GUEPIN'S GRAFIEK EN BOEKEN: EEN
ZEER WAARDEVOLLE COLLECTIE
MEESTER IN HET GENRE
Zoot Sims: een der eersten
die een der laatsten werd
LITTERAIRE
KRONIEK
GEWETENSCONFLICT BIJ
FRANS OFFICIER iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif
DE. PLAAT
GETOETST
Le pichet
noir et la
tête de
mort, litho
van Pablo
Picasso
uit 1946
ti uent zich uitmTri Jules Jtiov s toneelstuk m
Kees van
Bohemen:
instinct
Lucebert:
het kind
Zaterdag 18 februari 1961
7
ristiek werk. men slechts op grond van een eigen
Bijzonder -waardevol zijn de ge- persoonlijkheid, een eigen gevoelig-
iliusLreerde boeken, waaronder twee heid, een eigen inzicht. En deze
delen met 150 etsen van Mare Cha- heeft Guépin bepaald. L.W.S.
ypÜ is dit keer misschien minder aanleiding naar de tentoon- twintig etsen en litho's van Picasso, galls bijbel, verder Cahier de George
.stelling van schilderijen uit inzendingen voor de Wedgwood- - rSTefwer'i
pnjs 1!JW te gaan dan naar de collectie grafiek en boeken van list Salvador Dali is vrij zeldzaam. H. van Kruiningen, Lurgat en Pras-
mr. A. J. Guépin uit Eindhoven. Beide exposities worden in het maar toch heeft do verzamelaar er de sinos.
Stedelijk Museum te Schiedam gehouden en vooral de tweede Vit toe nogal wmtkeunge „reep
staat Kwalitatief op hoog niveau. Het klinkt een weinig onvricn- vertegenwoordigd. Onder de Neder- blijkt mei hoeveel moeite de verza-
delijk jegens de eerstemaar zo is het natuurlijk niet bedoeld. landers ontmoeten wij J. Bendien meiaar zich geeft grafiek, van een
Een vergelijking gaat moeilijk op omdat de talenten te verschü- S Het" 3 S
lend zijn. Iedere kunstenaar geeft naar zijn vermogen, en in de en Wout van Heusden met karakte- kunst kopen..een verzameling maakt
collectie van Guêpin wemelt het nu eenmaal van fameuze na
men, ook al zegt zoiets niet altijd alles.
De firma N. F. vaa Gelder Co., Guépin. Deze verzamelaar begon met
de Nederlandse vertegenwoordigster het werk van Ensor en Redon bijeen
van de bekende aardewerkfabriek te brengen. Tijdens de oorlog coti-
Josiah Wedgwood Sons Ltd, te centreerde hij zijn aandacht op de
Barlaston, besloot ter gelegenheid Nederlandse grafici, met wie hij ook
van het tweede eeuwfeest van die nu nog uitgebreide contacten onder-
fabriek tot het instellen van een houdt. Na 1945, toen Parijs weer be-
prijs, die te beginnen met i960 om de reikbaar was, kwam de buitenlandse,
drie jaren zal worden uitgereikt. Het vooral de hedendaagse Franse gra-
is een initiatief dat zeker moet wor- fiek in zijn belangstelling te staan.
den gewaardeerd, Picasso, Bracque, Leger, Matisse, de
Onder de vele Nederlandse kunste- grote figuren van de twintigste
naars die naar deze prijs; dongen, eeuwse kunst, worden in zijn ver-
kwam de Haagse kunstschilder Jan zamelïng opgevolgd door de jongere
van Heel als nummer een uit de bus generatie Van Hartung, Soulages,
met een stilleven met blauwe vaas Mirnessier en tenslotte door de jong-
en. witte bak. Een eervolle vermei- ste stromingen, die o.a. door Appel
ding kreeg D, van Gulik met het en Corneille vertegenwoordigd toor-
stiheven „aardewerk met schelp". den. Zo groeide zijn collectie tot wat
Het zijn bepaald wel verdienste- in Nederland uniek genoemd mag
lyke schilderden die met een kleine worden.
twintig andere ih de benedenzaal
™rdhOve™ÏÏUSe7eSter STS" veel wat wij op toe
resultaat te^wliterf aan d^e^cbcmden w« vaak-alleen maar van de repro-
hrid om aardewerken ^iflevens?; duklie. kennen, maar ook geheel on-
verwerken. Zen dergelijk onderwerp b^ads en zeer zeldzame ezerapla-
list niet iedereen en rlflarnm Hikt ons reri Cr bijeengebracht. Van En-
sor. bijvoorbeeld, beroemd geworden
door zijn maskers, een groot gezicht
op Mariakerke uit 1837; litho's van
Kandinsky en Kokoschka, een zit-
TJfET Parijse Theatre en rond r '.'"-''Cn'' 9 t 1 r 7
voor tendens stukken; ik ken v Jf -
geen theater waar het contact t\ iT'C'h •C-is"
tussen spelers en publiek en De rode rivier in b
tussen de toeschouwers onder- - ■l v.
ling zo groot-is. Aan dit theater /TT/ >'g 7
heeft Jules Roy zijn toneelstuk £>(1111 Se 1060^ 6U Wild B
„De rode rivierf afgestaan. Ju- u
les Roy, romanschrijver, ex-af-
ficier, is de laatste tijd vooral
bekend geworden door een
klein boekje: „De oorlog in Al
gerijedat een ontstellend
beeld geeft van de verwoesting
moreel, materieel en politiek,
die de Algerijnse oorlog in alle
milieus, maar vooral in het mu-
zelmanse heeft veroorzaakt.
Het boekje is zeer tot onge
noegen der Franse autoriteiten
een bestseller geworden. „De
rode rivier" speelt tijdens de
oorlog in Indochina maar zijn
eigenlijke onderwerp is actueel
gebleven: het is het gewetens
conflict in het1
Van die gewetensconflicten zijn er
twee. Een aantal Franse officieren
(want het gaat over hen, niet over
hun manschappen) heeft moeite de
progressieve politiek te aanvaarden.
Want, als het juist is die Indóchine-
zen eerst en de Algerijnen vandaag
de Dn afhankelijkheid te geven, waar
voor heeft men dan deze officieren
in het vuur gestuurd en velen van
hen in de dood? martelingen, de represailles. De
groep van officieren die daaronder
Er is ook nog een ander» groep gebukt gaat, is zeker belangrijk;-
van jonge mannen die officier zijn maar ze is voor de crisis die thans
geworden omdat ze het beroep hef- het Franse leger schokt minder ka-
hebben; maar die daarbij aan de rakteristiek dan de eerste groep,
normale militaire teak en de con- Het is deze tweede categorie die
ventionele oorlog dachten. Ze zijn Jules Roy tot onderwerp van zijn
thans gemengd m een burgeroorlog, toneelstuk heeft genomen. En dat is
en een burgeroorlog onderscheidt begrijpelijk: want hij hoort zelf tot
zich zelfs van de gewone oorlog nog die groep
ongunstig. Geen moraal, geen ere
code, geen internationale code, geldt
In het Parijse Theatre en rond
wordt thans eén nieuw stuk van
Jules Roy, „De, rode -riteer", ge
speeld, Het is gesitueerd in Irido-
China en de - hoofdrollen worden
vervuld door Michel Piccoli (links)
als een gewetensvolle commandant
en Raymond Layer als een stoere
kapitein,
de dialoog zo opzettelijk, dat ze bü-
Hij plaatst twee officieren tegen- na werkt als schoolvoorbeeld- voor
in een burgeroorlog- hii wordt on- over elkaar: een rechtlijnige, ener- een debat. Dat geidt vooral voor de
lerStfehjk 5^ftoeUngSSd.^I ^SSSSPSSSJE: bijfiguren: de Indochinese maitresse
als destijds de godsdienstoorlogen
waren. Vandaar de executies.
ligt niet iedereen en daarom lijkt ons
een vrijere keuze van onderwerp
voor toekomstige prijsvragen wel ge
wenst
ÖE grote bovenzaal en de bcfen- tend naakt van Matisse, het zieke
dende zaal morden geheel in be- meisje van Edvard Munch, boten van
Slag genomen door de collectie Emil Nolde en een serie van bijna
tl/ANNEER ik zeg dat Vincent Mahieu een meester is in het genre van Is deze eenheid het bewijs van zijn
W de novelle, ben ifc mij ervan bewust dat die tem niet vrij is van bijzondere talent, in die sfeer ligt
zwaarwichtige problematiek. Want oyer het begrip genre, evenals over het bovendien het bewijs van zijn on.
begrip periode, zijn vele dikke boeken volgeschreven, zonder ander resut- gemene persoonlijkheid.
taat dan dat zij de grandioze verwarring hebben bestendigd en vergroot. r
Het kost inderdaad maar weinig moeite om met overvloed van matertaai te WINGENT MAHIEU immers pu-
bewijzen dat een bepaalde term zeg renaissance of roman in het taal- V bliceert deze „Indonesische no-
oebruik van journalisten, kunstenaars en geleerden verscheidene beteke- vellen in een periode dat Maria Der
nissen heeft, terwijl omgekeerd eenzelfde verschijnsel door verschillende moüt, Friedericy, Bep Vuyk, Rob
namen word! aangeduid. De verklaring ligt uiteraard in de opmerkelijke Nieuwenhuys.cn vele. anderen hun
gecompliceerdheid van de verschijnselen zelf; maar dit houdt nog ntet in, herinneringen aan 't voormalige Ne-
dat men de weg naar beter begrip altijd inslaat in de verkeerde nchtmg. derlands-Indië hebben opgeschreven.
Af rlo rrmian nu ..eiaenhik is. be- Gevoelig maar niet sentimenteel.
/uy iiwu VV.&, --O- c v - V -
De hele vraag naar wat de renaissance of de roman nu „eigenlijk is, be
tekent een miskenning van de wezenlijke verhoudingen.
Bij voorwerpen kan men die vraag
(misschien) met enig nut stellen;
maar bij cultuurhistorische ver
schijnselen die men niet kan afzon
deren en waarnemen, maar die men
enkel kan beschouwen en waarde
ren, ligt de verhouding heel anders.
Wie het woord roman met weten
schappelijke nauwgezetheid wil han
teren, moet beginnen het te ijken:
hij moet zeggen wat hij er precies on
der verstaat en zich daar consequent
aan houden. In deze consequentheid
ligt méér wetenschap, dan in het
dikste boek waarin alle inconsequen
ties volledig zijn geregistreerd.
Het meesterschap van Vincent Ma
li ie u inzake de novelle vereist dus
een simpele definitie; ik heb geen
andere nodig dan „verhaal van be
knopte omvang". Want al bet overi-
ge, de structuur, de hoeveelheid per
sonen, de duur van hun levenslot en
zovoort, heeft alleen zin in relatie
Garmt Stuiveling
over
TJOEK
door
Vincent Mahieti.
Uitg. H. P- Leopold
Den Haag i960
(ƒ6.90)
complete verbeelding geven van 'n -
tot die omvang, Men kan nu eenmaal aerSoonIiIkheid, zelfs van een groep heerser; die tijd is voorbij. En daar*
geen compleet bestaan van twintig persooniijtheder. aangezien de mens fm verschijnt hier de Indonesische
personages verantwoord samenper- iets anders is dan de som van bevolking ook met laager gezien uit
sen in tien of vijftien bladzijden, al ervaringen. Wat de novellist het pogpunt va» de blanke, maar ob
is het Oude Testament er om te be- -n eerste plaats nodig heeft, is de jectiever, zelfstandiger, in de eigen
wijzen hoe véél er in hoe weinig architectonische zin voor verboudin- relaties van onderlinge afhankelijk-
woorden kan worden gezegd. Maar gen on de speciale kijk op het ken- £eid', f"'if jaloezie of
men kan in klein bestek, wel een merkende detail- Hij moet weten, haat Wat Multetuli voor. het eerst
dat twee typerende aanduidingen heeft ^geprobeerd inzyn „baidjah en
wei'kzamer z^n dan een vel bescbrü- Admda", maar met het besef van on-
vingen; hij moet kunnen weglaten, toereikend begrip voor de dessabe-
en de kwaliteit niet willen bereiken woner van 3^der cultuurpatroon en
door de kwantiteit. Wie dc novelle fas, dat is hier ten leste onopzette-
kiest, moet zich beperken; of omge- verwezenlijkt deze Javanen ^jn
keerd: wie de beperking kiest, zij zo maar zichzelf, en ons daardoor het
novellist. Want vierhonderd bladzij- meest DabiJ.
TENORSAXOFONIST ZOOT SIMS, eens een van de eersten en nu met
Getz een van de laatsten uit de Lester Young school, is in de „Jazz
Festival Series" op LONDEN FLX 3021 te.horen met twee stukken. „Blue
Room" en „Gus's Blues", dat hij vertolkt met ex-Getz-pianist JohnWilli
ams, bassist Knobby Totah en drummer Gus Johnson. Het is simpele, heer
lijk swingende jazz door musici met een sterk eigen muzikaal karakter.
Bovendien is het fijn de nu „verdwenen" Williams weer eens te horen, een
stylist met vreemde, zeer felle accenten in zijn spel.
H ET Modern Jazz Qnartel speelt hoe don ook, een stuk als „Things
op eenzelfde 45 toeren „single", ain't what they used to be" wordt
London FLX 3031, twee stukken uit bij Gillespie veel „echter" een blues
de LP „FontessaV, namelijk .Angel dan bij Ellington. „Come Sunday"
eyes" en lrBlucsology". Beide beho- fnet 1360 achtergrond door hout-
ren tot het mooiste dat het M.J.Q. blazers, inclusief fagot werd zelfs
op de plaat vastlegde. Geïnspireerde haast onherkenbaar omdat Gillespie
muziek, verfijnd, niet bijkans steriel het thema in het geheel niet speelt,
en gemaniëreerd zoals nu vaak *t ge- doch meteen improviseert. Alles-
val is. Clara Ward The Famous bijeen is de LP dan wel niet zo-
Ward Singers, op London FLX 3033. zeer een portret van Ellington als
laten horen dat er ook nog andere wel van Dizzy GiUespie geworden,
gospel music is dan die van Maha- ^ar dit bewijst eens te meer John
lia Jackson, gospel (religieuze) zang Birk's persoonlijkheid, en_ als solist
die aanmerkelijk dichter bij de kerk én als arrangeur, terwijl in de eer-
staat dan miss Jackson's legenwoor- sta plaats Duke's muziek zeker geen
dige „religieuze vermaaksmuziek". onrecht aangedaan werd en m,,de
Zowel „Oh! What a wonderful fee- tweede de oorspronkelijke bop-
ling" als „Paekin' up" zijn snelle, pionier er uit naar voren komt als
extatisch gezongen liederen, waaruit musicus die een grote en blijvende
weer eens blijkt dat blues. Rhythm waarde in de jazz is gebleken.
f,"f ?ln*LGnTL?SiC en j3ZZ 3116 r HRIS CONNOR is zeker niet
uit een bron komen eGn van qe uitgesproken min-
Dizzy Gillespie heeft een com- dere jazz-zangeressen. Maar op een
piete LP met stukken van Ellington of aadere mamer heb ik geen con-
opgenomen onder de titel „A Por- tact met haar muziejc omdat die
trait of Duke Ellington", op Verve voor mij te koud en te ,)iard" is.
Op London LTZ-K 15195, „Chris in
Terson", staan opnamen die in de
New Yorkse „Village Vanguard" ge
maakt werden en die mij in zoverre
beter liggen dan haar vorige, waar
hier sprake is vaa een begeleidende
'groep met goede musici als gitarist
Kenny Burrell, drummer Lex Hum
phries en de geëmigreerde Neder
landse bassist Eddie dc Haat» ter
wijl miss Connor niet alleen de ge-
MGV-R38C De tromnettist-orkestlei- «kte songs vertolkte, maar ook een
dduurWcumS'cnJZt°?Aterl SaH Su?'
orkesten waarvan musici en instru- "ngton s "rt dmt mcan a muig
mentatie onbekend blijven aange- Enige alinea's terug schreef ik het
zien de hoes hier niets over ver- al:'na de stortvloed van vercommer-
meldt. cis liseerde Mahalla Jackson opna-
Van de Ellingtoniaanse sfeer is jmen is het goed weer eens wat
in zoverre weinig overgebleven jneer pure Gospel music tegen te
waar Gillespie die terechtop komen. Zeker tegenwoordig is een
een eigen manier interpreteert. In jjarie Knight te prefereren boven 'n
veel opzichten betekent dat een sim- jackson, hetzelfde geldt voor Sister
plificatie, ook al omdat hij met een Rosetta Tbarpe die met een twaalf-
kleiner orkest-apparaat werkt. Maar tal religieuze liederen te horen is
op Gala GLP 373. .Nothing be
tween" is een wat zoetelijk begin,
maar gelukkig volgt daarop „He*s
the lily of the valley" waarin het
begeleidende vocale kwartet van
vrouwenstemmen niet „keurig" ge
arrangeerd zingt maar vrij en spon
taan, met eon leidraad waarop naar
eigen ingeving kan worden geïm
proviseerd.
LTSAXOFONIST ERNIE HEN-
oriënteerde Draufganger. kapitein Van de commandant, de pastoor. Het
"j Charmfort, en een veel meer genu- geldt verder voor de knoeiende
anceerdc, door gewetenstwijfel ge- Franse handelaar, die hier als af-
plaagde, commandant. De inzet van schrikwekkend voorbeeld gesteld
hun conflict is een indochinese lui- -wordt om de sociale gezindheid van
tenant, die door beiden overigens bet officierskorps des te beter te 3a-
van desertieplannen wordt ver- ten uitkomen. Maar de arme man
dacht. En inderdaad, als de com- heeft, men te voren dan toch ook
mandant hem ondervraagt, blijkt ^lle verweermiddelen uit de hand
dat luitenant Van Tri verscheurd geslagen. Een zo gemakkelijke prooi
wordt door de gedachte dat hij te- Van het sarcasme der officieren, ver
gen zijn eigen landgenoten moet best alle overtuigingskracht als sym-
vcchtcn. De commandant, getroffen booL
door de idealistische ondergrond van
Tri's twijfel, wil hem nog ééns aan Niettemin ging er van de voor
een proef onderwerpen een uiterst stelling een aanstekelijke warjite
gevaarlijke proef overigens, die de j>at iag jn de eerste
commandant het leven zou kunnen jlGt Spei van Piccoli '•■.w.n.-
kosten. Maor de kapitein interve- danL Ondanks alle nuar-tr» »:eef
nieert en mitrailleert de luitenant. deze ct,€f; Piccoli maakte vol-
IK kan niet zeggen dat het pro- komen aannemelijk dat zijn mon-
bleem op erg diepgaande wijze schappen voor hem vlogen. Ray-
gesteld is. Het is bijvoorbeeld moei- mond Loyer was een stoere kapi-
lijk de kapitein ongelijk te geven: tein. Guercy een sympathieke ma-
wie verantwoordelijk is voor de le- rine-man. De anderen waren aan-
vens van zoveel manschappen, kan merkelijk minder. Aanstekelijk werk-
nauwelijks risico nemen. De jntcl- te ook het enthousiasme van het pu-
lectucle strijd van de gekwelde com- bliek dat mede dank zij de thea-
mandant is dikwijls met kracht ter vorm meer en meer een over-
wccrgcgcven, maar vaak ook wordt tuigingsgemecnscbap werd.
beeldend en tegelijk realistisch. Het
algemene belang van deze vertel
kunst is o.a. dat de rancune om een
verdwenen koloniale grootheid er to
taal in ontbreekt. Maar dit houdt nog
niet in, dat het niet wezenlijk Ne
derlandse herinneringen, Nederland
se ervaringen zouden zijn, die men
er aantreft, al maakt Bep Vuyk
daarop een uitzondering.
Het is niet zo eenvoudig te formu
leren waarom Vincent Mahieu in
veel wezenlijker zin een uitzondering
vormt. Misschien ligt het hierin, dat
Bep Vuyk haar standpunt bewust
heeft gekozen, terwijl Mahieu is wie
hij is. In elk geval treft hij door een
groter natuurlijkheid, 'n elementaire
vanzelfsprekendheid, ook als hij zijn
verhaal laat spelen in Javaans mi
lieu alleen. De Nederlander is in dit
proza al bijna de vreemdeling'onder
het Zuiderkruis, hij treedt nog onder
enkele tragische omstandigheden op,
zoals de politiële acties zijn geweest,
maar hij is allerminst meer de over-
den beknoptheid is even onevenre
dig als twaalf pagina's breedvoerige
épiefc-
BEHALVE zijn zin voor het ken
merkende, heeft Vincent Mahieu
ook een bijzonder talent voor het
collectieve. Hoe persoonlijk de lot-
*\/>^\A^A-oA^vrovixi/vnA»^n<n/t^uvvixiAx\nx\A^i/ixiA^v\x\nx\A^vvAA»vv»Vv^/V'
N plaats van korte
aanduidingen van
wat het schilderij
dient voor te stellen
of uit te drukken, zijn
cr alleen maar papier
tjes aangebracht met
gepeperde prijzen, die
Kees van Bohemen
in de Rotterdamse
Kunstkring voor zijn
verfprodukten vraagt.
Die prijzen bewegen
zich om en naby de
duizend rnAden.
Misschien heeft
gelijk. Titels zijn in
de non-figuratieve
kunst niet meer ter
zake doende. leder
mag voor zichzelf uit
maken of dc verf mas
sa hem aanspreekt of niet. Dergelijke werken zijn
„dingen" met een eigen leven. In het gur^tigste
geval een „compositie"; in het slechtste geval met
iets van esthetiek er in, want esthetiek betekent
by informelen en tachisten en hoe 2y zich- verder
noemen een kwalijke terugval.
Wie in de non-figuratieve kunst niet voor een epigoon, een kritiekloze
nauolger, wil worden gehouden, moet verder. Sinds de opvatting, dat een
schilderij niet noodzakelijk iets hoeft voor te stellen, in mindere of meer
dere mate wordt aanvaard, volgen de richtingen en stromingen elkaar
blitcscmsncl op. Wat gisteren nog als ulira-modcrn gold, is vandaag alweer
verouderd. Pollock, Appel, Jorn en honderd anderen hebben hun b jdrage
geleverd, maar nieuwe mogelijkheden eisen dc aandacht op. De revolutie
gaat verder. Waarheen?
ÏSScsts
Houtsnede uit dc serie „Luna" van bucebert
Die vraag zal mon zich ook stellen
bij hét werk van de in Parijs ge
vormde Kees van Bohemen. Een zaal
vol schilderijen die naar eenzelfde
procédé schijnen te zijn ontstaan,
werken die zwaar zijn van een
pasteuze verfdracht, veelal blauw
van kleur en in een bewogen pen-
seelschrift Maar dan ook alleen
'WlArVV^lVlAjVWWlrtrti'VWWV
VINCENT MAHIEU, die in een an- gevallen van zijn hoofdfiguur ook
dere levenssfeer Tjaiie Robin- mogen zija, ze houden haast onmerk-
son heet en by de burgerlijke stand baar een dimensie van algemene
geen van beide, is een meester van menselijkheid. Maar dat is niet het
de maat. A3 draagt dit tiental ver- enige. Tk denk speciaal aan de blz.
halen de titel van het langste, dit 97—102 met de beschrijving van een
wordt daarmee nog niet het beste, massaal gevecht op een kleine brug.
Integendeel: de ruim vijftig bladzij- De lichte ironie van de auteur maakt
den van „Tjoek" zijb verdeeld over hem typisch tot toeschouwer, maar f
drie of vier. geconcentreerde thema's, kan toch niet de diepe indruk teniet
dié -wel samenhang bezitten, maar doen, door hét collectieve en het;ir-
geen eenheid vormen. In al de overigerationele teweeggebracht, i lri' zulke
treft de eenheid van constructie, de bladzijden ligt het bewijs van nog
eenheid van dramatische visie, de andere talenten,' dan in deze novel-
eenheid ook: van anekdote en sfeer, len al zijn verwezenlijkt
SISTER ROSETTTA THARPE
twaalfreligieuze liederen
A RT (1926-1957) heeft nooit
grote bekendheid en waardering ge
kregen, zelfs niet binnen de, kleine persoonlijkheid. En toch was
iknng van uitgesproken 3azz-kcn- het gerechtvaardigd van Riverside
ners. In zekere zin is dat- ook wel OTI1 i(Last chorus", RLP 12m, sa-
Iogisch, want hij vfeirktf „Tnii men ie stellen uit nieuwere en iets
„sideman m ST^o^^bands zoals die oudere Henry opnamen. Namelijk
van Giilespie 55 57. hij m. akte omdat deze altist weliswaar duide-
niet veel opnamen en we«i met Ujk door Parker geïnspireerd was,
door promotors of .anderen oiaar vo- maar even duidelijk bezig was bin-
ren gebracht, .h« werd geen ver- nen dit idioom iets. vo» zichzelf; te
nieuwer of zelfs maar een duide- creëren> zoals bijvoorbeeld een Ben
Webster dat binnen de Hawkins-
stül gelukte. Op „Last Chorus" is
Henry te horen met een door hem
geleide groep uit de grote Gillespie
band waarmee hij bezig was een
LP te maken diedoor zijn dood
nooit compleet werd. Hier is ook
trompettist Lee Morgan ih jeugdige,
maar niettemin' eigenlijk helaas al
oude, glorie te beluisteren. „S'posin"'
is een stuk met de ondergewaar
deerde trompettist Kenny Dorham,
evenals „Cleo's chant" dat van Hen
ry. zelf is. Tenslotte is er een stuk
met Wynton: Kelly, Wilbur Ware
en. Philly Joe Jones, en een-deel uit
Monk's .Ba-lue.;, Bolivar Ba-lues-
are" dat naar mijn smaak; een van
Henry's allermooiste.soH: bevat,
waaruit dan ook duidelijk iblijkt^dat
door zijn dood een kléin;:." maar
duidelijk, talent, teloor ging.'; -t/V'r,
MICHIEL DE RUYTËR.
maar verf. door een instinctieve han
deling neergeworpen, een voortdu
rende herhaling van die handeling,
waarmede ook anderen zich reeds
met wisselend succes hebben bezig
gehouden. Voor mij bleef contact uit.
Een teleurstellende toestand.
Plezieriger is het kijken naar de
grafiek van de dichter Lucebert die
zich op gezette tijden ook op het
terrein van dc beeldende kunst be
weegt. Het zijn voornamelijk etsen,
waarin hij zijn ietwat morbide fan
tasie dc vrjjc loop laat.
STERK geïnspireerd door de kin-
dertckeuing probeert hij als vol
wassene eenzelfde onbevangenheid
te benaderen. Naar mijn gevoel is hij
er wel in geslaagd de onbeholpen
heid te imiteren, tenzij ik cr van.
moet uitgaan dat deze onbeholpen
heid van zij» persoonlijke aanleg
getuigt.
Het bewustzijn van de volwassene
zal altijd een andere z(Jn dan die
van het kind. Kennis en levenserva
ring spreken een woordje mee. In de
poging terug te keren naar de prille
toestand van de kinderjaren komt
gauw iets opzettelijks en. gewilds.
Men gelooft er niet zo gemakkelijk
meer in. De vraag rjjst dan: is dit
Lucebert zelf?
Ondanks de primitieve vorm is de
inhoud bijzonder geraffineerd. Er
zijn taferelen uit hetcircusleven
(geestig), er zijn druïden en spoken
(bizar), een Tijl en moer (caricatu-
raai) en een serie die hij Luna doop-
te ;met een vleugje romantiek. Het
primitieve lokt hem. En hij is een
dichter.' dié misschien toch wel graag
een kind zou willen zijn of die in-
wezen'een-Jdnd is. Een groot kind
dan- L.W.S.