Ook man mag in maxi
HOOGLERAREN
LOPEN WEG
VAN CONGRES
Dr. Hans Daudt, hoogleraar sociale wetenschappen
Planning
Ontevredenlifiid
Congrescommissie
maxi-uni bont
gewoon
Waanzinnig
pagina 10 - zaterdag 14 februari 1970
/W vpnvprpen rnsolulie van u hunner-
PROF. DR. HANS DAUOT (45) is sinds 1S63 hoogleraar in de weienschap der politiek
aan de universiteit van Amsterdam. In subfaculteit A, de studierichting politicologie,
studeren ongeveer duizend studenten. Eveneens worüt politicologie gedoceerd voor
ongeveer tweehomferdvijftig sociologen en cultureel-antropologen uit subfaculteit
B, en door ongeveer vijftig studenten van andere faculteiten. In totaal ruim dertien
honderd studenten, waarmee het door professor Daudt geleide Instituut voor weten
schap der politiek te maken Reeft. De faculteit der sociale wetenschappen als
zodanig.omvat daarnaast ook de studie in de sociologie, culturele antropologie,
pedagogie, andragogie cn psychologie en telt in totaaf achteiidertighonderd stu
denten.
PB03?» DR. HANS DAUDT, hoog
leraar in de wetenschap der politiek
aan de universiteit van Amsterdam,
zegt aan het eind van een gesprek
over de beoefening van de maat
schappijwetenschap, zoals zij nu in
de hoofdstad des lands plaats vindt:
'Tenzij er iets gebeurt wat ik niet
kan voorzien is naai" mijn mening
de faculteit der sociale wetenschap
pen ten ondergang gedoemd,1
Prof. Daudt, enige uren eerder:
'Sinds in 1961 de financiering van
de universiteit van Amsterdam door
het rijk wérd overgenomen kan men
spreken van een onmiskenbaar grote
uitbreiding in de personeelsbezet
ting en in de technische voorzienin
gen. Dat is op zichzelf een positief
punt in een dalende lijn. Die uitbrei
dingen zijn namelijk niet meer dan
lapmiddelen gebleken, omdat zij niet
gepaard zijn gegaan met een fun
damentele wijziging in organisatie
en opzet van het onderwijs.
Anderhalf jaar geleden zei prof.
Daudt tijdens een hearing van do
centen en studenten over studenten
inspraak: 'De organisatie van de uni
versiteit, Is een troep.' Het heeft
blijkbaar weinig geholpen.
Prof. Daudt: 'Dat lijkt me een
juiste conclusie. Nog steeds is het
helaas onmogelijk om enige zinvolle
planning te maken. Een goede orga
nisatie van het onderwijs, dat wil
vooral zeggen: een passend dienst
betoon aan studenten, is uitgesloten.
Ik' zal dit proberen duidelijk te
maken,
'Als een hoogleraar uitbreiding
van het wetenschappelijk corps voor
2ijrt vak wenst voor het jaar 1971,
dan moet hij dit eind 1969, begin
1!)70 kenbaar maken. Op zichzelf is
dat natuur lijk een redelijke eis. Toch
zijn er enkele moeilijkheden die het
redelijke van die eis volstrekt naar
do achtergrond dringen.
'Op grond waarv an dient een hoog
leraar een aanvrage in tot uitbrei
ding van het wetenschappelijke
corps? Wel, in het algemeen zal dit
gebeuren op grond van een schatting
van het aantal studenten met wie hij
in het collegejaar 1971-1972 te ma
ken krijgt. Tengevolge van de be
staande studievrijheid weet hij ech
ter eerst half oktober 1971 hoeveel
studenten de zalen vullen die hij
reeds .een half jaar tevoren heeft
moeten reserveren. Hij reserveert,
noodgedwongen, met behulp van een
natte vinger in de lucht omdat nie
mand weet volgens welke mode de
ene faculteit een groter accres zal
hebben dan een andere faculteit. Hij
maakt bovendien, met behulp van
diezelfde natte vinger, een organi
satie ten behoeve van werkcolleges,
en een indeling van werkgroepen,
Wat betekent dit, in het algemeen,
voor de studenten?
Prof. Daudt: 'Laat ik eerst zeg
gen wat dit voor het universitaire
onderwijs als geheel betekent. Het
betekent een grote mate van impro
visatie, die erg veel tijd en werk
kracht eist van de amateurbesluur-
ders die leden van het wetenschap
pelijk corps nu eenmaal zijn. Een
dergelijke improvisatie leidt even
eens tot een overbelasting van cle
door dezelfdeoorzaken onderbezette
administratieve en technische sla
ven,
'Het is allerminst een wonder dat
studenten - naai* mijn mening te
recht - ontevreden zijn over de min
of meer geïmproviseerde regelingen
waarbinnen zij geacht worden te stu
deren. Zij kunnen vaak niet ontko
men aan een gevoel van vervreem
ding, aan een gevoel van slechts
nummers te zijn.iu een zeer matig
georganiseerde slucliefabriok. Ik kan
me dat zeer goed voorstellen. Maar
misschien mag ik oolc etüge aan
dacht vragen voor allen die in het
universitaire apparaat onder deze
zeer frustrerende omstandigheden
moeten werken - ook zij worden in
toenemende mate ontevreden. Ik kom
daar nog or< terug.'
De ontevredenheid, de studenten.
Prof, Daudt: 'De richting waarin
althans de meest actieve studenten,
een oplossing voor de onhoudbare
situatie zoeken is het nastreven van
een illusie. Werkelijk. Ondanks al
hun uitspraken over harde strijd,
over concrete acties, ondanks aan
sluiting bij etügerlei linkse of anar
chistische ideologie betreft het hier
toch een in wezen romantisch stu
dentenprotest dat geen uitkomst kan
bieclen. Men zoekt met. zijn radenr
universiteit, zijn projectgroepen, en
noem maar op, een uitweg die op
zijn gunstigst eventueel te ver
werkelijken zou zijn indien er tus
sen de aantallen studenten cn de
aantallen docenten een bijkans ne
gentiende-eemvse verhouding be
stond, een verhouding gebaseerd op
echt, persoonlijk contact.'
Hebben extreme, .studenten be-
hoefle aan een dergelijk contact?
Prof. Daudt: 'Do meest extremen
onder de studenten wellicht niet. Zij
menen dat de eigen belangstelling
voldoende is om in gemeenschap
pelijk overleg met andere studenten
relevante kennis te verwerven. Een
merkwaardige zaak eigenlijk,
'Als men, gemakshalve, even hun
gedachteugang probeert te volgen dan
blijft het nóg erg moeilijk om in te
zien hoe mensen die - dacht ik -
niet helemaal ten onrechte daarvoor
zij ix aangesteld: de docenten, een of
ander certificaat van bekwaamheid
kunnen uitreiken aan studenten als
zij niet van tijd tot tijd de gelegen
heid hebben om te onderzoeken of
die op romantische wijze verkregen
kcxxnis iets heeft te betekenen.
'Misschien is het toch goed als ik
de essentie van de doel stellingen dei-
zogenaamde activisten nog eens be
knopt samenvat: zij willen zelf be
palen welke onderwerpen ze zullen
bestuderen - zij willen zelf beslis
sen welke vakken ze al dan niet
zullen kiezen, op grond uiteraard
van hun kijk op actuele problemen*
Hoe docenten, binnen dit fantastische
kader, een oordeel over de zeex-
noodzakelijke ambachtelijke be
kwaamheden van studenten zouden
kunnen vellen teneinde tot hot uit
reiken van een door hen nog steeds
niet verwerpelijk geachte bul te kun
nen overgaan, is mij niet geheel
duidelijk.
Dc ontevredenheid, dc docenten
en leden vuu andere staven.
Prof. Daudt; 'Ach, een illustratie,
uit vele andere, van -wat nu al vele
maanden lang tot schade van alle bij
het universitair onderwijs betrok
kenen in gang is gezet is het congres
dat afgelopen woensdag is begon
nen. liet is een congres van docen
ten, studenten en het technisch-
administralicf personeel van de
subfaculteit politicologie met als on
derwerp; een nieuwe structuur van
deze subfaculteit.
'Deze bijeenkomst was een voort
zetting van een congres dut er in
december vorig jaar, na drie dagen
praten en na vijf maanden voor
bereiding, niet uit was gekomen op
welke manier studenten en weten
schappelijke medewerkers op een
zinvolle wijze bij de besluitvorming
zouden kunnen worden betrokken.
Na één dag vergaderen werd het ge-,
durende vijf maanden voorbereide
congresboek terzijde geschoven en
onder druk van delicti vis ten een vaag
en erg ingewikkeld plan ingediend
dat heel dicht in de buurt kwam van
de raden-universiteit. Dat betekent:
groepjes studenten kunnen geheel
naar eigen willekeur bepalen met
welk project zij zich, al dan niet in
terdisciplinair, zullen bezighouden.
'Afgelopen woensdag kwam dit
plan opnieuw ter discussie, nadat
een congrescommissie zich meteen
nadere uitwerking had beziggehou
den.
'Ik moet zeggen dat wat men ge
wrocht had, en vooral de manier
waarop, een grondige - bestudering
ver eiste voor,dat men zich e.enoqr-
door J. P. CALFF
PARIJS, donderdag. „Maxi"
en „unisex" zijn de sleutelwoor
den voor de komende herenmo
de. Dat lijkt de conclusie van de
Par ij se herenmodebeurs, in de
tiende salon Europeen de i'Ha-
billement Masculin (gezegd:
SEHM) die het afgelopen week
einde gehouden is in het
Pare des Expesitions' bij de
Porte de Versailles. De maxi-jas
lijkt voor de (jonge) man een
even onmisbaar attribuut te
worden als de maxi-mantel
voor de vrouw. En het symbo
lisch naar elkaar toe groeien
van de geslachten („Ik draag
zijn truien, waarom zou ik zijn
gin niet drinken?", uit de ad
vertenties) wordt in de unisex-
mode op velerlei manieren uit
gedragen.
Voor wie in de veronderstelling
mocht verkeren dat dit laatste een
nieuwe tendens is volgt hier de ver
korte versie van een gesprekje met
clc Franse couturier Jacques Estcrel
dat ik in deze krant weergaf na de
Parijse herenmodebeurs van vorig
jaar. Hij had toen het „négligé snob"
geïntroduceerd, tricot vrijetijdskie-
.ding die voor hom en haar ihdentick
is. Hij zei toen: „Het verschil der
seksen speelt zich niet meer af in de
straat maar in de slaapkamer. Dc ui
terlijke overeenstemming is een
nieuwe spel dat tussen de seksen
wordt gespeeld. In de formele klas
sieke kleding voor dagelijks werk
gaat de imitatie van het andere ge
slacht van de vrouw uit, maar in de
vrij e-tij dskled i ng wordt zij door
hem geïmiteerd". Tot zover Jacques
Estérel in 1969.
Hij had gelijk en de uiterste con
sequentie uit zijn gelijk van toen is
thans o.m. door een Nederlandse ex
posant met een Franse naam getrok
ken. De collectie Jean Charcttc
wordt getoond door de firma Karres
uit Hilversum. Behalve nauw slui
tende shirts in zachte materialen en
fraaie dessins waarbij het verschil
tussen mannelijk en vrouwelijk vol
ledig is weggevallen, wordt het
klapstuk uit deze collectie gevormd
door unisex jurken (een ander
woord is er niet voor of het zou ja
ponnen moeten zijn) o.m- van met
lurex verzwaarde Indiase zijde.
De heer Karres, zelf gekleed in
een progressief chocolabruin ensem
ble waaronder een van zijn eigen
shirts, doet over het bestaan van de
stylist Jean Charelte enigszins vaag:
„Inderdaad is onze collectie ontwor
pen door Jean Charelte in Parijs
maar misschien vindt u hem niet on
der die naam in de burgerlijke stand
van die stad vermeld". De heer Kar
res vertelde dat zijn jurken voor
Maxi in velerlei variaties: bont, leer, wollen stof, al dan niet met contrasterende bontkraag, één-en tweezijdsmodellen, véél of weinig knopen. Alle jassen
hehben heel diepe rugspiitten.
vrouw en man voor plusminus 190
gulden in boetieks te koop zullen
zijn. Op dc show haddon deze pro
gressieve modellen vrij veel succes.
Tussen hel gematigde unisexachti-
ge négligé snob" van vorig jaar en
de japon van Charclte is er een heel
scala van mogelijkheden voor man
nelijke vrouwenkleding en vrouwe
lijke mannenkleding. Vooral de com
binatie maxi-uni opent hier wijde
vergezichten. Dit laatste vooral in de
sectoren bont en leer waar liet jas
sen en mantels betreft. Op zichzelf
was vorig jaar de opmars van de
bontjas van mannen al niet meer te
stuiten. Anno 1970 moet worden
vastgesteld dat die tendens nog ver
der doorbreekt cn één facet er van is
zowel bij leer als bont uitbrei
ding van hot aanbod van imitaties.
Allerlei synthetische materialen die
er uitzien als echt en soms nauwe
lijks goedkoper zijn.
Wordt van de kant van de meer
behoudende fabrikanten - ik dacht
toch nog steeds de meerderheid
strijd geleverd tegen de sexverva-
ging in de mode? Men zolx dit kun
nen vermoeden bij het lezen van de
slagzin van de Franse firma Bider-
tnamv. Bidennann habille les hom
mes commedes hommes (Biklermann
kleedt mannen als mannen). Maar
ais men dan in dc stand die deze mi
litante slogan voert een fraai ge
bloemde maxi-jas ziet geëxposeerd
rijst toch weer de vraag in hoeverre
'die strijd een achterhoedegevecht is.
De neiging om haar bevestigend te
beantwoorden neemt toe bij wie et-
op lot waarheen het meeste publiek
trekt. Het merendeel van de samen
scholingen op deze tiende SEHM treft
men daar aan waar wat nieuws is te
zien, bijvoorbeeld bij onze landgenoot
Van Gils uit Roosendaal waar de
maxi-jassen in grote verscheiden
heid voorradig zijn cn bij het huis
La belle Jardinière waar de toe
schouwer wordt geconfronteerd met
de vooruitstrevende ideeën van' Ted
Lapidus.
Daax-tegenovcr (zoals reeds ge
zegd): de meerderheid der exposan
ten blijft „gewoon" (^conservatief)
doen. Dat wil zeggen dat de kos
tuums voor hen fundamenteel be
slaan uit ccn colbert cn pantalon, ai
of niet mot vest, óók al vertonen d*
weefsels naast strepen, visgraten en
ruiten geometrische figuren waaraan
het oog even moet wennen.
En verder: op deze tiende SEHM
zijn 278 standhouders onder wie ne
gentig uit het buitenland. Bij dit ju
bileum spreken de organisatoren met
enige trots over.hun eigen creatie als
over de „Leader Mondial de la Mode
Masculine". Reden te over voor een
feestelijk tintje op deze manifestatie.
Voor mij vormde de wijze van pre
senteren van'dc.grote modeshow een
van die feestelijkheden. Onder zéér
eigentijdse, zéér lxiide muziek iiaö de
regisseur van dit geheel, Norbcrt
Schmitt, het tonen van 124 modellen
verwerkt in tien balletscènes met
een proloog en een epiloog. Door de
medewerking^ van drie mannequins
viel in dit défilé der herenmode de
volle nadruk op de maxitendens, de
unisex en de combinatie van beide.
Waarby zo lijkt liet althans uw
verslaggever niet vergeten mag
worden dat maxi en uni aangelegen
heid blijven voor personen beneden
(maxi) 3S jaar. Boven die leeftijd
raag er dan wel eens een ruit of een
werkje wat gedurfd uitvallen, een
model wat extravagant, maar daar
bij zal liet dan ook wel blijven.
Voor deze „overjarige" categorie
tot besluit van dit verhaal: de kleu
ren worden beige en bruin (naar
rood), nieuw in cle dessins zijn geo
metrische figuren, colberts en shirts
blijven getailleerd (prés du corps),
het spilt van het jasje is nog dieper
en komt meestal in het midden en
de pantalon blijft slank en smal. Als
accessoires veel metalen gordels en
leren riemen.
deel kon vormen. Op het congres
bleek dat velenóeeaen ander toch
niet 'grondig genoeg?'hadden bestu
deerd, .,.v' -
'Hoe liet ook zij:.wan de duizend
studenten in cle subfaculteit politi
cologie plus de ongeveer honderd
leden van het wetens chappeli j k corps
■en- de techni sch- administratieve staf
waren er die woensdag om kwart
over. tien.-- men begon ,om tien uur -
hónderdtwintig aanwezig. Van die
honderdtwintig behoorden er onge
veer zeventig tot de studenten.,Om
kwart over elf was de belangstel
ling voor een nieuwe structuur op
gejaagd tot ruim honderdnegentig
aanwezigen -van wie nog steeds
vijftig tot het wetenschappelijke
corps en de tec hui sch-ad mini stra
ti eve staf konden wórden'gerekend.
Dat zijn tóch eigenlijk-wel interes
sante getallen. ïk was het bijna ver
geten, ik raak er misschien iets te
zeer aan gewend.
'Maar goed, om enig controleer
baar en zinvol discussie-materiaal
bij te dragen deelde mijn collega
Van Poelje, jurist, op dat congres
mede dat hij veel tijd had besteed
aan een wellicht nuttige berekening.
Aanvaarding van het voorgestelde
plan zou er toe leiden, zei Van
Poelje, clat alleen al binnen de sub
faculteit politicologie ongeveer vijf
tig reglementen zouden moeten wor
den gemaakt voor de in dat plan
voorziene 'vakgroepen, sectoren ëix
coördinatiecommissie'; dat onge
veer driehonderd mensen in eniger
lei^ bestuur van sector, vakgroep of
coördinatiecommissie zouden ko
men te .zitten; tlat dit naai* zijn
mening te zaïnen ongeveer tien
duizend manuren vergaderen per.
jaar zou vergen, en dat - om de
nagestreefde openbaarheid te ver
werkelijken - aan agenda's, notulen
enzovoort zou moeten worden gere
kend op vijfduizend gestencilde pa
gina's, per jaar.'
Een weinig romantische bena
dering»
Prof, Daudt: 'Ja,datwei. Dereac
tie op Van Poeljes zinnige betoog
was onder andere dat zulke 'for
malistische' bezwaren altijd wor
den geopperd, door iemand die tegen
vernieuwing is. Een dergelijke reac
tie heeft natuurlijk'niets meteen
argument te maken maar het dóét
het wel - dat blijkt telkens weer.'
Daarna' ging.: men. ge woon door
Prof, Daudt: 'Jazeker, maar niet
zo lang. Een merkwaardig verzuim
in het ter discussie gestelde plan -
waarin iedereen geacht wordt in gave
harmonie en met grote welwillend
heid te werken - was toch wel dat
er geen formele regeling was op
genomen over de positie van het
wetenschappelijk corps - de hoog
leraren en de Wetenschappelijke staf
'vrnf 'óp|"^uffrècwèfnv,^Ö'tt éöllega
.•De,..-Jon^qnei.:jdlê|^^istte otn deze
•posHió^ast ie%é^|n>iri'L efen1Voor
stel, dat ine temming 'zou worden
gebracht. Dit voorstel luidde: het
congres spreekt zich uit voor een
regiement, waarin de leden van het
wetenschappelijk corps een duide
lijke verantwoordelijkheid voor on
derwijs en onderzoek wordt toe
gewezen,
'Dit schoolvoorbeeld van beschei
denheid werd vervolgens afgestemd.
Ongelooflijk, Enfin, een groot deel
van hel wetenschappelijk corps en
van de technisch-administratieve
staf, is toen maai; weggegaan. Blij
ven had echt geen zin.
'Dergelijke waanzinnige plannen
en hun gevolgen zouden niet alleen
het beschikbare apparaat volledig
lam leggen - als. de activisten hun
zin krijgen - 'het'is bovendien zo,
dat de voorbereiding van dit con
gres er toe hèeft geleid dat sinds
september in alle geledingen en op
alle niveaus eindeloos is gepraat
en eindeloos niet is gewerkt. Ik
acht, erg conservatief geschat, dat
sinds september op. liet Instituut
voor wetenschap der politiek, waar
van' ik directeur ben, door al'het
technïscli-admimstratief personeel
en' wetenschappelijk corps, een
kwart tot de helft van de werktijd
besteed- is aan vergaderen en aan
discussies.
'De hier geschetste ontwikkeling
geldt ook voor andere subfacultei
ten; niet in de laatsteplaats voor
die van de psychologie met zijn
veertienhonderd studenten..
'Ik wil, om misverstand te voor
komen, duidelijk zéggen dat ik niet
in de allereerste plaats klaag over
de betrekkelijk kleine groep studen
ten met extreme opvattingen. Zij
reageren alleen maar - op hun
eigen, door mij geenszins bewon
derde - manier op een niet door hen
veroorzaakte situatie waarvoor zij
een naïeve oplossing zoeken.1 Het
is begrijpelijk dat dit.protest-weer
klank vindt, bij veel andere studen
ten, die van mening zijn dat er al
thans iets moet gebéuren, ook al
zien zij niet steeds de consequen
ties van de voorgestelde oplossingen.
'Ik wil ook, óm misverstand te
voorkomen, duidelijk zeggen dat,
aangezien het onvoldoende toege
ruste universitaire apparaat voort
durend blootstaat aari de druk .van
studenten en er van over heids zijde
geen principiële - wijziging van het
bestel wordt doorgevoerd, datzélf
de universitaire apparaat zal wor
den vermangeld. Het aantal ziekte
gevallen neemt sterk toe, de mo
gelijkheden van wetenschapsbeoefe
ning gaan hollend achteruit. Binnen
enkele, jaren zal het-niveau van het
onderwijs schrikbar end zijn gedaald
- indien ai niét eerder de hel©
zaak ineenstort.'
Eaculteit gaat
als er
gebeurt onder