de ogen sprongen. De score was 3 tegen 2. Vervolgens vermorzelde Patty Berg John Beek, ex Walker Cup captain, met 7 tegen 6 en Beek wankelde naar het clubhuis voor een. morele opkikkering. De vroegere amateur-kampioen Max MacReady verweerde zich nog even vertwijfeld voor dat Betsy Rawls_hem met 3 tegen 2 wegjoeg. Gerald Micklem,1 een andere groot heid onder de amateurs, liet het te gen1 Betty Jamison met 5 tegen 4 liggen.'Peggy Kirk won van Brom ley Daveport met 2 tegen 1 en Bet ty Bush, gaf Brigade Generaal A. C, Critchley er van langs met 3 te gen 2. r Nieuw is het stellig niet; zij schreef het in 1923. Maar ook het probleem is niet nieuw en toch al tijd actueel. Een lange overpein zing is het, met kleine zijweggetjes, die weer naar de hoofdvraag voe ren: Waarom zijn er geen vrouwe lijke Dantes en Shakespeares, waar om schrijven vrouwen pas in de laatste twee eeuwen en dan nog zelden poëzie of drama? Haar ant woord daarop, meer een schuchtere opinie dan een reebtuite conclusie is deze: een vrouw moet een eigen kamer hebben, en een eigen inko men om te kunnen schrijven. Nooit heeft zij dat gehad; al de eeuwen van menselijke civilisatie door is cje vrouw arm geweest, arm en zon der eigen kamen Waarom schreven vrouwen met in de tijd van Sha kespeare? Omdat ze niet school gin gen en op hun zestiende uitgehu welijkt werden en daarna aldoor kinderen kregen tot ze oud en moe waren. Stel... zegt Virginia Woolf, stel, dat William Shakespeare een zuster had gehad, een zuster Judith, even begaafd als hij. William ging naar school en las Ovidius en Horatius. Zij wilde dat ook en gluurde in haar broers boeken, maar haar va der griste die boeken uit haar han den, en wees vriendelijk doch streng naar de brijpot. Toen ze zes tien was, moest ze zich verloven met de zoon van den wolhandelaar. Ze snikte dat ze het niet wilde, dat ze wou leren en de wereld zien en leven, en op een zomernacht maakte ze een klem pakje van haar bezittingen, het zich aan een touw uit het raam zakken en sloeg de weg naar Londen in. Aan de thea ter deuren stond ze en zei dat ze wilde acteren, maar iedereen lach te haar uit en alle mannen maak ten grappen die met eens meer du bieus waren. Eindelijk was er een manager, die vriendelijk voor haar was een tijdlang, tot ze een kind van hem verwachtte. Op een win ternacht -hing ze zich op binten in een stal. Ze ligt begraven op een plaats waar nu de autobus stopt aan een grote rijweg. Zó zou het de grote geniale Judith Shakespeare vergaan zyn, als ze geleefd had. Maar wie zegt dat ze niet geleefd heeft? Zo nu en dan zal er een ge nie bestaan hebben onder de vrou wen, maar nooit is dat genie opge staan. Het moest blijven liggen. Als we lezen van een heks, van een door duivelen bezetene, van een wijze kruidenvrcuw in die eeuwen, misschien, misschien zyn we dan op het spoor van een verloren schrijfster^ Nee, een vrij leven leiden was onmogelijk voor een vrouw in die thd, (behalve voor een enkele adel lijke dame) en dus was schrijven onmogelijk. Al haai gevoelens en die van haar omgeving, al haar levensomstandighe den waren vijandig aan de vrije gees testoestand, waaruit poëzie of proza opbloeit. Een man-schrijver, hoe arm hij ook was, kon zich losrukken van zyn familie, op een zolderkamer zit ten, de wereld zien, - het Je ven In al vormen in zich opnemen, dat..- d5t was voor een vrouw onmogelijk. En dan, weliswaar stonden alle schrij vers altijd tegenover een onverschil lige wereld, die zich niet om hen en. hun kunst bekommerde en hen niet vroeg te creëren. Maar een schrijfster stond eeuwenlang tegenover een vij andige wereld. Hoevele schrijfsters van vroeger. George Elict, George Sand, Currer Bell, hebben mannelijke pseu doniemen gekozen, bang alsze waren voor de mannelijke cntlek. Daardoor dus, doordat de vrouw arm was en onvrij, schreef zij niet. Litera tuur bloeit enkel op uit intellectuele vrijheid. Intellectuele vrijheid is weer afhankelijk van materiele dingen en de vrouw had tot voor kort minder intellectuele vrijheid dan eer. slaaf In het oude Athene. Het „vrou welijk schrijven" heeft dus maar een zeer korte traditie, twee eeuwen op zyn hoogst. Een vrouwelijke Shake speare? Pas, als er eeuwenlang vrou wen geweest zijn met een eigen ka mer. Een kamer met een slot en de economische vrijheid, die haar Instaat stelt daar ook werkelijk te zitten, uren lang verzonken in het werk van de geest. ANNIE M. G- SCHMIDT DCKKE zusje heeft uit de uitüer- koop een broekje en een bloes je van blauw tricot, 't Broekje is effenop 't bloesje zitten smalle ■witte en blauwe streepjes't Spant om d'er stevig lijfje. ,,'t Is dat ze lang haar heeft," vindt zoontje, „anders zou je zo, met kleren aan, denken dat ze geen meisje teas." Onderwijl w door dit pakje m'n trotse klok-hen-aard gewekt Jk ca ven beetje met haar wandelen," zeg ik. Maar. als we 't hek uit wtUen, ts daar ineens visite. Een mevrouw van lang geleden met een nog geen meter hoog dochtertje, een wijs mi niatuur mensje van net dne. Ze heeft een wagentje op vier wielen een erg mooi wagentje van glan zend gelakt hout, zo groot dat ze er zelf m kan zitten. Terwijl de moe der met my m de kamer gaat pra ten, mag Annabel, zo heet ze, ermee njden op 't stenen stoepje in de, tuin ,,'t Is wel leuk," zegt de moeder tegen mij, „dan kunnen ze lief sa- men spelen. Maar dikke zusje, dat< met Alfons en Henkie en al die- andere kleine ventjes uit haar le ven, nooit conflicten heeft gehad, is] na enkele minuten met Annabel, gewikkeld in een drama. Annabel krijst en niemand weet', waarom. Ik val, zoals dat past, op slap m'n dochter af en roep verwij lend: „Bak, wat heb je nou voor stouts gedaan." Maar de mevrouw met minder beleefd, sust, „Nee, 't kan best aan haar liggen. Ze heeft de drift van Frits" (dat is haar man). 't Geschil wordt gesust met een koekje en limonade en vooruit, daar gaan ze weer: „Lekker samen in de zen". M'n visite echter is haar rust kwijt. Ze kijkt gejaagd en vraagt telkens bezwaard: „Huilt ze nou of..." Ten slotte gaan we met stoel en al naar buiten, want ze tuil wel eens zien hoe zo'n ruzie ontstaat. Dikke zusje zit in het grint, een meter van 't wagentje af, dat door Annabel terdege wordt bewaakt. .Als ik tot Tt hek "mag,"krijg jij m'nbeer,','^J}Oren we haar, zeggen. En omdat ér "geen antwoord komt: „M'n beer en de pop met de punt muts." Dan, een ronde zwarte kiezel tussen vingertje en duim. Als ik niet mag, dan gooi ik hem stuk." Nóg zwijgt 't andere kind waarop dikke zusje, somber doch vastbera den: „Als tie stuk is, is tie weg Dit is duidelijk zoontjes stijl en ik tuil me al verontschuldigend keren en wenden, want leuk is zoiets niet. Maar m'n visite schudt ernstig van, neeDus moet ik wel verder. Opeens echter wijzigt dikke zusje haar plannen. Ze haalt het eigen popperikarretje, dat achter 't huis staat, 't Is heel erg verkrungeld en oud. Zegevierend, tegen beter weten in, sleept ze het t pad op en neer. An- nabel trekt nu ook haar glanzend. eigendom. De houten wielen maken' op de stenen een klokkend, gloed- nieuw geluid. Dikke zusje, propvol jalouzie, staat stil en zoekt een uitweg. Dan vindt ze een vinniger wapen dan een steen„Mijn wagen praat niet met éo'n rare piepstem," zegt ze. irMy?t wapen is zoet, mijn wagen is heel erg stil." BIBEB DE Nederlandse Comedle, die thans met f3akersprookje" en „Nlna" naar alle B.P.M. vestigingen tnssen Nieuw Guinea en Sumatra trekt, heeft'Onderweg niet te klagen over gebrek aan afwisseling. Uit een parti culiere brief van Mary Dresselhuys mogen wfj het volgende relaas van een voorstelling van „Bakersprookje" op Sumatra overnemen: „Vanuit Palembang vlogen we een uur naar Djambï en gingen vandaar over een hots- en stofweg naar Badjubang, 'n B.P.M. onder neming van 25 huizen. Het laatste huis no. 18, was het onze en 100 meter verder was de rimboe. „U moet er echt niet ingaan," zeiden ze, „ook niet de grote weg, want er zit nogal wat." „Beren?" vroegen wy gretig. „Ja, maar die vallen meestal niet aan als je ze niet laat schrik ken. Maar de laatste tijd hebben we weer veel last van tijgers. Me neer Best heeft er deze maand al twee geschoten, ze hadden drie in landers verscheurd en meneer Eest heeft er twee weken achter aan gezeten tot hJj ze had." Een beer hier in de tuin schijnt heel gewoon te zijn; ze snuffelen de vuilnisbak om en scheuren met hun nagels de lege blikjes wijd open voor de laatste druppels ge condenseerde melk. Maar ze klim men ook loodrecht tegen de pal men op en gappen alle cocasnoten en bananen van de inlanders. Dus dan meneer Best maar even geroe pen en die heeft ze dan meestal nog dezelfde dag in de rimboe op gesnuffeld en neergelegd. Toen om half negen onze voor stelling zou beginnen, kwam iemand de boodschap brengen, of we nog even wilden wachten, want 10 minuten, van Badjubang had hy een stilstaande jeep op"*de weg aangetroffen, met daarin me vrouw Best in haar mooiste avond jurk, gedüldig wachtende. „Me vrouw Best, is het weer zover?" „Ja," had ze gezegd, „net een pan ter op de weg. Mijn man is er even achter aan, 't bos in." „Bent u een beetje ongerust?" „Ja, ik vind het zo vervelend om te Iaat te komen bij toneel en bovendien heeft hij zijn beste pak aan. Vraagt u of ze even willen wach ten?" Dus wachtten we, en de zaal, 25 huizen plus gasten, 75 mensen, wachtten in spanning mee. Maar meneer Best wist was timing was. Drie minuten later was hij voor met de jeep en een prachtige ne- velpanter achterin. Hij was een kleine, magere man met een ge zicht vol humor,, en zijn pak was nog keurig. „Ja, ik heb altijd mijn geweer bij me en een flinke lamp, en dan ga ik hem na en zet hem in het licht en dan neem ik hem." Het was een mooie panter, en de poten, waarvan de nagels vrijwel onzichtbaar waren, zagen er zo zacht uit als van een> poes. „Ik doe hem even in de kist achter- slot en grendel, want binnen, de 5 minuten hebben de Indonesiërs er de snorharen uitgetrokken, die hebben magische kracht; met een snorhaar van een tijger of een panter ben je onkwetsbaar voor je hele leven." ,,'t Is wel 'n moeiUjke overgang voor 't publiek," zei ik, „van de panterjacht naar Bakersprookje." „Ja, we zullen even een plaatje draaien," zei hot bestuur, „Harry Lime dan maar, dat is altijd goed." i)E Madrilenen zeggen ook een. Piccadilly Circus te hebben: het Puerto del Sol, waarheen zij allen 1 bij de jaarwisseling trekken, omdat daar de klok ts, die de officiële tijd aangeeft. Een merkwaardige sym-1 boliek is, dat deze klok zich in de i strakke gevel van het gebouw be- vindt, dat het gehele plein beheerst en dat de zetel is van de Seguridad, Franco's veiligheids-apparaat. In dit hoofdkwartier van zyn Gestapo en Sipo wordt de Spaanse tijd bepaald en het Spaanse volk klein gehou den. Men zei me, dat het in de kelders van de Seguridad barbaars toegaat, doch ik was niet geneigd dat te ge loven: het gebouw stond zich loom te koesteren in de zon en de wach ters aan de poort keken verveeld de wereld in. Later geloorde ik het wel, toen ik naar de rumoerige ar beiderswijk Tetuan gebracht was om er te spreken met enkele vrou wen, die van tyd tot tyd in die kelders komen. Hoe dat gaat, ver telde een fabrieksarbeidster, moe der van twee kinderen; „Vier man nen staan plotseling in je huis, Twee gaan de slaapkamer binnen en halen er alles overhoop. De an deren praten tegen je: „Zo, jongedame, die wijn daar is ook niet van drie stuivers. Het schijnt je goed te gaan." „Vindt u?" „Dat is geen toon tegen een offi cier van de geheime politie Maar jy ziet natuurlijk je lieve neef nog wel eens?" „Ik kan me hem nauwelijks meer voorstellen." „Zo, zo, liegen ook nog!" Dan beginnen ze de vrouw te slaan, nemen baar mee naar de Se guridad voor een gehoor, dat wij ons kunnen indeuken, en dat dagen, soms een week duren kan. En waar om? De neef van die vrouw was een kolonel in ■Ll1 "J11 ulJIllc' «iLirkUA \j alle papieren. gë, iffBS het huidige Spanje vertelt gvfëën. AliS i?rd"digdCFraHij een bijzondere medewer- "'ëfhet ÊSÊS is nu al twaalf l.„ van de jager. Hjj jaar ondergedo- k0T «Ct CSU CD ander 0\ er tastte verder ken en met hem j_ Aha, het fototoe- duizen- J Waarop hranco er gjgL Hij had ge- het fototoestel. Een kleine, dikke man doorbrak de ring van dorpe lingen om mij heen en vroeg met een grijns van zijn tanden: „Peno- dista?" Journalist? Ik antwoordde niet en weg was hy al. Hij wist mij vijf minuten later weer te vinden, in het café. De mannen zwegen, toen hij binnenkwam, de schoen poetser boog zich dieper. Hij hield zyn gnjns vrijwel tegen mijn Ogen aan: ik moest direct bij de burge meester komen. Behalve de kinde ren volgde memand my meer. Dorps potentaat j-T N daar stond hij, voor zyn raad- huis, de potentaat harde ogen, wrede mond. Zonder begroeting en zonder dat hij zijn banden uit de zakken nam, begon zijn verhoor: wie ik was, wat ik hier deed, waar om? Waar was In zijn derde artikel over ™ifnte' pffffS zyn zo&ngdle Tolder bi slaagt, zijn volk klein te of distributiekaart in Madrid in het leven houden, kennelijk geholpen door de burgerij. Zij zijn moeilijk te vangen en daarom terroriseert de regering de familieleden. Vluchtelingen T^IENTALLEN Spanj'aarden heb- x ben mij gevraagd op de weg te rug te mogen meerijden naar het Noorden. Zij wilden het land uit en de drijfveer daartoe was honger. Geld voor de trein hadden zij na tuurlijk niet en een paspoort kost vijftig gulden, wat drie of vier we ken loon betekent. Bovendien knjg je met zomaar een paspoort „Ze zullen je zien aankomen", zei iemand. „Als ze dat toestaan, loopt het hele land leeg." Daarom gaan zij liever in het geheim de grens over en zo_ groeit elke nacht in Zuid-Frankrijk het leger van tien duizenden Spaanse vluchtelingen. By Vera, in het stroomgebied van de grensrivier de Bidassoa, werden twee lifters uit mijn auto gehaald en afgeranseld alleen op het ver moeden, dat zy vluchtneigingen hadden kunnen koesteren. Een boer uit Teruel en een schoenmaker uit Madrid waren het. Zie, dat is de „kleine terreur" In Spanje; de,terreur van die legioenen uniformen, van de Policia Armada en van al die Guardia's: de Guardia Civil, de Guardia Armada, ja zelfs de Guardia de Coche en de Guardia üe Noche, want inderdaad, die auto- en nachtwakers horen er ook nog bij: al zyn ze oud en ongewapend, zij completeren dat ontzaglijke sys teem van geüniformeerde macht, waarmee het Spaanse volk in de klem wordt gehouden, t Natuurlijk -moet dit politie systeem worden doorgetrokken in het civiel bestuur om het een deugdelijk fun dament te geven. Dat is ook ge beurd en de ambtelijke organisatie van de alcalde (de burgemeester van de kleine gemeenten, die tevens Is belast met de rechtspraak) tot de gouverneur is even benauwd als het politie-apparaat. Het leger van klei ne machthebbers Is goeddeels gere- cruteerd uit de fanatieke fascisten. Men leert hen snel kennen: ik reed in Andalusië een willekeurig heten en ik was er de eerste vreem- dorpje binnen; het bleek Lopera te deling sinds mensenheugenis. Er waren nog kinderen, die huilend wegliepen voor het „boze oog" van hoord, dat ik al een filmpje had verwisseld. Waar- omJ Waar was mijn vergunmng om te fotograferen? Hij .kende zyn bevoegdheden maar al te goed, de alcalde van Lopera. De camera stond op het spel en ik toonde hem een kwitantie van de gemeente Amster dam, met stempels en handtekening van de gemeente-ontvanger. Om hem de aanvaarding van dat docu ment gemakkelijk te maken, stelde ik voor een foto van hem te nemen en gelukkig blijven deze kleine ty- rannen ij dele beden, doch de arg waan van zijn ogen ging nog door de lens van de camera heen. De .kleine terreur" noemt men dit gehele bestuursstelsel, dat Franco hanteert, doch in feite is het de gro te terreur, want het weerhoudt 95 procent van het Spaanse volk van een openly k verzet tegen het re giem, terwyi de andere terreur, die van de gevangenissen en de con centratiekampen, de levens van hoogstens een paar honderdduizend omvat. Minister Fernandez Cuesta van Justitie zegt wel, dat er in de Spaanse gevangenissen slechts 30.000 mensen zitten en daarvan niet meer dan 5 pet wegens hun po litiek verleden, maar hoe groot is de bevolking van de concentra tiekampen? Deze kampen zyn haast onvindbaar en het is al even mceilyk om er betrouwbare gege vens over te verzamelen; Behalve bij Madrid heb ik er alleen in het Noorden al drie ontdekt. Er werd mij nog een vierde in dat rayon ge noemd, doch voor mij bleef dat on zichtbaar. Hoeveel kampen, zullen er in geheel Spanje zijn als er zich bij een vluchtige waarneming al drie in een klein gebied bevinden? Drie categorieën |N de kampen bevinden zich drie 1 categorieën gestraften en wel: a) gijzelaars b) strafrechtelijk vervolgden e) politieke gevangenen. Bij de politieke gevangenen be vinden zich tal van oud-Spanjestnj- ders, Engelandvaarders, mannen die uit Duitse kampen waren gevlucht, uitgeleverd werden en voor de tweede maal op Spaans grondge bied zijn gepakt Deze buitenlanders hebben lange tyd in valkomen af zondering opgesloten .gezeten en hun werd ieder contact met hun consu laire vertegenwoordigers onthouden. In de vier kampen schijnen nog on geveer 350 buitenlanders te zijn. Voorts is mij meegedeeld, dat kort geleden uit het kamp van Lerxda nog 12 Nederlanders ontsnapt moe ten. zijn, die zich thans in Frankrijk zouden bevinden. DEZE GEDISCIPLINEERDE COLONNE van de Guardia Ci vil blykt in de practijk te be staan uit groepjes van twee tot vier mannen die de huizen bin nendringen, argeloze burgers on dervragen, hardhandig optreden en niet zelden „verdachten" mee nemen voor een verder onder zoek. Uiteraard zal elke enquête naar de juistheid van deze gegevens op een doodspoor geraken. Voor de overheid is niets gemakkelijker dan te verklaren, dat die buitenlanders gewone misdadigers of zwervers zijn, ofschoon het hierboven ge noemde aantal mij met nadruk als „poktieke gevallen" gemeld werd. Die vreemdelingen vormen slechts een kleine groep in de kampen; niet meer dan 8 of 9 pet. De anderen zyn Spanjaarden en van hen rijn veertig van de honderd politieke ge vallen. Er zijn ook „ouderwetse" straffen in het kamp: stokslagen, met een minimum van 25 en een maximum van 1050, dat niet veel leven meer in de zondaar laat. Ver der is er het gewone leven, dat wy nu wel kennen van de Duitse tijd: reveille om 5 uur, opmarcheren, uur in de houding, vlagparade, in koor schreeuwen: „Viva Franco. Espana Grande, Espana Libre. Espana Ar ribaJ" enzovoorts. Zo Is het óók, in Spanje, Heeft met Karei V het trotse woord ge sproken: „Como se mueve Espana, la tiefra tiembla?" Als Spanje beweegt, beeft de wereld. Het zou een over weging kunnen zijn, dat de wereld eens bewoog, opdat Spanje beefde FRANKFORT, De geallieerde Hoge Commissie heeft Donderdag het laatste op het ogenblik in West-Duitsland nog verschijnende communistische dagblad een ver schijningsverbod voor de tijd van drie maanden opgelegd. Het be trokken blad is het Dusseldorpse blad „In Eurem Namen". Alle 15 communistische dagbladen in West-Duitsland zijn thans voor verschillende perioden verboden, veelal wegens overtreding van de verordening van de Hoge Commissie betreffende het presti ge en de veiligheid van de gealli eerde bezettingstroepen. VLISSINGEN Hedennacht om ongeveer 10 minuten voor twee heeft op de rede van Vlissïngen een aan varing plaats gehad. Het Nederland se s.s. „Gaasterkerk" liep schade op aan de voorsteven. Het Zweedse s.s. „Hernodia" kreeg een scheur van drie meter boven de waterlijn. Bei de schepen zullen in de loop van de dag naar Antwerpen opstomen. Brieven voor Korea- vrijwilligers DEN HAAG Brieven voor mi litair-n van het aanYllingsdetache- *™ent V.N., dat op 21 Juli naar Korea vertrekt, kunnen, van die datum af in Nederland wordm gepost. He; adres moet de volgende aan duidingen bevatt. rang, naam, voorletters, legemummer. N.D.V.N, op weg naar Korea, Amsterdam, Schiphol militair. De naam van het schip en de tussenhavens mogen niet worden ver eld. pT ENT U de droewlpe geschiedenis van Aï- J-V pbonse die niet kon lezen? in de Belgische Congo zijn er tegenwoordig heel tuut negers de meesten kunnen ook nog niet lezen die u heel precies zouden kunnen vertellen hoe slecht het met die arme Alphonse afliep. Dat komt door de film, die hier wordt gebruikt als een machtig propagandawapen tegen het anal- phabetisme, Mobiele /ilminsfaRaties trekken kriskras door de Congo en- oueral leven de ne gers in ademloze spanning mee met de avon turen van die Alphonse. Soms zuchten ze er vanzo erg is het. DE DORPSPOTENTAAT „de argwaan van zijn ogen ging door de lens van ~de camera heen." DEN HAAG. Naar wy verne men zal de inspecteur-generaal voor de scheepvaart, de heer P. S. van 't Haaff, binnenkort de rijks dienst met pensioen verlaten. Alphonse is een jon ge neger, die niet kan lezenHij is de held van dit filmverhaal voor negers. Op een dag gebeurt er iets bij zonders; Alphonse krijgt een brief van zijn broer, die op een plantage werkt. Als hij eindelijk iemand vindt die de brief kan voor lezen, verneemt hij dat zijn broer een baantje voor hem heeft op de zelfde 1 plantage. Al phonse is in de wol ken. Hij pakt zijn schaarse bezittingen in een bundeltje en gaat op toeg. En daarmee begin nen' de moeilijkheden, want omdat hij de richtingaanwijzers niet kan lezen die zijn er dus blijkbaar in de Congo! verdwaalt hij' telkens. Onderweg drinkt hij uit een. ver ontreinigde- rivier want het waarschu wingsbord dat op de oever staatzegt hem niets. Alphonse wordt ziek en het duurt een hele tijd voar hij weer verder kan gaan. Na een eindeloze tocht langs allerlei omwegen bereikt hij tenslotte de plantage. Maar in het baantje is dan al voor zien, en daar staat die arme Alphonse, En al les omdat hij niet kon lezen! Het Westerse bio scooppubliek zou het waarschijnlijk een slechte en langdradige film' vinden. Bijzonde re filmeffecten, boeien de montages, kortom: alles to at (naar onze mening) een film tot film maakt, komen er niet aan te-pas. Maar op de Congonegers, - van tote de m eesten- voor -het eerst een- filmzien maakt het verhaal een diepe in druk. Men wenoacht van deze actie dan ook grote resuUatmm,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1951 | | pagina 5