DE NEGERS IN DE V.S. H NE KOMT WIPLALA TERUG...? EN WAT DAN? iM/Jmuê O' Nieu we oogst ass. sn- rfe SkïJSöéSSS Annie M. G. Schmidt vraagt wat jij er van denkt IlifjJ mmm Eindelijk dinsdag A Vanouds een dag voor melkfles-omspoelen D .JtVST;. .v.'.*..*'. .-•.y.'.'.v.v. j Brandwonden) Kloosterbalsem PRÖITJ6I SPARKS door FRANK GODWIN Nieuwe aandrang bij regering inzake de 37 verstekelingen Dinsdag 28 oktober 1958 ET woord inlegratie voidt in onze tijd veelvuldig gebruikt. Het drufcf een vorm van beleid uit ten opzichte van Algeriëen het drukt een vorm van beleid uit jegen* de negers in de V.Som de/e beide vont beelden maar te noemen. In alle twee de gevallen geldt het al* de hoogste vorm rechtsgelijkheid. Is dit juist? Ons dunkt van niet. Over Algerië willen wij het ditmaal niet hebben; wel over bet ogenschijnlijk zozeer verschillende negervraagstuk in de V.S. Er zijn lal van goedwillende mensen in de V.S., die de oplossing van dit vraagstuk zoeken in consequente integratie. Zij zeggen dat Amerika één grote smeltkroes i- en dat het logisch en verstandig is, de negers daar ook in te deponeren. Daarmee worden alle moeilijkheden eens en voor altijd opgelost. Het Hikt een nieuw en verrassend recept, maar in feite is het dat niet. Deze vorm van integratie is. integendeel al oud. Ze is toegepast door die vele mannen in het Zuiden der V.S., die aan de onderworpenheid en rechteloosheid van de neger bevolking de vrijheid ontleenden, zich gere geld niet zwarte vrouwen in te laten. Dit is lange jaren op grote «chaaï geschied. Than? is daaraan goeddeels een einde gekomen. De voorstanders van de integratie streven natuurlijk niet naar herstel van deze toestand. Zij willen wat vroeger het recht van de sterkste was vervangen door gemeng de huwelijken op grote schaal; en zij ageren heftig tegen de in een aan tal staten nog bestaande bepalingen, die deze gemengde huwelijken ver bieden. Het merkwaardige van het geval is intussen, dat de verdwijning van deze bepalingen, hoezeer als symbool gewenst, waarschijnlijk in de prak tijk weinig 2ou betekenen. Ook waar gemengde huwelijken nu zijn toe gestaan, komen ze maar sporadisch voor. Dit is het gevolg van het toege nomen groepsbewustzijn bij de negers. Zij hebben evenzeer hun trots en hun taboes ais de blanke bevolking. Het overbekende vraagje bij de blanken: Zoudt u willen, dat uw dochter met een neger trouwde? vindt een tegenhanger in een soortgelijk vraagje bij de negers: Zoudt u willen, dat uw dochter met een blanke trouwde? In beide gevallen luidt het antwoord ontkennend. fEGERS hebben zeer duidelijke raskenmerken, maar zij beginnen meer en meer op te honden, deze te zien als beschamend. Het is een merkwaardig proces, dat nog in voile gang is, maar dat in elk geval het bestaan veronderstelt van een krachtige en overtuigde eigen gemeenschap, waarin zich ook eigen ivaarde-oordelen ont- wikkelen. De Amerikaanse negers zien de blanken steeds minder als een superieur ras. Zij verklaren meer en meer. op geen enkele wijze de minderen te zijn.' Wat zij opeisen is het recht, dit te bewijzen. Dat kan j door hen dezelfde kansen te geven, f4iet de vermenging willen zij, maar juist de handhaving van hun groep, die ais groep ook haar plaats opeist. Dezelfde rechten als staatsburgers, onderwijs van dezelfde kwaliteit, be- noeming in dezelfde functies met gelijke betaling, toegang tot dezelfde. lokalen en dezelfde vervoermiddelen en dezelfde soorten van woningen. J Maar geen vermenging. 1 Wie dat wil. kan daarin een zekere kleinheid zien; en in een onberaden ogenblik zou zelfs het woord apartheid kunnen vallen. Want in deze op- vatting hoort immers ook het bestaan van eigen verenigingenen waarom zon het bestaan van eigen scholen er niet in passen? Wat dit laatste punt betreft, de negers in de staat Georgia zijn zeer trots op hun prachtige j en uitnemende scholen in Atlanta, Zij zeggen tot hun rasgenoten elders: Ge hoeft niet naar scholen van de blanken, ge kunt bij ons even goed en misschien zelfs beter terecht! Toch heeft dil met apartheid naar Zuidafrikaans model maar weinig te maken. De basis der vrijwilligheid staat hier voorop. En er is geen sprake van, dat de Amerikaanse negers er iets voor zouden voelen, hun recht van meespreken over de landsbelangen gering 1e achten. Op dit punt zijn zij met minder dan het volle pond niet teixedeu. Zij laten alleen één ding duidelijk blijken: zij zien rechtsgelijkheid en integratie niet als één en hetzelfde. Meer nog: zij wijzeii (in meerderheid) de inte gratie af juist om sterker te staan in de strijd om de rechtsgelijkheid. t AI dit te begrijpen is het goed er de aandacht op te vestigen, dat de positie van de negers ook in het vrije Noorden nog verre van ideaal is. Zij worden niet gehinderd in de uitoefening van hun burgerrechten, maar zij en a i en in de gebieden des levens, waar de wetgever zich buiten houdt, toch allerlei moeilijkheden. Hun woonge bieden zijn gewoonlijk ghetto's en tot bepaalde betrekkingen hebben zij geen toegang. Grond kunnen zij zich moeilijk venverven, niet omdat de wet het hun1 verbiedt, maar omdat de eigenaren de waarde van de om liggende percelen niet willen zien dalen. Ze rrkiaart zich wel de neiging tot versterking van de positie van de groep. Integratie kan geen uitkomst brengen; ze is een hersenschim en niet eens een erg mooie. Het gaat er nu om als deel van het Ameri kaanse \*olk zijn waarde en betekenis te bewijzen en aldus zijn plaats te veroveren. De nadruk valt daarbij op de duidelijke bedoeling, van de nood een deugd te maken; gij blanken houdt ons op een afstand en op die afstand spelen wij hel toch klaar, zonder u en even goed al' u. Tegen deze achtergrond verliezen de schoolconflicten in het Zuiden wel iets van hun betekenis. Natuurlijk willen de negers zich geen discrimi- naties laten welgevallen en staaft zij op hun rechten; maar hun toekomst zien zij toch als een ding dat. meer in bun eigen hand ligt dan dn die van de wetgever en de rechterlijke macht te Washington. Als groep met eigen karakter geloven zij, zichzelf en hun land beter te dienen dan met integratie. En daar zou dan de parallel kunnen worden getrokken met Algerië: maar daarover later eens. (Advertentie 2.M.) Maar gekheid nu terzij, een schone melkfles hóórt erbijI .4.4R gaan ure wear. I. ij»»»,,'* 'w «ij En ik moet toegeven dat het grote En hij zal uitleggen dat hij wel terug voordelen heeft, MOEST komen Waarom? Wel. hg Je fcunt rondrijden in je ejgen Iwd natuurljjk wroeging over dat speelgoedautootje. Ie kunt in je eigen engeltje Een levend klokke-engeltje elektrisch treintje door de kamer dat onbeschermd en hulpeloos de jakkeren. Je kunt in een kruideniers- wereld doorvliegt, zoiets kan toch winkel jezelf door een ontbijtkoek niDaar moet iets aan gedaan vvor. been eten. m de lengte en je kunt den. En hij zal die stenen spin weer je verstoppen achter een banaan in 'evend willen maken die hy toen een fruitmand. Als je ziek bent mag cens een keer betmkeld heeft. Je je liggen in een lege bonbondoos met kunt toch maar niet zo een spin in watten en zo zijn er allerhande ver* steen veranderen en hem dan maar rassend leuke dingen te doen. Maar laten zitten. En daarom... dacht de nadelen zijn er ook. En die zijn lk... koim hg terug. En hoe zqu het verschrikkelijk. Je moet je namelijk dan verder gaan. Tja... hoe" zo goed mogelijk verschuilen voor de mensen Want als de mensen van die heel klein wezentjes zien dan kun nen ze we] eens nare dingen doen. Ze kunnen je bijvoorbeeld in een kooi zetten en op de kermis voor geld laten bekijken. En dat moet je in elk geval zien te vermijden, dat spreekt vanzelf. Als jullie dus nog eens zo klein worden, door een of andere wiplala die bij je in huis komt wonen, dan moet je terdege oppassen om niet door de mensen gevangen te worden. Het mooiste tinkel-iverk dat Wip lala deed was personen en dieren in stenen beelden te veranderen. Dat was de enige tinkel-kunst die hem vrij vlot afging. Hij veranderde een levende dichter in zijn eigen stand beeld. Achteraf bleek dat een zegen te zijn voor die dichter. Hij veran derde ook een standbeeld In een le vend mens. En aan 't eind van zijn logeerpartij veranderde hij een hou ten engeltje van een ouderwetse klok in een levend engeltje dat haastig Dit is iS'ella Delia yV/IPLALA is een klein mannetje Hij wM-dTsi?'boos^lsl™'KTen Is weggevlogen, niémand weel waar- komt uit het land van de wiplala's. de etenskast weer weesesaan De mensen zeggen dat hij kon tove- m ae etensltast weer weggegaan, ren maar ook dat is niet juist. Hij Zonder afscheid te nemen. Zomaar, kan TINKELEN. En omdat hij nog Heel naar eigenlijk, maar als je 't mij niet zo erg goed kan tinkelen, dat vraagt geloof ik dat hij nog wel eens wil zeggen de ene keer we! en de terugkeert. Zolang dat muizegaatje andere keer niet, brengt hij nogal met is dichtgestopt en het IS niet eens verwarring teweeg. Op een dag dichtgestopt is er een redelijke kwam Wiplala door een muizegaatje kans dat Wiplala terugkeert in het binnen in de etenskast bij de familie huis van Nella Delia en Johannes. Blom. Yader_Blom en zijn twee kin- Hij zal dan, misschien plotseling op Dit is Johannes deren Nella Delia en Johannes namen hem liefderijk op en gingen met hem uit. Omdat Wiplala telkens probeerde te tinkelen (uit goeiigheid)wat soms we] lukte en soms niet. raakten ze al gauw in grote moeilijkheden. Het ergste was dat de hele familie Blom op een keer door die domme Wiplala in kleine mensjes werd omgetinkeld, precies zo klein als hijzelf. Wel, het lijkt heel leuk om zo klein te zijn. een morgen op de ontbijttafel zitten, vlak naast de pot met pindakaas. Dit is meneer Blom Dit is Wiplala Th. Kröger overleden DAVOS. Naar pas thans bekend is geworden, is de vooral door zijn eerste roman „Het vergeten dorp*' beroemd geworden schrijver Theo- dor Kroger vorige week vrijdag te Klosters-Platz bij Davos overledlen. Hij was 61 jaar. Kröger die in 1867 te St. Peters burg werd geboren, was gedurende de eerste wereldoorlog in Siberië ge ïnterneerd. Tussen de twee wereld oorlogen woonde hij in Duitsland. In 194.5 'ging hij naar Zwitserland om van tuberculose te genezen. (Advertentie LM,) Kloosterbalsem zuivert en ge- I i neest de wond. bevordert de 1 l groet t?an een meuuie huid. j "geen-goud so goed" J OÊ Wiplala zou weer in het gezel- zijn duizend manieren om in moei- vreden met eten en kleren, die wil lige huis van de kinderen Blom hjkheden te komen en als je dan zo'n len een. baan. Die willen werken, kunnen blijven wonen. Hij moet dan wiplala bij de hand hebt. dan zou hij Wel, dan zou Wiplala voor een baan natuurlijk weer verborgen worden, je uit de nood kunnen redden. kunnen zorgen, voor een betrekking, gehouden als er visite komt, want ik zou me ook kunnen voorstellen Het wordt misschien een hele vreem- vreemde mensen mogen hem niet dat de hele familie Blom graag op de baan. Meneer Blom wordt bij zien. Hij kan de kinderen dan weer reis wil. maar geen geld heeft voor voorbeeld directeur van een theater, helpen in allerlei moeilijke omstan- een reis. Het zou best mogelijk zijn Maar meneer Blom heeft helemaal digheden. Want kinderen komen jzo dat Wiplala hen hielp om ook zon- geen verstand van toneel en hij doet makkelijk in moeilijke omstandig- der geld op reis te gaan, erg ver dus alles verkeerd Maar Johannes heden. Is het niet zo? Je gaat bijvoor- weg, naar Afrika of het Amazone- en Nella Delia helpen hem uit de beeld spelen in een vrachtauto met gebied of zelfs naar Mars. Nietwaar, nood en treden zelfs op, als arties- iege kisten en ineens komt de ehauf- dat kan, ten, met hun levende pop Wiplala. feur. Je schrikt en kruipt weg in Het zou ook kunnen gebeuren dat Of zullen we meneer Blom direc- een lege kist. En voor je het weet meneer Blom zijn baan verliest en teur van een fabriek maken? Tan een rijdt de auto weg. ver over de grens, geen geld meer verdient. En dat de pyjamafabriek? Wel. daar heeft hi) Of je krijgt geld mee voor een bood- familie dus heel arm wordt, Wiplala ook geen verstand van. Er komt dus schap en je verliest 3e portemonnaie. kan hen helpen. Hij kan voor eten een grote verwarring in die fabriek zorgen en voor kleren. Als het lukt en er wordt een "heel gek soort pyja- wf 3® hebt een ziek vnendje en je tenminste. Als hij een beetje gevor- ma's gemaakt, dacht ik zo. En als wilt iets aardigs voor hem doen en derd is in tinkelen. Maar je zult zien Wiplala er zich dan mee gaat be- Je,brengt hem een ijsje op bed en het ^at vader Blom dan nóg niet tevre- moeien, wordt het allemaal nog in- blgkt dat hy van dat JJs nog. erger den is. "Welnee, vaders zijn niet te- gewikkelder. ziek wordt. Afschuwelijk. O jee. er WAS DAT EVEN IEKKER! IK WOU PAT IK GROOT WAS EU OOK IN LON DEN WOONDE,NET ALS JU, CAROL.IK VIND VERSCHRIKKELIJK THUIS .MET TANTE' EDITH. IK ZOU 8EST WILLEN WEGLOPEN DE DIERENTUIN. DAT IS GÉÉN MANIER VAN PRATENJE HOUDT TOCH ZEKER WEL VAN JE JA, IK HOU VADER? WACHT, WE *S WEL VAN PAPS* NEMEN 'N TAXI NAAR Ji MAAR ALS IK RUZIE HEB M£T TANTE EPlTH KIEST HU AUTUD haar PART'J. BOVENDIEN IS HU BUNA NOOIT THU15 -JAMMER GENOEG i ZAL IK JE ES WAT ZEGGEN PAPS MOEST MAAR WEER TROUWEN. MISSCHIEN WAS HU WAT VAKER THUIS- EN DAN KON TANTE EDITH NIET MEER DE DE BAAS OVER ME SPELEN Wat vinden jullie? Als jc wilt, schrijf me dan maar eens een briefje. Hoe denk je dat het verder zal gaan met Wiplala en de kinderen Blom? Vertel me maar wat je dacht. Ik weet niet zeker of het dan zo zal gebeuren. Nee, dat weet ik helemaal niet zeker, want ik moet zelf ook maar afwach ten hoe en wanneer Wiplala terug komt en wat hU dan zal gaan doen. Want al schryf je zelf boeken, je moet toch altijd maar afwachten waf de personen In zo'n boek gaan doen hoor. Ja heus, je kunt een heleboel zelf verzinnen, maar op bladzijde vier of vijf... hoep... dan doen ze net anders dan je had gedacht. Maar toch zou Ik het leuk vinden om van jullie te horen hoe je het je had voorgesteld. Goed? Dag dan. I Poëtische uitspraak van eeri^drie- I jarig jongetje, over de herfst: I„Fijn hé mamdat de blaadjes van de bomen vallen Nou hebben de re geltjes meer plaats." II. Twee openbarezusjes lopen bin nen bij een Christelijke butirrroim; Zy heeft net haar maaltijd beein- digd en sluit üe ogen om te danken. Wat doet ze?" vraagt het ené meisje. f „Sssst," zegt haar 2itsj*e. „Ze zit te 1 denken toeft ze morgen op 't brood S zal nemen." III. Een jongetje en een meisje zyn aan 2 het spelen. Het meisje, uier jaar oud, loopt J met haar pop in haar armen en laat I onafgebroken een enerverend ge- f drein- horen. „Waarom huil jij eigenlijk?" vraagt J de jongen. I „Ik huil niet. Me kind huilt," zegt f het meisje. En ze dreint door. Dan moet je dat kind een klap I geven," adviseeert de jongen. Hij staat op en voegt de daad zo krachtig bij het woorddat de pop- top de grond valt. Stille. De straffe remedie schijnt geholpen {te hebben. Maar dan steekt het gedrein toch 1 weer op. Huilt je Kind nou al weer?" vraagt J de jongen. Waarop het meisje zegt:- „Nee. Nou huil ik zélf." IV. Een jongetje keert terug uit de Zondagsschool en verklaart ontgoo- f cheld: „Die meneer las voor uit een I brief van Paulusde boskabouter, maar ik vond er niks an." V. Broer en zus spelen in de tuin. Moeder komt uit de keuken met twee appels, geeft ze aan de jongen en zegt: „Hier. Voor jullie allebei een." De appels zijn niet precies enen groot. De jongen denkt even na. Dan geeft hij ze aan zijn zusje en zegt: j „Hier. We mogen er allebei eon. Maar de grootste moet je weggeven. Bat hoort zo." VI. Meisje, va aandachtige beschou- 1 wing van een vaasje narcissen: „Gek hè, die bloemen drinken met hun staartjes." VIT. Een vijfjarig meisje vraagt aan haar vader: „Wat gebeurt er als ik dood ga?' t£>an word je een engeltje en dan krijg je vleugels en dan ulieg je door de lucht „En als er dan een vliegtuig tegen me aanbotst?" Terwijl de vader nadenkt over een passend antwoord hoor? hij haar zelf al de conclusie mompelen: Dan ben ik pas hardstikke dood." VUL Een klein meisje, dat sukkelt met de betekenis can het woord „moe derdag" wordt door haar broertje aldus wit de droom geholpen: „Dat ts een soort dierendag voor vrouwen." KRONKEL. PARIJS/AMSTERDAM. De In ternationale Federatie voor Men senrechten beeft door bemiddeling van de Nederlandse ambassade in Frankrijk een dringend vertoog ge richt tot de Nederlandse regering, waarin zij haar vraagt terug te ko men op de beslissing tot terugzen ding naar Indonesië van de 37 ver stekelingen. Tevens heeft de federatie contact gezocht met de Australische ambas sade te Parijs teneinde ontscheping van de verstekelingen in Melbourne te verkrijgen, totdat hun in Neder land of elders asiel zal worden ver leend. Inmiddels heeft het bestuur van het christ. sociaal verbond Patri monium te Amsterdam in een tele gram aan minister Samkalden ver zocht, ten aanzien der verstekelin gen „de uiterste barmhartigheid te willen betrachten". f. v-*» 'j« >7 a.j door URSULA CURTISS mr 15 hjri, 5PROCTJLZtbt jr- HfcT 5P(jr Mt DAT IK Jt yot\.m* rtriw tmer t» ZAL ik DltKRÉü- V "tt TcX^-HIJ R£Dl PtLt JOfl&LN EtM HET WE.!-HOL Mt£R btlTjL HEIPEN 1/ V Hij ZELF" DOtr HOE BETER. DAT IS. GESLAGEN HEB' 3447. De „Waterjuffer" is ondertussen aan zijn tocht naar de binnenlanden begonnen. Hot lichte vaartuig scheert met grote snelheid over het water. Het eerste doel van de tocht ligt by San- tarem, waar Ba« nieuwe brandstof wil tanken voor de straalmotoren. Maanden geleden zijn de posten langs de rivier reeds ingericht en be voor- i de „Waterjuffer nagewuifd cnwil terug lopen raad. Rob en Bas zyn best leviedeu ovtx hun j naar haai auto. wanneer zy m de vei te het gids. die wel zwijgzaam is, maar de rivier blijk- gehuil van politiesirenes hoort. De patrouille- gids. die wel zwijgzaam umo> - baar op zijn duimpje kent. Maar ze vragen zich auto s .komen kennelijk deze kant uit. Nu ja. nog altijd af, hoe Jeannette Peabody die kerel i John is verdwenen en niemand weet dat zij, opeens op de kop heeft getikt... Jeannette heeft Jeannette, hem heeft geholpen... 19 Torrant keek naar haar handen, wit, sterk en tot vuisten gebald. Hij zei langzaam: „U haatte Louise Mal low, hè?" Er ging een volle minuut voorbij. De wilgen bewogen m de wind en lieten af en toe wat strepen zonlicht binnen. De samengeknepen handen ontspanden zich en Annebelle Blair draaide zich om. Ze zag eruit als een gewone vrouw van een jaar of veer tig, rustig, koel bezadigd. Maar dan moest je met aan haar lege ogen denken en niet aan haar gebalde vuisten. Ze zei onverschillig: „Wat een dwa ze opmerking. Mevrouw Mallow had alles wat ze wilde: kleren, bontman tels eft een man die de sterren van de hemel voor haar had willen pluk ken. Maar dat houdt niet in» dat ik baar haatte, meneer Torrant. Ze hoorde gewoon bij m'n baan.'1 Niettemin sprak de haat uit haar hele wezen. Het was bijna griezelig na haar tocht naar het kerkhof, de natte sneeuw op haar mantel, daar waar ze geknield had en haar vredi ge triomf toen ze naar het hek liep. „U moet me nu verontschuldigen," zei ze op dezelfde onverschillige toon, „ik heb een afspraak." Ze liep naar de deur en Torrant trok zyn jas aan en volgde haar, even verlangend om te vertrekken als zij was om hem te zien gaan. Hy had 't gevoel of hij gewonnen had. Want hy wist nu, dat zijn wapen bij de Mallows lag. Door de Mallows zou hij haar terug betalen wat ze Martin had aangedaan. Martin was al een jaar dood, maar de Mallows waren een recente misdaad. Hij moest alles over hen te weten komen wat er te weten viel. Zo zou hii de rol van Annebelle onthullen: de koele, dodelijke hand, die zij me; opge merkt hadden. En hij wist nu ook wat hem dwars gezeten had, welke gevolgtrekking voor het grijpen had gelegen. HOOFDSTUK 8 Het zwart ijzeren bord voor het huis van Paulette Kirby gaf te ken nen, dat hier een makelaar woonde en schommelde lui heen en weer. Torrant, die juist aangebeld had, meende een geluid achter de deur te horen en wachtte geduldig. Maar er werd met opengedaan en toen hij naar de auto terug liep, was hü er zeker van dat mevrouw Kirby ach ter een gordijn naar hem stond te gluren. Dan moest hij maar beginnen waar de Mallows geëindigd waren, De wagen stond als een zeldzame orchidee tussen de rommel in de ga rage van Earnshavv. De keuze was met zo moeilijk geweest, want dit was de enige garage van Chauncy die 'n sleepdienst had. Torrant schud de, zonder 't zich bewust te zijn, z'n hoofd terwijl hij de auto bekeek. Het was een pracht en hij zag er bijna uit als een gewond levend wezen. Alle ruiten waren gebroken, het chroom was verbogen en het bleek blauwe metaal was ontzettend be schadigd. De mecanicien naast hem maakte een sympatiserend geluid. „Mooi hè," zei hij nadenkend. „De schade is lang niet zo erg als 't lijkt. Maar wc hebben orders hem uit elkaar te halen. Hij mag niet gerepareerd worden." „Orders?" De mecanicien knikte en spuwde een eerbiedige afstand van de auto vandaan. „Die dame van het huis heeft een dag na het ongeluk me neer Earnshaw opgebeld en gezegd, dat ze het zo wenste. We hebben 't nogal druk gehad de laatste tijd en we zijn er nog niet toe gekomen." Torrant liep om de wagen heen en stak zyn hoofd door de verbrijzelde ruit aan de kant van de bestuurder. De meeste schade was aan deze kant aangericht, de deur was verbogen en de bumper ingedeukt. Gerald Mal low was het eerste gestorven. Hij liet zijn ogen langs het rode leer van de bekleding glijden, toen de mecanicien zijn arm door het andere raampje stak en het openhangende kastje met een klap sloot, ,,'t Is een populair wagentje vandaag," zei hij tegen Torrant, „er was vanmorgen ook al iemand om 't te bekijken. Een vriend van de Mallows. Hij kon 't nauwelijks geloven toen hij 't nieuws hoorde, vertelde hij." Natuurlijk zou er niets meer In de auto te vinden zijn. Ieder diDg van enig belang zou al lang voor de dag gekomen zijn. Niettemin had Simeon dat kastje geopend om toch nog zelf te kijken. Torrant liep samen met de meca nicien na'ar de uitgang. „Hij reed op ijs, heb ik gehoord, zei hy. „Hij reed op whisky," antwoordde de man kort en bondig. „De barman van de Grotto, waar ze die avond wa ren, is een neel van mijn vrouw en hij zegt, dat meneer Mallow aardig wat achterover sloeg. Mevrouw Mal low werd er zenuwachtig van, maar hy wou met naar haar luisteren. Toen ze naar huis gingen, omhelsde hij met auto en al een boom." Alco hol, duisternis en een, wegdek van ijs. Een voor de hand liggend on geluk of een knappe entourage voor een moord? De Grotto. Torrant borg de haam in zijn geheugen op Het verbaasde hem en hij werd er een beetje nijdig om, dat de woorden van de mecanicien hem aan 't twij felen brachten.' Maar hoe 't ook ZU> er was geen twijfel aan het aandeel dat ze m de dood.van Martin had gehad en ook deze* laatste keer had 't haar een behoorlijke duit opge bracht. Het was evén over half één. Hy lunchte snel, zijn gedachten heel er gens anders.- Toen hij het, restau rant verliet botste hij bijna tegen Maria Rowan en Simeon op. Ze gingen dus samen lunchen. Nou, waarom niet. Torrant groette hen met de brede glimlach van iemand, die plotseling de smoor in heeft. Hy moest zich wat beter realiseren, dat dit meisje met haar koele, goudkleu rige ogen. best in staat was op zich zelf te passen en dat hij bovendien absoluut niets met haar te maken had. Als Simeon haar ging vertel len, dat haar nicht een moordenares was geweest zou ze dat waarschijnlijk rustig voor kennisgeving aannemen» In 't langs lopen, zei hij: „O, tus sen haakjes, ik heb juffrouw Blair inderdaad gevonden vanmorgen" De ogen van Simeon werden onmiddel lijk waakzaam, maar Maria zei droog: „Dat zag ik," Vorder niets. (wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1958 | | pagina 1