ikomng voor vrese
onaangenaams bel'
moetmeens harm
Voor onze dammers
JIP EN JAN
SÏGNAALKAARTEN
DE NIEUWJAARSHAAN
en andere jonge klantjés]
Voor onze bridgers
Zaterdag 31 December 1955
a:ii!i:iiii!:]!!i!!i!!iiiiiii!!iflaDiitaaiiii'
'mahmi
Werk van Pisanello
Met belangstelling ]as ik in uw
blad bet artikel over Pisanello, Het
speet mij echter aan het slot van
dit artikel van de heer G. Ouds-
hoom een vergissing van de schrij
ver op te merken. Inderdaad bezit
de verzamelaar F, Lugt enige mooie
Pisanello-tekeningen Deze zijn ech
ter nog steeds in zijn bezit en bevin
den zich in zijn woonhuis in Parijs.
De prachtige tekeningen, die het
Museum Boymans bezit zijn afkom
stig van de beroemde voormalige
verzameling F. Koenigs. Da schrij
ver heeft dus twee verzamelingen
verward.
J. C. EBBINGE WTJBBEN
Directeur Museum Boymana
Bekeuringen en verkeers
veiligheid
Regelmatig publiceert het aan
tal .bekeuringen. dat de politie weer
eens heeft gemaakt Ik heb tegen
de publicatie van dit getal bezwaar,
wanneer men hiermee tot uitdruk
king wil brengen, hoe" krachtdadig
de toenemende verkeersonveiligheid
wel door de politie-autoriteiten
wordt aangepakt. De aard van de
bekeuringen en de groep <üe men
treft de gemakkelijkst te grijpen
i groep hebben slechts zeer weinig
-met de verkeersonveiligheid te ma*
1 ken, Mijn indruk is, dat de bekeu-
I ringen, voor het grootste gedeelte
de fietsers treffen, die procentueel
slechts een zeer gering aandeel in
de steeds toenemende verkeerson
veiligheid hebben. De controle vindt
bovendien plaats op soms zuiver for
mele fouten.
Ir. 3, ROL
Veiliger verkeer
De verwachting bestaat, dat het
aantal auto's, motoren, en bromfiet
sen in 1970 het dubbele zal zijn van
1955, Drastische maatregelen en var
ordeningen zullen nodig zijn om het
verkeer zo veilig mogelijk te maken.
Naar mijn opinie komen in aanmer
king: snelheidsbeperking, verbeurd
verklaring van voertuigen van be
stuurders „onder de invloed", de
verplichting geparkeerde auto's of
motoren aan de ketting te leggen
om dieven en joy-riders hun werk
onmogelijk te maken, zwaarder straf-
maal aan zijn hoofd zeuren hoe het *7 6 kan ik me toch niet bij de
nu verder met de plannen voor die ..k?n*n£ v®rto"enl," hü
zon besmeurde handen zien.
tunnels moest gaan.
Kijk, dan wuifde hij ze verstoord Ondertussen stond de kaning met
Maar moe-der zegt: Jip is
om ze-ven uur naar bed ge
gaan. Gewoon. Maar hij is
om twaalf uur be-ne-den ge
weest. Heel e-ven. Hè, Jip?
Ja, zegt Jip. Sn ik- heb een
ap-pel-bol ge-had. Enik heb
knal-Ien ge-hoord.
En Jan-ne-ke is ja-loers. Want
zij heeft ge-sla-pen. De he-le
nacht. En ze heeft geen-een
knal ge-hoord. Ik vind het ge
meen, zegt ze. Ik wil ook knal
len ho-ren.
Maar Jip's moe-der zegt: Ik
heb nog een ap-pel-bol voor je
be-waard, Jan-ne-ke. En wees
maar niet ver-drie-tig. Je zult
nog ge-noeg knal-len ho-ren in
je ie-ven.
BUI-TEN is het don-ker. En
erg koud. En het is diep in
de nacht. Jip ligt in bed. Hij
slaapt.
Maar dan in-eens; Boem,
boem, toet, toet! Boem! Wat is
dat? Jip wordtwak-ker. Hij
2it reeht-op in zijn bed-je. En
hij wordt erg bang. Want het
is zo'n la-waai. Ze schie-ten.
En hij hoort een boot in de ver
te. En nog een. En hij hoort
gil-len op straat. Wat is er
toch? Én dan op-eens weet Jip
het weer. Het is ou-de-jaar!
Be-ne-den zijn va-der en moe
der. En tan-te Truus. Die vie
ren ou-de-jaar. Hij hoort ze
la-chen.
Jip komt uit zijn bed. En hij
gaat zacht-jes de trap af. Hij
loopt door de gang. En hij doet
heel zacht de deur o-pen. De
deur van de huis-ka-mer. Kijk
daar staat va-der. Met een glas
in zijn hand. En moe-der ook.
En tan-te ook. Ze zien Jip niet.
Jip komt naar bin-nen.
En dan ziet va-der hem. Hij
zegt: Kijk daar nou. Wat doe
jij hier, rak-ker? En moe-der
geeft hem een kus. En ze zegt:
Ge-luk-kig nieuw-jaar, Jip.
Ik wil ook een glas met iets,
zegt Jip.
Jij krijgt een ap-pel-bol, 2egt
tan-te Truus. Kom maar gauw
op mijn schoot zit-ten. En je
mag e-ven luis-te-ren nuar de
ra-dio.
Jip is heel sla-pe-rig. Maar
hij vindt het zo fijn. Hij eet zijn
ap-pel-bol. Met klei-ne hap-jes.
En hij hoort mooi-e mu-ziek.
Nou ga ik met mijn au-to spe
len, zegt Jip. Maar va-der zegt:
Nee Jip, nou is het ge-noeg ge
weest. Nu breng ik je in bed.
Jip slaapt di-rect weer in.
En de vol-gen-de mor-gen
komt Jan-ne-ke.
Ge-luk-kig nieuw-jaar, zegt
ze.
Ge-luk-kig nieuw-jaar, zegt
Jip. Ik ben van-nacht op ge
weest.
Niet-waar, zegt Jan-ne-ke,
Ja, zegt Jip. Ik mocht op-
blij-ven tot twaalf uur.
Je jokt, zegt Jan-ne-ke.
Ik jok niet, zegt Jip.
Woorden en daden (2)
Het Is bij de behandeling \*an welk
vraagstuk ook onjuist af te gaan op
één facet (in dit geval alcoholge
halte in het bloed) met volledig ne
geren van andere verschijnselen
(reactievermogen). Hoewel over
tuigd van de noodzaak een vast»
richtlijn te bepalen, bij behandeling
van het probleem alcohol-snelver-
keer-onge vallen lijkt het mij, dat
juist nü, bij het bepalen van tegen
maatregelen, er door samenwerking
van praktische deskundigen op ver-
keers-, juridisch- en medisch gebied
succes behaald kan worden. Dit i»
mijns inziens de enige methode om
een bruikbaar systeem te scheppen.
H. M. VAN YES5EM.
Oost speelt, na volkomen verant
woord bied ver loop, 4 harten. Ziua
komt uit met sch. aas. Noord legt
sch. 4 bij om te laten zien dat er
doorgetrokken moet worden. Zuid
vervolgt dus met sch. heer en een
kleintje, waarop in Oost sch. vrouw,
maar in Noortf een troef valt.
Noord maakt nu snel kl. aas en
Zuid werpt in plaats van zijn laag
ste kaart de 7 af om te waarschu
wen. dat hier niets te halen valt.
N. stapt derhalve van de klaveren
af, kan niet met sch. of troef ko
men en probeert dus de overgeble
ven kleur. Hij legt een ruiten H, om
Zuid aan te geven, dat hij daar geen
kracht in heeft. Oost vermoedt, dat
Noord de heer heeft en „snijdt" op
de vrouw, maar Zuid legt prompt
de heer en de dame gaat er op ver
loren. Zuid probeert tenslotte nog
maals schoppen, maar O overtroeft
de ha. vr. van Noord en dan pas kan
Oost de schamele rest van de slagen
maken.
Door de juiste toepassing van het
signaalsysteem weten N—Z dus bij
hun tegenspel het initiatief te be
houden en elkaar de spelverdeling
aan te geven, waardoor alle m n-
gel'jkhcdc n benut kunnen
worden.
Zo gingen Oost-West volkomen
onverwacht 2 down. Hieruit blijkt
toch wel heel duidelijk het nut van
de signaalkaarten!
Hij moet kaóootjes brengen,
dat is het bees* z'n taak!
'k Wit my er niet in mengen.
maar 't is niet in den haak;
Hij heeft nog nooit zijn plicht
gedaan,
de nieuwjaarshaan, de nieutc-
jadrshaa n.
Hij heeft een zak kadootjes,
hij heeft een witte slee
vol suikergoed en nootjes
vat doet hy daar dan mee?
Hy heeft er nooit iets mee
ge daan,
de nieuwjaarshaan, de Tticuur-
iaarshaa».
Heb jij ooit in je leren
de n ie uin aars-haan gezten.
Waar is hy toch gebtet'en
in Engeland misschien?
En heus, hij moet toch wel
bestaan
de nieuw jaar shaon, de nieuw
jaars haait.
En ds 't één Januari is
dan zegt hy; Het is my te fris
Hy blijft in bed tot kwart voor
elf
en al het lekkers eet hv
Hij is te lui om op te staan
de nieuwjaarshaan, de nicuw-
Ik heb nooit iets gekregen
nooit iets, op nieuwjaarsdag.
Aan tt'i« heeft dat gelegen
Weet jü aan trie dat lag?
Hij is te LUI, daar lipt het aan,
de nieuwjaarshaan, de nicuuj-
jaarshaan.
ANNIE M. G. SCHMIDT