PARLEMENT EN VOLK STRAFFE HAND Improvisaties op een rood thema MAPRO AAN HET EINDE van het HOOFDSTUK siigiSiilRii Hoop Kinderkopjes, 2 'ASPB©'5^... 'door. .FRANK-'GODWIN Verzoek tot O.-Duitse predikanten op hun post te blijven Lijk van Haagse duiker gevonden MAPRO aZécjtc 0!i Aiu 5A6E15 tti atwERtrt DAT WAb Ettl GOED IDE6 VAM It, SPROETJE! MJAZEEEM5 REMnEI ÓPOOATROMMtüEM 5P00K- TROMPETTEri! ZE6H0U N06 OAT HET HIER M IET BEHEK5T15! <- Neem 'ASPRO' en U voelt U opknappen. 'ASPRO' brengt onmid dellijk verlichting en irriteert Uw maag niet. Zaterdag 20 september 1958 D AT de.belangstelling voor de verrichtingen van het"parlement tn het algemeen eu.de I tv eed e Kamei in hei bijzonder in deze tijd geringer 13 dan een jaai of veertig geleden, staat wel vast. Toentertijd, inder daad. was de problematiek van een aantal politieke dingen ook dringender dan op dit ogenblik: eti levens was de gelegenheid tot spreiding van de belangstelling bij velen hee] wat 'minder"groot dan op' dit ogenblik. In de huidige période, nu de armoe vérgaand is uitgebannen e«i de rechts- ongelijkheid leil'elijk heeft opgehouden te b~«iaan, hebben de problemen een ander karakter gekregen en sijn grote groepen van mensen in de gelegenheid gekomen, zich bezig te houden met zaken, waar vroeger in hun denken nauwelijks plsats voor was. Zo heeft de aandacht zich wat van het parlement afgewend; en bet parle ment, op zijn beurt, heeft niet al te krachtig gepoogd, zichzelf in bet middel punt van de belangstelling te houden. Juist het feit. dat de tegenstellingen minder groot zijn dan voorheen, heeff de gedegenheid en voorzichtigheid doen toenemen, hetgeen ten koste is gegaan van de frisse botsing Her me ningen. In het geheel van de sterk toegenomen cn veel ingewikkelder ge* worden staatsbemoeiing hebhen de deskundigen in het parlement hun kans gekregen; de experts, wier kennis van zaken op onderdelen vaak verbluffend en indrukwekkend is, maar wier optreden het voor de populariteit van liet parlemenit zeer nadelige effect heeft, dat de huitensiaanders moeite krijgen om door de bomen hei bos te zien. Voor hef behoud van de publieke belang stelling is nodig, dat de grote lijn zichtbaar blijft, en dat ter weerszijden daarvan de standpunten zicb duidelijk aftekenen. IS het belangrijk, dat (vooral) de Tweede Kamer alle dingen tot in onder delen onderzoekt en doorneemt? Het kan nuttig zijn. maar belangrijker is, dat de strekking en hoofdinhoud van wetsontwerpen! nota's en inter pellaties worden begrepen door degenen, die de beslissing in handen hebben over de samenstelling van het parlement: de kiezers. Hun onmisbare belangstelling kan slechts levendig blijven, wanneer de zaken, waarom het gaat, in enkele hoofdformules nauwkeurig en duidelijk tot uiting kometi. Nu weten wij wel, dat gedachten van deze aard zich gemakkelijker laten omschrijven dan in de praktijk brengen. Wanneer echter thans regering en fracties in de Tweede Kamer hebben besloten tot vereenvoudiging van het afdelingsonderzoek der begrotingen, nadal de algemene beschouwingen al eerder tot een onvoorbereid steekspel waren geworden, dan zit daar, naast het streven naar tijdwinst, ook wel degelijk de overtuiging achter, dat het land er recht op heeft, mensen aan het werk te zien, wier spontaneïteit en energie niet achter gestolen deuren in de afdelingen is verbruikt. Zo ontstaat immers de kans, dat de standpunten duidelijker tot uiting komen dan tot dusver en de nuttige maar kleinere stemmen van de experts wat op de achtergrond blijven. VANDAAR, dat wij deze verandering beschouwen als één ten goede. Misschien zal men ons toevoegen, dat de verlegging van het accent van de technische naar de politieke behandeling onvoldoende is, zo lang ook hef feitelijke beslissingsrecht, dat veel ambtelijke diensten en figuren zich hebben aangematigd, weer duidelijker in handen ligt van verantwoordelijke overheidspersonen. Naar onze mening zal een verminde ring der betekènis van het werk. van experts in de Tweede Kamer onvermij delijk haar terugslag hebben op reuk vati onaantastbaarheid, waarin vooral veel technische diensten hun werkstukken pogen te plaatsen. £en klaar en onbevangen aangeven van de grote lijnen immers kan niet anders betekenen, dan dat ambtelijke en technische overwegingen daaraan ondergeschikt wor den gemaakt; Het doet 'de verantwoordelijkheid van de bewindslieden scher per uitkomen, wanneer hun ondergeschikten eens over de schreef zijn gegaan. HET strenge optreden van de .Britse rechter in de eerste zaak tegen een aantal deelnemers aan de rassenreiletjes heeft in Engeland een zucht van verlichting doen opgaan Gevangenisstraffen van vier jaar komen fors aan; maar wij hebben nog geen Britse krant gelezen, die ze aan de hoge kant vond. De rechter heeft terdege beseft, dat hij wat meer moest doen dan alleen enige jonge dwazen straffen voor wangedrag. Hij moest ook de publieke moraal sterken en helpen, een stukje geschokt zelfvertrouwen te herstellen. Juist omdat eerbiedyoor de wet en zelfdiscipline zozeer behoren tot de Britse levensregels acht- ieder daarginds het van belang, dat over treders terdege het verkeerde van hun'handelwijze krijgen te voelen. Men gelooft 5n Engeland ook iets meer dan bij ons in het nut van strenge «traffen. Vandaar, dat er nog altijd aarzeling is, de doodstraf voor moordenaars af te schaffen. Het past ons niet, hierover lichtvaardig de staf te breken. Wanneer het volk er zo over denkt, moeten de a-sociale elementen er ook wel iets van voelen. De jongelieden, die. nu de gevangenis ingaan, zullen heel wat ouder zij'n geworden al zij weer vrijkomen. Men mag slechts hopen, dat ze na hun straf niet alleen in jaren maar ook in wijsheid hebben gewonnen. HERSTELLING; Tn het hoofdartikel van gisteren is een storende fout blijven staan: AcL^r het bedrag van het over alle Nederlanders omge slagen tekort stond een 0 die er niet hoorde. Het bedrag is dan ook niet 1350 maar. 135, (Advertentie LM.) Halverwege de coteïet- mei-raprika ging het elek trische Licht uit. Niet alleen in Hotel Krka was het op slag aardedonker, maar in heel de oude vestingstad Sibenik aan de Dalmatische kust. Maar niemand in het hotel scheen er van onderstehoven te zijn. Het bleek vaker voor te kotnen en niet alleen in deze stad, zoals ik later zou nier ken. Terwijl het viermansorkest ijverig voortploetevde aan de wat verschraalde „Donau wellen", snelden alle kelners met olie lampjes door de eetzaal, waar in-president Tito even later uit zijn mahoniehouten portretlijst aan de wand weer ernstig kon neerblikken als een vader, die wel weet, dat zijn kinderen het niet makkelijk hebben. De hele operatie leek op een veëlge- oefende scène uit een film. Het incidentje met het licht en de snelle manier waarop het werd opgelost leek symbolisch voor veel verschijnselen ïn het da gelijkse leven van het tegen woordige Joego-SIavië. Naar „Westerse" begrippen hapert én rammelt er nog veel. De wegen zijn vaak voor een. ggoot deel schier onberijdbaar, de kléding is van slechte kwaliteit cn duur, de huis vesting vaak erbarmelijk, de werk wijzen eh gereedschappen zijn soms een halve eeuw achter en in de duurste hotels is er. ondanks de marmeren trappen en indrukwek kende voorgevels altijd wel iets dat niet werkt of 'niet in orde is. Ge noeg voor'de oppervlakkige reiziger om zich doorlopend te kunnen erge ren en zich af te vragen, waar de zegeningen van Tito's veel bespro ken „nationale communisme" dan wel uit bestaan. Maar wie rekening wil houden met de omvang van de chaos, waarin het land na een afschuwelijke bezetting en na een bloedige burgeroorlog heeft verkeerd en wie bovendien ziet met wolk een voortvarendheid en improvisatievermogen Joego-SIa vië bezig is 2ich te ontwikkelen van een 'vrij primitief Balkanland tot een moderne staat, terwijl ter- zelfdertijd een natie aan het groeien is uit-, een .mengeling van volken, die elkaar in 'een nog niet zo ver verleden nog herhaaldelijk naar het leven stonden, moet op zijn minst toegeven, dat hier een belangwek kend experiment aan de gang is. De uitkomst van dat experiment zal niet alleen worden bepaald door de tijd, die Joego-SIavië gelaten, wordt voor deze ontwikkeling, maar bovendien door het „evenwichtsge voel" van het tussen Oost en West koorddansende regiem van Tito en door de mate, waarin het gewone ge zonde verstand zal kunnen zegevie ren over onpractisch en ondeugde lijk gebleken communistische leer stellingen. Wat dat laatste betreft zijn er vele hoopvolle tekenen. De Joegoslavi sche leiders zijn door de wol ge verfde communisten, maar in het kiezen van practische wegen en mid delen hebben ze herhaaldelijk blijk gegeven realisten te zijn die, waar dat nodig was, de „leer" een bijzon der liberale uitleg konden geven. De muilezel en hct%'uriKe hergpaardje zijn in sommige streken van Joego slavië van meer nut dan de auto. Het muildier Is een uitstekende Klim mer, die zich voor zijn spottende bijnaam „Balkanjeep" niet hoeft te schamen. Het experiment met de landbouw is. daar het duidelijkste voorbeeld van. Collectivisering van de lmdbouw en onteigening van particuliere boe renbedrijven was kort na de oorlog een van de voornaamste punten van het regeringsbeleid. Met vanzelfspre kend net „lichtende voorbeeld": de kolchozen, de Russische staatsboer derijen. Volgens de theorie moest dit systeem de garantie zijn voor de grow -.te produktie. Het bleek heel slecht te werken. Want vrijwel nergens ter wereld zijn de boeren te vinden voor zulke ingrijpende sociale experimenten, zeker niet als ze 2onder onderscheid worden toegepast. De gewone men selijke factor van de gehechtheid van. de boer aan zijn eigen lapje grond leidt zelfs in ons land soms tot ver zet tegen een zo betrekkelijk over zichtelijke maatregel als de ruiiver-- kaveling. En op dat punt verschilt een Servische boer niet zo heel veel van een Drentse. De diepingrijpen de veranderingen door onteigening, collectivisering, en gedwongen leve ring hadden dan ook ia de verste verte niet de uitwerking en het ver loop die de theoretici voorspeld had den. En op dat moment kwam duidelijk het onderscheid aan de dag tussen Russische en Joegoslavische metho den. Stalin had in de dertiger jaren zijn landbouwhervormingen met meedogenloze hardheid doorgedre ven. Op het hoogtepunt van de Rus sische collectiviseringsactie, in 1933, kwamen tien miljoen. Russen van honger om ter .wille van een theorie. Enkele jaren geleden stond Tito door bet verzet vanzijn boeren voor de keus tussen met geweld doorzetten of opgeven. Hij koos het ïaatnte. De verdergaande gedwongen vorming van 'staatsboerderijen werd in Joego-SIavië stop gezet, Zodra de dr*:k op de boeren verminderd werd begonnen de collectieve bedrijven leeg te stromen. De staatsboerderijen bestaan nog steeds maar ze zijn verre in de min derheid bij de nnar Deens voorbeeld opgezette landbouwcoöperaties. Bij de laatste vorm, waarbij oude. ge bruiken en nieuwe ideeën op een merkwaardige manier gecombineerd zijn, blijft iedere boer eigenaar van het land, dat hij inbrengt. Wil hij de coöperatie verlaten, dan krijgt hij zijn eigen grond of, als dat niet mo gelijk is, een gelijkwaardig stuk te rug. Deze losvaste manier van sa menwerking met gezamenlijk ge bruik van de machines schijnt het redelijk goed te doen, hoewei de meeste boeren er de voorkeur aan blijven geven hun bedrijfje - tien hectare is de grens voor particulier bezit in eigen beheer voort te zetten. De Joegoslavische boeren, die meer dan de helft van de werkende be volking uitmaken, zijn er op het ogenblik een stuk beter aan toe dan ongeveer vijf jaar geleden. Niet dat ze niets meer te klagen hebben daar zijn het boeren, voor. Maar het stille verzet is zo goed als verdwe nen, hun persoonlijke welvaart is toegenomen, evenals hun bewegings vrijheid, terwijl de totale landbouw- produktie gestegen is. Dat zijn winstpunten waar het rea liteitsbesef van Tito niet vreemd aan 3415. In een afgelegen, moerassig gebied van Nederland worden proefvaarten gehouden met een geheel nieuw type glijboot, voortgedreven door twee straalmotoren, die echter opvallend weinig lawaai maken. De boot, die „Waterjuffer heet. Is bestemd voor een kleine expeditie na.ir de binnenlanden van Zuid-Amerika, waar nog flinke lagen uraniumerts te vinden zouden zijn. De expeditie staat onder leiding van de heer Bastiaan Visser, een geoloog van grote naam en zijn tweede tevens laatste) man is kapitein Rob. Het ligt in de bedoeling de „Waterjuffer aan boord van een koopvaardijschip naar Zuid-Ame rika te verschepen. Om zo wejnig mogelijk rucht baarheid te 'geven aan deze onderneming worden de technische proefvaarten hier, ver van de be woonde wereld, gehouden. BERLIJN. De Raad van de Evangelische Kerk voor beide Duitslanden heeft zich tot de pre dikanten La Oosl-Duitsland gericht met bet verzoek op hun post te bltf- ven. Uit mededelingen van kerkelij ke zfjde heefi men kunnen opmaken dat er tot nu te ongeveer vyftlg predikanten uit ost-Duitsland naar het Westen zyn gevlucht. De raad heeft voorts te kennen gegeven, dat hij graag zou zien dat bepaalde misverstanden tussen de evangelische kerk en de Oostduitse regering uit de weg worden ge ruimd. In een communiqué wordt eraan herinnerd dat de verwachtingen, die zijn gerezen na de besprekingen in juli 1958 tusseft vertegenwoordigers van de Oostduitse regering en de evangelische kerk gehouden, niet zijn vervuld. AJACCIO. Een Frans marine- vaartuig heeft gistermorgen het stof felijk overschot van de Nederlander H, Vroom uit Den Haag geborgen voor de kust van Corsica. De heer Vroom was donderdag op diepzee- jacht gegaan en werd sindsdien ver mist. Gebleken is, dat hij is verdron ken. De heer Vroom was directeur van een Nederlands bungalowpark te Calvi op Corsica. De 'stoffelijke resten zijn naar Calvi overgebracht. (Advertentie I.MJ mx -"Lel' Op de'gele bus! ;v. 'r.. Aljeen.dan bent u er zeiler van datU'.de .originele,.' k-Tv- ifgqrdij'niptraaI kVijgt MAPRO uv. hertogenbosch PARAMARIBO. Door een druk op een knop heeft gouverneur J. van Tilburg van Suriname vrijdag ochtend het zeer moderne en tot grote hoogte gemechaniseerde be drijf voor het vervaardigen van spaanplaten van de firma Bruynzeel te Paramaribo in werking gesteld. OP de hoek van dé gracht is, in een mooi, oud pand, al sinds mensenheugenis een slagerij geves tigd. Als ifc V mtddaps naar huis ga, moet ik er langs. Dan zie ik altijd die hond. Hij zit voor de deur en staart naar - binnen. Zijn alledaagsheid maakt hem aandoenlijk, u>ant hij is een waardeloze hond. op jaren, een beetje uitgezakt en moeilijk ter been. Een halsband kon er niet af en zijn kleur is het vale beige van zo'n sportjasje, dat in de opruiming terecht komt omdat niemand er voor tekenen tvil. Maar hij heeft de naieve ogen. van een eenvoudige ge lovige. Ik blijf altijd een poosje naar hem kijken, want ifc vind kent zo sym bolisch en veelzeggend. Als kind mocht ifc, op regenachtige zondagmiddagen, tuel eens met mijn ouders mee naar een café chantant, maar een traag verlopend variété programma het voor ivendsel vorm de, om dc Prijzen der consumpties te verdubbelen. Later heb ifc, iji theaters, noott meer zo intens geno ten. Ik herinner mij dat ik, staande ■op een'stoel, dermate onbedaarlijk 'schaterde om een Belgische komiek, die zich als oud wijf had verkleed, dat de fnan mft, van het podium af, tot matiging maande, daar het pu- bliek meer naar mij keekdan naar hem. In dat café chantent trad ook een heer op die, gekleed in rok en met een rood gevoerde avondcape om de schouders, de kneuterige liedjes zong die men toen leuk vond. Ze we melden van „meiske's" en „slipper tjes" en „chatnpie" en „sjambre sip- peree", die de sfeer van die tijd op een uiat ranzige manier typeerden. De zanger leeft nog altyd. 'Hij is een volkomen Vvrgeicn grijsaard, geworden, die er niet mee.' aan te pas^komt en nu leeft van he staatsgeld. Bijna dagelijks zie ik hem door de stad lopen in een ouderxoetse, verkleurde jas en met een hoed die, door zijn sterke ver magering, wat te toyd geworden is en de steun van de oren nodig keeft om niet over de ogen te zakken. Zo helpen lichaamsdelen elkaar. Mensen zijn daarvan nature, minder toe geneigd De uitgezongen zanger maakt, als je hem zo dapper rijn dag kapot ziet marcheren, tenminste de indruk, dat alleen zijn schaduw hem trouw ge bleven is. Hij loopt een beetje hob belig. Zyn gezicht is grijs van kleur maar heeft de grimas van het thea ter behouden. Als hij op het plein langs een kroeg komt blijft hij even stilstaan en dan kijkt hij naar bin nen met ogen die, telkens weer, vol naieve verwachting speuren naar iemand van vroeger, die zal op staan en wenken; er toch in. Drinfc toat van me!" Maar het gebeurt nooit. Die gele hond kijkt net zo. Vol hoop. Vol kinderlijke "verwachting. ■Hij is ook een „has been" en, op zyn manier, een idealist. Want elke dag keert hy terug met hetzelfde, irreële geloof dat de slager hem zat binnenlaten en' zal vergasten op de vette kluif waarvan hy zo gestadig zit te dromen. Een sténen trapje leidt naar de deur van de winkel. Soms gaat de hond met zyn voor poten op de bovenste trede staan, om beter naar binnen te kunnen kijken. Maar als er een fciant in oj uit moet, deinst hy wat opzij, want hij kent zijn plaats en wil, voor geen goud, overlast berokkenen. Na vele uren wordt hij wel eens moedeloos. Dan loopt hy de gracht op, maar een. paar huizen verder blijft hij staan, denkt even na en keert terug, als een speler, die het toch nog een keer proberen usiZ. Maar net als u en ifc, die dagelijks hongerig in de krant kijken of onze situatie al een beetje opklaart, wacht hij tevergeefs. Want gratis kluiven worden, op deze slagerswereld, nu eenmaal niet verstrekt. KRONKEL (Advertentie l.M.) Babyderm Haarwater (Hoor- groei-iomc) legt reeds in de jeugd de basts voor een gezonde hoor* groef. Racen f 1.90. Long losraiksnd. De secretaresse van Arthur Geral- dine kwam binnen. „Heeft u dit niet laten staan in de kamer van mr. Ge- raldine?" zei ze. en gaf hem het flesje neusdruppels. O, dank u zeer." „Dat schijn je ook overal te laten •staan," zei Stephen. „Stop het nu in 's hemelsnaam in je zak." Nigel vertelde hem dat hij even met Susan Jones wilde spreken. Stephen belde het hoofd van de factureerafdeling op, die zei dat hij haar over enkele minuten naar bo ven zou sturen: „Wil je alleen met haar praten?" „Ja." „Nu, dan kun je beter de kamer hiernaast nemen." „Ik geloof niet dat dat nu hele maal „Goeie hemel,, man, het spookt er toch niet wel? Ze hebben er al schoongemaakt, hoor!" zei Stephen geïrriteerd. „Niettemin zou Susan het wel eens griezelig kunnen vinden. Zou je Jean niet kunnen vragen de naslag bibliotheek een ogenblik te ontrui men?" „O, dat zal wel gaan. Joost mag weten wat ze daar de hele dag uit voert trouwens." En zo had Nigels tweede ontmoe ting met de blonde schoonheid plaats op dezelfde plek als de eerste. Maar deze keer was Susan nerveus en heel wat minder vrijpostig. „Ga maar zitten, Susan. Jean zei dat je me ergens over wilde spre ken. Het spijt me dat het zo lang geduurd heeft voor ik er tijd voor had." „Ik weet echt niet begon het meisje en schudde onrustig haar hoofdje. „Moeilijkheden met je vriend? Je hoeft maar te kikken en ik daag hem uit tot een duel." Susan glimlachte flauwtjes. „U speelt onder één hoedje met de po litie, hè?" „Nee, ik heb voortdurend moeilijk heden met ze. Waarom?" „Ik heb nog nooit iets met ze van doen gehad. Je kunt ze niet ver trouwen, wel? Ze slaan hun gevan genen en nemen steekpenningen aan. Maar eigenlijk is het om wat mijn vriend zou zeggen, ziet u? Hij is zo fijngevoelig." „Die vriend die boeken leest?" „Wie anders?" „Nu dan, wét zou hij waarvan zeggen?" „Bovendien vindt miss Wenham het niet goed. Ze wordt woest als „Miss Wênham! Wat heeft dié er mee. te maken?" „Dat vertel ik u toch net? Ze houdt er niet van dat wij meisjes in de pak kamer komen. Maap ik vind dat je wat van het leven gezien moet heb ben voor je vaste verkering krijgt." „En is de pakkatner de plaats om wat van het leven te zien?" Susan keek hem onverwacht on deugend aan. „Wat u zegt! Ik deed echt niks verkeerds. Maar het zou verkeerd ge- ge-" „Geïnterpreteerd?" „Kijk, dat heb je als je gestudeerd hebt! Weet u doet me soms aan David denken. Dat is mijn vriend, mijn vaste dan." Nigels bijna onuitputtelijk geduld was bijna aan zijn eind. Maar, na nog enkele afleidingsmanoeuvres, kreeg hij Susan weer op het goede spoor, waarvoor hij ruimschoots be loond zou worden. Afgelopen vrij dagavond, vertelde ze, had ze een afspraakje met „een van' de heren van de pakkamer". Zij ging om pre cies hall zes uit de naslagbiblictheek weg, ging met de lift naar beneden en naar de pakkamer. Al de andere pakkers waren toen al weg, cn haar cavalier greep de gelegenheid dat de pakkamer verlaten was aan om zich vast Wat in te leven dit was Nigels interpretatie van Susans ze dige verklaring „we hebben nog even zitten praten voor we weggingen ."Na een minuut of tien draaiden ze het laatste licht uit en, Susan deed de deur open en gluurde voorzichtig naar buiten voorzichtig, omdat ze juist de liftdeuren hadden boren sluiten, en omdat ze daar niets te maken had en miss "Wenham dit soort verbroedering in het gebouw afkeur de. Susan gluurde dus naar buiten degang in A'e langs de-lift en de ont- vangkamei naar de zïjringang liep. De gang was om die tijd verlicht, zoals Nigel wist, door een enkele zwakke lamp, Het licht was echter voldoende om Susan een man te doen zien die juist de toebtdeur aan het'eind van de gang doorging naar de buitendeur. Ze had alleen zyn rug gezien, en maar voor een ogen blik, maar voor .zover ze een be schrijving van hem kon geven was die duidelijk genoeg. „Het was een tamelijk kleine man, zei ze. „Hij had zo'n montycoat aan zoals de nozems tegenwoordig dra gen. Lichtbruin, geloof ik. En een donkere hoed met een brede rand. En het leek wel of-hij haar had zit ten aan de kant van zijn gezicht hij draaide zich een beetje om toen hij zijn tas door de tochtdeur moest krijgen." „Wat voor soort tas was dat? „Nou. weet u, zo'n weekendtas. Flink groot en zwaar want hij kreun de een beetje toen hij hem langs de deur zeulde." „Heeft hoe-heet-ïe die vriend van je hem ook gezien?" „O, nee. Er was alleen maar ruimte voor mij om om de deur te kijken. „Wat vond hij ervan?" „George? Ik heb hem er niks van gezegd. Ik heb er toen niks van gedacht. Ik bedoel, ik dacht dat het gewoon iemand was die bij de di rectie was geweest." „En was er niets aan die man aai je bekend voorkwam?" „N-nee." Haar antwoord klonk niet erg overtuigd, maar Nigel drong met verder aan, „Wat zegt Geörge nu van dit alles. „O, ik heb er tegen hèm niks vao gezegd, Heeft-ie niets mee te maken, vindt u wel?" „Dus je hebt er niémand iets van Susan keek een beetje beschaamd en trok geprikkeld een schouder naar voren. „Nou, ik heb het u toch ver teld, niet?" (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1958 | | pagina 1