GEWETENSCONFLICT BIJ
FRANS OFFICIER
GUEPIN'S GRAFIEK EN BOEKEN: EEN
ZEER WAARDEVOLLE COLLECTIE
Zoot Sims: een der eersten
die een der laatsten werd
MEESTER IN HET GENRE
LITTERAIRE
KRONIEK
Jules Roy's toneelstuk
„De rode rivier" in
Parijse Theatre en rond
DE PLAAT
GETOETST
Le pichet
noir et la
tête de
mort, litho
van Pablo
Picasso
uit 1946
u - - - -
Kees van
Bohemen:
instinct
Lucebert:
het kind
Altsaxofonist ernie hen
ry (192G—1957) heeft nooit
grote bekendheid en waardering ge
kregen, zelfs niet binnen de kleine iijke persoonlijkheid. En toch was
kring van uitgesproken jazz-ken- gerechtvaardigd van Riverside
ners. In zekere zin is dat ook wel om „Last Chorus", RLP 12.366, sa-
"logisch, vvant hij werkte v^el als fe steRen uit nieuwere en iets
Zaterdag 18 februari 1961
rpR is dit keer misschien minder aanleiding naar de tentoon- twintig etsen en litho's van Picasso, galls bijbel, vertier Cahier de George
AstSr°"SCh^rv^tinzendingenyoordeWedgwood. surrea-
prijs rJou te gaan aan naar de collectie grafiek en boeken van list Salvador Daü is vrij zeldzaam, h. van Kruiningen, Lurgat en Pras-
mr. A. J. Guépin uit Eindhoven. Beide exposities worden in het maar t°ch heeft de verzamelaar er de sinos.
Stedelijk Museum te Schiedam gehouden en vooral de tweede Swc ""S Uit deze nogal v,UMeun„a greep
staat kwalitatief op hoog niveau. liet klinkt ceil weinig onvrien- vertegenwoordigd. Onder de Neder- blijkt wel hoeveel moeite de verza-
délijk jegens de eerstemaar ZO is het natuurlijk niet bedoeld. landers ontmoeten wij J. Bendien meiaar zich geeft grafiek van een
Een vergelijking gaat moeilijk op omdat de talenten te verschil- E^"° «8 'Ln^S
lend zijn. iedere kunstenaar geeft naar Zijn vermogen en m de en Wout van Hcusden met karakte- fcunst kopen, een verzameling maakt
collectie van Guépin wemelt het nu eenmaal van fameuze na- ristlck werk. men slechts op grond, van een eigen
men, ook al zegt zoiets niet altijd alles. „Bijzonder waardevol zijn, de se. pereconiyklietd, een eigen gevoelig
JJ ET Parijse Theatre en rond
i i leent zich uitmuntend
voor tendensstukkenik ken
geen theater waar het contact
tussen spelers en publiek en
tussen de toeschouwers onder
ling zo groot is. Aan dit theater
heeft Jules Roy zijn toneelstuk
„De rode rivier afgestaan. Ju
les Roy, romanschrijverex-of
ficier, is de laatste tijd vooral
bekend geworden door een
klein boekje: „De oorlog in Al
gerije" dat een ontstellend
beeld geeft van de verwoesting
moreel, materieel en politiek,
die de Algerijnse oorlog in alle
milieus, maar vooral in het mu-
zelmanse heeft veroorzaakt.
Het boekje is zeer tot onge
noegen der Franse autoriteiten
een bestseller geworden. „De
rode rivier" speelt tijdens de
oorlog in Indochina maar zijn
eigenlijke onderwerp is actueel
gebleven: het is het gewetens
conflict in het leger.
Van die gewetensconflicten zijner
twee. Een aantal Franse officieren
(want het gaat over hen, niet over
hun manschappen) heeft moeite do
progressieve politiek te aanvaarden.
Want, als het luist is die Indoehine-
zen eerst en de Algerijnen vandaag
de onafhankelijkheid, te geven, waar
voor heeft men dan deze officieren
in het vuur gestuurd en velen van
hen in de dood?
heel, dan zijn de verschillende inzen
dingen toch weinig boeiend en over
het geheel vrij middelmatig. Mis-
schien is het nogal teleurstellende
resultaat te wijten aan de gebonden
heid om aardewerk in stillevens te
verwerken. Een dergelijk onderwerp
ligt niet iedereen en daarom IJjkt ons
een vrijere keuze van onderwerp
voor toekomstige prijsvragen wel ge
wenst.
HE grote bovenzaal en de belen-
menige litho, ets of burijngravure
noodt tot een nadere beschouwing
Kunstwerken, die
wü vaak-alleen maar van de repro-
duktie kennen, maar ook geheel on
bekende en zeer zeldzame exempla
ren zijn er bijeengebracht. Van En-
s°r bijvoorbeeld, beroemd geworden
door 2ijn maskers, een groot gezicht
op Mariakerke uit 188?; litho's van
Kandinsky en Kokoschka, een zit
tend naakt van Matisse, het zieke
meisje van Edvard Munch, boten van
dende zaal worden geheel in l
«lap genomen door de collectie Emil Nolde en een serie van bijna
illustreerde boeken, waaronder twee heid, een eigen inzicht. En deze
De firma N. F. van Geidor Co., Cuépin. Deze verzamelaar Mm met deIcn mct 150 ctJen van Marc C1,a- Guépin L'w S'
de Nederlandse vertegenwoordigster het werk van Ensor en Redobijeen •^'v,v^^,vvv^A,v^A^vv^n^vx^n^^zvvxyxA>vxwv^Az^nz^AzafVA/xwx^vvvv^Azvvvxyvxy^zx»^n>-uvAnzvvvv^nyvv^A.
van de bekende aardewerkfabriek te brengen. Tijdens de oorlog con- w '^s'
josiah Wedgwood Sons Ltd. te centreerde hij zijn aandacht op de
Barlaston, besloot ter gelegenheid Nederlandse grafici, met wie hij ook
van het tweede eeuwfeest van die nu nog uitgebreide contacten onder-
fabriek tot het instellen van een houdt. Na 1945, toen Parijs weer be-
prijs, die te beginnen met 1960 om de reikbaar waskwam de buitenlandse,
drie jaren zal worden uitgereikt. Het vooral de hedendaagse Franse gra
as een initiatief dat zeker moet Wor- fiek in zijn belangstelling te staan.
den gewaardeerd. Picasso, Bracgue, Leger, Matisse, de
Onder de vele Nederlandse kunste- grote figuren van de twintigste
naars die naar deze prijs dongen, eeuiose kunst, worden in zijn u er-
kwam de Haagse kunstschilder Jan zameling opgevolgd door de jongere
van Heel als nummer een uit de bus generatie Van HartungSoulages,
roet_een stilleven met blauwe vaas Manessier en tenslotte door de jong
en witte bak. Een eervolle vermei- $te stromingen, die ó.a. door Appel
ding kreeg D, van Gulik met het en CornciRe vertegemooordigd tuor-
stnieyen „aardewerk met schelp". den. Zo groeide zijn collectie tot wat
Het zijn bepaald wel verdienste- in Nederland uniek genoemd mag
lijke schil der jj en die met een kleine worden,
twintig andere in de benedenzaal
,VSihOvl££tUSmW£hï, Het is ruim veel «at wij op deoe
S tentoonstelling te zien krijgen
martelingen, de represailles. De
groep van officieren die daaronder
Er is ook nog een ander^ groep gebukt gaat, is zeker belangrijk;
van Jonge mannen die officier zijn maar ze js voor de crisis die thans
geworden omdat ze het beroep bef- het Franse leger schokt minder ka-
hebben; maar die daarbij aan de rakteristick dan de eerste groep,
normale militaire teak en de con- Het -is deze tweede categorie die
yentionele oorlog dachten. Ze zijn Jules Roy tot onderwerp van zijn
nor.^entfn^, ln ^2 burfEro°rl°g. toneelstuk heeft genomen. En. dat is
en een burgeroorlog onderscheidt begrijpelijk: want hij hoort zelf tot
zich zelfs van de gewone oorlog nog dig gfoep
ongunstig. Geen moraal, geen ere- t --- - -- ---»
code, geen internationale code, geldt -i plaatst twee officieren tegen- na werkt als schoolvoorbeeld voor
in een burgeroorlog; hij wordt on- ötaiar: een rechüijmee, ener- een debat. Dat geldt vooral voor de
vermïjdelijk een uitroeiingsstrijd, zo- j'het militaire aoelge- bijfiguren: de Indochinese maïtresse
In het Parijse Theatre en rond
wordt thans een nieuw stuk van
Jules Roy, „De rode, rivier", ge
speeld. Het is gesitueerd in Indo-
China en de hoofdrollen worden
vervuld door Michel Piccoli (links)
als een gewetensvolle commandant
en Raymond Loyer als een stoere
kapitein.
de dialoog zo opzettelijk, dat ze bij-
TENORSAXOFONIST ZOOT SIMS, eens een van de eersten en nu met
Getz een van de laatsten uit de Lester Young school, is Ln de „Jazz
Festival Series" op LONDEN FLX 30SX te horen met twee stukken. „Blue
Room" en „Gus's Blues", dat hij vertolkt met ex-Getz-pIanist John Willi
ams, bassist Knobby Totah en drummer Gus Johnson. Het is simpele, heer
lijk swingende jazz door musici met een sterk eigen muzikaal karakter.
Bovendien is het fijn de nu „verdwenen" Williams weer eens te horen, een
stylist met vreemde, zeer felle accenten in zijn spel.
HET Modern Jazz Quartet speelt hoe dan ook, een stuk als „Things
op eenzelfde 45 toeren „single", ain't what they used to be" wordt
7 ANNEER ik zeg dat Vincent Mahieu een meester is in het genre van Is deze eenheid het bewijs van 2ijn
T de novelle, ben ik mij ervan bewust dat tite term niet vrij is fan bijzondere talent, in die sfeer ligt
zwaarwichtige problematiek. Want over het begrip genre, evenals over het bovendien het bewijs van zijn on
begrip periode, zim vele dikke boeken volgeschreven, zonder ander resul- gemene persoonlijkheid.
taat dan dat zij de grandioze verwarring hebben bestendigd en vergroot.
Het kost inderdaad maar weinig moeite om met overvloed van Tnctenacl te 7INCENT MAHIEU immers pu-
bewijzen dat een bepaalde term zeg renaissance of roman in het taal- V bliceert deze „Indonesische" no-
aebruik pan journalisten, kunstenaars en geleerden verscheidene beteke- vellen in een periode dat Maria Der-
nissen heeft, terwijl omgekeerd eenzelfde verschijnsel door verschillende mout, Friedericy, Bep Vuyk, Rob
vamen wordt aangeduid. De verklaring ligt uiteraard in de opmerkelijke Nicuwenhuys en vole anderen hur.
gecompliceerdheid ran de verschijnselen zelfmaar dit houdt nog niet^ in, herinneringen aan 't voormalige Ne-
dat men de weg naar beter begrip altyd inslaat in de verkeerde rjchting. dcrlar.ds-Indië hebben opgeschreven.
vraag naar wat de renaissance of de roman nu „eigenlijk is, be- Gevoelig mac
De hele vraag naar wat de
tekent een miskenning van de wezenlijke vernouaingen.
Bij voorwerpen kan men d:e vraag
(misschien) met enig nut stellen;
maar bij cultuurhistorische ver
schijnselen die men niet kan afzon
deren en waarnemen, maar die men
enkel kan beschouwen en waarde
ren, ligt de verhouding heel anders.
Wie het woord roman met weten
schappelijke nauwgezetheid wil han
teren, moet beginnen het te ijken:
hij moet zeggen wat hij er precies on
der verstaat en zich daar consequent
aan houden. In deze consequentheid
ligt méér wetenschap, dan in het
dikste boek waarin alle inconsequen
ties volledig zijn geregistreerd.
Het meesterschap van Vincent Ma
hieu inzake de novelle vereist dus
een simpele definitie; ik heb geen
andere nodig dan „verhaal van be
knopte omvang". Want al het overi
ge, de structuur, de hoeveelheid per
sonen, de duur van hun levenslot en
zovoort, heeft alleen 2in in relatie comoiete verbeelding geven van 'n
xti fipntnanl 1 i;_r,^.
Garmt Stuiveling
over
TJOEK
door
Vineent Mahieu
Uitg. H. P- Leopold
Den Haag 1060
(ƒ6.90)
Gevoelig maar niet sentimenteel,
beeldend en tegelijk realistisch. Het
algemene belang van deze vertel
kunst is o.a. dat de rancune dm een
verdwenen koloniale grootheid er to
taal in ontbreekt. Maar dit houdt nog
niet in, dat het niet wezenlijk Ne
derlandse herinneringen, Nederland
se ervaringen zouden zijn. die men
er. aantreft, al maakt Bep Vuyk
daarop een uitzondering.
Het is niet zo eenvoudig te formu
leren waarom "Vincent Mahieu in
veel wezenlijker zin een uitzondering
vormt. Misschien ligt het hierin, dat
Bep Vuyk haar standpunt bewust
heeft gekozen, terwijl Mahieu is wie
hij is. In elk geval treft hij door een
groter natuurlijkheid, 'n elementaire
vanzelfsprekendheid, ook als hij zijn
verhaal laat spelen in Javaans mi
lieu alleen. De Nederlander is jh dit
proza al bijna de vreemdeling Onder
het Zuiderkruis; hij treedt nog onder
enkele tragische omstandigheden op,
zoals de politiële acties zijn geweest,
maar hij is allerminst meer de over-
j„ rf.fr, He som van bevolking ook niet langer gezien uit
ÏvïiHgen. Wat de nevellist hot oogpunt van de blanke, maar ob-
Z*ï norfïP heeft is de jeetiever, zelfstandiger, in de eigen
hoe weinig OlrtfgfLS.'. zin voor vertoudin- relaties van onderlinge afhankelijk-
tot die omvang. Men kan nu eenmaal StttZTnuuXi'T.»? van Vm groep heerser; die tijd is voorbij En daar-
geen compleet bestaan van twintig persooniijkheder. aangezien de mens om verschijnt hier de Indonesische
personages verantwoord samenper- - j
Ben in tien of vijftien bladzijden, a:
is het Oude Testament er om te be
wijzen hoe véél er in hoe weinig -»rcniicciomscuw mi »'ui
woorden kan worden gezegd. Manr en speciaic kijk op het ken- beid' f.2 ,cr'1/rn?f.^9fde' l^0®210
men kan in klein bestek, wel een mcrkcnde detail. Hij moet weten, baa)- Wat J H* ,vo°^ b.Et EC^st
mcrKcnae vywii. y a9nduidinccn h£*ft geprobeerd m zyn „Saidjah en
d3t v ït ,S ^n in vel bèscE Adinda", maar met het besef van on-
weikzamer zyn dan weglaten toereikend begrip voor de dessabe-
e™dfkMEtelt Üiet willen bereiken' van ander cultuurpatroon en
en ae Kwanteiy „«„„up ras. dat is hier ten leste onopzette-
door de kwantiteit Jte de verwezenlijkt: deze Javaüen 2ijn
kiest, moet zie P zo maar zichzelf, en ons daardoor het
keerd: wie de beperking kiest, zy
novellist. Want vierhonderd bladzij- meest DaWJ-
den beknoptheid is even anevenrc- t>EHALVE zijn zin voor het ken-
dig ais twaalf pagina's breedvoerige JD merkende, heeft Vincent Mahieu
epiek. ook een bijzonder talent voor het
collectieve. Hoe persoonlijk de., iot-
VINCENT MAHIEU, die in een an- gevallen van zijn hoofdfiguur ook
dere levenssfeer Tjalïe Robin- mogen zijn. ze houden haast onmerk-
son heet en bü de burgerlijke stand baar* een dimensie van algemene
eeen van beide is een meester van menselijkheid. Maar dat is niet het
<U maat. Al draagt dit tiental ver- enige. Ik denk speciaal aan de bik.
halen de titel van het langste, dit 37-102 met de beschruvmg van een
wordt daarmee nog niet het beste, massaal gevecht op een kleine brug.
inteaendeel- de ruim vijftig bladzij- De lichte rronie van de auteur maakt
den van Tjoek" zijn verdeeld over hem typisch tot toeschouwer, maar
drie of vi'ér geconcentreerde thema's, kan toch niet de diepe indruk teniet
die wel samenhang bezitten, maar doen. door het collectieve en tiet ir-
geen eenheid vormen, in al de overige rationele teweeggebracht. In zulke
treft de eenheid van constructie, de bladzijden ligt het bewijs van nog
eenheid van dramatische visie, de andere talenten, dan in deze novel-
eenheid ook van anekdote en sfeer, len al zijn verwezenlijkt 1
London FLX 3031, twee stukken uit hu Gillespie veel „echter" een blues
dc LP .Fontessa'.', namelijk „Angel dan bij Ellington. ..Come Sunday"
eyes" en „Bluesology". Beide beho- met een achtergrond door hout
ren tot hot mooiste dat het M.J.Q. blazers, inclusief fagot werd zelfs
op de plaat vastlegde. Geïnspireerde haast onherkenbaar omdat Gillespie
muziek, verfijnd, niet bijkans steriel - het thema in het geheel niet speell,
en gemaniëreerd zoals nu vaak *t go- doch meteen improviseert Ailes-
val is. Clara Ward The Famous bijeen is de LP dan wel niet zo-
Ward Singers, op London FLX 3033, zeer een portret van Ellington als
laten haren dat er ook nog andere wel van Dizzy Gillespie geworden,
gospel music is dan die van Maha- maar dit bewust eens te meer John
lia Jackson, gospel (religieuze) zang Birk s persoonlijkheid, en als solist
die aanmerkelijk dichter bij de kerk én als arrangeur, terwijl in de eer-
staat dan miss Jackson's tegenwoor- stc plaats Duke's muziek zeker geen
dige „religieuze vermaaksmusiek". onrecht aangedaan werd en in de
Zowel „Oht What a wonderful fee- tweede de oorspronkelijke bop-
ling" als ..Packin' up" zijn snelle, pionier er uit naar voren komt als
extatisch gezongen liederen, waaruit musicus die een grote en blijvende
weer eens blijkt dat blues, Rhythm waarde in de jazz is gebleken.
,^?i2et?n0?^LTSiCen iaZZaUe r'HKIS CONNOR is zeker niet
uit een bron komen. ecn van de uitgesproken min-
Dizzy Gillespie heeft een com- dere jazz-zangeressen. Maar op een
plete LP met stukken van Ellington of andere manier heb ik geen con-
opgenomen onder de titel „A Por- haar muziek omdat die
trait of Duke Ellington", op Verve voor mij tG koud en te „hard" is.
Op London LTZ-K 15195, „Chris In
Person", staan opnamen die in de
New Yorkse „Village Vanguard" ge
maakt werden èn die mij in zoverre
beter liggen dan haar vorige, waar
hier sprake is van een begeleidende
groep met goede musici als gitarist
Kenny Burrell, drummer Lex Hum
phries en de geëmigreerde Neder
landse bassist Eddie de Haao, ter
wijl miss Connor niet alleen de ge-
MOV-B3SS. De frompettirt-orkestlei- S
dez-arrouBeur U vrijwel de enige
solist die we horen, hij wordt be- H ]lelu- h j ]ove him so" en El-
geleid door combos en wat grotere J It don.t mean a thing»,
orkesten waarvan musici en instru- nr.giuas
mentatie onbekend blijven aange- Enige alinea's terug schreef ik het
zien de hoes hier niets over ver- ai; na de stortvloed van vercommex-
meldt. cialiseerde Mahalia Jackson opna-
Van de Ellicgtoniaanse sfeer is men is het goed weer eens wat
in zoverrg weinig overgebleven meer pure Gospel music tegen te
waar Gillespie die terecht op komen. Zeker tegenwoordig is een
een eigen manier interpreteert. In Marie Knight te prefereren boven 'n
veel opzichten betekent dat een sim- Jackson, hetzelfde geldt voor Sister
plificatie, ook al omdat hij met een Rosette Tharpe die met een twaalf-
kleiner orkest-apparaat werkt. Maar -jai religieuze liederen te horen is
op Gala GLP Si3. „Nothing be
tween" is een wat zoetelijk begin,
maar gelukkig volgt daarop „He's
the lily of the valley" waarin het
begeleidende vocale kwartet van
vrouwenstemmen niet „keurig" ge
arrangeerd zingt maar vrij en spon
taan, met een leidraad waarop naar
eigen ingeving kan worden geïm
proviseerd.
destijds de godsdienstoorlogen oriënteerde Draufganger, kapitein van de commandant, de pastoor. Het
waren Vandaar de executies do Charrnfort> en 6611 veei mCEr eenu- geldt verder voor de knoeiende
anceerde, door gewetenstwijfel ge- Franse handelaar, die hier als af-
plaagde, commandant. De inzet van schrikwekkend voorbeeld gesteld
hun conflict is een Indochinese lui- wordt om de sociale gezindheid van
tenant, die door beiden overigens het officierskorps des te beter, te la-
van desertieplannen wordt ver- ten uitkomen. Maar de arme man
dacht. En inderdaad, als de com- heeft men te voren dan toch ook
mandant hem ondervraagt, blijkt aue verweermiddelen uit de hand
dat luitenant Van Tri Verscheurd geslagen. Een zo gemakkelijke prooi
wordt door de- gedachte dat hij te- van het sarcasme der officieren, ver
gen zijn eigen landgenoten moet ijest alle overtuigingskracht als sym-
vechten. De commandant, getroffen twoh
door de idealistische ondergrond van
Tri's twijfel, wil hem nog ééns aan Niettemin ging er van de voor
een proef onderwerpen een uiterst stelling een. aanstekelijke warmte
gevaarlijke proef overigens, die de uit.Dat lag in de eerste plaats aan
commandant het leven zou kunnen het' spel van Piccoli als comman-
kosten. Maar de kapitein interve- dant. Ondanks alle nuances bleef
nieert en mitrailleert de luitenant deze man chef; Piccoli maakte vol-
IK kan niet zeggen dat het pro- komen aannemelijk dat zijn man-
bleera op erg diepgaande wijze schappen voor hem vlogen. Ray-
gesteld is. Het is bijvoorbeeld moei- mond Loyer was een stoere kapt-
lijk de kapitein ongelijk te geven: tein. Guercy een sympathieke .ma-
wie verantwoordelijk is voor de le- rine-man. De anderenwaren aan-;
vens van zovéél manschappen, kan merkelijk minder. Aanstekelijk wèrk-
nauwelljks risico nemen. De intel- te bok het enthousiasme van hetpu-
Iectuele strijd van de gekwelde com- bliek dat mede dank zy de thea-
mandant is dikwijls met kracht tervorm meer en meer een over-
weergegeven, maar vaak ook wordt tuigingsgemeenschap werd.
fN plaats van korte
aanduidingen van
wat het schilderij
dient voor te stéllen
of uit te drukken, zijn
er alleen maar papier
tjes aangebracht met
gepeperde prijzen, die
Kees van Bohemen
in de Rotterdamse
Kunstkring voor zijn
verfproducten vraagt.
Die prijzen bewegen
zich om en nabij de
duizend gulden.
Misschien hééft hij
gelijk. Titels zijn in
de non-figuratieve
kunst niet meer ter
zake doende. Ieder
mag voor zichzelf uit
maken of de verf mas
sa hem aanspreekt of niet. Dergelijke werken zijn
„dingen" met een eigen leven. In het gunstigste
geval eeii „compositie"; in het slechtste geval met
iets van esthetiek er in, want esthetiek betekent
bij injormeten. en fachisten en Hoe zy zich eerder
noemen een kwalijke terugval.
Wie in de non-figuratieve kunst niet voor een epigoon, een kritiekloze
navolger, wü worden gehouden, moet verder. Sinds de opvatting, dat een
schilderij niet noodzakelijk iets hoeft voor te stellen, in mindere of meer
dere mate wordt aanvaard, volgen de richtingen en stromingen elkaar
blilisemsnel op. Wat gisteren nog ate ultra-modern gold, te vandaag alweer
verouderd. Pollock, Appel, Jom en honderd anderen hebben hun bijdrage
geleverd, maar nieuwe mogelijkheden eisen de aandacht op. De reuoiutie
gaat -oerdèr. Waarheen?
Houtsnede uit de serie „Luna" van Lucebert
Die vraag zal men zich ook stellen
bij het werk van de in Parijs ge
vormde Kees van Bohemen. Een zaal
vol schilderijen die naar eenzelfde
procédé schijnen te zijn ontstaan,
werken die zwaar zijn van een
pasteuze verfdracht, veelal- blauw
van kleur en in een bewogen pen-
seelschrift. Maar dan ook aüéen
ren gebracht, hij' werd geen ver
nieuwer of zelfs maar een duiae-
SISTER ROSETTA THARPE
twaalf religieuze liederen
„sideman' m £rote banc*s 1zoal® oudere Henry opnamen. Naimelijk
van Gillespie ju d7, ny maakte orndat deze aitist weliswaar duide-
niet veel opnamen en werd niet Ujlc door Parker geïnspireerd was,
door x,TrI raaar even duidelijkbezig was bin-
iron Ti xj r- nGn idi0om iets van zichzelf te
creëren, zoals bijvoorbeeld een Ben
Webster dat binnen de Hawkins-
stijl gelukte. Op >rLast Chorus" Js
Henry te horen met ee» door. hem
geleide groep uit de grote Gillespie
band waarmee hij - bezig was een
LP te maken die door zijn dood
nooit compleet werd. Hier is ook
trompettist Lee Morgan in jeugdige,
maar niettemin eigenlijk helaas al
oude, glorie te beluisteren. „S'posin"!
is een stuk met de ondergewaar
deerde trompettist Kenny Dorham,
evenals .Cleo's chant" dat van Hen
ry zelf is. Tenslotte is er een stuk
met Wynton Kelly, Wilbur Ware
en Philly Joe Jones, en een deel uit
Monk's „Ba-lue Bolivar Ba-lues-
are" dat naar mijn smaak erti van
Henry's allermooiste soli bevat,
waaruit dan ook duidelijk blfjkt dat
door zijn dood ecu klein, maar
duidelijk talent, teloor ging.
MICHIFJ. DE RUYTER.
maar verf, door een instinctieve han
deling neergeworpen, een voortdu
rende herhaling van die handeling,
waarmede pok anderen zich reeds
met wisselend succes hebben bezig
gehouden. Voor mij bleef contact uit.
Een teleurstellende toestand.
Plezieriger is het kijken naar de
grafiek van de dichter Lucebert <üe
zich op gezette tijden ook op het
terrein van de beeldende kunst be
weegt Het zijn voornamelijk etsen,
waarin hij zijn ietwat morbide fan
tasie de vrije loop laat.
STERK geïnspireerd door'de'kin
dertekening probeerthij als vol-
wassene eenzelfde onbevangenheid
te benaderen. Naar mijn gevoel is hij
er wel in geslaagd de onbeholpen
heid 'te imiteren, tenzij ik er van
moet uitgaan dat deze onbeholpen
heid van zijn. persoonlijke .aanleg
getuigt "VG-Tv 'Jt'J
Het bewustzijn van de volwassene
zal altijd een andere zijn dan "die
van het kind. Kennis en levenserva
ring spreken een woordje mee.: In de
poging terug te keren naar de prille
toestand van de kinderjaren"; komt
gauw iets opzettelijks en 'gev^ilds.
Men gelooft er niet zo gemakkelijk
meer in. De vraag rijst dan: is dit
Lucebert zelf? ;:,H: ■-
Ondanks de primitieve vórm is de
inhoud bijzonder geraffineerd. Er
zijn taferelen uit het circusleven
(geestig), er:zijn druïden, en spoken-
(bizar)een Tijlen moer (caricatu-
raal) en een,serie die .hij Luna doop-
te"'met. een vleugje romantiek. Het
primitieve -lókt hem. En hij is een
dichter,: die misschien toch wel graag
een kind zou willen zijn of die in.'
wezeneen kind is. Een groot kind
dam L.W.S.