mVOOR ANTJES EN JANTJES
Brillenbeeb, klein
zielig hondje, hielp
Steven rekenen
Doorlopend kruistvoordraadsel
De gele Bienebolder uit
Den Dolder
Twee be-zem-pjes
RADIO-PROGRAMMA
Als twee
druppels
water
en andere jonge klantjes)
-jÊ*.
10
r T/'?
Het onbewoonde
eiland
Pil
i 'J|
li
M
Zaterdag,6 September 1952
v- -
STEVEN"was die Woensdagoch
tend weer in slaap gevallen,
nadat Moeaer hem had geroepen
en. toen, ze voor de tweede maal
kwam, omdat ze hem niet had ge
hoord, was het al zó laat, dat hij
niet eens meer tyd voor zyn ha
vermout had. Nog wat sul en ge
jaagd en met een boterham voor
het speelkwartier in zijn tas, stoof
hij de stoep af en. struikelde bijna
over een hondje, dat daar op een
tree zat „Ga weg, viezerd, zei Ste
ven. Hij maakte een schijnbeweging
met zijn schoen en. was zeker door
gehold als er niet een merkwaardig
geluid uit het diertje was opgeste
gen. Geen jank of blaf, maar ja.,.,
een huil, een snik.
Steven was al een paar meter
ver, maar hij draaide zich om. Hu
wist zeker, dat hij het beest niet
had geraakt, het was trouwens
maar een grapje geweest, maar vaag
ongerust draalde hij weer naar de
stoep. Het diertje 'zat er nog. Een
klein, miezerig zwart hondje met
geknakte oortjes nog jong. En het
huilde. Het huilde echt' Dikke tra
inen liepen langs 2ijn magere snuit
je en hij wreef met zijn ene pootje
in zijn. oogjes. Tante Dora had een
hond, die lachte, zei tante Dora.
Met een beetje fantasie leek dat
wel zo, maar een hood die huilde
Steven ging naast het diertje op
de stoep zitten. „Waarom huil je
nou", zei Steven, „Ik bedoelde niks
met dat viezerd, hoor" en hij aaide
het diertje over zijn kop. Een diepe
snik deed het kleine lijfje trillen en
plotseling zei het hondje: „Dat is
het niet... ik ben verdwaald, mag
ik me effeBeeb Is de naam".
Het diertje veegde zijn tranen ai
en zette toen een klein zonnebrille-
tje op zijn spitse snuit. Steven knip
perde met zijn ogen. „Huilen en
sprong naast de jongen op de bank.
Hij zette zyn brilletje op en keek
zo eigenwijs naar de sommen, dat
Steven er van in de lach schoot.
„Ik ken er geen een van", zei de
jongen „snertvak, rekenen".
Beeb keek hem over zijn brille
tje aan. „Die man", zei hij, „is om
zes uur v/ïi huis gegaan, en dat
biervat had drie kranen en dat ka
pitaal is 6.441, de samengestelde
interest inbegrepen/'
Steven lachte bleekjes. „Houd
nou op", zei *hü, „rekenen kun je
met".
„Nee", zei de hond, „maar ik kan
met deze bril de antwoorden le
zen, die jij niet ziet, ze staan er
achter, in onzichtbare inkt. Die
bril heeft mijn vader voor me ge
maakt. Ik zie meer dan de men
sen", voegde Brillenbeeb er trots
achter aan, „schrijf nou maar ge
rust op
Steven schreef op wat Beeb zei
en zo was hij in een wipje klaar,
hoewel hij niet geloofde dat de
antwoorden goed waren.
Toen de bel weer ging, stopte
Steven Beebje weer in zijn tas en
popelend wachtte hij tot het twaalf
uur was.
Steven wist niet hoe gauw hij
buiten moest komen met zijn tas.
Op veilige afstand van de school
ging hy in een portiek staan en
liet Beeb uit de tas, De hond leek
heel klein en miezerig. „Mag ik
nou naar huis, vroeg hij een beetje
zielig, „ik heb zo'n honger
Steven voelde in sun portemon-
naie. Hij had nog wel een
kwartje van zijn zakgeld. Hij ging
een slagerswinkel binnen enkopht
een ons leverworst. „Hier Beeb",
zei de jongen, „voor de sommen".
Beeb verslond de worst vóór h3j
In het hoekje van de zolder
van een winkel in Den Dolder
woont een gele Bienebolder heel alleen.
Nimmer hoor je van hem spreken
niemand heeft hem ooit bekeken
want hij heeft een toolïe» deken om zich heen.
Hij is klein en heeft drie staartjes
en-hij leeft van macca-taartjes
hij heeft allemaal gele haartjes op 't gelaat.
En de mensen van Den Dolder
hebben nu verklaardper folder,
dat de gele Bienebolder niet bestaat.
Maar het beest woont daar al jaren
Dat kan ik je wel verklaren,
hij zit treurig te verharen op de mat
Hij kan nooit met iemand spelen
want er zijn geen andere gele
bieiitbolders in de hele stad.
'k Heb gehoordIn 's-Gravenpólder
zit een blauwe Bienebolder
Op een andere ouwe zolder? Inderdaad.
'k Zal ze allebei vertellen
om elkaar eens op te bellen
en ik kan je dan voorspellen hoe het gaat
Wont die gete en die blauwe
gaan dan va» elkander houen
en dan gaan ze sa men trouwen, zal je zien.
En dan krijgen we op d!e zotder
van die winkel in Den Dolder
kleine groene Bicnekeboldertjes te zien.
ANNIE M. G. SCHMIDT.
In het kruiswoordraad
sel, dat wij deze week aan
U voorleggen, ontbreken
de zwarte hokjes. U vult
horizontaal en verticaal de
gevraagde woorden achter
elkaar in. Als dat gebeurd
is, dat zult U merken^ dat
het geheel sluit als een bus,
mits de juiste woorden
worden ingevuld. Een zgn.
doorlopend kruiswoord
raadsel.
Horizontaal: 1. slot sneeuw-
schaatsen, laatst; 2. eigen
aardig, ijzerhoudende grond,
deel van de mond, glazuur;
3. bestelling, lezend iemand,
te weten; 4, lyrische lof
dichten, dagtekenen, ook,
per expresse; 5. Europese
taal, paradijs, Amerikaanse
legerauto. Europeanen; 6.
klemmen, omwisseling, berg
plaats, andere; 7. soort ge
slepen glas, iedere, soort,
ontsluiten; 8. bedenkelijk,
plaats in Friesland, mets
uitgezonderd, rekening; 9.
1 elpenbeen, platboomd vaar-
tuigje, bezitter; 10. lichaams-
deel, eenzelvig persoon, af
stand tussen twee rustpun
ten; 11. donderbui, bevallig,
slachtoffer; 12. klimwerk-
tuig, aromatisch aftreksel,
een platte steen langs het
wateroppervlak werpen; 13.
incasseren, reis, getal, win
terappel; 14. zijkant, voor
zetsel, niemand uitgesloten,
ongaarne; 15. oude naam
voor: diamant, mestvocht,
lor. door middel van; 16. beorijf,
rivier in Spanje, alvorens, vrouw;
17. opgooi vóór een wedstrijd, vat,
plaats bij Helmond.
Verticaal: 1. buit, nietig, dikhui
dig zoogdier; 2. gedijen, door erfe
nis verkrijgen, voegwoordje. Lsus
Deo, en omgekeerd; 3. dichterbij
komen, Goudse pijpen; 4. oogje van
garen, de lezer „heil, alarmsein,
achten, niet raak; 5. vonnis wijzen,
zoogdieren, fijn garen weefsel; 6.
hevig, hogere stand, wilde zwijnen,
soort dans; 7. kleine bunzing, voet-
knokkel, plaats op Ameland, bijen
producten; 8. gebogen priemen,
kwajongen, schoolgereï, in de buurt;
hijswerktuig, gebergte tussen
Frankrijk en Zwitserland, getal,
kleur; 10, rivier in Duitsland, roep
van de ezel, soort kabeljauw, snaar
instrumenten; 11. hondenverblijf-
1
1
3
4
3
6
7
8
9
11
12
'3
14
1?
16
17
2
3
4
y
6
7
8
9
10
11
12
13
14
13
16
17
praten en dan nog een bril, dat kan
met," dacht hij, maar hij zei toch:
„Kan ik je helpen,, waar woon 30
dan..." Beeb woonde in de Hon
denstraat, waar ze hem „Brilien-
heeb" noemden omdat hij een bril
droeg vanwege zijn slechte oogjes.
Dacht Stevon werkelijk dat hij
Beeb helpen kon, och alsjeblieft, en
het hondje tippelde naar hem toe
en likte Stevens hand. „Nou zoet
maar," zei de jongen, „Ik zal js
vanmiddag wegbrengen, maar... o,
daar slaat het negen uur, kom
mee" cn hij greep Beebje vast, stop
te hem zonder een woord in zijn
boekentas en zette het op een ren
nen,
Natuurlijk was de schooldeur
potdicht, het was al een kwar
tier over negenSteven belde met
een vreemd gevoel aan Zo'n rare
morgen had hij zijn leven niet mee
gemaakt. Meneer Spiekstra, de con
cierge, deed open en keek hem
zwijgend en veelbetekend aan. „Ga
maar naar je klas" zei hij. In de
gang fluisterde Steven in de rich
ting van zijn tas: „Je houdt je
rustig hoor, niet blaffen of zo
Er klonk een instemmende piep uit
de boeken.
„Wat een gekke toestand," dacht
Steven, „een hond tussen je aard
rijkskunde, toe maaren hij
stapte de klas binnen met een vage
lach op zijn gezicht, die hem duur
te staan kwam want meneer zal:
„Nog lachen ook als je te laat
komt, je haalt het vanmiddag wel
in hè... ga nu maar zitten, we
krijgen rekenrepetitle
Steven schoof naast Kees Taze-
ling, die hem meewarig van opzij
aankeek, in de bank. Steven zweeg
en zette zijn tas behoedzaam naast
2ich op de grond. „Ik kan toch
moeilijk .zeggen; „Ja meneer ik
vond een hond met een bril op en
die zei tegen me, Steven zei die.."
De rekensommen waren afschu-
-•welijk moeilijk. Iets van een mam
die oneindig ver liep en een auto,
die halverwege stopte om hem in
te laten stappen en verder reed
Hoe laat die man van huis was ge
gaan. Rekenen was Stevens sterke
punt niet. Aardrijkskunde vond hij
fijn en geschiedenis, reuze met ai
die ridders in de Middeleeuwen. Hü
sufte wat boven het papier, het
ging helemaal niét. Kijk die Kees
nou pennen. Hoe zou het nu met
het hondje Beeb gaan,., En toen
he bel voor het speelkwartier ging,
had Steven nog niet één som opge-
Meneer zei: „Steven 3ij blijft
zitten, dat kwartier ga je maar
door, want je was vijftien minuten
te laat."
f klas. stroomde leeg en Steven
bleef alleen over mat zijn boe
kentas en nauwelijks waren de kin
deren weg of hij maakte die open
om te zien hoe het met Beeb was.
Nu die zat er nog. met bril en al.
Steven had het dus écht meege
maakt... Beebje wipte uit de tas en
zei; „Ik ben benieuwd wat voor
cijfer je hebt..."
De Hondenstraat was niet ver
weg en Steven brandde van
nieuwsgierigheid waar die won-
derhond nu precies zou wonen,
maar toen ze in de buurt kwamen
zei Beeb, terwijl bij zijn bril ste
vig op zijn neus plantte; „Nu kan
ik wel alleen".
Steven drong aan hem helemaal
weg te brengen, maar de hond wil
de niet. „Je moet nu terug", zei
hij, „je hoort nog wel eens van me"
en hij zette het op een lopen en
verdween om de hoek, Steven ver
dwaasd achter latend.
Langzaam liep de. jongen naar
huis. „Ik heb het niet echt meege
maakt," dacht hij, „het was een
droom. Morgen zal ik het weten als
wp de rekenproef terugkrijgen. Ik
heb nooit hoger dan een vijf ge-
had."
Maar de volgende morgen stond
er een dikke 10 onder de sommen
en mijnheer zei; „Te laat komen,
doet jou goed, Steven, mooi werk
kerel".
„De wonderen", dacht Steven,
„zijn dus de wereld werkelijk nog
niet uit. MARIAN SMEETS
Er wa-ren eens twee be-zem-
pjes. Moe-der Be-zem-pje en
Kind-je Be-zem-pje. Moe-der
Be-zem-pje zei te-gen Kind-je
Be-zem-pje: „Nu moet je goed
ve-gen, kijk, in dit hoek-je en
in dat hoek-je. En in het hoek
je hier en in het hoek-je daar.
En als ik te-rug kom moet het
klaar zijn. Dag Kind-je Be-
zem-pje."
„Dag Moe-der Be-zem-pje,"
zei het Kind-je Be-zem-pje en
het ging ve-gen in dit hoek-je
en in dat hoek-je en in het
hoek-je hier en in het hoek-je
daar.
Maar op-eens keek het Kind
je Be-zem-pje naar bo-ven en
wat zag het? Een heel groot
spin-ne-web, dat hing aan de
zol-der. „O, o," zei het Kind-je
Be-zem-pje, „dat zal ik eens
e-ven weg-ve-gen," Maar het'
spin-ne-web hing zo hoog en
het Kind-je Be-zem-pje moest
sprin-gen om er bij te kun-nen.
Het sprong van Hoep! Maar
dat was niet hoog ge-noeg.
Toen sprong het van Hiep!
Maar dat was niet hoog ge
noeg, En toen sprong het van
Hoe-pe-le-piep! En het veeg-de
het he-le spin-ne-web weg.
Maar o, o o, het Kind-je Be-
zem-pje kwam naar be-ne-den
val-len met een reu-ze plof en
veeg-de on-der-weg al-le kop
jes van het thee-blad. Dat zei
Rin-kel-de-kink!"
Toen kwam Moe-der Be-zem-
pje bin-nen en zei heel boos:
„Wat hoor ik daar van rin-kel-
de-kink, Kind-je Be-zem-pje."
"V. #5
„Ik heb een spin-ne-web
weg-ge-veegd, Moe-der Be-
zem-pje."
„Maar dat zegt toch niet rin
kel-de-kink?"
„Toen heb ik per on-ge-luk
de kop-j es van het thee-blad
ge-veegd, Moe-der Be-zem-
pje."
„Je bent een stout kind," zei
Moe-der'Be-zem-pje, „Ga in de
hoek."
En het Kind-je Be-zem-pje
ging in de hoek. En het be-gon
te hui-len.
Maar toen het pre-cies drie
mi-nu-ten in de hoek had ge
staan, kreeg Moe-der Be-zem-
pje zóóófióó'n me-de-lij-den met
Kind-je Be-zem-pje. Ze zei:
„Als je nou lief met mij sa-men
de stuk-ke kop-j es op-veegt,
mag je er weer uit."
Toen veeg-den ze sa-men de
ka-po t-te kop-jes op en ze zon
gen er een lied-je bij van tra-
la-la.
ANNIE M. G. SCHMIDT
Tittie liet de lantaarn zakken.
Het touw gleed gemakkelijk; over
de tak. Toen deed zij de lantaarn
open, stak hem aan en begon hem
Weer op te trekken.
„Zover ongeveer?" vroeg zij.
„Ongeveer een voet hoger.
„Zo?"
„Prachtig:. Last nu nog eens zien
hoe je hem vastmaakt."
Tittie bond. het einde van het
touw, dat over de tak hing, aan
een kleme struik aan de rand van
de uitkijkpost. Het andere eind,
dat aan de onderkant van de lan
taarn vastzat, bond zij om de stam
van de boom, zodat de lantaarn
recht hing. De rest van het touw
lag op de grond-tussen de bomen
en het bosje In.
„Mooi," zei kapitein Jan. „Laat
nu maar weer zakken en blaas
hem uit."
„Jawel kapitein."
„Dat is dat," 2ei kapitein Jan.
„Steek de lantaarn aan en hijs
hem op, zodra het donker begint
te worden. Maar de kaarslantaarn
bij de haven behoef je pas aan te
steken als wij vlak bij zyn. Boven
dien zul je ze in het kamp nodig
hebben. Ja kunt ze beter niet bij
de haven hangen eer je ons teken
hoort. Dan weet je, dat wij het
zijn en niet de vijand. Zeg, Tittie,
denk je, dat je het werkelijk alleen
kunt klaarspelen?"
„Natuurlijk. Maar haast je nou,
anders varen ze jullie bij de eilan
den voorbij en ik kan in mün
eentje niet tegen de Amazones op."
„Ze hebben nu nog niet zo ver
kunnen komen met tegenwind," zei
Jan, „maar wij moeten wel onmid
dellijk weg."
„vooruit dan," zei öe scheeps
jongen.
Zij gingen terug naar het kamp.
„De proviand is klaar, kapitein,"
zei stuurman Suze. „Ik neem een
grote fles melk mee. Die zullen
we in de kim zetten om hem koel
te houden. En voor de matroos
laat ik een kleine Hes hier. Zij
kan zelf thee zetten. Denk er om,
dat je het vuur niet laat uitgaan,
Tittie," voegde zy er bij. „Als je
wilt gaan slapen, gooi er dan aarde
overheen, zoals de kolenbranders
het doen. Het zal koud zijn
vanavond."
„Ik ga niet slapen,"zei Tittie.
„Ik zal de wacht houden bij het
kampvuur, gehuld in mijn mantel."
„Rutger, zei stuurman Suze, „ga
naar je tent en trek twee stuks
van alles aan,"
„Van allesV' vroeg Rutger.
„Van alles." zei de stuurman.
„Twee hemden, twee onderbroek
jes, twee overhemden, twee broe
ken. twee paar kousen."
„Twee paar schoenen kan ik niet
aantrekken." zei Rutger.
„Dat hoeft ook niet. Maar van
alle andere dingen wel. Denk maar
dat je naar de Noordpool gaat."
„Twee dassen?" vroeg Rutger,
terwijl hü naar de tent ging.
„Schiet nou maar op," zei de
kapitein, „We hebben geen ogen
blik te verliezen." Hij ging met
Tittie de mast vast opzetten en het
zeil hijsen. Suze kwam naar de
landingsplaats met de etenswaren.
„Het is maar goed, dat wij geen
kielzwaard hebben, zoals de Ama
zone," zei zij; terwijl zij het bis-
cuitblik onder de bank schoof.
(Wordt vervolgd.)
plaatsen, verbond, verharde huid,
water in Friesland; 12. titel der
Kaliefen, landbewerking, snor; 13.
met of bij elkaar, waterstand, pa
trijshond, onvriendelijk; 14. gezang,
scherp nakijken, daarna, zuiverings
middel; 15. oude maat, onderrich
ten, onder andere, sier vaas je, weef-
seipropje, ad exemplum; 16. slijp
sel. zekere, kraantje, per expresse,
plaats op de Veluwe, persoonlijk
voornaamwoord; 17. schetsen, vlak
temaat, aanklampen.
Oplossing;
PASSEN EN COMBINEREN
Alkmaar, Nes, Wirdum, Mook,
Lisse, Weesp, Arnemuiden, Kam
pen, Velp, Olst. Boxtel, Grouw.
Obdam.
(Advertentie LMJ
ZONDAG 7 SEPTEMBER
HILVERSUM 402 M.: VARA; 8.00
Nieuws en weerberichten; 8.18 Gramo-
loonmuziek; 8.30 „Wat er groeit en
bloeit", causerie; 8.40 Orgel, harp, viool
en zang; S.02 Sportmededelmgen; 9.05
Gramofoonmuziek: 9/55 „Geestelijk le
ven". causerie. VPRO: 10.00 Voor de
jeugd. IKOH: 10 30 Evangelische kerk
dienst, AVRO: 12.00 Eventueel postdui-
ver.berichten. Hierna: Dansmuziek; 12 30
„Even afrekenen, Heren 1"; 12.40 Orgel
spel; 13.00 Nieuws en weekberichten;
13.05 mededelingen en gramofoonmu-
riek; 13.25 Amusementsmuziek; 13 55
Boekbespreking; 14 15 RadLo Philharmo-
msch orkest en vrouwenkoor; 15.13 To-
neelbeschouwmg15150 Lichte muziek;
15.50 Gramofoonmuziek; 16.00 Dansmu
ziek; 16-30 Sportrevue. VPRO: 17.00
„Tussen Kerk en Wereld", causerie;
17.20 ..Van het Kerkelijk Er£", causerie.
■VARA: 17-30 Gemengd koor; 17.30 Sport
'journaal; 1815 Nieuws en sporluitala-
gen: 18.30 Cabaret; 19 00 Mefropole-or-
kest en -koor; 19.30 Muzikale discussie.
AVRO: 20 00 Nieuws; 20.05 Lichte mu
ziek; 21,00 Cabaret; 21,30 Surinaamse
volksmuziek; 21.45 Gramofoonmuziek:
22,30 Strijkorkest; 23.00 Nieuws; 23.Ï5
HILVERSUM II 293 M.: NCRV: 8.00
Nieuws en weerberichten; 8,15 Gramo
foonmuziek. IKOR: 8.30 Morgengebed;
9.12 Kerkmuziek. KRO; 930 Nieuws en
waterstanden; 9.45 Gramofoonmuziek;
9 55 Hoogmis: 11.30 Gramofoonmuziek;
11.40 Idem; 12.15 Apologie; 1235 Gra
mofoonmuziek; 12.55 Zonnewijzer; 13,00
Nieuws; weerberichten en Katholiek
nieuws; 13.10 Lunchconcert; 13.40 Boek
bespreking; 13 55 Gramofoonmuziek;
14.00 Voor de jeugd; 14.30 Gramofoon
muziek; 15.00 „De Universiteits-Zondag"
causerie; 15.15 Zang en piano: 1530
Gramofoonmuziek; 16.10 Katholiek
Thuisfront Overal!; 18.15 Sport; 16.30
Gewijde muziek: 16-45 „Uit het Boek
der Boeken". NCRV; 17.00 Gerei, kerk
dienst; 13.30 Gramofoonmuziek; 13,45
Gewijde muziek; 19.30 „Twee Koningen
van. Oud-Israël, Saul en Jerobeam 1",
causerie KRO: 19.45 Nieuws; 20.00 Gra
mofoonmuziek; 2025 De gewone man
zegt er 't zijne van; 29.30 Gevarieerd,
programma; 22.35 Actualiteiten; 22.45
Avondgebed en liturgische kalender;
23.00 Nieuws; 23,1524.00 Gramofoon
muziek.
Engeland BBC Light programme
15öö en 247 M.
12.00 Verzoekprogramma; 13,00 Amu
sementsmuziek; 13.30 Gevarieerd pro
gramma; 14.15 Idem; 14.45 Interviews «1
gramofoonmuziek; 15.45 Filmprogram
ma; 16.15 Gevarieerd programma; 17,00
Round Britain Quiz;; 17.30 Fanfare-or
kest; 18.00 Gramofoonmuziek; 18.30
Hoorspel; 19.00 Nieuws en radiojour
naal: 19.30 Gevarieerde muziek; 20.30
Community hymn singing; 21.00 Geva
rieerd programma; 22.00 Nieuws; 22.15
Pianospel; 22.30 Muzikale causerie; 22.45
Orgelspel; 23.1a Gramofoonmuziek; 23,35
Lichte muziek; 23.56—24 00 Nieuws.
Brussel 324 M.
I2.0O Radiojournaal; 12 30 Weerbericht;
12.35 Lichte muziek; 13.00 Nieuws; 13.15
Lichte muziek: 13.30 Voor de soldaten.:
14.00 „Madame Butterfly", opera; 134)0
fAdwertentie l.M.)
ag prospect"*;
aan I
[PBNA. ARNHEM
VêIPERBUITENSINGEL 482
Sport; 16.45, 17-00 en 17.30 Gramofoon
muziek; 17 45 Sportuitslagen; 17.50, 18 00
en 18 25 Gramofoonmuziek; 18.30- Gods
dienstig halluur; 19.» Nieuws: 19.30
Gramofoonmuziek; 20,00 Hoorspel; 20.50
Gramofoomnuziek; 21.30 Omroeporkest;
MAANDAG 8 SEPTEMBER 1352
HILVERSUM I 40Z m.
AVRO: 7.00 Nws 7.10 Grammuz. 8.00
Nws 8.10 Grarn.muz. 8.45 Idem 9.00
Morgenwijding 9 15 Granumuz, S.30 IX»
groenteman, g.35 Waterstanden '9.40
GranuTiiuz. 11.00 Op de uitkijk", cau
serie 11.15 Kamerorkest 11» Gram.
mt22. 12,00 Orgel en. accordeon 12»
Land- en tuinbouwmededelingen 1223
„In 't Spionnetje", 12.38 Zang en. piano
13.00 Nws 1315 Mei. en graranuz.
13,30 Ge var. muziek 14» „Wat gaat er
om in de wereld?", causerie 14.20 Gra
mofoonmuziek. 14hc Voordracht 14.43
Pianorecital 15.15 Voor de vrouw 16.13
Grarn.muz. is.45 Idem 17.30 Voor do
padvinders 17.45 Grarn.muz. 17.50 Mi
litair commentaar 18 00 Nws 18.15 lichte
muziek 18.45 Gram.mz. 19.13 Orkestcofl-
cert 19.43 Regenngsuitzendingt Land-
bouwrubtiek: .Wat zegt het grondon
derzoek 1951—1952 over öe beme&üngs-
toestand In Nederland" 20.00 Nws 20.05
Amusementsmuziek 21-10 „De Baard",
hoorspel 21.55 Dansmuziek 22.30 Sopra&a
en piano 23.00 Nws 23.1524,00 Gram,
muz.
HILVERSUM IL 298 m.
NCKV: 7.00 Nws 7.15 Ochtendgymnas
tiek 7-30 Grarn.muz, 7.45 Een woord
voor de dag 8.00 Kws en weerberichten
8.10 sportuitslagen 8,23 Gewijde muziek
8 43 Grammuz, 9-00 Voor "de zieken 9»
Voor de huisvrouw 9.35 Grammuz. 10.0a
Orgelspel 10.3c Morgendienst 11-00 Pia
norecital 11.30 Radio FMIharmonïseh
orkest 12.25 Voor b°er «33 tuinder 12»
Land- en tuinbouvnnededeiingen 1223
Orgelconcert 22.5o Klokgelui 1300 Nws
I3.i5 Mandoline-orkest 13.45 Gramo
foonmuziek 14.0o schoolradio 1425 Gra
mofoonmuziek 14.45 Voor de vrouw
35.15 Gramofoonmuziek 15.25 Kamermu
ziek 16.0c Bïlbellezing 1620 Kamermu
ziek 16.55 Gramunuz. 17.00 Voor d«
kleuters 17.15 Gram ju uz. 17,45 Rege
ringsuitzending: Ir L, C. Prey: „Lucht-
kartering van Suriname" 1820 Gram
muz 18.15 Sport 1825 Voor de mannen
in grijs, groen en blauw 18.30 Gramo
foonmuziek 18.OO Nws en weerberichten
19.10 Ge var. muziek 19.40 Radiokrant
20 00 Grarn.muz. 20-l5_ Vocaal ensemble
en orgel 20.45 „Muziekinstrumenten van
de verschillende volkeren", causerie
21.00 Pianorecital 21.30 Viool, cello «n
piano 22.00 „Zoeklicht op Zutd-Ameri-
ka", causerie 22.10 Grarn.muz. 22.45
Avondoverdenking 23.00 nws en SOS-
berichten 231524» Grarn.muz,
doof
Samuel W. Taylor
42
Er keek een man uit het raampje,
"Wiens gezicht er nog erger aan toe
was dan het mijne. Zijn ene oog
was zó gezwollen dat het volkomen
dicht was en zijn neus was een dik
ke blauwe homp. Zijn lippen waren
ook al dik en zijn ene wang zag er
heel anders uit dan zijn andere.
Het was het gesicht van James
Fease, de kantoormachineverkoper.
„Graham", zei Pease, „al die tijd
heb ik naar je uitgekeken. Waar
om ben je niet in die kamer ge
bleven? "Wat heb je uitgevoerd?
Weet jij niet meer wie je vrienden
zijn. Wil ie soms niet dat ik je
help?"
„Stap in, Graham", zei Rivers, en
tegelijk zat ik al in de auto. Hii had
me er niet met geweld inge
duwd, maar tegengehouden had hij
me ook niet bepaald. Bob Rivers
stapte ook in en trok het portier
dicht, waarna Pease wegreed.
„Waar bleef je zo lang?" vroeg
de man met de wenkbrauwen.
„Iemand had zün auto voor de
mijne geparkeerd", zei Pease. „Ik
kon er niet mee weg komen."
.Dat is altijd eer, goed smoesje."
„Ik kon echt niet vlugger ko
men, Bob. Ik kan het toch niet hel
pen als iemand zijn auto voor de
mijne zet?"
„Wat is jullie bedoeling eigen
lijk?"
„We willen jou helpen. Graham",
zei Pease. „Of wil je soms niet ge
holpen worden? Wat mankeert
iou eigenlijk? Ik zorgde voor een
kamer. Ik sprak met Lil af dat ze
zou zorgen dat ie te eten kreeg en
voor alles wat je nodig had. tot ie
gezicht weer normaal was. Waar
om heb je mün hulp niet aan
vaard. Waarom moest je zo gauw
weg?"
„Ik heb het nogal druk gehad".
zei ik.
„Dat geloof ik graag, Graham,
je hebt heel wat te doen gehad-
Maar je had toch van die kamer
gebruik kunnen maken. Je hebt
me 2elf gezegd, dat je niet wist
waar je heen moest en dat je geen
cent meer had. Wat heb je aL die
tyd uitgevoerd? Had je toch door
ons laten helpen. Je kan alles toch
niet alleen af. Op ons kun je reke
nen en we willen jou alleen maar
van dienst zijn."
„Pease", zei ik, „waarom ben je
niet zo verstandig om je hier niet
mee te bemoeien?"
„En waarom ben je toch zo egoïs
tisch, Graham?", zei Bob Rivers en
hij legde zijn grote hand op mijn
schouder, alsof we dikke vrienden
waren. „Waarom zullen we het
niet samen doen? Er is toch meer
dan genoeg voor ieder van ons.
Waarom ben je zo gulzig?"
.Als jullie met alle geweld je on
geluk tegemoet willen gaan, dan
ben je wel op de goeie weg", iel ik,
„Als ik jullie was. zou ik.,.."
Plotsenng zat ik op mijn knieën
op de vloer van de auto. Ik had een
sigaret uit mijn zak willen nemen
en Rivers had me bij mün pols go-
grepen en hem omgedraaid. Met
zijn andere hand betastte hij" me
om te kijken of ik wapens by me
had.
„Het spijt me, Graham" z-ci hij,
terwijl hij me weer op myn plaats
hielp. „Ik dacht dat ie misschien
niet goed wist, wie je vrienden wa
ren"
„Wat wou hjj doen.?", vroeg Pease
van achter zijn stuur vandaan.
„Ik wilde een sigaret hebben",
zei ik.
„Het was een misverstand", zei
Bob Rivers verontschuldigend.^ ïfij
pakte me bij mijn schouder. „Neem
me niet kwalijk, hoor Graham Het
spijt me, want we willen alleen
maar je vrienden zijn."
„Jullie willen mïjtj vrienden 2ijn,
ook al moesten jullie me vermoor
den om dat te bewijzen", zei ik.
„Je moet het Bob niet al te kwa
lijk nemen", zei Pease. „Hij is erg
impulsief. Hij handelt voordat h0
nadenkt."
„Heb jn dat ook ondervonden?"
„Ik had een verkeerd idee van
Jim", zei Rivers. „Maar hoe kon hot
ook anders? De een of andere
smeerlap heeft me verteld dat Jim
een verhouding had met mijn
vrouw. Hoe zou ik dat weten? En
toen ik hen gisteravond in het park
achterna liep, leek net er veel op.
Jü zou ook gevonden hebben dat
het er veel op leek, En toen ben
lk mijn hoofd kwijtgeraakt"
„Ik ben het alweer vergeten.
Bob", zei Fease. „Ik zou precies
hetzelfde gedaan hebben als ik dacht
dat er iemand achter mijn vrouw
aan zat"
,.Ja, maar ik had wel eerst naar
je kunnen luisteren", zei Rivers. „Je
wilde het me uitleggen, maar ik
wou niet luisteren."
„Weet je dan nu dat hert in orde
is?", vroeg ik.
„Jazeker, Jïm en Lil wilden samen,
een smoking voor mijn verjaardag
kopen. Daarom hadden ze Zaterdag
een afspraak gemaakt. Lil wou graag
dat een man meeging om te helpen
uitzoeken. En gisteravond waren ze
naar het park gegaan om er over te
praten. Ik" sprong Jirn op zijn nek
nog voor hij de kans kreeg om me
alles uit te leggen. Het spijt me heel
erg Jim."
„Ik heb al honderd keer gezegd dat
alles in orde is", zei Pease.
,3et is, geloof ik, een pak van je
hart", zei ik. „Niets is zo erg als wan
neer je je vrouw niet vertrouwt,"
„Ach, ik was alleen maar gek", zei
Rivers. „Ik had toch beter moeten
weten. Hoe lang ben ik al tiiet met
Lil getrouwd. En Jim is mijn beste
vriend. Ik weet niet wat er met me
aan de hand was dat ik zo iets ging
veronderstellen. Wéerje wie ik zo'n.
pak slaag had moeten geven? Die
smeerlap, die me vertelde dat Lil ma
met Jim bedroog. Maar die krijgt
i/n portie nog wel".
„Bob", zei Pease, „hou er nou in
Godsnaam over op. Laten we er
op dit ogenblik geen geharrewar
Over krügen."
„Je hebt gelijk. Laten we eerst
zorgen dat dit zaakje voor elkaar
komt. Maar hij krijgt zijn portie nog
wel. Let maar eens op!
„Het was mün schuld", zei Pease.
„Ik ben nooit van plan geweest dit
karwei alleen op te knappen. Gis
terochtend heb ik jou naar het huis
van Bob gebracht, nietwaar, Gra
ham?"
„Ja. dat is waar", zei ik.
„Ik wou naar je toekomen voor
dat je naar je werk ging, Bob. Ik
weet, dat jij zoiets wel aan kunt. Ik
had daar iemand bij nodig, die daar
kijk op heeft. Maar Lil werd bang.
Ze wou niet dat jij je ex mee be
moeide en ik liet me door haar
bepraten."
..Je moet nooit naar vrouwen
luisteren, Jirn", zei Rivers. „Je kon
toch weten dat ik met zo'n akefietja
als dit graag zou meedoen. Twee
millioen piekt"
,L>at weet ik wel. Bob. Maar je
weet ook hoe vrouwen, zijn. Ik
zorgde dat Graham een kamer kreeg,
waar hij kon blijven en vroeg Lil
of ze voor zün eten en voor alles
wat hij verder nodig had wilde
zorgen. Toen ik gisteravond naar
die k?mer ging en merkte dat hjj
verdwenen was, ben ik met Lil uit
gegaan om eens te horen wat er nu
precies gebeurd was en toen heb jif
me aangevallen." (Wordt vervolgdD
\u
y