ONDER EEN
NAAR 'T
GRIJZE
DIEPPE
m
BRIES
i
HUNTER
n
m
beide
Journaal
van
De Hoop'
tia.J
MOEILIJKHEDEN?
Doorbetaling van loon in
geval van ziekte
Wm
m
Wij geven raad
MbètdiJ: 'éeiiiï.
hóren!
u"r :I5 Jm
Zaterdag 22 December 195X1
WE lagen nog in de I Jmuiderhaven met JDe Hoop", het
veertig jaar oude schoenextje, dat elk jaar met een
dokter, een dominee, een apotheekje en een huisorgeltje aan
boord de vissersvloot op de Noordzee vergezelt, en dat de heer
Suermondt, administrateur van de „Nederlandse Vereniging
HospiJaai-Kerkschip De Hoop" elk jaar meer zorg baart om het
benodigde geld bijeen te krijgen voor dè jaarlijkse kalefate
ring, die het antieke brikje zeewaardig moet houden. Gelukkig
heeft hij juist dezer dagen bij een melkfabriek de hand weten
te leggen op een aantal busjes, waar best collectebusjes van
te maken zijn.
T>ie middag: voeren we uit metzijn gezicht meer op: „Mg nemen ze
bestemming de Franse havenstad
Dieppe, want het loopt tegen het
eind van het seizoen, en dan zakken
de vissers af naar Het Kanaal, waar
de haring zich in deze maanden in
groten -getale ophoudt. In de week
ends Jopen de loggers en. de traw
lers dan Dieppe binnen, en daar vin
den 2e „De Hoop", de dominee en
dc dokter.
Deze keer waren er nog uw ver
slaggever en niemand minder dan
ome Theo van de schoolradio aan
boord, om de thuisblijvers in te lich
ten over het wedervaren van „Dc
Hoop", Er stond cca stijve bries op
de grauwe Noordzee. en wij beklom
men terstond na het uitvaren, ge
kleed in oliejas cn trui, met een
„Ahoy!" op cle lippen de brug, ten
einde daar bars naar de einder te
gaan turen, zoals volgens de boek
jes de zeelui gaarne doen. Daar de
stijve bries ziclj echter spoedig ont
popte ais een aankomend stormpje,
en het schip fcjj het slingeren hoe
ken van vijftig graden met de hori
zon begon te maken «en situatie
waarin men minstens kapitein De
Vreugd of stuurman Floor zelf
moet zijn om overeind te blijven
scharrelen wij na enige tijd met
de-vis-wordt-duur-betaald koppen
naar beneden, waar wij de eerste
machinist nog juist tegen een der
matrozen hoorden zeggen:,Bn
dan schrijven ze in de krant dat de
touwen werden los. gegooid, en toen
de motor gestartI Stel je voorDe
touwen los gooien voordat de motor
gestart is!".
De ander lachte verachtelijk.
In de ziekenboeg vonden we de
dokter. „De wetenschap geeft hier-,
omtrent geen zekerheid, maar velen
menen dat de zeeziekte iets te ma
ken heeft met de evenwichtsorga
nen." sei hij, steeds bleker wordend.
„Wat een fantastisch gezicht zeg,
die golven!" hoorden we de tweede
machinist op het' gangetje brouwen
Door een onzer verslag
gevers
in een geslaagde nabootsing van on
ze gesprekken op de brug.
Nee, veel prestige hadden we niet
bij de bemanning.
DE scheepsdokter,.die nieuw was
op „Pe Hoop", bleek bij nade
re kennismaking een van die zwer
vers dia onze romanschrijvers zo
graag met een doorgroefde kop
sterk, zwijgend door hun pagina's
laten schrijden. Het was heerlijk nu
eens een echte te zien. Waar hij niet
was geweest was niks te doen. „In
West-Afrika, schenken zc een uit
stekend biertje," lichtte hij ons in.
niets van die donderse hotsknots
mannelijkheid welke volgens Jan de
Haxtog steeds 't heimelijk 6Chreien
van het gouden zwervershart ver
bergt. Als ge het mij vraagt stond
niet?
Hij had een eigen primusje bij
zich, want die koffie uit de kombuis
was nooit wat, en een kussentje om
op te zitten als de banken, hard
zouden b.lyken. En hij had zyn wol
len broek een minuut of wat in vyf
liter wasbenzine, vermengd met een
ons watervrij wolvet gesopt, ver
telde ho ons, ten einde het kleding
stuk waterdicht te maken.
Dat door een samenloop van om
standigheden een gedeelte van de
inventaris van het hospitaaltje niet
aan boord bleek, nam hjj op met de
gemoedsrust van een die het blik
baar ook kon met een knopentrek
ker cn een schoenlepel. Intussen
trok hij echter wel degelijk aan. de
nodige touwen, en kwam het met
die spullen nog op tijd in orde. Wel
keek hg vreemd op toen bij zijn
uitrusting een verlostang bleek "te
behoren, want hij kon niet bedenken
wat hij daar nu mee moest aanvan
gen bij die stoere Katwjjkers en
Scheveningers.
Die waren overigens erg big dat
ze met hun kwalen en ongevallen
bij een Hollandse dokter terecht
konden. En tussen twee steenpuls- i
ten en een zwerende vinger door
wou hg nog wel eens verhalen ver-
tellen, van zijn zwerftochten. Een
daarvan heeft mg diep getroffen,
en ik wil het u niet onthouden, „Ik
werd in Arabië eens in consult ge
roepen door de oude koning van
Yemen," zei hij. „Die had nierklach
ten. Nu, toen zei ik tegen de Arabi
sche tolk: „Zeg eens tegen zijne
majesteit dat hij zfjn burnous 'uit
dóet."
Dat gebeurde en toen bleek dat
de koning daar onder nog eeu jae
gertje aan had.
„Zeg eens tegen zrjne majesteit
dat hg zijn hemmetje ook uit doet,
zei ik tegen de tolk.
Toen deed hij zijn hemmetje ook
uit. En wat denk je dat er achter
In dat jaegertje gedrukt stond?
Jansen en Tilanus!".
OVER het algemeen is het een
vrij enerverend beroep, dat ik
uitoefen, en een mens wil daar wel
eens somber van. worden. Maar
sinds ik hier aan boord ome Theo
van dc schoolradio heb Ieren, ken
nen, ik getroost mijn. weg, in de
wétenschap, dat fcö het zwaarder
heeft Nu ja, toen "ze op het schip
wat aan hem gewend waren, en hij
wat ongemerkt rond kon scharre
len, ging het wel wat gemakkelijker
maar dat begin!.O, moeder, iaat
uw kind nooit radio-ome worden.
Die ochtend kwam hg fris gescho
ren aan dek in een lichtgroene zell-
trui, met een organiserende blik in.
de ogen en een klein koffertje aan
de hand, waarmee hy naar behoeven
geluiden, op kon nemen voor zijn
schoollieven en -nichtjes. Op de
voorplecht stond een drom ruwe
zeebonken hem van onder de petten
zwijgend aan te kijken. Inpla&ts van
rechtsomkeert te maken liep hij
recht op hen af. Hij was een held.
Ge moet dat meemaken hoe een
groep ruige robben boordevol latent
commentaar naar een radioman met
eeu koffertje kg kt. Zwakke naturen
gaan dan door de knieën.
Maar zo niet ome Theo. Hg stap
te op hen af en riep met onvervaar
de geestdrift: „Weet je wat leuk
Ik zeg in de microfoon: „Stuur-
Maar zijn rnanier van doen had i man Floor, geef eens een welkomst-
- 'groet aan alle Nederlandse school
kinderen!" En dan .geeft de stuur
man een signaal met descheeps
hoorn! Dat is leuk!"
Diepe stilte volgde. Een vari de
3*3^
matrozen spoog een straal tabaks
sap over boord. Toen zei hg: „D'r
zit geea lucht op de hoorn."
„O, maar dat kunnen we toch wel
even verzorgen?", zei ome Theo
met een luchtige opgewektheid die
mij door de ziel sneed.
„Als het maar niet te veel is!",
zei de machinist met een blik vol
aanvaringen in de mist ten gevolge
van gebrek aan gecomprimeerde
lucht op de misthoorn. Maar hg
ging het toch in orde maken.' En
stuurman Floor klom al vast naar
de brug, want die jongen vaart al
zo lang dat niks hem te gek is.
Maar hg had wel iets in de ogen
van: als ze op de schoolbanken eens
wisten wat hier een huisvader mét
kinderen wordt aangedaan.
De machinist keek anders. Die
scheen te denken: die radiovent. is
gek, en die daarnaast (dat was ik)
ook. Intussen zette ome Theo' on
versaagd zön koffertje op scherp
erf riep big naar de brug: „Geef
maar drie korte stoten, dat ls< aar
dig!"
„Da's goed," riep de stuurman te
rug. „Drie korte stoten betekent:
Volle Kracht Achteruit!"
En. toen ging hij een dun shagje
rollen.
Ten slotte werden ze het eens
over drie lange stoten, wat wel als
groet gebezigd werd. Er viel een
druppel regen uit de loodgrijze
lucht en een gure wind gierde over
het dek- Ome Theo ging op de hur
ken zitten en riep verheugd tegen
de microfoon: „Daar zyn we dan
met onze schoolradio aan boord van
„De Hoop". Stuurman. Floor, geef
eens een welkomstgroet aan alle
schoolkinderen van Nederland!"
Op dat moment begon een klein
Fransmannetje niet ver van ons af
driftig met een beitel op een stuk
Özer te slaan zonder enige aanwgs-
bare redenen. Wij keken verstoord
over de railing, maar misschien ver
stond hg onze Hollandse blikken
niet. Hg sloeg maar door. Beng!
Beng! Beng! Intussen, loeide onze
scheepshoorn braaf zyn drie lange
stoten,
„Mislukt! Dat moet over!" zei ome
Theo onverzettelijk.
„Pas maar Op!" zei een matroos
en hij wees naar een Engels 3chip
dat in'de buurt dobberde. „Die be
gint er direct door heen te toeter
ren."
We keken allemaal naar de En
gelse vrachtvaarder. Over de brug
leunde een zwijgende Engelsman.
Voorzeker had hij dè hand op de
hoorn,enkon hg elk ogenblik een
jeloêi de lucht inzenden dat de
muren van Jericho zou doen vallen.
Ome Theo draaide aan de knop
pen. „Daar 'zgn we dan kzzzztgrrr
beng! knerpte het koffertje vrolijk.
Nu, toen zijn we uit mekaar ge
gaan. Maar 'even' later zag ik ome
Theo in een stil hoekje buiten het
bereik van profanerende blikken op
nieuw dat opgewekte „Daar zyn we
dan" in zyn microfoontje spreken.
En, toen die avond in Dieppe een
der matrozen na een paar gezellige
uren in een klein café over de rai
ling klom, en op het dek de stuur
man vond, die zgn bedryvigfe ver
richtingen onderzoekend stond aan
te kijken, hoorde ik hem in een
meesterlijke imitatie uitroepen:
„Daar zijn we dan!",
Ach, elk vak heeft zijn moeilijk
heden.
Het was Zaterdag toen de Hol
landse vissersvloot Dieppe binnen
liep. Er stond een ruwe zee. In lan
ge rijen kwamen ze door de sluis
gevaren: oude haveloze loggers met
opgelapte "zeilen, "roestige stomer-
tjes, brede motorschepen. Dértig
jaar scheepvaartontwikkeling trok
daar voorbij. De Henny, de Willy,
de Gezina-Geertrui. De dekken, wa
ren bloederig van het haringkaken
en aan de railing stonden de man
nen van Katwjk, Vlaardingen,
Scheveningcn, en IJmuiden in blau
we truien en waterlaarzen. Achter
mekaar kwamen ze over de hoge
golveri de pieren binnen tftden,-
waarachter na weken hard en vuil
werk op zee de neonlichten lokten
die zich spiegelden in het rimpeligs
water van de haven van Dieppe.
Als. de vloot:blnnen Is begint de
drukke tjd op De Hoop. En ze kun
nen vry veel doen met hun hospi-
TTALLO HOOP! Hallo
Hoopf Een van de
mannen hoeft een steenpuist
gehad, ik zeg een steenpuist
gehad. Die is weer weg, maar
nu begint zijn arm onder de
oksel op te zwellen; ik zeg on
der zijn oksel op te zwellen.
Wat moeten we doen? Over!"
Vraag eens of het pijnlijk is
als hij er op druktvroeg de
scheepsdokter van „Dc Hoop".
Dc marconist boog zich over
gijn apparaat cn begon weer te
praten met de Vlaardinger die
een paar mijl uit de kust lag
Even later gaf kij de bevesti
ging door. Ja, het deed pijn als
je er op drukte
Ichtkyolzalfzei dc dokter. Misschien had hij nog wel meer
willen zeggen, maar de marconist begon al weer in zijn microfoon
te spreken. „Hallo schipper, hallo schipper! Je neemt'de Ich-
thyjolzftlf uit je kastje. Dat is die zwarte rommel, die zwarte
rommel. Die smeer je d'r op, smeer je d'r op. En dan bind je de
arm óp in een driehoekig verbandzodat die rust heeft. Ik her--
haal, dan bind je de arm op in een driehoekig verband, zodat-
die rust heeft
De dokter ging terug naar 'de ziekenboeg. De marconist slak
een sigaret op. Hij haalde zijn schouders óp toen ik mijn ver-'
wondering liet blijken over het uitgebreide recept dat hij zonder
verdere hulp van de dokter had doorgegeven,Jk vaar al zo lang
mee dat ik het zelf ook wel weet" zei hij. Voor de vorm laat
ik de dokter roepen, ma<ir vaak is die toch te zeeziek."
En na mij aldus zijn sceptische kijk op het medische te hebben
gegeven, liet hij mij alleen.
taaltje, maar Jan kwam met klach
ten die verdacht schenen'en de dok
ter zei: „Naar het Franse zieken
huis voor nader onderzoek!"
Maar hij wou niet.. Zyn hele ge
looide gezicht was een groot Neder
lands wantrouwen tegen die drukke
Fransozen met huil onverstaanbaar
geratel. Een stugge kleine visser in
'n vuile werkbroek, wiens zeebenen
onwrikbaar in de klompen stonden.
Daar kom je dan in goed vertrou-
wen bj een Nederlandse dokter, en
die stuurt je nog het bos in. Hij
was er vies ingetrapt
Iedereen kwam er aan te pas. De
dominee, de dokter, de schipper, een
voorbijganger. Met z'n allen stonden
ze aan hem te duwen. En na een
tgdje kwam hg inderdaad op gang,
in de richting van de Rue Pasteur
waar in een vaal gebouw vol bezig
gonzende nonnetjes het ziekenhuis
gevestigd bleek.
Er was een drukte van jewelste,
want er was daar juist een splinter
nieuw doorlichtingsapparaat gearri
veerd: een geschenk uit Canada dat
zich-sinds de dagen van dc proef
in vasie veel aan het stadje gelegen
laat liggen. Het apparaat stond ih
een hoek te blinken dat het een
lust was, en een Fransman in een
witte jas stond er trots glim
lachend naast, te midden van een
kring bewonderaars.
Daar het toestel nu onmiddellijk
beproefd kon worden werd de
komst van onze patiënt met gejuich
begroet, wat hem nog wantrou
wiger maakte, want hij had nu
helemaal de indruk dat die Fransen
geen ogenblik meer wilden talmen
om hem vroigk fluitend een been af
te zagen. Gelukkig was de dominee
er tg om hem opbeurend toe te
spreken.
Jan werd met een sierlijk gebaar
uitgenodigd om op een schavotje te
gaan staan en de Fransman draaide
big aan de knoppen. Het was in een
ogenblik gebeurd. Jan mankeerde
niks, zei de Franse dokter. Hg had
iets spijtigs.
De visser haalde intussen zijn
pakje zware shag voor de dag, en
bood iedereen aan om een Holland
se visserssigaret te rollen, wat ge
coiffeerd werd aangenomen. „Rol
maar een dikke", zei lig gul. En
toen zowel de Franse dokter als
diens assistent ha een aantal trek
ken zichtbaar begon te verbleken
van die ongewoon zware pillen,
stapte hg tevreden de deur uit.
Maar op straat heeft hg van zyn
eigen dokter toch nog een bevesti
ging gevraagd of' hg nu werkelijk
nieta mankeerde.
DE dominee had aan de Boule
vard de la Libération een ba
rak afgehuurd, om die honderden
vissers op Zondag voor te kunnen
gaan in de dienst, en de rest van
de dag aangenaam bezig te kunnen
houden met halmaspellctjes en.
sjoelbakken. Het was een merk
waardig gezicht in die levendige
Franse stad plotseling grote groe
pen vissers tegen te xomon, die in
de Zondagse pakken en petten ter
kerke togen met dezelfde bedaarde
*ap als zg dat in hun dorpen doen.
Op weg er heen liep ik achter
drie forse bonken van de zee, met
stevige nekken onder de lakense
petten, en. de in eerljjkwerk ge
bogen ruggen in zwarte jassen. Er
was echter iets met die ruggen. Óp
een of andere manier waren het
geen ruggen die ter kerke togen,
„Jekennutmedcen!" zelden die rug
gen. „Wg gaan niet naar die dienst.
Wg gaan een biertje kopen!"
Het waren sterk sprekende rug
gen. Ik ben ze gevolgd. Over de.
Quad Henri Quatrtème en .de. Quai
Duquesne naar een schemerig café
met spiegel en een mahoniehouten
toonbank. Het heette daar Chez
Susette.
Er was niemand aanwezig, be
halve Susette zélf. Ze was al een
beetje op jaren, maar ze veerde
met een verrassende snelheid over
eind op het zien van die vroege
klanten, Ah, de heren waren Hol
landers? Nou, dan had ze iets spe
ciaals.
En met een glimlach stapte ze
naar een hoek van het lokaal waar
de nieuwste aanwinst van het eta
blissement stond' te glanzen: een
radio ais een straatorgel. Wat ze
daar niet uit kon. halen.
Ze zette het toestel op Hilver
sum en draaide trots aan de knóp
tot het niet harder kon. Zegevierend,
stond ze in een baaierd van Neder
landse klanken.
Afschuwelyk, mensen. Zet ge op
Zondag wel eens uw radio aan f Een
schalmei van een dominee trad
daar met opgeheven wysvinger
door dé luidspreker die Franse
dranltgrot binnen.
Nu, toen zijn we maar naar de
Boulevard de Ia Libération gegaan.
De dominéé schonk koffie.
D IE avond nam ik afscheid van
De Hoop, die nog oen paar we
ken. in Dieppe zou blijven liggen,
ter verzorging van de vissers. Een
weemoedig afscheid, want De Hoop
Is een schip, waar men zich aan
gaat hechten, Dc heer Suermondt,
die de ziel is van de vereniging wel
ke De Hoop exploiteert, zamelt op.
het ogenblik geld in. voor ecu nieu-
we Hoop, omdat de oude rijp is voor
de sloper. Zes cn een halve ton
moet hg hebben.
Hót is een „stijf' .schip,,
zeggen de insiders. Het is ge
bouw als een zeilertje, en sinds
er een motor in is gezet, en. er
nog slechts zeil gehesen wordt
om bij te sturen, slingert het
bij ruw weer dermate hevig,
dat het binnen drie seconden
van zijn ene op zijn andere zij
komt te liggen. De ziekenboeg
is onder de waterlinie en kan
slechts geventileerd worden
via de deuren. Het bijbehorend
bad kan niet worden gebruikt
omdat er geen afvoermogelijk-
heid is. Het dek gaat telkens
lekken, wat lastig is als er
zeetj es over komen. Deze, keer
zat er een lek boven het huis
orgeltje! van de dominee:
Het schip heëft veel meer
nadelen, maar wanneer ge de
kapitein of de stuurman daar
naar vraagt, geven ze ontwij
kende antwoorden, want ze
varen beiden al meer dan twin
tig jaar met De Hoop, en zó'n
oude makker laat :,ge1 niet zo
maar over de tong gaan. „De
romp is nog best" menen ze;
Advertentie (LM.)
IN geval van ziekte kan een arbeider zgn werkgever aanspreken voor
doorbetaling van het loon. De juiste verplichting van de werkgever
wordt dan bepaald door de kantonrechter. Deze zal bü zyn beslissing reke
ning houden met een eventuele uitkering ingevolge de ziektewet. In dat
geval ontvangt de werknemer dus alleen loon over de drie wachtdagen eii
eventueel daarna nog. een aanvulling van 20% op het ziekengeld. Een
algemene richtlijn kan hier niet worden gegeven. De desbetreffende be
paling van het Burgerlijk Wetboek is namclük vrij vaag. De kantonrechter
zal daarom van geval tot geval anders kunnen beslissen. Dat is ook de
reden, dat de practische betekenis van de betreffende'bepaling nimmer
groot is geweest.
Slechts in weinig gevallen zal de
hulp van de'kantonrechter worden
ingeroepen. Bovendien is de'. mo
gelijkheid geopend dat het bewus
te artikel (1838. c) geheel buiten
werking wordt gesteld' door een
C.A.O, Dit in antwoord öp een
vraag van C. G.
J. b. De termijn van drie
jaar, die de kantonrechter kan
stellen bij het toewijzen van., eeu
woning, die gekocht is mét' de be
doeling, dat de koper erin kan.
trekken, is geen wet van Meden en
Perzen. De kantonrechter houdt
in elk voorkomend geval rekening
met de omstandigheden van ko
per en" huurder'. Daarnaast staat
dan nóg het verkrijgen van een
huisvestingsvergunning, hetgeen
een zaak op zichzelf is.
'A.' B, Het uiteindelijk fiat om
te emigreren wordt niet gegeven,
wanneer er nog.belastingschuld is.
Mocht -op eefl of andere wijze
iemand het land verlaten, die be
lastingschuld heeft dan is het niet
uitgesloten, dat. hij, terugkomende,
voor zgn - schuld- aansprakelijk1
wordt gesteld en' wél op een wij
ze, die wellicht niet zo prettig is.
Gepensionneerden en
huurverhoging
Met instemming las ik uw arti
kel „Oud en arm" over het achter
wege laten van een compensatie-
uitkering aan sociale rentetrekkers
en gepensionneerden. Wat moet
het nu worden als'de minister van.
Wederopbouw en Volkshuisvesting
zij a zin krijgt en de huren weer
omhoog gaan? Dan weten de ge
pensionneerden en anderen met
kleine vaste inkomens helemaal
geen raad meer, temeer waar bh
huurverhoging, ook de personele
belasting de hoogte in gaat. Laten
we hopen, dat de meerderheid van
de Tweede Kamer niet voor dit
plan te vinden is.
N. W.
Jong en arm
Het zijn niet alleen zij, die „oud!
en arm" zijn, voor wie het een
bittere teleurstelling is, dat de
compehsatie-uitkering-ineens niet
aan gepensionneerden 'en social a
rentetrekkers wordt toegekend. Er
is- ook nog een groep; die niet oud
is.'maar wél arm en die 'de rege
ring 6ök vergeet. Dat zijn zü. dis
reeds op jeugdige leeftijd gepen-
sionneerd worden ln verband met
invaliditeit. Wordt het niet tijd,
dat ook voor hun belangen eens
een lans wordt gebroken?
EEN TELEURGESTELDE
Nogmaals: Christiansen j
U is „sprakeloos" schrijft u. Ik
voel mij gedrongen over de vrij
lating van Christiansen, nog evea
te.spreken. Men ontslaat ccn der-
gelijk man uit de gevangenis, in-
plaats van hem tegen dé muur té
zetten. Wie is voorzulk een
besluit nu eigenlijk verantwoorde
lijk? En hebben wij een volksver
tegenwoordiging of hebben, wij er
geen?Als men dan iemand als
Christiansen met alle geweld vrij
wil laten waarom Iaat men hem
dan. niet los ln-Putten? Of in het
door zijn „Flieger" geteisterde Rot
terdam?
J. ROOLAART
Zo zijn de feiten!
Dezer dagen constateerde u wei
nig bewondering te hebben vootf
het beleid van de regering inzake
de gepensionneerden en zij die uit
kering ontvangen krachtens de
Noodwet-Drees. Dat is wel zeer
zacht uitgedrukt. U kunt gerust
spreken van een grof schandaal.
De blaam hiervoor tref t niet al
leen de regering. Zeker niet voor
wat de' gepensionneerden aangaat
Mogen wij er aan herinneren, dat
teen voor dg werkenden de z.g,
Jöék es-gulden nodig werd geacht,
hierbij wel de Noodwet-mensen
werden gerekend, maar de gepen
sionneerden er "niet hij waren?
Driemaal hebben werkenden cn
Noodwet-mensen een ronde van
5% gekregen. Maar de gepension*
neerdon waren er niet bij. Vier
maal achtereen .werden - zij verge
ten. Door wie? Door de Stichting
voor de Arbeid, in die Stichting
hebben hun oude kameraden zit
ting, Maar die vergeten hun oude
kameraden glad. Dat maakt het
de regering mogelijk zich met een
Jantje van Leiden van de zaak at
te maken. Zo zijn de feiten!
H. j'. KLEIN
Gratie voor Kotiilla
Door öan Kotalla gratiete ver
lenen hoont men gans een volk,
Hoe lang zal dit. graüc-bcleid nog
voortduren.? Wat zeggen de inwo
ners van Putten er van? Blijft het
hierbij ofwordt aan de thans le
venslang opgesloten Kotalla over
enige jaren weer barmhartigheid
gedaan? Het is de hoogste tijd. dat
de Nederlanders eens duidelijk la
ten wéten, dat zij van dit snort
barmhartigheid niet zijn gediend;
W. T.
Advertentie I. M.j
hef verend bin-
ook do deklaag
ONVERSLIJTBAAR GARANTIE