mVOOR ANTJES EN JANTJES Brillenbeeb, klein zielig hondje, hielp Steven rekenen Doorlopend kruistvoordraadsel De gele Bienebolder uit Den Dolder Twee be-zem-pjes RADIO-PROGRAMMA Als twee druppels water en andere jonge klantjes) -jÊ*. 10 r T/'? Het onbewoonde eiland Pil i 'J| li M Zaterdag,6 September 1952 v- - STEVEN"was die Woensdagoch tend weer in slaap gevallen, nadat Moeaer hem had geroepen en. toen, ze voor de tweede maal kwam, omdat ze hem niet had ge hoord, was het al zó laat, dat hij niet eens meer tyd voor zyn ha vermout had. Nog wat sul en ge jaagd en met een boterham voor het speelkwartier in zijn tas, stoof hij de stoep af en. struikelde bijna over een hondje, dat daar op een tree zat „Ga weg, viezerd, zei Ste ven. Hij maakte een schijnbeweging met zijn schoen en. was zeker door gehold als er niet een merkwaardig geluid uit het diertje was opgeste gen. Geen jank of blaf, maar ja.,., een huil, een snik. Steven was al een paar meter ver, maar hij draaide zich om. Hu wist zeker, dat hij het beest niet had geraakt, het was trouwens maar een grapje geweest, maar vaag ongerust draalde hij weer naar de stoep. Het diertje 'zat er nog. Een klein, miezerig zwart hondje met geknakte oortjes nog jong. En het huilde. Het huilde echt' Dikke tra inen liepen langs 2ijn magere snuit je en hij wreef met zijn ene pootje in zijn. oogjes. Tante Dora had een hond, die lachte, zei tante Dora. Met een beetje fantasie leek dat wel zo, maar een hood die huilde Steven ging naast het diertje op de stoep zitten. „Waarom huil je nou", zei Steven, „Ik bedoelde niks met dat viezerd, hoor" en hij aaide het diertje over zijn kop. Een diepe snik deed het kleine lijfje trillen en plotseling zei het hondje: „Dat is het niet... ik ben verdwaald, mag ik me effeBeeb Is de naam". Het diertje veegde zijn tranen ai en zette toen een klein zonnebrille- tje op zijn spitse snuit. Steven knip perde met zijn ogen. „Huilen en sprong naast de jongen op de bank. Hij zette zyn brilletje op en keek zo eigenwijs naar de sommen, dat Steven er van in de lach schoot. „Ik ken er geen een van", zei de jongen „snertvak, rekenen". Beeb keek hem over zijn brille tje aan. „Die man", zei hij, „is om zes uur v/ïi huis gegaan, en dat biervat had drie kranen en dat ka pitaal is 6.441, de samengestelde interest inbegrepen/' Steven lachte bleekjes. „Houd nou op", zei *hü, „rekenen kun je met". „Nee", zei de hond, „maar ik kan met deze bril de antwoorden le zen, die jij niet ziet, ze staan er achter, in onzichtbare inkt. Die bril heeft mijn vader voor me ge maakt. Ik zie meer dan de men sen", voegde Brillenbeeb er trots achter aan, „schrijf nou maar ge rust op Steven schreef op wat Beeb zei en zo was hij in een wipje klaar, hoewel hij niet geloofde dat de antwoorden goed waren. Toen de bel weer ging, stopte Steven Beebje weer in zijn tas en popelend wachtte hij tot het twaalf uur was. Steven wist niet hoe gauw hij buiten moest komen met zijn tas. Op veilige afstand van de school ging hy in een portiek staan en liet Beeb uit de tas, De hond leek heel klein en miezerig. „Mag ik nou naar huis, vroeg hij een beetje zielig, „ik heb zo'n honger Steven voelde in sun portemon- naie. Hij had nog wel een kwartje van zijn zakgeld. Hij ging een slagerswinkel binnen enkopht een ons leverworst. „Hier Beeb", zei de jongen, „voor de sommen". Beeb verslond de worst vóór h3j In het hoekje van de zolder van een winkel in Den Dolder woont een gele Bienebolder heel alleen. Nimmer hoor je van hem spreken niemand heeft hem ooit bekeken want hij heeft een toolïe» deken om zich heen. Hij is klein en heeft drie staartjes en-hij leeft van macca-taartjes hij heeft allemaal gele haartjes op 't gelaat. En de mensen van Den Dolder hebben nu verklaardper folder, dat de gele Bienebolder niet bestaat. Maar het beest woont daar al jaren Dat kan ik je wel verklaren, hij zit treurig te verharen op de mat Hij kan nooit met iemand spelen want er zijn geen andere gele bieiitbolders in de hele stad. 'k Heb gehoordIn 's-Gravenpólder zit een blauwe Bienebolder Op een andere ouwe zolder? Inderdaad. 'k Zal ze allebei vertellen om elkaar eens op te bellen en ik kan je dan voorspellen hoe het gaat Wont die gete en die blauwe gaan dan va» elkander houen en dan gaan ze sa men trouwen, zal je zien. En dan krijgen we op d!e zotder van die winkel in Den Dolder kleine groene Bicnekeboldertjes te zien. ANNIE M. G. SCHMIDT. In het kruiswoordraad sel, dat wij deze week aan U voorleggen, ontbreken de zwarte hokjes. U vult horizontaal en verticaal de gevraagde woorden achter elkaar in. Als dat gebeurd is, dat zult U merken^ dat het geheel sluit als een bus, mits de juiste woorden worden ingevuld. Een zgn. doorlopend kruiswoord raadsel. Horizontaal: 1. slot sneeuw- schaatsen, laatst; 2. eigen aardig, ijzerhoudende grond, deel van de mond, glazuur; 3. bestelling, lezend iemand, te weten; 4, lyrische lof dichten, dagtekenen, ook, per expresse; 5. Europese taal, paradijs, Amerikaanse legerauto. Europeanen; 6. klemmen, omwisseling, berg plaats, andere; 7. soort ge slepen glas, iedere, soort, ontsluiten; 8. bedenkelijk, plaats in Friesland, mets uitgezonderd, rekening; 9. 1 elpenbeen, platboomd vaar- tuigje, bezitter; 10. lichaams- deel, eenzelvig persoon, af stand tussen twee rustpun ten; 11. donderbui, bevallig, slachtoffer; 12. klimwerk- tuig, aromatisch aftreksel, een platte steen langs het wateroppervlak werpen; 13. incasseren, reis, getal, win terappel; 14. zijkant, voor zetsel, niemand uitgesloten, ongaarne; 15. oude naam voor: diamant, mestvocht, lor. door middel van; 16. beorijf, rivier in Spanje, alvorens, vrouw; 17. opgooi vóór een wedstrijd, vat, plaats bij Helmond. Verticaal: 1. buit, nietig, dikhui dig zoogdier; 2. gedijen, door erfe nis verkrijgen, voegwoordje. Lsus Deo, en omgekeerd; 3. dichterbij komen, Goudse pijpen; 4. oogje van garen, de lezer „heil, alarmsein, achten, niet raak; 5. vonnis wijzen, zoogdieren, fijn garen weefsel; 6. hevig, hogere stand, wilde zwijnen, soort dans; 7. kleine bunzing, voet- knokkel, plaats op Ameland, bijen producten; 8. gebogen priemen, kwajongen, schoolgereï, in de buurt; hijswerktuig, gebergte tussen Frankrijk en Zwitserland, getal, kleur; 10, rivier in Duitsland, roep van de ezel, soort kabeljauw, snaar instrumenten; 11. hondenverblijf- 1 1 3 4 3 6 7 8 9 11 12 '3 14 1? 16 17 2 3 4 y 6 7 8 9 10 11 12 13 14 13 16 17 praten en dan nog een bril, dat kan met," dacht hij, maar hij zei toch: „Kan ik je helpen,, waar woon 30 dan..." Beeb woonde in de Hon denstraat, waar ze hem „Brilien- heeb" noemden omdat hij een bril droeg vanwege zijn slechte oogjes. Dacht Stevon werkelijk dat hij Beeb helpen kon, och alsjeblieft, en het hondje tippelde naar hem toe en likte Stevens hand. „Nou zoet maar," zei de jongen, „Ik zal js vanmiddag wegbrengen, maar... o, daar slaat het negen uur, kom mee" cn hij greep Beebje vast, stop te hem zonder een woord in zijn boekentas en zette het op een ren nen, Natuurlijk was de schooldeur potdicht, het was al een kwar tier over negenSteven belde met een vreemd gevoel aan Zo'n rare morgen had hij zijn leven niet mee gemaakt. Meneer Spiekstra, de con cierge, deed open en keek hem zwijgend en veelbetekend aan. „Ga maar naar je klas" zei hij. In de gang fluisterde Steven in de rich ting van zijn tas: „Je houdt je rustig hoor, niet blaffen of zo Er klonk een instemmende piep uit de boeken. „Wat een gekke toestand," dacht Steven, „een hond tussen je aard rijkskunde, toe maaren hij stapte de klas binnen met een vage lach op zijn gezicht, die hem duur te staan kwam want meneer zal: „Nog lachen ook als je te laat komt, je haalt het vanmiddag wel in hè... ga nu maar zitten, we krijgen rekenrepetitle Steven schoof naast Kees Taze- ling, die hem meewarig van opzij aankeek, in de bank. Steven zweeg en zette zijn tas behoedzaam naast 2ich op de grond. „Ik kan toch moeilijk .zeggen; „Ja meneer ik vond een hond met een bril op en die zei tegen me, Steven zei die.." De rekensommen waren afschu- -•welijk moeilijk. Iets van een mam die oneindig ver liep en een auto, die halverwege stopte om hem in te laten stappen en verder reed Hoe laat die man van huis was ge gaan. Rekenen was Stevens sterke punt niet. Aardrijkskunde vond hij fijn en geschiedenis, reuze met ai die ridders in de Middeleeuwen. Hü sufte wat boven het papier, het ging helemaal niét. Kijk die Kees nou pennen. Hoe zou het nu met het hondje Beeb gaan,., En toen he bel voor het speelkwartier ging, had Steven nog niet één som opge- Meneer zei: „Steven 3ij blijft zitten, dat kwartier ga je maar door, want je was vijftien minuten te laat." f klas. stroomde leeg en Steven bleef alleen over mat zijn boe kentas en nauwelijks waren de kin deren weg of hij maakte die open om te zien hoe het met Beeb was. Nu die zat er nog. met bril en al. Steven had het dus écht meege maakt... Beebje wipte uit de tas en zei; „Ik ben benieuwd wat voor cijfer je hebt..." De Hondenstraat was niet ver weg en Steven brandde van nieuwsgierigheid waar die won- derhond nu precies zou wonen, maar toen ze in de buurt kwamen zei Beeb, terwijl bij zijn bril ste vig op zijn neus plantte; „Nu kan ik wel alleen". Steven drong aan hem helemaal weg te brengen, maar de hond wil de niet. „Je moet nu terug", zei hij, „je hoort nog wel eens van me" en hij zette het op een lopen en verdween om de hoek, Steven ver dwaasd achter latend. Langzaam liep de. jongen naar huis. „Ik heb het niet echt meege maakt," dacht hij, „het was een droom. Morgen zal ik het weten als wp de rekenproef terugkrijgen. Ik heb nooit hoger dan een vijf ge- had." Maar de volgende morgen stond er een dikke 10 onder de sommen en mijnheer zei; „Te laat komen, doet jou goed, Steven, mooi werk kerel". „De wonderen", dacht Steven, „zijn dus de wereld werkelijk nog niet uit. MARIAN SMEETS Er wa-ren eens twee be-zem- pjes. Moe-der Be-zem-pje en Kind-je Be-zem-pje. Moe-der Be-zem-pje zei te-gen Kind-je Be-zem-pje: „Nu moet je goed ve-gen, kijk, in dit hoek-je en in dat hoek-je. En in het hoek je hier en in het hoek-je daar. En als ik te-rug kom moet het klaar zijn. Dag Kind-je Be- zem-pje." „Dag Moe-der Be-zem-pje," zei het Kind-je Be-zem-pje en het ging ve-gen in dit hoek-je en in dat hoek-je en in het hoek-je hier en in het hoek-je daar. Maar op-eens keek het Kind je Be-zem-pje naar bo-ven en wat zag het? Een heel groot spin-ne-web, dat hing aan de zol-der. „O, o," zei het Kind-je Be-zem-pje, „dat zal ik eens e-ven weg-ve-gen," Maar het' spin-ne-web hing zo hoog en het Kind-je Be-zem-pje moest sprin-gen om er bij te kun-nen. Het sprong van Hoep! Maar dat was niet hoog ge-noeg. Toen sprong het van Hiep! Maar dat was niet hoog ge noeg, En toen sprong het van Hoe-pe-le-piep! En het veeg-de het he-le spin-ne-web weg. Maar o, o o, het Kind-je Be- zem-pje kwam naar be-ne-den val-len met een reu-ze plof en veeg-de on-der-weg al-le kop jes van het thee-blad. Dat zei Rin-kel-de-kink!" Toen kwam Moe-der Be-zem- pje bin-nen en zei heel boos: „Wat hoor ik daar van rin-kel- de-kink, Kind-je Be-zem-pje." "V. #5 „Ik heb een spin-ne-web weg-ge-veegd, Moe-der Be- zem-pje." „Maar dat zegt toch niet rin kel-de-kink?" „Toen heb ik per on-ge-luk de kop-j es van het thee-blad ge-veegd, Moe-der Be-zem- pje." „Je bent een stout kind," zei Moe-der'Be-zem-pje, „Ga in de hoek." En het Kind-je Be-zem-pje ging in de hoek. En het be-gon te hui-len. Maar toen het pre-cies drie mi-nu-ten in de hoek had ge staan, kreeg Moe-der Be-zem- pje zóóófióó'n me-de-lij-den met Kind-je Be-zem-pje. Ze zei: „Als je nou lief met mij sa-men de stuk-ke kop-j es op-veegt, mag je er weer uit." Toen veeg-den ze sa-men de ka-po t-te kop-jes op en ze zon gen er een lied-je bij van tra- la-la. ANNIE M. G. SCHMIDT Tittie liet de lantaarn zakken. Het touw gleed gemakkelijk; over de tak. Toen deed zij de lantaarn open, stak hem aan en begon hem Weer op te trekken. „Zover ongeveer?" vroeg zij. „Ongeveer een voet hoger. „Zo?" „Prachtig:. Last nu nog eens zien hoe je hem vastmaakt." Tittie bond. het einde van het touw, dat over de tak hing, aan een kleme struik aan de rand van de uitkijkpost. Het andere eind, dat aan de onderkant van de lan taarn vastzat, bond zij om de stam van de boom, zodat de lantaarn recht hing. De rest van het touw lag op de grond-tussen de bomen en het bosje In. „Mooi," zei kapitein Jan. „Laat nu maar weer zakken en blaas hem uit." „Jawel kapitein." „Dat is dat," 2ei kapitein Jan. „Steek de lantaarn aan en hijs hem op, zodra het donker begint te worden. Maar de kaarslantaarn bij de haven behoef je pas aan te steken als wij vlak bij zyn. Boven dien zul je ze in het kamp nodig hebben. Ja kunt ze beter niet bij de haven hangen eer je ons teken hoort. Dan weet je, dat wij het zijn en niet de vijand. Zeg, Tittie, denk je, dat je het werkelijk alleen kunt klaarspelen?" „Natuurlijk. Maar haast je nou, anders varen ze jullie bij de eilan den voorbij en ik kan in mün eentje niet tegen de Amazones op." „Ze hebben nu nog niet zo ver kunnen komen met tegenwind," zei Jan, „maar wij moeten wel onmid dellijk weg." „vooruit dan," zei öe scheeps jongen. Zij gingen terug naar het kamp. „De proviand is klaar, kapitein," zei stuurman Suze. „Ik neem een grote fles melk mee. Die zullen we in de kim zetten om hem koel te houden. En voor de matroos laat ik een kleine Hes hier. Zij kan zelf thee zetten. Denk er om, dat je het vuur niet laat uitgaan, Tittie," voegde zy er bij. „Als je wilt gaan slapen, gooi er dan aarde overheen, zoals de kolenbranders het doen. Het zal koud zijn vanavond." „Ik ga niet slapen,"zei Tittie. „Ik zal de wacht houden bij het kampvuur, gehuld in mijn mantel." „Rutger, zei stuurman Suze, „ga naar je tent en trek twee stuks van alles aan," „Van allesV' vroeg Rutger. „Van alles." zei de stuurman. „Twee hemden, twee onderbroek jes, twee overhemden, twee broe ken. twee paar kousen." „Twee paar schoenen kan ik niet aantrekken." zei Rutger. „Dat hoeft ook niet. Maar van alle andere dingen wel. Denk maar dat je naar de Noordpool gaat." „Twee dassen?" vroeg Rutger, terwijl hü naar de tent ging. „Schiet nou maar op," zei de kapitein, „We hebben geen ogen blik te verliezen." Hij ging met Tittie de mast vast opzetten en het zeil hijsen. Suze kwam naar de landingsplaats met de etenswaren. „Het is maar goed, dat wij geen kielzwaard hebben, zoals de Ama zone," zei zij; terwijl zij het bis- cuitblik onder de bank schoof. (Wordt vervolgd.) plaatsen, verbond, verharde huid, water in Friesland; 12. titel der Kaliefen, landbewerking, snor; 13. met of bij elkaar, waterstand, pa trijshond, onvriendelijk; 14. gezang, scherp nakijken, daarna, zuiverings middel; 15. oude maat, onderrich ten, onder andere, sier vaas je, weef- seipropje, ad exemplum; 16. slijp sel. zekere, kraantje, per expresse, plaats op de Veluwe, persoonlijk voornaamwoord; 17. schetsen, vlak temaat, aanklampen. Oplossing; PASSEN EN COMBINEREN Alkmaar, Nes, Wirdum, Mook, Lisse, Weesp, Arnemuiden, Kam pen, Velp, Olst. Boxtel, Grouw. Obdam. (Advertentie LMJ ZONDAG 7 SEPTEMBER HILVERSUM 402 M.: VARA; 8.00 Nieuws en weerberichten; 8.18 Gramo- loonmuziek; 8.30 „Wat er groeit en bloeit", causerie; 8.40 Orgel, harp, viool en zang; S.02 Sportmededelmgen; 9.05 Gramofoonmuziek: 9/55 „Geestelijk le ven". causerie. VPRO: 10.00 Voor de jeugd. IKOH: 10 30 Evangelische kerk dienst, AVRO: 12.00 Eventueel postdui- ver.berichten. Hierna: Dansmuziek; 12 30 „Even afrekenen, Heren 1"; 12.40 Orgel spel; 13.00 Nieuws en weekberichten; 13.05 mededelingen en gramofoonmu- riek; 13.25 Amusementsmuziek; 13 55 Boekbespreking; 14 15 RadLo Philharmo- msch orkest en vrouwenkoor; 15.13 To- neelbeschouwmg15150 Lichte muziek; 15.50 Gramofoonmuziek; 16.00 Dansmu ziek; 16-30 Sportrevue. VPRO: 17.00 „Tussen Kerk en Wereld", causerie; 17.20 ..Van het Kerkelijk Er£", causerie. ■VARA: 17-30 Gemengd koor; 17.30 Sport 'journaal; 1815 Nieuws en sporluitala- gen: 18.30 Cabaret; 19 00 Mefropole-or- kest en -koor; 19.30 Muzikale discussie. AVRO: 20 00 Nieuws; 20.05 Lichte mu ziek; 21,00 Cabaret; 21,30 Surinaamse volksmuziek; 21.45 Gramofoonmuziek: 22,30 Strijkorkest; 23.00 Nieuws; 23.Ï5 HILVERSUM II 293 M.: NCRV: 8.00 Nieuws en weerberichten; 8,15 Gramo foonmuziek. IKOR: 8.30 Morgengebed; 9.12 Kerkmuziek. KRO; 930 Nieuws en waterstanden; 9.45 Gramofoonmuziek; 9 55 Hoogmis: 11.30 Gramofoonmuziek; 11.40 Idem; 12.15 Apologie; 1235 Gra mofoonmuziek; 12.55 Zonnewijzer; 13,00 Nieuws; weerberichten en Katholiek nieuws; 13.10 Lunchconcert; 13.40 Boek bespreking; 13 55 Gramofoonmuziek; 14.00 Voor de jeugd; 14.30 Gramofoon muziek; 15.00 „De Universiteits-Zondag" causerie; 15.15 Zang en piano: 1530 Gramofoonmuziek; 16.10 Katholiek Thuisfront Overal!; 18.15 Sport; 16.30 Gewijde muziek: 16-45 „Uit het Boek der Boeken". NCRV; 17.00 Gerei, kerk dienst; 13.30 Gramofoonmuziek; 13,45 Gewijde muziek; 19.30 „Twee Koningen van. Oud-Israël, Saul en Jerobeam 1", causerie KRO: 19.45 Nieuws; 20.00 Gra mofoonmuziek; 2025 De gewone man zegt er 't zijne van; 29.30 Gevarieerd, programma; 22.35 Actualiteiten; 22.45 Avondgebed en liturgische kalender; 23.00 Nieuws; 23,1524.00 Gramofoon muziek. Engeland BBC Light programme 15öö en 247 M. 12.00 Verzoekprogramma; 13,00 Amu sementsmuziek; 13.30 Gevarieerd pro gramma; 14.15 Idem; 14.45 Interviews «1 gramofoonmuziek; 15.45 Filmprogram ma; 16.15 Gevarieerd programma; 17,00 Round Britain Quiz;; 17.30 Fanfare-or kest; 18.00 Gramofoonmuziek; 18.30 Hoorspel; 19.00 Nieuws en radiojour naal: 19.30 Gevarieerde muziek; 20.30 Community hymn singing; 21.00 Geva rieerd programma; 22.00 Nieuws; 22.15 Pianospel; 22.30 Muzikale causerie; 22.45 Orgelspel; 23.1a Gramofoonmuziek; 23,35 Lichte muziek; 23.56—24 00 Nieuws. Brussel 324 M. I2.0O Radiojournaal; 12 30 Weerbericht; 12.35 Lichte muziek; 13.00 Nieuws; 13.15 Lichte muziek: 13.30 Voor de soldaten.: 14.00 „Madame Butterfly", opera; 134)0 fAdwertentie l.M.) ag prospect"*; aan I [PBNA. ARNHEM VêIPERBUITENSINGEL 482 Sport; 16.45, 17-00 en 17.30 Gramofoon muziek; 17 45 Sportuitslagen; 17.50, 18 00 en 18 25 Gramofoonmuziek; 18.30- Gods dienstig halluur; 19.» Nieuws: 19.30 Gramofoonmuziek; 20,00 Hoorspel; 20.50 Gramofoomnuziek; 21.30 Omroeporkest; MAANDAG 8 SEPTEMBER 1352 HILVERSUM I 40Z m. AVRO: 7.00 Nws 7.10 Grammuz. 8.00 Nws 8.10 Grarn.muz. 8.45 Idem 9.00 Morgenwijding 9 15 Granumuz, S.30 IX» groenteman, g.35 Waterstanden '9.40 GranuTiiuz. 11.00 Op de uitkijk", cau serie 11.15 Kamerorkest 11» Gram. mt22. 12,00 Orgel en. accordeon 12» Land- en tuinbouwmededelingen 1223 „In 't Spionnetje", 12.38 Zang en. piano 13.00 Nws 1315 Mei. en graranuz. 13,30 Ge var. muziek 14» „Wat gaat er om in de wereld?", causerie 14.20 Gra mofoonmuziek. 14hc Voordracht 14.43 Pianorecital 15.15 Voor de vrouw 16.13 Grarn.muz. is.45 Idem 17.30 Voor do padvinders 17.45 Grarn.muz. 17.50 Mi litair commentaar 18 00 Nws 18.15 lichte muziek 18.45 Gram.mz. 19.13 Orkestcofl- cert 19.43 Regenngsuitzendingt Land- bouwrubtiek: .Wat zegt het grondon derzoek 1951—1952 over öe beme&üngs- toestand In Nederland" 20.00 Nws 20.05 Amusementsmuziek 21-10 „De Baard", hoorspel 21.55 Dansmuziek 22.30 Sopra&a en piano 23.00 Nws 23.1524,00 Gram, muz. HILVERSUM IL 298 m. NCKV: 7.00 Nws 7.15 Ochtendgymnas tiek 7-30 Grarn.muz, 7.45 Een woord voor de dag 8.00 Kws en weerberichten 8.10 sportuitslagen 8,23 Gewijde muziek 8 43 Grammuz, 9-00 Voor "de zieken 9» Voor de huisvrouw 9.35 Grammuz. 10.0a Orgelspel 10.3c Morgendienst 11-00 Pia norecital 11.30 Radio FMIharmonïseh orkest 12.25 Voor b°er «33 tuinder 12» Land- en tuinbouvnnededeiingen 1223 Orgelconcert 22.5o Klokgelui 1300 Nws I3.i5 Mandoline-orkest 13.45 Gramo foonmuziek 14.0o schoolradio 1425 Gra mofoonmuziek 14.45 Voor de vrouw 35.15 Gramofoonmuziek 15.25 Kamermu ziek 16.0c Bïlbellezing 1620 Kamermu ziek 16.55 Gramunuz. 17.00 Voor d« kleuters 17.15 Gram ju uz. 17,45 Rege ringsuitzending: Ir L, C. Prey: „Lucht- kartering van Suriname" 1820 Gram muz 18.15 Sport 1825 Voor de mannen in grijs, groen en blauw 18.30 Gramo foonmuziek 18.OO Nws en weerberichten 19.10 Ge var. muziek 19.40 Radiokrant 20 00 Grarn.muz. 20-l5_ Vocaal ensemble en orgel 20.45 „Muziekinstrumenten van de verschillende volkeren", causerie 21.00 Pianorecital 21.30 Viool, cello «n piano 22.00 „Zoeklicht op Zutd-Ameri- ka", causerie 22.10 Grarn.muz. 22.45 Avondoverdenking 23.00 nws en SOS- berichten 231524» Grarn.muz, doof Samuel W. Taylor 42 Er keek een man uit het raampje, "Wiens gezicht er nog erger aan toe was dan het mijne. Zijn ene oog was zó gezwollen dat het volkomen dicht was en zijn neus was een dik ke blauwe homp. Zijn lippen waren ook al dik en zijn ene wang zag er heel anders uit dan zijn andere. Het was het gesicht van James Fease, de kantoormachineverkoper. „Graham", zei Pease, „al die tijd heb ik naar je uitgekeken. Waar om ben je niet in die kamer ge bleven? "Wat heb je uitgevoerd? Weet jij niet meer wie je vrienden zijn. Wil ie soms niet dat ik je help?" „Stap in, Graham", zei Rivers, en tegelijk zat ik al in de auto. Hii had me er niet met geweld inge duwd, maar tegengehouden had hij me ook niet bepaald. Bob Rivers stapte ook in en trok het portier dicht, waarna Pease wegreed. „Waar bleef je zo lang?" vroeg de man met de wenkbrauwen. „Iemand had zün auto voor de mijne geparkeerd", zei Pease. „Ik kon er niet mee weg komen." .Dat is altijd eer, goed smoesje." „Ik kon echt niet vlugger ko men, Bob. Ik kan het toch niet hel pen als iemand zijn auto voor de mijne zet?" „Wat is jullie bedoeling eigen lijk?" „We willen jou helpen. Graham", zei Pease. „Of wil je soms niet ge holpen worden? Wat mankeert iou eigenlijk? Ik zorgde voor een kamer. Ik sprak met Lil af dat ze zou zorgen dat ie te eten kreeg en voor alles wat je nodig had. tot ie gezicht weer normaal was. Waar om heb je mün hulp niet aan vaard. Waarom moest je zo gauw weg?" „Ik heb het nogal druk gehad". zei ik. „Dat geloof ik graag, Graham, je hebt heel wat te doen gehad- Maar je had toch van die kamer gebruik kunnen maken. Je hebt me 2elf gezegd, dat je niet wist waar je heen moest en dat je geen cent meer had. Wat heb je aL die tyd uitgevoerd? Had je toch door ons laten helpen. Je kan alles toch niet alleen af. Op ons kun je reke nen en we willen jou alleen maar van dienst zijn." „Pease", zei ik, „waarom ben je niet zo verstandig om je hier niet mee te bemoeien?" „En waarom ben je toch zo egoïs tisch, Graham?", zei Bob Rivers en hij legde zijn grote hand op mijn schouder, alsof we dikke vrienden waren. „Waarom zullen we het niet samen doen? Er is toch meer dan genoeg voor ieder van ons. Waarom ben je zo gulzig?" .Als jullie met alle geweld je on geluk tegemoet willen gaan, dan ben je wel op de goeie weg", iel ik, „Als ik jullie was. zou ik.,.." Plotsenng zat ik op mijn knieën op de vloer van de auto. Ik had een sigaret uit mijn zak willen nemen en Rivers had me bij mün pols go- grepen en hem omgedraaid. Met zijn andere hand betastte hij" me om te kijken of ik wapens by me had. „Het spijt me, Graham" z-ci hij, terwijl hij me weer op myn plaats hielp. „Ik dacht dat ie misschien niet goed wist, wie je vrienden wa ren" „Wat wou hjj doen.?", vroeg Pease van achter zijn stuur vandaan. „Ik wilde een sigaret hebben", zei ik. „Het was een misverstand", zei Bob Rivers verontschuldigend.^ ïfij pakte me bij mijn schouder. „Neem me niet kwalijk, hoor Graham Het spijt me, want we willen alleen maar je vrienden zijn." „Jullie willen mïjtj vrienden 2ijn, ook al moesten jullie me vermoor den om dat te bewijzen", zei ik. „Je moet het Bob niet al te kwa lijk nemen", zei Pease. „Hij is erg impulsief. Hij handelt voordat h0 nadenkt." „Heb jn dat ook ondervonden?" „Ik had een verkeerd idee van Jim", zei Rivers. „Maar hoe kon hot ook anders? De een of andere smeerlap heeft me verteld dat Jim een verhouding had met mijn vrouw. Hoe zou ik dat weten? En toen ik hen gisteravond in het park achterna liep, leek net er veel op. Jü zou ook gevonden hebben dat het er veel op leek, En toen ben lk mijn hoofd kwijtgeraakt" „Ik ben het alweer vergeten. Bob", zei Fease. „Ik zou precies hetzelfde gedaan hebben als ik dacht dat er iemand achter mijn vrouw aan zat" ,.Ja, maar ik had wel eerst naar je kunnen luisteren", zei Rivers. „Je wilde het me uitleggen, maar ik wou niet luisteren." „Weet je dan nu dat hert in orde is?", vroeg ik. „Jazeker, Jïm en Lil wilden samen, een smoking voor mijn verjaardag kopen. Daarom hadden ze Zaterdag een afspraak gemaakt. Lil wou graag dat een man meeging om te helpen uitzoeken. En gisteravond waren ze naar het park gegaan om er over te praten. Ik" sprong Jirn op zijn nek nog voor hij de kans kreeg om me alles uit te leggen. Het spijt me heel erg Jim." „Ik heb al honderd keer gezegd dat alles in orde is", zei Pease. ,3et is, geloof ik, een pak van je hart", zei ik. „Niets is zo erg als wan neer je je vrouw niet vertrouwt," „Ach, ik was alleen maar gek", zei Rivers. „Ik had toch beter moeten weten. Hoe lang ben ik al tiiet met Lil getrouwd. En Jim is mijn beste vriend. Ik weet niet wat er met me aan de hand was dat ik zo iets ging veronderstellen. Wéerje wie ik zo'n. pak slaag had moeten geven? Die smeerlap, die me vertelde dat Lil ma met Jim bedroog. Maar die krijgt i/n portie nog wel". „Bob", zei Pease, „hou er nou in Godsnaam over op. Laten we er op dit ogenblik geen geharrewar Over krügen." „Je hebt gelijk. Laten we eerst zorgen dat dit zaakje voor elkaar komt. Maar hij krijgt zijn portie nog wel. Let maar eens op! „Het was mün schuld", zei Pease. „Ik ben nooit van plan geweest dit karwei alleen op te knappen. Gis terochtend heb ik jou naar het huis van Bob gebracht, nietwaar, Gra ham?" „Ja. dat is waar", zei ik. „Ik wou naar je toekomen voor dat je naar je werk ging, Bob. Ik weet, dat jij zoiets wel aan kunt. Ik had daar iemand bij nodig, die daar kijk op heeft. Maar Lil werd bang. Ze wou niet dat jij je ex mee be moeide en ik liet me door haar bepraten." ..Je moet nooit naar vrouwen luisteren, Jirn", zei Rivers. „Je kon toch weten dat ik met zo'n akefietja als dit graag zou meedoen. Twee millioen piekt" ,L>at weet ik wel. Bob. Maar je weet ook hoe vrouwen, zijn. Ik zorgde dat Graham een kamer kreeg, waar hij kon blijven en vroeg Lil of ze voor zün eten en voor alles wat hij verder nodig had wilde zorgen. Toen ik gisteravond naar die k?mer ging en merkte dat hjj verdwenen was, ben ik met Lil uit gegaan om eens te horen wat er nu precies gebeurd was en toen heb jif me aangevallen." (Wordt vervolgdD \u y

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 9