mm
f
JANKEPIET
m
Regen stroomde door de gaten in *anneke
die mooie rode paddestoel beelj> 716
Dubbele
puzzle
is een
Alle kabouters werden kletsnat
en zaten treurig te niezen
Welverdiend
J
Het onbewoonde
eiland
T elevisie-programma
Wiü Gij ONDERWIJZER worden?
HILVEBSÜM schriftelijk» cv»ses>'
POIROT SPEELT
1 BRIDGE
AGATHA CHRISTIE 1
KI; smss
Zaterdag 18 October 1952
Je weet dat onder paddestoelen de
kabouters zitten als het regent.
In landen waar het altijd regent,
niet eens zo ver hier vandaan, wó
nen er zelfs kabouters in padde
stoelen. Nu wil ik het over een
paddestoel hebben die ik gekend
heb toen ik nog een klein ventje-
was. Het was een fiere paddestoel,
recht van, stoei en hij had een
prachtige rode hoed op. Hij stond
in de achtertuin- van bet huis
waarin ik woonde en als het re«
„Hoe komt dat aan?" vroeg ik.
„De grote paddestoel lekt", zei ken,
Elenbaas somber. „De regen komt de vlam uit.
bij stralen door zijn hoed heen. We
kunnen net zo goed midden in de
tuin gaan zitten, zo hard lekt hij.
Op die manier vergaat ons alle lust
om te werken. We zijn nat en koud
en rillerig. We krijgen griep, we
geen andere paddestoel. Deze is al
tijd goed geweest voor ons. Het
zou niet aardig zijn als we hem nu
in de steek lieten, alleen omdat hij
een nieuwe hoed nodig heeft".
„Ek heb het koud" zei een ka
bouter, die onder de paddestoel
zat. „Ik ook" zei een andere. „De
regen staat in mijn. laarzen. „En
weer een andere probeerde voor
de zoveelste maal zijn pijpje aan
te steken, maar de regen doofde de
vlam meteen weer uit.
„Paddestoelen-hoeden zijn heel
moeilijk, te krijgen" zei ik. „Die
kun je alleen maar kopen hier heel
ver vandaan. Je moet wel een dag
in de trein zitten en aan ben je
er nog niet. O, nee. Dan moet je
met een zeilbootje de zee over en
dat duurt drie dagen. En als je
dan weer aan land stapt, dan moet
je nog een week vliegen op de rug
van een grote, zwarte vogel voor
je In het land bent, waar ze pad
destoelen-hoeden verkopen. En zo
lang kunnen jullie niet wachten".
Elenbaas keek treurig voor zich
uit. „Hoe moet het dan?" vroeg hij.
„Als we steeds maar nat worden,
dan vatten we erge kou en dan
worden we heel ziek en wie weet
wat er dan wel gebeurt." „Hatsjie"
niesde een kabouter onder de pad
destoel. „Hatsjie... hatsjoe" nies
de een andere kabouter. En weer
een andere probeerde voor de zo
veelste maal zijn pijpje aan te ste
rnaar weer doofde de regen
Goed idee
'T* oen kreeg ik een goed idee.
■*- „Wacht maar even" zei ik te
gen Elenbaas en de andere ka-
Jan-ne-ke is ziek.
„Mag ik naar haar toe?"
vraagt Jip
„Nee," zegt Jip's moeder»
„Jan-ne-ke heeft een klein
beet-je griep."
„Hoe-veel griep?" zegt Jip,
„Zo'n beet-je? Of zo'n beet-je?"
„Zo'n beet-je," zegt moe-der.
„Maar jij moet van-daag al
leen spe-len en mor-gen ook."
Dat is a-ke-lig. Jip weet niet
wat hij moet doen. Zijn brom
tol is ka-pot. En Beer wil niet
spe-len, die wil al-leen sla-pen.
„Ik ga op mijn hoofd staan,"
zegt Jip. En hij doet het ook.
Maar hij valt tel-kens om,
Ein-de-lijk gaat Jip naar bui
ten. Daar is het huis van Jan-
ne-ke. Maar hij durft niet bin
nen gaan. Er staat ïe-mand
voor het raam. Kijk, dat is de
moe-der van Jan-ne-ke. En
daar is Jan-ne-ke ook, met een
doek om haar hals-je. Een wol
len doek.
„Dag," zegt Jip.
„Dag," zegt Jan-ne-ke. Maar1
ze is zo ver weg. Het raam is-
zo hoog.
Dan ziet Jip de vuil-nis-bak
staan. Hij sleept het ding voor
het raam. En dan klimt hij er
waar was, wat Elenbaas had ver
teld. De kabouters zaten zwijgend
onder de rode hoed van de pad
destoel en de regen viel jn stralen
op hun hoofd en schouders. Hun
pijpjes waren uitgegaan en nie-
telden ze hen een verhaaltje. En mand zei een woord. De hoed van
als er een bloem uitkwam, dan de paddestoel zat vol met gaten en
zorgden de kabouters er voor dat daar stroomde de regen door, „Ds
er een feestje kwam; Elenbaas de paddestoel Is oud" zei ik. „Hij
oudste kabouter haalde zijn verf- moet een nieuwe hoed hebben,
doos te voorschijn en verfde de Eigenlijk moeten jullie een nieuwe
bloem een beetje bij. Rood of geel paddestoel hebben",
of blauw; de bloem kon de kleur Maar Elenbaas zei; „We willen
kiezen die ze wou.
Aan de schutting hing een oude S
teil, die al sinds jaren niet meer
werd gebruikt. Maas soms ging
een kabouter naar de teil toe en
sloeg hij met een stokje op de bo
dem, zodat ex een mooie klank uit
kwam. Dan wist de leil weer dat
hij nog niet helemaal was verge
ten.
Ik geloof niet dat het goed was
gegaan met onze tuin als de ka
bouters er niet waren geweest. Ze
zorgden werkelijk overal voor en
ze hadden het soms zelfs te druk
om naar my te wuiven, als ik voor
het raam van mijn kamertje stond
en naar hun bezige gedoe keek
Elenbaas klaagt
Op een dag in de herfst, toen.
het al uren achter elkaar had
geregend, werd er aan myn raam
geklopt. Ik keek en voor het raam
op de vensterbank zag ik Elen
baas staan. Ik deed het raam open
en Elenbaas wipte naar binnen op
myn tafeltje tussen mijn blokken
en mijn autootjes. Hij pakte zijn
muts van zijn hoofd en sloeg de
regendruppels er af Toen kuchte
hij een paar keei en zei met zijn
zware stem (voor een kabouter was
die stem tenminste heel zwaar):
„Het gaat niet goed met ons".
'„Wat is er dan?" vroeg ik.
„Het regent" zei Elenbaas en hij
wees naar oultcn, waar de regen
alsmaar :rj de tuinen viel, op de
daken, de straten en dc bomen.
„Maar U kunt toch schuilen" zei
ik, ,,u kun» toch allemaal onder de
grote paddestoel schuilen?"
„Ha" zei Elenbaas en hij lachte
moedeloos, „kon dat maar!" Kon
den wjj maar allemaal onder de
„grote paddestoel schuilen".
„Maar dat kan toch wel" zei ik.
„Dat doet U toch altijd als het
regent",
„Dat is het nu juist" zei Elen
baas. „Nu doen we het ook. Nu
schuilen we ook onder de grote
paddestoel. Maar het helpt niet, We
worden toch nat. Onze mutsen en
onze baarden, onze kleren en onze
voeten, alles wordt drijfnat. Onze
pijpen gaan Uit en we zitten een
beetje rillerig bij elkaar en nie
mand heeft zin om te praten".
Twee Italiaanse schooljongens
hebben een prijs gekregen. ïk weet
niet of ze zo goed leerden, want
daarvoor was die prijs niet be
stemd. Maar ze hebben iets anders
gedaan. Gedurende een geheel jaar
hebben ze vrijwillig 's ochtends on
's avonds zes kilometer gelopen om
een ongelukkig kind te halen, dat
zo graag toch naar school wilde
gaan. Ze droegen hem om beurten
op hus rug.
De beloning was dus welver
diend.
Dit is het lied uan Jankepiet.
die altijd zat te schreeuwen.
Jankepiet Iicttl 20'n verdriet,
waarom precies dat wist hy niet
hij jammerde sinds eeuwen.
Zijn tranen vielen op het zeil.
ran droppe öroppe drop
dan kwam de werkster met een dw.i
en veegde ze weer op.
Iedere morgen na het bad
ging Jankepiet ontbyten,
maar als hij dan aan tafel zat
dan werd het tafellaken nat
zo hard zat h\j te krijten.
Zijn tranen vielen fn zijn bord,
en op de rol beschuit.
Dan kwam. de werkster met haar schort
en wrong de boel weer uit.
Maar op een goeie morgen bleef
de werkster zomaar thuis.
En Jankepiet was net een zeef
en alles dreef en alles dreef.
hij dobberde door 't huis.
Ik denk dat hü gezonken is
die arme Jankepiet.
Maar of hy echt verdronken is
dat weet ik now weer niet.
Maar *fe zal je zeggen dat ik pas
een ventje heb gezien
die vet zo'n Jankepietje was.
of was JIJ dat misschien?
ANN IE M. G. SCHMIDT
hoesten, we snuiten steeds maar kouters. -Jh heb een idee, ik ben
onze neus en we hebben overal ZP terug ik ging het huis in en
kippevel. Stel je voor, een kabou- Lep «aar de kapstok in de gang.
ter met kippevel. Dat is net zo gek P_aa_r hjngen Jassen en dassen,
«Sïi- dï dJd tel -1= «s Mï habmitervel. Dat "»Mt da kapstok pp de „rond
zag ik hoe tientallen kabouters kan 20 hiet doorgaan". Hij had nog ato.Tïfi e6n parapiubak waarin wan-
oni« I» W StoMm «J een heleboel meer willen moppe- dclstokken en paraplu's en para-
een pijpje rookten en gezellig met ren' rnaar toen hij zag dat ik mijn sols werden bewaard. Maar die
elkaar praatten en dat allemaal kaplaarzen cn mijn regenjas aan mcestik met hebben. Op de kap-
zonder nat te worden. Ze namen deed, zweeg hy. lagen hoeden en mutsen en
hun lange puntmutsen af, wanneer „We zullen eens zien wat we er ,?n wlst dat er nog een
ze onder de paddestoel zaten, want aan kunnen doen" zei ik. Ik liep pe£* S'J JSiif
ze wisten hoe het hoorde. Je géit de tuin in, terwijl Elenbaas achter meer droeg omdat het met meer
niet met je muts op onder de hoed me aan dribbelde. „De paddestoel bp mijn hoofd paste. Maar verder
Vte n paddestoel zittend lekt" rel hü nes eens. „We worden heines hee^goedenJk w.st
om de tuin heen was een schut- allemaal nat
ting, die de kabouters handen vol
meer »L"xi' S*T3} Re«°" stroomde neer
kraakte een beetje en als er erge TT et regende erg hard. Er ston-
wind stond dan boog hij met al zijn J- J- den grote plassen in de tuin
bejaarde planken naar de grond cn er dreven grijze wolken in de
De kabouters waren de hsle dag in lucht, die nog vol waren met
de weer om hem op te knappen en regen, dat kon je duidelijk zien.
bij te lappen, Ik heb nooit geweten Ik was blij dat ik mijn kaplaarzen
of de schutting daar nu dankbaar had aangetrokken. Toen we bij de
voor was, Hij zei nooit een woord paddestoel kwamen zag ik dat het
van dank. Hij zei alleen maar
„krak".
Er waren ook kabouters die de
planten hielpen op te groeien. Ze
brachten voedsel aan en 's avonds,
voor de planten slapen gingen, ver'
zeker, dat het de paddestoel wel
zou passen.
Ik pakte het petje van de kap
stok en rende terug naar de tuin,
waar de kabouters mii vol ver
wachting aankeken. Ik knielde
naast de paddestoel en zette het
petje op zijn hoed. Kot paste pre
cies. En de regen viel nu op het
potje en kwam er niet door heen,
zodat de paddestoel niet meer lek
te. De kabouters riepen hoera en
ze staken hun pijpjes aan en ze
praatten weer lustig met elkaar
en ze werden niet meer nat en
ze keken niet meer droevig voor
zich uit. En eon regenworm kroop
langs mijn been en mijn arm op
mijn schouder en fluisterde in mijn
oor;
„Ik moet U van de paddestoel
zeggen, dat hij erg gelukkig is". En
het regende nog erg lang, maar dat
gaf nu niets, want de kabouters
werden, niet meer nat.
REMCO CAMFBRT
16 k?
to 15?
op. Nu lean hij. naar bin-nen
kij-kert. En hij kan zijn neus
te-gen het glas druk-ken.
En Jan-ne-ke drukt ook haar
neus te-gen hot raam. Twee
neu-zen te-gen el-kaar, met het
raam er tuisen.
„Dag," zegt Jip.
„Dag," zegt Jan-ne-ke. En
dan moet zij weer naar bed.
En Jip gaat naar huis en
roept: „Ik heb toch met Jan-
ne-ke ge-speeld."
„Wat?" 2egt moe-der, „stou
te jon-gen!"
„Door het glas heen," zegt
Jip. En dan lacht moe-der
weer.
De tyd gibg snel voorbij, veel
sneller dan wanneer Robinson
Crusoe alleen zou zijn geweest.
Maar plotseling sprong Vrijdag j
overeind en zei dat zij naar huis
moest.
„Ik kan niet langer wachten,"1
zei zij- ..Ik moet terug naar Vicky.
Maar het spijt me, dat ik Jan niet
heb gèzien, Ik zag gisteren, dat i
het hem dwars zat wat mijnheer i
Turner tegen hem gezegd had en1
ik had hem willen vragen of Jk
mevrouw Zwart zou verzoeken
haar broer te laten weten, dat Jan
zijn boot nooit had aangeraakt."' 1
Tittie was er niet helemaal zeket
van. Ze moesten ook rekening
houden met de Amazonepiraten
Het was nooit goed om de inboor
lingen in de dingen te mengen. Zij
zei dus, dat zij Jan zou vertellen
wat moeder had gezegd, zodra hij
terug was.
„Ik vraag me af waarom ze zc
lang wegblyven," zei" moeder.
„Weet je zeker dat je het niet
naar vindt om hier alleen te zijn?
WH jc niet liever meegaan naar
de Eikonhof? Je kon daar dan
uitkijken cn zc toeroepen als ze
voorbijkomen ol je kon mij komen
bezoeken cn de nacht bij me door
brengen en dan morgenochtend
naar de boerdiry van mevrouw
Dlxon gsen om met de anderen
mee terug te varen al3 ze om melk
kamen. We konden hier een brief
je achterlaten voor Jan om te
zeggen waar je heen bent."
Een ogenblik dacht Tittie er
over. Nu moeder wegging leek
het eiland veel eenzamer dan voor
zij kwam. Toen dacht zij aan de
lichtbakens cn de vuurtoren
aan het feit, dat zij het kamp
moest bewaken.
„Neen, dank jp," zei zij. „Ik blijf
liever hier."
Moeder ging met de koekepan
en de sauspan en de kroezen on
de borden naar de landingsplaats
en waste ze af. terwijl Tittle zo
afdroogde. Toen bracht zij ze
terug naar het kamp en borg ze
netjes op. Zij vulde de ketel on
zette die op een van de stenen van
de haard, half boven het vuur.
„Het wordt hier warm,' zei zij, „en
dan zal het vlug koken als zij
tovurkomen en de thee willen
drinken."
„Ik denk niet dat ze zo gauw te
rug zullen zyn." zei Tittie.
Moeder keek haar aan.
„Je kon beter met me meegaan,
zei zij. „Het kamp zal niet weg
lopen."
„Neen, dank je." zei Tittie be
slist
(Wordt vervolgd.)
ZON'DAG 19 OCTOBER 1952
HILVERSUM I 402 nu
NCRV: 8.00 Nws en weerberichten
8.13 Gramofoonmuziek 8,30 Morgenwij.
ding 9.15 Vocaal ensemble KRO: 8.30
Nws en waterstanden 8.40 Gramofoon
muziek 9 55 Pontificale Hoogmis 11.30
Gramofoonmuziek 11.49 Kamerorkest
1215 Apologie 12.35 Gramofoonmuziek
12.40 Idem. 12 35 Zonnewijzer. 13.00 Nws
en. Katholiek nws 13.10 Amusements
muziek 13.40 Boekbespreking 13.55 .,De
Spelevaart" 14.25 Radio Philharmoniseh
Orkest cn solist (pin-.. 15.15—J5 30 „Mis
siezondag", causerie) 16.10 ..Katholiek
Thuisfront Oyeral" 16.15 Sport 16 30
Vespers iKOR: 11.00 Bijzondere dienst
tg.v de Gennsweek 18 00 ..Mijn zoon
en jk", klankbeeld 18 35 „10 Minuten
Travanchare". causerie 18.45 „De Kerk
luistert naar Gw vragen" NCRV: 13 00
Samenzang 19.30 „Gelooft 11 dat'", cau
serie KRO: 19.45 Nws 20,00 Grararauz.
20 25 De gewone man zegt cr 't tyre van
20 30 Gevarieerd programma 22 34 Actu
aliteiten. 22 43 Avondgebed en Liturg.
Kalender 23.00 Nws 23.15—24 00 Gramo
foonmuziek.
HILVERSUM U 298 m.
VARA: 8 00 Nws en weerberichten 8.18
Gramofoonmuziek 8.30 Voor het platte
land 8.40 Orgel, harp, viool en zang 8 58
Sportmededeliriger. en postduivenbe-
rlchten 9 00 Gramofoonmuziek 9 45
„Geest elnk leven", causerie VPRO:
10-00 „Geef hot door", causerie 10.05
Voor de jeugd IKOR- 10.39 Kerkdienst
AVRO; 12 00 Orkeateorcert 12 30 ..Even
afrekenen. Heren" 12 40 Krontjong mu
ziek 13,00* Nws cn wceroverzicht 13 05
'Mededelingen of grs*mofoanmu2iek 13.10
Kamerorkest en solist 13J5S Boekbespre-
king 14.15 Dansmuziek 14 55 Voetbal
wedstrijd Beigiè-Nederland Ifi,5ö Sport -
1 rei ue VPRO 17.00 „Gesprekken met
1 luisteraars" 17.20 „Van het Kerkelijk
1 Erf", causerie VARA: 17.30 Voor de
1 jeugd 17 50 Sportjournaal 18.55 Nws en
sportuitslagen 18.30 Pianospel 18 45
Volkszang en woordenspel 19.30 Radio-
Ivmpus AVRO: 29 00 Nw* 20 05 Geva
rieerde muziek 21.00 „Ontmoetingen met
Christopher Blaze", Hoorspel 21.35 Lich
te muziek 22 00 Cabaret 22.35 Gitaarmu
ziek 2.100 Kwa 23.15 Reportages of gra
mofoonmuziek 23,215—24.00 Gram-muz.
BRUSSEL 324 m.
12.00 Radiojournaal 12 3o Weerberich
ten 12 34 Omroeporkest, 13.00 Nws 13.15
Volksliederen 13.30 Voor de soldaten
14 00 Operaconeerfc 16 00 Voetbrirepor-
tage. 16 45 Grairnmuz 17.00 ers 17.40 Id.
17.45 Sportuitslagen 17 5o en 18.00 Gra
mofoonmuziek 20.00 Omroeporkest en
solisten 20 35 Gram.muz. 21,00 Sympho-
me-orkes*. en solist 22.00 Nws 22 15 Ver-
zoekprogramma Z3.Ö0 Nw® 23 24.09
Dansmuziek.
ZONDAG 19 OCTOBER 1952
N.T.S.
plxn. 14.45: Voetbalwedstrijd
BelgiëNederland.
MAANDAG 20 OCTOBER 1932
HILVERSUM J. 402 m.
NCRV: 7.00 Nws 7.13 Gewijde muziek
7.4ö Een woord voor de dag 3G0 Nws
en weerberichten. 810 Sportuitslagen
8 20 Gramofoonmuziek 9 00 Voor de zie
ken. 9,30 Voor de huisvrouw 9-35 Water,
standen 9 40 Gramofoonmuziek 10.00
Sopraan cn piano 10 30 Morgendienst
11 -Do Gramofoonmuziek 11.15 Gevarieerd
programma 12-25 Voor boer en tuinder
12.30 Land- en tuiiVouwmededelingen
12J3 Orgelconeeit 2 2.off .Klokgelui 13.00
Nws 13.15 Harpensemble 13.45 Gramo
foonmuziek 14.00 Schoolradio 14-35 Gra
mofoonmuziek 14.45 Voor de vrouw
55.15 Strijkkwartet 15.49 Gramofoonmu
ziek 16 0o Bijbellezing l6.3o Gramofoon
muziek 17 00 Voor de kleuter^ 17.15 Gra
mofoonmuziek 27 30 Voor de jeugd 17.45
Regermgsuitzending: R. D. Simons: ,.Uit
de geschiedenis van Suriname" 18.90
Kamerkoor 18010 Sportprastje 18.30 Zi
geunerkwintet 18.45 Engelse les 19.00
Nws en weerberichten 1910 Accordeon-
spel 19.30 „Volk en Staat.',, causerie
19 45 Koorzang 20.00 Radiokrant 2020
Toespraak 20.25 Knapenkoor 2040 „Le
vensbalans", hoorspel 2115 Gramofoon
muziek 21.30 „Geztnsweck 1552", dis
cussie 22,00 Strijkorkest en orgel 22 45
Avon do verdenking 23.00 Nws cn. SOS-
benehten 23.1524 00 Gram.muz.
HILVERSUM ir 298 m.
AVRO- 7.00 Nwe 7.10 Gram mui, 7.15
Ochtendgymnastiek 8 00 Nws 8.15 G^am.
muz. B.45 Idem 9.00 Morgenwijding 9.13
Gram.muz. S.25 Voor de hutsvrouw 9.30
Gramjnuz. 1109 ,,Een hengelaar ver
telt", causerie 1115 Pianotrio 11.35 Or
gelspel i2 0o Lichte muziek 12 30 Land
en sumb.meti, 12.33 Ir, *t spionnetje J2.38
Pianoduo 13.00 Nws 13.15 Med. of gra
mofoonmuziek 13.20 Dansmuziek 14.00
„Wat gaat er om in de wereld?", cau
serie 14.20 Gram.muz. 14.30 Voordracht
In de bovenste figuur
van deze dubbele puzzle
moeten woorden ingevuld
worden met een betekenis
als hieronder omschreven.
Van deze in te vullen,
woorden komt elke letter
in een genummerd vakje
te staan. De bedoeling is
dat telkens dezelfde let
ter ook invult in het gelijk
genummerde vakje van d.e
onderste figuur- In deze
onderste figuur ontstaat
dan tenslotte een uitspraak
van een schrijver wiens
naam in de bovensta
figuur kunt vinden door da
beginletters der woorden
achter A tot en met M van
boven naar beneden te
lezen.
A 52 maar per jaar
Telwoord
B Canadese provincie
Groente
C Onmiddellijk Klein
rijwiel
D Repeteren "Vleesge
recht
E Telwoord Zetel van
ons denkvermogen
F Een der UB.A. Uur
werk
G Bergketen in Europa
Arbeidsvermogen
H Routine Aantekening
K Europees land Uitstal
kast
L Rechtskundige Streek
taal
MStad in Japan Schuier
Oplossing: WAAR DENKT U AAN?
Agent, barbier, cargadoor, dokten,
electricien, geisha, hoogleraar, in
fanterist, jachtopziener, kantoorbe
diende, loodgieter, machinist, na
tuurkundige, oogarts, pauken! st»
redacteur, steenhouwer, tailleur,
vuurtorenwachter, warmoezenieiv
zadelmaker. Eigen haard is goud
waard,
(Advertentie l.M.1
sterk
elastisch
hygiënisch
14,45 Pianorecital 15.15 Voor de vrouw
16.15 Gramjnuz. 17,30 Voor de padvin
der^ 17,45 Gramjr,uz. 17.50 afüitafr
commentaar 18.00 Nws 18.15 Gram jn lts.
18.30 Aeeordeonclub en sohsttm 18,00
Muzikale causene 19.15 Lichte muziek
19.45 Reff.uitz.; J. Tolner: „Landbouw-
rubriek: Sporenelementen in akkerbouw
en veehouderij" 20-00 NWj 20.05 .jDon
Paspuale", opera (In de pauze: 21.25—
21.40 „Ar.ecdotisehe bijzonderheden
over Donizetti" causerie) 21.55 .Surina
me". klankbeeld 22.25 Gramjnuz. 22136
Oratorium vereniging en orgelspel 23.00
Nws 23.1524.00 Grairumuz.
(Advertentie LM.)
Vraag dan zo spoadig mogelijk een
prospectus aan bij
Sinds oie«» «fin 10 laat heeft onio „Schriftelijke Kweek,
»eKoo!ortqeivanasrd» lucetiun. leder jaar «legen tiaaUliee cursisten eoor het
Staatsexamen vbor Onderwijzer.
Jeer goede opleidingen rijn ook: H.B.5„ Staatsexamen GytnnaSMMO Mule-^
I
1
1 4
i
i
door
5il!(
lfM[:ili:t!l!i!ijil![!ll!KI!lllll![[|||illft![Rllflil!fllll!ll irf 'ulll (i»iü Üflilli ill UI. ml, i IlilfS Ml!!»]?
„De zwarte engel,mompelde
Mrs Oliver.
„Klinkt onschuldig, maar kan ge
makkelijk als een verwijzen naar
vergif, naar een quasi-ongeluk, naar
de gelegenheid, die een dokter voor
„Dat ben ik met u eens,'1 viel
Battle hem bij. „Dat zou een te
merkwaardige samenloop van om
standigheden Zijd- ub gejegmiuetu,
,Ik heb zo n idee, dat het op deze dergelijke dingen heeft, opgevat
niAi* f Dhrtiiwl L"nmt non TP,
matnor is gebeurd. Er komt een ze
ker soort moord ter sprake. Shai-
tana betrapt iemand op een spe
ciale gezichtsuitdrukking. Shailana
worden. Het zou me niets verwon
deren, als hij met die woorden, zijn
doodvonnis had ondertekend."
die stilte er na gaf te een-
bad een scherp opmerkingsvecmo- 2el jflrSi Oliver.
rann k,', -taf 1aI« Aa+ 7iin hp.
gen.... hij ziét iets, dat zijn be
langstelling opwekthij gaat ex
perimenteren voorzichtig ie
mands ziel sonderen onder de dek-
mantel van
conversatiehy
nerveus trekken van een mond het
even ironsen van wenkbrauwen, een
plotseling gereserveerd worden, een
„Ja" zei Poirot. „Op één van de
vier moeten die woorden een ge
weldige indruk gemaakt hebben -
een doodonschuldig® die persoon heeft beslist gedacht.
wacht on een dat Shaitana veel meer wist dan het
wacht op een ggval wag en dat ze de lnatsle ,.onde
moesten inluiden, dat het „partijtje"
mets was dan een dramatisch voor
spel voor dat ene hoogtepunt: een
tc geven. Dat is trouwens gemakke- ^,ar t^nhri -unfasten
SeTL S&rden plïa/ oW
om bevestiging van je achterdocht le^e"'le KtL^het°!S Tzafcai
te krmron. E1!?® keer, dat een woord Even bleet net sul. <- t*31- „V
dieper'raakt, zie je het-... als alles langdurige K^chiedems wordem zej
in je gespannen staat om het te
zien.'"
Battle dan met een zucht. „Al die
dingen napluizen gaat niet in een
4 vloek en een zucht, en daarbij moe-
Juist het soort spelletje, dat mij- wc heei vooruchtig te werk
len onze vriend graag gespee.d zal gaan G<?cn V0n vier mag mer.
hebben.knikte Battle. j-en, wat wc doen. Al onze vragen
„We kunnen rustig aannemen, dat moeten zo worden gesteld, dat het
dit m een of twee gevallen de ji^t of ze alleen op deze moord
manier is geweest, waarop hij te betrekking hebben. Ze mogen geen
werk is gegaan. En in een ander sceonde vermoeden dat de bevveeg-
geval heeft hij misschien toevallig reden voor de moord ons waar
wat gehoord en de zaak nageplozen, sclujnlyk bekend is. En het lamme
Maar ik twijfel er aan, of hij het van het geval is, dat we vier moord-
gevallen, gepleegd in het nevelige
-erleden, moeten zien te vinden.
ooit verder heeft gebracht dan een
sterk vermoeden.... of hij ooit be
wijzen genoeg hoeft gehad om er
een politiezaak van te maken."
„Of misschien is het dan juist een tana is .niet onfeilbaar geweest," zei
geval geweest, waarmee hij niet hij. „Hij kan zich best vergist neb-
by de politie kon aankomen",
Battle „Hoe vaak is het met dat je
natt'ghoid voelt, maar mets kunt
bewijzen. Hoe het zy in deze ljgent."
zaak hgt do weg. die we te bewan- „Tweedon twee dan?
delen hebben, recht voor ons. We
moeten het leven van do vier men
sen grondig nagaan en alle sterf
gevallen, die iets te betekenen kun-
ben."
„Ten opzichte van alle vier?"
„Nee, daarvoor was htf te intel-
,,Noe. Ik zou zeeeen één om drie?"
„Een onschuldig en drie schul
dig? Dat's verdikkie erg genoeg. En
hot ellendige is, dat we misschien
nèn hebben, onderzoeken. heeft niet eens wat san de waarheid heb-
waarschyolijk wel gehoord, wat ben, als we die na veel pluizen en
Shaitana aan tafel heeft gezegd?" zoeken te weten zyn gekomen. Ge
steld, dat een van de vier in 1811
zijn oud-tante van de trap heeft ge
duwd, dan hebben we daar In 1837
met veel meer aan.**
„Daar hebben we wel veel aan,"
bemoedigde Poirot hem. „Dat weet
je even goed als ik."
Battle knikte langzaam. ,Jk be
grijp wat u bedoelt," zei hij. „Het
zelfde stempel,"
„Bedoelt u,'' zei Mrs. Oliver on
gelovig, „dat het vorige slachtoffer
dan ook waarschijnlijk doodgesto
ken is?"
„Zo primitief bedoelt monsieur
Pm rot het niet, Mrs. Oliver," zei
Battle, terwijl hij zich naar haax
wendde. „Maar je hebt alle kans,
dat het hetzelfde type misdaad is.
De details mogen verschillen, rosas
de grote lijnen van het geval moé
ten overeenstemming vertonen, 't Is
buitengewoon vreerad, als je erover
gaat zitten denken, maar daarmee
verraadt een misdadiger zich tel
kens weer."
..De mens is nu eenmaal geen ori
gineel wezen." zei Poirot.
„De mannelijke sekse misschien
niet", zei Mrs. Oliver. ,.maar de
vrouwelijke is tot een ontelbaar
aantal variaties in staat. Ik zou
nooit twee keer hetzelfde type mh-
daad kunnen plegen."
„Gebruikt u ook nooit twee keer
dezelfde intriges?" vroeg Battle.
„De Lotos Moord", mompelde Poi
rot. „De Aanwijzing van het afgelo
pen Kaarsvet!"
Mrs. Oliver keerde zich naar hem.
Haar ogen schitterden verrast.
..Dat is knap van u. buitenge
woon knap zelfs. U beeft gelijk 't Is
precies dezelfde intrige, maar nog
nooit heeft iemand dat gemerkt!
Het ene verhaal gaat over een dief
stal van belangrijke documenten tij
dens een zitting van het Kabinet cn
het tweede over een moord op Bor
neo, gepleegd in de woning van
een rubberplanter."
„Maar de kern, waar de twee
verhalen om draaien, is dezelfde"»
zei Poirot. „Twee van uw beste boe
ken overigens. De rubberplanter,
ensceneert zyn eigen moord en de
minister van binnenlandse zaken
de diefstal van de bewuste docu
menten. Op 't nippertje komt dan
een ander op de proppen en maakt
van het bedrog werkelijkheid."
„Ik heb uw laatste boek met ple
zier gelorcn. Mrs. Oliver", zei hoofd
inspecteur Battle waarderend. „Het
boek. waarin ai die agenten tegelijk
worden doodgeschoten, Alleen heeft
u rich een paar keer technisch ver
galoppeerd. Ik weet, dat u erg op
nauwkeurigheid is gesteld en daar
om heb ik gedacht...."
(Wordt vervolgd.)