DE NEGERS IN DE V.S.
H
NE
KOMT WIPLALA TERUG...?
EN WAT DAN?
iM/Jmuê
O'
Nieu we oogst
ass. sn- rfe SkïJSöéSSS
Annie M. G. Schmidt vraagt
wat jij er van denkt
IlifjJ
mmm
Eindelijk dinsdag A Vanouds een dag voor melkfles-omspoelen
D
.JtVST;.
.v.'.*..*'.
.-•.y.'.'.v.v.
j Brandwonden)
Kloosterbalsem
PRÖITJ6I SPARKS
door FRANK GODWIN
Nieuwe aandrang bij
regering inzake de
37 verstekelingen
Dinsdag 28 oktober 1958
ET woord inlegratie voidt in onze tijd veelvuldig gebruikt. Het
drufcf een vorm van beleid uit ten opzichte van Algeriëen het
drukt een vorm van beleid uit jegen* de negers in de V.Som
de/e beide vont beelden maar te noemen. In alle twee de gevallen
geldt het al* de hoogste vorm rechtsgelijkheid. Is dit juist? Ons
dunkt van niet. Over Algerië willen wij het ditmaal niet hebben; wel
over bet ogenschijnlijk zozeer verschillende negervraagstuk in de V.S.
Er zijn lal van goedwillende mensen in de V.S., die de oplossing van dit
vraagstuk zoeken in consequente integratie. Zij zeggen dat Amerika één
grote smeltkroes i- en dat het logisch en verstandig is, de negers daar
ook in te deponeren. Daarmee worden alle moeilijkheden eens en voor
altijd opgelost.
Het Hikt een nieuw en verrassend recept, maar in feite is het dat niet.
Deze vorm van integratie is. integendeel al oud. Ze is toegepast door die
vele mannen in het Zuiden der V.S., die aan de onderworpenheid en
rechteloosheid van de neger bevolking de vrijheid ontleenden, zich gere
geld niet zwarte vrouwen in te laten. Dit is lange jaren op grote «chaaï
geschied. Than? is daaraan goeddeels een einde gekomen. De voorstanders
van de integratie streven natuurlijk niet naar herstel van deze toestand. Zij
willen wat vroeger het recht van de sterkste was vervangen door gemeng
de huwelijken op grote schaal; en zij ageren heftig tegen de in een aan
tal staten nog bestaande bepalingen, die deze gemengde huwelijken ver
bieden.
Het merkwaardige van het geval is intussen, dat de verdwijning van
deze bepalingen, hoezeer als symbool gewenst, waarschijnlijk in de prak
tijk weinig 2ou betekenen. Ook waar gemengde huwelijken nu zijn toe
gestaan, komen ze maar sporadisch voor. Dit is het gevolg van het toege
nomen groepsbewustzijn bij de negers. Zij hebben evenzeer hun trots
en hun taboes ais de blanke bevolking. Het overbekende vraagje bij de
blanken: Zoudt u willen, dat uw dochter met een neger trouwde? vindt
een tegenhanger in een soortgelijk vraagje bij de negers: Zoudt u willen,
dat uw dochter met een blanke trouwde? In beide gevallen luidt het
antwoord ontkennend.
fEGERS hebben zeer duidelijke raskenmerken, maar zij beginnen
meer en meer op te honden, deze te zien als beschamend. Het
is een merkwaardig proces, dat nog in voile gang is, maar dat
in elk geval het bestaan veronderstelt van een krachtige en
overtuigde eigen gemeenschap, waarin zich ook eigen ivaarde-oordelen ont-
wikkelen. De Amerikaanse negers zien de blanken steeds minder als
een superieur ras. Zij verklaren meer en meer. op geen enkele wijze de
minderen te zijn.' Wat zij opeisen is het recht, dit te bewijzen. Dat kan j
door hen dezelfde kansen te geven, f4iet de vermenging willen zij, maar
juist de handhaving van hun groep, die ais groep ook haar plaats opeist.
Dezelfde rechten als staatsburgers, onderwijs van dezelfde kwaliteit, be-
noeming in dezelfde functies met gelijke betaling, toegang tot dezelfde.
lokalen en dezelfde vervoermiddelen en dezelfde soorten van woningen. J
Maar geen vermenging. 1
Wie dat wil. kan daarin een zekere kleinheid zien; en in een onberaden
ogenblik zou zelfs het woord apartheid kunnen vallen. Want in deze op-
vatting hoort immers ook het bestaan van eigen verenigingenen waarom
zon het bestaan van eigen scholen er niet in passen? Wat dit laatste punt
betreft, de negers in de staat Georgia zijn zeer trots op hun prachtige j
en uitnemende scholen in Atlanta, Zij zeggen tot hun rasgenoten elders:
Ge hoeft niet naar scholen van de blanken, ge kunt bij ons even goed
en misschien zelfs beter terecht!
Toch heeft dil met apartheid naar Zuidafrikaans model maar weinig
te maken. De basis der vrijwilligheid staat hier voorop. En er is geen
sprake van, dat de Amerikaanse negers er iets voor zouden voelen, hun
recht van meespreken over de landsbelangen gering 1e achten. Op dit
punt zijn zij met minder dan het volle pond niet teixedeu. Zij laten
alleen één ding duidelijk blijken: zij zien rechtsgelijkheid en integratie
niet als één en hetzelfde. Meer nog: zij wijzeii (in meerderheid) de inte
gratie af juist om sterker te staan in de strijd om de rechtsgelijkheid.
t AI dit te begrijpen is het goed er de aandacht op te vestigen, dat
de positie van de negers ook in het vrije Noorden nog verre van
ideaal is. Zij worden niet gehinderd in de uitoefening van hun
burgerrechten, maar zij en a i en in de gebieden des levens, waar
de wetgever zich buiten houdt, toch allerlei moeilijkheden. Hun woonge
bieden zijn gewoonlijk ghetto's en tot bepaalde betrekkingen hebben zij
geen toegang. Grond kunnen zij zich moeilijk venverven, niet omdat de
wet het hun1 verbiedt, maar omdat de eigenaren de waarde van de om
liggende percelen niet willen zien dalen.
Ze rrkiaart zich wel de neiging tot versterking van de positie van
de groep. Integratie kan geen uitkomst brengen; ze is een hersenschim
en niet eens een erg mooie. Het gaat er nu om als deel van het Ameri
kaanse \*olk zijn waarde en betekenis te bewijzen en aldus zijn plaats te
veroveren. De nadruk valt daarbij op de duidelijke bedoeling, van de
nood een deugd te maken; gij blanken houdt ons op een afstand en op
die afstand spelen wij hel toch klaar, zonder u en even goed al' u.
Tegen deze achtergrond verliezen de schoolconflicten in het Zuiden wel
iets van hun betekenis. Natuurlijk willen de negers zich geen discrimi-
naties laten welgevallen en staaft zij op hun rechten; maar hun toekomst
zien zij toch als een ding dat. meer in bun eigen hand ligt dan dn
die van de wetgever en de rechterlijke macht te Washington. Als groep
met eigen karakter geloven zij, zichzelf en hun land beter te dienen
dan met integratie. En daar zou dan de parallel kunnen worden getrokken
met Algerië: maar daarover later eens.
(Advertentie 2.M.)
Maar gekheid nu terzij, een schone melkfles hóórt erbijI
.4.4R gaan ure wear.
I.
ij»»»,,'*
'w «ij
En ik moet toegeven dat het grote En hij zal uitleggen dat hij wel terug
voordelen heeft, MOEST komen Waarom? Wel. hg
Je fcunt rondrijden in je ejgen Iwd natuurljjk wroeging over dat
speelgoedautootje. Ie kunt in je eigen engeltje Een levend klokke-engeltje
elektrisch treintje door de kamer dat onbeschermd en hulpeloos de
jakkeren. Je kunt in een kruideniers- wereld doorvliegt, zoiets kan toch
winkel jezelf door een ontbijtkoek niDaar moet iets aan gedaan vvor.
been eten. m de lengte en je kunt den. En hij zal die stenen spin weer
je verstoppen achter een banaan in 'evend willen maken die hy toen
een fruitmand. Als je ziek bent mag cens een keer betmkeld heeft. Je
je liggen in een lege bonbondoos met kunt toch maar niet zo een spin in
watten en zo zijn er allerhande ver* steen veranderen en hem dan maar
rassend leuke dingen te doen. Maar laten zitten. En daarom... dacht
de nadelen zijn er ook. En die zijn lk... koim hg terug. En hoe zqu het
verschrikkelijk. Je moet je namelijk dan verder gaan. Tja... hoe"
zo goed mogelijk verschuilen voor de
mensen Want als de mensen van die
heel klein wezentjes zien dan kun
nen ze we] eens nare dingen doen.
Ze kunnen je bijvoorbeeld in een
kooi zetten en op de kermis voor
geld laten bekijken. En dat moet je
in elk geval zien te vermijden, dat
spreekt vanzelf. Als jullie dus nog
eens zo klein worden, door een of
andere wiplala die bij je in huis
komt wonen, dan moet je terdege
oppassen om niet door de mensen
gevangen te worden.
Het mooiste tinkel-iverk dat Wip
lala deed was personen en dieren in
stenen beelden te veranderen. Dat
was de enige tinkel-kunst die hem
vrij vlot afging. Hij veranderde een
levende dichter in zijn eigen stand
beeld. Achteraf bleek dat een zegen
te zijn voor die dichter. Hij veran
derde ook een standbeeld In een le
vend mens. En aan 't eind van zijn
logeerpartij veranderde hij een hou
ten engeltje van een ouderwetse klok
in een levend engeltje dat haastig
Dit is iS'ella Delia
yV/IPLALA is een klein mannetje
Hij wM-dTsi?'boos^lsl™'KTen Is weggevlogen, niémand weel waar-
komt uit het land van de wiplala's. de etenskast weer weesesaan
De mensen zeggen dat hij kon tove- m ae etensltast weer weggegaan,
ren maar ook dat is niet juist. Hij Zonder afscheid te nemen. Zomaar,
kan TINKELEN. En omdat hij nog Heel naar eigenlijk, maar als je 't mij
niet zo erg goed kan tinkelen, dat vraagt geloof ik dat hij nog wel eens
wil zeggen de ene keer we! en de terugkeert. Zolang dat muizegaatje
andere keer niet, brengt hij nogal met is dichtgestopt en het IS niet
eens verwarring teweeg. Op een dag dichtgestopt is er een redelijke
kwam Wiplala door een muizegaatje kans dat Wiplala terugkeert in het
binnen in de etenskast bij de familie huis van Nella Delia en Johannes.
Blom. Yader_Blom en zijn twee kin- Hij zal dan, misschien plotseling op
Dit is Johannes
deren Nella Delia en Johannes namen
hem liefderijk op en gingen met hem
uit. Omdat Wiplala telkens probeerde
te tinkelen (uit goeiigheid)wat soms
we] lukte en soms niet. raakten ze
al gauw in grote moeilijkheden. Het
ergste was dat de hele familie Blom
op een keer door die domme Wiplala
in kleine mensjes werd omgetinkeld,
precies zo klein als hijzelf. Wel, het
lijkt heel leuk om zo klein te zijn.
een morgen op de ontbijttafel zitten,
vlak naast de pot met pindakaas.
Dit is meneer Blom
Dit is Wiplala
Th. Kröger overleden
DAVOS. Naar pas thans bekend is
geworden, is de vooral door zijn
eerste roman „Het vergeten dorp*'
beroemd geworden schrijver Theo-
dor Kroger vorige week vrijdag te
Klosters-Platz bij Davos overledlen.
Hij was 61 jaar.
Kröger die in 1867 te St. Peters
burg werd geboren, was gedurende
de eerste wereldoorlog in Siberië ge
ïnterneerd. Tussen de twee wereld
oorlogen woonde hij in Duitsland.
In 194.5 'ging hij naar Zwitserland
om van tuberculose te genezen.
(Advertentie LM,)
Kloosterbalsem zuivert en ge- I
i neest de wond. bevordert de 1
l groet t?an een meuuie huid. j
"geen-goud so goed" J
OÊ Wiplala zou weer in het gezel- zijn duizend manieren om in moei- vreden met eten en kleren, die wil
lige huis van de kinderen Blom hjkheden te komen en als je dan zo'n len een. baan. Die willen werken,
kunnen blijven wonen. Hij moet dan wiplala bij de hand hebt. dan zou hij Wel, dan zou Wiplala voor een baan
natuurlijk weer verborgen worden, je uit de nood kunnen redden. kunnen zorgen, voor een betrekking,
gehouden als er visite komt, want ik zou me ook kunnen voorstellen Het wordt misschien een hele vreem-
vreemde mensen mogen hem niet dat de hele familie Blom graag op de baan. Meneer Blom wordt bij
zien. Hij kan de kinderen dan weer reis wil. maar geen geld heeft voor voorbeeld directeur van een theater,
helpen in allerlei moeilijke omstan- een reis. Het zou best mogelijk zijn Maar meneer Blom heeft helemaal
digheden. Want kinderen komen jzo dat Wiplala hen hielp om ook zon- geen verstand van toneel en hij doet
makkelijk in moeilijke omstandig- der geld op reis te gaan, erg ver dus alles verkeerd Maar Johannes
heden. Is het niet zo? Je gaat bijvoor- weg, naar Afrika of het Amazone- en Nella Delia helpen hem uit de
beeld spelen in een vrachtauto met gebied of zelfs naar Mars. Nietwaar, nood en treden zelfs op, als arties-
iege kisten en ineens komt de ehauf- dat kan, ten, met hun levende pop Wiplala.
feur. Je schrikt en kruipt weg in Het zou ook kunnen gebeuren dat Of zullen we meneer Blom direc-
een lege kist. En voor je het weet meneer Blom zijn baan verliest en teur van een fabriek maken? Tan een
rijdt de auto weg. ver over de grens, geen geld meer verdient. En dat de pyjamafabriek? Wel. daar heeft hi)
Of je krijgt geld mee voor een bood- familie dus heel arm wordt, Wiplala ook geen verstand van. Er komt dus
schap en je verliest 3e portemonnaie. kan hen helpen. Hij kan voor eten een grote verwarring in die fabriek
zorgen en voor kleren. Als het lukt en er wordt een "heel gek soort pyja-
wf 3® hebt een ziek vnendje en je tenminste. Als hij een beetje gevor- ma's gemaakt, dacht ik zo. En als
wilt iets aardigs voor hem doen en derd is in tinkelen. Maar je zult zien Wiplala er zich dan mee gaat be-
Je,brengt hem een ijsje op bed en het ^at vader Blom dan nóg niet tevre- moeien, wordt het allemaal nog in-
blgkt dat hy van dat JJs nog. erger den is. "Welnee, vaders zijn niet te- gewikkelder.
ziek wordt. Afschuwelijk. O jee. er
WAS DAT EVEN IEKKER!
IK WOU PAT IK GROOT
WAS EU OOK IN LON
DEN WOONDE,NET ALS
JU, CAROL.IK VIND
VERSCHRIKKELIJK
THUIS .MET TANTE'
EDITH. IK ZOU
8EST WILLEN
WEGLOPEN
DE DIERENTUIN.
DAT IS GÉÉN MANIER VAN
PRATENJE HOUDT TOCH
ZEKER WEL VAN JE JA, IK HOU
VADER? WACHT, WE *S WEL VAN PAPS*
NEMEN 'N TAXI NAAR Ji MAAR ALS IK
RUZIE HEB
M£T TANTE EPlTH
KIEST HU AUTUD
haar PART'J.
BOVENDIEN IS HU
BUNA NOOIT THU15
-JAMMER GENOEG i
ZAL IK JE ES WAT ZEGGEN
PAPS MOEST MAAR
WEER TROUWEN.
MISSCHIEN WAS HU
WAT VAKER
THUIS- EN DAN
KON TANTE EDITH
NIET MEER DE
DE BAAS
OVER ME
SPELEN
Wat vinden jullie? Als jc wilt, schrijf me dan maar eens een briefje.
Hoe denk je dat het verder zal gaan met Wiplala en de kinderen Blom?
Vertel me maar wat je dacht. Ik weet niet zeker of het dan zo zal gebeuren.
Nee, dat weet ik helemaal niet zeker, want ik moet zelf ook maar afwach
ten hoe en wanneer Wiplala terug komt en wat hU dan zal gaan doen.
Want al schryf je zelf boeken, je moet toch altijd maar afwachten waf de
personen In zo'n boek gaan doen hoor. Ja heus, je kunt een heleboel zelf
verzinnen, maar op bladzijde vier of vijf... hoep... dan doen ze net
anders dan je had gedacht. Maar toch zou Ik het leuk vinden om van
jullie te horen hoe je het je had voorgesteld. Goed?
Dag dan.
I Poëtische uitspraak van eeri^drie-
I jarig jongetje, over de herfst:
I„Fijn hé mamdat de blaadjes van
de bomen vallen Nou hebben de re
geltjes meer plaats."
II.
Twee openbarezusjes lopen bin
nen bij een Christelijke butirrroim;
Zy heeft net haar maaltijd beein-
digd en sluit üe ogen om te danken.
Wat doet ze?" vraagt het ené
meisje.
f „Sssst," zegt haar 2itsj*e. „Ze zit te
1 denken toeft ze morgen op 't brood
S zal nemen."
III.
Een jongetje en een meisje zyn aan
2 het spelen.
Het meisje, uier jaar oud, loopt
J met haar pop in haar armen en laat
I onafgebroken een enerverend ge-
f drein- horen.
„Waarom huil jij eigenlijk?" vraagt
J de jongen.
I „Ik huil niet. Me kind huilt," zegt
f het meisje.
En ze dreint door.
Dan moet je dat kind een klap
I geven," adviseeert de jongen.
Hij staat op en voegt de daad zo
krachtig bij het woorddat de pop-
top de grond valt.
Stille.
De straffe remedie schijnt geholpen
{te hebben.
Maar dan steekt het gedrein toch
1 weer op.
Huilt je Kind nou al weer?" vraagt
J de jongen.
Waarop het meisje zegt:-
„Nee. Nou huil ik zélf."
IV.
Een jongetje keert terug uit de
Zondagsschool en verklaart ontgoo-
f cheld: „Die meneer las voor uit een
I brief van Paulusde boskabouter,
maar ik vond er niks an."
V.
Broer en zus spelen in de tuin.
Moeder komt uit de keuken met
twee appels, geeft ze aan de jongen
en zegt:
„Hier. Voor jullie allebei een."
De appels zijn niet precies enen
groot.
De jongen denkt even na. Dan
geeft hij ze aan zijn zusje en zegt:
j „Hier. We mogen er allebei eon. Maar
de grootste moet je weggeven. Bat
hoort zo."
VI.
Meisje, va aandachtige beschou-
1 wing van een vaasje narcissen:
„Gek hè, die bloemen drinken met
hun staartjes."
VIT.
Een vijfjarig meisje vraagt aan
haar vader:
„Wat gebeurt er als ik dood ga?'
t£>an word je een engeltje en dan
krijg je vleugels en dan ulieg je door
de lucht
„En als er dan een vliegtuig tegen
me aanbotst?"
Terwijl de vader nadenkt over een
passend antwoord hoor? hij haar zelf
al de conclusie mompelen:
Dan ben ik pas hardstikke dood."
VUL
Een klein meisje, dat sukkelt met
de betekenis can het woord „moe
derdag" wordt door haar broertje
aldus wit de droom geholpen:
„Dat ts een soort dierendag voor
vrouwen."
KRONKEL.
PARIJS/AMSTERDAM. De In
ternationale Federatie voor Men
senrechten beeft door bemiddeling
van de Nederlandse ambassade in
Frankrijk een dringend vertoog ge
richt tot de Nederlandse regering,
waarin zij haar vraagt terug te ko
men op de beslissing tot terugzen
ding naar Indonesië van de 37 ver
stekelingen.
Tevens heeft de federatie contact
gezocht met de Australische ambas
sade te Parijs teneinde ontscheping
van de verstekelingen in Melbourne
te verkrijgen, totdat hun in Neder
land of elders asiel zal worden ver
leend.
Inmiddels heeft het bestuur van
het christ. sociaal verbond Patri
monium te Amsterdam in een tele
gram aan minister Samkalden ver
zocht, ten aanzien der verstekelin
gen „de uiterste barmhartigheid te
willen betrachten".
f. v-*» 'j« >7 a.j
door URSULA CURTISS
mr 15 hjri, 5PROCTJLZtbt jr-
HfcT 5P(jr Mt DAT IK Jt yot\.m*
rtriw tmer
t»
ZAL ik DltKRÉü- V "tt TcX^-HIJ R£Dl
PtLt JOfl&LN EtM HET WE.!-HOL Mt£R
btlTjL HEIPEN 1/ V Hij ZELF" DOtr HOE
BETER. DAT IS.
GESLAGEN HEB'
3447. De „Waterjuffer" is ondertussen aan zijn
tocht naar de binnenlanden begonnen. Hot lichte
vaartuig scheert met grote snelheid over het
water. Het eerste doel van de tocht ligt by San-
tarem, waar Ba« nieuwe brandstof wil tanken
voor de straalmotoren. Maanden geleden zijn de
posten langs de rivier reeds ingericht en be voor- i de „Waterjuffer nagewuifd cnwil terug lopen
raad. Rob en Bas zyn best leviedeu ovtx hun j naar haai auto. wanneer zy m de vei te het
gids. die wel zwijgzaam is, maar de rivier blijk- gehuil van politiesirenes hoort. De patrouille-
gids. die wel zwijgzaam umo> -
baar op zijn duimpje kent. Maar ze vragen zich auto s .komen kennelijk deze kant uit. Nu ja.
nog altijd af, hoe Jeannette Peabody die kerel i John is verdwenen en niemand weet dat zij,
opeens op de kop heeft getikt... Jeannette heeft Jeannette, hem heeft geholpen...
19
Torrant keek naar haar handen,
wit, sterk en tot vuisten gebald. Hij
zei langzaam: „U haatte Louise Mal
low, hè?"
Er ging een volle minuut voorbij.
De wilgen bewogen m de wind en
lieten af en toe wat strepen zonlicht
binnen. De samengeknepen handen
ontspanden zich en Annebelle Blair
draaide zich om. Ze zag eruit als een
gewone vrouw van een jaar of veer
tig, rustig, koel bezadigd. Maar dan
moest je met aan haar lege ogen
denken en niet aan haar gebalde
vuisten.
Ze zei onverschillig: „Wat een dwa
ze opmerking. Mevrouw Mallow had
alles wat ze wilde: kleren, bontman
tels eft een man die de sterren van de
hemel voor haar had willen pluk
ken.
Maar dat houdt niet in» dat ik
baar haatte, meneer Torrant. Ze
hoorde gewoon bij m'n baan.'1
Niettemin sprak de haat uit haar
hele wezen. Het was bijna griezelig
na haar tocht naar het kerkhof, de
natte sneeuw op haar mantel, daar
waar ze geknield had en haar vredi
ge triomf toen ze naar het hek liep.
„U moet me nu verontschuldigen,"
zei ze op dezelfde onverschillige toon,
„ik heb een afspraak."
Ze liep naar de deur en Torrant
trok zyn jas aan en volgde haar,
even verlangend om te vertrekken
als zij was om hem te zien gaan.
Hy had 't gevoel of hij gewonnen
had.
Want hy wist nu, dat zijn wapen
bij de Mallows lag. Door de Mallows
zou hij haar terug betalen wat ze
Martin had aangedaan. Martin was
al een jaar dood, maar de Mallows
waren een recente misdaad. Hij moest
alles over hen te weten komen wat
er te weten viel. Zo zou hii de rol
van Annebelle onthullen: de koele,
dodelijke hand, die zij me; opge
merkt hadden.
En hij wist nu ook wat hem dwars
gezeten had, welke gevolgtrekking
voor het grijpen had gelegen.
HOOFDSTUK 8
Het zwart ijzeren bord voor het
huis van Paulette Kirby gaf te ken
nen, dat hier een makelaar woonde
en schommelde lui heen en weer.
Torrant, die juist aangebeld had,
meende een geluid achter de deur te
horen en wachtte geduldig. Maar er
werd met opengedaan en toen hij
naar de auto terug liep, was hü er
zeker van dat mevrouw Kirby ach
ter een gordijn naar hem stond te
gluren.
Dan moest hij maar beginnen waar
de Mallows geëindigd waren,
De wagen stond als een zeldzame
orchidee tussen de rommel in de ga
rage van Earnshavv. De keuze was
met zo moeilijk geweest, want dit
was de enige garage van Chauncy
die 'n sleepdienst had. Torrant schud
de, zonder 't zich bewust te zijn, z'n
hoofd terwijl hij de auto bekeek. Het
was een pracht en hij zag er bijna
uit als een gewond levend wezen.
Alle ruiten waren gebroken, het
chroom was verbogen en het bleek
blauwe metaal was ontzettend be
schadigd.
De mecanicien naast hem maakte
een sympatiserend geluid. „Mooi
hè," zei hij nadenkend. „De schade
is lang niet zo erg als 't lijkt. Maar
wc hebben orders hem uit elkaar te
halen. Hij mag niet gerepareerd
worden."
„Orders?"
De mecanicien knikte en spuwde
een eerbiedige afstand van de auto
vandaan. „Die dame van het huis
heeft een dag na het ongeluk me
neer Earnshaw opgebeld en gezegd,
dat ze het zo wenste. We hebben 't
nogal druk gehad de laatste tijd en
we zijn er nog niet toe gekomen."
Torrant liep om de wagen heen en
stak zyn hoofd door de verbrijzelde
ruit aan de kant van de bestuurder.
De meeste schade was aan deze kant
aangericht, de deur was verbogen en
de bumper ingedeukt. Gerald Mal
low was het eerste gestorven. Hij
liet zijn ogen langs het rode leer
van de bekleding glijden, toen de
mecanicien zijn arm door het andere
raampje stak en het openhangende
kastje met een klap sloot, ,,'t Is een
populair wagentje vandaag," zei hij
tegen Torrant, „er was vanmorgen
ook al iemand om 't te bekijken. Een
vriend van de Mallows. Hij kon 't
nauwelijks geloven toen hij 't nieuws
hoorde, vertelde hij."
Natuurlijk zou er niets meer In
de auto te vinden zijn. Ieder diDg
van enig belang zou al lang voor de
dag gekomen zijn. Niettemin had
Simeon dat kastje geopend om toch
nog zelf te kijken.
Torrant liep samen met de meca
nicien na'ar de uitgang.
„Hij reed op ijs, heb ik gehoord,
zei hy.
„Hij reed op whisky," antwoordde
de man kort en bondig. „De barman
van de Grotto, waar ze die avond wa
ren, is een neel van mijn vrouw en
hij zegt, dat meneer Mallow aardig
wat achterover sloeg. Mevrouw Mal
low werd er zenuwachtig van, maar
hy wou met naar haar luisteren.
Toen ze naar huis gingen, omhelsde
hij met auto en al een boom." Alco
hol, duisternis en een, wegdek van
ijs. Een voor de hand liggend on
geluk of een knappe entourage voor
een moord? De Grotto. Torrant
borg de haam in zijn geheugen op
Het verbaasde hem en hij werd er
een beetje nijdig om, dat de woorden
van de mecanicien hem aan 't twij
felen brachten.' Maar hoe 't ook ZU>
er was geen twijfel aan het aandeel
dat ze m de dood.van Martin had
gehad en ook deze* laatste keer had
't haar een behoorlijke duit opge
bracht.
Het was evén over half één. Hy
lunchte snel, zijn gedachten heel er
gens anders.- Toen hij het, restau
rant verliet botste hij bijna tegen
Maria Rowan en Simeon op.
Ze gingen dus samen lunchen. Nou,
waarom niet. Torrant groette hen
met de brede glimlach van iemand,
die plotseling de smoor in heeft. Hy
moest zich wat beter realiseren, dat
dit meisje met haar koele, goudkleu
rige ogen. best in staat was op zich
zelf te passen en dat hij bovendien
absoluut niets met haar te maken
had. Als Simeon haar ging vertel
len, dat haar nicht een moordenares
was geweest zou ze dat waarschijnlijk
rustig voor kennisgeving aannemen»
In 't langs lopen, zei hij: „O, tus
sen haakjes, ik heb juffrouw Blair
inderdaad gevonden vanmorgen" De
ogen van Simeon werden onmiddel
lijk waakzaam, maar Maria zei
droog: „Dat zag ik," Vorder niets.
(wordt vervolgd)