WMBmmmm
K
Waarom de ekster
{witte én. zwarte
veren
Schaap Veronica naar
de bioscoop
een
kruiswoordraadsel
o
1 É'wt
m
wC
'm
m
1
en andere jonge klantje
r"
Puzzelaars zijn
er nog altijd
verzot op
r
Voor onze dammers
Strijd om de
v.-
ARTHUR
RAMSOME
Jac. v. d. Ster
JULP
1Ëf w w s
m ml'
3
1
Geen armoede
na 10 uur
MMIOPIIS©
kiöït vïJim SS j?o eBVng: gïHl adCT
[Eén meisje
en
vele mannen!
-Kabouters zijn zo eerlijk als
goud, - moet je weten. Je kunt hun
best een volle portemonnaie met
centen en dubbeltjes, of een zak
met ongetelde toffees geven. en ze
zullen er niets uitnemen: Maar nu
leek 'h.et wei, of er in Lutjeputje
de koning daar hebt liggen," zei
Scherpoog.
En zei de ekster: „Kom maar; ge
rust binnen, want ik ben- een eer
lijke vogel?" Het mócht/wat.'
Neen, hy pikte met zijn' kromme,
narde snavel: naar Scherpoog, en
een dief?:Was, die-stilletjes, hier en hij sloeg-met zijn zwarte vleugels,
daar'de boel wegnam, en niemand Scherpoog had toen natuurlijk .met
kon hem vinden.. een in de gaten, dat het daarbin-
Het was begonnen bij hot huisje nen niet pluis was. En daarom
van Witbaard. Die was jarig ge- drong hij-het nest in. cnvond
wcest; en hij had een grote visite daar de lepeltjes, het lantarentje,
g bad. Allemaal kabouters, dat en óók de kroon van de koning!
snap je. en die hadden er beuke-
nootjesthee gedronken uit kopjes,
die uit eikelnapjes warén gemaakt,
tui ze hadden er de suiker doorgc- Aw?pr Scherpoog de
roerd met kleine, zilveren'lepeltjes. i he
Toen de visile naar huls was gè- uL #1 i
gaan, had Witbaard de lepeltjes af-. nr „zei
gewassen, Witbaard hield nu een- de0 S ri i/vK „Et11*11
maal van schoon. En, omdat :-rijn
theedoek nog nat was van dc natto a01»
kopjes, bad hij de lepeltjes buiten i
7iin hnisip in de 7r>r> fe rirnrrn po. «U misschien wel tweeduizend
Sd. Zc.dutlerdeniS klï ,tS. ÏSrtïï0.^,.'? b0/t0
ren. Toen Witbaard later zijn lepel-
lip* ln het kist:p wildp nnhrrffon daD en dagen voor Vliegen
kwam hij tót de St&kkS*"® S®
raadcal r.nln»™ riOC^OOK HU.
Toen gebeurde er net zoiets met
Plakmaar. de brievenbesteller. Die
Wimpieslimpie legde de vinger
langs zy'n neus, en dacht.-: en'
dacht.Eindelijk zei hij: „Krom-,
bek heeft zo'n donkere kleur,: dat
je hem van verre door de zwarte
takken en liét diepe groen van.- de.
het bos inging, - en het; was-'Wat driijkj; dat r Krombok in de buurt
laat geworden. Die lantaren R'adhfj' Is, en' men kan" zijn glinsterende
overdag niet nodig, en daarom had dingen^veilig opbergen, vóór het
hij hem aan een haakbovenzijnte laat is. .En het is een grote
huisje: opgehangen, en hij hing-'schande ook: Daarom* veroordeel ik
daar veilig. Wie zou er nu ook diex Krombei tot de volgende straf: hij
lantaren van Plakmaar wegnemen? zal door de oppexhofscbilder, ka-
Maar1 op een goede dag was die bouter Verfkwast," met witte stre-1
toch. verdwenen.- Wie .-had -dat ge- v pen worden, geverfd. Dan. is hij al
daan? Plakmaar. dacht er. zo' diep héél Uit de verte zichtbaar." '„I
over na, dat hij mét zijn bestellin
gen hélemaal in de war kwam, en
de brieven n&êst de brïevenbusjes
- van de kabouters stopte inplaats
/van erin.
En zo gebeurde het.
„He. nee/' zei 't schaap Veronica, „ik toil niet garizèpöfden!"
„Wat dan?" riepen de dames Groen, ..tbie heeft er een. idee?
„Of zal het voor. vanavond eens een bióscoopje worden?"
„Gaat u -maar!" zei de dominee, „ik ga beslist niet mee!"
„Toe,,J zei het schaap Veronica, „toe, luister nou 's, luister!
„Er is éen-fibn van cowboys en dart komi er nog veel meer!"
En even later zaten sy gezellig in het duister;
„k Moet zeggen," sprak tie dominee,, ts aardig voor een keer
Er kwam. een schurk op 't witte doek, heel bleek en ongeschoren,
Higing uit mandelen met een juffrouw in den witte jurk.
De dominee stond haastig op en deed een stap naar voren;
„Juffrouw toch," riep hij angstig uit. „Pas op, dat, is een schurk!"
„Kom," zeiden toe» de datnes Groen,
Dat zal wel," riep de dominee,
„kom, 't is toch maar een
film
,maar -zo iets neem Ik nieti
"aÏs ik 'die man te pakken krijg zo dadelijk, ik uil 'mi''
„Oei!" huilde 't schaap Veronica„o, kyk toch sens, hy
Maar 't liep gelukkig heel goed af; deschurk werd opgegeten
door acht-en-tachtig zwarte beren, buiten m net woud.
„Hè, hè," zo sprak de dominee, „ik heb tn angst gezeten.
„Jk ook," zei 't schaap Veronica, „mijn voetjes zyn tjskom.
„Wel," zeiden to en de dames Groen,: „het_ licht gaat op.'t is u&"
op de hoek van 't straatje iwg een vsje, tot besluit?
"v ANNIE 'M. G. SCHMIDT
sens, hij schiet!"
5 Verfkwast kwam met' zijn schilder- l
ry/j kistTen: penselen aanlopen, en schil-
dórde?,de - vogel precies zo op, als de
Koning bevolen had. De kleine""" r- j D„«T£.rt flnnrrr
Maar. het zou nog erger worden.mannetjes waren nu gerust, en /de J.II 06 J^dilJS^ lyutdriL
O ja. nog veel, véél erger! Het was "ekster, durfde bij hen niets meer
een warme zomerdag, en Koning stelen. "Hètïhdd dus goed geholpen. hrrnrrf frrnnfcfo frrmn
Wimpieslimpie had in zijn paleis Maar, maai-..,. Jammer genoeg,. Hwl^v «/t/t-otc ifWritjs
hoofdpijn gekregen door de be- dat Krombek van zijn gebrek nog 7 x
nauwde lucht van de zware gordij- niet helemaél genezen is. Nu pro-,.-- t61* 1JÜGT6IGL
nen. die voor de vensters hingen, beert hij het bij de-mensen,
Hij was naax^h-uiten gegaan.»>na-""-^déai^-neemf,hij'- nog wel; eens:gllh-/.Ts::D.e. :g^ooast«rd*d^::;:tear-' wereld
.tuurUjk met-de kroon op-zijnhoofd! sierende dingen 'weg;: als hij ze hangt in.de:Paryse:Opera:-Hij weegt
'Hij had zich in hét/frisse gras neer- kan. krijgen, en bergt ze dan "In /eoOQ -küogram, -heeft 242 gioeilajn-
.'g:ëlégai .en"doordat'de bomen zulke zjjn nest. pjes. en is 'vier -meter hoog.
zachte muziek maakten, en de zon Kinderen, past maar op je lepel- £r ook een grote lamp, die het
hem in -.de ''ogen:- kietGldé,'washij in"'.'tjés:'ials ;Je-.'dev :zwHrt-witte{ - voge1 - - - -
slaap gevallen, vóór hij het wist. door de bomen ziet sluipen! Kroon-
En toen hij wakker werd.... was tjes zullen er bij jullie wel niet te
de kroon .gestolen! Wie had dat. .halen zjjn!
beeft, gekleurd linnen voor de lam
pen te hangen. Eén druk op een
knop, ën drie borden gaan vanzelf
wérken om de gevraagde kleur "aan"
te brengen.
Om nog iets van de Farijse Opera
te vertellen: er is een bibliotheek,
waarin de muziek van alle opera's,
die de laatste-275 jaar zijn opge
voerd, Is opgeborgen. Alle boeken
vanaf-1959 zijn er ook, evenals de
tekeningen van de gebruikte décors,.
.1. ;-' van c.ostuums enz. Ja, zelfs alle lijs-
.Wh foheel moet beUchten: Die heeft er ten van de mensen djB door de
nu een „cyclorama" by gekregen, eeuwen heen lid van de Opera zijn
Dat is de naam voor een enorme geweest en nag zijn, kan je er vin-
gedaan?: Aiïe{ kabouters-prakkiseer- C. WÏLKESHUIS. h^^SSi •SeD- Het he,a ï1*' nodUlfc
den erover. Ze werden er zwaar - rovercenomen uit „Avonturen talo^kuSj. x£Ujuttïïet^S baar ?ver iet muneüeven van
van mi het hoofd, en 'moesten al- Lutjeputje", illustraties.'van Plet Broos. 'SSSfiÏLS /SJSSïSiJFV? 9 tljdeQ weten ta komen-.'
-door ijsjes eten, om fris te worden. Uitgave ..De Thdatrcom", Lochem). nodig iedere keer, wanneer het to» 1
- Frifs f 3.50. - neel een andere belichting nodig JANINE.
;wv. i - 1
Nu honet Se wéten, dat Scherp--
-■'oog, de politie-agent van' ^Lutje-
putje, al een hele tijd ijverig naar
ïdie zilveren lepeltjes en dat zilye-
ren lantarentje' had gezocht, maar
'dat hip niets gevonden, had. En nji...
nog.de kroon van dekoning! Hy -
begon zich ervoor te schamen, dat
er zülke dingen; gebeurden, ter-.
wüi hij. toezicht hield. Hü vroeg «wam.een einde aan het parel- water om de aasvisjes in te doen.
aan de schildwacht, die bij het duiken, zodra de duikers kapitein Toen visten zij naar vorentjes in
paleis van Wimpieslimpie hadge- Jan over het veld van .de boerderij het ondiepe water, en vingen er een
staén of die ook iemand in de vandaan zagen „komen. Er was een heleboeL Toen maakten zij de'mast
tuin had gezien. hevig geplas en zij'renden naar het -van „De'Zwaluw" los'en lieten die
.iNièmana," zei de*schildwacht, strand,-droogden ziek- af en lang met de gaffel enbet zeilaan da
en hij -ging inde" houding staan, voordat kapitein Jan in „TDe Zwa- kant, zodat er meer plaats in de
.godat: het leek, of hij een stok had Iuw" kwam .aangeroeid, stond zijn boot was. Suze voegde zich bij hen
ingeslikt. - - -«.v -. rbemanmng, - droog en aangekleed, en maakte ook haar heugel klaar.
„Bedenk je eens goed," drong ham op het strand op te wachten. -Vervolgens roeiden zij regelrecht
Scherpoog aan.v ZHit;had'heel wat'te'dragenr twee va« het eiland naar de baai bij de
„Alleen is r.rombek, de ékstèr.' broden." eem paar ;grot»: kroppen/ boerderij van Dixon. De scheeps-
hier geweest," antwoordde .de sla, een mandje eieren de melkkan jongen,zat voorop om uit te kijken
schildwacht. „Maar die zou; hei. --dan -nog een klein tabaksdoosje.*watéïplanlen.
„Wat rit daarin?", vroeg Kutger. „Waterplanten!", riep hij al gauw,
„Wormen", zei kapitein Jan. nadat ..zij in de baai gekomen waren.
.„Gaan. we-vissen?'* vroeg Ruiger. -Massa's", Aan Weerskanten van „Dé
„Ja", zei kapitein 'Jan. „Mijnheer Zwaluw'* konden zü de lange groe-
Dixon heeft me de wormen.gege- ne -stengels van de planten onder
vven. Hij-zegt dat er een massa baars WabCr 2ien. „v'e moeten aan de rand
'nu wa„ zit,tussen hier cn zijn steiger. Hij er van blijven op een plek waar het
KmmKoV v,h zc?1 dal we beter met vorentjes kur.- "*et al *e ^fP 1S- Bc»i klaar om
ï=v"'P™ visaï», d5" met «■•orxen eo dat «W anker Ua eaan?"
hnvo! Hii u'e dc vorentjes vincen overal waar Stuurman Suze gaf de scheepsjon-
er boven voor dc regen. Hjj klopte wate:?]aDtcrt. ajn". gen Let bevel: .JLaat het ankcf over
onen. Het ontbijt was spoedig, afgelo- de .voorsteyen zakken, en. laat het
Oplossing van „Het
geheim van r .de
tegel-tableaux
Dc. sameiistelliing van. de
vloer is in de figuur aange:,
geven. De leiigte en breedte
van de kaïner zijn resp. 33 en
32 tegels lang.
Deze week weer een ,,klas-
t siek" kruiswoordraadsel, waar
op, de eiwaring heeft dat
geleerd, de meeste puz
zelaars nog altijd verzot
/zijn.- -.—vv
HorisonUal: -IV'-Kleding
stuk; 3. rondreis; .8. vaartuig;
10. vlaktemaat; 12 .eilandbe
woner; 13. soort' priem; 15.
genot, gemak; 18;"geluid van
een schaap; 20. lastig vallen;
22. slijpen, aanzetten; 23. ver
maak; 24. schouwburgplaat
sen; 28. dus; 2&" onderricht;
30. nattig koud; 3L gewicht;
32,T zangnoot; :34. kroesje;
36. zangstem;" 37. bijwoordje;
38. lyrisch lofdicht; .39. tam;
40. horizon;/41,. slaapplaats;
42. rivier in? Italië; 43. tafel
gerei; 45. belemmering; 47.
lidwoordje; 48. keukengerei;
49. getal; 51. muurholte; 53.
schaakstuk; 55.sluier; 57.paar;
59.brede landwegen; 01, werk;
.63..deel van de dag; 65. hals
juk; 67. getal; 68. onfris rui-
kend; 70. Aziatische munt;
71. smart; .72. handlanger; 73.
zangnoot -■ i;W^*
Verticaal: 1. kraakbeenvis;
2. combinatie van industrië
len; S, pek; .4. ajuin; 5. zoog
dier: 6. nummer (afkort.);
7. verhar.de huid; 8. herfst
bloemen; 9. vaatwerk. 11. af
voerbuizen.; 14. verborgen;
16. loefboom; 17. hevig; 18.
vrucht; 19. nauw; 21. op per-
lijn van het dak; 22. bron;
23. vogelverschrikker; 25.
zwart agaatsteen; 27. vonnis;
29. met elkaar; 31; loofbomen;
■33. jongensnaam; 35. berg- in. Friesland; 54; wereldtaal; 55. hei-
weg; 36. trotse houding; 37. plechtige demeer; 5d. bedenkelijk; -58. plaats
gelofte; 43. paardrijschool; 44. maand; op de Veluwe; 60. kerel; 62. schil,
46. nood, ellende; 48. wekken; 49. schors; 63. brieven omslag; 64. grof;
hemellichaam; 50. groente; 52, plaats 66. pret; 68. gezinslid; 69. zangnoot.
Uit het Engels vertaald
door
-kroontje,, toch stellig-niet gastolen
.hebben:"-' -
c ,Danr zullen, we daar eens gaan
kijken," zei Scherpoog.
i
aan,- en riep; _,;Doe; eens open!"
v''drmif*-P«a" én terwijl- 'stuürinan Suze~ op- vallen als ik zeg; vieren!'-
•d? bStSé wen uit hej nést - WtoX», aniteren de saus- jan deEd telkens een dag. „Kan
„isfwou w¥l eS' Krii"en kiiten. mee deden die. half vol met een van julUe de bodem uien?» „Ik
-- 11 - 1anu Wel zei Kutner. ..Mnm Tlr rtftlr
of. jij misschien het kroontje van
-zei Rutger. „Mooi. Ik ook.
Er groeit gras op. Er is dus zand.
En het is dicht bij de waterplanten.
We hadden geen beter plekje kun-
nen yindeh?.
„Vieren!", riepde stuurman.
Rutger liet het anker zakken. „De
Zwaluw" draaide langzaam rond.
Een ogenblik later, lagen ér, vier
rode dobbers in hét water, twee aan
elke kant van de boot.
„Hoe diep vis jyV. Suze?"
Tittie.
vroeg
,3Ö*na- zo- diep als mijn snoer
komt,"zei Suze; J
„Het mijne zit maar zowat een
meter-onder water. Ik kan 'gemak-
keUj'k het vorentje zien."
niet kan draaien. Alle hengels bin
nen halen! Licht het anker, Rutger.
We gaan een grote steen halen. We
hebben genoeg ankertouw over,
Zy roeiden dus naar de kant en
bonden een grote steen aan het an
dere eind: van het ankertouw. Toen
roeiden zij terug naar een andere
plek,: niet ver van de eerste van-
.Daar heb je niets aan," zei Jan. daan. Rutger Het het ahkér zakken
„Het moet ongeveer dertig centime
ter van de /bodem vandaan .zijn.
Geef hier, dan zal ik de dobber ho
ger schuivep.". f
De dobber van Suze* ging het
eerst; onder. Ze haalde onmiddellijk
op en zag dat er -niets aan - haar
haak hing.
en Sitze de'steen over de achterste
ven van dé boot. Nü draaide „Dé
.Zwaluw" niet meer, maar zijont
dekten dat je niet kon vissenaan
dè kant van de boot, waar de' wind
vandaan: kwam, omdat de wind, al
was die/nog zo zwak, de dobbers
onder-fle Boot dreef. Daarom visten
„Hy. Is er vandoor gegaan met Yjfi.
miir» vnrf»ntle 7»i r» dat de. boot niet meer ronadraaide
Je heht te' eauw oóeehaald zei *af dat niet en ieder Pr°beerde °P
Jaïi opgenajia, zei v!w de dobbers „geiyu te Jet-
„Ik wou-dat de boot niet zo heen
en weer zwaaide," riep Tittie. „Kijk X*J5?ïf!i^S,S2e^
uit, Hutger. jouw cobber ligt bijna «a3"- R»'p
tegen de mtjnê aan. Nu til je.de "De ï?^n£'- T'
SfSl™" dS uit. Jan.» rei Stme. „Je dob.
Jail hauldé de snoeren uit dé war. b/
maar toen hij het had gedaan - ont- 1ni
'dpkte bii dat de boot weer da an- werkelijk verdwenen.. Hij, trok. De
S St -top;*»
Zijn eigen tuoer .verwerd .zat.met. ?*3
:- dit van Suze. „Zn'gaat het-Biet." jl
„Wé moeten een anker aan vinnen en donkergroene Etrepcn,
zèi Tittle. „Hij be-
het eerste hord ln de ontmoeting
Ooeierkwartlei^—IJmuidan een aardige
partij .gespeeld tussen de -wereldkam
pioen Roozenburg en do Umuldenaar
Laros, Voorzien van een korte analyse
vol^t de parttt hier:
Wit; P. Roooenburg.
Zwart: H. Laros.
I. 33-28 17—21: 2. 39-33 21—28; 3.
44—39 11—17; 4. 80—44, 6—11; 5. 31—27
16; 6. 3430 20Z3. Na. ongewoon
kalme, o verzichtelij k.e openingszetten,
waarin het tempo-lnltiatieï aan zwart
blijft, wit moet zitii „verklaren"
ligt wits voortzetting, gezien, zijn repu
tatie, la de Hjn der verwachtingen, 7.
40-34 17—23: 8. 38x17 11x31; 9. 36x27
15—20. Het moet nu zwarts opzet «ön
om bet centrum onbezrt te laten, om
daardoor wit «nigzlnj geforceerd »pel
te gaven. Ais zwart de atrijd om de
tempi wint, moet wit vroeg of laat
veld 40 bezetten, waardoor de opslui
ting voltooid 1«. 10. 33—28. Ben Roozen-
burg-partij zonder Roozenburg-vartent!
10—15: 1L 41—38 6—10; 12. 3933 7—11;
13. 37—31 28 X37; 14. 42x31 20-24; Ifi.
47—42 13—30t, 15. 46—41 11—17; 17, 41—37
17—22; 18. 38x17 12x21. Natuurlijk
raag wit nu niet 31—28 wegens 18—23
en 23—20. Zwarts 17a.zet 2eldt dan ook
in. dat wit aan twee vleugels wordt op
gesloten:, zelf .voor Roozenburg een ge
vaarlijke tactiekI 18. 44—0. Elndelijkt
8-12; 20. 33—23 21—26: 21. 38—33 10—IS:
22. 4338 24—20. Verbreekt zelf even
de opaluitlng om die alleen maar effec
tiever te maken. 23. 34 x 23 18 x 23: 24.
33x24 20*29; 23 - 4034 28x40 26- 45X
34 3—8. Hier ligt het zwaartepunt van
party.. De stand is:
Zwart 13 at.- op 2-
25—26.
Wit 13 6t. Op
■468—912/16—19
Zwart heeft tót nu toe krachtig ver
weer geboden en heelt het initiatief in
handen. Wit speelt als 27ste zet 38—33.
Wan thans niet aJa antwoord van zwart
12—17, daarna gevolgd^ door 17—21; op
zijn plaats geweest? Ik geef zwart in
dit geval verreweg de beste kansen. De
dan ontstane klaverbladstelling 16-31-26
is heel sterk, vooral in verband met de
verders opstelling van wit» stukken.
Zwart antwoordde echter met: 27,
14—20. en er volgde: 28 42—38 8—11;
29.
33-
tisch
détail
913? Dit is natuurlijk eén blunder.
34—29 25 X 23 33. 22—18 13 X 22; 34, 2B X 0
20—24, Er zit nu weinig muziek meer in,
35. 36—31 2—7: 36. 6—1 8—13; 37. 33—29.
Er dreigde 12—18, cn op 1—6 volgt 12—
17. 37... 23x34: 38. 1—6 19—23; 39, 6—B0
13—18; 40. 31—27 7—12; 41. 80—28 13—19;
42. 28—ao en na enige zetten ging het
pleit voor zwart verforen.
PK1LÏP DE SCHAAP.
PARIJS.' Een originele .eau*
didaatsstelling is gedaan bjjde
Acaaenrie. J!ïan?ajse. Namelijk die
van Ferdinand Lop.
Lop, l dxö éeu „eeuwige" Candi
das* voor. bet presidentschap/van
de Republiek en voor de functie
van eerste minister is, geniet een
grotepopulariteit bij de studen
ten van de Quartier Latin.
Op zijn programma komen da
volgende punten voor;
Het doen verdwijnen'van de w-
moede van 's avonds 10 uur af.
2. De installatie van een rollend
trottoirop de Boulevard. St Mi
chel, dat in réchte lijn naar de
zee wordt doorgetrokken.
3. Het maken van een glijslee
in de grote toren van de Sorbon»
ne.
entte
KWARIIEB.
EED UUR
OP UW
Tfie original EngEijh J
Latex
foam Maflress
delphia En.... entoen gebeurde V'";,Goed, ga .maar* door
er wat in die club. Een gangster Hij hield even" on." Hij voelde
was- rich als iemand die tien trappen
uiv W opgerend l» om een - dringende
^p ??V - boodschap ;te: brengen ea d« niet
*!?,Nu bogr«p"1k'het. Ga maar veri 11311
«ter £.7® nict* van dle ?ang' =mt-
„HiJ dreigde haar. Hf iel dat hij r'?r£ZaVÏUn S?.m" ?U Iel
haar iou doodschieten. Al» niet Seen fatsoenlijke, danseresjes
eh. eh bestaan die baantjes verdienen.
„Goed. Doodschieten als -ie, dus Sw dat hij ook jc vader een
niet.... Ga maar door." telegram ;had gestuurd met. ver-
„Dus Hep ze weg. En htf zocht 20$ J>m opheldering."
overal naar haar. 2e was "naar Treh-Madge probeerde' niet te giecha-
tDn gekomen, omdat ze het genoeg ien. maar dat lukte „niet
geld had voor de bus om daar heen »"et ®Pbt na als ik je vo^eel-
nen", zei hij, „Mijn beste vriend hier ta .gaan, 2e wist dat hij haar zou vin- <5e met dat verhaal," zei hij scherp,
op de universiteit is Buzz Jones. Hij den als ze weer fn een nachtclub ,.0 nee helemaal niét. Ik' vind
en ik Waren onlangs in Trenton ging werken. het een pracht verhaal. Er rijn
Dus zo'n baan kon z® niet meer zelfs stukken die ik geloof."
2„;nder w"k'; Hjj heek alsof hij een emmar
j we5elijk. Hou op met al water in zijn gezicht had gekresen.
lt dus" „Wat zeg je me nou?"
zei ze, „grote stukken
zelfs.. Ik geloof dat ja dat meisje
door EDWARD HOPE
18
Paul nam nog een sigaret en dacht
er over na,
„Laat lk nog eens opnieuw begin-
en.,/
„Waarom?"
„Wé gingen daar naar de bios."
„Fout. Probeer eens wat anders."
„We hadden daar bij vrienden ge-
geien."
.Lijkt nergens naar."
,We hadden daar een fuif.'
dat .dus*.'
„Oké. Dus ze was zonder werk en
kon geen ander baantje krijgen,
dus...."
„Dus moest ze geid Hebben. Kreeg
„Dat is béter. Nou kan ik je gelo- ze het?'
ven." Ze knikte. Ze merkte, da tie „We hadden iets meer dan vijf dol-
elkaar tutoyeerden, maar dat scheen lar samen. "We gaven haar. de vyt
niet belangrijk. dollar." Hf} hield op en keek naar
„Nou, we liepen naar de bus. Het Midge. Haar mondhoeken trilden
was al laat. Toen kwam er een jong verdacht.
meisje- uit het donker, dat öm geld „Éérlijk waar," zei hflverontwaar-
vroeg." - digd.
„Hoe vroeg ze om geld?" zei ze in- „Nou goed dan. Laat lk dat maar
eens.ït„Geeft u me asjeblieft geld?" eens aannemen. En toen?'
lipt
ontmoette. Ik geloof datze jong
is en., eh... wat zei je ook weer.,
fatsoenlijk. Ik geloof ook dat je
dat telegram naar je oom: stuurde
en dat antwoord kreeg.".
«Nou .dan!" zeiPaul gerustge
steld.
„Maar- ik geloof er niets, van,
dat Ze jullie op straat aansprak, in
Trenton. He geloot .er nietsvari
ullie 1
■kt u "TIJ--1-W- ifci ir 'Öat jullie haar vijf dollar' gaveru
hii%( rc Kpfl 70 mnm™wi «Toen begrepen we döt die vijf dol- geloof ook niet dat jullie al-
lar.haar maar weinig zouden helpen, leen maar haar adres-opschrevep
^rÏL^=f'Sriil We zelden dat we ons best zouden en haar toen verlieten. Ik zou je
waren f J-
leenden iullic een kwartie aan ..Dooob ja„ Ze kon niet eens er- woorat.
h^r en jullie vervolgden zingend gens ®i®Pen. maar ze had -wèl een „Ga je gang maar."
je weg r VeryD1Saen Zlnïena adres. Per adres meneer Rockefeller „Zal: je de waarheid sprekenr
Nee We /we' eh we za- 7 „Ja." Zü keek hem aan; hij vod-
gén'dat zè goed 'was gékiêed" M W weer een de kippenvel in zijn nek komen. -
„Tknge, wat een opmerkingsver- kre.eg' HU had eigenlijk al „Is rij." vroeg Madgekalm, ^dat
mogen'op de'ikVohtti"-:eSn kleur 8ebad sinds meisje waar de politie naar tttékt
Madge Mercer zag. in verband met die schietpartij in
gén hóe het kwam dat ze zónder geld wist waa.r ze een kamer kon die nachtclub in Philadelphia?'"
zat. We vroegen wat er aan de hand krijgen, zei hy waardig. „Wwwwaé. .7" Paul 'werd spier-
„O. Natuurlijk, natuurlijk....^
„En toen we in. Princeton, terug,
waren,. telegrafeerden we om
baantjes voor haar. buzz stuurde
een telegram naar zijn vader én"
dacht je sóms dat vader dat naar myn oom. omdat myn'
élke-kant hebben, zodat da- boot
*wiis.: Nü. en tóen vertelde ze dat?
.^Prachtig détail: confidenties bij
lamplicht.,..*'
„Nu moet, je me: niet met dat soort
dingen in de rede .vallen."
„O, dacht je soms dat- -
niet-zou doen?" oudérs in Europa zijn.
„Ja, dat wel,."./'-Hij stond op en „Wil jij zeggen dat zijn vader en
staic..'zija handen'in rijn rakken, jouw oom doorgaans, hele troepen
Midge maakte hem zenuwachtig. Hij danseresjes in hun huis hebben?"
keek haar niet aan toen hij verder „Nee natuurlijk ;niët/ Zijn,: vader,
ïing. is directeur van eenfilmmaat-
.iMWe hadden medelijden, met-haar. schappU.' En mijn oom bezit-een?
Zé'zèi dat Mi dahste in .eefa' show. ..heleboel hotels waar ze variété
CWordt vervolgd) Dat waa in een nacbtclub tn -Phila- hebben, in 'de bar."
wit:
„Ja of nee?"
„Hoor eens," zei ...hij, tóen
weer wat zeggen kon,;'„hoe
jé aar» dat idee?"
„Ja of nee." Madge dwonghem
haar weer in de ogen tc kijken.
„Hoor nóu eens." - tW
y.Wati je hier zegt is vertrouwe
lijk. Ik: beloof, dat ik het niet'aan
.vader, zal vertellen. ïs het! dat-
meisje?" ,..v
„Natuurlijk," zei hij en viel naast
haar^oj» da' sofa-.-hetr:®
'V'(Wordt vervolgd)