Commentaren
Troonrede en
Miljoenennota
omwmsMfrm
Luisterrijke opening van
de Staten-Generaal
Herdenking G er brandy
en Duymaer van Twist
„Beginselvast,
rechtlijnig
en toegewijd
Kleuterbroekje
V'
Rijtoer besloot
feest in Haagse
binnenstad
Jhr, Van Asch van
Wijck overleden
In openingszitting Tiveede Kamer
Gouden koets
Op
emng
DE ROTTERDAMMER
PAGINA 3
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1%I
3 jaar nu ó»50
(Van een onzer verslaggevers)
Vanmorgen is in eon Utrechts
ziekenhuis, waar hij sinds kort
Hoe de verlaging van inkomsten- en ijvas opgenomen, jhr. mr. J M M
loonbelasting op 1 juli !%2 te rijmen valt yan Asoh van Wijck, a.r.-Iid van
met een voorzichtig conjunctuur beleid nu 1
In de hedenmiddag gehouden
vergadering van de Tweede Kamer
zijn luitenant-generaal Duymaer
van Twist en professor Gerbrandy
herdacht. De voorzitter mr. L. G.
Kortenhorst zeide o.a.: Kort na
elkaar hebben twee oud-leden van
onze Kamer het tijdelijke met het
eeuwige verwisseld, beide beho
rende tot de Anti-Revolutionaire
fractie, beide beginselvast, recht
lijnig en toegewijd aan de open
bare zaak, bedde persoonlijkheden
met een eigen boeiende stijl.
DE GENERAAL
GERBRANDY
EER
OVERTUIGING
H A3VIMARSK J OELD
f
T) f Ni e ii v. e Rotterdamse Cow.
rant: „Teleurstellend -- ^ant omol
doende ia dr mededeling. dar de rege-
'dnft in uitzicht *ïelt te rullen onderzoeken
„uelke Myyi*tti#rn in Matmit en «ronduet
nodip zijn* met liet 0051 op liet zeltbetrhik-
Mngarec'ht \an Niem%.(iu»nra. Strikt nodig
is voorlopig peen enkele wij/ining, Art. 65
^an de grondwet biedt een uitweg: voor het
Jteval er internationale o\ereenktimsten
orden gestoten die >an de grondwet af-
ijken.
Het zou heel **at positiever zijn aU de
regering nu maar nieteen een wijziging
art. 1 der grondwet in uitzicht had ge
steld. Dat artikel vermeldt Nederland*
Nieuw-(»tiinea hij de opsomming san de
gebieden die het giondgebied van bet
koninkrijk vormen. Nienw-Guinea, welk*
toekomstige status een open >raair is i
lang het zelfbevchikkingsreeht niet i« ge.
eealiseerd» rou uit die op-ommiua moeten
^erdwynen of van een voorbehoud moeten
uorden voorzien. Dat Jir*[ rigenl\jk al iang
snoeten gebeuren.
Maar vergen wij som* te vpei van welk
^ederlands kabinet dan ook? In dat spij.
tige geval zonden wij ln plaats van teleur
stelling iets moeten voelen van dankbaar-
Reid, nu er dan eindelijk een kabinet in
dat een mogelijk noodzakelijke grond-
wetswyzigtng in verband met Nieuw-
Guinea althans binnen de sfeer der aetuele
gedachten trekt."
Trouw merkt o.m. op; „Nieuw-
l>ui»tea is het moeilijkste politieke vraag
stuk waar de regering mee zit. Met hand
having van het zelfbeschikkingsrerht voor
de papoea's poogt zij de V.N. te betrekken
hij de toekomst van Niemv-Gttinea. De
resultaten van die poging zijn nog niet be-
kend. Hel verheugt ons dat de regering de
bevolking van Nieuw-Guinea rich vry en
onbedreigd wil laten oriënteren, overal
waar zij dit wenst.
Df regering betreurt bet dat met Indo
nesië geen gesprek over Nieuw-Guinea mo-
is. Houdt dit in dat de regering tot
zit Ik een gesprek bereid i«, indien aan dit
gesprek geen prealabele voorwaarden wor
den gesteld? Zo ja. dan betreuren wij het
dat de regering dit niet positief in de
Troonrede heeft gesteld Niet alleen ter
wille van Nieuw-Guinea. maar ook vanwe
ge de trieste verhoudingen die er thans tos
sen Indonesië en Nederland bestaan Wy
weten wel dat men hier op een reeks van
daden van Indonesië kan wijzen die groot
onrecht jegens ons betekenen. Maar wy ge
loven dat wij de verhouding tot Iiuloneste
niet moeten henaderen van deze achter
grond uit Wij zouden wensen dat men niet
o*miet naar hetgeen achter is Een initia
tief van Nederland om weer tot goedp be
trekkingen te komen tot Indonesië, een po
ging om tot een gesprek te komen over alle
nu tussen Nederland en Indonesië hangen
de vraagstukken zouden wij een goed chris
telijk initiatief achten".
Het Algemeen Handelsblad
schrijft: „Over de "verhoging van de de-
fettsiclasten keefc het geen nut te jamme
ren. "VTe kunnen en mogen niet klaplopen
op anderen. Zelfs vragen wij ons af, of de
verboging van het defensieplafond met 135
miljoen Sn de jaren 1962 en 1963 voldoende
is. In ieder geval zouden wij het voor een
zeevarende natie funest achten als op de
«en of andere manier de marine liet kind
van de rekening zou worden.
pfc paragrafen omtrent Nieuw-Guinea zijn
vrij uitvoerig. Maar te zeggen dat wy er
ved „wijzer" door zijn geworden, zou over
dreven zijn. Nieuw is echter de passage dat
de bevolking van Nieuw-Guinea „zich vrij
en onbedreigd moet kunnen oriënteren
overal waar zy dit wenst". Dit kan dus ook
Indonesië zijn. Terecht houdt de regering
overigens vast aan het zelfbeschikkings
recht der papoea'p.
Al achten wij de loon- en prijzenpolitiek
van deze regering geenszins volmaakt, toch
kan zij terecht met een zekere trots verkla
ren dat het prijspeil vrijwel stabiel is ge
bleven
Zo komt alles tesanien het vooral door
de oppositie veel en \eel te gesmade kabi
net-De Quay met deze Troonrede zeer goed
voor de dag Het is een sober en zakelyk
staatsstuk".
De Tijd De Maasbode: „ln
aanmerking genomen, dal dit parlementaire
zittingsjaar van dit kabinet het oogstjaar
zou moeten zijn op wetge\end gebied, is
de opsomming niet indrukwekkend. Men
mag echter de verdiensten van een kabinet
niet afmeten aan zijn wetgevende arbeid
alleen ea die wetgevende arbeid ook niet
aan een aantal wetsontwerpen, dat het in
he* Staatsblad heeft gebracht. Het welzijn
van de natie kan gebaat zijn bij een rustig
en verstandig bestuur, dat aan de krachten,
di© in het volk leven, ruimte geeft om
zich te ontplooien.
„Voor een \erantwoorde keuze omtrent
eigen toekomst moet «Ie be-volking van
Nieuw-Guinea zich „>rij en onbedreigd"
kunnen oriënteren, o\eral waar zij dit
wenst." Dit is dus een officieel \erlof aan
d© Papoea's contacten met Indonesiërs op
te nemen, betgeen to«h wel het noteren
waard is, al staat er dan „onbedreigd" een
beetje wrokkig tussen, als een verwijzing
naar de Indonesische dreigementen.
Int de passage over Indonesië kennen wij
bijzondere betekenis toe aan de verzuchting
„helaas". Niet alleen blijkt uit de eerste
zin, dat Nederland. r>enals ten tijde van de». in
demarche, van tangkoe Al,doel Rahman, 'l*1 *riflie9cl,,kh«ngsrecht d' hoeksteen van
nog steeds bereid i- tot een «pen gc-prek \d< «Sering-pol.t.ek, maar de aanpak ,s een
t i j andere worp geworden Het ziet ernaar uit.
met Indonesië, nuts zonder ooralgaaude t t 1 j «11-
Mat net beleid een heel emd verwijderd is
Advertentie
Leden der Staten-Generaal.
De ontwikkeling van de internationale situatie is
verontrustend. De door de communistische politiek
kunstmatig opgewekte Berlijnse crisis kan zich nog
verder toespitsen. De bereidheid van de Westelijke
mogendheden om tot een vreedzame oplossing van
het geschil te komen, mag met aldus worden ver
staan, als zouden concessies kunnen worden bedon
gen, die wezenlijke waarden in gevaar brengen. De
Atlantische bondgenoten zijn eensgezind in hun over
tuiging, dat vastberaden weerstand moet worden ge
boden aan elke poging tot het afdwingen van
zodanige concessies.
Een hechte samenwerking tussen alle bondgenoten
op politiek, militair en economisch terrein blijft dan
ook noodzakelijk. Aan deze samenwerking zal ons
land krachtig blijven deelnemen. Nu de internatio
nale situatie dreigender is geworden en de Ameri
kaanse hulp is weggevallen, zal het op peil houden
van de Nederlandse bijdrage in de bondgenootschap
pelijke verdediging grotere financiële offers van ons
vergen. Wil onze krachtsinspanning werkelijk be
tekenis hebben, dan dient zij voort te vloeien uit het
besef van onze verantwoordelijkheid voor de hand
having van de grondslagen onzer beschaving.
Het besluit tot nauwer politiek overleg, dat de
regeringen van de landen behorende tot de Europese
gemeenschappen in juli te Bonn hebben genomen,
zal de verdere eenwording van Europa kunnen
dienen. De regering heeft zich tot deelneming aan
deze politieke en ook culturele samenwerking bereid
verklaard, onder voorwaarde, dat hetgeen reeds m
Europees en Atlantisch verband is bereikt, met
slechts in stand zal worden gehouden, maar verder
zal worden ontwikkeld.
De bereidheid van Groot-
Britanmé om tot de Europese
gemeenschappen toe te treden -
en het daarmede geopende
uitzicht op toetreding of asso
ciatie van andere Europese
landen, acht de regering van
het grootste belang. Zij ver
wacht daarvan niet alleen een
verdere sociaal-economische
vooruitgang van de deel
nemende landen, maar ziet
daarin ook nut voor de tot
standkoming van de Europese
eenheid. De positieve reacties
van onze partners in de Euro
pese gemeenschappen op deze
ontwikkeling stemmen tot
vreugde. Ook hetgeen in Be-
nelux-verband werd bereikt,
geeft reden tot verheugenis.
Op verzoek van de Suri
naamse regering hebben de
landen van het Koninkntk dit
jaar een aanvang gemaakt
met het overleg over het sta
tuut. De goede verstandhou
ding tussen de landen van het
Koninkrijk wettigt het ver
trouwen, dat een voor alle
partijen bevredigende oplos
sing voor de ter sprake ge
komen Surinaamse wensen
zal worden gevonden.
Nederland zal steun blijven
verlenen aan de economische
en sociale ontwikkeling van
Suriname en de Nederlandse
Antillen.
Bevestiging en versterking van de ideële banden
tussen de bevolkingen van de drie landen verdient
verder alle aandacht. De regering heeft goede ver
wachtingen ten aanzien van de in dit jaar ingestelde
adviesraad voor culturele samenwerking.
Aan de sociaal-economische e-n culturele ontwik
keling van Nederlands Nieuw-Guinea wordt bijzon
dere aandacht geschonken, temeer nu dit gebied een
fase van snelle staatkundige ontwikkeling is inge
gaan. Naar het oordeel der regering is reeds ge
bleken, dat de Nieuw-Guinearaad sinds zijn instal
latie op 5 april jl. aan de staatkundige behoeften
van dit gebied beantwoordt.
De regering verwacht, dat in dit zittingsjaar van
de Staten-Generaal de Raad zijn advies zal uitbren
gen over de wijze waarop het zelfbeschikkingsrecht
zou kunnen worden verwezenlijkt. Zij is van mening,
dat voor een verantwoorde keuze omtrent eigen toe
komst de bevolking van Nederlands Nieuw-Guinea
zich vrij en onbedreigd moet kunnen oriënteren,
overal waar zij dit wenst. Van haar zijde zal de
regering onderzoeken welke wijzigingen in statuut
en grondwet nodig zijn.
Een gesprek met Indonesië over de toekomst van
Nederlands Nieuw-Guina is helaas niet mogelijk ge
bleken, omdat Indonesië voor zulk een gesprek voor
waarden stelt, die in strijd zijn met het zelfbeschik
kingsrecht. De regering betreurt het voorts, dat
Indonesië zelfs het laatste zij het nog slechts in
directe officiële contact met Nederland heeft ver
broken. Op de grondslag van het in het Handvest
van de Verenigde Naties verankerde beginsel van
geljjke rechten en zelfbeschikking der volkeren,
heeft de regering in de afgelopen maanden in vele
landen besprekingen doen voeren over de mogelijk
heid de Verenigde Naties te betrekken, bij ontwik
keling en toekomst van Nederlands Nieuw-Guinea.
De conclusies waartoe dit overleg de regering heeft
geleid, zullen zo spoedig mogelijk bekend worden
gemaakt.
In de afgelopen jaren heeft zich in ons land ccn
ongekende economische groei voltrokken. De daar
mede samenhangende welvaartsvermeerdering is,
mede als gevolg van het gevoerde loon- en prijs
beleid, aan brede lagen van de bevolking teil goede
gekomen. Tevens heeft het hoge niveau van inves
teringen en de evenwichtige spreiding daarvan de
innerlijke kracht van onze economie belangrijk ver
sterkt. Het stemt tot voldoening, dat bij een
maximum aan werkgelegenheid hei prijspeil vrijwel
stabiel kon worden gehouden.
De thans waarneembare vergroting van de eco
nomische spanningen vereist niettemin een toe
nemende waakzaamheid. Het groeitempo van de
produktie is aanmerkelijk vertraagd, doordat in vele
sectoren van de economie de capaciteitsgrenzen zijn
bereikt. De verhoging van de binnenlandse bestedin
gen gaat echter voort en overtreft de toeneming van
de nationale middelen. Als gevolg hiervan stijgt de
druk op het prijspeil en neemt het betalingsbalans-
saldo af. Op zichzelf is ccn zekere vermindering van
dit saldo nog met verontrustend. Een voorzichtig
conjunctuurbeleid zal overspanning van onze econo
mie en terugslag m een daarop volgende fase kun
nen voorkomen. Meer dan ooit zal dan ook het beleid
van de regering erop gericht moeten zijn. 111 samen
werking met het bedrit fsleven. de loonontwikkeling
binnen de grenzen te houden, die door de groei van
de produktiviteit zijn gesteld. Het m het afgelopen
jaar gevoerde prijsbeleid zal worden voortgezet.
Zolang de economische activiteit op het huidige hoge
peil blijft, zal het tekort aan arbeidskrachten zich
handhaven. Opvoering van produktiviteit en doel
matigheid blijven belangrijke middelen tot bestrij
ding van de gevolgen van dit tekort. Daarnaast zal
de regering de aantrekking van buitenlandse arbeids
krachten bevorderen. Het toekomstige beleid met be
trekking tot de emigratie zal binnen afzienbare tijd
te uwer kennis worden gebracht.
Bij het opstellen van de rijksbegroting voor 1962
hebben de geschetste verwachtingen omtrent de
economische ontwikkeling als achtergrond gediend.
De begroting vertoont een zodanig beeld, dat het rijk,
ter dekking van het tekort, overeenkomstig de eisen
van de conjunctuur, in het komende zittingsjaar voor
financienngsdoelemden geen beroep behoeft te doen
op de open kapitaalmarkt.
In het heden aanvangende parlementaire jaar zal
een beslissing moeten worden genomen omtrent de
datum van ingang van enkele reeds aanvaarde belas
tingverlagingen. De noodzaak de overheidsfinanciën
zoveel mogelijk af tc stemmen op de conjuncturele
ontwikkeling moet daarbij worden afgewogen tegen 't
feit, dat het effectief worden van deze verlagingen
Uit een oogpunt van een verantwoorde belasting
heffing steeds dringender wordt. Heden zal u het
voorstel worden aangeboden
de verlaging van de mkom-
sten- en de loonbelasting te
doen ingaan op 1 juli 1962.
Daartegenover staat, dat dc
verzwaring van dfj defensie-
lasten tot nieuwe belasting-
voorzieningen noopt. Tot dit
doel zal de verlaging van de
vennootschapsbelasting, die de
regering voorstelt op 1 januari
1963 te doen ingaan, worden
beperkt en zal een belasting op
minerale oliën met uitzonde
ring van benzine worden in
gevoerd. De hierop betrekking
hebbende wetsontwerpen zul
len u eveneens heden worden
aangeboden.
De regering zal haar aan
dacht blijven geven aan een
gezonde ontwikkeling van de
iandbouwproduktie en aan de
verbetering van de afzet. In
nauwe samenwerking met het
georganiseerde bedrijfsleven
zal zij streven naar een ver
antwoord valorisatiebeleid voor
de agrarische produktie.
De vraagstukken samenhan
gende met het internationale
vervoer vervullen de regering,
door het protectionisme dat
zich op dit terrein steeds op
nieuw openbaart, met zorg.
De activiteit op het gebied
van de woningbouw heeft in
het jaar 1961 een ongekend
grote omvang aangenomen, in
het bijzonder is de bouw van woningen zonder over
heidssteun sterk uitgebreid. De regering heeft een
overschrijding van het aanvankelijk opgestelde wo
ningbouwprogramma aavaard. Zij heeft echter ge
meend maatregelen te moeten nemen om een te
sterke oveischnjding tegen te gaan in verband met
de bezwaren, die daaraan verbonden kunnen zijn
voor de bouwkosten. Een in verhouding tot de an
dere sectoren van de bouwnijverheid hoge activiteit
op het gebied van de woningbouw achte de regering,
gezien de woningnood van velen m het land, ook
voor 1962 gewenst.
Evenals de woningbouw vereisen de ruimtelijke
vraagstukken van ons land grote aandacht wegens
hun betekenis voor het werk en de ontspanning van
ons volk. De regering heeft besloten de omzetting
van woeste gronden in landbouwgronden tot het
uiterste te beperken, mede ter wille van natuur
bescherming en openluchtrecreatie.
Op wetgevend terrein zal wederom veel van uw
werkkracht worden gevraagd, ten dele voor wets
ontwerpen, waarvan de behandeling reeds een aan
vang heeft genomen. De regering vertrouwt, dat de
beraadslagingen over het ontwerp algemene kinder-
bijslagverzekermg op korte termijn zullen worden
hervat. Na ampele overweging zal de regering door
wijziging van het wetsontwerp tegemoet komen aan
een aantal van de bezwaren, die voor de schorsing
der openbare beraadslagingen naar voren, zijn ge
bracht. Ten aanzien van het wetsontwerp tot regeling
van het voortgezet onderwijs hoopt zij, dat het in
dit zittingsjaar de instemming van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal zal verwerven. Ook tal van
nieuwe wetsontwerpen zullen in deze periode aan
u worden voorgelegd, o.a. een ontwerp algemene
bijstandswet.
De materiële welvaart en de opzienbarende tech
nische ontwikkelingen van onze tijd houden het ge
vaar in, dat de geestelijke waarden te weinig aan
dacht krijgen. Toch zijn het juist deze waarden, die
aan het leven een diepere zin geven en de krachts
inspanning, die ons land en de gehele vrije wereld
zich thans moeten getroosten, rechtvaardigen. De
regering zal, zoveel als in haar vermogen ligt, door
het verlenen van krachtige steun in het bijzonder
aan onderwijs en cultuur, blijven streven naar de
versterking van de geestkracht van ons volk. Zij
beseft, dat dit doel slechts kan worden bereikt, in
dien ieder, op welke plaats ook gesteld, hier bewust
aan bijdraagt.
Op u, vertegenwoordigers des volks, rust in deze
tijden van spanning een zeer bijzondere verantwoor
delijkheid en een zware taak. Moge God u bij uw
arbeid wijsheid en kracht schenken, zodat gij ook
m het komende zittingsjaar tot zegen van het
Koninkrijk werkzaam zult zijn. Met deze bede ver
klaar ik de zitting der Staten-Generaal voor
geopend.
alleen geldig woensdag 20 s®pt a.s.
Tricot in multi-colours.
Extra versterkt, dus dubbel sterk.
W. st p, m.
Binnen we p 128 N. Binnen weg/Aelbr.kada
- Zwart Janstraat Gfl-64 - BeUerlandselaan
87-93 - ROTTERDAM.
Lange Voorhout in Den Haag
hadden vanmorgen vroeg al hon
derd man van het garde-regiment
Jagers de erewacht betrokken.
Hierbij was ook het vaandel van
het regiment ingedeeld met de
vaandelwaeht en verder de kapel
van de Koninklijke luchtmacht.
Vanmiddag om een uur precies
reden de rijtuigen voor. Voorop
de rijknecht-majoor met twee rij
knechts te paard. Dan een deta
chement van de Koninklijke ma
rechaussee ter sterkte van 36 man.
Daarachter volgden de Koninklijke
militaire kapel met daarbij inge
deeld het tamboerkorps van het
lie gardebataljon Grenadiers en
een ereeompagnie van het garde
regiment met vaandel en vaandel-
wacht.
het traditionele „Leve de Koningin"
aan, dat door de aanwezigen met
een driewerf „hoera" werd beant
woord. De vorstelijke personen ver
toefden nog enkele ogenblikken in de
ontvangkamer en begaven zich ver
volgens naar de uitgang van de Bid
derzaal.
De rijtuigen reden voor. de glorieuze
I terugrit naar het paleis aan het Lange
een stoet van Kamerheren, hofdames en! Voorhout was begonnen. Omstreeks
aoor de leden van de commissie van £wee uur kwam de stoet weer bij het
'n"„en uitgeleide, betreedt de zaal, j pa[eis aan. gij de aankomst breikte het
gezelschap naar vo-sejuich van de menigte het hoogtepunt,
ren. waar ne vorstelijke personen hunjHet COrdon van politiemannen werd
ereplaatsen innemen. Links van de Ko-1 verbroken en de talloze toeschouwers die
nmgtn zitten prins Bernhard en prinses |Uren en uren op dit moment hadden ge-
Irene. recats prmses Beatrix en prinses wacht. stroomden naar voren. Onder de
Margriet. De crootmees ores gmg rechts I kianken van hct al.oude Wilhelmus
de de dame du palais. links van de Ko- j schreden de Koningin, de Prins en de
nmgin staan. !- -
Ondertussen klikten de camera's van
de persfotografen en snorden de film
camera's. Technici van radio en televi
sie draaiden aan knopjes en luisterden
gespannen naar de aanwijzingen door
hun koptelefoons.
In het eerste rijtuig had de ceremo
niemeester jhr. D. G. de Graeff plaats
genomen. Het rijtuig met twee paarden j gesproken hief
bespannen werd aan beide zijden ge-1
flankeerd door een lakei te voet. Na
hem volgden de dame du palais L. A.
J. Baronnesse De Smeth en de groot
officieren oir, J. C. baron Baud en jhr.
mr. dr. A. W. L. Stachouwer, gezeten
in een. rijtuig met twee,paarden bespan
nen. Ook naast deze rijtuigen ging aan
beide zijden ter hoogte van het portier
een lakei te voet. Verder de "groot
meester vice-admiraal B. D. N. A. Rost
van Tonningen, in een rijtuig met twee
paarden en naast elk portier een lakei
te voet.
Achter dit rijtuig kwamen, gezeten in
een crème caleche met postiljonbespan-
ning en een voorrijder. H.H.K.K.H.H.
de prinsessen Beatrix, Irene en Mar
griet. Natuurlijk liep ook hier aan bei
de zijden ter hoogte van het portier een
lakei. Iets achter het portier reden te
paard aan de ene zijde de adjudant
luitenant-kolonel vlieger mr. R. J. E.
M. van Zinnicq Bergmann (rechts) en
aan de andere zijde adjudant luitenant
kolonel J. J, L. baron, van Lynden
(links). Achter de koets met de prin
sessen volgde een commando rijkspoli
tie te paard.
Daarachter de gouden koets, met acht
paarden bespannen, naast elk paard
een koetsier, en aan elke zijde van de
koets vier lakeien. Rechts van de sta
tiekoets reed de chef van he: militaire
huis luitenant-generaal C. F. Fadhud de
Mortanges; een adjudant, luitenant-ko
lonel C. C. Geertsema, reed links van
de koets. Achter de statiekoets reden
twee adjudant, luitenant-kolonel jhr. mr.
M. W. C. de Jonge en majoor W. R, A.
baron Van Tuyll van Serooskerken. Een
commando rijkspolitie te paard sloot de
stoet. De eerste stalmeester, luitenant
kolonel W. F. K. Bisschoff van Heems
kerk, reed te paartL Zijn plaats ia de
stoet is vrij.
Voor het eerst in de geschiedenis
stonden er vandaag- vijf zetels opge
steld in het midden van de Ridder
zaal. Behalve het Koninklijk paar, de
prinsessen Beatrix en Irene heeft ook
voor de eerste maal, prinses Margriet
de plechtige opening van de zitting
der Staten-Generaal bijgewoond. Zo
als bekend moest voor prinses Mar
griet een zetel worden vervaardigd.
Maandenlang heeft de 80-jarige heer
Van Gorkum gewerkt aan een nauw
keurig copie van de reeds bestaande,
50 jaar oude stoelen.
Omstreeks kwart voor een hadden de
meeste genodigden, die de plechtigheid
in de Ridderzaal zouden bijwonen, hun
plaatsen bezet.
Enkele diplomaten droegen kleurrijke
ambtsgewaden. Op vele plaatsen in de
grote zaal waren bloemversienngen in
warme herfsttinten aangebracht. Met
cle vete gedrapeerde vlaggen gaven zij
het interieur van de Ridderzaal een
feestelijk cachet.
drie Prinsessen het paleis binnen.
Het gejuich van de menigte bleef aan
houden en ja hoor, binnen enkele ogen
blikken verschenen de vijf vorstelijke
personen op het balkon van het paleis.
Een minuut lang namen zij. staande en
vriendelijk groetend de warme ovatie in
TF ontvangst.
HoerCl Everi later reden de auto's voor, de
vorstelijke gasten stapten in en in snelle
v-a.t Ha Vn.-cii,i Ha 'vaart gmg het naar het paleis Huis tep
5 de Bosch om zich gereed te maken voor
(zie elders in dit nummer) had uit-jde traditionele rijtoer door een gedeelte
voorzitter Jonkman I van de stad.
voorwaarden, maar ook, dat Nederland liet
niet tot stand komen ian een open gesprek
zelfs betreur». De regering ..belmirt liet
voorts" dat Indonesië alle officiële con
tacten met Nederland beeft verbroken.
Hoew-el deze zinnen volkomen in over
eenstemming met de werkelijkheid nega
tieve dingen bescbrijv en. implieeren zij toch
bereidwillige openheid jegen« Indonesië, Al
komt in deze Troonrede niet. zoals in Soe-
karnoV rede van IT angii-uu-, het woord
^vrienden" of ..vriendenhand'" voor. er ont
breken ook dreigementen, zodat het go
middelde aan welwillendheid een vergelij
king met het gemiddelde van Soekamo'»
rede kan doorstaan. De vraag is nu wel.
geiien ook de nieuwe nadruk op het zelf
beschikkingsrecht. of de reële mogelijkhe
den tot onderhandelen na de zuiver verbale
vriendelijkheden wederzijds wel groter zijn
dan tevoren."
Het Vrije Volk merkt over de
Troonrede op: „Vergelijkt men deze Troon
rede met die van I960 en 1959, dan valt in
de ceme plaats op, dat een paar van de
grote stokpaarden van deze regering op stal
zjjn gezet. Over de bezitsvorming en de
decentralisatie wordt niet meer gesproken
Misschien omdat de regering heeft ingezien
an de ongelukkige Karei Doorman-politiek
Op belangrijke punten nadert het de poli
tieke lijn. die door de socialisten steeds met
taaie vasthoudendheid is verdedigd. De
vraag is wel of dezelfde regering die hel
vliegkampschip naar Nieuw-Guinea zond in
staat is een zo anders gericht beleid waar
te maken.
Een ander punt. dat van -orialï-ti-rhr
zijde met grote klem telkens naar voren i-
gehraclit, is de ruimtelijke ordening Het
bewoonbaar houden van Nederland. Ook
bepaald. AU grondslag voor de debatten
over het beieid heeft het stuk daardoor
aan bruikbaarheid gewonnen".
Het P a r u o 1 „De Troonrede i- op
z'n best een vaag, in talrijke passages een
kleurloos stuk, waar niemand politiek
veel wijzer van wordt en waarvan be
trekkelijke bondigheid dan ook de voor
naamste deugd moet hebben.
Meer dan ooit wil het kahiiiet-Dp Quav
de produktiviteit als enige norm hanteren troef.'
bij de bepaling van het loonpeil, "Wij voor
zien dan ook sociale spanningen als gevolg
van het op zichzelf juiste sneven een
verdere eronoim-ehe over-panning te vooi -
komen, tenzij de regeling erin zou -lagen
junetureel gezien avereehts moet vverken.
Over het Nieuw-Guinea-beleid ternau
wernood iets nieuws. Alleen dat de rege
ring in de afgelopen maanden in vele lan
den (hoeveel, wanneer, welke?) heeft ge
sproken over een mogelijke internationali
sering van het vraagstuk in het kader van
de "V.V. Krijgt ons volk nu het resultaat
van dit maandenlange beraad te horen?
Hel mocht wat. Alweer blijkt vaagheid
herwinnen en zieli van haar medewerking
te verzekeren. Ul zij dit rehlri zal.
kunnen? i
daarvan dringt steeds meer door in het re-1 |,pl vertrouwen van de vakbeweging
geringsbeleid. Tol onze verbazing wordt
echter dc emigratie niet in dit verhand ter
sprake gebracht, maar bij het gebrek aan ar
beidskrachten aan de orde gesteld.
Dat lijkt ons niet juist. De emigratie-poli
tiek is een politiek op lang zicht. Zij be
hoort bjj de ruimtelijke ordening van on
land.
ln de Troonrede van I960 werd gerept
over de vraag of bet niet wenselijk is bij
de loonvorming ook andere maatstaven aan
te leggen dan de maatstaf der produklivi-
teit Daarvan is in deze Troonredr geen
de verhoging van binnenlandse bestedingen I Provinciale Staten van ulild-
voortgaat en de toeneming van de natio- j Holland ett oud-lid van de Haagse
nate middelen overtreft, wordt niet nader I gemeenteraad op 70-jarige leef-
uitgelegd en blijft du- in liet vage. Zo t tijd oveflor'en
ergens, dan wreekt -zich op dit punt bet De hecr Van Asch van Wijck was on-
Zig/aggcnde belcidvan dit kabinet, dat des- ]angs naar Doorn "gegaan'waarTijn vrouw
sprake meer flcl lijkt wel of de regering tijds met zijn belofte van fikse belasting.ecu buitenverblijf heeft Hier kreeg hij
i« teruggekeerd naar de opvatting dat de-; verlagingen naar een goedkope popular!- een buikgriep die in de afgelopen dagen
produktiviteit de enige maatstaf is waarop teil joeg en nu gedwongen wordt zijn eigenz0 verergerde, dat de dokter opname in
dat zij deze leuzen weinig inhoud weet te jhet aankomt aanhang teleur te stellen door rlie ver-^t,j;leke''lhuis 111 Utrecht noodzakelijk
geven Als geheel maakt deze Troonrede een laging naar later op te schuiven en tege-j Gebee, onverw3cht js h vanmorgen
Voorts adem! de uitvoerige pa—agc overjbelerr indruk dan dc twee vorige, omdat J lnkertijd om met helemaal in gelneke 1eontslapen. Vrijdag zal in Utrecht de be-
Nieuw-Guinea een andere sfeer, Wel blijftide regering zich meer bij de feiten heeftblijven, een maatregel tc nemen die con- i grafenis in het familiegraf plaats hebben.
De bijeenkomst werd geopend door
de voorzitter van de Eerste kamer, mr.
J. A. Jonkman. De griffier, jbr. mr. J.
W. Roëll, las daarna het Koninklijk be
sluit voor, waarin de heer Jonkman op-
ti.euw tot voorzitter van de Eerste Ka
mer is benoemd, en waardoor hij dus
ambtshalve ook de voorzitter van deze
bijeenkomst is.
Aan de ingang van de zaal stonden
cie sous-chef van het militair huis van
Hare Majesteit de Koningin, luitenant-
generaal H. Schaper, de gouverneur van
de Residentie, luitenant-generaal C. J
Valk. en de met in de stoet ingedeelde
adjudanten, kapitein-luitenant ter zee A.
J. de Graaft, luitenant ter zee I W. W.
Kuyck en majoor K. van Gessel, als-
mede enkele dienstdoende kamerheren.
Omstreeks een uur kwamen de leden
van de Raad van State binnen, onder lei
ding van hun vice-president, prof. dr. L.
J. M, Beel De leden drukten allen de
hand van mr. Jonkman. Met minister
president De Quay voorop kwamen ver
volgens de ministers en staatssecreta
rissen binnen. Ook zij schudden de han-
den van voorzitter Jonkman en van de
griffiers.
De ..generaal", zoals Duymar van
Twist in de omgang werd aangesproken,
is met een korte onderbreking geduren
de 45 jaren lid der Kamer geweest. Hij
was hier en buiten dit college een ge
ziene figuur. Door zijn robuuste gestalte,
zijn diep stemgeluid, zijn vrijmoedige
interrupties, zijn jovialiteit, zijn goed
aardige^ toorn, zijn soms kinderlijke
geestdrift kan van hem worden gezegd:
waar hij was viel hij altijd op en als hij
er niet^was werd hij node gemist.
Op 95-#arige leeftijd is hij heengegaan,
de vriend van vele mensen speciaal van
militairen, schippers en vissers: een
legendarisch monument uit de vorige
eeuw tot het laatst hulpvaardig voor hen
die een beroep op hem deden. Het ge
heim van zijn leven zo is van hem
getuigd was het gegrepen en bezield
zijn van een hoog ideaal, gepaard gaan
de met een eenvoudige en kinderlijke
vroomheid. Zijn naam en persoon zullen
in de parlementaire geschiedenis met
ere blijven genoemd.
Over deze feestelijke dag der opening
van de gewone zitting dor Staten Gene
raal zo zeide mr. Kortenhorst valt
de schaduw van het overlijden van een
groot Nederlander die voor de oorlog
als minister en daarna als medeLid en
plaatsvervangend voorzitter op de meest
directe wijze met ons college verbonden
is geweest: minister van staat profes
sor dr. Pieter Sjoerds Gerbrandy.
Bij het horen van zijn naam is als in
een visioen zijn markante figuur nog
eenmaal voor ons opgerezen en wij heb
ben hem opnieuw herkend als de ver
persoonlijking van de geest van ons
volk in de jaren der beproeving toen hij
onder de regering van koningin Wilhel-
mina als eerste minister de oorlog aan
de goede zijde voor ons leidde.
Toen Churchill op 27 april 1941 in het
Lagerhuis verantwoording aflegde over
de toestand aan de fronten, vatte hij
zijn opvattingen aldus samen: „Ik heb
jn deze moeilijke periode gedacht, dat
T-. j 'ilet boven alle dingen belangrijk is, on-
Dan klinkt gedempt het geluid van de i ze politiek en ons beleid op het hoogste
op het Binnenhof gegeven bevelen tot
de Ridderzaal door. Onder de aanwezi-
gen ontstaat enig geroezemoes, het ziet
er naar ujt dat het grote ogenblik is
aangebroken Het Wilhelmus weerklinkt
en de aanwezigen verheffen zich van
hun zetels.
,,De Koningin", roept aan de ingang
de ceremoniemeester. Het Koninklijk
paai vergezeld van de prinsessen Bea
trix, Irene en Margriet, begeleid door
niveau te plaatsen en dat „honour
snould be our guide".
Gerbrandy was van hetzelfde harde en
gave hout gesneden als zijn Britse wa
penbroeder. Hem is dan ook terecht van
alle zijden dank en eer bewezen, voor
de w-iize waarop hij het vertrouwen zo
wel van de geallieerden als van ons ei
gen volk heeft weten te winnen en tot
het eind toe te behouden.
,,De eer van ons volk en van ons Ko- slagen het hoofd.
ningshuis heeft hij onder de hachelijk-
ste omstandigheden hoog gehouden. Hij
heeft dat gedaan zonder te beschikken
over onbeperkte materiële hulpmidde
len. De zedelijke moed van zijn beginse
len omtrent goed en kwaad, rechtvaar
digheid en vrijheid was zyn sterkste
wapen.
Herinnerend aan de radiotoespraken
van Gerbrandy uit Londen, zeide de
voorzitter, dat zijn woorden waren ge
laden van heilige verontwaardiging over
de satanische machten, die alle uiter
lijke leven van onze volksgemeenschap
dreigden te verstikken. „Gerbrandy
bleek in die historische jaren "de enige
leidsman te zijn. die op deze wijze ons
wist voor te gaan. Konihgin "Wilhelmin*
bleek, door juist hem tot minister
president te benoemen, de juiste man op
de juiste plaats te hebben gesteld. Wan
neer wij Gerbrandy hoog vereren, dan
noemen wij Wilhelmina in één adem."
Op de bodem van Gerbrandy's wezen
waren waarden verborgen van hoger
gestalte. Hij was in alles, ook in zijn
levensovertuiging, een ernstig in zich
zelf gekeerd man, een Christen in ge
dachten. woord en werk. Deze overtui
ging was voor hem de oorsprong en het
doel van zijn activiteiten in de staat
kunde.
Als vertegenwoordigers van het
Nederlandse volk rouwen wij om het
heengaan van een van zijn meest ver
dienstelijke zonen. Eijn naam zal in de
geschiedenis blijven voortleven als die
van een staatsman zonder vrees of
blaam, een voor wie de eer van zijn
land een heilig gebod is geweest Ons
volk zal hem nooit vergeten. Dat hij
ruste in vrede.
Wij betuigen ons medeleven met het
overlijden van onze oud-collega aan zijn
naaste geestverwanten, maar zeer in het
bijzonder aan mevrouw Gerbrandy, die
in de kleine kring van het gezin voor
haar immer bezige man een steun en
toevlucht is geweest. Zij moge kracht
cn troost vinden in de wetenschap, dat
zij met eenzaam staat in haar leed en
dat onze gedachten bij haar zijn.
Tenslotte memoreerde de voorzitter
de tragische dood van de secretaris
generaal van de Verenigde Naties Dag
Hammarskjceld. Hjj zei o.a. het vol
gende: „De leemte door zijn plotseling
einde ontstaan stelt de leden van de VN
voor de meest netelige problemen. De
consequentie van de ontstane vacature
kan op dit tragisch uur zelfs niet bij be
nadering worden gepeild. Deze bekwame,
zelfbeheerste en moedige Zweedse diplo
maat was oneindig veel meer dan een.
gewetensvol administrateur van het enor
me apparaat der Verenigde Naties. Door
het vertrouwen dat zijn persoon inboe
zemde had hij zich ontwikkeld tot de uit
voerder en in vele opzichten tot de lei
der van de ooiitieke en taktische taken
m de volkerenorganisatie. De naam. van
Dag Hammarskioold was voor tallozen
het symbool van de kracht van het ge
zonde verstand temidden van de veelal
verward en redeloos lijkende gevaarvolle
tegenstellingen m het samenleven der
volkeren. Een edele politieke figuur van
de allerhoogste orde, succesrijk arbiter en
bemiddelaar in ernstige conflicten. De
dood van deze vredestichter is meer dan
een ramp voor hem alleen. Daaraan be
hoeft geen. twijfel te bestaan wanneer wy
m onze herinnering de vergadering der
verenigde Naties van 3 oktober 1960 te
rugroepen toen de Russische eerste mi
nister Chroesjtsjef in verband met de
troebelen in Kongo het aftreden van
Hammarskjoeid eiste.
,H,ammarskjoeld heeft ae moed gehad
op zijn post te blijven, ofschoon aftreden
voor hem persoonlijk veel gemakkelijker
zou zijn geweest. Bij het plotselnig heen
gaan van deze uitzonderlijke diplomaat,
die het schier onvervangbaar middelpunt
was van de organisatie der Verenigd*
Nateis, buigen wij verbijsterd en v«Jk