en en zucht maar niet sadistisch i ER IS WEER GRASBOTER wmrnÊÊ Noorwegen bereid tot inspectie ontwapening 'Tztc exTÏhet, Commandowisseling op „Groningen'" SPROETJE SPARKS .door FRANK GODWIN. wÊÊ^S': 'JmW AVONTUREN VAN KAPITEIN ROB Wïsm Walzertraum E heer Schermerhorn heeft in de Eerste Kamer als zijn mening V te termengegeven, dat de Nederlandse'cultuurgrond het best overheidsbezit zou kunnen zijn; en minister Mansholt sloot zich hierbij aan. Hij zei er echter bij, dat dit zijn particuliere opvatting was en in genen dele het uitgangspunt van het kabinet. Een aantal bladen heeft op de verklaring van de minister commentaren gegeven, die kant noch wal raken. De heer Mansholt. zou de boeren tot staatsambtenaren willen maken en het kolchosenstelsel in Nederland wensen in te voeren, en meer; van dit fraais. Natuurlijk komt zoiets bij tlë minister geen ogem blik op. Hij ziet de overheid niet als exploitant, maar slechts als verpach ter. Met. communisme heeft dat niets te maken. Grondbezit van overheids lichamen en verpachting van deze grond aan boeren is in Nederland sinds mensenheugenis een gewoon verschijnsel. Een rustige en onbevangen beoordeling van het. probleem wordt zeer bemoeilijkt door de last der principes, die er. op. drukt. Niet waar, de socialisten willen de staat tot bezitter van alle produktiemiddelen maken, en de met-socialistische partijen rijn voorstander. van het zogeheten par- ticuiierinitiatief. De, waarheid is, dat de doordringing van staat en (particuliere) maatschappij beide 'principes vergaand heeft achterhaald. Men moet.de dingen praktisch bekijken. De boeren dringen luide aan op overheidssteun. De overheid wil wel iets doen, maar stelt tot eis een doelmatige bedrijfsuitoefening. Hoe kan die doelmatige bedrijfsuitoefening het best worden gegarandeerd? De beren'Schennerhom en Mansholt geloven, dat overheidsbezit van de grond met uitgifte van boerderijen in erfpacht degunstigste resultaten zou geven.i V '"ET loont wel de moeite, op de zaak wat dieper in te gaan. Voorop kan worden gesteld, dat een voorstel tot overneming van alle ^cultuurgrond door de staat binnen afzienbare tijd niet te wachten is. Dit feit maakt het mogelijk, het punt vrij van emoties te benaderen. Men moet er zicb dan, om te beginnen, rekenschap van geven, dat de volledige werkgelegenheid en vooruitgang van de wetenschap de landbouw .ten zeerste, beroeren. Met het overschot van werkkracht én 1 op het platteland, dat altijd een van de bestaansvoorwaarden voor het boerenbedrijf is geweest* is bet afgelopen, zoals het afgelopen is met de 1 boer, die met de nieuwe vindingen geen rekening houdt. Rationalisatie en mechanisatie zijn strikt nodig om het minder personeel toe te kunnen en in staat te rijn te concurreren. Het personeel, dat er is,, moet aanmerkelijk beter betaald worden dan voorheen. Het is .een ont wikkeling, die hoge-eisen stelt aan een vanouds zo door tradities beheerst bedrijf als dat van de „geruste landman". De landman wordt dan ook ongerust en vraagt de overheid, - hem als onmisbare figuur in de volks huishouding een bestaan te verzekeren. En in beginsel staat de overheid daar niet afwijzend tegenover. Eenvoudig is dc zaak intussen, niet. Bijstand van de overheid kan slechts tot einddoel hebben het verkrijgen van een situatie, die hulp overbodig maakt. Ex is veel slechte grond, die verbeterd kan. worden, er is veel versnipperd grondbezit cn ex zijn veel kleine bedrijven, die met de beste wilniet rendabel vallen te maken. De regering heeft wel'een program en voert dat ook zo goed mogelijk uït. Maar haar macht is toch begrensd. Zij kan nieuwe versnippering en nieuwe verwaarlozing niet voor komen. Zy kan de pachten begrenzen, maar geen sluitend pachtstelsel invoeren, dat over dé hele linie, rekening-houdt mei ligging en waarde van de gronden. LAAT men zich duidelijk voor ogen stellen, dat de boer, die koning is op zijn eigen grond, een begrip is van het verleden. Een koning is zelf overheid en.heeft de andere overheid er niet bij nodig. En dan ie het de vraag of degene, die op een kavel goede en gunstig gelegen erfpachtgrond in de Noordoostpolder het bedrijf uitoefent, niet veel vrijer is dan zeer velen, die een moeizaam bestaan voeren op een te kleine of te onvruchtbare of te slecht gelegen eigen plaats. De Tedenering van de heer Mansholt (als particulier) is zonder twijfel deze,-dat bij staatsbezit van de grond bij voortduring een toestand kan worden verkregen met voor de boeren de voortreffelijkste verkaveling en afwatering, de bests toestand van de grond, de billijkste,pachtwaarde en derhalve de beste concurrentievoorwaarden. Het is niet zozeer onze bedoeling deze oplossing, te propageren, als wel om aan'te tonen, dat er geen reden is, in hevige mate de staf te breken over. .wat de heren Mansholt en Schermerhora hebben verklaard. En voor ons staat wel vast dat ook, wanneer niet geschiedt wat zij eigenlijk bet meest gewenst zouden achten, toch op de duur een toestand zal ontstaan die de grondeigendom meer tot een burgerrechtelijk begrip dan tot een stuk zinvolle economische werkelijkheid maakt. De boer zal een dienaar der gemeenschap zijn of niet zijn: als elke ondernemer in een sociale maatschappij. EN „capitaliata" is in het Saragossa, mannen SpftaTjs geen kapitalist zoals soms in lichte maar. u misschien zandt denken, meestal in geklede Het is een zestien-, zeven- pakken en. ook tienjarige jongen, die ikin vrouwen van wie de arena van Sarragossazag.Rijwas de zwarte haren in op het hoogtepunt van het- gevecht de zon glansden, tussen de torero en de stier over de Hun gezichten wa- öalimrade gesprongen, fiy leidde de ren even interm aan dacht ran de stier a 1, die plot- It™t a de beW - seling de torero in de steek liet en fi£Ln vtn de op hem af kwam. Maar de jongen torero ontweek hem mat de natuurlijke be- n enBniaB,rt hendigheid van de stierenvechter. v,Pt hart nfet Weer kwam de stier terug en nog o£ Je tong maa^oo eens en nog eens. Maar steeds was het eezicht ln de de jongen eenjraktie van een se- ?eichtenwe£?nie conde sneller. De rode doek van de torero maakte aan het spel een ein- w ^2" de en ander het enthousiaste applaus £r~ 2 g ran de tienduizenden toeschouwers ren °p" klom hij terug. wekte: het ontzag De kleine jangen bewees beter ^oor de kracht van dan de torero en de picadores, meer e b™er, da vrees dan de tientallen aanplakbiljetten lG,ven van over het „fiesta nacional" wat de de torero, de span- stierengevechten voor Spanje be- ning j J .een -ge" tekenen. Het is een sport maar een ^aagde beweging, heilige sport, een ritueel, dat zich ge?.n vre"Sde handhaaft ondanks de felle kritiek, S™ "e ?yn vaj\ het ook van. Spanjaarden, ondanks de w0£d* er; schandalen,, die onder stierenvech- ^'UnU nl I2S«S ters even „veelvuldig voorkomen als JSJ *„5£nJ2? 1" onder boksers en Zesdaagse-renners. SSiJ JSSJmüï Het js een primitieve sport, bar- baars misschien ofschoon niet bar- door de,stiyd zelf. baarser dan de Tour de France of Maar, geen, tyd meer voor be de autorennen van Le Mans— maar schouwingen De grote deuren gaan open. De entrada, de intocht begint. Daar staan re, de matadoren In hun goudgeborduurde costuunu, even voordat bet gevecht begint,- zekere hoogte ook Het ?Shl!2rml v?? Meuren waar ik net zo in opga als de Span eerlijk, omdat het Ff jaarder? Saasfm™ niet zelden gebeurt, in hu" - - ziet kans ècn van de picadores tegen de omheining te krijgen. Ik zie de spanning op de gezichten der toe schouwers. Maar de: man weet'zich. te bevrijden. Tot vijfmaal toe ver- dwijnt de lans in de nek van de stier.1- - -• Mijn afkeer begint het nu van mijn ontzag te winnen. Het zijn oude paarden, die anders naar het abat toir zouden zijn gegaan, goed; Hemingway zegt in „Death in the afternoon", dat-de paarden de pijn niet voelen: misschien. Maar het blijft een ongelijke strijd, waarin de mens het paard opoffert. Ik heb het gevoel, dat ook de Spanjaarden dit het minst interessante deel van de corrida vinden. De banderilleros komen binnen met hun pijlen. Het maakt van het standpunt van de stier weinig uit. maar het is eerlijker, gedurfder. Zij dansen als een wesp om het kolos sale lichaam van de stier heen en steken de pijlen paarsgewijs in de schouders. Geen-enkel moment zijn hun bewegingen gespannen, hun lichaam heeft de soepelheid van een danser. De slotacte begint. De torero met zijn rode schoudermantel, waaronder zich het zwaard verbergt, komt bin nen. Hij toont zijn hele arsenaal van passen en bewegingen, die ieder hun eigen naam hebben, in een steeds sneller tempo. Het publiek is vol komen. in de ban van het gevecht. Het applaudisseert, het schreeuwt, het scheldt. Weer bekruipt mij ondanks de spanning een afkeer. Men heeft me delijden' met de stier want uitzonde ringen daargelaten staat de afloop van het gevecht vast. Het staat ook nu vast.. Het „uur der waarheid" heeft geslagen. De stier stopt, sid dert. zakt door de knieën en sterft De torero groet het publiek. Hoeden worden in de arena geworpen. De mensen applaudisseren. Plotseling zie ik aan dé overzijde een groep mannen heftig protesteren. ïn hun zwierige mantels, de mata- ^n^T'Vnmpn 'dl' mr-srinre<; binnen Zij worden overstemd "door teg"en- dat de stier het wint! op hun paarden, half geblinddoekt 'JffS£.,^aan ergen? anders Eu het is zeker niet tuum.s. de Mndariüeros, de knechtte en t harn»s de mannen en vrouwen op om oe torero sadistisch zoals at te KV»" tfi» s|raks het buik. Hun lansen, die zij in de nek get ^heldwooroen te overladen, ijverige dierenbe- !',C™ïn van de stier 2uUe" wes' van de slier moeten boren, glinsteren Hun protesten, sterven im de donde- schermers wel eens slepen- in de zon. Geprikkeld doordat hij de rendé. toejuichingen van de anderen, beweren. Het gaat er niet om de Het is een schoon schouwspel, her- voor. hem dansende mens niét heeft Spanjaarden zijn het nooit eens. stier te doden, maar om het te doen ionerend aan de Romeinse gladia- kunnen pakken, valt de stier onraid- niet over de politiek en niet over met de bekwaamheid, de gratie en torengevechten en de Middeleeuwse del!ijk aan. Men hoort de klap van het stierengevecht, de zelfbeheersing van een artiest en toernooien. Als ik de volgende dag de horens tegen het harnas. Het W overeenstemming met de tradi- toevallig een Spaanse krant in mijn paard valt om. Dc berijder weet zich tionele „geheiligde" regels; handen heb, zie ik een uitvoerige re- in veiligheid te stellen maar het Ik zat op een plaats „Sol", één censie. van de intocht. Want een paard wordt op de horens genomen. (Advertentie IM.) van de goedkope plaatsen want hoe Spaanse krant, die zichzelf respec- meer men de zon inhet gezicht- teert, heeft aparte recensenten voor heeft, hoe goedkoper de-plaats. Naast de entrada Jn dienst. mij. zat de arbeidersbevolking van De president werpt de sleutel naar beneden. Het wordt stil in de arena. Teder houdt de.adem in. Het binnen- 1 komen van de stier is één van de schoonste ogenblikken. De poort i wordt geopend. Snuivend komt de 1 stier naar buiten. Hij blijft even 'staan, geslagen door het zonlicht. Donker, dreigend, een toonbeeld van oerkracht. Ik hoor naast mij deskundige op merkingen maken over. de bouw, de ouderdom en de kracht van de stier maar ik heb geen tijd om te luiste ren. Plotseling heeft de stier een van de achtergebleven mannen In het oog gekregen en,hij stormt erop af. Ik. heb nooit geweten, dat een stier zo hard kan lopen. De man laat de stier op zich afko men maar hij gaat hem uit-de weg voordat hij bij hem - is. Het gaat erom zijp strijdmethoden eh zijn ge woonten te leren kennen. Wapens komen er niet aan te pas. Het is een open strijd tussen- de listige behen digheid van de mens en-de massieve kracht van de stier, een schouwspel Het gevecht gaat door. De stier Een van <Je Jdelnste maar Karakteris tieke arena's voor stierengevechten vindt men in d« omgeving van Ma drid. Kond de arena staan huizen, die normaal worden bewoond. OSLO Ken woordvoerder van het Noorse ministerie van buiten landse zaken heeft dinsdag .naai aanleiding van het voorstel vooi opneming vandelen van Noors gebied in een 'zone van-: inspectie der ontwapening in Europa ver klaard, dat zijn regering in beginsel, bereid is haar medewerking te ver lenen. De regering gaat er van uit, dat zij later de gelegenheid zal hebben de bijzonderheden van de betrokken1 regeling te bestuderen. AMSTERDAM. Kapitein-luite nant ter zee A. M. Niessink, comman- d.ant van de onderzeebootjager ,,Gro- ningen", die op 29 mei zwaar bescha digd werd bij een aanvaring op de Noordzee met een vissersboot, is eer vol van dit commando ontheven. Hij krijgt het bevel over de kruiser „De Ruyter", die in Den Helder ligt en voorlopig niet op het vaarprogramxna van de marine is opgenomen. De commandant vpn de „De Ruyter'', kapitein-luitenant ter zee. J. Smith is met het bevel over de „Groningen" belast Deze commandowisseling houdt verband met het feit, dat de marineraad een onderzoek moet in stellen naar de aanvaring en de heer Niessink derhalve als hoogste daarbij betrokken officier beschikbaar moet blijven. L/ÉPOrUESZlJflAf- 6ÊRIGHT Ofl LANGZAAM r£L0Ptn NATUURLIJK hopivooruit!: HOPÜOtDAn HOP Maar dezêi5>tc tRii lETbner Kijk Dit KLEinfc COWBOY tznb JA ZtCi'PlEVLtK UJKT ÊCrtTOPEEÏIrfö" PONY TTEN lOCT 3025- Op hun verdere tocht zien Eddy en Rob steeds meer condors, maar er is er niet één, die nc«r dan gewone belangstelling heeft voor de twe« bergbridimmers. Maar de ingang tot de frot van Lupardi vinden zij ook niet. Wat nu? 'er«figaaii? „We gaan de krater onderzoeken.' stelt Eddy \'oor, „misschien, komen we daar meer te weten." Zij bestijgen de steile helling, Eddy con stateert dat deze 'vulkaan «1 heel oud moet zijn, maar hij is nog. allerminst uitgeblust. Voortdu rend stoot de krater dikke rookwolken uit. Een paar honderd meter van de top begint de sneeuwgrens en wanneer zij daar zijn aangeland* zien zij opeens een vogel bijna loodrecht uit de krater schiet een condor! Even later volgt een. tweede en dan nog een derde. Dat.moeten bepaald kunstvogels zijn, want op. deze grote hoogte ko men de condors nooit. TA/ IE naar Wenen -gaat en dcope- rette verzuimt, is het jongetje dat in de dierentuin is geweest en geen leeuwen heeft gezien. Ik koos Ein Walzertraum'' ran Oscar Straus, als prototype zoet genoeg om het hele verschijnsel overtuigend gestaitc te geven. In de eivolle Volksoper zat ik nog geen minuut in het programma te bladeren, of mijn journalisten' veine .kwam binnen in de (kleine) gedaante van. Hans Moser. Vergeefs had ik naar zijn naam gezocht in de schouwburgprogramma's, Jnaar om dat gemis te vergoedenkreeg i?c nu een soort privêuoorstelling. Het lieve lot wilde namelijk dat hij met zijn vrouw, een schoonheid in ruste, .vlak voor me kwam te zitten. Op weg naai zijn plaats, .moest hij eerst spitsroeden lopen door zijn roem, want de hele zaal wuifde en lachte hem toe, een hulde die hij glimlachend, maar toch Cór'Ruyse- rig gechoqueerd beantwoordde met schichtige wuifgebaren van zijn wat te korte armpjes. Schuin voor me gezeten, begon hij zachtjes te pra ten tegen zijn vrouw op een aan doenlijke, vertedering wekkende manier,Zijn ogen keken treurig, maar verder raas alles aan hem van zelfsprekend komisch het vreem de optrekken van de neusvleugel, het gesticuleren met de kleine, sme kende dirigentenhandjes en vooral de wonderbaarlijke knarsstern waar. mee het vreemd was hem hu dood gewone tekst te horen zeggen, als: ,,'t Tocht hier een beetje. Vin-jij dat 't tocht?" „Nee, ik vind niet dat 't tocht", zei de vrouto. i „Nou, tk vind toch wel dat t 'tocht, 'n Beetje..." Geen Oscar Wilde conversatie, u .merkt het. Maar stem en mimiek i waren zo onweerstaanbaardat ik 'mijn lachen nauwelijks houden kon. Moser zal wel, net als de meeste komieken, in het dagelijks teven een doodgewone man zijn, die aan grappen en grollen allerminst be hoefte heeft, maar zijn grote repu tatie is er de oorzaak vandat men hem duizend en een anekdotes toe schrijft. Er wordtbijvoorbeeld ver teld dat hij, na een als een bak steen gevallen - drama in het Burg theater, de onthutste auteur tracht te te troosten met de volgende woorden: „Ach, 't is eigenlyfc u?ei een goed stuk. Maar 't leent zich niet voor een première." Over premières gesproken Ein Walzertraum" ging al voor het eerst in 1907. Bekwame handen heb ben de operette opnieuw bewerkt. Tijdens de ouverture, die de zaal ai aan het deinen brengt, wordt bij voorbeeld een kleurenfilm van Schönbrunn geprojecteerd, eerst op een filmdoek en vervolgens op gaas, waar de levende personen, die daarachter gereed staan, dus al 'een beetje doornéênschijnen. Operettes lijden, mat mij betreft, bijna, zonder uitzondering aan een onverteerbaar stagroomverhaaltje, maar Weners verstaan inderdaad de kunst het zo kleurig, feestelijk en champagne- zwierig aan je voor te toveren.dat de lauwe limonadesmaak achterwe ge blyft. Naast me zitten twee Amerikaan se jonge7is, een kleine zwarte, die duidelijk geniet en een lange, kaal geschoren figuurdie gebukt gaat onder het feit dat hij het parlando niet volgen kan „Waar hebben ze 't nou over?" fluistert hij telkens. Zijn makker, die enig Duits in huis heeft, brengt hem dan zo com pact mogelijk op de hoogte: ,.De prinsgemaal iser vandoor gegaan, see? In de eerste huwelijks nacht, see „Why?" ti-raagt de kale verbaasd. He don't likes it", zegt de ander. En hij kijkt weergretig naar het, door tientallen figuranten en een compleet ballet, volgedanst toneel. De lange haalt onbevredigd zijn schouders op en zakt een beetje mokkend onderuit in zijn stoelEn verder vlindert de Walzertraum, Het draaitoneel heeft ons, bij open döeJc, de vertrekken van prinses Helene binnengereden en de beeld schone Renate Holm begint, met het champagneglas in de handaan een beroemde aria. De enige mede deling, die het lied behelst %s, dat zij „ein Schioipsel" verlangt, maar 'e zingt het coloratuur. ,JSchwihihïhi, hihihihi..,." En zovoort, tot cle slotuithaal, die moeiteloos uit haar technisch ineesterstukje, ten hemel stijgt. Ter wijl de zaal een geestdriftig open doekje klapt, vraagt mijn buurman aan zijn vriend: „Wat wou ze?" „She wants a drink", snauwt de ander ongeduldig.. Waarop de lange alleen maar zegt: „So do 2." KRONKEL. feest voor z'n verjaardag. Pau line's zoon, Paul, die een gewond been heeft, komt en Millamants Cedric, die mode-ontwerper is. Ik geloof niet, dat u Cedric zult mo gen. En dan m'n zuster Desdemona, die op het ogenblik vrij is, maar een rol hoopt te krijgen in een nieuw stuk in Crescent. M'n andere schoonzuster, Jenetta, komt. ook, ik hoop met haar; dochter, Fenellau Haar man, m'n oudste broer Clau de, is kolonel by de bezettingstroe pen en is nog niet thuis gekomen". „Een boel mensen," zei Katti. „Leuk voor u". „Er zullen natuurlijk een hoop ruzies 2ijn", antwoordde Thomas. „Als je twee of drie Ancreds bij elkaar brengt, kun je er zeker van 4 „kom met me mee. Ik heb een soort monster binnen". Thomas het zyn lange wijsvinger .Blijft hij eten?" in een rechte hoek van zijn hoofd ,jk heb 't hem nog-niet gevraagd, afstaan, fronste ontzettend en blies maar 't zal wel. We moeten dus zijn wangen op. Zijn ogen glinster- n Van Rory's blikjes openmaken", den. Tegen haar wil in, moest Troy „Moet je niet naar die knaap er het gezicht van een. lelijk kind terug?" in herkennen. Ze lachte kort. Tho- ..icuwit.fi T,„ --- r=•-%,■>- mas wreef zich in de handen. „Als f. F1*/.: Jk berj zun dat ze elkaar gaan beledigen, ik u-zou vertellen." zei hij, „wat Jang yan hem Hij heeft me over- Daarom kom ik zo goed van pas. dat kleine meisje allemaal doet zou iï&hnd'JÏLÏS P ben ongev°^ige Ze pra^Q u verbaasd ziirL Een cactus bil- aUemaal afstotend heeft voorgesteld tegen my over elkaar. En over So- voorbeeld in het bed vmi Sonia! en eerwacht daarna niets meer of nia, zoals u zult begrijpen. We zul- Oneelukkigerwiize is ze-Papa's lie- dan dat ik kennis mat ze len, allemaal over Sonia praten. We veling, waardoor controle vrijwel i0??-1". .en -^En het verraderlijke is, hadden gehoopt uw portret van papa onmogelijk is geworden En men f»; dat zyn verhaateen afschu- by die gelegenheid te onthullen, moet haar in boosheid natuurlijk HrtShlSï^«SS" vSP zei JU. terwijl hij Troy peinzend aan- nooit slaan. want. dat 2ou niet de Rrïri* »Daar het feest eigenlyk juiste psychologische aanpak van om begonnen". Milly, die Voortdurend Om Niets juiste psychologische aanpak van Troy mompelde iets onverstaan- lars. „Papa heeft zich vorige week hebben we Pauline, myn IT" ïï;»4»™ Z"rapa nce" wen vorige ween oudere zuster: zij is het gewichtige dan Papa, meer dan levensgroot, die enorm geamuseerd met het opzoe- zichzelf znn eicen oortret wil ep.vpn. rr->« ,.l5an type, sTiïp die .voortdurend om niets lacht en ?"V3. 6 datsoen. Jey heeft het voor ons gemaakt. Het- het huishouden voor Papa verzorgt «enM... js rood. donker, maar helder, met sinds haar man, mijn oudste broer. «Jo wilt me toen niet verteHen, een rookkleunge cape. We hebben op Henry Irving, stierf." dat je het hebt aangenomen?" Ancreton een miniatuur-theater, Henry Irving!" barstte Troy uit, »Jk "iet Lieve help, nee» ik zou weet u. Ik heb het originele achter- t er wijl ze dacht: „Hij is beslist wei krankzinnig zyn. Maar houd doek van eenvan de scènes mee- gek;" een oogje op me, Katti", zei Troy. genomen en. het er opgehangen. Het .Henry Irving Ancred, natuurlijk. Thomas accepteerde de utfnodi- is werkelijk toevallig, nietwaar". Papa was een groot bewonderaar 0Iu te blijven eten en zei, dat ging Thomas onschuldig door, „dat van Irving en hij beschouwt zichzelf hU verrukt was. over zijn deel van u de ontwerpen voor die opvoering als diens geestelijke erfgenaam en -de NieuwZeelandse rivierkreeft uit hebt gemaakt. U herinnert zich na- daarom noemde hij Hal naar hem. En bllk- tuurlijk wat ik bedoel. Het is heel dan hebben we Sonia. Sonia is Pa- „"We hebben vrienden in -Nieuw- eenvoudig. Een fors, verwrongen al- pa's vriendin". Thomag. schraapte Zeeland en ook in Amerika", zei houet van een kasteel.; Hij kleedde zyn keel. „Het is een nogal Bijbelse hij, „maar helaas heeft vis in blik 2Jpb aan ejt Eiug er voor staan, op, situatie. Herinnert u zich David en een noodlottige invloed op Papa's rijn zwaard steunend, met gebogen Abishag, de Shunnamiet? Ze hebben darmontsteking. Als we het op tafel hoofd, alsof hij ergens naar liuster- aUemaai de pé aan Sonia. Ik moet hebben, kan hij er niet afblijven en ^e." zeggen, dat ze een bijzonder slecht daarom krijgen we het.niet van Mil- Troy herinnerde het zich goed, Het actrice is. Verveel ik u?" ly. De volgende keer, dat ik naar was vreemd, dat hij deze sithffj® Troy, hoewel niet verveeld, had er Ancreton ga, krijg ik een paar blik- opgeroepen had; want AReyp hieia weinig zin in dat. toe te geven. Ze jes van haar om mee te nemen naar ervaQ om haar te vertellen hoe,een mompelde: .JHelemaal niet" en man flat". agent in de nachtdienst, eens Shake- bood Thomas een borrel aan. Hij „WoontVu'dan niet op Ancreton?" speare geciteerd had op een vroege, antwoordde: „Ja, graag, als u ge- vroeg Troy. stormachtige ochtend. Thomas, die noeg hebt". Ze ging de kamer uit „Dat kan toch niet met m'n baan de woorden sprak met het, besef dat om de drank te halen en hoopte inin Londen? Ik ga er- soms het week- eeu acteur heeft voor de waarde er- de tussentijd haar reacties op haar eind heen om ze allemaal, degele- van, leek een echo van haar »sn en bezoeker duidelijk te omlijnen. Ze genheid te geven me hun. vertrouwen haar gedachten werden overstroomd gevenr..^ -- vond Katti Böstock in de eetkamer, te schenken. Papa vindt het fijn als door herinneringen aan zyn stem. ,ln hemelsnaam, Katt", zei Troy, we komen. Hij geeft een vrij groot (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1957 | | pagina 1