ONTMOEDIGEND DEBAT al LUYCKS Bronnen door frank godwin: Gedocumenteerde waanzinin Bouw Afmetingen zeepbakjes doen ook terzake .VONTUREN VAN KAPITEIN ROB |n M'ijfrwadding Franse generaal uit Marokko SPROETJE SPAR T- Speelse Speurtocht 2 Zaterdag 29 maart 195Fi H..H&T6Pi)Tfit.HfcT WOORD OnTVltlflfc Ais Pappa ZL&T dathlt inOROti6&tmuvAn rlARTfc WtlrtOM V^J Dat ib BtTfcR MieTAL^rnrtiti l HtLAOri&Ènjuf- lfnouw PAtry. Pappa! Kom HitP ttri VtROOR. OitlDt WtRKtrt? '3270. Scherp houden de drie.vrienden het'na derende schip in de gaten. „Het-is een visserman", zegt Hank ,.én èls-ié hiel uitkijkt, loopt-ie straks: te .pletter op die rotsen." Maar dat gebeurt niet. De „Golondrina" zwenkt precies tussen de klip-, pen door. „Dan moet cr. iemand aan boord zijn, die hier meer is geweest", merkt Rob .op. Asn U <ie keus op welke wijze U Motenaar's Kindermeel wilt klaar maken ^ÊÊÊÊÊÊÊÊBR wilt klaar maken r ZELF KOKEN (liet Moleni»r'j Kinder meel in de «an ouds be kende verpakking). Pe oude. beproerdc me thode. De pap wordt in een pannetje aangemaakt en door U zelf gaar ge kookt. BORDKLAAR (het Molenaar'» Kinder meel pak rret de rode band) Het meel wordt recht streek! utc het pak <n de melk op het bord ge- atrooid en met een vork opgeklopt. Het kinder meel werd reeds in de fabriek gaar gekookt. De doknr «ft; &>rstvceólng, en daarna. M..ntTSPi)tnt.HET woord ontvifcL rrt Ais Pappa itus dathö inORDt ib&tnr wvA.n rtARTtwtinon Dat js BtrtR MierALSiKmtT L HtLnonBtn.juf. ii-nouwPATry. Pappa! Kom Hits? ttri VEROOR PEtLDtwtRKÊn? (Advertentie LM.) SINDS A 60 JAAR ONMISKENBAAR AAN DE TOP WiE het verslag van liet Boiidsilagdébatleesl oyer de kwestie dei uitrusting van de Duitse troepen met kernwapens, krijgt geen prettig gevoel,. Dit is minder het gevolg van het weinig vrolijk karakter van het punt zeil dan van de wijze, waarop de meningen tot uiting zijn gebracht. Het was een' hooggaand maar wel allerminst een hoogstaand debat. Het bewijs is geleverd té Bonn, dat er geen commu nisten en nationaaj.socialisten voor nodig zijnom het. Duitse parlement tol een soort pandemonium te maken. K'wam het omdat'de debatten werden uitgezonden? Het! is moeilijk: te zeggen: doch indien, het zo is. dan heeft deze vorm van democratie, waarschijnlijk over haardoel heengcschoten. De kranten zijn haast-unaniem in hun oordeelt de indruk van het dchal in het land was slecht l Meer en meer blijkt op betreurenswaardige wijze, hoezeer de kernwapens dienen als middel tot hét bedrijven van de grofste; demagogie. Aan deze demagogie is. het Bondsdagdebat zeer rijk geweest. Het is -óverigens vol strekt niet zo, dat alleen de sociaal-democratische oppositie zich er aan heeft bezondigd. Ook van: de kant der regeringspartij was af en toe het geschut, dat werd aangevoerd, mfeer dan grof. Het ontmoedigende en ge vaarlijke in dit geval was, dat zo de schijn werd gewekt van de aanwezig heid van onoverbrugbare en absolute tegenstellingen: van het bestaan van slechte mensen, die van de kernwapens houden, en van goede mensen, die er niets van willen weten, In werkelijkheid zijn de opvattingen natuurlijk veel meèr.genuanceerd; ook. bij de Duitse sociaal-democraten., die zich zulke felle tegenstanders van de atoom-bewapening, hebben betoond. De achtergrond van dit debat •was ook niet de morele geoorloofdheid van de uitrusting met kernwapens, de achtergrond was de opportuniteit van deze vorm van bewapening in verband met de zozeer gewenste Duitse hereniging. Het was geen prin cipieel debat van internationale strekking en allure, bet was een Duits debat, en dan één van het slechtste allooi. MISSCHIEN zijn er wel Duitse sociaal-democraten, die met Bertrand Russell op het standpunt staan, dat de (eenzijdige) afschaffing van kernwapens een* noodzakelijk ding is, ook al zal een Rus sische bezetting er het gevolg van zijn. Maar stellig is hun aantal gering. Het is niet goed mogelijk om geestdriftig le zijn voor de bevrijding van Oost-Duitsland en tegelijkertijd bereid te zijn, een onderdrukking op veel groter schaal te aanvaarden. We! is er heen kleine groep onder de Duitse socialisten, die op' gods dienstige gronden de kernwapens verwerpt; op de wijze zoals in ons land dr. Berkhof dal heeft gedaan. Heincmann heeft gepoogd zo'n standpunt te formuleren, maar hij was gehandicapt door. vroegere uitlatingen die blijk gaven, dat hij de Duitse bewapening van welke aard ook afwees, omdat Amerika en Engeland in geval van nood de bondsrepubliek toch niet in de. 6leek zouden laten. Zuiverder werd deze groep dan ook vertegenwoor digd door Luise Wessel, deze felle roomskatbolieke vrouw uit het Roer gebied, die Adenauer toebeet, dat hij meer vertrouwen stelde in de kern wapens dan m God. Het was meer een gemoedsonllading dan een treffend argument, cn bet was in elk geval een slecht staak van parlementaire stijl. De christen-democraten verlieten op dat ogenblik demonstratief de zaal. In de felheid der discussie kregen de standpunten niet hun juiste waarde en proporties^ Men kan echter aannemen, dat de sociaal-democraat Erler wel, het meerderheidsstandpunt van zijn fractie heeft weergegeven, toen hij de bewapening met kernwapens afwees op grond van het feit, dat er buiten Duitsland, genoeg bases zijn, en een scherpere verhouding met Rusland de laatste hoop op een hereniging van de beide Duitse repubjieken de bodem moest inslaan. DE aandacht,mag worden gevestigd op het ontbreken van een prin cipiële grondslag aan deze mening. Dit, feit is in overeenstemming met alles wat tót dusver is geschied: de Duitse socialisten hebben de herbewapening zoveel mogelijk tegengewerkt, maar niet omdat ze ér in beginsel tegen waren. De bezwaren warenaltijd van tactisch- politieke aard- Het lijkt van belang, hierop duidelijk de aandacht te vestigen. Verscherpt werden de tegenstellingen intussen door een onvermogen, zich'neer te leggen bij de" parlementaire spelregels. Dit is én blijft voor lopig de zwakste kant van de nieuwe Duitse democratie. De fout ligt daarbij volstrekt niet uitsluitend bij de socialisten, die hun taak als loyale oppositie nog onvoldoende begrijpen. De fout ligt niet minder ook bij de regering en de regeringspartijen, die;.veel te weinig afstand hebben ge nomen van gewoonten cn gedragingen uit de tijd der grote en kleine despoten en potentaten. Wie het niet gelooft, neme tnaar eens de moeite een verslag van het debat over de uitrusting met kernwapens op te vragen. De kracht van het argument van Erler lijkt ods twijfelachtig. Er is reden genoeg om niet veel té verwachten van een tactiek, daarin bestaande, de Russische machthebbers zoveel mogelijk te ontzien. Dit zakelijke meningsverschil heeft niejtenjm geleid tot' een zeer sterke opzweping der. publieke opinie. Het lijkt haast te zullen komen tot een breuk der nationale solidariteit. Oilenhauer spreekt openlijk van een politieke staking. Maar wij zien deze staking nog niet. Het Duitse vakverbond is geen verlengstuk van de sociaal-democratische partij. De stortn zal wel weer wat luwen verwachten wij. Maar indien het stiller wordt, dan is bet de hoogste tijd voor intern beraad yan regering en oppositie, teneinde de wederzijdse grenzen ietwat beter te leren onderscheiden.- Advertentie l.M.) Zo heet dit toelichtend en gerust stellend Doktersboek.dal gratis is ingesloten bij een Babyderm Set.woarin alles voor vorstelijke verzorging van Boby's tere huidje. i. lieden, maar zeker ook particuliere Oe „-papierwinkel ran de boute- ilin^en ver wil ten kurmen wor- i-oom-kri/fc» mankt, «at de pcfimm- deil gemaakt: „Neem bijvoorbeeld riratierernorhemdinp van een hink t-iet tarieven bureau voor het vast- moningeii ais op déze foto, ongeveer stenen "van brandpvemies. Men 'anderhalf jaar duurtDe houw zelf schijnt daar nog steeds!niet tc be- ■hitirt vaak weinig lancwr dan het ne'.fcn, dat er nieuwe, brandveiligs Cfcn (too- de r-jsffhii papier hr rg var (Advertentie LM.) GEHOORD- OP EEN MEDISCH CONGRES „Waarom zou die praktijk van tandarts Spoelmans opeens zo geweldig lopen„Ook een vraagKijk maar eens welk tijdschrift hij in zijn wachtkamer heeft liggen f' (Zó boeiend is nu PANORAMA (Van een onzer verslaggevers) Tussen het idee. om ergens een complex woningen neer ie zct:r»> cn het in dc grond slaan van de eerste paai, liggen dc VOOR SCHRIFTEN. Er zijn ontzettend veel voorschriften. Z(j verschillen van rtorp (oi dorp, van stad tot stad. Hier moet ecu toilet zó breed zijn. daar weer iets breder: dezelfde balk Is in dc ene stad wel, in dc an dere plaats beslist niet vrilig. Dc gen:eendelijke bouwvoorschriften zij» een onoverzichtelijke chaos. Tijdens ren in 1651 in het Bouwcentrum te Rotterdam gehouden expositie werd deze chaos tenlocvigca.etd. Men sj"*ak toen van de gedocumenteer de waanzin. Sinds 1951 is er niets veranderd. Wel wordt cr al simK 1919 aan een stroomlijning van de voorschriften gewerkt. Ook voor dc oorlog bestonden c-i allerlei regelingen, waarmee bou wers te maken hadden. De gemeen telijke overheden wilden de zeker heid, dat dc binnen hun grenzen gebouwde woningen solide waren. Dat is logisch. Even logisch als hel feit. da» er na de oorlog reeksen voorschriften bekwamen. Er was immers woningnood. Er was ook ge brek aan materialen en arbeids krachten. De rij kso verheid moest o? vee! groter schaal dan vroeger sub- siaJèieu. Fr kwamen regels waaraan nieuw bouw moest voldoen, om te wor th" u gesubsidieerd. Om dc vele dui zenden planner, aan de voorschrif ten te toetsen, werd het ambtena renapparaat uitgebouwd. Deze gang van zaken werd volgens velen het begin van een ontwikkeling, waar door de papierbergen steeds hoger worden. Op het ogenblik is zij al niet meer te overzien. Tussen bou- v. ci's en overheid kwam een scherm, waardoor beide partijen elkaar niet meer konden zien. Laten wij eerst de gemeentelijke bouwvoorschriften bezien. Deze val len uiteen in twee groepen: eisen, het woongerief betreffende en bouw technische voorschriften. In Neder land zijn de gemeenten autonoom. Zij maken, zelf uit, aan welke eisen woningen binnen hun grenzen moe ten voldoen.. Bij de woóngeriefseisen is dat niet zo vreemd: Friesland heef» met een gemiddelde gezins grootte van 3,8 personen woningen van een ander type nodig dan bij voorbeeld Limburg, waar het ge middelde gezin 5.5 mensen telt Klaar beton, staal en hout hebben in Limburg dezelfde eigenschappen als in welke provincie dan ook. Waarom eist de ene plaats dan toch zwaardere balken dan de. andere, waarom bestaat er zo'n enorme ver scheidenheid. in de. eisen aan fun deringen, de dikte van muren, waarom moeten in de ene plaats zware en ronde verste vigingsarakers worden gebruikt, terwijl hen kilo meter verderop met lichtere ankers kan worden volstaan, die dan ech ter per se vierkant moeten zijn? En waarom is het gemiddelde ge- wicht van klei en leem in de ge meente Losser lager dan elders? In 1927 verscheen er een leidraad voor gemeentelijke, bouwvoorschrif- - ten Over het algemeen hield men zich wei aan dat voorbeeld. Behal ve de grote steden, die al onmid dellijk hun eigen weg-gingen. Maar tussen 1930 en 1940 werden ook de eerst vrij gelijkluidende verordenin gen in de rest van de gemeenten langzamerhand gewijzigd. Zij groei den uit elkaar. Na de bevrijding plukte Nederland de wrange vruch ten van die variatie. Er moesten zo snel als maar even kon zoveel mo gelijk woningen komen. Eén manier, om snel te werken is prefabricate. Onderdelen als deuren, trappen, ra men, moesten, in grote hoeveelhe den, in fabrieken worden gemaakt. Het bleek echter niet mogelijk in die eerste bittere jaren, prefabriea- tie op een schaal van belang door te voeren. Deuren, ramen,; trappen, moesten in plaats A andere afmetin gen hebben dan in dorp B Of stad C. In 1949 besloot minister In.'t Veld. er iets aan te doen. Hij steldé dé aar goedkopere cn betere bouw stoffen" dan cc traditionele bestaan. Om de premie van dc brandverze kering tegen te gaan. wordt cr r.os ht-cl veel tc zwaar cn dus tc duur ;vbouwd." Het begrijpen cn bijhouden van h2t tceaal van voorschriften, re glementen. circulaires en richtlenen is een vak op zichzelf geworden. Een medewerker van de Nationa le Woningraad schrijft dan ook er gens: „De sleutel tot het probleem is het inschakelen van ecu derde medewerker in het- reeds lang be staande bouwteam van architect en aannemer, namelijk een organisatie bureau. dat de architect van veel rompslomp kan bevrijden." Misschien is het een idee. (Voor de vorige artikelen in deze ,eric verwijzen wij naar dc krant van 15. 18. 19. 20. 21. 22. 25.. 26, 27 en 28 -naartj. (SLOT). SvUt-iLCui...ii.u.L-.v vwrscuruien in. De commissie kwam in 1952 met een rapport en een modelbouw ver ordening. Die zou de nieuwe leidraad moeten worden. De commissie zei echter, dat verscheidene onderwer pen verdere studie behoefden en dat de juridisch-administratieve voi mee ving niet voldoende aandacht had kunnen krijgen. Men beval aan, dat er een. permanent bureau bij de Vcreeniging voor Nederlandsche Gemeenten zou komen, In deze orga nisatie immers zijn alle gemeenten van ons land verenigd. Het permanente bureau werd in derdaad opgericht. Dat gebeurde in 1950, Op dit bureau worden unifor me bouwvoorschriften onderdeel voor onderdeel uitgewerkt. Dit jaar hoopt men met de eerste adviezen van belang te komen. Ze gaari over gas, elektriciteit en sanitair. Verder staan de brandveiligheidsvoorschrif ten nog op het programma. Medio 1959 valt de hoofdmoot to verwach ten: de verordeningen over de con structies. Vervolgens zal het bureau de modelverordeningen, die dus niet meèr willen zijndan aanbeve lingen, voortdurend blijven toet sen aan de ontwikkeling der ,ech- niek. De verscheidenheid bestaat dus nog steeds. Een fabriek, die toch ..uniforme" trappen wil maken, hee.fi ongeveer vierhonderd mallen nodig Stad A eist voor een bepaalt, type huls een trap, die 65 centime ter breed is, stad B wil 90 centi meter. En er zitten nog wel een paar maten tussen. Ook de hoogte van de treden is voorgeschreven Men zou echter wat dit punt be- treft al heel ver zijn, als er een uniforme verdiepingshoogte zou be-, staan. Op 17 februari 1951 publiceerde' het weekblad „Bouw" een onder- zoek naar de verscheidenheid in voorschriften. Daarbij kwamen .de1 reeksen verschillen, waarvan wij hierboven enkele voorbeelden ga- yen, aan het licht. Van verschillen-1 de kanten is ons verzekerd, dat het' artikel na zeven jaar niét verouderd is. nipcrneiti mouten tie j.ljais ly'ie planden met dat hoofdstuk in de hand controleren. Nu krijgen de provinciale directies voortdurend andere circulaires, waarin weer an dere richtlijnen -worden aangegeven. Men daalt af tot details als droog- 1 iji'palen, wastafels, schrobputjcs en zeepbakjes. „Mijn tekenaars," zegt "dc wethou der van een middelgrote gemeente. ,.n loeten steeds met hun plannen naar de provinciale directie, om uit te zoeken, of de tekeningen klop pen met cje richtlijnen -.au dat mo ment. Ik begrijp het niet meer, enerzijds wordt er gewerkt aan uni forme bouwvoorschriften voor de 'gemeenten, anderzijds 'wordt dat werk steeds weer doorkruist door geheimzinnige circulaires, cüe ook van de landsoverheid komen." Een andere deskundige wees ons op het feit dat niet alleen de over- stilte, die na de oorlog viel orer de cabarettier Koos Speen- hofj werd een poosje geleden ver- I broken door zijn eigen stem. Op het ^grammofoonplaatje, gevoegd bij het tboek „V/eet je nog wel?" hoorde je hem nameiij'c zijn beroemde liedje 'over de he! zingen, dat mei kop en schouders uitstak, boven de presta- tics ran zijn tijdgenoten en vcorlo- pers, die ook iets laten horen. Hoe oorspronkely/c het schrijf' i talent van Speenhof f was viel 'mij f toeer eens op. toen ifc in het Haags [archie/ een paar oude 'brieven van hem doorlas. Hoe vindt u dit frag- mentgeschreven in 1939: i Hier gaat alles van een leien [deurnaarder. Ik drink des middags hwederom. mijn 3 of 4 borrels in een >lief herbergje met een onaangename i kastelein die voor architect studeer- de en die nu verstand van schilder- kunst heeft gekregen, tot zijn "eigen i verbazing en die van mij. Zijne zus- Her - echter - ia een milde. hap. Zij [loiept dóór de gelagkamer of zij mannekijn is en daarbij vervoert en i ontwikkelt sn misdraagt zij een tweetal gebitten. Maar als ilc haar '.behaarde armen zie, word ik'muffig i en ?;reemd. De kastelein, die altijd 'lijdende is aan zijn maag en kunst-' [zin, toil mij telkens een schilderijtje (Advertentie LMJ Brandpremies ..D»-alles gaat dus over de ge-; meentelüke bouwverordeningen. Bo venop dit stelsel van voorschriften rus*, dan nog het zware gebouw, van landelijke regelicigen waaraan ter wille van de financiële bijdra ge voldaan moet worden. Dat is een ingewikkeld hoofriiUuk apart. De provinciale directies van het minis terie van volkshuisvesting en bouw-. toebrengen, maar ik pas. Verder ko- i men er nog een paar peeiiters in de zaak, die Baskiscbe mutsjes dropen hoven hun dronken hersens, want ik cap deze tieec heren maar zelden nuchter. Gelukkig kunnen zij wal en 'ifc "meen dat zij hunne genvvér be stalen met kunstwerken". In deze bizarre trant schreef Speenhof) in zyn brieven over de meest- Uiteenlopende onderwerpen en het is uiterst moeilijk na te gaan, waar by hem de grens lag tussen ernst en malligheid. Hij glimlacht per se niet ais hy schrij/t; „Haat je ook 20 die in ontbinding1 verkerende en rottend, r. jasmuziek?", maar hij glijdt al tveer af haar het onserieu ze als hij.er.aan toevoeg1-; „Zonder vrees sou ifc een componist van zo iets .vuils willen afmaken viet een revolver Speenhoff. heeft het in- de oorlog politiek verkorven bij het Neder landse publiekl „Het kinderversje „Ik wou dat ik van was was" werd loerkeliikheid in hem", schreef Jan Greshoff eens. „Hij was van teas. En deze eigenschap, die zyn on dergang bepaaldeheeft in rustige tijden aan zijn wezen-en verschij- mng üic oneindige schakering ge geven''. Het ts overigens interessant om in de kort voor dc oorlog ge schreven brieven de bronnen te vin den, umaruit de „politicus" Speen hoff putte. Zijn venvarrihg op dit terrein blijkt wel uit de onverklaar bare instemming waarmee fcy dc meest tegenstrijdige publikalies aan zijn hart drukte: ,,Ik lees Gringoire en Marianne en Candide al sinds hunne geboorten, maar meer als een nieuwsgierige dan als een onderzoeker. In Grin goire pry's ik de uitbundigheid, in Marianne dé schranderheid en in Candide de Fransheid. Ik lees ook Le Journal de Moscott. het Nationale ■Dagblad, de Vooruit en de Telegraaf Het Sowjetblad is .vrij belangrijk". „Volksfrontman? Ja!" verklaart, hij even later, „Je denkt mi zeker'dat ik een communist - ben, maar dat- ben ifc niet alleen. Ik ben ook S.D A-Peer en Anti Revolutionnair". En diep ernstig: :.We gaan onder en daèn het onszelf aan. We gaan onder en er komt iets lelijks-voor in de plaats. Geen Sow jet, maar kwelling en ver krachting en brutaliteit cn pijniging. Als ik wordt opgeroepen ga ik in rie rij der arbeiders staan". Déze ontboezeming ondertekent hij dan met „Kans, de aansteller". In bijna elke brief staat de onaan gename verzuchting; „Was ifc maar een Jood, dan kwam ik er aan te pas". Zijn rancunes gelden kenne lijk Louis Davids, die in de jaren, voor de oorlog 'onbetwist de eerste man was van het Nederlandse, caba ret, .terwijl Speenhoff - de publieke belangstelling geheel verloren had. Maar als een vriend hom er ge- ergerd óp wijst. wat het lot der Jo den in Duitsland is, "antwoordt hij; „Ifc ga optreden voor een pro-Joodse avond. Vreselijk wat. er m.et die men sen gebeurt. Van recede heb ifc vijf Joodse leveranciers genomen en de waren zijn besV.- A .JVcen, he;.is..onmogelijk- Speenhof/ .«rts.poüficttsserieus.fé hemen. Maar het ongeluk te leven in een tijiddat nok warhoofden, die in ver keerd vitancater raakten, daarmee hun fcans om later op waarde te worden geschat verspeelden. „Wie niet sterk is -moet rijk zijn"! schreef hij eens. Maar toén de oorlog hem overviel wnshij het een noch het ander. KRONKEL PAKIJS Generaal René Cogny, de opperbevelhebber van de Franse troepen in Marokko, zal dat land verlaten- Hij krijgt éen andere be langrijke functie. Er is nog geen «p- DAGELIJKS FEUILLETON DOOR ANN BRIDGE mm. MIJ IbGE&n MlSPADlGfcR.ln Zijn JfcUGO MtfcfT dij ttri fout oe.nAAKT,DAARhOtfrmjnifcuijn HtLE LtVtn VOOR Ifc BOtTtft.' „iemand, die de omgeving hier precies kent," Pablo heeft de „Sea sérpent" al geruime tijd op gemerkt én vraagt zich af wat dit voor een schip kan zijn. „Het is een jacht", zegt hij, „en er kun nen natuurlijk toeristen aan boord zijn, die hier willen vissen. Maar ik ben niet erg gesteld op pottenkijkers. 'Zeg, Lou, wjj moeten zorgen, dat die kerels gauw verdwijnen. Hoe leggen wij dat aan?" „Laat dat maar aan mij over, schipper", antwoordt Lou, die zich ook afvraagt, hoe dit vreemde schip juist hier verzeild raakt, terwijl er praktisch nooit een schip in deze buurt komt. 't Gebeurt niet vaak dat'n deur voor iemands neus gesloten wordt door een bediende, tenzij die iemand een bedelaar is oi op de een of andere opvallende wjjzé ongeschikt voor de beschaafde maatschappij wat Ju lia. vóór zover haar békend, niet was. Eén moment had ze een aanval van woede en voelde de drang in zich opkomen met die zwartgeschil- derde klopper wild op de 'nétte ge vlamde deur tc hameren. Maar ze vermande zich en deed het niet. Langzaam draaide ze zich om en liep weg - en keerde" daarna nog even terug óm te zien of er één van die blauwwitte nummer bordjes bo ven de deur hin'g. Dit bleek niet het geval. En-er stond geen straatnaam bovende ingang van het kleine pleintje: toén ze de hoek omsloeg en stiLstond waar ze het straatje in kon zien tot aan de p La c e, ontdekte ze er evenmin één. Maar op de hoek .waar het pleintje en het zijstraatje elkaar raakten botste ze bijna tegen een kleine, gluiperige man op een Europeaan, die er uitzag als een ge slagen hond; ze herkende het sjofele mannetje- hij was Purcell's. Bar binnen gekomen toen ze er voor het eerst naar toe was gegaan aan zijn loensende blik. Hij keek haar nieuwsgierig aan voor hij, bijna on hoorbaar, op rubber zolen wegschui- felde en verloren ging tussen de langzaam zich oplossende massa op het plein. Deze korte ontmoeting, bracht Ju lia nogal van haar stuk, ook al om wat ze tevoren doorgemaakt had. Had hij gezien dat de-deur voor haar neus gesloten werd? De gedach te was haar onaangenaam; het hele geval was trouwens buitengewoon onaangenaam.. Ze liep het plein op, zich plotseling bewust wordend van de hitte en yan haar eigen vermoeid heid en honger en hoe moest ze in hemelsnaam de weg terugvinden naar Espagnola? Lopen kon ze niet. Dit probleem loste zich echter spoe dig genoeg op. De Amerikanen niet wie ze de stoeptreden had gedeeld, waren weg gegaan. Maar één van hun Arabi sche gidsen, die zc herker.de sprak haar prompt aan; hij toverde een taxi tevoorschijn uit het niet en be geleide haar naar Place Pasteur, het dichtstbijzijnde adres dat ze wou vrijgeven. Daar vroeg hij. in het En gels een uitzonderlijk hoge fooi Julia zei: „Par exemple!" en 'gaf hem een hele kleine; waarop hij glimlachte, boog en er vandoor ging. De Espagnola die een Spaanse di rectie had gaf er de voorkeur aan dat de gasten om half twee lunch ten, zodat Julia niet bang hoefde te* zijn dat ze te laat was; dit kwam goeduit, want zc voelde zich een beetje uit het lood* geslagen. Dat ze Colin gezien had, als het Colin ten minste was geweest, was op zichzelf al opzienbarend genoeg en ze'was er vrijwel zeker van dat hij het ge weest moestzijn, waarom was an ders louter en alleen door het noe men van zijn naam die deur voor haar neus gesloten? Ze was helemaal in de war. Het hele geval leek zo uiterst onwaarschijnlijk en dan de ontmoeting met die kleine, sjofele man uit de onderwereld, daar, juist op dat moment, was wel het meest ontstellende aspect. Op welke ma nier moest ze Colin nu te pakken krijgen? Na haar tortilla genuttigd en. de kaas geweigerd te hebben ten slotte bleek ze niet zo'n tmk te heb ben als ze gedacht had irl Julia terug op haar gewone P: dat er voor alle dingen wei en, ',o|ns- sing weggelegd is: in dit geval be sloot ze dat het 't verstandigste was een tukje te doen. Dit deed 2e en ze werd naar lichaam en geest opgefrist weer wakker; ze. liet thee op haar kamer brengen, verkleedde zich on haar gemak en ging bijtijds op weg naar Purcell's Bar; als ze vroeg ge noeg ging, kon ze er zeker van zijn hem alleen aan te treffen en wel, je kon nooit weten. Toen ze binnentrad was Purcell inderdaad alleen; hij groette haar met een .dein tikje meer hartelijk heid. een sonrt delicate bevestiging van hun langzaam voortschrijdende kennismaking met eikaar, die Julia' werkeujk charmeerde het viel haar in dat ze niemand kende, in welke kring dan ook, die dit beter zou hebben gedaan, of zelfs maar even goed. Purcell merkte op dat het een warme dag was en terwijl hij, klein er. kwiek achter zijn bar, haar cocktailvoor haai' schudde •vroeg hij of ze er een stukje ijs in wilde. Julia zei graag. En toen hij haar haar glas bracht waarin het ijs blokje dreef, bracht hij ook de fles Gordon gin mee en gaf haar een extra scheut, waarbij hij opmerk te dat naar zijn mening een te slappe cocktail iets verschikkelijks was.'Deze attenties brachten Julia in een betere stemming ,-en gaven haar haar kalmte terug: niettemin onderdrukte ze de door de gin opge wekte impuls Purcell enkele vragen te stellen en in plaats daarvan hield ze 'voor zichzelf een korte recapitu latie van wat er gebeurd was. Ais ze Colin werkelijk in de Kasbah ge zien had vandaag kon hij met op de Frivolity zijn, en. dat >vas dus dat. En als hij het niet waé geweest die ze had gezien, waarom dan die ge sloten dv.ur bij het noemen van zijn naam? Damn! Waarom had ze ook geen betere ogen? Purcell. vërbrafc baar overpein zingen door een vriendelijk gestelde vraag van" achter, de bar. .was ze, vroeg rij, vandaag nog naar de mos kee geweest om de Mendoub te zien? Dit beschouwde Julia als een goed uitgangspunt voor verdere ac tie, Ja, ze was er geweest, zei ze; heel interessant en heel schilderach tig. Daarna stelde ze op haar trage, slepende toon een-vraag —-„Wie is die lange man met'het rode haar die ik hier een paar keer gezien heb: U weet wel hij draagt altijd een wit te flanellen broek en een blauwe bla zer." Purcell aarzelde één. moment >or hij antwoord gaf vertoonde zju fascinerende, Anglo-negroïde gezicht gedurende een seconde dezelfde af wezige uitdrukking die ze gezien had op het gezicht van Panoukian m Casablanca? Ze was er niet zeker van, maar hij aarzelde merkbaar voor hij antwoord gal. „Ik weet wie u bedoelt," ..ze» «c eigenaar van de bar, „maar ik ken zijn naam niet." „O, kom nou!" protesteerde Julia- „Hij kwam hier binnen met al die mieënl" liet ze zich ontvallen. „Het zijn inwoners van Tanger." Purcell stootte een kort lachje uit. „Toch ken ik hem niet bij naam. Ik ken de namen niet van iedereen die hier komt de Uwe bijvoor beeld ook niet! In ieder geval heelt d Iievr die u bedoelt Tanger m net begin van de middag verlaten; hij kwam hier een voorraad whisky cn gin opdoen voor hij het binnenland inging." (.wordt vervolg«

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1958 | | pagina 1