Mifarten van 29 Dec. '01-4 Jan. '08.
Voor Kinderen.
Kerknieuws.
Schooliiieuws.
nade ook van Stolk getuigen. Hij had zijn
ziel overgegeven voor den dienst in Gods
Koninkrijk. Als jongeling reeds gaf hij zijne
beste krachten, aan het werk der Chr. Jon-
gelingsvereeniging. Later ook aan de Zon-
dagsschool, aan het Christelijk onderwijs, aan
de Christelijke Staatkunde. Zijn lust orn op
alle gebied de Heere te dienen was groot
en benijdenswaard. En hij heeft gewerkt zoo
lang het dag was. Noopte zijn gezondheids-
toestand hem voor een paar jaar reeds om
eenigen tijd rust te nemen en nam hij daarna
door zijn vertrek naar London afscheid van
den kring waarin hij zoo zegenrijk arbeidde,
steeds bleef zijn belangsteiling levendig en
hij haakte er naar om eenmaal weer geheel
hersteld zijn arbeid in 's Heeren wijngaard
voort te zetten. De Heere heeft er anders
over gedacht. Het is ook weer hier gebleken
Mijne wegen zijn niet ulieder wegen en Mijne
gedachten zijn niet ulieder gedachten." He
Heere nam hem in den bloei van zijn leven
tot Zich waar hij zich nu voor eeuwig mgg
verlustigen in den aanblik van Hem dien
Hij hier met zooveel liefde gediend heeft.
Hoe wonderlijk zijn toch 's Heeren wegen.
Terecht zegt de Schrift: Hij is wonderlijk
van raad, doch zoo vertroostend volgt er:
Hij is groot van daad. Hit moet ons rust-
punt zijn. Hier moeten wij eindigen. De Heere
heeft het gedaan.
Hij is heengegaan, onze vriend en breeder.
Een ledige plaits laat hij achter. Welk een
liefelijke gedachte. Zoovelen worden er weg-
genomen wior verscheiden schier niet wordt
opgemerkt.
Met Stolk wis het niet alzoo. Bij zijn
begrafenis op den tweeden Kerstdag bleek
in hoe grooten kring hij was geliefd, wordt
gemist. Reeds geruimen tijd te voren was
het kerkhof vol belangstellenden, en toen
te kwart voor twee de dreeve lijkstoet na-
derde was een dicht samengepakte menigte
bij de open groeve verzameld. Zijn vrienden
met wie hij zoo lang en zooveel had samen-
gowerkt droegen hem graiwaarts. Toen de
kist in de groeve was neergelaten sprak
eerst Ds. Jonkers, die de omstanders wees
op de roepstem die van dit onverwachte
sterven uitgaat. Daarna schetste de heer W.
J. A. Kruyer zijn beminden oud-leerling en
vriend als iemand wiens leven stond in het
teeken der trouw. Trouw in zijn aardsche
roeping, trouw in zijn vriendschap, trouw
in al zijn arbeid voor de Naam en zaak des
Heeren.
Vervolgens trad Ds. Goslinga naar voren,
die den overledene vergeleek bij Johannes
den Dooper. Evenals deze was ook Stolk
een brandende en lichtende kaars, die zijn
licht liet schijnen voor de menschen, om
Zijnen Vader, die in de hemelen is, te ver-
heerlijken.
Ten slotte dankte Ds. Goslinga, namens
den diepbedroefden vader, voor de laatste
eer den overledene bewezen, waarna op ver-
zoek van den vader werd aangeheven Ps.
1038. „Maar 's Heeren gunst zal over die
hem vreezen enz.
Nog een laatste blik in het graf en men
scheidde van den doodenakker, een vriend
achterlatende, die hier zoo noode gemist
wordt.
Met Stolk ging een trouw arbeider in Gods
Koninkrijk heen.
Zij het ons een spoorslag om met ver-
dubbelde ijver voort te varen in alien arbeid
voor de komst van 's Heeren Koninkrijk.
De tekst van de laatste predikatie die
hij aanhoorde„Welgelukzalig is hij die ge-
duriglijk vreest" was ongetwijfeld op hem
toepasselijk. Nu geniet hij de zaligheid nu
geniet hij de verzadiging van vreugde. Zij dit
ook eenmaal ons lot. Dan zullen wij onzen
zoo vroeg gestorven vriend eenmaal weerzien
in die zalige gewesten waar riiemand meer
zal zeggen: ik. ben ziek.
Tlij ruste in vrede.
Anti-Revolution aire Propaganda-Club
„Groen van Prinsterer".
Volgens achterstaande advertentie zal deze
club a.s. Maandagavond haar Jaarvergade-
ring houden. In langen tijd vernamen we
niets van de Club. Het verheugt ons dat
ze thans weer eenig teeken van leven geeft.
Wij wekken leden, begunstigers en geestver-
wanten op door trouwe opkomst van hun
belangsteiling te doen blijken.
Wellicht zal er wel worden gesproken over
te houden lezingen en ieder die meeleeft
met de politiek, stelt daarin groot belang.
Blijke dit in ruime mate op Maandag
avond.
Twee standbeelden.
Twee standbeelden van Nederlanders,
waaraan wij, zij het om zeer verschillende1
redenen, met groote dankbaarheid mogen
gedenken, werden in de jongste dagen ont-
huld.
Het eene was het standbeeld van Prins
Frederik Hendrik, den dapperen zoon van
onzen Prins Willem, 't welk een plaats ont-
ving op het voorplein van het Huis ten
Bosch te 's-Gravenhage. Dit standbeeld is
een geschenk van den Duitschen Keizer aan
onze Koningin en werd door diens gezant
met eenige plechtigheid aan H. M. aange-
boden.
Het verheft zich op een hardsteenen voet-
stuk in krijgsmanskleedij met den veldheer-
staf in de eene hand, de andere houdt het
gevest van het zwaard.
Het beeld is gegoten uit metaal met een
lichtgrOenen weerschijn. Aan de voorzijde is
een gedenkplaat aangebracht met opschrift
in gouden letteren.
Na de onthulling werd het door de Ko-
ninklijke Familie bezichtigd terwijl de muziek
het Wilhelmus en het Duitsche Volkslied
speelde. Nadat de vorstelijke personen de
eerewacht hadden ge'inspecteerd was de
plechtigheid aigeloopen.
Het andere standbeeld is geplaatst te Rot
terdam en werd opgericht ter gedachtenis
aan aen ingemeur P. Caland, de ontwerper
van den Nieuwen Waterweg, welke weg zoo
veel tot Rotterdamsch bloei heeft bijgedra-
gen. Het is Maandag aan de stad ten ge-
schenke aangeboden door haar vroegeren
burgemeester, de heer 's Jacob, die het ook
heeft onthuld. Het zou ons te ver voeren
een beschrijving van het standbeeld te ge-
verij veeleer wekken wij onze stadgenooten
op het eens te gaan bezichtigen. Het stand
beeld is geplaatst op het plein tusschen de
Passage en het Ziekenhuis; men behoeft
er dus in 't geheel geen omweg voor te
maken. Burgemeester 's Jacob kreeg denzelf-
den dag van de burgerij zijn geschilderd
portret ten geschenke, 't welk door hem
aan het Boymansmuseum werd afgestaan,
waar het een plaats heeft gekregen naast
de portretten van vroegere Rotterdarrtsche
burgemeesters.
Met groote dankbaarheid werden zoowel
standbeeld als portret door Rotterdamsch
burgerij aanvaard.
XIII.
K
A
R
N
A
R
N
E
M
E
M
E
L
K
Ziehier een karnemelk-rozet. Wat gij daar-
mee moet doen Wel dat is nog al gemak-
kelijk. Ge moet de stipjes door letters ver-
vangen, zoo dat elk woord dat er gevormd
wordt de naam van een spijs of drank is.
Maar ,nu moet op een ding goed gelet.
Ge moogt geen een letter meer of minder
gebruiken dan er stipjes staan, ook moeten
de letters van het hoofdwoord (karnemelk)
precies op hun plaats blijven staan.
'k Hoop dat er een keurige spijskaart uit
te voorschijn zal komen.
XIV. LETTERRAADSEL.
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13,
14, 15 wordt ons door het wegstervende
jaar gepredikt.
De 12, 2, 14, 15, 8 is een dorre zand-
vlakte.
Een 1, 5, 9, 9, 13, 14 daarentegen is
meestal een vruchtbare landouwe, door ber-
gen omringd.
De 6, 10, 9, is een buitenlandsche rivier,
die in den Bijbel meermalen genoemd wordt.
De 11, 8, 3, 7, is een gebouw dat in de
laatste week vaker dan anders bezocht
werd.
In een strengen winter wordt voor de
armen menige extra 4, 5, 1, 8 geschonken.
XV. BIJBELSCH RAADSEL.
Van hoeveel Maria's wordt in den Bijbel
melding gemaakt?
Plaats achter iedere Maria de tekst waarin
haar naam voorkonit.
Van elke Maria moet slechts een tekst
worden opgegeven.
Ziehier onze laatste opgaven voor 't jaar
1907, dat bijna tot het verledene behoort.
Moge God ons alien het nieuwe jaar doen
heleven en ons daarin Zijnen zegen schen-
ken. Gezondheid, kracht en levenslust
wensch ik U alien toe, doch bovenal een
hart dat den Heere vreest en in Zijne wegen
wandelt.
Slechts dan zult ge waarlijk gelukkig kun-
nen zijn en zal het jaar 1908 recht gezegend
voor U wezen.
Leer het heden
Te besteden
In den dienst van God den Heer
De uren ijlen
Zonder wijlen
En er keert geen enkle weer.
Allen hartelijk gegroet van
TANTE LINA.
Geref. Kkrk
Beroepen te Haastrecht S. Kamper
cand, te Hilversum.
Aangenomen naar Kapelle-Biezelinge
N. Postema cand. te Warfum; naar Enu-
matil U. Ubbens te Silvolde.
B e d a n k t voor Alblasserdam S. Datema
te Delfshaven.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Eierland (Tessel) D. E.
Boeke cand. te 's-Gravenhage; te Oude- en
Nieuwe Wetering en te Hien en Dodewaard
A. A. Donsselmann te Heinenoord; te Hol-
landscheveld J. Kooiman te Kootwijk; te
Nieuwland T. J. Wielenga cand. te Delfs
haven; te Ossendrecht N. W. Posthumus
te Hem (N.-H.) te Eenum (Gr.) P. van der
Elsl cand. te Hellendoorn; te Uithuizen
(toez.l B. Tichelman te Vlissingen.
Aangenomen naar Winsum (toez.) J.
*J. Nieweg te Klooster Ter Apel; naar Lich-
tevoorde (toez.) D. van Krevelen te Beek-
bergennaar Zandeweer J. Meeuwenberg
cand. te Zeist; naar den Burgh (Schouwen)
J. Ph. Th. van der Linden cand. te Utrecht.
B e d a n k t voor Winkel (N.-H.) H. H.
Riepma te Pingjum; voor den Helder A.
Hoving te Huizum.
Ger. Gemeenten.
Aangenomen naar Amsterdam W.
Hendriksen te Den Helder (later bericht)
Dr. J. van Lonkhuyzen, predikant der Ger.
kerk te Aarlanderveen, zal zich, op herhaal-
den aandrang der Nederlanders te Buenos
Ayres (Z.-Amerika), daarheen begeven, om
de toestanden aldaar te onderzoeken en het
kerkelijk leven te ordenen. Dr. van Lonk
huyzen denkt ongeveer 1 jaar weg te blij
ven en dan hier verslag uit te brengen van
zijn bevindingen. Den 8sten Januari hoopt
ZEerw. te vertrekken, na den Zondag te
voren afscheid van zijne gemeente te hebben
genomen.
Ds. A. Littooy pred. der Ger. kerk te
Middelburg A, heeft tegen 1 Febr. a.s. eer-
vol emeritaat aangevraagd.
Na 's morgens bevestigd te zijn door Ds.
C. W. J. van Lummel van Delft, die tot
tekst had Ps. 50: 56, deed Zondag Dr.
F. W. Grosheide cand. te Amsterdam, zijn
intrede in de Ger. kerk te Schipluiden met
een predikatie over Ps. 39: 8.
Ds. J. Breukelaar, predikant der Ger. kerk
te Utrecht, heeft Zondag naar aanleiding
van zijn 25-jarige Evangeliebediening een
gedachtenisrede uitgesproken over Ps. 48:
10 en 15.
De gemeente zong hem aan het einde
toe Ps. 134: 3.
Te 's-Gravenhage is op 71-jarigen leeftijd
overleden Dr. J. A. Gerth van Wijk, sedert
30 April 1902 emeritus-predikant der Ned.
Herv. gem. aldaar.
De overledene was 41 jaren als predikant
werkzaam, waarvan 27 in de residentie.
Na 's morgens bevestigd te zijn door Ds.
J. Broekers van Krimpen a/d Lek met een
predikatie over Hooglied 14a, deed Zondag
Ds. S. Bonner van Oudemirdum zijn intrede
in de Ned. Herv. gem. te Ond-Beijerland,
met een leerrede over Matth. 121b.
Zondag deed de cand. H. O. Roscam Ab-
bing van Middelburg zijn intrede in de Ned.
Herv. gem. te Nieuwerkerk a/d IJsel met
een predikatie over Joh. 3: 16.
Als bevestiger was 's morgens opgetreden
Ds. P. J. Roscam Abbing van Middelburg,
die tot tekst had Zach. 3: 15.
Benoemd te Sassenheim A. Bijmolt te
Westeremdente Goes G. P. Buyze te 's-Her-
togenbosch; te Stadskanaal M. van Anken
te Oostwold; te Vlaardingen M. Lugendijk
te Wageningen; te Sneek N. Spoelstra te
Wolvega.
GEREFORMEERDE KERK.
Oosterkerk.
Zondag voorm. 10 uur Ds. GOSLINGA.
namidd. 5i/2 uur Ds. JONKERS.
Zondag 16b.
OUDEJAARSAVOND.
Dinsdag avond 7i/2 uur Ds. JONKERS.
Collecte voor de Kerk.
Plantagekerk.
Zondag voorm. 10 uur Ds. JONKERS.
n.m. 5 uur Ds. GOSLINGA.
Zondag 16b.
NIEUWJAARSMORGEN.
Woensdag voorm. 10 uur Ds. GOSLINGA.
Bevestiging van Oud. en Diac.
Mededeelinge d.
A.s. Maandagavond 8 uur, vergadering van
den Kerkeraad. Cons. Plantagekerk.
Vrijdag-avond van 89i/2 uur vergadering
in de Consistorie Plantagekerk van de com-
missie tot:
A. doopaanvrage.
B. het aanvragen of inleveren van attesta
tion.
C. opgaaf van verhuizingen.
D. aanvrage voor wie zich bij de kerk
wenschen te voegen.
Nieuwjaarshymne.
Komt laat ons samen nederknielen
Voor Hem die ons geschapen heeft 1
Hem zij de aanbidding onzer zielen,
Die 't Leven is en 't leven geeft!
Hij strooit de jaren voor zich henen,
Gelijk de landman 't koren strooit.
De Tijden kwamen en verdwenen
Der Tijden God verandert nooitl
O Heer! Gij waart van eeuwigheden,
En zijt tot in alle eeuwigheen I
Wij, die op aarde een span bekleeden,
Vergaan als 't gras voor onze schreen.
Hoe spoedig grijzen onze harenl
Straks dreunt de laatste klepelslag!
Gij, telt 66n dag als duizend jaren,
En duizend jaren als 6en dag.
Maar ook Uw liefde, o God van zegen I
Is eeuwig wijl Gij liefde zijt I
Gij leidt ons op de rechte wegen,
Gij sterkt ons in den goeden strijdl
Gij toonde Uw godlijk welbehagen
Ons van den moederschoot af aan:
Gij hebt ons op de hand gedragen
En wondren van genk gedaan I
Schoon wij de sterren tellen konden,
Uw gunstbewijzen telt niet een!
Wij steeds vermeerdren we onze zonden,
En Gij Uw goedertierenheen
Als we in den geest al 't heil verzaamTen
Dat Ge in een enkel jaar ons schenkt,
"Dan buigen we ons in 't stof en staamlen
„Wie zijt G ij, Heerdat Ge ons ge-
(denkt?"
Waar zijn uw achtmaal duizend uren,
0 jaar? Voorbij! voor goed voorbij
Maar eeuwig zal de errinnring duren
Van Gods ontfermend medeljj:
lk ben geringer, Heere Heere!