ONDER EEN NAAR 'T GRIJZE DIEPPE m BRIES i HUNTER n m beide Journaal van De Hoop' tia.J MOEILIJKHEDEN? Doorbetaling van loon in geval van ziekte Wm m Wij geven raad MbètdiJ: 'éeiiiï. hóren! u"r :I5 Jm Zaterdag 22 December 195X1 WE lagen nog in de I Jmuiderhaven met JDe Hoop", het veertig jaar oude schoenextje, dat elk jaar met een dokter, een dominee, een apotheekje en een huisorgeltje aan boord de vissersvloot op de Noordzee vergezelt, en dat de heer Suermondt, administrateur van de „Nederlandse Vereniging HospiJaai-Kerkschip De Hoop" elk jaar meer zorg baart om het benodigde geld bijeen te krijgen voor dè jaarlijkse kalefate ring, die het antieke brikje zeewaardig moet houden. Gelukkig heeft hij juist dezer dagen bij een melkfabriek de hand weten te leggen op een aantal busjes, waar best collectebusjes van te maken zijn. T>ie middag: voeren we uit metzijn gezicht meer op: „Mg nemen ze bestemming de Franse havenstad Dieppe, want het loopt tegen het eind van het seizoen, en dan zakken de vissers af naar Het Kanaal, waar de haring zich in deze maanden in groten -getale ophoudt. In de week ends Jopen de loggers en. de traw lers dan Dieppe binnen, en daar vin den 2e „De Hoop", de dominee en dc dokter. Deze keer waren er nog uw ver slaggever en niemand minder dan ome Theo van de schoolradio aan boord, om de thuisblijvers in te lich ten over het wedervaren van „Dc Hoop", Er stond cca stijve bries op de grauwe Noordzee. en wij beklom men terstond na het uitvaren, ge kleed in oliejas cn trui, met een „Ahoy!" op cle lippen de brug, ten einde daar bars naar de einder te gaan turen, zoals volgens de boek jes de zeelui gaarne doen. Daar de stijve bries ziclj echter spoedig ont popte ais een aankomend stormpje, en het schip fcjj het slingeren hoe ken van vijftig graden met de hori zon begon te maken «en situatie waarin men minstens kapitein De Vreugd of stuurman Floor zelf moet zijn om overeind te blijven scharrelen wij na enige tijd met de-vis-wordt-duur-betaald koppen naar beneden, waar wij de eerste machinist nog juist tegen een der matrozen hoorden zeggen:,Bn dan schrijven ze in de krant dat de touwen werden los. gegooid, en toen de motor gestartI Stel je voorDe touwen los gooien voordat de motor gestart is!". De ander lachte verachtelijk. In de ziekenboeg vonden we de dokter. „De wetenschap geeft hier-, omtrent geen zekerheid, maar velen menen dat de zeeziekte iets te ma ken heeft met de evenwichtsorga nen." sei hij, steeds bleker wordend. „Wat een fantastisch gezicht zeg, die golven!" hoorden we de tweede machinist op het' gangetje brouwen Door een onzer verslag gevers in een geslaagde nabootsing van on ze gesprekken op de brug. Nee, veel prestige hadden we niet bij de bemanning. DE scheepsdokter,.die nieuw was op „Pe Hoop", bleek bij nade re kennismaking een van die zwer vers dia onze romanschrijvers zo graag met een doorgroefde kop sterk, zwijgend door hun pagina's laten schrijden. Het was heerlijk nu eens een echte te zien. Waar hij niet was geweest was niks te doen. „In West-Afrika, schenken zc een uit stekend biertje," lichtte hij ons in. niets van die donderse hotsknots mannelijkheid welke volgens Jan de Haxtog steeds 't heimelijk 6Chreien van het gouden zwervershart ver bergt. Als ge het mij vraagt stond niet? Hij had een eigen primusje bij zich, want die koffie uit de kombuis was nooit wat, en een kussentje om op te zitten als de banken, hard zouden b.lyken. En hij had zyn wol len broek een minuut of wat in vyf liter wasbenzine, vermengd met een ons watervrij wolvet gesopt, ver telde ho ons, ten einde het kleding stuk waterdicht te maken. Dat door een samenloop van om standigheden een gedeelte van de inventaris van het hospitaaltje niet aan boord bleek, nam hjj op met de gemoedsrust van een die het blik baar ook kon met een knopentrek ker cn een schoenlepel. Intussen trok hij echter wel degelijk aan. de nodige touwen, en kwam het met die spullen nog op tijd in orde. Wel keek hg vreemd op toen bij zijn uitrusting een verlostang bleek "te behoren, want hij kon niet bedenken wat hij daar nu mee moest aanvan gen bij die stoere Katwjjkers en Scheveningers. Die waren overigens erg big dat ze met hun kwalen en ongevallen bij een Hollandse dokter terecht konden. En tussen twee steenpuls- i ten en een zwerende vinger door wou hg nog wel eens verhalen ver- tellen, van zijn zwerftochten. Een daarvan heeft mg diep getroffen, en ik wil het u niet onthouden, „Ik werd in Arabië eens in consult ge roepen door de oude koning van Yemen," zei hij. „Die had nierklach ten. Nu, toen zei ik tegen de Arabi sche tolk: „Zeg eens tegen zijne majesteit dat hij zfjn burnous 'uit dóet." Dat gebeurde en toen bleek dat de koning daar onder nog eeu jae gertje aan had. „Zeg eens tegen zrjne majesteit dat hg zijn hemmetje ook uit doet, zei ik tegen de tolk. Toen deed hij zijn hemmetje ook uit. En wat denk je dat er achter In dat jaegertje gedrukt stond? Jansen en Tilanus!". OVER het algemeen is het een vrij enerverend beroep, dat ik uitoefen, en een mens wil daar wel eens somber van. worden. Maar sinds ik hier aan boord ome Theo van dc schoolradio heb Ieren, ken nen, ik getroost mijn. weg, in de wétenschap, dat fcö het zwaarder heeft Nu ja, toen "ze op het schip wat aan hem gewend waren, en hij wat ongemerkt rond kon scharre len, ging het wel wat gemakkelijker maar dat begin!.O, moeder, iaat uw kind nooit radio-ome worden. Die ochtend kwam hg fris gescho ren aan dek in een lichtgroene zell- trui, met een organiserende blik in. de ogen en een klein koffertje aan de hand, waarmee hy naar behoeven geluiden, op kon nemen voor zijn schoollieven en -nichtjes. Op de voorplecht stond een drom ruwe zeebonken hem van onder de petten zwijgend aan te kijken. Inpla&ts van rechtsomkeert te maken liep hij recht op hen af. Hij was een held. Ge moet dat meemaken hoe een groep ruige robben boordevol latent commentaar naar een radioman met eeu koffertje kg kt. Zwakke naturen gaan dan door de knieën. Maar zo niet ome Theo. Hg stap te op hen af en riep met onvervaar de geestdrift: „Weet je wat leuk Ik zeg in de microfoon: „Stuur- Maar zijn rnanier van doen had i man Floor, geef eens een welkomst- - 'groet aan alle Nederlandse school kinderen!" En dan .geeft de stuur man een signaal met descheeps hoorn! Dat is leuk!" Diepe stilte volgde. Een vari de 3*3^ matrozen spoog een straal tabaks sap over boord. Toen zei hg: „D'r zit geea lucht op de hoorn." „O, maar dat kunnen we toch wel even verzorgen?", zei ome Theo met een luchtige opgewektheid die mij door de ziel sneed. „Als het maar niet te veel is!", zei de machinist met een blik vol aanvaringen in de mist ten gevolge van gebrek aan gecomprimeerde lucht op de misthoorn. Maar hg ging het toch in orde maken.' En stuurman Floor klom al vast naar de brug, want die jongen vaart al zo lang dat niks hem te gek is. Maar hg had wel iets in de ogen van: als ze op de schoolbanken eens wisten wat hier een huisvader mét kinderen wordt aangedaan. De machinist keek anders. Die scheen te denken: die radiovent. is gek, en die daarnaast (dat was ik) ook. Intussen zette ome Theo' on versaagd zön koffertje op scherp erf riep big naar de brug: „Geef maar drie korte stoten, dat ls< aar dig!" „Da's goed," riep de stuurman te rug. „Drie korte stoten betekent: Volle Kracht Achteruit!" En. toen ging hij een dun shagje rollen. Ten slotte werden ze het eens over drie lange stoten, wat wel als groet gebezigd werd. Er viel een druppel regen uit de loodgrijze lucht en een gure wind gierde over het dek- Ome Theo ging op de hur ken zitten en riep verheugd tegen de microfoon: „Daar zyn we dan met onze schoolradio aan boord van „De Hoop". Stuurman. Floor, geef eens een welkomstgroet aan alle schoolkinderen van Nederland!" Op dat moment begon een klein Fransmannetje niet ver van ons af driftig met een beitel op een stuk Özer te slaan zonder enige aanwgs- bare redenen. Wij keken verstoord over de railing, maar misschien ver stond hg onze Hollandse blikken niet. Hg sloeg maar door. Beng! Beng! Beng! Intussen, loeide onze scheepshoorn braaf zyn drie lange stoten, „Mislukt! Dat moet over!" zei ome Theo onverzettelijk. „Pas maar Op!" zei een matroos en hij wees naar een Engels 3chip dat in'de buurt dobberde. „Die be gint er direct door heen te toeter ren." We keken allemaal naar de En gelse vrachtvaarder. Over de brug leunde een zwijgende Engelsman. Voorzeker had hij dè hand op de hoorn,enkon hg elk ogenblik een jeloêi de lucht inzenden dat de muren van Jericho zou doen vallen. Ome Theo draaide aan de knop pen. „Daar 'zgn we dan kzzzztgrrr beng! knerpte het koffertje vrolijk. Nu, toen zijn we uit mekaar ge gaan. Maar 'even' later zag ik ome Theo in een stil hoekje buiten het bereik van profanerende blikken op nieuw dat opgewekte „Daar zyn we dan" in zyn microfoontje spreken. En, toen die avond in Dieppe een der matrozen na een paar gezellige uren in een klein café over de rai ling klom, en op het dek de stuur man vond, die zgn bedryvigfe ver richtingen onderzoekend stond aan te kijken, hoorde ik hem in een meesterlijke imitatie uitroepen: „Daar zijn we dan!", Ach, elk vak heeft zijn moeilijk heden. Het was Zaterdag toen de Hol landse vissersvloot Dieppe binnen liep. Er stond een ruwe zee. In lan ge rijen kwamen ze door de sluis gevaren: oude haveloze loggers met opgelapte "zeilen, "roestige stomer- tjes, brede motorschepen. Dértig jaar scheepvaartontwikkeling trok daar voorbij. De Henny, de Willy, de Gezina-Geertrui. De dekken, wa ren bloederig van het haringkaken en aan de railing stonden de man nen van Katwjk, Vlaardingen, Scheveningcn, en IJmuiden in blau we truien en waterlaarzen. Achter mekaar kwamen ze over de hoge golveri de pieren binnen tftden,- waarachter na weken hard en vuil werk op zee de neonlichten lokten die zich spiegelden in het rimpeligs water van de haven van Dieppe. Als. de vloot:blnnen Is begint de drukke tjd op De Hoop. En ze kun nen vry veel doen met hun hospi- TTALLO HOOP! Hallo Hoopf Een van de mannen hoeft een steenpuist gehad, ik zeg een steenpuist gehad. Die is weer weg, maar nu begint zijn arm onder de oksel op te zwellen; ik zeg on der zijn oksel op te zwellen. Wat moeten we doen? Over!" Vraag eens of het pijnlijk is als hij er op druktvroeg de scheepsdokter van „Dc Hoop". Dc marconist boog zich over gijn apparaat cn begon weer te praten met de Vlaardinger die een paar mijl uit de kust lag Even later gaf kij de bevesti ging door. Ja, het deed pijn als je er op drukte Ichtkyolzalfzei dc dokter. Misschien had hij nog wel meer willen zeggen, maar de marconist begon al weer in zijn microfoon te spreken. „Hallo schipper, hallo schipper! Je neemt'de Ich- thyjolzftlf uit je kastje. Dat is die zwarte rommel, die zwarte rommel. Die smeer je d'r op, smeer je d'r op. En dan bind je de arm óp in een driehoekig verbandzodat die rust heeft. Ik her-- haal, dan bind je de arm op in een driehoekig verband, zodat- die rust heeft De dokter ging terug naar 'de ziekenboeg. De marconist slak een sigaret op. Hij haalde zijn schouders óp toen ik mijn ver-' wondering liet blijken over het uitgebreide recept dat hij zonder verdere hulp van de dokter had doorgegeven,Jk vaar al zo lang mee dat ik het zelf ook wel weet" zei hij. Voor de vorm laat ik de dokter roepen, ma<ir vaak is die toch te zeeziek." En na mij aldus zijn sceptische kijk op het medische te hebben gegeven, liet hij mij alleen. taaltje, maar Jan kwam met klach ten die verdacht schenen'en de dok ter zei: „Naar het Franse zieken huis voor nader onderzoek!" Maar hij wou niet.. Zyn hele ge looide gezicht was een groot Neder lands wantrouwen tegen die drukke Fransozen met huil onverstaanbaar geratel. Een stugge kleine visser in 'n vuile werkbroek, wiens zeebenen onwrikbaar in de klompen stonden. Daar kom je dan in goed vertrou- wen bj een Nederlandse dokter, en die stuurt je nog het bos in. Hij was er vies ingetrapt Iedereen kwam er aan te pas. De dominee, de dokter, de schipper, een voorbijganger. Met z'n allen stonden ze aan hem te duwen. En na een tgdje kwam hg inderdaad op gang, in de richting van de Rue Pasteur waar in een vaal gebouw vol bezig gonzende nonnetjes het ziekenhuis gevestigd bleek. Er was een drukte van jewelste, want er was daar juist een splinter nieuw doorlichtingsapparaat gearri veerd: een geschenk uit Canada dat zich-sinds de dagen van dc proef in vasie veel aan het stadje gelegen laat liggen. Het apparaat stond ih een hoek te blinken dat het een lust was, en een Fransman in een witte jas stond er trots glim lachend naast, te midden van een kring bewonderaars. Daar het toestel nu onmiddellijk beproefd kon worden werd de komst van onze patiënt met gejuich begroet, wat hem nog wantrou wiger maakte, want hij had nu helemaal de indruk dat die Fransen geen ogenblik meer wilden talmen om hem vroigk fluitend een been af te zagen. Gelukkig was de dominee er tg om hem opbeurend toe te spreken. Jan werd met een sierlijk gebaar uitgenodigd om op een schavotje te gaan staan en de Fransman draaide big aan de knoppen. Het was in een ogenblik gebeurd. Jan mankeerde niks, zei de Franse dokter. Hg had iets spijtigs. De visser haalde intussen zijn pakje zware shag voor de dag, en bood iedereen aan om een Holland se visserssigaret te rollen, wat ge coiffeerd werd aangenomen. „Rol maar een dikke", zei lig gul. En toen zowel de Franse dokter als diens assistent ha een aantal trek ken zichtbaar begon te verbleken van die ongewoon zware pillen, stapte hg tevreden de deur uit. Maar op straat heeft hg van zyn eigen dokter toch nog een bevesti ging gevraagd of' hg nu werkelijk nieta mankeerde. DE dominee had aan de Boule vard de la Libération een ba rak afgehuurd, om die honderden vissers op Zondag voor te kunnen gaan in de dienst, en de rest van de dag aangenaam bezig te kunnen houden met halmaspellctjes en. sjoelbakken. Het was een merk waardig gezicht in die levendige Franse stad plotseling grote groe pen vissers tegen te xomon, die in de Zondagse pakken en petten ter kerke togen met dezelfde bedaarde *ap als zg dat in hun dorpen doen. Op weg er heen liep ik achter drie forse bonken van de zee, met stevige nekken onder de lakense petten, en. de in eerljjkwerk ge bogen ruggen in zwarte jassen. Er was echter iets met die ruggen. Óp een of andere manier waren het geen ruggen die ter kerke togen, „Jekennutmedcen!" zelden die rug gen. „Wg gaan niet naar die dienst. Wg gaan een biertje kopen!" Het waren sterk sprekende rug gen. Ik ben ze gevolgd. Over de. Quad Henri Quatrtème en .de. Quai Duquesne naar een schemerig café met spiegel en een mahoniehouten toonbank. Het heette daar Chez Susette. Er was niemand aanwezig, be halve Susette zélf. Ze was al een beetje op jaren, maar ze veerde met een verrassende snelheid over eind op het zien van die vroege klanten, Ah, de heren waren Hol landers? Nou, dan had ze iets spe ciaals. En met een glimlach stapte ze naar een hoek van het lokaal waar de nieuwste aanwinst van het eta blissement stond' te glanzen: een radio ais een straatorgel. Wat ze daar niet uit kon. halen. Ze zette het toestel op Hilver sum en draaide trots aan de knóp tot het niet harder kon. Zegevierend, stond ze in een baaierd van Neder landse klanken. Afschuwelyk, mensen. Zet ge op Zondag wel eens uw radio aan f Een schalmei van een dominee trad daar met opgeheven wysvinger door dé luidspreker die Franse dranltgrot binnen. Nu, toen zijn we maar naar de Boulevard de Ia Libération gegaan. De dominéé schonk koffie. D IE avond nam ik afscheid van De Hoop, die nog oen paar we ken. in Dieppe zou blijven liggen, ter verzorging van de vissers. Een weemoedig afscheid, want De Hoop Is een schip, waar men zich aan gaat hechten, Dc heer Suermondt, die de ziel is van de vereniging wel ke De Hoop exploiteert, zamelt op. het ogenblik geld in. voor ecu nieu- we Hoop, omdat de oude rijp is voor de sloper. Zes cn een halve ton moet hg hebben. Hót is een „stijf' .schip,, zeggen de insiders. Het is ge bouw als een zeilertje, en sinds er een motor in is gezet, en. er nog slechts zeil gehesen wordt om bij te sturen, slingert het bij ruw weer dermate hevig, dat het binnen drie seconden van zijn ene op zijn andere zij komt te liggen. De ziekenboeg is onder de waterlinie en kan slechts geventileerd worden via de deuren. Het bijbehorend bad kan niet worden gebruikt omdat er geen afvoermogelijk- heid is. Het dek gaat telkens lekken, wat lastig is als er zeetj es over komen. Deze, keer zat er een lek boven het huis orgeltje! van de dominee: Het schip heëft veel meer nadelen, maar wanneer ge de kapitein of de stuurman daar naar vraagt, geven ze ontwij kende antwoorden, want ze varen beiden al meer dan twin tig jaar met De Hoop, en zó'n oude makker laat :,ge1 niet zo maar over de tong gaan. „De romp is nog best" menen ze; Advertentie (LM.) IN geval van ziekte kan een arbeider zgn werkgever aanspreken voor doorbetaling van het loon. De juiste verplichting van de werkgever wordt dan bepaald door de kantonrechter. Deze zal bü zyn beslissing reke ning houden met een eventuele uitkering ingevolge de ziektewet. In dat geval ontvangt de werknemer dus alleen loon over de drie wachtdagen eii eventueel daarna nog. een aanvulling van 20% op het ziekengeld. Een algemene richtlijn kan hier niet worden gegeven. De desbetreffende be paling van het Burgerlijk Wetboek is namclük vrij vaag. De kantonrechter zal daarom van geval tot geval anders kunnen beslissen. Dat is ook de reden, dat de practische betekenis van de betreffende'bepaling nimmer groot is geweest. Slechts in weinig gevallen zal de hulp van de'kantonrechter worden ingeroepen. Bovendien is de'. mo gelijkheid geopend dat het bewus te artikel (1838. c) geheel buiten werking wordt gesteld' door een C.A.O, Dit in antwoord öp een vraag van C. G. J. b. De termijn van drie jaar, die de kantonrechter kan stellen bij het toewijzen van., eeu woning, die gekocht is mét' de be doeling, dat de koper erin kan. trekken, is geen wet van Meden en Perzen. De kantonrechter houdt in elk voorkomend geval rekening met de omstandigheden van ko per en" huurder'. Daarnaast staat dan nóg het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, hetgeen een zaak op zichzelf is. 'A.' B, Het uiteindelijk fiat om te emigreren wordt niet gegeven, wanneer er nog.belastingschuld is. Mocht -op eefl of andere wijze iemand het land verlaten, die be lastingschuld heeft dan is het niet uitgesloten, dat. hij, terugkomende, voor zgn - schuld- aansprakelijk1 wordt gesteld en' wél op een wij ze, die wellicht niet zo prettig is. Gepensionneerden en huurverhoging Met instemming las ik uw arti kel „Oud en arm" over het achter wege laten van een compensatie- uitkering aan sociale rentetrekkers en gepensionneerden. Wat moet het nu worden als'de minister van. Wederopbouw en Volkshuisvesting zij a zin krijgt en de huren weer omhoog gaan? Dan weten de ge pensionneerden en anderen met kleine vaste inkomens helemaal geen raad meer, temeer waar bh huurverhoging, ook de personele belasting de hoogte in gaat. Laten we hopen, dat de meerderheid van de Tweede Kamer niet voor dit plan te vinden is. N. W. Jong en arm Het zijn niet alleen zij, die „oud! en arm" zijn, voor wie het een bittere teleurstelling is, dat de compehsatie-uitkering-ineens niet aan gepensionneerden 'en social a rentetrekkers wordt toegekend. Er is- ook nog een groep; die niet oud is.'maar wél arm en die 'de rege ring 6ök vergeet. Dat zijn zü. dis reeds op jeugdige leeftijd gepen- sionneerd worden ln verband met invaliditeit. Wordt het niet tijd, dat ook voor hun belangen eens een lans wordt gebroken? EEN TELEURGESTELDE Nogmaals: Christiansen j U is „sprakeloos" schrijft u. Ik voel mij gedrongen over de vrij lating van Christiansen, nog evea te.spreken. Men ontslaat ccn der- gelijk man uit de gevangenis, in- plaats van hem tegen dé muur té zetten. Wie is voorzulk een besluit nu eigenlijk verantwoorde lijk? En hebben wij een volksver tegenwoordiging of hebben, wij er geen?Als men dan iemand als Christiansen met alle geweld vrij wil laten waarom Iaat men hem dan. niet los ln-Putten? Of in het door zijn „Flieger" geteisterde Rot terdam? J. ROOLAART Zo zijn de feiten! Dezer dagen constateerde u wei nig bewondering te hebben vootf het beleid van de regering inzake de gepensionneerden en zij die uit kering ontvangen krachtens de Noodwet-Drees. Dat is wel zeer zacht uitgedrukt. U kunt gerust spreken van een grof schandaal. De blaam hiervoor tref t niet al leen de regering. Zeker niet voor wat de' gepensionneerden aangaat Mogen wij er aan herinneren, dat teen voor dg werkenden de z.g, Jöék es-gulden nodig werd geacht, hierbij wel de Noodwet-mensen werden gerekend, maar de gepen sionneerden er "niet hij waren? Driemaal hebben werkenden cn Noodwet-mensen een ronde van 5% gekregen. Maar de gepension* neerdon waren er niet bij. Vier maal achtereen .werden - zij verge ten. Door wie? Door de Stichting voor de Arbeid, in die Stichting hebben hun oude kameraden zit ting, Maar die vergeten hun oude kameraden glad. Dat maakt het de regering mogelijk zich met een Jantje van Leiden van de zaak at te maken. Zo zijn de feiten! H. j'. KLEIN Gratie voor Kotiilla Door öan Kotalla gratiete ver lenen hoont men gans een volk, Hoe lang zal dit. graüc-bcleid nog voortduren.? Wat zeggen de inwo ners van Putten er van? Blijft het hierbij ofwordt aan de thans le venslang opgesloten Kotalla over enige jaren weer barmhartigheid gedaan? Het is de hoogste tijd. dat de Nederlanders eens duidelijk la ten wéten, dat zij van dit snort barmhartigheid niet zijn gediend; W. T. Advertentie I. M.j hef verend bin- ook do deklaag ONVERSLIJTBAAR GARANTIE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1951 | | pagina 4