Commentaren Troonrede en Miljoenennota omwmsMfrm Luisterrijke opening van de Staten-Generaal Herdenking G er brandy en Duymaer van Twist „Beginselvast, rechtlijnig en toegewijd Kleuterbroekje V' Rijtoer besloot feest in Haagse binnenstad Jhr, Van Asch van Wijck overleden In openingszitting Tiveede Kamer Gouden koets Op emng DE ROTTERDAMMER PAGINA 3 DINSDAG 19 SEPTEMBER 1%I 3 jaar nu ó»50 (Van een onzer verslaggevers) Vanmorgen is in eon Utrechts ziekenhuis, waar hij sinds kort Hoe de verlaging van inkomsten- en ijvas opgenomen, jhr. mr. J M M loonbelasting op 1 juli !%2 te rijmen valt yan Asoh van Wijck, a.r.-Iid van met een voorzichtig conjunctuur beleid nu 1 In de hedenmiddag gehouden vergadering van de Tweede Kamer zijn luitenant-generaal Duymaer van Twist en professor Gerbrandy herdacht. De voorzitter mr. L. G. Kortenhorst zeide o.a.: Kort na elkaar hebben twee oud-leden van onze Kamer het tijdelijke met het eeuwige verwisseld, beide beho rende tot de Anti-Revolutionaire fractie, beide beginselvast, recht lijnig en toegewijd aan de open bare zaak, bedde persoonlijkheden met een eigen boeiende stijl. DE GENERAAL GERBRANDY EER OVERTUIGING H A3VIMARSK J OELD f T) f Ni e ii v. e Rotterdamse Cow. rant: „Teleurstellend -- ^ant omol doende ia dr mededeling. dar de rege- 'dnft in uitzicht *ïelt te rullen onderzoeken „uelke Myyi*tti#rn in Matmit en «ronduet nodip zijn* met liet 0051 op liet zeltbetrhik- Mngarec'ht \an Niem%.(iu»nra. Strikt nodig is voorlopig peen enkele wij/ining, Art. 65 ^an de grondwet biedt een uitweg: voor het Jteval er internationale o\ereenktimsten orden gestoten die >an de grondwet af- ijken. Het zou heel **at positiever zijn aU de regering nu maar nieteen een wijziging art. 1 der grondwet in uitzicht had ge steld. Dat artikel vermeldt Nederland* Nieuw-(»tiinea hij de opsomming san de gebieden die het giondgebied van bet koninkrijk vormen. Nienw-Guinea, welk* toekomstige status een open >raair is i lang het zelfbevchikkingsreeht niet i« ge. eealiseerd» rou uit die op-ommiua moeten ^erdwynen of van een voorbehoud moeten uorden voorzien. Dat Jir*[ rigenl\jk al iang snoeten gebeuren. Maar vergen wij som* te vpei van welk ^ederlands kabinet dan ook? In dat spij. tige geval zonden wij ln plaats van teleur stelling iets moeten voelen van dankbaar- Reid, nu er dan eindelijk een kabinet in dat een mogelijk noodzakelijke grond- wetswyzigtng in verband met Nieuw- Guinea althans binnen de sfeer der aetuele gedachten trekt." Trouw merkt o.m. op; „Nieuw- l>ui»tea is het moeilijkste politieke vraag stuk waar de regering mee zit. Met hand having van het zelfbeschikkingsrerht voor de papoea's poogt zij de V.N. te betrekken hij de toekomst van Niemv-Gttinea. De resultaten van die poging zijn nog niet be- kend. Hel verheugt ons dat de regering de bevolking van Nieuw-Guinea rich vry en onbedreigd wil laten oriënteren, overal waar zij dit wenst. Df regering betreurt bet dat met Indo nesië geen gesprek over Nieuw-Guinea mo- is. Houdt dit in dat de regering tot zit Ik een gesprek bereid i«, indien aan dit gesprek geen prealabele voorwaarden wor den gesteld? Zo ja. dan betreuren wij het dat de regering dit niet positief in de Troonrede heeft gesteld Niet alleen ter wille van Nieuw-Guinea. maar ook vanwe ge de trieste verhoudingen die er thans tos sen Indonesië en Nederland bestaan Wy weten wel dat men hier op een reeks van daden van Indonesië kan wijzen die groot onrecht jegens ons betekenen. Maar wy ge loven dat wij de verhouding tot Iiuloneste niet moeten henaderen van deze achter grond uit Wij zouden wensen dat men niet o*miet naar hetgeen achter is Een initia tief van Nederland om weer tot goedp be trekkingen te komen tot Indonesië, een po ging om tot een gesprek te komen over alle nu tussen Nederland en Indonesië hangen de vraagstukken zouden wij een goed chris telijk initiatief achten". Het Algemeen Handelsblad schrijft: „Over de "verhoging van de de- fettsiclasten keefc het geen nut te jamme ren. "VTe kunnen en mogen niet klaplopen op anderen. Zelfs vragen wij ons af, of de verboging van het defensieplafond met 135 miljoen Sn de jaren 1962 en 1963 voldoende is. In ieder geval zouden wij het voor een zeevarende natie funest achten als op de «en of andere manier de marine liet kind van de rekening zou worden. pfc paragrafen omtrent Nieuw-Guinea zijn vrij uitvoerig. Maar te zeggen dat wy er ved „wijzer" door zijn geworden, zou over dreven zijn. Nieuw is echter de passage dat de bevolking van Nieuw-Guinea „zich vrij en onbedreigd moet kunnen oriënteren overal waar zy dit wenst". Dit kan dus ook Indonesië zijn. Terecht houdt de regering overigens vast aan het zelfbeschikkings recht der papoea'p. Al achten wij de loon- en prijzenpolitiek van deze regering geenszins volmaakt, toch kan zij terecht met een zekere trots verkla ren dat het prijspeil vrijwel stabiel is ge bleven Zo komt alles tesanien het vooral door de oppositie veel en \eel te gesmade kabi net-De Quay met deze Troonrede zeer goed voor de dag Het is een sober en zakelyk staatsstuk". De Tijd De Maasbode: „ln aanmerking genomen, dal dit parlementaire zittingsjaar van dit kabinet het oogstjaar zou moeten zijn op wetge\end gebied, is de opsomming niet indrukwekkend. Men mag echter de verdiensten van een kabinet niet afmeten aan zijn wetgevende arbeid alleen ea die wetgevende arbeid ook niet aan een aantal wetsontwerpen, dat het in he* Staatsblad heeft gebracht. Het welzijn van de natie kan gebaat zijn bij een rustig en verstandig bestuur, dat aan de krachten, di© in het volk leven, ruimte geeft om zich te ontplooien. „Voor een \erantwoorde keuze omtrent eigen toekomst moet «Ie be-volking van Nieuw-Guinea zich „>rij en onbedreigd" kunnen oriënteren, o\eral waar zij dit wenst." Dit is dus een officieel \erlof aan d© Papoea's contacten met Indonesiërs op te nemen, betgeen to«h wel het noteren waard is, al staat er dan „onbedreigd" een beetje wrokkig tussen, als een verwijzing naar de Indonesische dreigementen. Int de passage over Indonesië kennen wij bijzondere betekenis toe aan de verzuchting „helaas". Niet alleen blijkt uit de eerste zin, dat Nederland. r>enals ten tijde van de». in demarche, van tangkoe Al,doel Rahman, 'l*1 *riflie9cl,,kh«ngsrecht d' hoeksteen van nog steeds bereid i- tot een «pen gc-prek \d< «Sering-pol.t.ek, maar de aanpak ,s een t i j andere worp geworden Het ziet ernaar uit. met Indonesië, nuts zonder ooralgaaude t t 1 j «11- Mat net beleid een heel emd verwijderd is Advertentie Leden der Staten-Generaal. De ontwikkeling van de internationale situatie is verontrustend. De door de communistische politiek kunstmatig opgewekte Berlijnse crisis kan zich nog verder toespitsen. De bereidheid van de Westelijke mogendheden om tot een vreedzame oplossing van het geschil te komen, mag met aldus worden ver staan, als zouden concessies kunnen worden bedon gen, die wezenlijke waarden in gevaar brengen. De Atlantische bondgenoten zijn eensgezind in hun over tuiging, dat vastberaden weerstand moet worden ge boden aan elke poging tot het afdwingen van zodanige concessies. Een hechte samenwerking tussen alle bondgenoten op politiek, militair en economisch terrein blijft dan ook noodzakelijk. Aan deze samenwerking zal ons land krachtig blijven deelnemen. Nu de internatio nale situatie dreigender is geworden en de Ameri kaanse hulp is weggevallen, zal het op peil houden van de Nederlandse bijdrage in de bondgenootschap pelijke verdediging grotere financiële offers van ons vergen. Wil onze krachtsinspanning werkelijk be tekenis hebben, dan dient zij voort te vloeien uit het besef van onze verantwoordelijkheid voor de hand having van de grondslagen onzer beschaving. Het besluit tot nauwer politiek overleg, dat de regeringen van de landen behorende tot de Europese gemeenschappen in juli te Bonn hebben genomen, zal de verdere eenwording van Europa kunnen dienen. De regering heeft zich tot deelneming aan deze politieke en ook culturele samenwerking bereid verklaard, onder voorwaarde, dat hetgeen reeds m Europees en Atlantisch verband is bereikt, met slechts in stand zal worden gehouden, maar verder zal worden ontwikkeld. De bereidheid van Groot- Britanmé om tot de Europese gemeenschappen toe te treden - en het daarmede geopende uitzicht op toetreding of asso ciatie van andere Europese landen, acht de regering van het grootste belang. Zij ver wacht daarvan niet alleen een verdere sociaal-economische vooruitgang van de deel nemende landen, maar ziet daarin ook nut voor de tot standkoming van de Europese eenheid. De positieve reacties van onze partners in de Euro pese gemeenschappen op deze ontwikkeling stemmen tot vreugde. Ook hetgeen in Be- nelux-verband werd bereikt, geeft reden tot verheugenis. Op verzoek van de Suri naamse regering hebben de landen van het Koninkntk dit jaar een aanvang gemaakt met het overleg over het sta tuut. De goede verstandhou ding tussen de landen van het Koninkrijk wettigt het ver trouwen, dat een voor alle partijen bevredigende oplos sing voor de ter sprake ge komen Surinaamse wensen zal worden gevonden. Nederland zal steun blijven verlenen aan de economische en sociale ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse Antillen. Bevestiging en versterking van de ideële banden tussen de bevolkingen van de drie landen verdient verder alle aandacht. De regering heeft goede ver wachtingen ten aanzien van de in dit jaar ingestelde adviesraad voor culturele samenwerking. Aan de sociaal-economische e-n culturele ontwik keling van Nederlands Nieuw-Guinea wordt bijzon dere aandacht geschonken, temeer nu dit gebied een fase van snelle staatkundige ontwikkeling is inge gaan. Naar het oordeel der regering is reeds ge bleken, dat de Nieuw-Guinearaad sinds zijn instal latie op 5 april jl. aan de staatkundige behoeften van dit gebied beantwoordt. De regering verwacht, dat in dit zittingsjaar van de Staten-Generaal de Raad zijn advies zal uitbren gen over de wijze waarop het zelfbeschikkingsrecht zou kunnen worden verwezenlijkt. Zij is van mening, dat voor een verantwoorde keuze omtrent eigen toe komst de bevolking van Nederlands Nieuw-Guinea zich vrij en onbedreigd moet kunnen oriënteren, overal waar zij dit wenst. Van haar zijde zal de regering onderzoeken welke wijzigingen in statuut en grondwet nodig zijn. Een gesprek met Indonesië over de toekomst van Nederlands Nieuw-Guina is helaas niet mogelijk ge bleken, omdat Indonesië voor zulk een gesprek voor waarden stelt, die in strijd zijn met het zelfbeschik kingsrecht. De regering betreurt het voorts, dat Indonesië zelfs het laatste zij het nog slechts in directe officiële contact met Nederland heeft ver broken. Op de grondslag van het in het Handvest van de Verenigde Naties verankerde beginsel van geljjke rechten en zelfbeschikking der volkeren, heeft de regering in de afgelopen maanden in vele landen besprekingen doen voeren over de mogelijk heid de Verenigde Naties te betrekken, bij ontwik keling en toekomst van Nederlands Nieuw-Guinea. De conclusies waartoe dit overleg de regering heeft geleid, zullen zo spoedig mogelijk bekend worden gemaakt. In de afgelopen jaren heeft zich in ons land ccn ongekende economische groei voltrokken. De daar mede samenhangende welvaartsvermeerdering is, mede als gevolg van het gevoerde loon- en prijs beleid, aan brede lagen van de bevolking teil goede gekomen. Tevens heeft het hoge niveau van inves teringen en de evenwichtige spreiding daarvan de innerlijke kracht van onze economie belangrijk ver sterkt. Het stemt tot voldoening, dat bij een maximum aan werkgelegenheid hei prijspeil vrijwel stabiel kon worden gehouden. De thans waarneembare vergroting van de eco nomische spanningen vereist niettemin een toe nemende waakzaamheid. Het groeitempo van de produktie is aanmerkelijk vertraagd, doordat in vele sectoren van de economie de capaciteitsgrenzen zijn bereikt. De verhoging van de binnenlandse bestedin gen gaat echter voort en overtreft de toeneming van de nationale middelen. Als gevolg hiervan stijgt de druk op het prijspeil en neemt het betalingsbalans- saldo af. Op zichzelf is ccn zekere vermindering van dit saldo nog met verontrustend. Een voorzichtig conjunctuurbeleid zal overspanning van onze econo mie en terugslag m een daarop volgende fase kun nen voorkomen. Meer dan ooit zal dan ook het beleid van de regering erop gericht moeten zijn. 111 samen werking met het bedrit fsleven. de loonontwikkeling binnen de grenzen te houden, die door de groei van de produktiviteit zijn gesteld. Het m het afgelopen jaar gevoerde prijsbeleid zal worden voortgezet. Zolang de economische activiteit op het huidige hoge peil blijft, zal het tekort aan arbeidskrachten zich handhaven. Opvoering van produktiviteit en doel matigheid blijven belangrijke middelen tot bestrij ding van de gevolgen van dit tekort. Daarnaast zal de regering de aantrekking van buitenlandse arbeids krachten bevorderen. Het toekomstige beleid met be trekking tot de emigratie zal binnen afzienbare tijd te uwer kennis worden gebracht. Bij het opstellen van de rijksbegroting voor 1962 hebben de geschetste verwachtingen omtrent de economische ontwikkeling als achtergrond gediend. De begroting vertoont een zodanig beeld, dat het rijk, ter dekking van het tekort, overeenkomstig de eisen van de conjunctuur, in het komende zittingsjaar voor financienngsdoelemden geen beroep behoeft te doen op de open kapitaalmarkt. In het heden aanvangende parlementaire jaar zal een beslissing moeten worden genomen omtrent de datum van ingang van enkele reeds aanvaarde belas tingverlagingen. De noodzaak de overheidsfinanciën zoveel mogelijk af tc stemmen op de conjuncturele ontwikkeling moet daarbij worden afgewogen tegen 't feit, dat het effectief worden van deze verlagingen Uit een oogpunt van een verantwoorde belasting heffing steeds dringender wordt. Heden zal u het voorstel worden aangeboden de verlaging van de mkom- sten- en de loonbelasting te doen ingaan op 1 juli 1962. Daartegenover staat, dat dc verzwaring van dfj defensie- lasten tot nieuwe belasting- voorzieningen noopt. Tot dit doel zal de verlaging van de vennootschapsbelasting, die de regering voorstelt op 1 januari 1963 te doen ingaan, worden beperkt en zal een belasting op minerale oliën met uitzonde ring van benzine worden in gevoerd. De hierop betrekking hebbende wetsontwerpen zul len u eveneens heden worden aangeboden. De regering zal haar aan dacht blijven geven aan een gezonde ontwikkeling van de iandbouwproduktie en aan de verbetering van de afzet. In nauwe samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven zal zij streven naar een ver antwoord valorisatiebeleid voor de agrarische produktie. De vraagstukken samenhan gende met het internationale vervoer vervullen de regering, door het protectionisme dat zich op dit terrein steeds op nieuw openbaart, met zorg. De activiteit op het gebied van de woningbouw heeft in het jaar 1961 een ongekend grote omvang aangenomen, in het bijzonder is de bouw van woningen zonder over heidssteun sterk uitgebreid. De regering heeft een overschrijding van het aanvankelijk opgestelde wo ningbouwprogramma aavaard. Zij heeft echter ge meend maatregelen te moeten nemen om een te sterke oveischnjding tegen te gaan in verband met de bezwaren, die daaraan verbonden kunnen zijn voor de bouwkosten. Een in verhouding tot de an dere sectoren van de bouwnijverheid hoge activiteit op het gebied van de woningbouw achte de regering, gezien de woningnood van velen m het land, ook voor 1962 gewenst. Evenals de woningbouw vereisen de ruimtelijke vraagstukken van ons land grote aandacht wegens hun betekenis voor het werk en de ontspanning van ons volk. De regering heeft besloten de omzetting van woeste gronden in landbouwgronden tot het uiterste te beperken, mede ter wille van natuur bescherming en openluchtrecreatie. Op wetgevend terrein zal wederom veel van uw werkkracht worden gevraagd, ten dele voor wets ontwerpen, waarvan de behandeling reeds een aan vang heeft genomen. De regering vertrouwt, dat de beraadslagingen over het ontwerp algemene kinder- bijslagverzekermg op korte termijn zullen worden hervat. Na ampele overweging zal de regering door wijziging van het wetsontwerp tegemoet komen aan een aantal van de bezwaren, die voor de schorsing der openbare beraadslagingen naar voren, zijn ge bracht. Ten aanzien van het wetsontwerp tot regeling van het voortgezet onderwijs hoopt zij, dat het in dit zittingsjaar de instemming van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal verwerven. Ook tal van nieuwe wetsontwerpen zullen in deze periode aan u worden voorgelegd, o.a. een ontwerp algemene bijstandswet. De materiële welvaart en de opzienbarende tech nische ontwikkelingen van onze tijd houden het ge vaar in, dat de geestelijke waarden te weinig aan dacht krijgen. Toch zijn het juist deze waarden, die aan het leven een diepere zin geven en de krachts inspanning, die ons land en de gehele vrije wereld zich thans moeten getroosten, rechtvaardigen. De regering zal, zoveel als in haar vermogen ligt, door het verlenen van krachtige steun in het bijzonder aan onderwijs en cultuur, blijven streven naar de versterking van de geestkracht van ons volk. Zij beseft, dat dit doel slechts kan worden bereikt, in dien ieder, op welke plaats ook gesteld, hier bewust aan bijdraagt. Op u, vertegenwoordigers des volks, rust in deze tijden van spanning een zeer bijzondere verantwoor delijkheid en een zware taak. Moge God u bij uw arbeid wijsheid en kracht schenken, zodat gij ook m het komende zittingsjaar tot zegen van het Koninkrijk werkzaam zult zijn. Met deze bede ver klaar ik de zitting der Staten-Generaal voor geopend. alleen geldig woensdag 20 s®pt a.s. Tricot in multi-colours. Extra versterkt, dus dubbel sterk. W. st p, m. Binnen we p 128 N. Binnen weg/Aelbr.kada - Zwart Janstraat Gfl-64 - BeUerlandselaan 87-93 - ROTTERDAM. Lange Voorhout in Den Haag hadden vanmorgen vroeg al hon derd man van het garde-regiment Jagers de erewacht betrokken. Hierbij was ook het vaandel van het regiment ingedeeld met de vaandelwaeht en verder de kapel van de Koninklijke luchtmacht. Vanmiddag om een uur precies reden de rijtuigen voor. Voorop de rijknecht-majoor met twee rij knechts te paard. Dan een deta chement van de Koninklijke ma rechaussee ter sterkte van 36 man. Daarachter volgden de Koninklijke militaire kapel met daarbij inge deeld het tamboerkorps van het lie gardebataljon Grenadiers en een ereeompagnie van het garde regiment met vaandel en vaandel- wacht. het traditionele „Leve de Koningin" aan, dat door de aanwezigen met een driewerf „hoera" werd beant woord. De vorstelijke personen ver toefden nog enkele ogenblikken in de ontvangkamer en begaven zich ver volgens naar de uitgang van de Bid derzaal. De rijtuigen reden voor. de glorieuze I terugrit naar het paleis aan het Lange een stoet van Kamerheren, hofdames en! Voorhout was begonnen. Omstreeks aoor de leden van de commissie van £wee uur kwam de stoet weer bij het 'n"„en uitgeleide, betreedt de zaal, j pa[eis aan. gij de aankomst breikte het gezelschap naar vo-sejuich van de menigte het hoogtepunt, ren. waar ne vorstelijke personen hunjHet COrdon van politiemannen werd ereplaatsen innemen. Links van de Ko-1 verbroken en de talloze toeschouwers die nmgtn zitten prins Bernhard en prinses |Uren en uren op dit moment hadden ge- Irene. recats prmses Beatrix en prinses wacht. stroomden naar voren. Onder de Margriet. De crootmees ores gmg rechts I kianken van hct al.oude Wilhelmus de de dame du palais. links van de Ko- j schreden de Koningin, de Prins en de nmgin staan. !- - Ondertussen klikten de camera's van de persfotografen en snorden de film camera's. Technici van radio en televi sie draaiden aan knopjes en luisterden gespannen naar de aanwijzingen door hun koptelefoons. In het eerste rijtuig had de ceremo niemeester jhr. D. G. de Graeff plaats genomen. Het rijtuig met twee paarden j gesproken hief bespannen werd aan beide zijden ge-1 flankeerd door een lakei te voet. Na hem volgden de dame du palais L. A. J. Baronnesse De Smeth en de groot officieren oir, J. C. baron Baud en jhr. mr. dr. A. W. L. Stachouwer, gezeten in een. rijtuig met twee,paarden bespan nen. Ook naast deze rijtuigen ging aan beide zijden ter hoogte van het portier een lakei te voet. Verder de "groot meester vice-admiraal B. D. N. A. Rost van Tonningen, in een rijtuig met twee paarden en naast elk portier een lakei te voet. Achter dit rijtuig kwamen, gezeten in een crème caleche met postiljonbespan- ning en een voorrijder. H.H.K.K.H.H. de prinsessen Beatrix, Irene en Mar griet. Natuurlijk liep ook hier aan bei de zijden ter hoogte van het portier een lakei. Iets achter het portier reden te paard aan de ene zijde de adjudant luitenant-kolonel vlieger mr. R. J. E. M. van Zinnicq Bergmann (rechts) en aan de andere zijde adjudant luitenant kolonel J. J, L. baron, van Lynden (links). Achter de koets met de prin sessen volgde een commando rijkspoli tie te paard. Daarachter de gouden koets, met acht paarden bespannen, naast elk paard een koetsier, en aan elke zijde van de koets vier lakeien. Rechts van de sta tiekoets reed de chef van he: militaire huis luitenant-generaal C. F. Fadhud de Mortanges; een adjudant, luitenant-ko lonel C. C. Geertsema, reed links van de koets. Achter de statiekoets reden twee adjudant, luitenant-kolonel jhr. mr. M. W. C. de Jonge en majoor W. R, A. baron Van Tuyll van Serooskerken. Een commando rijkspolitie te paard sloot de stoet. De eerste stalmeester, luitenant kolonel W. F. K. Bisschoff van Heems kerk, reed te paartL Zijn plaats ia de stoet is vrij. Voor het eerst in de geschiedenis stonden er vandaag- vijf zetels opge steld in het midden van de Ridder zaal. Behalve het Koninklijk paar, de prinsessen Beatrix en Irene heeft ook voor de eerste maal, prinses Margriet de plechtige opening van de zitting der Staten-Generaal bijgewoond. Zo als bekend moest voor prinses Mar griet een zetel worden vervaardigd. Maandenlang heeft de 80-jarige heer Van Gorkum gewerkt aan een nauw keurig copie van de reeds bestaande, 50 jaar oude stoelen. Omstreeks kwart voor een hadden de meeste genodigden, die de plechtigheid in de Ridderzaal zouden bijwonen, hun plaatsen bezet. Enkele diplomaten droegen kleurrijke ambtsgewaden. Op vele plaatsen in de grote zaal waren bloemversienngen in warme herfsttinten aangebracht. Met cle vete gedrapeerde vlaggen gaven zij het interieur van de Ridderzaal een feestelijk cachet. drie Prinsessen het paleis binnen. Het gejuich van de menigte bleef aan houden en ja hoor, binnen enkele ogen blikken verschenen de vijf vorstelijke personen op het balkon van het paleis. Een minuut lang namen zij. staande en vriendelijk groetend de warme ovatie in TF ontvangst. HoerCl Everi later reden de auto's voor, de vorstelijke gasten stapten in en in snelle v-a.t Ha Vn.-cii,i Ha 'vaart gmg het naar het paleis Huis tep 5 de Bosch om zich gereed te maken voor (zie elders in dit nummer) had uit-jde traditionele rijtoer door een gedeelte voorzitter Jonkman I van de stad. voorwaarden, maar ook, dat Nederland liet niet tot stand komen ian een open gesprek zelfs betreur». De regering ..belmirt liet voorts" dat Indonesië alle officiële con tacten met Nederland beeft verbroken. Hoew-el deze zinnen volkomen in over eenstemming met de werkelijkheid nega tieve dingen bescbrijv en. implieeren zij toch bereidwillige openheid jegen« Indonesië, Al komt in deze Troonrede niet. zoals in Soe- karnoV rede van IT angii-uu-, het woord ^vrienden" of ..vriendenhand'" voor. er ont breken ook dreigementen, zodat het go middelde aan welwillendheid een vergelij king met het gemiddelde van Soekamo'» rede kan doorstaan. De vraag is nu wel. geiien ook de nieuwe nadruk op het zelf beschikkingsrecht. of de reële mogelijkhe den tot onderhandelen na de zuiver verbale vriendelijkheden wederzijds wel groter zijn dan tevoren." Het Vrije Volk merkt over de Troonrede op: „Vergelijkt men deze Troon rede met die van I960 en 1959, dan valt in de ceme plaats op, dat een paar van de grote stokpaarden van deze regering op stal zjjn gezet. Over de bezitsvorming en de decentralisatie wordt niet meer gesproken Misschien omdat de regering heeft ingezien an de ongelukkige Karei Doorman-politiek Op belangrijke punten nadert het de poli tieke lijn. die door de socialisten steeds met taaie vasthoudendheid is verdedigd. De vraag is wel of dezelfde regering die hel vliegkampschip naar Nieuw-Guinea zond in staat is een zo anders gericht beleid waar te maken. Een ander punt. dat van -orialï-ti-rhr zijde met grote klem telkens naar voren i- gehraclit, is de ruimtelijke ordening Het bewoonbaar houden van Nederland. Ook bepaald. AU grondslag voor de debatten over het beieid heeft het stuk daardoor aan bruikbaarheid gewonnen". Het P a r u o 1 „De Troonrede i- op z'n best een vaag, in talrijke passages een kleurloos stuk, waar niemand politiek veel wijzer van wordt en waarvan be trekkelijke bondigheid dan ook de voor naamste deugd moet hebben. Meer dan ooit wil het kahiiiet-Dp Quav de produktiviteit als enige norm hanteren troef.' bij de bepaling van het loonpeil, "Wij voor zien dan ook sociale spanningen als gevolg van het op zichzelf juiste sneven een verdere eronoim-ehe over-panning te vooi - komen, tenzij de regeling erin zou -lagen junetureel gezien avereehts moet vverken. Over het Nieuw-Guinea-beleid ternau wernood iets nieuws. Alleen dat de rege ring in de afgelopen maanden in vele lan den (hoeveel, wanneer, welke?) heeft ge sproken over een mogelijke internationali sering van het vraagstuk in het kader van de "V.V. Krijgt ons volk nu het resultaat van dit maandenlange beraad te horen? Hel mocht wat. Alweer blijkt vaagheid herwinnen en zieli van haar medewerking te verzekeren. Ul zij dit rehlri zal. kunnen? i daarvan dringt steeds meer door in het re-1 |,pl vertrouwen van de vakbeweging geringsbeleid. Tol onze verbazing wordt echter dc emigratie niet in dit verhand ter sprake gebracht, maar bij het gebrek aan ar beidskrachten aan de orde gesteld. Dat lijkt ons niet juist. De emigratie-poli tiek is een politiek op lang zicht. Zij be hoort bjj de ruimtelijke ordening van on land. ln de Troonrede van I960 werd gerept over de vraag of bet niet wenselijk is bij de loonvorming ook andere maatstaven aan te leggen dan de maatstaf der produklivi- teit Daarvan is in deze Troonredr geen de verhoging van binnenlandse bestedingen I Provinciale Staten van ulild- voortgaat en de toeneming van de natio- j Holland ett oud-lid van de Haagse nate middelen overtreft, wordt niet nader I gemeenteraad op 70-jarige leef- uitgelegd en blijft du- in liet vage. Zo t tijd oveflor'en ergens, dan wreekt -zich op dit punt bet De hecr Van Asch van Wijck was on- Zig/aggcnde belcidvan dit kabinet, dat des- ]angs naar Doorn "gegaan'waarTijn vrouw sprake meer flcl lijkt wel of de regering tijds met zijn belofte van fikse belasting.ecu buitenverblijf heeft Hier kreeg hij i« teruggekeerd naar de opvatting dat de-; verlagingen naar een goedkope popular!- een buikgriep die in de afgelopen dagen produktiviteit de enige maatstaf is waarop teil joeg en nu gedwongen wordt zijn eigenz0 verergerde, dat de dokter opname in dat zij deze leuzen weinig inhoud weet te jhet aankomt aanhang teleur te stellen door rlie ver-^t,j;leke''lhuis 111 Utrecht noodzakelijk geven Als geheel maakt deze Troonrede een laging naar later op te schuiven en tege-j Gebee, onverw3cht js h vanmorgen Voorts adem! de uitvoerige pa—agc overjbelerr indruk dan dc twee vorige, omdat J lnkertijd om met helemaal in gelneke 1eontslapen. Vrijdag zal in Utrecht de be- Nieuw-Guinea een andere sfeer, Wel blijftide regering zich meer bij de feiten heeftblijven, een maatregel tc nemen die con- i grafenis in het familiegraf plaats hebben. De bijeenkomst werd geopend door de voorzitter van de Eerste kamer, mr. J. A. Jonkman. De griffier, jbr. mr. J. W. Roëll, las daarna het Koninklijk be sluit voor, waarin de heer Jonkman op- ti.euw tot voorzitter van de Eerste Ka mer is benoemd, en waardoor hij dus ambtshalve ook de voorzitter van deze bijeenkomst is. Aan de ingang van de zaal stonden cie sous-chef van het militair huis van Hare Majesteit de Koningin, luitenant- generaal H. Schaper, de gouverneur van de Residentie, luitenant-generaal C. J Valk. en de met in de stoet ingedeelde adjudanten, kapitein-luitenant ter zee A. J. de Graaft, luitenant ter zee I W. W. Kuyck en majoor K. van Gessel, als- mede enkele dienstdoende kamerheren. Omstreeks een uur kwamen de leden van de Raad van State binnen, onder lei ding van hun vice-president, prof. dr. L. J. M, Beel De leden drukten allen de hand van mr. Jonkman. Met minister president De Quay voorop kwamen ver volgens de ministers en staatssecreta rissen binnen. Ook zij schudden de han- den van voorzitter Jonkman en van de griffiers. De ..generaal", zoals Duymar van Twist in de omgang werd aangesproken, is met een korte onderbreking geduren de 45 jaren lid der Kamer geweest. Hij was hier en buiten dit college een ge ziene figuur. Door zijn robuuste gestalte, zijn diep stemgeluid, zijn vrijmoedige interrupties, zijn jovialiteit, zijn goed aardige^ toorn, zijn soms kinderlijke geestdrift kan van hem worden gezegd: waar hij was viel hij altijd op en als hij er niet^was werd hij node gemist. Op 95-#arige leeftijd is hij heengegaan, de vriend van vele mensen speciaal van militairen, schippers en vissers: een legendarisch monument uit de vorige eeuw tot het laatst hulpvaardig voor hen die een beroep op hem deden. Het ge heim van zijn leven zo is van hem getuigd was het gegrepen en bezield zijn van een hoog ideaal, gepaard gaan de met een eenvoudige en kinderlijke vroomheid. Zijn naam en persoon zullen in de parlementaire geschiedenis met ere blijven genoemd. Over deze feestelijke dag der opening van de gewone zitting dor Staten Gene raal zo zeide mr. Kortenhorst valt de schaduw van het overlijden van een groot Nederlander die voor de oorlog als minister en daarna als medeLid en plaatsvervangend voorzitter op de meest directe wijze met ons college verbonden is geweest: minister van staat profes sor dr. Pieter Sjoerds Gerbrandy. Bij het horen van zijn naam is als in een visioen zijn markante figuur nog eenmaal voor ons opgerezen en wij heb ben hem opnieuw herkend als de ver persoonlijking van de geest van ons volk in de jaren der beproeving toen hij onder de regering van koningin Wilhel- mina als eerste minister de oorlog aan de goede zijde voor ons leidde. Toen Churchill op 27 april 1941 in het Lagerhuis verantwoording aflegde over de toestand aan de fronten, vatte hij zijn opvattingen aldus samen: „Ik heb jn deze moeilijke periode gedacht, dat T-. j 'ilet boven alle dingen belangrijk is, on- Dan klinkt gedempt het geluid van de i ze politiek en ons beleid op het hoogste op het Binnenhof gegeven bevelen tot de Ridderzaal door. Onder de aanwezi- gen ontstaat enig geroezemoes, het ziet er naar ujt dat het grote ogenblik is aangebroken Het Wilhelmus weerklinkt en de aanwezigen verheffen zich van hun zetels. ,,De Koningin", roept aan de ingang de ceremoniemeester. Het Koninklijk paai vergezeld van de prinsessen Bea trix, Irene en Margriet, begeleid door niveau te plaatsen en dat „honour snould be our guide". Gerbrandy was van hetzelfde harde en gave hout gesneden als zijn Britse wa penbroeder. Hem is dan ook terecht van alle zijden dank en eer bewezen, voor de w-iize waarop hij het vertrouwen zo wel van de geallieerden als van ons ei gen volk heeft weten te winnen en tot het eind toe te behouden. ,,De eer van ons volk en van ons Ko- slagen het hoofd. ningshuis heeft hij onder de hachelijk- ste omstandigheden hoog gehouden. Hij heeft dat gedaan zonder te beschikken over onbeperkte materiële hulpmidde len. De zedelijke moed van zijn beginse len omtrent goed en kwaad, rechtvaar digheid en vrijheid was zyn sterkste wapen. Herinnerend aan de radiotoespraken van Gerbrandy uit Londen, zeide de voorzitter, dat zijn woorden waren ge laden van heilige verontwaardiging over de satanische machten, die alle uiter lijke leven van onze volksgemeenschap dreigden te verstikken. „Gerbrandy bleek in die historische jaren "de enige leidsman te zijn. die op deze wijze ons wist voor te gaan. Konihgin "Wilhelmin* bleek, door juist hem tot minister president te benoemen, de juiste man op de juiste plaats te hebben gesteld. Wan neer wij Gerbrandy hoog vereren, dan noemen wij Wilhelmina in één adem." Op de bodem van Gerbrandy's wezen waren waarden verborgen van hoger gestalte. Hij was in alles, ook in zijn levensovertuiging, een ernstig in zich zelf gekeerd man, een Christen in ge dachten. woord en werk. Deze overtui ging was voor hem de oorsprong en het doel van zijn activiteiten in de staat kunde. Als vertegenwoordigers van het Nederlandse volk rouwen wij om het heengaan van een van zijn meest ver dienstelijke zonen. Eijn naam zal in de geschiedenis blijven voortleven als die van een staatsman zonder vrees of blaam, een voor wie de eer van zijn land een heilig gebod is geweest Ons volk zal hem nooit vergeten. Dat hij ruste in vrede. Wij betuigen ons medeleven met het overlijden van onze oud-collega aan zijn naaste geestverwanten, maar zeer in het bijzonder aan mevrouw Gerbrandy, die in de kleine kring van het gezin voor haar immer bezige man een steun en toevlucht is geweest. Zij moge kracht cn troost vinden in de wetenschap, dat zij met eenzaam staat in haar leed en dat onze gedachten bij haar zijn. Tenslotte memoreerde de voorzitter de tragische dood van de secretaris generaal van de Verenigde Naties Dag Hammarskjceld. Hjj zei o.a. het vol gende: „De leemte door zijn plotseling einde ontstaan stelt de leden van de VN voor de meest netelige problemen. De consequentie van de ontstane vacature kan op dit tragisch uur zelfs niet bij be nadering worden gepeild. Deze bekwame, zelfbeheerste en moedige Zweedse diplo maat was oneindig veel meer dan een. gewetensvol administrateur van het enor me apparaat der Verenigde Naties. Door het vertrouwen dat zijn persoon inboe zemde had hij zich ontwikkeld tot de uit voerder en in vele opzichten tot de lei der van de ooiitieke en taktische taken m de volkerenorganisatie. De naam. van Dag Hammarskioold was voor tallozen het symbool van de kracht van het ge zonde verstand temidden van de veelal verward en redeloos lijkende gevaarvolle tegenstellingen m het samenleven der volkeren. Een edele politieke figuur van de allerhoogste orde, succesrijk arbiter en bemiddelaar in ernstige conflicten. De dood van deze vredestichter is meer dan een ramp voor hem alleen. Daaraan be hoeft geen. twijfel te bestaan wanneer wy m onze herinnering de vergadering der verenigde Naties van 3 oktober 1960 te rugroepen toen de Russische eerste mi nister Chroesjtsjef in verband met de troebelen in Kongo het aftreden van Hammarskjoeid eiste. ,H,ammarskjoeld heeft ae moed gehad op zijn post te blijven, ofschoon aftreden voor hem persoonlijk veel gemakkelijker zou zijn geweest. Bij het plotselnig heen gaan van deze uitzonderlijke diplomaat, die het schier onvervangbaar middelpunt was van de organisatie der Verenigd* Nateis, buigen wij verbijsterd en v«Jk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1961 | | pagina 2