GUEPIN'S GRAFIEK EN BOEKEN: EEN ZEER WAARDEVOLLE COLLECTIE MEESTER IN HET GENRE Zoot Sims: een der eersten die een der laatsten werd LITTERAIRE KRONIEK GEWETENSCONFLICT BIJ FRANS OFFICIER iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif DE. PLAAT GETOETST Le pichet noir et la tête de mort, litho van Pablo Picasso uit 1946 ti uent zich uitmTri Jules Jtiov s toneelstuk m Kees van Bohemen: instinct Lucebert: het kind Zaterdag 18 februari 1961 7 ristiek werk. men slechts op grond van een eigen Bijzonder -waardevol zijn de ge- persoonlijkheid, een eigen gevoelig- iliusLreerde boeken, waaronder twee heid, een eigen inzicht. En deze delen met 150 etsen van Mare Cha- heeft Guépin bepaald. L.W.S. ypÜ is dit keer misschien minder aanleiding naar de tentoon- twintig etsen en litho's van Picasso, galls bijbel, verder Cahier de George .stelling van schilderijen uit inzendingen voor de Wedgwood- - rSTefwer'i pnjs 1!JW te gaan dan naar de collectie grafiek en boeken van list Salvador Dali is vrij zeldzaam. H. van Kruiningen, Lurgat en Pras- mr. A. J. Guépin uit Eindhoven. Beide exposities worden in het maar toch heeft do verzamelaar er de sinos. Stedelijk Museum te Schiedam gehouden en vooral de tweede Vit toe nogal wmtkeunge „reep staat Kwalitatief op hoog niveau. Het klinkt een weinig onvricn- vertegenwoordigd. Onder de Neder- blijkt mei hoeveel moeite de verza- delijk jegens de eerstemaar zo is het natuurlijk niet bedoeld. landers ontmoeten wij J. Bendien meiaar zich geeft grafiek, van een Een vergelijking gaat moeilijk op omdat de talenten te verschü- S Het" 3 S lend zijn. Iedere kunstenaar geeft naar zijn vermogen, en in de en Wout van Heusden met karakte- kunst kopen..een verzameling maakt collectie van Guêpin wemelt het nu eenmaal van fameuze na men, ook al zegt zoiets niet altijd alles. De firma N. F. vaa Gelder Co., Guépin. Deze verzamelaar begon met de Nederlandse vertegenwoordigster het werk van Ensor en Redon bijeen van de bekende aardewerkfabriek te brengen. Tijdens de oorlog coti- Josiah Wedgwood Sons Ltd, te centreerde hij zijn aandacht op de Barlaston, besloot ter gelegenheid Nederlandse grafici, met wie hij ook van het tweede eeuwfeest van die nu nog uitgebreide contacten onder- fabriek tot het instellen van een houdt. Na 1945, toen Parijs weer be- prijs, die te beginnen met i960 om de reikbaar was, kwam de buitenlandse, drie jaren zal worden uitgereikt. Het vooral de hedendaagse Franse gra- is een initiatief dat zeker moet wor- fiek in zijn belangstelling te staan. den gewaardeerd, Picasso, Bracque, Leger, Matisse, de Onder de vele Nederlandse kunste- grote figuren van de twintigste naars die naar deze prijs; dongen, eeuwse kunst, worden in zijn ver- kwam de Haagse kunstschilder Jan zamelïng opgevolgd door de jongere van Heel als nummer een uit de bus generatie Van Hartung, Soulages, met een stilleven met blauwe vaas Mirnessier en tenslotte door de jong- en. witte bak. Een eervolle vermei- ste stromingen, die o.a. door Appel ding kreeg D, van Gulik met het en Corneille vertegenwoordigd toor- stiheven „aardewerk met schelp". den. Zo groeide zijn collectie tot wat Het zijn bepaald wel verdienste- in Nederland uniek genoemd mag lyke schilderden die met een kleine worden. twintig andere ih de benedenzaal ™rdhOve™ÏÏUSe7eSter STS" veel wat wij op toe resultaat te^wliterf aan d^e^cbcmden w« vaak-alleen maar van de repro- hrid om aardewerken ^iflevens?; duklie. kennen, maar ook geheel on- verwerken. Zen dergelijk onderwerp b^ads en zeer zeldzame ezerapla- list niet iedereen en rlflarnm Hikt ons reri Cr bijeengebracht. Van En- sor. bijvoorbeeld, beroemd geworden door zijn maskers, een groot gezicht op Mariakerke uit 1837; litho's van Kandinsky en Kokoschka, een zit- TJfET Parijse Theatre en rond r '.'"-''Cn'' 9 t 1 r 7 voor tendens stukken; ik ken v Jf - geen theater waar het contact t\ iT'C'h •C-is" tussen spelers en publiek en De rode rivier in b tussen de toeschouwers onder- - ■l v. ling zo groot-is. Aan dit theater /TT/ >'g 7 heeft Jules Roy zijn toneelstuk £>(1111 Se 1060^ 6U Wild B „De rode rivierf afgestaan. Ju- u les Roy, romanschrijver, ex-af- ficier, is de laatste tijd vooral bekend geworden door een klein boekje: „De oorlog in Al gerijedat een ontstellend beeld geeft van de verwoesting moreel, materieel en politiek, die de Algerijnse oorlog in alle milieus, maar vooral in het mu- zelmanse heeft veroorzaakt. Het boekje is zeer tot onge noegen der Franse autoriteiten een bestseller geworden. „De rode rivier" speelt tijdens de oorlog in Indochina maar zijn eigenlijke onderwerp is actueel gebleven: het is het gewetens conflict in het1 Van die gewetensconflicten zijn er twee. Een aantal Franse officieren (want het gaat over hen, niet over hun manschappen) heeft moeite de progressieve politiek te aanvaarden. Want, als het juist is die Indóchine- zen eerst en de Algerijnen vandaag de Dn afhankelijkheid te geven, waar voor heeft men dan deze officieren in het vuur gestuurd en velen van hen in de dood? martelingen, de represailles. De groep van officieren die daaronder Er is ook nog een ander» groep gebukt gaat, is zeker belangrijk;- van jonge mannen die officier zijn maar ze is voor de crisis die thans geworden omdat ze het beroep hef- het Franse leger schokt minder ka- hebben; maar die daarbij aan de rakteristiek dan de eerste groep, normale militaire teak en de con- Het is deze tweede categorie die ventionele oorlog dachten. Ze zijn Jules Roy tot onderwerp van zijn thans gemengd m een burgeroorlog, toneelstuk heeft genomen. En dat is en een burgeroorlog onderscheidt begrijpelijk: want hij hoort zelf tot zich zelfs van de gewone oorlog nog die groep ongunstig. Geen moraal, geen ere code, geen internationale code, geldt In het Parijse Theatre en rond wordt thans eén nieuw stuk van Jules Roy, „De, rode -riteer", ge speeld, Het is gesitueerd in Irido- China en de - hoofdrollen worden vervuld door Michel Piccoli (links) als een gewetensvolle commandant en Raymond Layer als een stoere kapitein, de dialoog zo opzettelijk, dat ze bü- Hij plaatst twee officieren tegen- na werkt als schoolvoorbeeld- voor in een burgeroorlog- hii wordt on- over elkaar: een rechtlijnige, ener- een debat. Dat geidt vooral voor de lerStfehjk 5^ftoeUngSSd.^I ^SSSSPSSSJE: bijfiguren: de Indochinese maitresse als destijds de godsdienstoorlogen waren. Vandaar de executies. ligt niet iedereen en daarom lijkt ons een vrijere keuze van onderwerp voor toekomstige prijsvragen wel ge wenst ÖE grote bovenzaal en de bcfen- tend naakt van Matisse, het zieke dende zaal morden geheel in be- meisje van Edvard Munch, boten van Slag genomen door de collectie Emil Nolde en een serie van bijna tl/ANNEER ik zeg dat Vincent Mahieu een meester is in het genre van Is deze eenheid het bewijs van zijn W de novelle, ben ifc mij ervan bewust dat die tem niet vrij is van bijzondere talent, in die sfeer ligt zwaarwichtige problematiek. Want oyer het begrip genre, evenals over het bovendien het bewijs van zijn on. begrip periode, zijn vele dikke boeken volgeschreven, zonder ander resut- gemene persoonlijkheid. taat dan dat zij de grandioze verwarring hebben bestendigd en vergroot. r Het kost inderdaad maar weinig moeite om met overvloed van matertaai te WINGENT MAHIEU immers pu- bewijzen dat een bepaalde term zeg renaissance of roman in het taal- V bliceert deze „Indonesische no- oebruik van journalisten, kunstenaars en geleerden verscheidene beteke- vellen in een periode dat Maria Der nissen heeft, terwijl omgekeerd eenzelfde verschijnsel door verschillende moüt, Friedericy, Bep Vuyk, Rob namen word! aangeduid. De verklaring ligt uiteraard in de opmerkelijke Nieuwenhuys.cn vele. anderen hun gecompliceerdheid van de verschijnselen zelf; maar dit houdt nog ntet in, herinneringen aan 't voormalige Ne- dat men de weg naar beter begrip altijd inslaat in de verkeerde nchtmg. derlands-Indië hebben opgeschreven. Af rlo rrmian nu ..eiaenhik is. be- Gevoelig maar niet sentimenteel. /uy iiwu VV.&, --O- c v - V - De hele vraag naar wat de renaissance of de roman nu „eigenlijk is, be tekent een miskenning van de wezenlijke verhoudingen. Bij voorwerpen kan men die vraag (misschien) met enig nut stellen; maar bij cultuurhistorische ver schijnselen die men niet kan afzon deren en waarnemen, maar die men enkel kan beschouwen en waarde ren, ligt de verhouding heel anders. Wie het woord roman met weten schappelijke nauwgezetheid wil han teren, moet beginnen het te ijken: hij moet zeggen wat hij er precies on der verstaat en zich daar consequent aan houden. In deze consequentheid ligt méér wetenschap, dan in het dikste boek waarin alle inconsequen ties volledig zijn geregistreerd. Het meesterschap van Vincent Ma li ie u inzake de novelle vereist dus een simpele definitie; ik heb geen andere nodig dan „verhaal van be knopte omvang". Want al bet overi- ge, de structuur, de hoeveelheid per sonen, de duur van hun levenslot en zovoort, heeft alleen zin in relatie Garmt Stuiveling over TJOEK door Vincent Mahieti. Uitg. H. P- Leopold Den Haag i960 (ƒ6.90) complete verbeelding geven van 'n - tot die omvang, Men kan nu eenmaal aerSoonIiIkheid, zelfs van een groep heerser; die tijd is voorbij. En daar* geen compleet bestaan van twintig persooniijtheder. aangezien de mens fm verschijnt hier de Indonesische personages verantwoord samenper- iets anders is dan de som van bevolking ook met laager gezien uit sen in tien of vijftien bladzijden, al ervaringen. Wat de novellist het pogpunt va» de blanke, maar ob is het Oude Testament er om te be- -n eerste plaats nodig heeft, is de jectiever, zelfstandiger, in de eigen wijzen hoe véél er in hoe weinig architectonische zin voor verboudin- relaties van onderlinge afhankelijk- woorden kan worden gezegd. Maar gen on de speciale kijk op het ken- £eid', f"'if jaloezie of men kan in klein bestek, wel een merkende detail- Hij moet weten, haat Wat Multetuli voor. het eerst dat twee typerende aanduidingen heeft ^geprobeerd inzyn „baidjah en wei'kzamer z^n dan een vel bescbrü- Admda", maar met het besef van on- vingen; hij moet kunnen weglaten, toereikend begrip voor de dessabe- en de kwaliteit niet willen bereiken woner van 3^der cultuurpatroon en door de kwantiteit. Wie dc novelle fas, dat is hier ten leste onopzette- kiest, moet zich beperken; of omge- verwezenlijkt deze Javanen ^jn keerd: wie de beperking kiest, zij zo maar zichzelf, en ons daardoor het novellist. Want vierhonderd bladzij- meest DabiJ. TENORSAXOFONIST ZOOT SIMS, eens een van de eersten en nu met Getz een van de laatsten uit de Lester Young school, is in de „Jazz Festival Series" op LONDEN FLX 3021 te.horen met twee stukken. „Blue Room" en „Gus's Blues", dat hij vertolkt met ex-Getz-pianist JohnWilli ams, bassist Knobby Totah en drummer Gus Johnson. Het is simpele, heer lijk swingende jazz door musici met een sterk eigen muzikaal karakter. Bovendien is het fijn de nu „verdwenen" Williams weer eens te horen, een stylist met vreemde, zeer felle accenten in zijn spel. H ET Modern Jazz Qnartel speelt hoe don ook, een stuk als „Things op eenzelfde 45 toeren „single", ain't what they used to be" wordt London FLX 3031, twee stukken uit bij Gillespie veel „echter" een blues de LP „FontessaV, namelijk .Angel dan bij Ellington. „Come Sunday" eyes" en lrBlucsology". Beide beho- fnet 1360 achtergrond door hout- ren tot het mooiste dat het M.J.Q. blazers, inclusief fagot werd zelfs op de plaat vastlegde. Geïnspireerde haast onherkenbaar omdat Gillespie muziek, verfijnd, niet bijkans steriel het thema in het geheel niet speelt, en gemaniëreerd zoals nu vaak *t ge- doch meteen improviseert. Alles- val is. Clara Ward The Famous bijeen is de LP dan wel niet zo- Ward Singers, op London FLX 3033. zeer een portret van Ellington als laten horen dat er ook nog andere wel van Dizzy GiUespie geworden, gospel music is dan die van Maha- ^ar dit bewijst eens te meer John lia Jackson, gospel (religieuze) zang Birk's persoonlijkheid, en_ als solist die aanmerkelijk dichter bij de kerk én als arrangeur, terwijl in de eer- staat dan miss Jackson's legenwoor- sta plaats Duke's muziek zeker geen dige „religieuze vermaaksmuziek". onrecht aangedaan werd en m,,de Zowel „Oh! What a wonderful fee- tweede de oorspronkelijke bop- ling" als „Paekin' up" zijn snelle, pionier er uit naar voren komt als extatisch gezongen liederen, waaruit musicus die een grote en blijvende weer eens blijkt dat blues. Rhythm waarde in de jazz is gebleken. f,"f ?ln*LGnTL?SiC en j3ZZ 3116 r HRIS CONNOR is zeker niet uit een bron komen eGn van qe uitgesproken min- Dizzy Gillespie heeft een com- dere jazz-zangeressen. Maar op een piete LP met stukken van Ellington of aadere mamer heb ik geen con- opgenomen onder de titel „A Por- tact met haar muziejc omdat die trait of Duke Ellington", op Verve voor mij te koud en te ,)iard" is. Op London LTZ-K 15195, „Chris in Terson", staan opnamen die in de New Yorkse „Village Vanguard" ge maakt werden en die mij in zoverre beter liggen dan haar vorige, waar hier sprake is vaa een begeleidende 'groep met goede musici als gitarist Kenny Burrell, drummer Lex Hum phries en de geëmigreerde Neder landse bassist Eddie dc Haat» ter wijl miss Connor niet alleen de ge- MGV-R38C De tromnettist-orkestlei- «kte songs vertolkte, maar ook een dduurWcumS'cnJZt°?Aterl SaH Su?' orkesten waarvan musici en instru- "ngton s "rt dmt mcan a muig mentatie onbekend blijven aange- Enige alinea's terug schreef ik het zien de hoes hier niets over ver- al:'na de stortvloed van vercommer- meldt. cis liseerde Mahalla Jackson opna- Van de Ellingtoniaanse sfeer is jmen is het goed weer eens wat in zoverre weinig overgebleven jneer pure Gospel music tegen te waar Gillespie die terechtop komen. Zeker tegenwoordig is een een eigen manier interpreteert. In jjarie Knight te prefereren boven 'n veel opzichten betekent dat een sim- jackson, hetzelfde geldt voor Sister plificatie, ook al omdat hij met een Rosetta Tbarpe die met een twaalf- kleiner orkest-apparaat werkt. Maar tal religieuze liederen te horen is op Gala GLP 373. .Nothing be tween" is een wat zoetelijk begin, maar gelukkig volgt daarop „He*s the lily of the valley" waarin het begeleidende vocale kwartet van vrouwenstemmen niet „keurig" ge arrangeerd zingt maar vrij en spon taan, met eon leidraad waarop naar eigen ingeving kan worden geïm proviseerd. LTSAXOFONIST ERNIE HEN- oriënteerde Draufganger. kapitein Van de commandant, de pastoor. Het "j Charmfort, en een veel meer genu- geldt verder voor de knoeiende anceerdc, door gewetenstwijfel ge- Franse handelaar, die hier als af- plaagde, commandant. De inzet van schrikwekkend voorbeeld gesteld hun conflict is een indochinese lui- -wordt om de sociale gezindheid van tenant, die door beiden overigens bet officierskorps des te beter te 3a- van desertieplannen wordt ver- ten uitkomen. Maar de arme man dacht. En inderdaad, als de com- heeft, men te voren dan toch ook mandant hem ondervraagt, blijkt ^lle verweermiddelen uit de hand dat luitenant Van Tri verscheurd geslagen. Een zo gemakkelijke prooi wordt door de gedachte dat hij te- Van het sarcasme der officieren, ver gen zijn eigen landgenoten moet best alle overtuigingskracht als sym- vcchtcn. De commandant, getroffen booL door de idealistische ondergrond van Tri's twijfel, wil hem nog ééns aan Niettemin ging er van de voor een proef onderwerpen een uiterst stelling een aanstekelijke warjite gevaarlijke proef overigens, die de j>at iag jn de eerste commandant het leven zou kunnen jlGt Spei van Piccoli '•■.w.n.- kosten. Maor de kapitein interve- danL Ondanks alle nuar-tr» »:eef nieert en mitrailleert de luitenant. deze ct,€f; Piccoli maakte vol- IK kan niet zeggen dat het pro- komen aannemelijk dat zijn mon- bleem op erg diepgaande wijze schappen voor hem vlogen. Ray- gesteld is. Het is bijvoorbeeld moei- mond Loyer was een stoere kapi- lijk de kapitein ongelijk te geven: tein. Guercy een sympathieke ma- wie verantwoordelijk is voor de le- rine-man. De anderen waren aan- vens van zoveel manschappen, kan merkelijk minder. Aanstekelijk werk- nauwelijks risico nemen. De jntcl- te ook het enthousiasme van het pu- lectucle strijd van de gekwelde com- bliek dat mede dank zij de thea- mandant is dikwijls met kracht ter vorm meer en meer een over- wccrgcgcven, maar vaak ook wordt tuigingsgemecnscbap werd. beeldend en tegelijk realistisch. Het algemene belang van deze vertel kunst is o.a. dat de rancune om een verdwenen koloniale grootheid er to taal in ontbreekt. Maar dit houdt nog niet in, dat het niet wezenlijk Ne derlandse herinneringen, Nederland se ervaringen zouden zijn, die men er aantreft, al maakt Bep Vuyk daarop een uitzondering. Het is niet zo eenvoudig te formu leren waarom Vincent Mahieu in veel wezenlijker zin een uitzondering vormt. Misschien ligt het hierin, dat Bep Vuyk haar standpunt bewust heeft gekozen, terwijl Mahieu is wie hij is. In elk geval treft hij door een groter natuurlijkheid, 'n elementaire vanzelfsprekendheid, ook als hij zijn verhaal laat spelen in Javaans mi lieu alleen. De Nederlander is in dit proza al bijna de vreemdeling'onder het Zuiderkruis, hij treedt nog onder enkele tragische omstandigheden op, zoals de politiële acties zijn geweest, maar hij is allerminst meer de over- den beknoptheid is even onevenre dig als twaalf pagina's breedvoerige épiefc- BEHALVE zijn zin voor het ken merkende, heeft Vincent Mahieu ook een bijzonder talent voor het collectieve. Hoe persoonlijk de lot- *\/>^\A^A-oA^vrovixi/vnA»^n<n/t^uvvixiAx\nx\A^i/ixiA^v\x\nx\A^vvAA»vv»Vv^/V' N plaats van korte aanduidingen van wat het schilderij dient voor te stellen of uit te drukken, zijn cr alleen maar papier tjes aangebracht met gepeperde prijzen, die Kees van Bohemen in de Rotterdamse Kunstkring voor zijn verfprodukten vraagt. Die prijzen bewegen zich om en naby de duizend rnAden. Misschien heeft gelijk. Titels zijn in de non-figuratieve kunst niet meer ter zake doende. leder mag voor zichzelf uit maken of dc verf mas sa hem aanspreekt of niet. Dergelijke werken zijn „dingen" met een eigen leven. In het gur^tigste geval een „compositie"; in het slechtste geval met iets van esthetiek er in, want esthetiek betekent by informelen en tachisten en hoe 2y zich- verder noemen een kwalijke terugval. Wie in de non-figuratieve kunst niet voor een epigoon, een kritiekloze nauolger, wil worden gehouden, moet verder. Sinds de opvatting, dat een schilderij niet noodzakelijk iets hoeft voor te stellen, in mindere of meer dere mate wordt aanvaard, volgen de richtingen en stromingen elkaar blitcscmsncl op. Wat gisteren nog als ulira-modcrn gold, is vandaag alweer verouderd. Pollock, Appel, Jorn en honderd anderen hebben hun b jdrage geleverd, maar nieuwe mogelijkheden eisen dc aandacht op. De revolutie gaat verder. Waarheen? ÏSScsts Houtsnede uit dc serie „Luna" van bucebert Die vraag zal mon zich ook stellen bij hét werk van de in Parijs ge vormde Kees van Bohemen. Een zaal vol schilderijen die naar eenzelfde procédé schijnen te zijn ontstaan, werken die zwaar zijn van een pasteuze verfdracht, veelal blauw van kleur en in een bewogen pen- seelschrift Maar dan ook alleen 'WlArVV^lVlAjVWWlrtrti'VWWV VINCENT MAHIEU, die in een an- gevallen van zijn hoofdfiguur ook dere levenssfeer Tjaiie Robin- mogen zija, ze houden haast onmerk- son heet en by de burgerlijke stand baar een dimensie van algemene geen van beide, is een meester van menselijkheid. Maar dat is niet het de maat. A3 draagt dit tiental ver- enige. Tk denk speciaal aan de blz. halen de titel van het langste, dit 97—102 met de beschrijving van een wordt daarmee nog niet het beste, massaal gevecht op een kleine brug. Integendeel: de ruim vijftig bladzij- De lichte ironie van de auteur maakt den van „Tjoek" zijb verdeeld over hem typisch tot toeschouwer, maar f drie of vier. geconcentreerde thema's, kan toch niet de diepe indruk teniet dié -wel samenhang bezitten, maar doen, door hét collectieve en het;ir- geen eenheid vormen. In al de overigerationele teweeggebracht, i lri' zulke treft de eenheid van constructie, de bladzijden ligt het bewijs van nog eenheid van dramatische visie, de andere talenten,' dan in deze novel- eenheid ook: van anekdote en sfeer, len al zijn verwezenlijkt SISTER ROSETTTA THARPE twaalfreligieuze liederen A RT (1926-1957) heeft nooit grote bekendheid en waardering ge kregen, zelfs niet binnen de, kleine persoonlijkheid. En toch was iknng van uitgesproken 3azz-kcn- het gerechtvaardigd van Riverside ners. In zekere zin is dat- ook wel OTI1 i(Last chorus", RLP 12m, sa- Iogisch, want hij vfeirktf „Tnii men ie stellen uit nieuwere en iets „sideman m ST^o^^bands zoals die oudere Henry opnamen. Namelijk van Giilespie 55 57. hij m. akte omdat deze altist weliswaar duide- niet veel opnamen en we«i met Ujk door Parker geïnspireerd was, door promotors of .anderen oiaar vo- maar even duidelijk bezig was bin- ren gebracht, .h« werd geen ver- nen dit idioom iets. vo» zichzelf; te nieuwer of zelfs maar een duide- creëren> zoals bijvoorbeeld een Ben Webster dat binnen de Hawkins- stül gelukte. Op „Last Chorus" is Henry te horen met een door hem geleide groep uit de grote Gillespie band waarmee hij bezig was een LP te maken diedoor zijn dood nooit compleet werd. Hier is ook trompettist Lee Morgan ih jeugdige, maar niettemin' eigenlijk helaas al oude, glorie te beluisteren. „S'posin"' is een stuk met de ondergewaar deerde trompettist Kenny Dorham, evenals „Cleo's chant" dat van Hen ry. zelf is. Tenslotte is er een stuk met Wynton: Kelly, Wilbur Ware en. Philly Joe Jones, en een-deel uit Monk's .Ba-lue.;, Bolivar Ba-lues- are" dat naar mijn smaak; een van Henry's allermooiste.soH: bevat, waaruit dan ook duidelijk iblijkt^dat door zijn dood een kléin;:." maar duidelijk, talent, teloor ging.'; -t/V'r, MICHIEL DE RUYTËR. maar verf. door een instinctieve han deling neergeworpen, een voortdu rende herhaling van die handeling, waarmede ook anderen zich reeds met wisselend succes hebben bezig gehouden. Voor mij bleef contact uit. Een teleurstellende toestand. Plezieriger is het kijken naar de grafiek van de dichter Lucebert die zich op gezette tijden ook op het terrein van dc beeldende kunst be weegt. Het zijn voornamelijk etsen, waarin hij zijn ietwat morbide fan tasie dc vrjjc loop laat. STERK geïnspireerd door de kin- dertckeuing probeert hij als vol wassene eenzelfde onbevangenheid te benaderen. Naar mijn gevoel is hij er wel in geslaagd de onbeholpen heid te imiteren, tenzij ik cr van. moet uitgaan dat deze onbeholpen heid van zij» persoonlijke aanleg getuigt. Het bewustzijn van de volwassene zal altijd een andere z(Jn dan die van het kind. Kennis en levenserva ring spreken een woordje mee. In de poging terug te keren naar de prille toestand van de kinderjaren komt gauw iets opzettelijks en. gewilds. Men gelooft er niet zo gemakkelijk meer in. De vraag rjjst dan: is dit Lucebert zelf? Ondanks de primitieve vorm is de inhoud bijzonder geraffineerd. Er zijn taferelen uit hetcircusleven (geestig), er zijn druïden en spoken (bizar), een Tijl en moer (caricatu- raai) en een serie die hij Luna doop- te ;met een vleugje romantiek. Het primitieve lokt hem. En hij is een dichter.' dié misschien toch wel graag een kind zou willen zijn of die in- wezen'een-Jdnd is. Een groot kind dan- L.W.S.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1961 | | pagina 4