w
VOOR ANTJES EN JANTJES
DE GELEERDE MAN EN DE VOGELS
Eindelijk weer een kryptogram
Het schaap Veronica
Voor onze
schakers
n
n
VOOR ONZE DAMMERS
a
en andere jonge kfantjës)
Siepie huilt
r
s IS i H k
u
L3
r~
r'
Jip en Janneke
ARTHUR
RAMSOME
Jac. n, d. Ster
Snipverkouden
AKKERTJES"
17!
Lij
Verpleegstersdiploma
een jaar vroeger
Op Yolkel tweede
jachtvliegschool
Zaterdag 17 Januari 1953
X-&>\
ER was eens een erg geleerde
man, die dag en nacht hard
werkte, 's Morgens stond hij op als
de meikauto's rinkelend door de
straten reden ea hij ging pas weer
slapen, lang nadat de laatste trein
uit het grote station vertrokken was
Je kunt wei begrijpen, dat die man
met de dag geleerder werd, Be he
le dag zat hij gebogen over dikka
boeken, en alles wat hij daarin l&s
onthield hij.
Nu heb je verschillende soorten,
van geleerde mannen. Je hebt er
bij, die erg vriendelijk zijn. (vooral
voor kleine kinderen en verdwaal
de hondjes) en die altijd en overal
hun paraplu vergeten. Er zijn er
ook. die zo geleerd zijn, dat ze he
lemaal niets zijn. niet vriendelijk en
niet onvriendelijk en tenslotte heb
je er hele knorrige exemplaren
onder.
Be geleerde man, waarover het
in dit verhaal gaat, was meestal erg
vriendelijk en soms vreselijk knor
rig. En. knorrig was hü eigenlijk
alleen maar als hij vogels zag. Hij
kon niet tegen vogels. Toen hy nog
een klein jongetje was en met zijn
ouders in een huis aan zee woonde,
ging hij altijd huilen, wanneer hij
meeuwen rond zag vliegen. En één
keer, toen hij juist besloten had
erg geleerd te worden, had hij twee
dagen lang staan stampvoeten van
kwaadheid (huilen deed hij toen
niet meer), omdat een mooie witte
duif per ongeluk op zijn schouder
was gaan zitten.
NU wilde het ongeluk, dat die
geleerde man. die zo kwaad
werd als hij vogels zag. in een. huis
woonde, dat vlak bij het grote
stadspark was gebouwd. In dat
park groeiden natuurlijk honder
den bomen en in al die bomen leef
den en kwetterden duizenden vo
gels. Vooral tegen de avond, als de
geleerde man juist goed op dreef
was met zijn werk, maakten ze
een oorverdovend lawaai. Dan
opende de geleerde tnan zijn raam,
schudde zijn vuist naar al die pra
tende vogels en riep iets erg boos,
maar daar trokken de vogels zich.
niets van aan. En. dus sloot hij het
raam maar weer, deed watjes in
zijn oren en werkte verder.
En op die manier had het wel
eeuwig door kunnen gaan, als er
niet op een goede dag een grote
zwarte vogel naar het stadSpaik
was komen vliegen, helemaal uit de
binnenlanden van Afrika, waar het,
zoals, jullie allemaal weten, erg
warm kan zijn. Die grote zwarte
vogel was wel een beetje vreemde
vogel en de mussen en kraaien, die
hun vaste woning hadden in het
park, wilden eerst niet zoveel van
hem weten. Ze wilden eerst de kat
eens uit de boom kijken, zoals wij
mensen dat noemen, om te zien wat
voor vlees ze in de kuip hadden.
De grote zwarte vogel wist zelf
niet precies meer waar hij geboren
was: hij wist ook niet ot dat al
lang geleden gebeurd was. „Wat mij
betreft", zei hij altijd, „kan ik net
zo goed in Vuurland geboren zijn
als op de Noordpool en. misschien,
ben ik al wel honderd jaar oud.
maar het kan ook best zijn, dat ik
pas zeven maanden ben."
EN wat kwam hij doen in hat
stadspark? HÜ. kwam zo maar
eens kijken en hij wist ook hele
maal niet hoe lang hij zou blijven.
Misschien ging hij morgen wel
weg maar misschien bleef hij ook
nog*wel een jaar. Dat kon aan al
les en niets liggen, als je begrijpt
wat ik bedceL
Maar langzamerhand wenden de
mussen en kraaien en merels aan
de grote vogel en gingen ze gewoon
met hem om, zoals met iedere an
dere vogel. Want het was zoals een
oud en wijs mussenvrouwtje op
merkte: „Een vogel blijft een vo
gel."
Nu moet je nog weten, dat -die
grote zwarte vogel zich door de
andere vogels Columbus liet noe
men en dat hü mensentaal kon
spreken, hoewel hij toch géén pape
gaai was. Maar hij was wel een heel
slimme vogel en hij had een jaar
bij een busconducteur in Londen
gewoond en een half jaar bij een
tramconducteur in. Den Haag en
daarom kon hij vloeiend Engels er
vloeiend Haags spreken. Ja. het
was wel een slimme vogel, die
Columbus.
OP een dag (het was al laat in
de middag, de straatlantaarns
waren juist aangeploft) zat de ge
leerde man weer hard te werken,
tosn hij plotseling hoorde, dat er
op het raam werd getikt. Een
beetje verontwaardigd keek hij op
Van zijn. werk en tot zijn grote
verbazing en ergernis zag hü op de
vensterbank een grote zwarte vo
gel zitten, die met zijn vleugels
begon te klapperen, weer met zijn
snavel een paar maal op de ruiten
tikte en kennelijk binnengelaten
wilde worden.
„Ga weg, eng dier", zei de ge
leerde man. „Ksssjjt."
Maar Columbus ging niet weg.
Integendeel, hij tikte dubbel zo
hard op het venster. Dat werd de
geleerde man toch te bar en hij
stond op en opende het raam, om
dat hij Columbus een zetje wilde
geven, zodat die schrikken zou. en
wegvliegen.
Maar voor hij het wist fladderde
Columbus zün kamer binnen, klap
wiekte een paar maal om de lamp
en streek toen neer op óe boeken
kast van de geleerde man,
DE geleerde man was woedend.
Zoiets brutaals was hem nog
nooit overkomen.
„Ga onmiddellijk weg", zei hij
tegen Columbus, die deed alsof hü
het niet hoorde en een paar veer
tjes gladstreek,
„Ik wil eens met TT praten" zei
hij toen.
„Geen woord." antwoordde de
geleerde man. „Daar is het raam.
Hij vond het helemaal niet gek,
dat een vogel mensentaal kon spre
ken, en dat kwam omdat geleerde
mannen zelf zoveel bijzondere din
gen kunnen, dat ze het nooit op
merken als een medeschepsel ook
eens iets bijzonders doet.
„U houdt niet van vogels, geloof
ik," ging Columbus onverstoorbaar
voort. „Toch zijn het heel aardige
dieren. Misschien komt het omdat
U onze taal niet kent"
„Ik ken alle talen," zei de ge
leerde man ongeduldig.
„Maar de onze niet", herhaalde
Columbus,
„Ik stel geen belang in Uw taal,"
zei de geleerde man nijdig. „Al dat
gesjilp, gesnip, getjotter en getjuik.
Bah."
„En hoe denkt U dat Uw taal in
onze oren klinkt?" vroeg Colum
bus.
DAAR had de geleerde man nooit
over nagedacht.
„Ik weet het niet," antwoordde
hü.
..Rombom, snauwbauw, grisgras-
grutjes en takkentyk", ze Colum
bus.
„Wat zegt U?" vroeg de geleerde
man nu verbaasd.
„Zo klinkt Uw taal in onze oren",
zei Columbus. Nu de geleerde man
moest toegeven, dat het niet mooi
was.
En zo raakten de geleerde man
en de vogel Columbus langzamer
hand met elkaar in gesprek. Elke
dag bezocht Columbus de geleerde
man. Ze spraken een. half uurtje
over allerlei dingen en merkten,
dat ze het dikwijls met elkaar eens
waren. En na een paar weken vroeg
de geleerde man aan Columbus of
die hem de taal van de vogels wil
de leren en omdat hij nu eenmaal
een erg geleerde man. was, had hij
die taal al gauw onder de knie.
p N tegenwoordig, als je zo tegen
het middaguur de geleerde man
eens bezoekt, dan kun je tientallen
vogels in zijn kamer aantreffen,
die honderduit babbelen en de ge
leerde man gaat rond met wormen
en stukjes brood en vliegjes en het
is daar een heel gezellige boel.
Men zegt zelfs,
dat soms in de
avonfcl de ge
leerde man zijn
huis verlaat, het
park inloopt en
xn een boom
klimt om op
die manier een
bezoek bij de
vogels af te
leggen. Maar
dat zou ik maar
niet geloven,
want de men
sen vertellen
dikwijls de gek
ste dingen over,
v die naderhand
helemaal niet waar blijken te zijn.
RBMCO CAMPERT
geleerde mannen,
Janneke heeft een poesje.
„Hoe heet het?",' vraagt Jip.
„Siepie," zegt Janneke, „Is
Siepie niet lief?"
Ja, Jip vindt Siepie erg lief.
Maar Jip wil naet hem uit.
„Heeft hij geen halsband?"
vraagt Jip.
„Een poes heeft nooit een
halsband," zegt Janneke.
„We doen hem een touwtje
om," zegt Jip, „En dan gaan we
met hem wandelen."
Maar Siepie wil niet wande
len. Siepie wil ook geen touw
tje om. Siepie is bang. Hij trekt
aan de ene kant en Jip en Jan
neke trekken aan de andere
kant. Die arme Siepie. Zijn
nekje wordt erg dun van dat
touw.
„Ja moet mee!", roept Jip.
Maar dan komt Janneke's
moeder binnen. „Schei uit,"
zegt ze. „Doe dat touw van
Siepie's nek. Die arme poes.
Stel je voor dat ik jullie een
touw om je nek deed. En dat
ik dan hard ging trekken. Wat
zou je dan zeggen? Kijk, Siepie
huilt. Siepie heeft verdriet."
Janneke maakt vlug het
touw los. Siepie kruipt weg in
een hoekje.
„Zie je wel?" vraagt moeder,
„Siepie huilt."
„Nietes," zegt Jip.
Wat denken jullie, zou Sie
pie echt huilen?
Nannie Zwart stond op het strand.
„Wat ik niet snap", zei zij, „is
hoe het hun gelukt is om hier eer
der te zijn dan wij. Ik weet zeker,
dat ik ze de rivier op hoorde gaan.
Ze moeten geroeid hebben als gek
ken. Zeilend kunnen ze het niet
gedaan hebben, en ik had toch
nooit gedacht, dat ze het roeiend
konden, ook a! hebben, wy de hele
weg gelaveerd. Vreemd dat we hen.
niet gezien of gehoord hebben. Kom
op, Greet, maak eens een lichtje".
„De lucifers zijn nat", zei Greet,
maar op hetzelfde ogenblik flikker
de er een vlammetje in de boot en
even later kwam zij aan land met
een lantaarn in haar hand.
„Waarom zijn ze niet hier?" zei
zij.
„Ze hebben alleen, maar de lich
ten voor ons aangestoken en zijn
toen naar het kamp gerend", zei
kapitein Nannie, „om net te doen.
alsof ze al uren terug zijn. Kom
mee. Geef mij die lantaarn."
De Amazonepiraten gingen zo
dicht langs matroos Titlie heen, dat
zij ze bijna had kunnen aanraken.
Zij haastten zich het pad op.
Tittle kroop huiverend in elkaar.
Zij hoorde Greet zeggen: „Wacht
even op me. Ik kan. niets zien zon
der een lantaarn".
Haar voetstappen klonken steeds
verder weg. Toen was het stil, be
halve het geritsel van de wind in
de bladeren. De Amazones waren
naar het kamp gegaan.
Tittie wist niet wat zij moest
doen. Het was een vreselijke neder
laag. In plaats dat de Zwaluw te
rugkwam met de buitgemaakte
Amazone, was alles verkeerd gelo
pen. De Zwaluwen hadden de Ama
zone niet veroverd, maar de Ama
zones waren geland op het Wilde
Katten Eiland en hun zeeroverschip
lag veilig en. wel in de haven. Als
zij de lichten maar niet had aan
gestoken, dan hadden zij niet kun
nen komen tot het licht was en
tegen die tijd zouden de Zwaluwen
terug zün.
Op dat ogenblik hoorde zij het
luide geroep van de Amazones aan
de andere kant van bet eiland.
„Zwaluwen ahoy! Kapitein Jan!"
De stemmen kwamen dichterbij.
De Amazones keerden terug. Plot
seling kreeg Tittie een idee.
Tenslotte kwam het er niet op
aan wie van de Zwaluwen de Ama
zone veroverde. En hier lag de
Amazone, onbeschermd. Waarom
niet? In een ogenblik was Tittie
overeind en. op het strand en even
later dreef zij met de Amazone de
haven uit tussen de rotsen door.
Toen haalde zij haar zaklantaarn te
voorschijn en knipte die even aan
om te kyken waar de riemen la
gen. Ze waren met precies eender
als die van de Zwaluw, maar zij
kon ze hanteren. Zij stond achterin
de Amazone en hield haar ogen
gericht op de twee lampen, die
zij zelf had aangestoken. Zij her
innerde zich, dat zij, wat er ook
gebeurde, de twee lichten vlak bo
ven elkaar moest zien. Nu en dan
raakte zij even uit de koers, maar
over het geheel slaagde zij vrij
goed, ondanks het feit dat het kiel-
zwaard en het neergehaalde zeil
vreselijk in de weg zaten. Zij voer
nergens tegen aan en was juist met
het piratenschip tussen de rotsen
uit toen de kaars in een van de
lantaarns flikkerde en uitging. „Dat
is die. welke ik in het kamp heb
gebruikt", dacht zij. „Het is maar
goed dat ik niet langer gelezen
heb". Zii roeide nog even achteruit
om er zeker van te zijn, dat zij
buiten de rotsen was. Zij wist, dat
de wind haar naar het eiland zou
terugdrijven, dus liet zij de Amazo
ne keren, ging op de roeibank zit
ten met een been aan weerszijden
van het kie]zwaard en begon te
roeien, waarbij ze er voor zorgde,
dat zy steeds de wind op haar
rechterwang voelde.
Zij verloor het andere lichtbaken
uit het oog. Toen zag zij het weer
en toen flikkerde er een lantaarn
tussen de bomen: de Amazones die
terugkwamen naar de haven.
Zi3 liet de riemen rusten en bleef
drijven. Ze luisterde ingespannen,
maar kon niets horen. Kort daarop
zag zij een ander licht, veel hoger.
Dat was de vuurtoren, de lantaarn,
die nog hoog aan de boom brandde
bij de uitkijkpost. Zij wist dat de
wind haar voorbij het eiland dreef.
Zij trok stevig met haar linker-
riem en roeide toen gestadig voort.
Het was zwaar werk. Zij kon niet
de hele nacht zo blijven roeien.
Het beste zou zijn om voor anker
te gaan. op een zo veilig mogelijke
plek. Zij hield op met roeien, haal
de de riemen binnen boord, knipte
haar zaklantaarn aan en klauterde
naar voren. Ja, daar lag eert anker
het Engek vertaald
door
aan een lang touw. Zij herinnerde
zich, dat zij Jan tegen Suze had
boren zeggen, dat je nooit het an
ker mocht laten zakken zonder.je
er van te overtuigen, dat het eind
van het touw vastgemaakt was. Zij
belichtte het touw. Dat was in or
de. Het touw zat aan een ring
vast. Ze legde het anker zo dat ze
er makkelijk bij kon en begaf zich
toen weer aan de riemen en roeide
20 snel zij kon in de richting van
de westelijke oever van het meer.
Zij kon nu niets anders zien dan
het licht van de vuurtoren. Zij
wilde niet vlak bij het eiland voor
anker liggen als de dag aanbrak,
want wie wist hoe goed deze zee
rovers konden zwemmen. De an
dere kant van het meer zou veilig
zijn. (Wordt vervolgd.)
„Komaan," zo sprak de dominee„tfc ictl myn geesf uerrijfcen.
„Wie gaat er met me naar 't museumNaar de Kunst van Nu?"
„Hè, ja," zeiden de dames Groen„gezellig plaatjes kijken,
Een beetje kunst zo af en toe, dat kan geen kwaad, wat u?"
„O," zei het schaap Veronica, toen ze daar binnentraden,
„O, kijk swat een gekke prent! Ik kan er niet uit wijs.
„Is dat een zoekplaatdominee, en moeten wij nu raden,
Waar of de poes zit, dominee, en krijg je dan een prijs?"
„Neen, neen," zo sprak de dominee, „u hebt het niet begrepen,
„Dit is een schilderijjfet heet: De vrouw in het heelal!"
„Ach, grut," zeiden de dames Groen, ,,'t Zijn niks als rechte strepen.
„Die arme sckilder krijgt van ons een flesje bromural!"
„En dat? Dat lijkt wel een geit, die jonkies heeft gekregen
„O nee, dit heet: De Eeuwigheid," zo sprak de dominee.
„Dus toch een soort van geit," zei 't schaap Veronica verlegen.
„Hè, hè," zeiden de dames Groen, „we krijgen trek in thee."
„Nog even zei de dominee, „kijk, dit is héél bijzonder.
„Het is Abstracte Kunst. En wat het voorstelt weet men niet."
„Hoe-hoe," zei 't schaap Veronica..dat ding hangt koppie-onder,
„Het is gewoon een molen en een huisje aan de vliet."
„Kom mee," zeiden de dames Groen,-vtoe worden hier genept!
„We gaan maar naar de Nachtwacht toe. Dan weet je wat je hebt."
ANtHE M. SCHMH>T
Bij het oplossen van
kryptogrammen wordt veel
aan Uw fantasie overge
laten. Zo ook nu weer. Van
de te zoeken woorden zijn
namelijk geen directe om
schrijvingen gegeven; men
moet ze uit de zinnen
trachten af te leiden. De
letterlijke betekenis speelt
dus geen rol, maar wel
datgene, wat in de zinnen
verborgen is. Nog even
een voorbeeld: Stel dat de
omschrijving luidt: „Geslo
ten kippenloop maakt een
tochtje", dan kan de op
lossing luiden: Toe-ren
toeren.
Horizontaal:
11. Zangnoct met een staart
1 is degelijk; 5. Stukken
[grond met een heerlijke
i vrucht; 9. Zanger begint
onsmakelijk; 10. Agaat-
steen en een korenhalm
geven muziek; 11. Omge-
keerd ex-eiland en een
^eilandbewoner kunnen sa-
i men vrachtjes vervoeren;
12. Vlug met de dwars-
mast beginnen; 14. Wereld-
deel, grotendeels uit een
meisjesnaam bestaande: 16.
Het is voortreffelijk, als u
een spruit van een mu-
i zieknoot aftrekt; 18. Laat;
1 de R. schuin lopen, dan
geeft u aanstoot; 20. Eén
enkele keer draaien en u
krijgt een wond; 21. Chi-
1 nese maat, verdwijn! 't
"Wordt een verbond; 24. Nattig
i koud? O, dat is van gewicht; 25.
1 't Ig verschoten, snijdt het maar
doormidden en verbindt het voor-
i ste stuk aan het omgedraaide ach-
i terste: 't wordt modder; 26. Uit
69 cm Nederlandse rivier komt
een grondsoort; 29. Fries water;
i stil, dat kon wel eens een droog-
oven zijn; 33. Hoenders, die een
maatstok ingeslikt hebben, ver-
i anderen in steenmassa's; 36. Pa
1 Smies is in de war: hij verkeert
in een reddeloze toestand; 37. O,
diepte, is Ka dienares in de harem
van een sultan? 38. Vlug soort; 40.
Klaar, draai met tegenzin; 41. Ge
lijk spel vormt hoofdzakelijk een
belemmering; 42. Huisdieren, die
rengeluid. over; 43. U slaapt, zon
der zorgen; 44, Hemellichaam tus
sen verbrande stof is bloemen.
Verticaal:
1. Zangnoot. goed gekookt, is een
genotmiddel; 2, Wondvocbt aan
een lengtemaat dient gelezen te
worden; 3. De dokter strelen en
dan omkeren; 4. Jawel, papa, dat
is een eiland; 6. 't Is niet lang,
maar maak ie het drie letters lan
ger, dan ben je goedkoper uit; 7.
Jk sta tussen twee Franse voeg
woordjes en dien. om opgeplakt te
worden; 8, Koek met een trek-
sluiting; 12. Als u achter de
dwarsmast komt, wordt u verzot;
13. Vruchtendrank per el; 15. Pre-
Advertentie l.M.)
Straits heEt 5J griep, tenmin
ste als 6? dte infectie niet
gauw en goed de kop i«-
drukt met één of twee
...die hel pen j
cies meisje, 't zijn net sprinkha
nen; 17, Met de vijfde maand be
gint de valse verklaring; IS,
Loofboom, ontsproten uit een em
bryo; 20. Uitverkocht, omgekeerd,
en dan maar zingen; 22. Nu reeds
thee. zangeres? 23. Vrouw, die
groet als je haar omdraait; 27.
Maanstand en hemellichaam met
een staartje vormen vogels; 28.
Mijnheer eilandbewoner is een in
sect; 29. Schudt de kat door el
kaar en U krijgt een heldendicht;
30. Tussen het stoomschip, achter
de huid, zitten vogelbekken; 31.
Banaan, beginnend met een meet
kundige term; 32. Timmergerei,
hoofdzakelijk uit een keurder van
maten en gewichten bestaande; 34.
Die Tim, flink door elkaar geran
seld is-ie zo bedeesd; 35. Sneeuw-
sportbeoefenaars spreken uitein
delijk allen een Europese taal; 39.
Meng een muzieknoot met wat
schuurpoeder en u kunt prachtig
zingen.
OPLOSSING DUBBELE PUZZLE
1. Nagel; 2. Arend: 3. Actie: 4.
Rozijn; 5. Hijgen; 6, Etage; 7. Ta
pijt; 8. Match; 9. Inzet; 10. Dozijn;
11/Deken; 12. Eland; 13. Loods;
14. Poken; 15. Uiver; 16. Niets; 17.
Thuis; 18, Dorst; 19. Evers: 20. Ra
fel; 21. Apart; 22. Akant; 23. Re
gen; 24. Dronk; 25. Etuis,
Naar het middelpunt der aarde,
Jules Verne.
OPLOSSING
VAN DE OTJDEJAARSPUZZLE
1992/3890476/1953
1992
18984
17928
Probleem nr. 8 van S. Herland
(Tidskrift för Schack, 1923)
10567
9960
6076
5976
WA
Wit: Ka2, Dd2, Lbl en h4, pionnen
b5c6g6 (7 stukken).
Zwart: Ke5, Lb8, pionnen a5bS
d7e6g7hS <8 stukken).
Wit speelt en geeft mat in drie
zetten. Oplossing in de volgende
rubriek.
Oplossing probleem n. 7 (Barthe-
temy): mat in twee zetten door L
Te8a8, dreigt 2 Ff6— e8 mat
H. KRAMER
Advertentie I,M.)
I WINTER Bil
1 HANDEN?!* II
Het is een bekend feit, dat in
vele gevallen het spel sterker is
dan de spelers, d,w.z. dat een spe
ler niet meer alle mogelijkheden
van een bepaalde bereikte stand
in de betrekkelijk korte bedenktijd
kan berekenen. Heel vaak blijkt
later, bij analyse, dat een schijn
baar minder goede voortzetting
juist de winnende zou zijn geweest.
Het omgekeerde komt natuurlijk
ook voor. Een prachtig voorbeeld
van een geval, dat de spelers niet
meer bij machte waren achter het
bord alle mogelijkheden te door
gronden, is de hieronder volgende
partij, gespeeld in het tweedaags
Kersttournooi van Neêrlands groot
ste damvereniging DAVO te Til
burg. In de tweede ronde van de
Eregroep speelden Ph, J, Ham (met
Wit) en C. Bongcnaar (met Zwart)
een grillige, bizarre, combinatierij-
ke partij, die ik tezamen met de
Witspeier aan een ernstige studie
heb onderworpen.
1. 33—28 18—23
2. 39—33 12—18
3. 44—39 7—12
4. 5044 1— 7
Het niet geheel uitspelen van de
ze „linie" (3127 en 3430 kunnen
eraan voorafgaan) is m.i. te prefe
reren.
5. 34—30 20—24
6 31—27 17—21
7. 37—31 21—26
Kennelijk heeft Wit gehoopt, dat
Zwart bij zijn 7e set symmetrisch
zou vervolgen, dus met 1420, Wit
zou dan 28—22 hebben kunnen spe
len de 2.g. „Stolp"-variant
met zeer combïnatierijk spel. Alle
mogelijkheden in deze analyse aan
te_ geven, zou veel te ver voeren.
Binnenkort kom ik er nog eens
op terug.
8. 41—37 14—20
9. 30—25 10—14
Nu zijn de posities toch weer
symmetrisch hetgeen betekent, dat
Wit de „voorzet" heeft. Dit mag als
gunstig voor Zwart worden be
schouwd.
10. 40—34 24—29!
Natuurlijk. Wit's korte vleugel
wordt door deze ruilcombinatie
ernstig verzwakt.
11. 33x24 20x40
12. 45X34 15—20
13. 38—33 20—24
14. 42—38 5—10
15. 34—30 10—15
16. 4742 15—20
Leidt tot combinatierijk speL
Hoewel op 14—20 geen direct aan
wijsbaar voordeel is aan te geven,
wordt de positie wel wat overzich
telijker en blijft Wit met een over
bezette lange vleugel zitten. Zwart's
ondernemingslust (die door 1520
tot uitdrukking komt) valt te loven.
17. 44—41) 4—10
18. 28—22!
40—34? was verboden. Tegen 10
lót is aan geen afdoend verweer.
Zwart dreigt dan met 24—29. 33x24,
20 X 40, 35 X44, 14—20, 25X14,
19X10, 28x19. 13x35, schijfwinst.
Hieraan valt door 28—22 niet te
ontkomen, want dan vervolgt Zwart
met 23—28, 32x23, 18X40, 35x44,
24 x 35, schijf winst,
De na 18. 2822! ontstane positie Is
een diagram waard.
Nu 23—28 zou voor Zwart verlies be
tekenen, als volgt: 32x23, 19x17, 30x19.
14x23 ai, 25x5, 17—22, 5x17. 12x41, 46x37,
schijfwinst
a) 13x24, 27—21etc. wint.
18.
12
-171
Het aantal mogelijkheden is thans
legio. Hier volgen enkele afwikkelingen:
A. 3934, 17x39. 38—33, 39x28, 34—29,
23x45, 32x1 45—50! met verlies voor
Wit, b.v. 1-45, 2—7, 45x1, 50—45. 43—38,
24—29, 1x34, 45x41, 46x37. schijfwinst
voor Zwart.
B. 33—29. 23x45?. 49—44, 17x28, 32x1,
45—50, 4440. 50x41. 46x37, 11—17, 27—21,
16x27, 31x11, 6x17, 16, met winst voor
Wit,
C. Inpiaats van na 33—29 23x45? te
slaan, moet Zwart evenwel vervolgen
24x44! (ook tweeslag), 27—21, Zwart
kan op drie manieren slaan, die achter
eenvolgens hier komen als a), b) en c).
a') 16x27, 32x1, 18x27. 1x4. 44—50, 31x22
50x17, 43—39. 17x44 38—33, 44x41, 46x37,
11—17, 4—15, 19—23, 15—38, wint op
13—18 door 37—32; op 3—12 door 38—43
en daarna 42—38; op 2328 door 38—15
6—11, 15—29, 11—16. 37—32, 28x37, 42x31.'
23—23. Tijdens deze variant kan Zw«irt
tweemaal de witte dam voor 3 schijven
afnemen, maar komt dan een schijf
achter. Op 2923 kan nog volgen 1319.
DEN HAAG. Kou men tot
dusverre eerst op 23-jarige leeftijd
examen doen voor het diploma A
ziekenverpleging, thans is deze
leeftijdsgrens verlaagd tot 22 jaar.
De eandidaten kunnen echter reeds
op 21-jarige leeftijd tot het eind
examen worden toegelaten, indien
zij bereid zijn tot het bereiken van
de 22-jarige leeftijd in een sana
torium of in het laatste opleidings
ziekenhuis te werken, of over te
gaan tot de studie voor de aante
kening kraam- of kinderverple
ging of diploma B. Het diploma A
wordt dan uitgereikt, zodra de
leerlingen 22 jaar zijn geworden.
23x«, 17—22, 30—24 19x30. 35x24, 22—27,
41x10, 9—14, 10X21, 16x27, 24—20 «1 Wit
wint
b). -18x27, 21x1. 10—15, 1x34. 44—50,
31x22, 50x17, 32—27. Wit blijft na 13—13
een schijf voor. Op 20—24 volgt 27—22,
17x41, 46x37, 11—17, 37-31 26x37. 42x31.
16—21, 31—27, 2.1x32, 30x27. waarna
Zwart door 24—29, 34x26 8—12. 26x3,
3x12 een stuk moet verliezen.
c.) 17x28. 31—27, 26x17, 27—22. 18x27,
32x1, waarna de overblijvende stelling
zo moeiluk is. dat het welhaast ondoen
lijk is uit het labyrinth van varianten
de juiste voortzetting te vinden. Ver
rassend is, dat Zwart (voor zover ik heb
kunnen ontdekken) op slechts één ma
nier kan winnen in de meeste va
rianten. draait het op voordeel voor Wit
uit n.l. door 13—181 met de dreiging
2—7. Wit kan niet 1—7 spelen wegens
19—24. 3—1311 Wit verliest ook op 43—39
(z."> door 44X33, 38x29 23x45, 1x24 (vijf
schil ven nemen), 8—13, met winst voor
Zwart.
z). 38—33, 28X39, 43X34. 2d—24, 34—29.
23x45, 1x13, 44—50. 13x24, etc. met Winst
va or Zwart,
Uit deze ingewikkelde varianten
bliikt dus, dat Wit er goed aan heeft
gedaan de damzet 33—23 niet te nemen.
Indien Zwart voor het bord de juiste
voortzetten had gevonden, zou z(j ver
liezend zijn geweest.
In onze volgende rubriek wordt
deze partij met de werkelijk ge
speelde voortzetting - 19. 3328! -
geanalyseerd vervolgd. Er komen
dan nog een paar knapen" van va
rianten met een bijzonder verras
sende ontknoping. Men bewara
daarom deze rubriek.
JOHN STEVOI*
DEN HAAG. De Luchtmacht
heeft een. tweede jachtvliegschool
opgericht. Deze school is gevestigd
op de vliegbasis Volkel en zal spe
ciaal gewijd zijn aan de opleiding
voor tactisch jaehtvlieger. Zoals
bekend worden in Nederland de
Thunderjet-straaljagers gebruikt
voor de tactische luchtmacht en. in
dit verband zal de opleiding dan
ook op dit vliegtuigtype geschieden
Als officiële oprichtingsdatum van
de school is 1 December 1952 vast
gesteld, De eerste jachtvliegschool
is gevestigd op het vliegveld
Twenthe. Hier geschiedt de oplei
ding op Meteors.
Koningin Juliana opent
„Huis en Haard"
ARNHEM Op 28 Januari zal
Koningin Juliana hier het nieuwe
gebouw voor ouden van dagen aan
de Utrechtseweg. „Huis en Haard",
openen. Daarna brengt zij een be
zoek aan de instellingen en tehuizen
voor ouden van dagen, die te Arn
hem in de loop van 1952 zijn inge
richt. Het betreft hier de drie gast
huizen. de sociëteit voor ouden van
dagen op het Roermondsplein en de
Kohlmannstichting.