Geheim van de tegel-tableaux
Sint verloor zijn
Tante Mathilde gelooft
niet aan Sinterklaas
v.
f;
ARTHUR
RAMSOME
Jac. v. d. Ster
O
J
Kras baasje...
Voor onze bridgers
Twee kardinale
fouten
iEén meisje
en
veie mannen^
Zaterdag X December 1951
gOEN Schimmel naar
1de andere kant van
rJde straat sprong, ver-
vloer Sinterklaas «ijn
Km gouden vulpen. Er
ten»K»fasf slond st K_ in ee.
graveerd. De hoofd
redacteur, die de
mooié pen vond,'zag
die letters niet, Hy stopte de pen
in zijn zak, want hij had geen tijd
hem naar het politiebureau te
brengen. Toen hij zyn hoofdartikel
wou beginnen, dacht hij „Proberen,
of hij lekker schrijft", en hij nam
de gouden pen.
Maar toen gebeurde .er iets
vreemds. Hij had willen schrijven,
dat het zó 'n akelige tyd was en
dat al die feesten in December
zonde van het geld en de tijd. wa
ren. Maar toen hij de pen op papier
zette, kwam er te staan, dat de re
gering die dag alle mensen vrij
moest geven om cadeautjes en lek
kers tc kopen. En toen hij dat had
geschreven schroefde hij de pen
dicht en ging Sihterklaascadeautjcs
voor zijn vrouw en kinderen kopen-
Maar toen hij 's avonds het arti
kel nog eens las, vond hij het maar
een vreemd verhaal. „Het moet
aan die pen hebben gelegen,"dacht
hij. En hij ging achter zyn bureau
zitten cm een nieuw artikel te
schrijven. Toen kwam .zijn zoontje
binnen, en vroeg: „Vader, mag ik
JDUW vulpen om mijn Franse the
ma te maken?"
De hoofdredacteur gaf hem de
gouden pen en zei: „Die mag je
gebruiken, maar ik moet hem
terug' hebben vóór je mar bed
gaat."
Het zoontje ging naar: zijn ka
mertje en bewonderde de pen. Hij
verlangde al lang naar een vulpen
en dacht: „Ik zal hem maar hou
den," en begon toen aan zijn thema,
„Moeder eet een appel," was de
eerste zin. Hij wilde schrijven
„Maman mange une pomme," maar
toen hij klaar was stond er
„Maman mange du chocolat". „Wat
Êek," dacht hij, maar hij besloot
et maar te laten staan.
„Mijn broer heeft een pyp," was
de volgende zin; er kwam te staan
„Mon frère a un train électrique".
Dat was heel erg vreemd, want
zijn broer had helemaal geen elee-
trische trein, hü wou er alleen
graag een hebben.
„Het ligt aan de pen," dacht - de
jongen. Hij werd er een beetje op
gewonden van en. dat was misschien
de reden, dat hij die nacht verward
droomde.
Hij zag Zwarte Piet gebukt door
een straat lopen alsof hij iets
zocht. Hij keek in alle portieken
en voelde met zijn handen achter
de brievenbus. Toen liep hij het
{>ark in en scheen mét een. zak-
antarentje in het gras. Opeens was'
Zwarte Piet weg en stond de gou
den vulpen aan het voeteneind
van zijn bed. Hij zei: „Waarom
breng je me niet naar het politie
bureau? Zwarte Piet heeft me al
aangegeven," en hij prikte zo -venij
nig .naar-de jongen, dat die.wak
ker schrok.
schaatsen, die zyn vader hem had
beloofd. En dus wou hij „Een paar
echte Noren" boven een nieuwe
bladzijde zetten, maar de vulpen
schreef:
Ik kreeg cc» mooie gouden pen,
IUöar denk niet dat ik er blij
mee ben.
Myn scnoo'.toerk is mijn eigen zaak
Maar die pen die kladt maar raak.
Het lijkt, of ik er met de pet naar
TT SOOt.
Ik wil een andre pen, al'is deze erg
mooi.
De politie zoekt hem, waarvoor
weet ik «iet.
Maar hij is aangegeven door
Zwarte Piet-C'ab
Hij zit waarschijnlijk lelijk in de
klem.
Maar ïk verstop hem, anders vindt
men hem
En toen kwam er niets meer.
R werd op de deur
geklopt. en daar
kwam Sint Nicolaas
binnen, en achter hem
stapte Piet Meneer
bood Sinterklaas zijn
stoel aan.
„En, zijn ze zoet
geweest?" vroeg Sint,
„Zeker Sinterklaas", zei meneer,
en de kinderenademden een beetje
verlicht.
„Waar zijn- ze nu aan bezig?",
vroeg Sinterklaas.
„Aan een opstel. Sinterklaas".
„Zo, zozei Sinterklaas. «Ik
zou er wel eens een willen lezen".
Hij keek de klas rond, en hij vrees
naar de jongen.
„Lees mij Jouw opstel eens voor",
zei hy vriendelijk.
„Het is eigenlijk geen opstel", zei
de jongen zacht.
tegen de jongen: „Mag ik die pen
eens zien?"
De jongen gaf hem de. gouden
vulpen.
„Hoe kom jij daaraan?", vroeg
Sinterklaas.
„Van mijn vader gekregen", zei
de jongen kleintjes.
„Om te houden?"
„Nee, Sinterklaas".
„Kijk eens", zei de Sint en wees
op de lettertjes „StH." „Heb je
„Dat hindert niet", zei Sinterklaas, die gezien?"
En toen las de jongen het vers, „Nee Sinterklaas,anders had ik
dat Sints vulpen had gemaakt. geweten, dat het uw vulpen was",
„Sinterklaas", schreeuwde Piet, zei de jongen.
„hij heeftSinterklaas knikte vriendelijk.
„Stil Piet", zei Sinterklaas. En „Dan is het goed", zei hij. „Je vader
E,.:-volgende morgen
herinnerde de jóngen
zich zijn droom en
k-hij-r dacht, dat de pen
f zeker iets ergs had
gedaan, dat hij naar
het politiebureau
moest worden ge
bracht. „Wees maar
niet bang," zei hij tegen de pen,
„ik zal wel zorgen, dat ze je niet
te pakken krijgen." En hij nam de
pen mee naar school en maakte er
zyn sommen mee.
Sommen over wandelaars, die
elkaar tegemoet lopen; en over
jongens, die knikkers moeten ver
delen. De vulpen maakte van de
wandelaars Sinterklazen, van de
jongens Zwarte Pieten en van de
knikkers pepernoten. En toen de
jongen zijn Franse themaschrift
terug kreeg schrok hij: meneer had
er onder geschreven „Allemaal cr-
zin!" en.... een grote nul.
's Middags, zei meneer: „Sinter
klaas komt vanmiddag misschien
op bezoek. Gaan jullie maar een,
opstel maken," en hij deelde de.
schriften uit.
De jongen dacht er over een op
stel t; maken over de Noorse
DE volgende, morgen ging de hele
bemanning van „De Zwaluw"
zwemmen voor het ontbijt. De lan
dingsplaats met zy'n kleine strand
was er een goed plekje voor. Er was
daar zand ert ofschoon er ook ste
nen lagen, waren ze er niet zo
scherp als op andere plaatsen. Ook
werd het water er niet plotseling
diep 'en nadat Suze een heel eind
het water .was in gelopen,, zei zij, dat
Kutger ook mocht zwemmen.
Rutger. die op het strand had
staan wachten, rende plassend en
steigerend het water in.
„Je moet niet alleen piassen, maar
ook zwemmen", zei Suze.
„Jawel stuurman", zei Rutger.
Hij hurkte in het water, zodat alleen
zijn hoofd er bovenuit stak. JDat
voelde in ieder geval bijna net aan
als zwemmen. Jan en Suze hielden
een wedstrijd, eerst de ene kant uit
en toen de andere. Tittie speelde in
haar eentje voor aalscholver.
Zij kon hier nog niet over praten
tegen Jan en Suze, totdat zij er
zeker van was, dat ze er succes
mee had. Daarom zei ze niets, Maar
zij had gezien dat er een massa
vorens zaten in het ondiepe water
dicht bij. do kust. Misschien zouden
er verderop grotere vissen zitten,
zoals die, welke de aalscholvers
gisteren hadden gevangen, Tittie had
ze zorgvuldig gadegeslagen. Zij
zwommen rustig voort en doken
dan plotseling onder water, waarbij
ze hun ruggen bogen en hun vleu
gels stevig tegen zich aandrukten.
Ze gingen voorover onder water. Zij
probeerde het. maar zij ontdekte dat
zij. als ze haar arrr.en niet gebruik
te. helemaal niet onder water kwam.
Zelfs als ze haar armen gebruikte,
kon ze niet ondergaan zonder een.
lang gespartel aan de oppervlakte.
„Waarom zwaai je met je benen
in de lucht, Tittie?" vroeg Ruteer
na eèn van deze duikpogingen. Het
was maar al te waar. Tittie wist
zelf dat zij, lang nadat ze haar hoofd
onder water had gestoken en naar
beneden zwora. nog met haar benen"
boven water "trapte.
Zij ging verder het water in om
dichter bij de vissen te zijn en ver
der van Rutger vandaan. Tenslotte
ontdekte zij het kunstje om haar
handen zo' te draaien, dat haar arm
slagen haar omlaag, trokken. Zij ont
dekte ook, da£ zij gemakkelijk haar
ogen. kon opendóen' onder water,
maar dat het net was alsof je in
een groene mist was. Vissen kon je
er niet in zien. Met grote inspanning
schoot ze naar de bodem. Nog altijd
waren er geen vissen. Ze kwam.
proestend boven en. dook toen weer.
Ket had geen zin. Zij raapte een
steen op van de bodem om zeker
te weten dat ze daar werkelijk ge
weest was en kwam toen haastig
weer boven, sputterend en bulten
adem. Er viel niet aan te twijfelen,
dat de vissen haar zagen aankomen
en dat re vlugger konden zwemmen
dan zij Er zat niets anders op dan
hengels te gebruiken. Zij zwom naar
het strand met de steen in. haar
hand.
„Wat heb je daar?", vroeg Rutger.
„Een steen", zei Tittie. .Die Jóeb
ik opgeraaut van de bodem".
heeft het zeker ook niet gezien. Ik
ben blij, dat ik mijn pen terug heb.
Zonder hem kan ik geen versjes
maken",
Toen lachte de hele klas. Piet deed
een greep ik de zak, en haalde een
mooie rede vulpen te voorschijn.
„Kijk", zei Sinterklaas, „daar kan
je beter mee werken dan met de
miine. Die weet alleen maar van
suikergoed en marsepein en die van
jou. die kent tenminste Frans"..
„We zullen die nul voor de thema
maar vergeten", zei meneer.
En de hoofdredacteur was zeker
de hele pen vergeten. In elk geval
heeft hij er zijn zoon nooit meer
naar gevraagd.
Uit het Engels vertaald
door
„"Wat voor een steef»?"
,Jk denk een parell Laten we pa
relduikers zijn".
De aalscholvers waren vergeten
en. in een ogenblik-waren "de" ma-
troos en de scheepsjongen veranderd
In parelduikers.
„Laat Rutger niet te ver gaan",
nep de stuurman. „Ik - ganaar het
vuur kijken".
Ook Jan was uit het water ge
gaan en roeide koert daarop de pa
relduikers voorby '°P weg om melk
te gaan halen.
„Wat doen jullie?", riep hij hen
toe.
„Parelduiken".
„Blijf er niet te lang in. Wie niet
droog en aangekleed is als ik te
rugkom. met de melk. krijgt geen
ontbijt".
„Jawel, kapitein", zei Tittie.
Rutger probeerde ook te zeggen:
„Jawel kapitein", met zijn mond
onder water. Het lukte hem niet.
Ook kon hij onder water niet ge
makkelijk zijn ogen open doen en
rondplassen. In twee of drie voet
water raapte hii zijn parels op door
er naar te voelen. Matroos Tittie
zwom langs de bodem met haar
ogen open en zocht naar de witste
stenen. Ze waren een beetje groot
voor parels, maar niemand vindt
het erg ais parels groot zijn en al
spoedig hadden de parelduikers een
hele stapel natte en glinsterende
juwelen aan de kant. Het ergste was
dat de stenen, zodra 2e droog wa
ren en ze droogden vlug in. de
zon niet meer glinsterden en dat
je ze dus niet meer voor parels
kon laten doorgaan.
(Wordt vervolgd)
Er wordt ons wel eens
de vraag gesteld, waar wij
altijd weer onze puzzles
vandaan halen, hoe wij tel
kens weer nieuwe proble
men hebben om do vele
puzzelaars voor te loggen
Het antwoord op deze vraag
is niet 20 eenvoudig tc ge
ven. Want zij, die niet het
ware verzamelaars- en
snuffelaarsbloed in zich
hebben, zullen niet een,
twee. drie van ons willen
aannemen, dat stof voor
puzzles overal te vinden, is.
Overal waar met cijfers en
letters, met getallen, en
woorden wordt gegoocheld.
Wij zitten dan ook altijd
in tijdschriften te snuffelen
en vinden altijd wel iets,
dat zich in de vorm van
een puzzle laat gieten. Zo
hebben wij ons onlangs
verdiept in het „American
Journal of Modern Ar
chaeology" en wij vonden
daarin een zeer interessant
verhaal over de opgraving
van een woning van vóór
onze jaartelling. Vooral wat
werd medegedeeld over de
tegelvloeren had onze bij
zondere interesse.
Er waren daar gevonden
negen tegeltableau*, die al
le vierkant waren en be
stonden uit een, voor alle
tableaux verschillend aan
tal tegels. Het grootste ta
bleau bestond uit 324 tegels
want ei waren er 18 in de
lengte en 18 in de breedte.
Verder waren er tableaux van 225.
196, ICO, 81, 64, 49 en 16 tegels en.
tenslotte nog één losse iegeL De
zijden van de negen tableaux waren
dus 18, 15, 14, 10. 9, 8, 7, 4 en 1 tegel
lang. Uit inscripties was verder af
te leiden, dat deze negen tegelta-
bleaux tezamen de vloer hadden
gevormd van een rechthoekige ka
mer.
In de hierbij afgedrukte figuur
geven wij een tekening van de ne
gen tableaux En nu is het voor U
een aardige puzzle te trachten deze
negen tableaux zó samen te voegen
dat een rechthoek ontstaat. Ziet U
er kans toe?
Oplossing: twintig splegelwoorden:
1. deel, leed, 2. eens, snee. 3. sol,
los, 4 regel, leger, 5. stap, pats. 6.
star. rats, 7. knip, pink, 8 door,
rood, 9. stort, rots, 10. slop, pols,
11. droom, moord. 12. trof, fort, 13
egel, lege, 14. sim, mis, 15. knik,
kink, 16. koop, pook 17. kruk, kurk,
18. maan. naam, 19. mijl, lijm, 20.
nevel, leven.
En dit is 't Verhaal van tante Mathilde,
Van tante Mathilde uit 's Hertogenbosch,
Die niet aan de Sint geloven wilde
En altijd beweerde: ,JDie baarddie zit los!
„Die tabberd, die mijter, liy heeft ze gehuurd!
,,'f Is zo maar een mannetje, hier uit de buurt."
De hele familie verbleekte én trilde, t.
Wanneer ze dat zei, onze tante Mathilde!
„O. tante-tje, wees toch voorzichtig!" riep vader,
„Als Pieter het hoort, wordt-ie vreselijk kwaad,
i't Is kwart over achten, het uur komt ai nader
..Dcar toordt al geklopt, zo meteen is 't te laat!
En werkelijk, nu ging het feest al beginnen.
Tik-tik aan de v oor deur. Daar kwamen ze binnen;
Sint Mcolaas, static en streng cn rechtop,
En Pieter, die strooide met koekjes en drop
De kinderen zongen en juichten en gilden.
Sint Nicolaas Zachte en wenkte zijn knecht
't Ging allemaal goed, totdat tante Mathilde
Ineens hard ging roepen: DIE BAARD ISNIET ECHT!'
Zs deed een paar stappen naar voren Jihfaas,
Ze trok aan de baard van Sint Nicolaas,
Het urns- of het hele gezelschap- verkilde.
Wat dom cn brutaal van die tante Mathilde.'
Wat zou er nu komen? Wat ging er gebeuren?
Sint Niklaas werd dodelijk bleek en sprak:
„Het spijt me. Hoe zeer ik het ook moet betreuren,
„Maar tante Mathilde moet mee in de zdk!"
Je snapt, dat de kindertjes vreselijk schrokken,
Ze kropen meteen acliter moeders rokken,
En tante Mathilde? Ze beet en werd woest
Ze schopte cn trapte. Maar 't hielp niet, ze moest.
De volgende dag lag het schip aan de kade,
Eèn prachtig nieuw schip, gemeerd aan de wal,
Van allerlei werd in het rui?» geladen:
Ook tante Mathildemet zak en al!
De schimmel, doodmoe van het daken bestygen,
Sfo?Td bonen aan 't dek nog amechtig tc hijgen.
De Sint wuifde urolijk cn liep heen en weer.
En schreeuwde: „Tot ziens, tot de volgende keer.'
't. Was ris j es en Pieterbaas blies in zijn wanten,
Hij vroeg: „Sinterklaas, nu even nog dit:
„Wat moeten we strakjes beginnen met tante?
„Met tante Mathilde, bij ons in Madrid?"
„Waf reg je?" zei Sint, hy werd bleek om de neus.
Daar had hy nog niet aan gedacht, en heus
ZU" verdere leven met tante M.athitde?
Daarginds by hem thuis in Madrid? Hij rilde
Toen zei hij: ..Laat tante Mathilde maar lopen,
„Zij is nu voldoende gestraft. Laat 'r los!"
Ze maakten die zak-voUtante open
En zij kon teruggaan, naar 'sHertogenbosch.
De hele familie stand op hacr te wachten,
Zc haalden haar binnenze huilden en lachte»
En weet je wat tante meteen heeft gezegd?:
„Tóch weet ik het zeker: DIE BAARD IS NIET .ECHT.
We zullen 't er verder nou maar bij laten
Mét tante.Mathilde valt NIET te praten!
ANNIE M. G. SCHMIDT
SANTIAGO DE CHILE. De
103-jarige Juan Guzam is er van
beschuldigd een 28-jarige man in
een gevecht knock out geslagen en
zwaaj- gewond, te hebben.
De politie was stomverbaasd uit
de papieren van- Juan te moeten
constateren, dat hij in November
1848 het levenslicht aanschouwde.
(Advertentie 1. M.)
SOMS blijkt een ogenschijnlijk
gunstig zitsel averechts te wer
ken, en soms is een ongunstige ver
deling juist uiterst prettig, een en
kele maal zelfs, hoe paradoxaal het
ook moge klinken, de enige winst
kans.
Van het eerste is dit spel een
sprekend voorbeeld:
Noord
10 9 x x
C-' h x x x
X X
VÏX
West Oost
4» x x x 4 b x
x x a b 10 8
<>ahvbxxx O 10 xx
JL h A x x x x
Zuid
a h v x
v x x
O x
A a b 10 9 x
Beiden niet kwetsbaar. Z gever.
Z opende met 1 KL, W bood 1 R.,
N paste en O bood enigszins lucht
hartig 2 R., zulks om Z bet bieden
wat moeilijker te maken. Z liet zich
niet afhouden, en kwam met 2 Sch.
op de proppen. W bood (met zijn
vaste wegloop in R.) 2 SA., even
eens om N-Z dwars te zitten. N,
die zowel in Sch; Als in KL steun
bad, gaf de derde Sch, O paste. Z,
die niet precies wist. wat N zou
hebben, aarzelde of hij moest door-
bieden. maar hij besloot te passen.
W bood nu 4 R. N en O pasten,
maar nu bood Z 4 Sch. En daar Z
eerst op 3 Sch. had gepast, hoopte
W maar dat Z down zou gaan, zo
dat hij niet met 5 R. redde (dit
gaat slechts 2 down),
Uitkomst R. h. O speelde de 10 bij
(als signaal om H. te spelen be
doeld) en "W volgde gehoorzaam met
zijn hoogste H. (de 6 gelooi ik).
Kleine H. in N. De 9 bij O. Z neemt
met de v. Nu volgt troef aas en
heer. Zou nu .de boer niet vallen,
dan slaat Z de Sch. v. en trekt
daarop KL a. Immers heeft Z dari'
geen andere speelwijze. Bovendien
is het niet erg, als O aan slag komt,
daar het spel dan toch wordt ge
wonnen, ter.."ijl. als W de KI, h,
heeft, snijden toch niet lukt.
Evenwel viel de Sch. b. Zonder
lang nadenken, trok Z (die nu een
rentrée in N zag opdoemen) kleine
troef naar N. en speelde KI. v. na.
En sneed. W nam. trok H. en O
maakte H. 10 en H. a. (Speelt O
na de H. 10 R. na', dan wint Z het
spel nog. maar O maakte geen
fout).
Z maakte in dit spel tw.ee kardi
nale fouten, althans in aanmerking
nemend, dat deze Z een speler van
reputatie was. In de eerste plaats
had Z, ondanks het vallen van die
Sch. b. even langer moeten naden
ken. en niet op KI, h. snijden. Zit
de h. "slecht, dan baat het niet, en
zit de h. bij O, dan is het spel altijd
gewonnen, daar altijd tijdig twee
H.'s van N - weg kunnen op Z"s
KL's. Het spelen van KI. a is dus
een safety-play met het" oog op
een mogelijke h. sec bij \Y. Het
geen toevallig ook zo zat.
Maar in de tweede slag had Z
reeds een fout gemaakt Op Ws H.
6 moet hij. in-N de-h. leggen. Im
mers. als hij de kaart goed leest,
dan heeft W een doubleton H. Door
H. h. te leggen, wordt O gedwee-
gen H. te leggen. Als O H. na
trekt, neemt Z, maar W heeft tiu
geen H. meet; Als Z nu het geluk
heeft, dat Sch. b. de tweede maai
valt, dan snijdt hy KL, daar W nu
ongevaarlijk Is. Maar als de Sch.
b. derde zit. wint hij het spel, als
W de KL h. heeft. Omdat W aan
slag gekomen geen H. meer kan
trekken. Zoals Z heeft gespeeld,
wint hij het spel alleen als de KL
h. goed zit (bü O). Als hij H, h.
legt in. de tweede slag, dan wint
hij het speL' als de KL h. bij W
zit, maar ook als de Sch. b. tweede
zit en de Kl.-h. bij O Ca fortiori
als deze KI. h. bij W zit ook).
Mr. E. C. GOUDSMIT
DJAKARTA Het "Indonesische
parlement heeft het wetsontwerp
inzake de nationalisatie van de Ja-
vasche Bank zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
(Adacrtentie I. MI)
door EDWARD HOPE
12
De machinerie van de universiteit
liep geolied. Met een kalme berus
ting probeerden de professoren de
wetenschap in de hersens van tegen
stribbelende studenten te gieten. Etl
even kalm. en even berustend, strib
belden de studenten slechts tegen
zolang hun toelage dat veroorloof
de.... En in de studeerkamer van
J. Thorval Jones Jr. in Anderson
Hall
Curly Flagg lag werkelijk bijna
echt als een jongen languit op de
sofa en keek de rook van haar si
garet na. Het is allemaal net zo
idioot als in een droom, dacht ze.
Zó aangekleedDadelijk komt
Clark Gablc hier nog binnen en
biedt me tienduizend dollar ais ik
zijn tegenspeelster word in zijn vol
gende film. En'dan verandert hij in
eens in een grote grijze kat en
krabt me....
Alles idioterie. Ik kan me niet
voorstellen dat er een nachtclub
heeft bestaan of dat ïk ooit in Phila
delphia ben geweest of pirouettes
heb gemaakt in schijn werper licht.
Tk heb maar één film gezien. Dat
met die benen onder de tafel van
daan en al die schreeuwende men
sen hoort daar natuurlijk ook in.
Dadelijk word ik nog wakker in
SLonebridge en dan zegt Pa, dat
ik op moet schieten met rekeningen
schryven. En dan komt Stanley me
halen voor de bios
Die studentenDie Jones is
bazig; koud als een visPaul
Lawtonhmmm. Aardig. Serieus
en bezorgd. Aardige ogen. Grappige
neus.... En die lange, Janeway.
Dat is een knappe jongen! En die
twee andere ventjes zijn bang, dat
ze worden gepakt. En bang voor
meisjes..,. Die Broughten krijgt
vandaag of morgen een klap in zijn
gezicht.... die wordt brutaal, als
hij de kans krijgt.... Laat hij het
maar eens proberen
Iemand klopte.
„Binnen", riep ze, zoals Paul had
voorgeschreven- Het was Buzz Jo
nes en hij' zag er uit of hij haast
had.
«Morgen", ad bü.
„Morgen", zei Curly.
„Ik kreeg net een telegram. Van
mijn vader Hij wil dat ik direct
naar New York kom om te praten.
Over jou. Hoe zou je het vinden om
voor de film te spelen?"
„Film?" zei ze vaag.
«Ja. Film. Plaatjes 00 een doek.
Praten, zingen, dansen".
„Bedoel je dat jij iemand kent
die
„O ja. dat vergat ik nog te vertel
len. Mijn vader is president van de
Supersound".
Curly's mond zakte open. Het
was alsof hy achteloos gezegd had
dat hij een prins was en dat hij haar
ten huwelijk vroeg.
„Ik heb mijn vader gisteren in
een telegram om een baan voor jou
gevraagd". Buzz trok een bruine
koffer onder de sofa vandaan. Hij
gooide hem open op de grond. „En
ik kreeg net antwoord. Hij zegt dat
ik vanmiddag even moet komen opi
over jou tc praten".
Hij liep de slaapkamer binnen en
zij hoorde hem met laden kleppe
ren. Meteen was hy weer terug, zijn
armen vol overhemden, sokken' en
dassen. Hij gooide alles tegelijk in
de koffer,
„Denk je dat hy me wel eens een
baan zou kunnen geven?" vroeg Cur
ly schier ademloos.
„Als ik hem daartoe kan overhalen,
jaLaaf, eens kijken: sokken,
overhemden., ah ja: zakdoeken.."
Hij verdween weer.
„Ongelooflijk!" zei Curly, toen hij
weer terug kwam.
„Ik heb haast", zei Buzz, „ik heb
om elf uur nog een college en de
trein gaat om 12.18. Kan ik zeggen
dat jij alles van zingen en tapdan
sen weet?"
„Zeg maar wat!"
„Goed. Ik zal je laten weten hóe
het afloopt," Hij bracht een smoking
binnen en legde die voorzichtig
bovenin in de koffer. „Zeg tegen
Paul, dat ik zo gauw mogelijk te
rug kom. Wees in vredesnaam
voorzichtig met wat je doet." Hi]
ging op het deksel van de koffer
zitten en knipte de sloten dicht.
„Laat je me wat weten?" vroeg
Curly.
„Je hoort natuurlijk wat van me.
Hou je goéd!"
Op de verslaggever!} - van een,
avondblad in Philadelphia tikte een
kaal heer vlijtig op dé" toetsen van
oen oude 1 schrijfmachine:_ ,,Na 38
uur lang - onafgebróken haar Cürly
(Emma) Flagg gezocht te hebjjen,
zei de-politie vanavond, dat rij m>g
steeds in het duister tast over haar
verblijfplaats, Zoals meh. weet
Wordt Curly Flagg gezocht om als
kroongetuige te worden gehoord In
de zaak van de koelbloedige moord
op Italó (.Gummy*) Tutti, die deze
week in een bekende nachtclub
werd neergeschoten,..."
En in Princeton, in de collegezaal
no. 10 van de McCosh Hall....
Professor Charles Beauregard Ol-
ney. die moderne geschiedenis, do
ceerde. gaf zijn beste college. Het
ging over de evolutie van het Sov
jet-regime in Rusland. Professor
Olrey had het een beetje uitge
breid tot twee artikelen voor
vierhonderd vijftig dollar verkocht
aan een deftig, doch vervelend tijd
schrift. Hij had dezelfde stof haast
woordelijk verwerkt in lezingen
voor vromvenclubs. voor politieke
clubs, aan lunches. Voor honderd
dollar per keer. Hij had het klaar
gespeeld om het in vijftien minu
ten ook nog eens voor de radio te
zeggen En nu was hij nog van plan
de stof een beetje uit te breiden tot
een boek.
De jeugdige toehoorders moesten
eigenlijk luisteren, dacht hy. Een
Paar luisterden ook. maar anderen
hielden zich op geheel eigen wijze
bezig. Negen lazen er tijdschriften
en kranten; zes (naren) speelden
tik-fak-tor; vier zaten er te slapen
zo goed en zo kwaad als dat ging
in de 'ongemakkelijke banken; drie
tekenden poppetje in hun blocnotes;
en anderen deden weer wat anders.
Halverwegen het oplopende am
phitheater zat Paul Lawton een
moeilijke brief fe schrijven. Hii was
daarin zo verdiept dat hij het to-
neel-gegalm van de prof niet meer
hoorde en zelfs vergat hij od te Iet,
ten of Manlev, die achter hem zat,
soms over zijn schouder, meelas wat
hif schreef.
Nu was er eigenlijk niet veel te
lezen. Hij had vriiwel alleen op het
achtereind van zifn vulpen zitten
kluiven. Wat er tot nu toe on pa
pier stond was dit: ..Beste Fran
ces" hij had eerst „Frances, lie
veling". neergeschreven maar dat
leek hem In dit geval niet 7.0 ge
schikt „Het SDlit me ere dat ii'
en je moeder niet van di* revue
hield én en ze jullie kwetste.
Ik hatl er echt niet aan gedacht dat
het wel eens niet helemaal eomme-
il-Taut kon zijn. Iedereen lacht te
genwoordig om zulk soort grapjes
eh ik'had" niet gedacht, dat jij en je
moeder er niet zo over dachten".
(Wordt Yèrvolgd)