Geheim van de tegel-tableaux Sint verloor zijn Tante Mathilde gelooft niet aan Sinterklaas v. f; ARTHUR RAMSOME Jac. v. d. Ster O J Kras baasje... Voor onze bridgers Twee kardinale fouten iEén meisje en veie mannen^ Zaterdag X December 1951 gOEN Schimmel naar 1de andere kant van rJde straat sprong, ver- vloer Sinterklaas «ijn Km gouden vulpen. Er ten»K»fasf slond st K_ in ee. graveerd. De hoofd redacteur, die de mooié pen vond,'zag die letters niet, Hy stopte de pen in zijn zak, want hij had geen tijd hem naar het politiebureau te brengen. Toen hij zyn hoofdartikel wou beginnen, dacht hij „Proberen, of hij lekker schrijft", en hij nam de gouden pen. Maar toen gebeurde .er iets vreemds. Hij had willen schrijven, dat het zó 'n akelige tyd was en dat al die feesten in December zonde van het geld en de tijd. wa ren. Maar toen hij de pen op papier zette, kwam er te staan, dat de re gering die dag alle mensen vrij moest geven om cadeautjes en lek kers tc kopen. En toen hij dat had geschreven schroefde hij de pen dicht en ging Sihterklaascadeautjcs voor zijn vrouw en kinderen kopen- Maar toen hij 's avonds het arti kel nog eens las, vond hij het maar een vreemd verhaal. „Het moet aan die pen hebben gelegen,"dacht hij. En hij ging achter zyn bureau zitten cm een nieuw artikel te schrijven. Toen kwam .zijn zoontje binnen, en vroeg: „Vader, mag ik JDUW vulpen om mijn Franse the ma te maken?" De hoofdredacteur gaf hem de gouden pen en zei: „Die mag je gebruiken, maar ik moet hem terug' hebben vóór je mar bed gaat." Het zoontje ging naar: zijn ka mertje en bewonderde de pen. Hij verlangde al lang naar een vulpen en dacht: „Ik zal hem maar hou den," en begon toen aan zijn thema, „Moeder eet een appel," was de eerste zin. Hij wilde schrijven „Maman mange une pomme," maar toen hij klaar was stond er „Maman mange du chocolat". „Wat Êek," dacht hij, maar hij besloot et maar te laten staan. „Mijn broer heeft een pyp," was de volgende zin; er kwam te staan „Mon frère a un train électrique". Dat was heel erg vreemd, want zijn broer had helemaal geen elee- trische trein, hü wou er alleen graag een hebben. „Het ligt aan de pen," dacht - de jongen. Hij werd er een beetje op gewonden van en. dat was misschien de reden, dat hij die nacht verward droomde. Hij zag Zwarte Piet gebukt door een straat lopen alsof hij iets zocht. Hij keek in alle portieken en voelde met zijn handen achter de brievenbus. Toen liep hij het {>ark in en scheen mét een. zak- antarentje in het gras. Opeens was' Zwarte Piet weg en stond de gou den vulpen aan het voeteneind van zijn bed. Hij zei: „Waarom breng je me niet naar het politie bureau? Zwarte Piet heeft me al aangegeven," en hij prikte zo -venij nig .naar-de jongen, dat die.wak ker schrok. schaatsen, die zyn vader hem had beloofd. En dus wou hij „Een paar echte Noren" boven een nieuwe bladzijde zetten, maar de vulpen schreef: Ik kreeg cc» mooie gouden pen, IUöar denk niet dat ik er blij mee ben. Myn scnoo'.toerk is mijn eigen zaak Maar die pen die kladt maar raak. Het lijkt, of ik er met de pet naar TT SOOt. Ik wil een andre pen, al'is deze erg mooi. De politie zoekt hem, waarvoor weet ik «iet. Maar hij is aangegeven door Zwarte Piet-C'ab Hij zit waarschijnlijk lelijk in de klem. Maar ïk verstop hem, anders vindt men hem En toen kwam er niets meer. R werd op de deur geklopt. en daar kwam Sint Nicolaas binnen, en achter hem stapte Piet Meneer bood Sinterklaas zijn stoel aan. „En, zijn ze zoet geweest?" vroeg Sint, „Zeker Sinterklaas", zei meneer, en de kinderenademden een beetje verlicht. „Waar zijn- ze nu aan bezig?", vroeg Sinterklaas. „Aan een opstel. Sinterklaas". „Zo, zozei Sinterklaas. «Ik zou er wel eens een willen lezen". Hij keek de klas rond, en hij vrees naar de jongen. „Lees mij Jouw opstel eens voor", zei hy vriendelijk. „Het is eigenlijk geen opstel", zei de jongen zacht. tegen de jongen: „Mag ik die pen eens zien?" De jongen gaf hem de. gouden vulpen. „Hoe kom jij daaraan?", vroeg Sinterklaas. „Van mijn vader gekregen", zei de jongen kleintjes. „Om te houden?" „Nee, Sinterklaas". „Kijk eens", zei de Sint en wees op de lettertjes „StH." „Heb je „Dat hindert niet", zei Sinterklaas, die gezien?" En toen las de jongen het vers, „Nee Sinterklaas,anders had ik dat Sints vulpen had gemaakt. geweten, dat het uw vulpen was", „Sinterklaas", schreeuwde Piet, zei de jongen. „hij heeftSinterklaas knikte vriendelijk. „Stil Piet", zei Sinterklaas. En „Dan is het goed", zei hij. „Je vader E,.:-volgende morgen herinnerde de jóngen zich zijn droom en k-hij-r dacht, dat de pen f zeker iets ergs had gedaan, dat hij naar het politiebureau moest worden ge bracht. „Wees maar niet bang," zei hij tegen de pen, „ik zal wel zorgen, dat ze je niet te pakken krijgen." En hij nam de pen mee naar school en maakte er zyn sommen mee. Sommen over wandelaars, die elkaar tegemoet lopen; en over jongens, die knikkers moeten ver delen. De vulpen maakte van de wandelaars Sinterklazen, van de jongens Zwarte Pieten en van de knikkers pepernoten. En toen de jongen zijn Franse themaschrift terug kreeg schrok hij: meneer had er onder geschreven „Allemaal cr- zin!" en.... een grote nul. 's Middags, zei meneer: „Sinter klaas komt vanmiddag misschien op bezoek. Gaan jullie maar een, opstel maken," en hij deelde de. schriften uit. De jongen dacht er over een op stel t; maken over de Noorse DE volgende, morgen ging de hele bemanning van „De Zwaluw" zwemmen voor het ontbijt. De lan dingsplaats met zy'n kleine strand was er een goed plekje voor. Er was daar zand ert ofschoon er ook ste nen lagen, waren ze er niet zo scherp als op andere plaatsen. Ook werd het water er niet plotseling diep 'en nadat Suze een heel eind het water .was in gelopen,, zei zij, dat Kutger ook mocht zwemmen. Rutger. die op het strand had staan wachten, rende plassend en steigerend het water in. „Je moet niet alleen piassen, maar ook zwemmen", zei Suze. „Jawel stuurman", zei Rutger. Hij hurkte in het water, zodat alleen zijn hoofd er bovenuit stak. JDat voelde in ieder geval bijna net aan als zwemmen. Jan en Suze hielden een wedstrijd, eerst de ene kant uit en toen de andere. Tittie speelde in haar eentje voor aalscholver. Zij kon hier nog niet over praten tegen Jan en Suze, totdat zij er zeker van was, dat ze er succes mee had. Daarom zei ze niets, Maar zij had gezien dat er een massa vorens zaten in het ondiepe water dicht bij. do kust. Misschien zouden er verderop grotere vissen zitten, zoals die, welke de aalscholvers gisteren hadden gevangen, Tittie had ze zorgvuldig gadegeslagen. Zij zwommen rustig voort en doken dan plotseling onder water, waarbij ze hun ruggen bogen en hun vleu gels stevig tegen zich aandrukten. Ze gingen voorover onder water. Zij probeerde het. maar zij ontdekte dat zij. als ze haar arrr.en niet gebruik te. helemaal niet onder water kwam. Zelfs als ze haar armen gebruikte, kon ze niet ondergaan zonder een. lang gespartel aan de oppervlakte. „Waarom zwaai je met je benen in de lucht, Tittie?" vroeg Ruteer na eèn van deze duikpogingen. Het was maar al te waar. Tittie wist zelf dat zij, lang nadat ze haar hoofd onder water had gestoken en naar beneden zwora. nog met haar benen" boven water "trapte. Zij ging verder het water in om dichter bij de vissen te zijn en ver der van Rutger vandaan. Tenslotte ontdekte zij het kunstje om haar handen zo' te draaien, dat haar arm slagen haar omlaag, trokken. Zij ont dekte ook, da£ zij gemakkelijk haar ogen. kon opendóen' onder water, maar dat het net was alsof je in een groene mist was. Vissen kon je er niet in zien. Met grote inspanning schoot ze naar de bodem. Nog altijd waren er geen vissen. Ze kwam. proestend boven en. dook toen weer. Ket had geen zin. Zij raapte een steen op van de bodem om zeker te weten dat ze daar werkelijk ge weest was en kwam toen haastig weer boven, sputterend en bulten adem. Er viel niet aan te twijfelen, dat de vissen haar zagen aankomen en dat re vlugger konden zwemmen dan zij Er zat niets anders op dan hengels te gebruiken. Zij zwom naar het strand met de steen in. haar hand. „Wat heb je daar?", vroeg Rutger. „Een steen", zei Tittie. .Die Jóeb ik opgeraaut van de bodem". heeft het zeker ook niet gezien. Ik ben blij, dat ik mijn pen terug heb. Zonder hem kan ik geen versjes maken", Toen lachte de hele klas. Piet deed een greep ik de zak, en haalde een mooie rede vulpen te voorschijn. „Kijk", zei Sinterklaas, „daar kan je beter mee werken dan met de miine. Die weet alleen maar van suikergoed en marsepein en die van jou. die kent tenminste Frans".. „We zullen die nul voor de thema maar vergeten", zei meneer. En de hoofdredacteur was zeker de hele pen vergeten. In elk geval heeft hij er zijn zoon nooit meer naar gevraagd. Uit het Engels vertaald door „"Wat voor een steef»?" ,Jk denk een parell Laten we pa relduikers zijn". De aalscholvers waren vergeten en. in een ogenblik-waren "de" ma- troos en de scheepsjongen veranderd In parelduikers. „Laat Rutger niet te ver gaan", nep de stuurman. „Ik - ganaar het vuur kijken". Ook Jan was uit het water ge gaan en roeide koert daarop de pa relduikers voorby '°P weg om melk te gaan halen. „Wat doen jullie?", riep hij hen toe. „Parelduiken". „Blijf er niet te lang in. Wie niet droog en aangekleed is als ik te rugkom. met de melk. krijgt geen ontbijt". „Jawel, kapitein", zei Tittie. Rutger probeerde ook te zeggen: „Jawel kapitein", met zijn mond onder water. Het lukte hem niet. Ook kon hij onder water niet ge makkelijk zijn ogen open doen en rondplassen. In twee of drie voet water raapte hii zijn parels op door er naar te voelen. Matroos Tittie zwom langs de bodem met haar ogen open en zocht naar de witste stenen. Ze waren een beetje groot voor parels, maar niemand vindt het erg ais parels groot zijn en al spoedig hadden de parelduikers een hele stapel natte en glinsterende juwelen aan de kant. Het ergste was dat de stenen, zodra 2e droog wa ren en ze droogden vlug in. de zon niet meer glinsterden en dat je ze dus niet meer voor parels kon laten doorgaan. (Wordt vervolgd) Er wordt ons wel eens de vraag gesteld, waar wij altijd weer onze puzzles vandaan halen, hoe wij tel kens weer nieuwe proble men hebben om do vele puzzelaars voor te loggen Het antwoord op deze vraag is niet 20 eenvoudig tc ge ven. Want zij, die niet het ware verzamelaars- en snuffelaarsbloed in zich hebben, zullen niet een, twee. drie van ons willen aannemen, dat stof voor puzzles overal te vinden, is. Overal waar met cijfers en letters, met getallen, en woorden wordt gegoocheld. Wij zitten dan ook altijd in tijdschriften te snuffelen en vinden altijd wel iets, dat zich in de vorm van een puzzle laat gieten. Zo hebben wij ons onlangs verdiept in het „American Journal of Modern Ar chaeology" en wij vonden daarin een zeer interessant verhaal over de opgraving van een woning van vóór onze jaartelling. Vooral wat werd medegedeeld over de tegelvloeren had onze bij zondere interesse. Er waren daar gevonden negen tegeltableau*, die al le vierkant waren en be stonden uit een, voor alle tableaux verschillend aan tal tegels. Het grootste ta bleau bestond uit 324 tegels want ei waren er 18 in de lengte en 18 in de breedte. Verder waren er tableaux van 225. 196, ICO, 81, 64, 49 en 16 tegels en. tenslotte nog één losse iegeL De zijden van de negen tableaux waren dus 18, 15, 14, 10. 9, 8, 7, 4 en 1 tegel lang. Uit inscripties was verder af te leiden, dat deze negen tegelta- bleaux tezamen de vloer hadden gevormd van een rechthoekige ka mer. In de hierbij afgedrukte figuur geven wij een tekening van de ne gen tableaux En nu is het voor U een aardige puzzle te trachten deze negen tableaux zó samen te voegen dat een rechthoek ontstaat. Ziet U er kans toe? Oplossing: twintig splegelwoorden: 1. deel, leed, 2. eens, snee. 3. sol, los, 4 regel, leger, 5. stap, pats. 6. star. rats, 7. knip, pink, 8 door, rood, 9. stort, rots, 10. slop, pols, 11. droom, moord. 12. trof, fort, 13 egel, lege, 14. sim, mis, 15. knik, kink, 16. koop, pook 17. kruk, kurk, 18. maan. naam, 19. mijl, lijm, 20. nevel, leven. En dit is 't Verhaal van tante Mathilde, Van tante Mathilde uit 's Hertogenbosch, Die niet aan de Sint geloven wilde En altijd beweerde: ,JDie baarddie zit los! „Die tabberd, die mijter, liy heeft ze gehuurd! ,,'f Is zo maar een mannetje, hier uit de buurt." De hele familie verbleekte én trilde, t. Wanneer ze dat zei, onze tante Mathilde! „O. tante-tje, wees toch voorzichtig!" riep vader, „Als Pieter het hoort, wordt-ie vreselijk kwaad, i't Is kwart over achten, het uur komt ai nader ..Dcar toordt al geklopt, zo meteen is 't te laat! En werkelijk, nu ging het feest al beginnen. Tik-tik aan de v oor deur. Daar kwamen ze binnen; Sint Mcolaas, static en streng cn rechtop, En Pieter, die strooide met koekjes en drop De kinderen zongen en juichten en gilden. Sint Nicolaas Zachte en wenkte zijn knecht 't Ging allemaal goed, totdat tante Mathilde Ineens hard ging roepen: DIE BAARD ISNIET ECHT!' Zs deed een paar stappen naar voren Jihfaas, Ze trok aan de baard van Sint Nicolaas, Het urns- of het hele gezelschap- verkilde. Wat dom cn brutaal van die tante Mathilde.' Wat zou er nu komen? Wat ging er gebeuren? Sint Niklaas werd dodelijk bleek en sprak: „Het spijt me. Hoe zeer ik het ook moet betreuren, „Maar tante Mathilde moet mee in de zdk!" Je snapt, dat de kindertjes vreselijk schrokken, Ze kropen meteen acliter moeders rokken, En tante Mathilde? Ze beet en werd woest Ze schopte cn trapte. Maar 't hielp niet, ze moest. De volgende dag lag het schip aan de kade, Eèn prachtig nieuw schip, gemeerd aan de wal, Van allerlei werd in het rui?» geladen: Ook tante Mathildemet zak en al! De schimmel, doodmoe van het daken bestygen, Sfo?Td bonen aan 't dek nog amechtig tc hijgen. De Sint wuifde urolijk cn liep heen en weer. En schreeuwde: „Tot ziens, tot de volgende keer.' 't. Was ris j es en Pieterbaas blies in zijn wanten, Hij vroeg: „Sinterklaas, nu even nog dit: „Wat moeten we strakjes beginnen met tante? „Met tante Mathilde, bij ons in Madrid?" „Waf reg je?" zei Sint, hy werd bleek om de neus. Daar had hy nog niet aan gedacht, en heus ZU" verdere leven met tante M.athitde? Daarginds by hem thuis in Madrid? Hij rilde Toen zei hij: ..Laat tante Mathilde maar lopen, „Zij is nu voldoende gestraft. Laat 'r los!" Ze maakten die zak-voUtante open En zij kon teruggaan, naar 'sHertogenbosch. De hele familie stand op hacr te wachten, Zc haalden haar binnenze huilden en lachte» En weet je wat tante meteen heeft gezegd?: „Tóch weet ik het zeker: DIE BAARD IS NIET .ECHT. We zullen 't er verder nou maar bij laten Mét tante.Mathilde valt NIET te praten! ANNIE M. G. SCHMIDT SANTIAGO DE CHILE. De 103-jarige Juan Guzam is er van beschuldigd een 28-jarige man in een gevecht knock out geslagen en zwaaj- gewond, te hebben. De politie was stomverbaasd uit de papieren van- Juan te moeten constateren, dat hij in November 1848 het levenslicht aanschouwde. (Advertentie 1. M.) SOMS blijkt een ogenschijnlijk gunstig zitsel averechts te wer ken, en soms is een ongunstige ver deling juist uiterst prettig, een en kele maal zelfs, hoe paradoxaal het ook moge klinken, de enige winst kans. Van het eerste is dit spel een sprekend voorbeeld: Noord 10 9 x x C-' h x x x X X VÏX West Oost 4» x x x 4 b x x x a b 10 8 <>ahvbxxx O 10 xx JL h A x x x x Zuid a h v x v x x O x A a b 10 9 x Beiden niet kwetsbaar. Z gever. Z opende met 1 KL, W bood 1 R., N paste en O bood enigszins lucht hartig 2 R., zulks om Z bet bieden wat moeilijker te maken. Z liet zich niet afhouden, en kwam met 2 Sch. op de proppen. W bood (met zijn vaste wegloop in R.) 2 SA., even eens om N-Z dwars te zitten. N, die zowel in Sch; Als in KL steun bad, gaf de derde Sch, O paste. Z, die niet precies wist. wat N zou hebben, aarzelde of hij moest door- bieden. maar hij besloot te passen. W bood nu 4 R. N en O pasten, maar nu bood Z 4 Sch. En daar Z eerst op 3 Sch. had gepast, hoopte W maar dat Z down zou gaan, zo dat hij niet met 5 R. redde (dit gaat slechts 2 down), Uitkomst R. h. O speelde de 10 bij (als signaal om H. te spelen be doeld) en "W volgde gehoorzaam met zijn hoogste H. (de 6 gelooi ik). Kleine H. in N. De 9 bij O. Z neemt met de v. Nu volgt troef aas en heer. Zou nu .de boer niet vallen, dan slaat Z de Sch. v. en trekt daarop KL a. Immers heeft Z dari' geen andere speelwijze. Bovendien is het niet erg, als O aan slag komt, daar het spel dan toch wordt ge wonnen, ter.."ijl. als W de KI, h, heeft, snijden toch niet lukt. Evenwel viel de Sch. b. Zonder lang nadenken, trok Z (die nu een rentrée in N zag opdoemen) kleine troef naar N. en speelde KI. v. na. En sneed. W nam. trok H. en O maakte H. 10 en H. a. (Speelt O na de H. 10 R. na', dan wint Z het spel nog. maar O maakte geen fout). Z maakte in dit spel tw.ee kardi nale fouten, althans in aanmerking nemend, dat deze Z een speler van reputatie was. In de eerste plaats had Z, ondanks het vallen van die Sch. b. even langer moeten naden ken. en niet op KI, h. snijden. Zit de h. "slecht, dan baat het niet, en zit de h. bij O, dan is het spel altijd gewonnen, daar altijd tijdig twee H.'s van N - weg kunnen op Z"s KL's. Het spelen van KI. a is dus een safety-play met het" oog op een mogelijke h. sec bij \Y. Het geen toevallig ook zo zat. Maar in de tweede slag had Z reeds een fout gemaakt Op Ws H. 6 moet hij. in-N de-h. leggen. Im mers. als hij de kaart goed leest, dan heeft W een doubleton H. Door H. h. te leggen, wordt O gedwee- gen H. te leggen. Als O H. na trekt, neemt Z, maar W heeft tiu geen H. meet; Als Z nu het geluk heeft, dat Sch. b. de tweede maai valt, dan snijdt hy KL, daar W nu ongevaarlijk Is. Maar als de Sch. b. derde zit. wint hij het spel, als W de KL h. heeft. Omdat W aan slag gekomen geen H. meer kan trekken. Zoals Z heeft gespeeld, wint hij het spel alleen als de KL h. goed zit (bü O). Als hij H, h. legt in. de tweede slag, dan wint hij het speL' als de KL h. bij W zit, maar ook als de Sch. b. tweede zit en de Kl.-h. bij O Ca fortiori als deze KI. h. bij W zit ook). Mr. E. C. GOUDSMIT DJAKARTA Het "Indonesische parlement heeft het wetsontwerp inzake de nationalisatie van de Ja- vasche Bank zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. (Adacrtentie I. MI) door EDWARD HOPE 12 De machinerie van de universiteit liep geolied. Met een kalme berus ting probeerden de professoren de wetenschap in de hersens van tegen stribbelende studenten te gieten. Etl even kalm. en even berustend, strib belden de studenten slechts tegen zolang hun toelage dat veroorloof de.... En in de studeerkamer van J. Thorval Jones Jr. in Anderson Hall Curly Flagg lag werkelijk bijna echt als een jongen languit op de sofa en keek de rook van haar si garet na. Het is allemaal net zo idioot als in een droom, dacht ze. Zó aangekleedDadelijk komt Clark Gablc hier nog binnen en biedt me tienduizend dollar ais ik zijn tegenspeelster word in zijn vol gende film. En'dan verandert hij in eens in een grote grijze kat en krabt me.... Alles idioterie. Ik kan me niet voorstellen dat er een nachtclub heeft bestaan of dat ïk ooit in Phila delphia ben geweest of pirouettes heb gemaakt in schijn werper licht. Tk heb maar één film gezien. Dat met die benen onder de tafel van daan en al die schreeuwende men sen hoort daar natuurlijk ook in. Dadelijk word ik nog wakker in SLonebridge en dan zegt Pa, dat ik op moet schieten met rekeningen schryven. En dan komt Stanley me halen voor de bios Die studentenDie Jones is bazig; koud als een visPaul Lawtonhmmm. Aardig. Serieus en bezorgd. Aardige ogen. Grappige neus.... En die lange, Janeway. Dat is een knappe jongen! En die twee andere ventjes zijn bang, dat ze worden gepakt. En bang voor meisjes..,. Die Broughten krijgt vandaag of morgen een klap in zijn gezicht.... die wordt brutaal, als hij de kans krijgt.... Laat hij het maar eens proberen Iemand klopte. „Binnen", riep ze, zoals Paul had voorgeschreven- Het was Buzz Jo nes en hij' zag er uit of hij haast had. «Morgen", ad bü. „Morgen", zei Curly. „Ik kreeg net een telegram. Van mijn vader Hij wil dat ik direct naar New York kom om te praten. Over jou. Hoe zou je het vinden om voor de film te spelen?" „Film?" zei ze vaag. «Ja. Film. Plaatjes 00 een doek. Praten, zingen, dansen". „Bedoel je dat jij iemand kent die „O ja. dat vergat ik nog te vertel len. Mijn vader is president van de Supersound". Curly's mond zakte open. Het was alsof hy achteloos gezegd had dat hij een prins was en dat hij haar ten huwelijk vroeg. „Ik heb mijn vader gisteren in een telegram om een baan voor jou gevraagd". Buzz trok een bruine koffer onder de sofa vandaan. Hij gooide hem open op de grond. „En ik kreeg net antwoord. Hij zegt dat ik vanmiddag even moet komen opi over jou tc praten". Hij liep de slaapkamer binnen en zij hoorde hem met laden kleppe ren. Meteen was hy weer terug, zijn armen vol overhemden, sokken' en dassen. Hij gooide alles tegelijk in de koffer, „Denk je dat hy me wel eens een baan zou kunnen geven?" vroeg Cur ly schier ademloos. „Als ik hem daartoe kan overhalen, jaLaaf, eens kijken: sokken, overhemden., ah ja: zakdoeken.." Hij verdween weer. „Ongelooflijk!" zei Curly, toen hij weer terug kwam. „Ik heb haast", zei Buzz, „ik heb om elf uur nog een college en de trein gaat om 12.18. Kan ik zeggen dat jij alles van zingen en tapdan sen weet?" „Zeg maar wat!" „Goed. Ik zal je laten weten hóe het afloopt," Hij bracht een smoking binnen en legde die voorzichtig bovenin in de koffer. „Zeg tegen Paul, dat ik zo gauw mogelijk te rug kom. Wees in vredesnaam voorzichtig met wat je doet." Hi] ging op het deksel van de koffer zitten en knipte de sloten dicht. „Laat je me wat weten?" vroeg Curly. „Je hoort natuurlijk wat van me. Hou je goéd!" Op de verslaggever!} - van een, avondblad in Philadelphia tikte een kaal heer vlijtig op dé" toetsen van oen oude 1 schrijfmachine:_ ,,Na 38 uur lang - onafgebróken haar Cürly (Emma) Flagg gezocht te hebjjen, zei de-politie vanavond, dat rij m>g steeds in het duister tast over haar verblijfplaats, Zoals meh. weet Wordt Curly Flagg gezocht om als kroongetuige te worden gehoord In de zaak van de koelbloedige moord op Italó (.Gummy*) Tutti, die deze week in een bekende nachtclub werd neergeschoten,..." En in Princeton, in de collegezaal no. 10 van de McCosh Hall.... Professor Charles Beauregard Ol- ney. die moderne geschiedenis, do ceerde. gaf zijn beste college. Het ging over de evolutie van het Sov jet-regime in Rusland. Professor Olrey had het een beetje uitge breid tot twee artikelen voor vierhonderd vijftig dollar verkocht aan een deftig, doch vervelend tijd schrift. Hij had dezelfde stof haast woordelijk verwerkt in lezingen voor vromvenclubs. voor politieke clubs, aan lunches. Voor honderd dollar per keer. Hij had het klaar gespeeld om het in vijftien minu ten ook nog eens voor de radio te zeggen En nu was hij nog van plan de stof een beetje uit te breiden tot een boek. De jeugdige toehoorders moesten eigenlijk luisteren, dacht hy. Een Paar luisterden ook. maar anderen hielden zich op geheel eigen wijze bezig. Negen lazen er tijdschriften en kranten; zes (naren) speelden tik-fak-tor; vier zaten er te slapen zo goed en zo kwaad als dat ging in de 'ongemakkelijke banken; drie tekenden poppetje in hun blocnotes; en anderen deden weer wat anders. Halverwegen het oplopende am phitheater zat Paul Lawton een moeilijke brief fe schrijven. Hii was daarin zo verdiept dat hij het to- neel-gegalm van de prof niet meer hoorde en zelfs vergat hij od te Iet, ten of Manlev, die achter hem zat, soms over zijn schouder, meelas wat hif schreef. Nu was er eigenlijk niet veel te lezen. Hij had vriiwel alleen op het achtereind van zifn vulpen zitten kluiven. Wat er tot nu toe on pa pier stond was dit: ..Beste Fran ces" hij had eerst „Frances, lie veling". neergeschreven maar dat leek hem In dit geval niet 7.0 ge schikt „Het SDlit me ere dat ii' en je moeder niet van di* revue hield én en ze jullie kwetste. Ik hatl er echt niet aan gedacht dat het wel eens niet helemaal eomme- il-Taut kon zijn. Iedereen lacht te genwoordig om zulk soort grapjes eh ik'had" niet gedacht, dat jij en je moeder er niet zo over dachten". (Wordt Yèrvolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1951 | | pagina 9