PARLEMENT EN VOLK
STRAFFE HAND
Improvisaties op een rood thema
MAPRO
AAN HET EINDE
van het
HOOFDSTUK
siigiSiilRii
Hoop
Kinderkopjes,
2 'ASPB©'5^...
'door. .FRANK-'GODWIN
Verzoek tot O.-Duitse
predikanten op hun
post te blijven
Lijk van Haagse
duiker gevonden
MAPRO aZécjtc
0!i Aiu 5A6E15 tti atwERtrt
DAT WAb Ettl GOED IDE6 VAM It,
SPROETJE! MJAZEEEM5 REMnEI
ÓPOOATROMMtüEM 5P00K-
TROMPETTEri! ZE6H0U N06
OAT HET HIER M IET
BEHEK5T15! <-
Neem 'ASPRO' en U
voelt U opknappen.
'ASPRO' brengt onmid
dellijk verlichting en
irriteert Uw maag niet.
Zaterdag 20 september 1958
D AT de.belangstelling voor de verrichtingen van het"parlement tn het
algemeen eu.de I tv eed e Kamei in hei bijzonder in deze tijd geringer
13 dan een jaai of veertig geleden, staat wel vast. Toentertijd, inder
daad. was de problematiek van een aantal politieke dingen ook
dringender dan op dit ogenblik: eti levens was de gelegenheid tot spreiding
van de belangstelling bij velen hee] wat 'minder"groot dan op' dit ogenblik.
In de huidige période, nu de armoe vérgaand is uitgebannen e«i de rechts-
ongelijkheid leil'elijk heeft opgehouden te b~«iaan, hebben de problemen een
ander karakter gekregen en sijn grote groepen van mensen in de gelegenheid
gekomen, zich bezig te houden met zaken, waar vroeger in hun denken
nauwelijks plsats voor was.
Zo heeft de aandacht zich wat van het parlement afgewend; en bet parle
ment, op zijn beurt, heeft niet al te krachtig gepoogd, zichzelf in bet middel
punt van de belangstelling te houden. Juist het feit. dat de tegenstellingen
minder groot zijn dan voorheen, heeff de gedegenheid en voorzichtigheid
doen toenemen, hetgeen ten koste is gegaan van de frisse botsing Her me
ningen. In het geheel van de sterk toegenomen cn veel ingewikkelder ge*
worden staatsbemoeiing hebhen de deskundigen in het parlement hun kans
gekregen; de experts, wier kennis van zaken op onderdelen vaak verbluffend
en indrukwekkend is, maar wier optreden het voor de populariteit van liet
parlemenit zeer nadelige effect heeft, dat de huitensiaanders moeite krijgen
om door de bomen hei bos te zien. Voor hef behoud van de publieke belang
stelling is nodig, dat de grote lijn zichtbaar blijft, en dat ter weerszijden
daarvan de standpunten zicb duidelijk aftekenen.
IS het belangrijk, dat (vooral) de Tweede Kamer alle dingen tot in onder
delen onderzoekt en doorneemt? Het kan nuttig zijn. maar belangrijker
is, dat de strekking en hoofdinhoud van wetsontwerpen! nota's en inter
pellaties worden begrepen door degenen, die de beslissing in handen
hebben over de samenstelling van het parlement: de kiezers. Hun onmisbare
belangstelling kan slechts levendig blijven, wanneer de zaken, waarom het
gaat, in enkele hoofdformules nauwkeurig en duidelijk tot uiting kometi.
Nu weten wij wel, dat gedachten van deze aard zich gemakkelijker laten
omschrijven dan in de praktijk brengen. Wanneer echter thans regering
en fracties in de Tweede Kamer hebben besloten tot vereenvoudiging van
het afdelingsonderzoek der begrotingen, nadal de algemene beschouwingen
al eerder tot een onvoorbereid steekspel waren geworden, dan zit daar, naast
het streven naar tijdwinst, ook wel degelijk de overtuiging achter, dat het
land er recht op heeft, mensen aan het werk te zien, wier spontaneïteit en
energie niet achter gestolen deuren in de afdelingen is verbruikt. Zo ontstaat
immers de kans, dat de standpunten duidelijker tot uiting komen dan tot
dusver en de nuttige maar kleinere stemmen van de experts wat op de
achtergrond blijven.
VANDAAR, dat wij deze verandering beschouwen als één ten goede.
Misschien zal men ons toevoegen, dat de verlegging van het accent
van de technische naar de politieke behandeling onvoldoende is, zo
lang ook hef feitelijke beslissingsrecht, dat veel ambtelijke diensten
en figuren zich hebben aangematigd, weer duidelijker in handen ligt van
verantwoordelijke overheidspersonen. Naar onze mening zal een verminde
ring der betekènis van het werk. van experts in de Tweede Kamer onvermij
delijk haar terugslag hebben op reuk vati onaantastbaarheid, waarin vooral
veel technische diensten hun werkstukken pogen te plaatsen. £en klaar en
onbevangen aangeven van de grote lijnen immers kan niet anders betekenen,
dan dat ambtelijke en technische overwegingen daaraan ondergeschikt wor
den gemaakt; Het doet 'de verantwoordelijkheid van de bewindslieden scher
per uitkomen, wanneer hun ondergeschikten eens over de schreef zijn gegaan.
HET strenge optreden van de .Britse rechter in de eerste zaak tegen
een aantal deelnemers aan de rassenreiletjes heeft in Engeland een
zucht van verlichting doen opgaan Gevangenisstraffen van vier jaar
komen fors aan; maar wij hebben nog geen Britse krant gelezen,
die ze aan de hoge kant vond. De rechter heeft terdege beseft, dat hij wat
meer moest doen dan alleen enige jonge dwazen straffen voor wangedrag.
Hij moest ook de publieke moraal sterken en helpen, een stukje geschokt
zelfvertrouwen te herstellen.
Juist omdat eerbiedyoor de wet en zelfdiscipline zozeer behoren
tot de Britse levensregels acht- ieder daarginds het van belang, dat over
treders terdege het verkeerde van hun'handelwijze krijgen te voelen. Men
gelooft 5n Engeland ook iets meer dan bij ons in het nut van strenge «traffen.
Vandaar, dat er nog altijd aarzeling is, de doodstraf voor moordenaars af te
schaffen. Het past ons niet, hierover lichtvaardig de staf te breken. Wanneer
het volk er zo over denkt, moeten de a-sociale elementen er ook wel iets
van voelen.
De jongelieden, die. nu de gevangenis ingaan, zullen heel wat ouder zij'n
geworden al zij weer vrijkomen. Men mag slechts hopen, dat ze na hun straf
niet alleen in jaren maar ook in wijsheid hebben gewonnen.
HERSTELLING; Tn het hoofdartikel van gisteren is een storende fout
blijven staan: AcL^r het bedrag van het over alle Nederlanders omge
slagen tekort stond een 0 die er niet hoorde. Het bedrag is dan ook niet
1350 maar. 135,
(Advertentie LM.)
Halverwege de coteïet-
mei-raprika ging het elek
trische Licht uit. Niet alleen in
Hotel Krka was het op slag
aardedonker, maar in heel de
oude vestingstad Sibenik aan
de Dalmatische kust. Maar
niemand in het hotel scheen er
van onderstehoven te zijn. Het
bleek vaker voor te kotnen en
niet alleen in deze stad, zoals
ik later zou nier ken. Terwijl
het viermansorkest ijverig
voortploetevde aan de wat
verschraalde „Donau wellen",
snelden alle kelners met olie
lampjes door de eetzaal, waar
in-president Tito even later uit
zijn mahoniehouten portretlijst
aan de wand weer ernstig kon
neerblikken als een vader, die
wel weet, dat zijn kinderen het
niet makkelijk hebben. De hele
operatie leek op een veëlge-
oefende scène uit een film. Het
incidentje met het licht en de
snelle manier waarop het werd
opgelost leek symbolisch voor
veel verschijnselen ïn het da
gelijkse leven van het tegen
woordige Joego-SIavië.
Naar „Westerse" begrippen hapert
én rammelt er nog veel. De wegen
zijn vaak voor een. ggoot deel schier
onberijdbaar, de kléding is van
slechte kwaliteit cn duur, de huis
vesting vaak erbarmelijk, de werk
wijzen eh gereedschappen zijn soms
een halve eeuw achter en in de
duurste hotels is er. ondanks de
marmeren trappen en indrukwek
kende voorgevels altijd wel iets dat
niet werkt of 'niet in orde is. Ge
noeg voor'de oppervlakkige reiziger
om zich doorlopend te kunnen erge
ren en zich af te vragen, waar de
zegeningen van Tito's veel bespro
ken „nationale communisme" dan
wel uit bestaan.
Maar wie rekening wil houden met
de omvang van de chaos, waarin het
land na een afschuwelijke bezetting
en na een bloedige burgeroorlog
heeft verkeerd en wie bovendien
ziet met wolk een voortvarendheid
en improvisatievermogen Joego-SIa
vië bezig is 2ich te ontwikkelen
van een 'vrij primitief Balkanland
tot een moderne staat, terwijl ter-
zelfdertijd een natie aan het groeien
is uit-, een .mengeling van volken,
die elkaar in 'een nog niet zo ver
verleden nog herhaaldelijk naar het
leven stonden, moet op zijn minst
toegeven, dat hier een belangwek
kend experiment aan de gang is.
De uitkomst van dat experiment
zal niet alleen worden bepaald door
de tijd, die Joego-SIavië gelaten,
wordt voor deze ontwikkeling, maar
bovendien door het „evenwichtsge
voel" van het tussen Oost en West
koorddansende regiem van Tito en
door de mate, waarin het gewone ge
zonde verstand zal kunnen zegevie
ren over onpractisch en ondeugde
lijk gebleken communistische leer
stellingen.
Wat dat laatste betreft zijn er vele
hoopvolle tekenen. De Joegoslavi
sche leiders zijn door de wol ge
verfde communisten, maar in het
kiezen van practische wegen en mid
delen hebben ze herhaaldelijk blijk
gegeven realisten te zijn die, waar
dat nodig was, de „leer" een bijzon
der liberale uitleg konden geven.
De muilezel en hct%'uriKe hergpaardje
zijn in sommige streken van Joego
slavië van meer nut dan de auto.
Het muildier Is een uitstekende Klim
mer, die zich voor zijn spottende
bijnaam „Balkanjeep" niet hoeft te
schamen.
Het experiment met de landbouw
is. daar het duidelijkste voorbeeld
van.
Collectivisering van de lmdbouw
en onteigening van particuliere boe
renbedrijven was kort na de oorlog
een van de voornaamste punten van
het regeringsbeleid. Met vanzelfspre
kend net „lichtende voorbeeld": de
kolchozen, de Russische staatsboer
derijen. Volgens de theorie moest dit
systeem de garantie zijn voor de
grow -.te produktie. Het bleek heel
slecht te werken.
Want vrijwel nergens ter wereld
zijn de boeren te vinden voor zulke
ingrijpende sociale experimenten,
zeker niet als ze 2onder onderscheid
worden toegepast. De gewone men
selijke factor van de gehechtheid van.
de boer aan zijn eigen lapje grond
leidt zelfs in ons land soms tot ver
zet tegen een zo betrekkelijk over
zichtelijke maatregel als de ruiiver--
kaveling. En op dat punt verschilt
een Servische boer niet zo heel veel
van een Drentse. De diepingrijpen
de veranderingen door onteigening,
collectivisering, en gedwongen leve
ring hadden dan ook ia de verste
verte niet de uitwerking en het ver
loop die de theoretici voorspeld had
den.
En op dat moment kwam duidelijk
het onderscheid aan de dag tussen
Russische en Joegoslavische metho
den. Stalin had in de dertiger jaren
zijn landbouwhervormingen met
meedogenloze hardheid doorgedre
ven. Op het hoogtepunt van de Rus
sische collectiviseringsactie, in 1933,
kwamen tien miljoen. Russen van
honger om ter .wille van een theorie.
Enkele jaren geleden stond Tito
door bet verzet vanzijn boeren
voor de keus tussen met geweld
doorzetten of opgeven. Hij koos het
ïaatnte. De verdergaande gedwongen
vorming van 'staatsboerderijen werd
in Joego-SIavië stop gezet, Zodra de
dr*:k op de boeren verminderd werd
begonnen de collectieve bedrijven
leeg te stromen.
De staatsboerderijen bestaan nog
steeds maar ze zijn verre in de min
derheid bij de nnar Deens voorbeeld
opgezette landbouwcoöperaties. Bij
de laatste vorm, waarbij oude. ge
bruiken en nieuwe ideeën op een
merkwaardige manier gecombineerd
zijn, blijft iedere boer eigenaar van
het land, dat hij inbrengt. Wil hij de
coöperatie verlaten, dan krijgt hij
zijn eigen grond of, als dat niet mo
gelijk is, een gelijkwaardig stuk te
rug. Deze losvaste manier van sa
menwerking met gezamenlijk ge
bruik van de machines schijnt het
redelijk goed te doen, hoewei de
meeste boeren er de voorkeur aan
blijven geven hun bedrijfje - tien
hectare is de grens voor particulier
bezit in eigen beheer voort te
zetten.
De Joegoslavische boeren, die meer
dan de helft van de werkende be
volking uitmaken, zijn er op het
ogenblik een stuk beter aan toe dan
ongeveer vijf jaar geleden. Niet dat
ze niets meer te klagen hebben
daar zijn het boeren, voor. Maar het
stille verzet is zo goed als verdwe
nen, hun persoonlijke welvaart is
toegenomen, evenals hun bewegings
vrijheid, terwijl de totale landbouw-
produktie gestegen is.
Dat zijn winstpunten waar het rea
liteitsbesef van Tito niet vreemd aan
3415. In een afgelegen, moerassig gebied van
Nederland worden proefvaarten gehouden met
een geheel nieuw type glijboot, voortgedreven
door twee straalmotoren, die echter opvallend
weinig lawaai maken. De boot, die „Waterjuffer
heet. Is bestemd voor een kleine expeditie na.ir
de binnenlanden van Zuid-Amerika, waar nog
flinke lagen uraniumerts te vinden zouden zijn.
De expeditie staat onder leiding van de heer
Bastiaan Visser, een geoloog van grote naam en
zijn tweede tevens laatste) man is kapitein Rob.
Het ligt in de bedoeling de „Waterjuffer aan
boord van een koopvaardijschip naar Zuid-Ame
rika te verschepen. Om zo wejnig mogelijk rucht
baarheid te 'geven aan deze onderneming worden
de technische proefvaarten hier, ver van de be
woonde wereld, gehouden.
BERLIJN. De Raad van de
Evangelische Kerk voor beide
Duitslanden heeft zich tot de pre
dikanten La Oosl-Duitsland gericht
met bet verzoek op hun post te bltf-
ven. Uit mededelingen van kerkelij
ke zfjde heefi men kunnen opmaken
dat er tot nu te ongeveer vyftlg
predikanten uit ost-Duitsland naar
het Westen zyn gevlucht.
De raad heeft voorts te kennen
gegeven, dat hij graag zou zien dat
bepaalde misverstanden tussen de
evangelische kerk en de Oostduitse
regering uit de weg worden ge
ruimd.
In een communiqué wordt eraan
herinnerd dat de verwachtingen, die
zijn gerezen na de besprekingen in
juli 1958 tusseft vertegenwoordigers
van de Oostduitse regering en de
evangelische kerk gehouden, niet
zijn vervuld.
AJACCIO. Een Frans marine-
vaartuig heeft gistermorgen het stof
felijk overschot van de Nederlander
H, Vroom uit Den Haag geborgen
voor de kust van Corsica. De heer
Vroom was donderdag op diepzee-
jacht gegaan en werd sindsdien ver
mist. Gebleken is, dat hij is verdron
ken.
De heer Vroom was directeur van
een Nederlands bungalowpark te
Calvi op Corsica. De 'stoffelijke resten
zijn naar Calvi overgebracht.
(Advertentie I.MJ
mx
-"Lel' Op de'gele bus!
;v.
'r.. Aljeen.dan bent u er zeiler
van datU'.de .originele,.'
k-Tv- ifgqrdij'niptraaI kVijgt
MAPRO uv. hertogenbosch
PARAMARIBO. Door een druk
op een knop heeft gouverneur J.
van Tilburg van Suriname vrijdag
ochtend het zeer moderne en tot
grote hoogte gemechaniseerde be
drijf voor het vervaardigen van
spaanplaten van de firma Bruynzeel
te Paramaribo in werking gesteld.
OP de hoek van dé gracht is, in
een mooi, oud pand, al sinds
mensenheugenis een slagerij geves
tigd.
Als ifc V mtddaps naar huis ga,
moet ik er langs.
Dan zie ik altijd die hond.
Hij zit voor de deur en staart naar -
binnen. Zijn alledaagsheid maakt
hem aandoenlijk, u>ant hij is een
waardeloze hond. op jaren, een
beetje uitgezakt en moeilijk ter
been. Een halsband kon er niet af
en zijn kleur is het vale beige van
zo'n sportjasje, dat in de opruiming
terecht komt omdat niemand er voor
tekenen tvil. Maar hij heeft de
naieve ogen. van een eenvoudige ge
lovige.
Ik blijf altijd een poosje naar hem
kijken, want ifc vind kent zo sym
bolisch en veelzeggend.
Als kind mocht ifc, op regenachtige
zondagmiddagen, tuel eens met mijn
ouders mee naar een café chantant,
maar een traag verlopend variété
programma het voor ivendsel vorm
de, om dc Prijzen der consumpties
te verdubbelen. Later heb ifc, iji
theaters, noott meer zo intens geno
ten. Ik herinner mij dat ik, staande
■op een'stoel, dermate onbedaarlijk
'schaterde om een Belgische komiek,
die zich als oud wijf had verkleed,
dat de fnan mft, van het podium af,
tot matiging maande, daar het pu-
bliek meer naar mij keekdan naar
hem.
In dat café chantent trad ook een
heer op die, gekleed in rok en met
een rood gevoerde avondcape om de
schouders, de kneuterige liedjes zong
die men toen leuk vond. Ze we
melden van „meiske's" en „slipper
tjes" en „chatnpie" en „sjambre sip-
peree", die de sfeer van die tijd op
een uiat ranzige manier typeerden.
De zanger leeft nog altyd.
'Hij is een volkomen Vvrgeicn
grijsaard, geworden, die er niet mee.'
aan te pas^komt en nu leeft van he
staatsgeld. Bijna dagelijks zie ik
hem door de stad lopen in een
ouderxoetse, verkleurde jas en met
een hoed die, door zijn sterke ver
magering, wat te toyd geworden is
en de steun van de oren nodig keeft
om niet over de ogen te zakken.
Zo helpen lichaamsdelen elkaar.
Mensen zijn daarvan nature,
minder toe geneigd
De uitgezongen zanger maakt, als
je hem zo dapper rijn dag kapot ziet
marcheren, tenminste de indruk, dat
alleen zijn schaduw hem trouw ge
bleven is. Hij loopt een beetje hob
belig. Zyn gezicht is grijs van kleur
maar heeft de grimas van het thea
ter behouden. Als hij op het plein
langs een kroeg komt blijft hij even
stilstaan en dan kijkt hij naar bin
nen met ogen die, telkens weer, vol
naieve verwachting speuren naar
iemand van vroeger, die zal op
staan en wenken;
er toch in. Drinfc toat van
me!"
Maar het gebeurt nooit.
Die gele hond kijkt net zo.
Vol hoop.
Vol kinderlijke "verwachting.
■Hij is ook een „has been" en, op
zyn manier, een idealist. Want elke
dag keert hy terug met hetzelfde,
irreële geloof dat de slager hem zat
binnenlaten en' zal vergasten op de
vette kluif waarvan hy zo gestadig
zit te dromen.
Een sténen trapje leidt naar de
deur van de winkel.
Soms gaat de hond met zyn voor
poten op de bovenste trede staan, om
beter naar binnen te kunnen kijken.
Maar als er een fciant in oj uit
moet, deinst hy wat opzij, want hij
kent zijn plaats en wil, voor geen
goud, overlast berokkenen.
Na vele uren wordt hij wel eens
moedeloos.
Dan loopt hy de gracht op, maar
een. paar huizen verder blijft hij
staan, denkt even na en keert terug,
als een speler, die het toch nog een
keer proberen usiZ.
Maar net als u en ifc, die dagelijks
hongerig in de krant kijken of onze
situatie al een beetje opklaart,
wacht hij tevergeefs.
Want gratis kluiven worden, op
deze slagerswereld, nu eenmaal niet
verstrekt.
KRONKEL
(Advertentie l.M.)
Babyderm Haarwater (Hoor-
groei-iomc) legt reeds in de jeugd
de basts voor een gezonde hoor*
groef. Racen f 1.90. Long losraiksnd.
De secretaresse van Arthur Geral-
dine kwam binnen. „Heeft u dit niet
laten staan in de kamer van mr. Ge-
raldine?" zei ze. en gaf hem het
flesje neusdruppels.
O, dank u zeer."
„Dat schijn je ook overal te laten
•staan," zei Stephen. „Stop het nu
in 's hemelsnaam in je zak."
Nigel vertelde hem dat hij even
met Susan Jones wilde spreken.
Stephen belde het hoofd van de
factureerafdeling op, die zei dat hij
haar over enkele minuten naar bo
ven zou sturen:
„Wil je alleen met haar praten?"
„Ja."
„Nu, dan kun je beter de kamer
hiernaast nemen."
„Ik geloof niet dat dat nu hele
maal
„Goeie hemel,, man, het spookt er
toch niet wel? Ze hebben er al
schoongemaakt, hoor!" zei Stephen
geïrriteerd.
„Niettemin zou Susan het wel
eens griezelig kunnen vinden. Zou
je Jean niet kunnen vragen de naslag
bibliotheek een ogenblik te ontrui
men?"
„O, dat zal wel gaan. Joost mag
weten wat ze daar de hele dag uit
voert trouwens."
En zo had Nigels tweede ontmoe
ting met de blonde schoonheid plaats
op dezelfde plek als de eerste. Maar
deze keer was Susan nerveus en heel
wat minder vrijpostig.
„Ga maar zitten, Susan. Jean zei
dat je me ergens over wilde spre
ken. Het spijt me dat het zo lang
geduurd heeft voor ik er tijd voor
had."
„Ik weet echt niet begon het
meisje en schudde onrustig haar
hoofdje.
„Moeilijkheden met je vriend? Je
hoeft maar te kikken en ik daag
hem uit tot een duel."
Susan glimlachte flauwtjes. „U
speelt onder één hoedje met de po
litie, hè?"
„Nee, ik heb voortdurend moeilijk
heden met ze. Waarom?"
„Ik heb nog nooit iets met ze van
doen gehad. Je kunt ze niet ver
trouwen, wel? Ze slaan hun gevan
genen en nemen steekpenningen aan.
Maar eigenlijk is het om wat mijn
vriend zou zeggen, ziet u? Hij is zo
fijngevoelig."
„Die vriend die boeken leest?"
„Wie anders?"
„Nu dan, wét zou hij waarvan
zeggen?"
„Bovendien vindt miss Wenham
het niet goed. Ze wordt woest als
„Miss Wênham! Wat heeft dié er
mee. te maken?"
„Dat vertel ik u toch net? Ze houdt
er niet van dat wij meisjes in de pak
kamer komen. Maap ik vind dat je
wat van het leven gezien moet heb
ben voor je vaste verkering krijgt."
„En is de pakkatner de plaats
om wat van het leven te zien?"
Susan keek hem onverwacht on
deugend aan. „Wat u zegt! Ik deed
echt niks verkeerds. Maar het zou
verkeerd ge- ge-"
„Geïnterpreteerd?"
„Kijk, dat heb je als je gestudeerd
hebt! Weet u doet me soms aan
David denken. Dat is mijn vriend,
mijn vaste dan."
Nigels bijna onuitputtelijk geduld
was bijna aan zijn eind. Maar, na
nog enkele afleidingsmanoeuvres,
kreeg hij Susan weer op het goede
spoor, waarvoor hij ruimschoots be
loond zou worden. Afgelopen vrij
dagavond, vertelde ze, had ze een
afspraakje met „een van' de heren
van de pakkamer". Zij ging om pre
cies hall zes uit de naslagbiblictheek
weg, ging met de lift naar beneden
en naar de pakkamer. Al de andere
pakkers waren toen al weg, cn haar
cavalier greep de gelegenheid dat
de pakkamer verlaten was aan om
zich vast Wat in te leven dit was
Nigels interpretatie van Susans ze
dige verklaring „we hebben nog even
zitten praten voor we weggingen ."Na
een minuut of tien draaiden ze het
laatste licht uit en, Susan deed de
deur open en gluurde voorzichtig
naar buiten voorzichtig, omdat
ze juist de liftdeuren hadden boren
sluiten, en omdat ze daar niets te
maken had en miss "Wenham dit soort
verbroedering in het gebouw afkeur
de.
Susan gluurde dus naar buiten
degang in A'e langs de-lift en de ont-
vangkamei naar de zïjringang liep.
De gang was om die tijd verlicht,
zoals Nigel wist, door een enkele
zwakke lamp, Het licht was echter
voldoende om Susan een man te
doen zien die juist de toebtdeur aan
het'eind van de gang doorging naar
de buitendeur. Ze had alleen zyn
rug gezien, en maar voor een ogen
blik, maar voor .zover ze een be
schrijving van hem kon geven was
die duidelijk genoeg.
„Het was een tamelijk kleine man,
zei ze. „Hij had zo'n montycoat aan
zoals de nozems tegenwoordig dra
gen. Lichtbruin, geloof ik. En een
donkere hoed met een brede rand.
En het leek wel of-hij haar had zit
ten aan de kant van zijn gezicht
hij draaide zich een beetje om toen
hij zijn tas door de tochtdeur moest
krijgen."
„Wat voor soort tas was dat?
„Nou. weet u, zo'n weekendtas.
Flink groot en zwaar want hij kreun
de een beetje toen hij hem langs
de deur zeulde."
„Heeft hoe-heet-ïe die vriend
van je hem ook gezien?"
„O, nee. Er was alleen maar ruimte
voor mij om om de deur te kijken.
„Wat vond hij ervan?"
„George? Ik heb hem er niks van
gezegd. Ik heb er toen niks van
gedacht. Ik bedoel, ik dacht dat het
gewoon iemand was die bij de di
rectie was geweest."
„En was er niets aan die man aai
je bekend voorkwam?"
„N-nee." Haar antwoord klonk niet
erg overtuigd, maar Nigel drong met
verder aan,
„Wat zegt Geörge nu van dit alles.
„O, ik heb er tegen hèm niks vao
gezegd, Heeft-ie niets mee te maken,
vindt u wel?"
„Dus je hebt er niémand iets van
Susan keek een beetje beschaamd
en trok geprikkeld een schouder naar
voren. „Nou, ik heb het u toch ver
teld, niet?"
(Wordt vervolgd)