Uit Nijkerk komen de Kerstboekjes ■Kerst VERWERPINQEN" Ieder viert Kerstmis op eigen wijze i i zonder fazant- oasa^ wtó. Geen piaafs in Bethlehem Sinds 1880 bijna dertig millioen dk Een somber jachtverhaal Oud Sallands gebruik tussen Sinterklaas en Kerstmis Maandag 24 December 1951 9 fVflit onze inode-redactrice) Zy1 KW toonderltjte iets is dat eigen- +-* lijk, zo'n grote stad. Meestal lopen toe er onverschillig doorheen zonder te denken aan al die duizen den mensen, die rondom, ons wonen. Maar 's zomers, als het warm is, zien we ze door de open ramen zit ten, 's avonds om de lamp, ieder in zijn eigen kubieke meters ruimte, van burendie wij vaak helemaal niet kennen, naar boven, naar be neden en naar opzij slechts door een dunne wand gescheiden. In de winter wordt ons een der gelijk vluchtige blik tn het leven van een ander slechts zelden ge gund. Met één uitzonderingwan neer tijdens de Kerstdagen de Kerst boom brandt, openen velen de gor dijnen om Iedere voorbijganger tfan het feestelijke kaarslicht en de glin sterende ballen te iaten genieten. Wij hebben een steentje willen bij dragen tot de instandhouding v>in deze goede gewoonte door een heleboel stenen weg te nemen! Een blik achter de gevel in een Neder lands buis, waar ieder gezin Kerst mis viert op eigen wijze. Eenvoudig, mondain- of elegant maar Fiet ple zier is niet altyd evenredig met het geldj dat voor een feest wordt •uit gegeven. Op de benedenverdieping staat men gereed weg te gaan voor hét diner in een chic restaurant: de vrouwen in' avondjurk, bedekt met mantels van bont en fluweel. Z\1 fleren Kerstmis heel duur maar dat komt er niet op aan, als het ■maar geen moeite kost. Op de eerste verdieping woont een gezin met gevoel voor stijl. Hier is geen moeite gespaard om van het Kerstmaal een succes te maken. .Feestelijke, korte avondjurken, glin sterende, maar niet zo heel kost- oare juwelen, een tulen shawl om ac schouders, dat is het toilet, waar in hter Kerstmis toordt gevierd. Op de tweede verdieping woont een echt gezin: vader, moeder, zoon tje en dochtertje. Hier is het Kerst feest het echtste feest al is het boompje niet zo groot, een paar cadeautjes voor de kinderen liggen er natuurlijk onder. En moeder draagt over haar truitje van iedere dag ter ere van het feesteen kleu rig wollen vestje, dat zij tn kaar schaarse vrije uren zelf met appli ques en borduursels heeft versierd. En op de zolderkamer heeft een jonge artist zijn atelier, waar hij ook woont met syn vrouw. Veel ruimte hebben zij niet en ook niet veel geld. Zij maken het zich deze dagen zo ge makkelijk mogelijk. De vrouw heeft haar geliefde huistoilet aangetrokken: lange broek met blouse en vestje. BETHLEHEM. Laatkomers ill Bethlehem zullen geen kamers meer vinden, daar reeds weken geleden alle ruimte daar, evenals in Jeru zalem en Amman werd volgeboekt. De hotelhouders verwachten, dat dit de beste Kerstmis zal zijn sinds de gevechten in. Juli 1048 eindigden. 2.000 Christenen, die in Israël wo nen, zullen toestemming krijgen naar Jordanië te gaan om op Kerst rms de godsdienstige plechtigheden te kunnen bijwonen. Dit is het grootste aantal, dat toegelaten wordt sinds de Israëlisch Arabische oorlog. Verder hebben de leden van het diplomatieke en consulaire korps altijd toestemming de grens te overschrijden. Buitenlanders in het gebied onder Joods toezicht mogen ook met Jor daanse vlag in het onder Arabisch toezicht staande deel van Jeruza lem en Bethlehem komen, maar zij mogen na hun overschrijding van de Arabische grens met over Israël naar huis terugkeren. Het ministerie van Euitenlandsa Zaken heeft meegedeeld, dat Israel een lijst van de pelgrims zal ver strekken, die op 24 December de Jordaanse grens te Jeruzalem mo gen overschrijden. Volgens het ministerie zullen hoofdzakelijk vergunningen worden verleend aan Christenen, die bloed verwanten in Jordanië hebben. Deze pelgrims zullen naar de -Mandela- bum poort m Jeruzalem vergezeld worden, waar zij het niemandsland oversteken, waarna een Arabische begeleiding op hen wacht. hi ri* «it11 is mm mfflm.Ms.7 'in 1 Ondernemende domineeszoon begon er mee... ïitfJI' «M'nWVft Bnp (Van een onzer verslaggevers) MOCHT U dezer dagen door Nijkerk ge komen zijn dan hebt U wellicht ook de t, kondiging met grote letters gelezen, dat de rstboekjes er weer zijn. Want Nijkerk is van ouds de plaats, waar de Kerstboekjes van daan komen. De boekjes van Cailenbach, de uitgever. Met die eenvoudige uitgaafjes, die op alle Zondagsscholen van Nederland wer den verspreid, en die een begrip in ons land geworden zijn, is het begonnen. Het eerste van die boekjes kwam in 1880 uit. En ruw geschat zijn er sedertdien dertig millioen (30.000.000) verschenen. Op de directiekamer van de Nijkerkse uitgeverij hebben we over die vermaarde werkjes zitten praten, en omdat we heel graag iets hoorden over het verre verle den, had men er een oudgediende bijgehaald. Hij had dan wel niet het allereerste begin meegemaakt daarvoor' zou een honderdjarige nodig zijn geweest maar toch. wel een vroeg stadium. Het begon allemaal heel klein. Met het boekwinkeltje van de jeugdige G. F. Cailenbach, zoon van dominee C. C. Cailenbach. Deze laatste was predikant in Elburg en Nijkerk en had de naam „de Profeet van de Veluwe". De jonge Cailenbach liet enkele ge schriften van zijn vader drukken; het waren, zijn eerste stappen op bet uitgeverspad. Tot de schrijvers uit die eerste periode behoren A. J. Hoogenbirk, E. Gerdes, J. F. Buisman, P. Brou wer. Vooral Hoogenbirk was een vruchtbaar en graag gelezen auteur. Hij heeft o a. „Baas Klaas", „De boer van Woudhof" en „De droeve vioolspeler" op zijn naam staan. Misschien wekt de naam E. Gerdes echter bij meer lezers herinnerin gen op, bijvoorbeeld als we erbij zeggen, dat hij de schrijver was van „De inktvlek en het ei" en van „Bosa Fluweeltje". „Al die vroegere boekjes," zegt onze oudgediende, die tijdens onze ontmoeting diep in zijn geheugen heeft gegraven, „wei-den wel aan de kinderen gegeven, maar het wa ren eigenlijk boekjes voor de ouders. De kinderen werden onver anderlijk met „lieve kinderen" aan gesproken. cr Lep altijd een preek tussendoor maar als kind sloeg jo die over, laten wij maar eerlijk zijn. Je wilds weten hoe het ver haal liep. En natuurlijk keek je naar de plaatjes"- Want plaatjes hoorden erbij. Het waren bijzonder goedkope boekjes. Ze waren van zestien tot honderdzestig pagina's groot, Een hoekje van zestien pagina's kostte een stuiver. Eerst waren ze alleen ingenaaid verkrijgbaar, later de dikkere ook gecartonneerd. Er was een tijd, dat bij een bestelling van minstens vijfentwintig exemplaren voor de halve prïjs werd geleverd. Een boekje van 96 pagina's met illustraties, gecartonneerd met een gekleurd omslag kwam dan op drie stuivers. De boekjes kwamen op alle Zon dagsscholen, Gereformeerd en Ned. Hervormd. Luthers en zelfs Oud- Katholiek. Ze werden ook uitge stuurd naar Zuid-Afrika. Amerika. Argentinië, West-Indié, Indonesië en Egypte. De bestelling geschiedt tegenwoordig per bode, vroeger uitsluitend per trein. Dat beteken de dat da trein in de December maand nog wel eens Wat opont houd had in Nijkerk, „Dat zijn natuurlijk die rooie duvels van Cailenbach weer," zuchtte de con ducteur dan als dc bergen roodgc- i rugde Kerstboekjes moesten worden i Ingeladen. Cailenbach geeft nog' steeds Kerst boekjes uit, maar vergeleken bij die eerstelingen zijn ze onher kenbaar, naar inhoud en uiterlijk. Het zyn boekjes m frisge omslagen, voor de jeugd geschreven door auteurs, wier naam klank heeft: Anne de Vries, K. Norel en. {nog altmi vooraan) IV, G. van der Hulst, wiens zoon (met dezelfde voorletters!) in pa's voetsporen schijnt te willen treden. Tegen woordig hebben de boekjes titels als „De stroper", „Vader cn Jaap", „Op de grote heide", „Tippeltj e". Naast de Kerstboekjes oftewel Zondagsschool-uitgaven zette uitge ver Cailenbach in de vorige eeuw ook nog De Christelijke Biblio theek op touw met de tijden is ook diè veranderd, ze leeft, voort als de Nobel-reeks. Dat hij met zijn bescheiden Ni.ikerks boekwin keltje de deur openzette voor een miliioenenzaak zal de ondernemen de domineeszoon niet hebben ge dacht. «11111!..^-. uiii'üauaiiinim itiininnininami: ;iaiKiiBiBiiiiiri«BDMi8iniisB5Mra De oude Kerstboekjes hadden me nigmaal een brok historie tot on derwerp. Daar had U b.v. ,Jan de Lapper", de schoenmaker uit dc da gen van Jan de lVitt, „De Dorps veldwachter", (een verhaal -uit de u-cteruloed van 1825) en „fti ere hersteld" een tafereel uit de tyd nart stadhouder Willem II). Het boekje waarvan het omslag hier En? is afgebeeld, ver scheen in 1898, het is een dik romannetje, dat begint tnet een pagina Franse re volutie, waarbij in de straten ran Parys de kogels dood en verderf braken. „Is er onder al die kogels niet één, die my wegneemt, die aan myu el lendig leuen een einde maakt? Uit het huts van my it lieue ouders weg gescheurd, ioord ik hier nog erger dan een hond behandeld". Zo sprak. een knaap van niet ouder dan 10 jaar. Dit is een fragmentje van pagina één. Het komt dus wel uit, dat die eerste uitgaafjes niet zo erg voor de jeugd geschreven waren. Het jonge tje, dat daar langs dc stoeprand ligt is WtUem van Straal, het knaapje dat „aldus sprak". I~) AT ïk die Kerst- I—f dag geen fazant heb geproefd, heeft bepaald niet aan de jagers gelegen, tuier onnozele metgezel tk tuns op dte grauwe Deccmber-dag, Dc haan, die in 't woeste féën haas, die te zeer bp mijn nonchalance £n te weinig op de Vasthoudendheid en speurzin van de hond yhad vertrouwd. Na de middag werd het anders, Diana toonde de jagers een duin «it de tucht tuimelde na een lachend gezicht, Voor mij kwam dit feilloos schot, had zich zo echt voor gezicht al te laat, want de flarden. tnv geofferd Maar anderen, die nooit van vinnig koude natte sneeuw had- geweten hebben met rnclkc prijs mijn den mijn gedachten al ver uit het somber jachtavontuur werd betaald, duin gebracht. Myn uiterlyb had da hebben by flakkerend kaarslicht de gebruineerde bouten zien glanzen, terwijl ik ntterig onder drie dckeiu, slechts koortsige dromen had, loaarin fazanten, patrijzen en hazen mij boosaardig en honend aanzagen. 7 - V? grauwheid van deze dag gekregen. Van schoen tot hoed. Hevige emoties konden daaraan weinig meer veranderen. Niet de val In de sompige greppel, die mij een moment het tableau van twee hazen en drie fazanten deed verliezen. Ook Maar het is etgen. schuld geweest, njet bet onverwachte schot, dat op omdat de jacht een onbekende facet ruijn gemeten twee meter naast in myn leuen was en al leen door de aj gonzend hoofd een overmoedig verhalen van. rijke tableaux de be langstelling van de onwetende had wakker geroepen. Ik rnocht dan mee, Van harte zelfb, omdat goede jagers can 'n volgzame drijver cu drager altijd behoefte heb ben. Zij zijn even nodig als de patro nen in de gordel en de. bekwame hond, die het toild voor de lopen brengt. Er dreigde natte sneeuw. Onder een grauwe lucht was een ochtend geboren, die slechts aarzelend tot dag wilde groeien. In de halve scheme ring vond ik het huls van een der jagers. di« mij monsterde met de blik van ccn routinier. In zijn ogen scheen iets van meewarige spot om de lage schoenen, de witte kousen met plus fours, de hchte regenjas en de rede lijk goede hoed. Ik constateerde het met bedwongen wrevel. Maar tege lijkertijd vond ik zijn vrouw mij tot die dag onbekend aan mijn ziide. De vergelijking met het uiter lijk van de jager, die wekelijks zijn haas en fazant als stil getuigende tropee mee naar huis voert, viel onmiskenbaar in mijn voordeel uit Hoge laarzen, groezelige manches ter broek en een windbreker van onbestemde kleur verlaagden hem in mijn aanwezigheid tot een gefor ceerde zwerver. Woordenlocs be leefde ik mijn eerste triomf. Het zou voor die dag ook myn laatste zijn. WANT wat de morgen beloofde, bracht de dag in óvemoed. Het wild was lui, zeker tot het middag uur, toen al bij iedere stap door het grijs-kleffe duinzand duidelijk hoor baar het soppend geluid myn schoe nen ontsteeg. De jagers, drie in getal, bleven lang mild in hun commen taar. Zij hadden andere zorgen dan alleen het weer. Het schaarse haas en de enkele haan, die op mijn aan vankelijk frenetiek drijven door dichtbegroeide duinvalleien het hazenpad koos of op dc wieken gingr ontkwam hun hagel te vaak. Zy namen hun verlies moeilijk. Hun oog en oor trokken niet naar de ramp zalige, die de venijnige duindoorns nog weken later als 'n pijnlijk-trieste herinnering uit hand cn been zou verwijderen. Er vielen wel schoten, maar slechts konijn liet buitelen. Zelfs niet tta vervaarlijke dreiging van een dub- belloopEgeweer, dat plotseling laag over my heen het lood afgaf op een verwaaiende haan, wiens verentooi enkele uren later stil te pronk zou liggen naast die van zes andere. De jacht werd nog rijk cn prik kelde de jagers tot langdurige sctivl- telt. Het afscheid van het duin viel hun zwaar. Mogelijk wisten zij thuis, vooral voo Kerstmis, de hunkerende gasten, die aan hun woord zeker niet genoeg hadden. HET werden er tenslotte twaalf, Drie h8zen, zeven, fazanten, een konijn en eén verdwaalde houtsnip, welgeteld. By de waard in de kleine gelagkamer, waar de gonje-zakken als wekelijk eiland temidden van het blinkend witte zand op de vloer lagen, wachtend op het tableau-vac- de-dag, konden een eerlijk glas en de beloftevolle geur van goede snert mij" met troosten. Het was te veel geweest voor een, die alle temptaties van de jachtop één dag recht in da ogen had geblikt- De jagers, óók nat en koud, maar anders, schoten in de sokken vim de gedienstige waard. Misplaatste fier heid weerhield mij hun voorbeeld to volgen. Zo reden wij door een zwarte avond naar huis. Ik, zwijgend door een snel opkomende influenza, de jagers loom en toch nog voldaan, omdat deze dag hen niet wet lego handen had weggestuurd. Voor het huis van mijn gastheer, die het gas pedaal van de auto anderhalf uur met de geleende sok had ingedrukt, werd my gevraagd een paar schoe nen te halen. Stijf stapte ik uit, belde aan, rillerig tot m elke vezel. De deur ging op 'n kier open en »k vroeg mat; „Hebt u 'n paar schoenen van meneer?" Het antwoord van. de vrouw, die mij 's morgens nog zo welgezind was gebleken, kwam als het genadeschot aan het einde van deze jacht. „Ik geef niet aan de deur," sprak zij koel. Kerstmis heb ik, zoals gezegd, zon der fazant gevierd. Met 'n geteisterd hart en een wankel lichaam ging ik het nieuwe jaar binnen. Over jagen heb ik zelden meer gesproken, cmdet eon mens iDch ergens nog zijn trots en eer door dit leven draagt. (Van onze correspondent) DEVENTER. Bakker Smije, in Bathmen, woont in de wijde stilte yan- het Sallandse land. Petroleumlamp en gasbolletjen zorgen er voor een schaarse verlichting. Maar ondanks dia duisternis weten de boeren en het jongvolkhem te hinden, uoorai in de tijd van de „verwer pingen", een oud gebruik dat in deze streken tussen Sinterklaas en Kerstmis in ere wordt gehouden. Een paar honderd man krioelen (lan in zijn zaak in dc buurtschap Loo ander Bathmen rond en verdringen zich om de werpplanken, er op uit om met dit kansspel een lekker krentenbrood te bemachtigen, of een „krentenstoete", zoals het hier heet. Tot in de keuken toe wordt dit spel beoefend. Er gaan wel eon paar honderd broden mee weg. per avond. En wie weet dat een grote „krenlenstoete" twee gulden kost (de kleine een gulden) kan zich de omzet in de vier uren dat zo'n „ver. werping" duurt, voorstellen. Er moet op zo'n avond veel verdiend worden, zeiden wjj dan ook tot de bakkersvrouw. Zij was de enige van het gezin die even vrijaf had. Er zijn immers zeker wel tien deelnemers, die elk hun kwartje inleggeld betalen. Maar toch: extra winst zit er niet in: Voor degene die het laagste aantal ogen gooit is er nog de prijs van een zak koekjes, die 50 cent kost. Wij verkopen op deze manier uitsluitend meer krentenbroden dan anders het geval zou zijn, vertelt rij. Hoe oud dit gebruik ls kan me vrouw Smijs ons niet vertellen. "Wij doen het al 27 jaar, zolang we de zaak drijven. Maar eér» oude baas, een dikke zeventiger die wij even later aan klampen, zegt dat hij zijn hele leven, dit spel al had gedaan- De oorsprong van het spel ligt vermoedelijk in de omstandigheid dat vroeger het brood dat de bak kers na St. Nlcolaas en Kerstmis overhielden min of meer werd ver loot. De bakker maakte een plank met 32 spijkers erin en bil iedere spijker stond een cijfer. Twee rin gen en de zaak was compleet. Later werd het oude brood vervan gen door verse „stoeten", kerst kransjes, koekjes, e.d. Nog altijd trekken velen er tussen, Sint en Kerst met de fiets op Uit» van bakker tot bakker, van dorp tot dorp, om het spel te beoefenen. Bij een grote winst is de bakker dan wel zo vriendelijk (en zakelijk) in plaats van een brood af te geven' een bestellinng ervoor op te nemen. Er moet zélfs eens een handige knaap zijn geweest die zo voor drie maanden zijn broodvoorziening had verzekerd.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1951 | | pagina 9