mm f JANKEPIET m Regen stroomde door de gaten in *anneke die mooie rode paddestoel beelj> 716 Dubbele puzzle is een Alle kabouters werden kletsnat en zaten treurig te niezen Welverdiend J Het onbewoonde eiland T elevisie-programma Wiü Gij ONDERWIJZER worden? HILVEBSÜM schriftelijk» cv»ses>' POIROT SPEELT 1 BRIDGE AGATHA CHRISTIE 1 KI; smss Zaterdag 18 October 1952 Je weet dat onder paddestoelen de kabouters zitten als het regent. In landen waar het altijd regent, niet eens zo ver hier vandaan, wó nen er zelfs kabouters in padde stoelen. Nu wil ik het over een paddestoel hebben die ik gekend heb toen ik nog een klein ventje- was. Het was een fiere paddestoel, recht van, stoei en hij had een prachtige rode hoed op. Hij stond in de achtertuin- van bet huis waarin ik woonde en als het re« „Hoe komt dat aan?" vroeg ik. „De grote paddestoel lekt", zei ken, Elenbaas somber. „De regen komt de vlam uit. bij stralen door zijn hoed heen. We kunnen net zo goed midden in de tuin gaan zitten, zo hard lekt hij. Op die manier vergaat ons alle lust om te werken. We zijn nat en koud en rillerig. We krijgen griep, we geen andere paddestoel. Deze is al tijd goed geweest voor ons. Het zou niet aardig zijn als we hem nu in de steek lieten, alleen omdat hij een nieuwe hoed nodig heeft". „Ek heb het koud" zei een ka bouter, die onder de paddestoel zat. „Ik ook" zei een andere. „De regen staat in mijn. laarzen. „En weer een andere probeerde voor de zoveelste maal zijn pijpje aan te steken, maar de regen doofde de vlam meteen weer uit. „Paddestoelen-hoeden zijn heel moeilijk, te krijgen" zei ik. „Die kun je alleen maar kopen hier heel ver vandaan. Je moet wel een dag in de trein zitten en aan ben je er nog niet. O, nee. Dan moet je met een zeilbootje de zee over en dat duurt drie dagen. En als je dan weer aan land stapt, dan moet je nog een week vliegen op de rug van een grote, zwarte vogel voor je In het land bent, waar ze pad destoelen-hoeden verkopen. En zo lang kunnen jullie niet wachten". Elenbaas keek treurig voor zich uit. „Hoe moet het dan?" vroeg hij. „Als we steeds maar nat worden, dan vatten we erge kou en dan worden we heel ziek en wie weet wat er dan wel gebeurt." „Hatsjie" niesde een kabouter onder de pad destoel. „Hatsjie... hatsjoe" nies de een andere kabouter. En weer een andere probeerde voor de zo veelste maal zijn pijpje aan te ste rnaar weer doofde de regen Goed idee 'T* oen kreeg ik een goed idee. ■*- „Wacht maar even" zei ik te gen Elenbaas en de andere ka- Jan-ne-ke is ziek. „Mag ik naar haar toe?" vraagt Jip „Nee," zegt Jip's moeder» „Jan-ne-ke heeft een klein beet-je griep." „Hoe-veel griep?" zegt Jip, „Zo'n beet-je? Of zo'n beet-je?" „Zo'n beet-je," zegt moe-der. „Maar jij moet van-daag al leen spe-len en mor-gen ook." Dat is a-ke-lig. Jip weet niet wat hij moet doen. Zijn brom tol is ka-pot. En Beer wil niet spe-len, die wil al-leen sla-pen. „Ik ga op mijn hoofd staan," zegt Jip. En hij doet het ook. Maar hij valt tel-kens om, Ein-de-lijk gaat Jip naar bui ten. Daar is het huis van Jan- ne-ke. Maar hij durft niet bin nen gaan. Er staat ïe-mand voor het raam. Kijk, dat is de moe-der van Jan-ne-ke. En daar is Jan-ne-ke ook, met een doek om haar hals-je. Een wol len doek. „Dag," zegt Jip. „Dag," zegt Jan-ne-ke. Maar1 ze is zo ver weg. Het raam is- zo hoog. Dan ziet Jip de vuil-nis-bak staan. Hij sleept het ding voor het raam. En dan klimt hij er waar was, wat Elenbaas had ver teld. De kabouters zaten zwijgend onder de rode hoed van de pad destoel en de regen viel jn stralen op hun hoofd en schouders. Hun pijpjes waren uitgegaan en nie- telden ze hen een verhaaltje. En mand zei een woord. De hoed van als er een bloem uitkwam, dan de paddestoel zat vol met gaten en zorgden de kabouters er voor dat daar stroomde de regen door, „Ds er een feestje kwam; Elenbaas de paddestoel Is oud" zei ik. „Hij oudste kabouter haalde zijn verf- moet een nieuwe hoed hebben, doos te voorschijn en verfde de Eigenlijk moeten jullie een nieuwe bloem een beetje bij. Rood of geel paddestoel hebben", of blauw; de bloem kon de kleur Maar Elenbaas zei; „We willen kiezen die ze wou. Aan de schutting hing een oude S teil, die al sinds jaren niet meer werd gebruikt. Maas soms ging een kabouter naar de teil toe en sloeg hij met een stokje op de bo dem, zodat ex een mooie klank uit kwam. Dan wist de leil weer dat hij nog niet helemaal was verge ten. Ik geloof niet dat het goed was gegaan met onze tuin als de ka bouters er niet waren geweest. Ze zorgden werkelijk overal voor en ze hadden het soms zelfs te druk om naar my te wuiven, als ik voor het raam van mijn kamertje stond en naar hun bezige gedoe keek Elenbaas klaagt Op een dag in de herfst, toen. het al uren achter elkaar had geregend, werd er aan myn raam geklopt. Ik keek en voor het raam op de vensterbank zag ik Elen baas staan. Ik deed het raam open en Elenbaas wipte naar binnen op myn tafeltje tussen mijn blokken en mijn autootjes. Hij pakte zijn muts van zijn hoofd en sloeg de regendruppels er af Toen kuchte hij een paar keei en zei met zijn zware stem (voor een kabouter was die stem tenminste heel zwaar): „Het gaat niet goed met ons". '„Wat is er dan?" vroeg ik. „Het regent" zei Elenbaas en hij wees naar oultcn, waar de regen alsmaar :rj de tuinen viel, op de daken, de straten en dc bomen. „Maar U kunt toch schuilen" zei ik, ,,u kun» toch allemaal onder de grote paddestoel schuilen?" „Ha" zei Elenbaas en hij lachte moedeloos, „kon dat maar!" Kon den wjj maar allemaal onder de „grote paddestoel schuilen". „Maar dat kan toch wel" zei ik. „Dat doet U toch altijd als het regent", „Dat is het nu juist" zei Elen baas. „Nu doen we het ook. Nu schuilen we ook onder de grote paddestoel. Maar het helpt niet, We worden toch nat. Onze mutsen en onze baarden, onze kleren en onze voeten, alles wordt drijfnat. Onze pijpen gaan Uit en we zitten een beetje rillerig bij elkaar en nie mand heeft zin om te praten". Twee Italiaanse schooljongens hebben een prijs gekregen. ïk weet niet of ze zo goed leerden, want daarvoor was die prijs niet be stemd. Maar ze hebben iets anders gedaan. Gedurende een geheel jaar hebben ze vrijwillig 's ochtends on 's avonds zes kilometer gelopen om een ongelukkig kind te halen, dat zo graag toch naar school wilde gaan. Ze droegen hem om beurten op hus rug. De beloning was dus welver diend. Dit is het lied uan Jankepiet. die altijd zat te schreeuwen. Jankepiet Iicttl 20'n verdriet, waarom precies dat wist hy niet hij jammerde sinds eeuwen. Zijn tranen vielen op het zeil. ran droppe öroppe drop dan kwam de werkster met een dw.i en veegde ze weer op. Iedere morgen na het bad ging Jankepiet ontbyten, maar als hij dan aan tafel zat dan werd het tafellaken nat zo hard zat h\j te krijten. Zijn tranen vielen fn zijn bord, en op de rol beschuit. Dan kwam. de werkster met haar schort en wrong de boel weer uit. Maar op een goeie morgen bleef de werkster zomaar thuis. En Jankepiet was net een zeef en alles dreef en alles dreef. hij dobberde door 't huis. Ik denk dat hü gezonken is die arme Jankepiet. Maar of hy echt verdronken is dat weet ik now weer niet. Maar *fe zal je zeggen dat ik pas een ventje heb gezien die vet zo'n Jankepietje was. of was JIJ dat misschien? ANN IE M. G. SCHMIDT hoesten, we snuiten steeds maar kouters. -Jh heb een idee, ik ben onze neus en we hebben overal ZP terug ik ging het huis in en kippevel. Stel je voor, een kabou- Lep «aar de kapstok in de gang. ter met kippevel. Dat is net zo gek P_aa_r hjngen Jassen en dassen, «Sïi- dï dJd tel -1= «s Mï habmitervel. Dat "»Mt da kapstok pp de „rond zag ik hoe tientallen kabouters kan 20 hiet doorgaan". Hij had nog ato.Tïfi e6n parapiubak waarin wan- oni« I» W StoMm «J een heleboel meer willen moppe- dclstokken en paraplu's en para- een pijpje rookten en gezellig met ren' rnaar toen hij zag dat ik mijn sols werden bewaard. Maar die elkaar praatten en dat allemaal kaplaarzen cn mijn regenjas aan mcestik met hebben. Op de kap- zonder nat te worden. Ze namen deed, zweeg hy. lagen hoeden en mutsen en hun lange puntmutsen af, wanneer „We zullen eens zien wat we er ,?n wlst dat er nog een ze onder de paddestoel zaten, want aan kunnen doen" zei ik. Ik liep pe£* S'J JSiif ze wisten hoe het hoorde. Je géit de tuin in, terwijl Elenbaas achter meer droeg omdat het met meer niet met je muts op onder de hoed me aan dribbelde. „De paddestoel bp mijn hoofd paste. Maar verder Vte n paddestoel zittend lekt" rel hü nes eens. „We worden heines hee^goedenJk w.st om de tuin heen was een schut- allemaal nat ting, die de kabouters handen vol meer »L"xi' S*T3} Re«°" stroomde neer kraakte een beetje en als er erge TT et regende erg hard. Er ston- wind stond dan boog hij met al zijn J- J- den grote plassen in de tuin bejaarde planken naar de grond cn er dreven grijze wolken in de De kabouters waren de hsle dag in lucht, die nog vol waren met de weer om hem op te knappen en regen, dat kon je duidelijk zien. bij te lappen, Ik heb nooit geweten Ik was blij dat ik mijn kaplaarzen of de schutting daar nu dankbaar had aangetrokken. Toen we bij de voor was, Hij zei nooit een woord paddestoel kwamen zag ik dat het van dank. Hij zei alleen maar „krak". Er waren ook kabouters die de planten hielpen op te groeien. Ze brachten voedsel aan en 's avonds, voor de planten slapen gingen, ver' zeker, dat het de paddestoel wel zou passen. Ik pakte het petje van de kap stok en rende terug naar de tuin, waar de kabouters mii vol ver wachting aankeken. Ik knielde naast de paddestoel en zette het petje op zijn hoed. Kot paste pre cies. En de regen viel nu op het potje en kwam er niet door heen, zodat de paddestoel niet meer lek te. De kabouters riepen hoera en ze staken hun pijpjes aan en ze praatten weer lustig met elkaar en ze werden niet meer nat en ze keken niet meer droevig voor zich uit. En eon regenworm kroop langs mijn been en mijn arm op mijn schouder en fluisterde in mijn oor; „Ik moet U van de paddestoel zeggen, dat hij erg gelukkig is". En het regende nog erg lang, maar dat gaf nu niets, want de kabouters werden, niet meer nat. REMCO CAMFBRT 16 k? to 15? op. Nu lean hij. naar bin-nen kij-kert. En hij kan zijn neus te-gen het glas druk-ken. En Jan-ne-ke drukt ook haar neus te-gen hot raam. Twee neu-zen te-gen el-kaar, met het raam er tuisen. „Dag," zegt Jip. „Dag," zegt Jan-ne-ke. En dan moet zij weer naar bed. En Jip gaat naar huis en roept: „Ik heb toch met Jan- ne-ke ge-speeld." „Wat?" 2egt moe-der, „stou te jon-gen!" „Door het glas heen," zegt Jip. En dan lacht moe-der weer. De tyd gibg snel voorbij, veel sneller dan wanneer Robinson Crusoe alleen zou zijn geweest. Maar plotseling sprong Vrijdag j overeind en zei dat zij naar huis moest. „Ik kan niet langer wachten,"1 zei zij- ..Ik moet terug naar Vicky. Maar het spijt me, dat ik Jan niet heb gèzien, Ik zag gisteren, dat i het hem dwars zat wat mijnheer i Turner tegen hem gezegd had en1 ik had hem willen vragen of Jk mevrouw Zwart zou verzoeken haar broer te laten weten, dat Jan zijn boot nooit had aangeraakt."' 1 Tittie was er niet helemaal zeket van. Ze moesten ook rekening houden met de Amazonepiraten Het was nooit goed om de inboor lingen in de dingen te mengen. Zij zei dus, dat zij Jan zou vertellen wat moeder had gezegd, zodra hij terug was. „Ik vraag me af waarom ze zc lang wegblyven," zei" moeder. „Weet je zeker dat je het niet naar vindt om hier alleen te zijn? WH jc niet liever meegaan naar de Eikonhof? Je kon daar dan uitkijken cn zc toeroepen als ze voorbijkomen ol je kon mij komen bezoeken cn de nacht bij me door brengen en dan morgenochtend naar de boerdiry van mevrouw Dlxon gsen om met de anderen mee terug te varen al3 ze om melk kamen. We konden hier een brief je achterlaten voor Jan om te zeggen waar je heen bent." Een ogenblik dacht Tittie er over. Nu moeder wegging leek het eiland veel eenzamer dan voor zij kwam. Toen dacht zij aan de lichtbakens cn de vuurtoren aan het feit, dat zij het kamp moest bewaken. „Neen, dank jp," zei zij. „Ik blijf liever hier." Moeder ging met de koekepan en de sauspan en de kroezen on de borden naar de landingsplaats en waste ze af. terwijl Tittle zo afdroogde. Toen bracht zij ze terug naar het kamp en borg ze netjes op. Zij vulde de ketel on zette die op een van de stenen van de haard, half boven het vuur. „Het wordt hier warm,' zei zij, „en dan zal het vlug koken als zij tovurkomen en de thee willen drinken." „Ik denk niet dat ze zo gauw te rug zullen zyn." zei Tittie. Moeder keek haar aan. „Je kon beter met me meegaan, zei zij. „Het kamp zal niet weg lopen." „Neen, dank je." zei Tittie be slist (Wordt vervolgd.) ZON'DAG 19 OCTOBER 1952 HILVERSUM I 402 nu NCRV: 8.00 Nws en weerberichten 8.13 Gramofoonmuziek 8,30 Morgenwij. ding 9.15 Vocaal ensemble KRO: 8.30 Nws en waterstanden 8.40 Gramofoon muziek 9 55 Pontificale Hoogmis 11.30 Gramofoonmuziek 11.49 Kamerorkest 1215 Apologie 12.35 Gramofoonmuziek 12.40 Idem. 12 35 Zonnewijzer. 13.00 Nws en. Katholiek nws 13.10 Amusements muziek 13.40 Boekbespreking 13.55 .,De Spelevaart" 14.25 Radio Philharmoniseh Orkest cn solist (pin-.. 15.15—J5 30 „Mis siezondag", causerie) 16.10 ..Katholiek Thuisfront Oyeral" 16.15 Sport 16 30 Vespers iKOR: 11.00 Bijzondere dienst tg.v de Gennsweek 18 00 ..Mijn zoon en jk", klankbeeld 18 35 „10 Minuten Travanchare". causerie 18.45 „De Kerk luistert naar Gw vragen" NCRV: 13 00 Samenzang 19.30 „Gelooft 11 dat'", cau serie KRO: 19.45 Nws 20,00 Grararauz. 20 25 De gewone man zegt cr 't tyre van 20 30 Gevarieerd programma 22 34 Actu aliteiten. 22 43 Avondgebed en Liturg. Kalender 23.00 Nws 23.15—24 00 Gramo foonmuziek. HILVERSUM U 298 m. VARA: 8 00 Nws en weerberichten 8.18 Gramofoonmuziek 8.30 Voor het platte land 8.40 Orgel, harp, viool en zang 8 58 Sportmededeliriger. en postduivenbe- rlchten 9 00 Gramofoonmuziek 9 45 „Geest elnk leven", causerie VPRO: 10-00 „Geef hot door", causerie 10.05 Voor de jeugd IKOR- 10.39 Kerkdienst AVRO; 12 00 Orkeateorcert 12 30 ..Even afrekenen. Heren" 12 40 Krontjong mu ziek 13,00* Nws cn wceroverzicht 13 05 'Mededelingen of grs*mofoanmu2iek 13.10 Kamerorkest en solist 13J5S Boekbespre- king 14.15 Dansmuziek 14 55 Voetbal wedstrijd Beigiè-Nederland Ifi,5ö Sport - 1 rei ue VPRO 17.00 „Gesprekken met 1 luisteraars" 17.20 „Van het Kerkelijk 1 Erf", causerie VARA: 17.30 Voor de 1 jeugd 17 50 Sportjournaal 18.55 Nws en sportuitslagen 18.30 Pianospel 18 45 Volkszang en woordenspel 19.30 Radio- Ivmpus AVRO: 29 00 Nw* 20 05 Geva rieerde muziek 21.00 „Ontmoetingen met Christopher Blaze", Hoorspel 21.35 Lich te muziek 22 00 Cabaret 22.35 Gitaarmu ziek 2.100 Kwa 23.15 Reportages of gra mofoonmuziek 23,215—24.00 Gram-muz. BRUSSEL 324 m. 12.00 Radiojournaal 12 3o Weerberich ten 12 34 Omroeporkest, 13.00 Nws 13.15 Volksliederen 13.30 Voor de soldaten 14 00 Operaconeerfc 16 00 Voetbrirepor- tage. 16 45 Grairnmuz 17.00 ers 17.40 Id. 17.45 Sportuitslagen 17 5o en 18.00 Gra mofoonmuziek 20.00 Omroeporkest en solisten 20 35 Gram.muz. 21,00 Sympho- me-orkes*. en solist 22.00 Nws 22 15 Ver- zoekprogramma Z3.Ö0 Nw® 23 24.09 Dansmuziek. ZONDAG 19 OCTOBER 1952 N.T.S. plxn. 14.45: Voetbalwedstrijd BelgiëNederland. MAANDAG 20 OCTOBER 1932 HILVERSUM J. 402 m. NCRV: 7.00 Nws 7.13 Gewijde muziek 7.4ö Een woord voor de dag 3G0 Nws en weerberichten. 810 Sportuitslagen 8 20 Gramofoonmuziek 9 00 Voor de zie ken. 9,30 Voor de huisvrouw 9-35 Water, standen 9 40 Gramofoonmuziek 10.00 Sopraan cn piano 10 30 Morgendienst 11 -Do Gramofoonmuziek 11.15 Gevarieerd programma 12-25 Voor boer en tuinder 12.30 Land- en tuiiVouwmededelingen 12J3 Orgelconeeit 2 2.off .Klokgelui 13.00 Nws 13.15 Harpensemble 13.45 Gramo foonmuziek 14.00 Schoolradio 14-35 Gra mofoonmuziek 14.45 Voor de vrouw 55.15 Strijkkwartet 15.49 Gramofoonmu ziek 16 0o Bijbellezing l6.3o Gramofoon muziek 17 00 Voor de kleuter^ 17.15 Gra mofoonmuziek 27 30 Voor de jeugd 17.45 Regermgsuitzending: R. D. Simons: ,.Uit de geschiedenis van Suriname" 18.90 Kamerkoor 18010 Sportprastje 18.30 Zi geunerkwintet 18.45 Engelse les 19.00 Nws en weerberichten 1910 Accordeon- spel 19.30 „Volk en Staat.',, causerie 19 45 Koorzang 20.00 Radiokrant 2020 Toespraak 20.25 Knapenkoor 2040 „Le vensbalans", hoorspel 2115 Gramofoon muziek 21.30 „Geztnsweck 1552", dis cussie 22,00 Strijkorkest en orgel 22 45 Avon do verdenking 23.00 Nws cn. SOS- benehten 23.1524 00 Gram.muz. HILVERSUM ir 298 m. AVRO- 7.00 Nwe 7.10 Gram mui, 7.15 Ochtendgymnastiek 8 00 Nws 8.15 G^am. muz. B.45 Idem 9.00 Morgenwijding 9.13 Gram.muz. S.25 Voor de hutsvrouw 9.30 Gramjnuz. 1109 ,,Een hengelaar ver telt", causerie 1115 Pianotrio 11.35 Or gelspel i2 0o Lichte muziek 12 30 Land en sumb.meti, 12.33 Ir, *t spionnetje J2.38 Pianoduo 13.00 Nws 13.15 Med. of gra mofoonmuziek 13.20 Dansmuziek 14.00 „Wat gaat er om in de wereld?", cau serie 14.20 Gram.muz. 14.30 Voordracht In de bovenste figuur van deze dubbele puzzle moeten woorden ingevuld worden met een betekenis als hieronder omschreven. Van deze in te vullen, woorden komt elke letter in een genummerd vakje te staan. De bedoeling is dat telkens dezelfde let ter ook invult in het gelijk genummerde vakje van d.e onderste figuur- In deze onderste figuur ontstaat dan tenslotte een uitspraak van een schrijver wiens naam in de bovensta figuur kunt vinden door da beginletters der woorden achter A tot en met M van boven naar beneden te lezen. A 52 maar per jaar Telwoord B Canadese provincie Groente C Onmiddellijk Klein rijwiel D Repeteren "Vleesge recht E Telwoord Zetel van ons denkvermogen F Een der UB.A. Uur werk G Bergketen in Europa Arbeidsvermogen H Routine Aantekening K Europees land Uitstal kast L Rechtskundige Streek taal MStad in Japan Schuier Oplossing: WAAR DENKT U AAN? Agent, barbier, cargadoor, dokten, electricien, geisha, hoogleraar, in fanterist, jachtopziener, kantoorbe diende, loodgieter, machinist, na tuurkundige, oogarts, pauken! st» redacteur, steenhouwer, tailleur, vuurtorenwachter, warmoezenieiv zadelmaker. Eigen haard is goud waard, (Advertentie l.M.1 sterk elastisch hygiënisch 14,45 Pianorecital 15.15 Voor de vrouw 16.15 Gramjnuz. 17,30 Voor de padvin der^ 17,45 Gramjr,uz. 17.50 afüitafr commentaar 18.00 Nws 18.15 Gram jn lts. 18.30 Aeeordeonclub en sohsttm 18,00 Muzikale causene 19.15 Lichte muziek 19.45 Reff.uitz.; J. Tolner: „Landbouw- rubriek: Sporenelementen in akkerbouw en veehouderij" 20-00 NWj 20.05 .jDon Paspuale", opera (In de pauze: 21.25— 21.40 „Ar.ecdotisehe bijzonderheden over Donizetti" causerie) 21.55 .Surina me". klankbeeld 22.25 Gramjnuz. 22136 Oratorium vereniging en orgelspel 23.00 Nws 23.1524.00 Grairumuz. (Advertentie LM.) Vraag dan zo spoadig mogelijk een prospectus aan bij Sinds oie«» «fin 10 laat heeft onio „Schriftelijke Kweek, »eKoo!ortqeivanasrd» lucetiun. leder jaar «legen tiaaUliee cursisten eoor het Staatsexamen vbor Onderwijzer. Jeer goede opleidingen rijn ook: H.B.5„ Staatsexamen GytnnaSMMO Mule-^ I 1 1 4 i i door 5il!( lfM[:ili:t!l!i!ijil![!ll!KI!lllll![[|||illft![Rllflil!fllll!ll irf 'ulll (i»iü Üflilli ill UI. ml, i IlilfS Ml!!»]? „De zwarte engel,mompelde Mrs Oliver. „Klinkt onschuldig, maar kan ge makkelijk als een verwijzen naar vergif, naar een quasi-ongeluk, naar de gelegenheid, die een dokter voor „Dat ben ik met u eens,'1 viel Battle hem bij. „Dat zou een te merkwaardige samenloop van om standigheden Zijd- ub gejegmiuetu, ,Ik heb zo n idee, dat het op deze dergelijke dingen heeft, opgevat niAi* f Dhrtiiwl L"nmt non TP, matnor is gebeurd. Er komt een ze ker soort moord ter sprake. Shai- tana betrapt iemand op een spe ciale gezichtsuitdrukking. Shailana worden. Het zou me niets verwon deren, als hij met die woorden, zijn doodvonnis had ondertekend." die stilte er na gaf te een- bad een scherp opmerkingsvecmo- 2el jflrSi Oliver. rann k,', -taf 1aI« Aa+ 7iin hp. gen.... hij ziét iets, dat zijn be langstelling opwekthij gaat ex perimenteren voorzichtig ie mands ziel sonderen onder de dek- mantel van conversatiehy nerveus trekken van een mond het even ironsen van wenkbrauwen, een plotseling gereserveerd worden, een „Ja" zei Poirot. „Op één van de vier moeten die woorden een ge weldige indruk gemaakt hebben - een doodonschuldig® die persoon heeft beslist gedacht. wacht on een dat Shaitana veel meer wist dan het wacht op een ggval wag en dat ze de lnatsle ,.onde moesten inluiden, dat het „partijtje" mets was dan een dramatisch voor spel voor dat ene hoogtepunt: een tc geven. Dat is trouwens gemakke- ^,ar t^nhri -unfasten SeTL S&rden plïa/ oW om bevestiging van je achterdocht le^e"'le KtL^het°!S Tzafcai te krmron. E1!?® keer, dat een woord Even bleet net sul. <- t*31- „V dieper'raakt, zie je het-... als alles langdurige K^chiedems wordem zej in je gespannen staat om het te zien.'" Battle dan met een zucht. „Al die dingen napluizen gaat niet in een 4 vloek en een zucht, en daarbij moe- Juist het soort spelletje, dat mij- wc heei vooruchtig te werk len onze vriend graag gespee.d zal gaan G<?cn V0n vier mag mer. hebben.knikte Battle. j-en, wat wc doen. Al onze vragen „We kunnen rustig aannemen, dat moeten zo worden gesteld, dat het dit m een of twee gevallen de ji^t of ze alleen op deze moord manier is geweest, waarop hij te betrekking hebben. Ze mogen geen werk is gegaan. En in een ander sceonde vermoeden dat de bevveeg- geval heeft hij misschien toevallig reden voor de moord ons waar wat gehoord en de zaak nageplozen, sclujnlyk bekend is. En het lamme Maar ik twijfel er aan, of hij het van het geval is, dat we vier moord- gevallen, gepleegd in het nevelige -erleden, moeten zien te vinden. ooit verder heeft gebracht dan een sterk vermoeden.... of hij ooit be wijzen genoeg hoeft gehad om er een politiezaak van te maken." „Of misschien is het dan juist een tana is .niet onfeilbaar geweest," zei geval geweest, waarmee hij niet hij. „Hij kan zich best vergist neb- by de politie kon aankomen", Battle „Hoe vaak is het met dat je natt'ghoid voelt, maar mets kunt bewijzen. Hoe het zy in deze ljgent." zaak hgt do weg. die we te bewan- „Tweedon twee dan? delen hebben, recht voor ons. We moeten het leven van do vier men sen grondig nagaan en alle sterf gevallen, die iets te betekenen kun- ben." „Ten opzichte van alle vier?" „Nee, daarvoor was htf te intel- ,,Noe. Ik zou zeeeen één om drie?" „Een onschuldig en drie schul dig? Dat's verdikkie erg genoeg. En hot ellendige is, dat we misschien nèn hebben, onderzoeken. heeft niet eens wat san de waarheid heb- waarschyolijk wel gehoord, wat ben, als we die na veel pluizen en Shaitana aan tafel heeft gezegd?" zoeken te weten zyn gekomen. Ge steld, dat een van de vier in 1811 zijn oud-tante van de trap heeft ge duwd, dan hebben we daar In 1837 met veel meer aan.** „Daar hebben we wel veel aan," bemoedigde Poirot hem. „Dat weet je even goed als ik." Battle knikte langzaam. ,Jk be grijp wat u bedoelt," zei hij. „Het zelfde stempel," „Bedoelt u,'' zei Mrs. Oliver on gelovig, „dat het vorige slachtoffer dan ook waarschijnlijk doodgesto ken is?" „Zo primitief bedoelt monsieur Pm rot het niet, Mrs. Oliver," zei Battle, terwijl hij zich naar haax wendde. „Maar je hebt alle kans, dat het hetzelfde type misdaad is. De details mogen verschillen, rosas de grote lijnen van het geval moé ten overeenstemming vertonen, 't Is buitengewoon vreerad, als je erover gaat zitten denken, maar daarmee verraadt een misdadiger zich tel kens weer." ..De mens is nu eenmaal geen ori gineel wezen." zei Poirot. „De mannelijke sekse misschien niet", zei Mrs. Oliver. ,.maar de vrouwelijke is tot een ontelbaar aantal variaties in staat. Ik zou nooit twee keer hetzelfde type mh- daad kunnen plegen." „Gebruikt u ook nooit twee keer dezelfde intriges?" vroeg Battle. „De Lotos Moord", mompelde Poi rot. „De Aanwijzing van het afgelo pen Kaarsvet!" Mrs. Oliver keerde zich naar hem. Haar ogen schitterden verrast. ..Dat is knap van u. buitenge woon knap zelfs. U beeft gelijk 't Is precies dezelfde intrige, maar nog nooit heeft iemand dat gemerkt! Het ene verhaal gaat over een dief stal van belangrijke documenten tij dens een zitting van het Kabinet cn het tweede over een moord op Bor neo, gepleegd in de woning van een rubberplanter." „Maar de kern, waar de twee verhalen om draaien, is dezelfde"» zei Poirot. „Twee van uw beste boe ken overigens. De rubberplanter, ensceneert zyn eigen moord en de minister van binnenlandse zaken de diefstal van de bewuste docu menten. Op 't nippertje komt dan een ander op de proppen en maakt van het bedrog werkelijkheid." „Ik heb uw laatste boek met ple zier gelorcn. Mrs. Oliver", zei hoofd inspecteur Battle waarderend. „Het boek. waarin ai die agenten tegelijk worden doodgeschoten, Alleen heeft u rich een paar keer technisch ver galoppeerd. Ik weet, dat u erg op nauwkeurigheid is gesteld en daar om heb ik gedacht...." (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 9