I
Publiceerden Elfferich en zijn chef
militaire geheimen in ons blad?
Officier eist gevangenisstraf
Feestelijke première van
R 'dams Ballet Ensem ble
Maarssense fabriek bad een
geflatteerde balans
Dagvaarding door raadsman
op alle punten betwist
,,Fête Champêtre"
Morgen staking bij
acht strokarton
fabrieken
Geef IJ tv hond dagelijk
Propagandist wendde
geld tbc-bestrijding
ten eigen bate aan
Belgisch automobilist
in Zuid-Limburg
verongelukt
Mislukte overval op
een Boerenleenbank
Knoeiende boekhouder hoort in hoger
beroep zwaardere eis: 8 maanden
3
Getuige: Ja. en ik heb toen
meteen „Het Rotterdamsch Parool"
opgebeld om te vragen mij het ar
tikel op te sturen. Hij. noch zijn
chef waren toen echter aanwezig
maar mij werd beloofd dat het ver
zoek zou worden doqrgegevcn.
Heeft de- thans 21-jarige leerling-journalist L. J. Elfferich eeS'moS op'verzoek vWdë
van „Het Rotterdamsch Parool" in een op 14 Januari i.l. ge- Luchtwachtdienst opbelde, bleek
- dat niet te zijn gebeurd. Maai* hij
heeft het aan u voorgelezen om het
aldus nog tc verifiëren.
Getuige: Ik heb mij niet goed
keurend over het stuk uitgelaten.
Pres.: Maar u zei toch na een
paar zinnen steeds: Ja. ja?
Getuige: Als teken dat ik hem
volgde.
Pres.: Hij zag er een bewijs van
uw toeslemming in. En hebt u ten
slotte ook niet gezegd: U gaat uw
gang maar?
Getuige: Ja. maar dat zei ik
ironisch.
Pres.: Was het eigenlijk een be
denkelijk stuk? Stonden er inder
daad dingen in die geheim moesten
worden gehouden?
Getuige: Als ik het in mijn bezit
had gekregen zou ik het naar de
Veiligheidsdienst hebben gestuurd.
Geheim of niet geheim: dat is geen
kwestie voor de Voorlichtingsdienst.
Pres.: Bent u technisch inet de
onderhavige kwestie op de hoogte?
Er komt in het artikel bijvoorbeeld
iets voor over vierduizend voet.
Getuige; Ik geloof niet dat het
op de afstand aankomt.
Officier: Dat is juist één van de
punten, waar men bij dc militairen
over is gevallen.
publieeerd artikel over een centraalpost van de Luchtwacht
dienst inderdaad gegevens bekend gemaakt waarvan geheim
houding door het belang van de staat werd geëist? Met deze
vraag, die in het begin van dit jaar zoveel gemoederen in be
weging bracht en zoveel welversneden pennen op het papier,
heeft de Rotterdamse Rechtbank zich gistermiddag dan einde
lijk bezig gehouden. De Officier van Justitie, mr. B. 'van der
Meulen, meende een bevestigend antwoord te moeten geven
en eiste tegen Elfferich één maand voorwaardelijke gevange
nisstraf. Voor de chef van deze verdachte, onze 44-jarige
redacteur L. W. Schmidt, wie eveneens grove schuld was ten
laste gelegd, vroeg hij veertien dagen onvoorwaardelijk.
Tegenover dit „Ja" van de Officier stelde de verdediger, mr.
H. de Bie Jr., zijn scherp „Nee!"
Ter staving hiervan bracht hij dc Verdachte: Ja. we hadden de
ene militaire publicatie na de an- I publicaties inmiddels weer een
öere ter tafel, waarin soortgelijke t dag uitgesteld en de daarop vol-
gegevens waref opgenomen als dooi-gende ochtend werd ik toen op-
Eliferich gepu'c..cccrd, dan wel ge- nieuw door de Luchtwachtdienst
gevens van. naar zijn mening, nog over het artikel opgebeld. Of ik me
verder strekkende aard!
Bijna dreigde de behandeling van
de zaak, die al een keer is uitge
steld. toen nogmaals te worden op
geschoven. De verdediger voegde
namelijk aan zijn betoog toe, geen
enkele waarde te hechten aan de
schriftelijke verklaring van luite
nant-generaal Aler, voormalig chef
Luchtmachtstaf. Deze zegt daarin
dat de gewraakte passages van het
betrokken artikel inderdaad gege
vens bevatten, die „formeel gespro
ken." geheim zonden moeten blijven.
De Officier verzocht de Rechtbank
daarop, over dit twistpunt dan maar
een deskundige van de Veiligheids
dienst te horen. In Raadkamer
besliste de rechtbank evenwel, dat
geen termen aanwezig waren om
hieraan tc voldoen. In feite ver
klaarde zij zich dus bevoegd, zélf
over het al of niet geheim zijn van
de in de dagvaarding genoemde
feiten te oordelen.
De belangstelling voor de, in het
Nederlandse kranten wereldje langza.
merhand vermaard geworden „zaak-
Elf ferich" was groot. Uit stad etl
land waren journalisten naar de
hoge, donkere rechtszaal aan de
Noordsingel gekomen. En hun mede
leven, destijds ai duidelijk gebleken
toen de jonge Rotterdamse journa
list vier dagen in voorlopige hech
tenis zat, was ook nu weer zo sterk
dat zij tot vlak voor de groene
tafel opdrongen om geen woord in
de holle; schemerige ruimte ver
loren te laten gaan.
Op verzoek van de president, mr.
J. C, Berenschot, vertelde verdachte
zelf nog eons hoe dc zaak zich
destijds heeft toegedragen. Uit zijn
verha»! bleek, dat hij zich op 8
Januari naar de Kanaahveg te Rot
terdam had begeven omdat men
daar volgens een tipgever met een
bouwwerk aan dc gang zou zijn.
Elfferich zei toen zich in verbinding
te zullen stellen met ecn militaire
voorlichtingsdienst en verwijderde
zich.
Dat deed hij de volgende dag dus,
door middel van de telefoon. Een
officier van deze dienst verwees hetn
echter weer naar de Luchtwacht
dienst aan dc Parklaan te Rotter
dam teneinde daar inlichtingen te
kunnen inwinnen. Kapitein V., de
commandant, bleek niet aanwezig
te zijn toen Elfferich zich op 12
Januari bij deze dienst meldde. De
adjüdant Q. echter verklaarde zich
bereid hem het een en ander te
vertellen, haalde er zelfs folders en
foto's bij en was hem op allerlei
andere manieren van dienst. Aldus
Elfferich.
Niets gezegd
Pres.: Is er toen nog gezegd dat
u voorzichtig moest zyn met publi
ceren
Verdachte: Nee, meneer de presi
dent:
Pres.: U weet dat het hier om
twee, in uw verhaal vermelde ge
gevens gaat. Zowel het feit. dat er
in dc door u beschreven bunker een
machinekamer komt om in geval
van nood eigen energie op te wek
ken als de omstandigheid, dat elk
vliegtuig beneden de vierduizend
v.oet in de post kan worden ge
signaleerd, zouden geheim zijn ge
weest. Hoe zat het daar dan mee?
Verdachte: In mijn artikel stond
aanvankelijk vierduizend meter en
de Luchtwachtdienst heeft dit zelf
naderhand
Pres.: Ja, waarom hebt u dat later
eigenlijk dan veranderd?
Verdachte: De morgen na mijn
onderhoud met adjudant Q. liet zijn
commandant mij telefonisch verzoe
ken nog even langs te komen. In
dc Parkiaan gearriveerd, vroeg de
kapitein mij wat zijn ondergeschik
te wel allemaal had verteld. Toen
hij van die vierduizend meter hoor
de. vertelde hy me dat hier met
van meters, doch van voeten sprake
was. Hij heeft er toen nog gegevens
aan toegevoegd, onder meer die om
trent de machinekamer.
Pres.: En heeft de kapitein u toen
gezegd, dat hij het prettig zou vin
den als u zich nog even met de
garnizoenscommandant in verbin
ding stelde, omdat een nieuwe le
gerorder zulks noodzakelijk maakte?
Verdachte: Ja. meneer de presi
dent. Maar kolonel S., de garni
zoenscommandant. was. zéér ver
baasd te horen dal h ij hier toe
stemming zou moeten geven. Hij
vroeg mij. me te wenden tot de
Luchtmacht Voorlichtingsdienst.
Toen ik zei. dat ik daarmee was be
gonnen. zei hij: Nou, dan is het ra
orde.
Pres.: En u dacht op die manier
wel helemaal klaar te zijn met uw
artikel?
(Advertentie l-M.)
toch nog even met de Luchtmacht
Voorlichtingsdienst in verbinding
wilde stellen. Ik kreeg daar, even
als de vorige keer, dc kapitein A.
aan de telefoon, die mij mededeelde
dat ik voor de publicatie eigenlijk
toestemming van zijn dienst nodig
had. Ik vroeg hem toen of hij mij
difc niet eerder had kunnen vertel
len, omdat het artikel nu al in on
ze vroegste editie was afgedrukt.
Toen hij informeerde of ik publica
tie in de 's middags tc-verschijnen
stadseditie nog kon voorkomen, heb
ik hem voorgesteld, het artikel voor
te lezen om het aldus te kunnen
verifiëren. Dat is toen gebeurd en
om de twee, drie zinnen zei de ka
pitein: Ja. gaat u maar door. Hij
heeft mij daarna niet gezegd dat ik
het niet mocht publiceren. Hij be
sloot zelfs met: Ja. dat is goed.
Pres.: dc kapitein heeft u ook
niet gezegd, dat cr geheime dingen
in stonden?
Verdachte: Dat heeft hij niet ge
zegd. meneer de president!
Pres.: Maar waarom zette u dan
het woord geheim m de kop boven
uw artikel?
Verdachte: Dat sloeg alleen op
de plaats waar de beschreven cen
traalpost werd gebouwd. Die heb
ik slechts als „ergens in Rotterdam"
aangeduid, hoewel kapitein V, me
nog had verteld dat ik wel over dc
noord-westelijke stadsrand mocht
schrijven.
Pres.: U wist dus pertinent niet.
dat geheimhouding omtrent de twee
genoemde gegevens zou zijn gebo
den?
Verdachte: Dat rs zelfs geen ogen
blik bij me opgekomen. Ik werd bij
de Luchtwachtdienst zb vriendelijk
ontvangen
Drie vragen
De drie vragen, die de gehele be
handeling van deze zelfs door bui
tenlandse kranten gesignaleerde
zaak beheersten, kwamen ook in de
andere verhoren aan de'orde. Drie
vragen, waarvan de verdediger de
volgende formulering gaf: 1. Waren
de bewuste gegevens inderdaad ge
heim? 2. Moesten ze ook geheim
blijven? 3, Zo ja, kon de verdachte
dat weten, zoals in de dagvaarding
met stelligheid wordt beweerd?
Over het al of met geheim zijn
zouden Officier en pleiter nader
hand nog het hunne zeggen. Voor
lopig kwam alleen de Haagse jour
nalist J. v. O. v. d. A. dc Recht
bank vertellen hoe hij. lang vóór
de nu zo gewraakte publicatie, als
verslaggever van ..Het Parool" met
een vijf en twintigtal andere jour
nalisten in Den Haag al eens net
zo'n bunker had bezichtigd als
later dan ook in Rotterdam werd
ingericht. Dit geschiedde op uitno
diging van dezelfde Luchtmacht
Voorlichtingsdienst, die vooraf een
persconferentie over hot onderwerp
had gehouden. Dc journalisten had
den alles in werking kunnen zien
en zelfs waren er foto's gemaakt.
Pres.: Is er toen over een machi
nekamer gesproken?
Getuige: Er is medegedeeld dat
de bunker eventueel volkomen on
afhankelijk van de buitenwereld
zou kunnen werken. Op technische
détails zijn wij verder niet inge
gaan.
Pres.: En heeft dc Luchtmacht
Voorlichtingsdienst toen sonris voor
af inzage van te publiceren artike
len gevraagd?
Getuige: Dat is pertinent niet het
geval geweest.
De vraag of verdachte Elfferich.
en dus ook zijn chef, van een even-
tueel noodzakelijke geheimhouding zou
De andere kantn
De verdediger, door deze laatste
opmerkingen gemtrigueerd, wilde
op zijn beurt graag weten welke
practische betekenis de zogeheten
geheime gegevens uit het artikel
voor kwaadwillenden kan hebben.
Getuige A. verklaarde echter nog
maals daarover geen oordeel te
kunnen geven. „Bet kan best zijn
dat ze er „aan de andere kant" iets
uit kunnen distilleren", meende hij.
Daarop las de president de .verkla
ring van generaal Aler voor. waar
aan de verdediger echter geen en
kele waarde bleek te hechten. „El-
zij n tevoren door militaire instan
ties gegevens verstrekt van veel
verder strekkende aard als waar
voor verdachte nu is aangevallen,"
zo zei hij. Hij wees er overigens op,
dat generaal Aler voor ecn vervol
ging geen reden aanwezig achtte.
De Officier van Justitie beschikte
echter over ecn stuk van een kolo
nel met een tegenovergestelde con
clusie en vroeg op dit moment
schorsing van dc zaak.
Maar in Raadkamer besloot de
Rechtbank dus. toch niet in te gaan
op het verzoek van de Officier om
dan ecn deskundige te horen. En
na enkele minuten reeds verscheen
dan ook de vroegere adjudant Q.
voor het hekje, de man van wie
Elfferich zijn eerste inlichtingen
kreeg. Deze vertelde dat hij dc
verslaggever graag het een en ander
had verteld. De Luchtwachtdienst
moest immers propaganda maken,
aan de weg timmeren! En hem was
zeker géén geheimhouding opge
legd.
Pres.: Waarom heeft kapitein V.
u later dan gestraft?
Getuige: Omdat het in het kader
van de militaire verhoudingen be
ter was geweest als ik het geven
van inlichtingen aan mijn comman
dant had overgelaten.
Kapitein V., die vervolgens zelf
werd gehoord, bevestigde dat hij
zijn adjudant niet had gestraft om-
het lag niet °P mijn weg om een
afschrift te vragen ter verificatie.
Dat is dc taak van de "ïorlichtings-
dienst
Verdediger: U was dus ontzaglijk
ongerust, en bent toen maar met
de auto naar Sch even in gen gegaan.
Was het Riot veel eenvoudiger ge
weest om dc telefoon te grijpen en
..Het Rotterdamsch Parool" te bel
len om publicatie op tc houden?
Getuige: Nogmaals, dat lag met
op mijn weg.
De garnizoenscommandant, ver
volgens als getuige gehoord, ver
klaarde tegen Elliench te hebben
gezegd dat hij geen verantwoorde
lijkheid voor diens artikel op zich
kon nemen.
Verdediger: U hebt dus met ge
zegd: Ik verbied het u. Alleen maar.
dat u geen bevoegdheid had"
Cetuigc: Ik heb hem uitdrukkelijk
naar de Leger Voorlichtingsdienst
verwezen. Daar zouden ze hem dan
wel weer naar de collega's van de
Lucht wacht hebben gestuurd.
Pres.: Zeg, verdachte, hoe zit dat?
Verdachte: Ik vertelde do garni
zoenscommandant dat *k al bij dc
Luchtmacht Voorlichtingsdienst was
geweest en toen zei hij: Dan is het
in orde!
Getuige: lk kan me dat niet her
inneren. maar het zou voor mij
geen reden zijn geweest om toe
stemming te geven.
V er o ut uaard i ging
Terwijl de stentorstem van de
garnizoenscommandant nog naklonk
door de zaal, verscheen getuige
J, P. A. B. uit Den Haag voor de
groene tafel. Als redacteur van de
Luchtmacht Voorlichtingsdienst
kwam hij de verklaringen van kapi
tein A. min of meer bevestigen. Alle
narigheid had kunnen worden voor
komen, zo zei hij, als Elfferich het
stuk maar onverwijld had opge
stuurd.
Verdediger: Iedereen is zo ver
schrikkelijk geschrokken. Kapitein
A. is zelfs door de telefoon gaan
vloeken. Waar zyn de heren toch
zo nijdig om? Wat bedoelt u met
narigheid?
Getuige: Het is zo jammer dat de
meeste mensen de gevolgen van het
bombardement van Rotterdam al
weer zijn vergeten
Dit wonderlijke antwoord veroor
zaakte kennelijk grote verontwaar
diging bö alle aanwezigen in de
zaal. De verdediger keerde zich
hoofdschuddend af en zei: „Het is
me nog niet duidelijk, maar ik zal
deze getuige verder geen vragen
(Advertentie I.M.)
(Advertentie l. M.)
T TNIEK incident in
de geschiedenis
van dc Rotterdamsche
Schoiiioburg; dc spon
tane hulde, waarmee
een prooi- en enthou
siast belief publiek het
verrassend feestelijk
décor van Jan Begeer
ontving, werd (onbe
wust J mede bewezen
aande racefiets
van Wim van Est.
Hel blinkend baan-
karretje van dc sport
held langs ecn om
weg bij toeval in Rot
terdam terechtgeko
men bungelde als
extra vrolijk nummer
temidden van dc vlag
gen en festoenen
waarmee Eegcer (een
naam om te onthou
den!! zijn rank ont
werp opgeluisterd had.
Het programma had
deze curieuze noot
best mogen vermelden
in dc toelichting bij
het geestige, vlinder
achtige Fcte Cham
pêtre, waarvan het
Rotterdams Ballet En
semble gisteravond de
eerste uitvoering gaf.
Het ballet is door Netty van dei-
Valk gezet naar een idee en de mu
ziek van Geza Frid, die inderdaad
„feestelijk" is op uitgelaten af
maar bovendien geheel „dansant'.
In dit kleurige vuurwerkje uitte het
ensemble zijn dans vreugde dan ook
met zo'n onstuimigheid, dat de
enkele hindernissen quasi spelen
derwijs genomen werden.
Nu werkte op deze avond wel
alles mee ten gunste van die echte,
ondefinieerbare balletsfecr: de fac
tor levende muziek in de begelei
ding door het Rotterdams Kamer
Orkest, dat bijzonder op dreef was.
de mooie monteringen en costuums
ook van de andere reeds eerder
vertoonde balletten, die men met
genoegen terugzag, cn dan het tal
rijke publiek, dat heel toegewijd,
maar stellig niet critiekloos was.
Het programma bood alle gele
genheid de hoger grijpende presta
ties van de voornaamste solisten
Barry Pre ure. Mariene Huyts en
(Van onze correspondent)
GOUDA. De arbeiders van dfi
acht strokartonfabrieken in Oude-
Pekela hebber, gisteravond op een
spoedvergadering besloten, Don
derdag een 24-urige proteststaking
te houden om aan de looneisen
kracht bij te zetten.
Het boshut werd met algemene
stemmen genomen nadat de heer
Spoeïstra, hoofdbestuurslid van de
Christelijke Fabrieksarbeidersbond
namens de gezamenlijke bonden
deze staking had ontraden. De sta
king is een gevolg van het niet
slagen, van een bespreking tussen
de diverse looncommissies, welke
de vorige week in Den Haag is
gehouden. De rijksbemiddelaars
hebben daarop geadviseerd. Vrij
dag opnieuw besprekingen, te voe
ren.
Th om dc Jong te bewonderen, maar
in hel amoureuze gefladder van het
nieuwe Fêtc Champêtre trok vooral
de soepel dansende Cockie van Vliet
de aandacht; zij legt reeds ecn
zekere mate van persoonlijkheid in
haar voordracht en zij heeft veel
mee voor een aantrekkelijke dans-
vcrschijrnng Jean nette Struik dans
te guitig de rol van de donkere
schone en het intermezzo van de
soldaatjes-parodie was. ook door dc
grappige costumering. een vondst
die insloeg. Gordon MacLean ver
tolkte de wanhopige minnaar: zijn
technische beheersing was redelijk
te noemen, maar aan houding en
vooral mimiek zou nog veel zijn tc
scha*, i*.
Er waren veel bloemen aan het
slot van de voorstelling, die o.m.
door burgemeester Van Walsum
werd bijgewoond.
18 November treedt het Ballet
weer in de Schouwburg op, echter
met een ander programma.
H. F. REEDIJK
meer stellen". En de president voeg
de er aan toe: „Getuige, u had dit
laatste antwoord hier beter maar
binnen kunnen houden".
De journalist J. J. M.. collega
van Elfferich verklaarde vervolgens
nog dat hij het telefoongesprek van
zijn jongere vakbroeder met de gar
nizoenscommandant had bijgewoond.
Hem was daarbij niet gebleken dat
deze laatste publicatie had verbo
den. Elfferich had alleen gezegd: de
kolonel kon me niets meer vertel
len.
Voordat de Officier van Justitie
■tot zijn requisitoir overging, stond
nog de chef van de eerste ver
dachte. osae redacteur L. W.
Schmidt, terecht. Hij ontkende elke
van door het belang van de staat
werd gevorderd. De grove schuld,
waarvan dit subsidiair spreekt, was
volgens dc officier zeker aanwezig.
Bij zijn beoordeling van verdachte
wilde hij ook diens jeugd in aanmer
king nemen, alsmede dc omstandig
heid dat hij is „gedrukt door mensen
die achter hem staan". Een maand
voorwaardelijk luidde zijn cis.
Voor alles wat er is gebeurd, achtte
de Officier verdachte Schmidt ten
slotte mede verantwoordelijk. „Het
zou zo eenvoudig voor hem zijn ge
weest het hele artikel even te veri
fiëren", aldus mr Van der Meulen,
„Ik geef hem "echter niet de volle
schuld van het hele drama en daar
om heb ik de eer een gevangenis
straf van veertien dagen te requi-
reren."
Pleidooi
Mr. de Bie begon zijn pleidooi met
zich af te vragen, waarom dat arti
keltje dan toch wel zo gevaarlijk
was. „De Officier van Justitie," zo
betoogde hij. „weet even goed als ik
dat alles wat er in is gezegd, niets
anders dan ouwe koek is."
Over het eerste gedeelte van de
dagvaarding wilde ook de verdediger
kort zijn. De Officier zelf had immers
al ontdekt dat Elfferich in elk geval
nooit de bedoeling kan hebben gehad
wederrechtelijk geheime gegevens in
handen te krijgen. Overigens is dit
(Advertentie 1. M.)
konden weten, hing natuurlijk
samen met de vraag of de betrok
ken officieren hiervan iets hadden
laten blijken. Maar dc omstandige
verhoren van deze militairen brach
ten hieromtrent geen enkel licht.
„De heren hebben zich alleen maar
willen dekken," zo merkte de ver
dediger op. „door verdachte van
het militaire kastje naar dc lucht
en achtmuur te sturen".
Kapitein A. van de Luchtmacht
Voorlichtingsdienst, met wie Elffe
rich het eerste contact heeft gehad,
verschoon in burger in het gehii-
genbankje. De voormalige voorlich
ter. nu werkzaam bij de KLM. gaf
op ecn desbetreffende vraag van de
president toe. dat hij El ff rich bij
dat eerste telefoongesprek inder
daad niet heeft gevraagd, hem een
eventueel te publiceren artikel toe
te sturen alvorens het in de krant
af te drukken. „Ik heb hem ver
wezen naar de commandant van de
Luchtwachtdienst in Rotterdam."
Pres.: U dacht, dat kapitein V.
hem dat dan wel zou vertellen?
Getuige: Inderdaad.
Pres.: Hebt u uit eigener bewe
ging nog met de kapitein over het
verzoek van Elfferich gesproken0
Getuige: Nee. meneer de presi
dent.
Pres.: Toen hebt u op de middag
van de dag. dat kapitein V. met
verdachte had gesproken, in Sche-
veningen bezoek van die comman
dant gehad. Vertelde hij u dat hij
Elfferich op bezoek had gehad,
maar niet helemaal gerust was
over de inhoud van diens artikel?
dat deze geheime gegevens zou heb
ben verstrekt.
Pres.: Hebt u de twee gegevens,
waar het hier eigenlijk om gaat,
zelf aan Elfferich verstrekt?
Getuige: Ik kan me niet herinne
ren dat ik 't precies zo heb gezegd.
Op ecn vraag van ccn der rechters
erkende getuijre vervolgens, dat hy
verdachte weliswaar naar de gar
nizoenscommandant heeft gestuurd
omdat "n pas afgekomen order zulks
doch dat deze order in
werkelijkheid niet had bestaan.
„Mijn bedoeling was om tijd te win
nen en de Luchtmacht Voorlich
tingsdienst intussen in te lichten.
Ik ben dan ook direct in mijn auto
gestapt cn naar Scheveningen ge
reden om dc Voorlichtingsdienst in
zage van het bewuste artikel te la
ten vragen."
Rechter: Vond u dat hij te ver
was gegaan?
Getuige: Ik vond niet dat hij te
ver was gegaan. Maar toen ik later de
kop van het artikel las. waarin over
een geheime centrale post word ge
sproken. begreep ik dat ik moeilijk
heden met dc Veiligheidsdienst zou
kunnen krijeen
Pres: U bent dus gevallen over
dat éne woordje. Maar voor de
marechaussee verklaarde u dat u
verbaasd stond over het artikel?
Getuige: Niet dal cr direct ge
heimen in stonden. Ik had voor
namelijk bezwaar tegen de kop. Het
had beter nog niet gepubliceerd
kunnen worden.
Pres.: Om welk gegeven?
Getuige: Voornamelijk om de kop.
Rechter: Beide gegevens waren
iuist?
Getuige: Dat van die vierduizend
voet vond tk wel een beetje raar
Verdediger: lk heb eigenlijk niets
begrepen van deze getuigenverkla
ring. Kapitein V. zegt dat hij geen
juist beeld van het artikel had
kunnen krijgen. Maar getuige Q. en
verdachte hebben hem toch verteld
wat er in stond?
Getuige: Ik was niet zeker en
schuld, zag af van verdediging en
refereerde zich aan het oordeel van
de rechtbank.
Pres.: Bent u al eens eerder ver
oordeeld.
Verdachte Schm.: Ja, meneer de
president. In 1938. wegens beledi
ging van het staatshoofd Hitier.
Getuige C. J. O., waarnemend-
chef. kwam de verklaringen van
zijn 'collega tenslotte bevestigen.
Requisitoir
De Officier van Justitie keerde zich
in zijn requisitoir tegen dc mening,
dat deze zaak zou zijn opgeblazen.
Naar zijn opvatting is het wel dege
lijk een ernstige zaak omdat hot mili
taire geheimen betreft. Intussen ge
loofde hij niet, dat verdachte zich
heeft schuldig gemaakt aan het eer
ste ton laste gelegde feit: het weder
rechtelijk in bezit trachten tc krij
gen van geheime gegevens en het
uithoren van de adjudant Q. Maar
wel had Elfferich zich zijns inziens
schuldig gemaakt aan het verstrek
ken van de. hoc dan ook verkregen
gegevens aan anderen, terwijl hij toch
redelijkerwijs kon vermoeden dat het
inderdaad geheimen waren.
De Officier beriep zich in dit ver
band op het getuigenis van generaal
Aler. ook al zijn er dan misschien
journalisten geweest die tevoren al
eens dergelijke dingen hebben gepu
bliceerd. Ook de telefoongesprekken
waren volgens do Officier alle zeer
duidelijk. Geen der betrokken offi
cieren heeft zijn toestemming tot pu
blicatie gegeven. Maar Elfferich. al
dus mr Van der Meulen heeft dc zaak
kennelijk tot elke prijs willen door
zetten. Niet om de staat eon hak te
zetten, maai om zijn eigen eerzucht
te bevredigen, aldus de Officier.
Mocht de Rechtbank ook het twee
de ton laste gelegde niet bewezen
achten, clan zal zij zich tenslotte moe
ten beraden over 'l derde punt waar
uit elke toespeling op opzettelijkheid
is verdwenen, namelijk: het openbaar
maken van dc bewuste twee ge
gevens hoewel geheimhouding daar-
deel zo weinig concreet, dat pi. de
vraag stelde of er geen nietigheid uit
moet volgen voor de hele dagvaar
ding. Ten aanzien van de andere pun
ten achtte hij drie vragen van be
lang: Waren de gegevens geheim,
moesten ze dat blijven en kon ver
dachte zulks weten?
„Natuurlijk niet," antwoordde plei
ter zelf op deze laatste vraag. „Adju
dant Q. vertelde hem zo maar alles
wat li ij wilde weten. En van de ge
dragingen van diens commandant
heeft de Rechtbank een goede indruk
kunnen krijgen", aldus de verdedi
ger. „Dc man laat dc allergewoonste
dingen na. Maar wèl heeft hij per
rijksauto zijn vrienden bezocht om te
beraadslagen. En dc garnizoenscom
mandant? Die heeft gezegd: Ik heb
dat artikel niet goedgekeurd. Maar hij
heeft publicatie óók met verboden."'
„In dit verband wit ik opmerken."
aldus mr De Bie. „dat tegen Elffe
rich wel eens is gezegd: Je wist
toch, dal we geen fiat hadden ge
geven" Maar dat. meneer de presi
dent. heeft cr toch niets mee tc
maken. Zo'n fiat he ben we m Ne
derland met nodig ais wc iels willen
publiceren en het al of niet geheim
zijn van bepaalde gegevens kan du&
met worden afgeleid uit beweringen
als: Ik kan het niet goedkeuren,
want ik heb er niets mee te maken.
Het is duidelijk dat dc commandant
van 'de Luchtwachtdienst in Rotter
dam zijn collega's aan het schrikken
heeft gemaakt. Dc heren militairen
zijn bang geworden en hebben zich
willen dekken"
„En nu de vraag of deze gegevens
inderdaad geheim waren." aldus
verdediger. „Ik ben blij dat de
rechtbank van mening is hierover
zelf een. oordeel t" kunnen vellen
Wat mijzelf betreft: het ontgaat mij
ten enenmale hoe oen generaal met
ccn ernstig gericht kan komen ver
klaren dat de twee bewuste passa
ges geheimen bevallen Tussen haak
jes: over die vierduizend voet is
hier door getuigen herhaaldelijk ge
zegd, dat die zinsnede ecn gebrek
kige en onjuiste weergeving van
de werkelijkheid is. Maar tóch: een
gróót geheim!"
„Over die machinekamer en de
opsporing van overkomende vlieg
tuigen is overigens in ettelijke fol
ders en tijdschriften, soms m tien
duizenden exemplaren verspreid, al
veel eerder en tenminste even dui
delijk gesproken. Toch: een gróót
geheim!"
„Het is voor een buitenstaander
wel een merkwaardige ervaring,
meneer de president, dat militaire
autoriteiten met fluisterstemmen
spreken over dingen die ze tevoren
zélf op grote schaal hebben bekend
gemaakt. Hier hebt u ze: vouw
blaadjes, dc Libelle, een verslag van
de persconferentie in „Het Parool",
een ander verhaal in „Het Vrije
Volk".
„En dan nog dit: in de passage
over het waarnemen van vliegtui
gen beneden de vierduizend voet
is niet eens sprake van een con
creet feit. er wordt alleen maar een
hoop, een verwachting in uitge
sproken." Aldus mr De Bie. die
vervolgde:
„Er zal natuurlijk ecn verhouding
moeten bestaan tussen de straf van
Elfferich en die van adjudant Q
die zo gul was met zijn gegevens.
En hoe is dat voor de laatste uit
gevallen? Hij heeft van zijn com
mandant vijf avonden thuis bij de
vrouw moeten doorbrengen en dat
alleen nog maar omdat hij niet de
goede militaire hiërarchische weg
zou hebben bewandeld."
„Vragen wij ons af hoe dan deze
onbelangrijke zaak tegen Elfferich
en zijn chef aan het rollen kwam,
dan geloof ik te moeten zeggen dat
kapitein V. zijn hoofd is kwijt ge
raakt. Hij heeft ernstig beraadslaagd
en men heeft hem gezegd: Dat móet
je bij de marechaussee aangeven."
Waarom dc zaak tenslotte is door
gezet, durfde pleiter niet tc beoor
delen, maar hij hield er zich van
overtuigd, dat het eerste gedeelte
van dc dag vaardiging al is ver
vallen en dat Elfferich van het
tweede ten laste gelegde zou
moeten worden vrijgesproken en
dat de Rechtbank zich omtrent een
laatste subsidiair ten laste gelegde:
het zonder toestemming schrijven
over een militair werk. tot oordelen
onbevoegd diende te verklaren.
De president deelde mede dat
over veertien dagen, 's morgens om
half tien. uitspraak za! volgen.
(Van onz© correspondent)
ARNHEM. De officier van
justitie bij de Arnhemse rechtbank
heeft ccn gevangenisstraf van twaalf
maanden, waarvan drie voorwaar
delijk en een proeftijd van drie jaar
met onder toezichtstelling van het
Nederlands Genootschap tot Reclas
sering geëist tegen de 33-jarige ge
huwde voormalige propagandist van
de Stima, E. K. uit Doetinchem.
Dezg had van Augustus 1952 tot
en met Juh 1933 een bedrag van
ongeveer ƒ9000,van het geld. dat
aan deze* stichting tot onderzoek
van tuberculose toekwam, te eigen
bate aangewend.
Alles ging goed. tot er een andere
vrouw in zijn leven kwam. Hij
wendde ƒ9000 die hij van de ge
meente Gameren had ontvangen, ten
eigen bate aan en door zijn pogin
gen, het ene gat met het andere te
stoppen, werden de tekorten steeds
groter.
(Van onze correspondent)
HEERLEN. Dinsdagmiddag is
op de rijksweg MaastrichtVaals
onder de gemeente Gulpen een
Belgische personenauto uit de
bocht gevlogen. Van de inzitten
den, die een bezoek gebracht had
den aan een familielid in Duits
land, werd de 45-jarige J- H.
d' Hont uit Gent zo ernstig ge
wond, dat hij ter plaatse overleed.
Zijn echtgenote en een zesjarig
jongetje werden met zware ver
wondingen naar het ziekenhuis te
Ma astricht o verg ebracht.
HEERLEN. Twee tot nu toe
onbekende mannen, van wie er een
was gewapend met een revolver,
hebben gisteravond tussen 8 en 9
uur getracht een roofoverval te
plegen op de kassier van de Boe
renleenbank te Nieuwenhagen bfi
Heerlen. De overval Is dank zü
het kordate optreden van de kas
sier, de heer V, 3. Zenden mislukt.
De mannen drongen het in de
woning van dc kassier gelegen kan
toor binnen en wilden de neer Z.
dwingen het kasgeld af te geven.
In plaats van hieraan te voldoen,
begon de kassier met zijn belagers
een robbertje te vechten, terwijl
hij om hulp riep. Hierdoor werd
de moeder van de kassier gealar
meerd. Ook zij begon om hulp te
schreeuwen. De indringers kozen
toen het hazenpad.
AMSTERDAM. Prof. S. Pos-
thuma. directeur van de Neder-
iandsche Bank, is door de Franse
regering benoemd tot officier in
het Legioen van Eer. Hij heeft deze
onderscheiding ontvangen wegens
zijn werkzaamheden als lid van. de
raad van bestuur der Europese
Betalings Unie.
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM. De procureur-generaal bij het gerechtshof eiste Dins
dagmiddag aan het slot van ecn terechtzitting, die ruim vier uur heeft ge
duurd, acht maanden gevangenisstraf tegen de 63-jarige boekhoudkundige
adviseur \V. H. B„ wegens valsheid in geschrifte, door het overleggen van
een valse balans cn verlies- en winstrekening, benevens wegens oplichting.
De rechtbank te Utrecht had deze verdachte in Januari tot vier maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
eureur-generaal tot de conclusie, dat
zowel de valsheid in geschrifte als
de oplichting bewezen waren. Wel
iswaar heeft dc directeur van het
bedrijf Van D. enige punten aange
geven, waarop speciaal ten behoeve
van het verkrijgen van een geld
lening de balans geflatteerd diende
te worden, maar rèeds te voren was
B. op zijn eigen houtje op de balans
der zaken aanzienlijk beter gaan
de zaken aanzienlijk beter gaan
overeenstemming is. De procureur-
generaal achtte bewezen, dat bij op
zettelijk en ten onrechte een bedrag
van zeven duizend gulden aan oude
schuld niet in de balans had opge
nomen. zo ook het bedrag, dal dit
bedryt nog aan omzetbelasting ver
schuldigd was.
Na beëindiging van deze zaak be
gon het Hof aan die van B.'s mede
verdachte, J, T. v. D„ directeur van
de transportwerktuigenfabriek.
Dc overgelegde balans, die een
bijzonder geflatteerd beeld gaf van
de gang van zaken bij een trans-
portwerktuigenfabnck in Maarsscn,
had gediend om een 23-jarige geld
schieter te bewegen vijf en dertig
duizend gulden in liet hodryf te
steken tegen ccn rente van zeven
procent, a'smede voor een werk
kring. die de geldschieter 'n maand
salaris van 400 verschafte. B. was
sinds September 1949 verbonden aan
het bedrnf van een zekere Van D.
als administratief en organisatorisch
adviseur.
Het bedrijf dat in financiële moei
lijkheden verkeerde, plaatste 3 De
cember 1949 een advertentie, waarir
onder de hiervoor genoemde voor
waarden een geldschieter werd ge
zocht en de 28-jarige Van U. bleek
een der drie gegadigden.
In zijn requisitoir, kwam de pro-