2000 km; NEDERLAND: Eén grote particuliere tuin SNELLER AANPAK NODIG Chaos door ongeordende stedenbouw 4 Zó moet het Plassen Scheiden DEoverwoekering van o-ns'land door de steden (in de met- agrarische provincies groeien de plattelandsgemeenten procentueel even sterk als de stedelijke ge meenten) vormt een ernstige be dreiging voor het recreatiegebied, waarop ons land zo zuinig móet zijn. Een planoloog heeft eens ge zegd, dat onze recreatiegebieden alle straks zullen veranderen in particuliere tuinen. En dit gevaar is zeker niet denkbeeldig. Twente Sterk L96i CE rotterdammer Pagina 3 MAANDAG 8 JUNI 1 m (Van een onzer verslaggevers) MëDERLAND groeit dicht. De ongeordende stedenbouw, de versnippering van stedelijke vestigingen, het ontbreken van een nationaal planologisch I N plan, dreigen de Nederlander de adem te gaan afsnijden en zullen binnen afzienbare tijd ernstige moeilijkheden oproepen. Dit is een van de sombere conclusies, waartoe planologen van naam komen in een rapport met pre-adviezen voor de stedelijke ontwikkeling in Nederland, dat op 10 juni op de algemene ver gadering van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel onder werp van gesprek zal worden. I ïCUrj# ^99 «atm>r UMfJM $5$ WEL* De bouw van stedelijke vestigingen is té veel gebaseerd op toe vallige ontplooiingsmogelijkheden van velerlei kernen. Van duide lijke concentratie is geen sprake. Wat dit tot gevolgen heeft Iaat zich makkelijk voorspellen en blijkt in vele gevallen reeds nu: een chaotisch verkeersbeeld, een. ondoelmatig verkeerssysteem, een slecht functioneren van het voorzieningsapparaat (theaters, win kels, scholen, banken en kantoren enz.) en een verspilling van grond. De moderne verkeersmiddelen, de welvaart, de verkorting van de werkweek hebben er toe ge leid, dat reeds velen de stad ont vluchtten en als forens zijn gaan leven. Gevolg: de vorming van kleine stedelijke nederzettingen, die eigenlijk zou moeten worden voorkomen. Werkgelegenheid Voordelen Onze Hoofdstad Hoofdstad stadsgewest Stad in stadsgewest Zelfstandige stad De Nederlandsche Maat schappij voor Nijverheid en Handel heeft opnieuw een'bro chure uitgegevenwaarin een lans wordt gebroken voor een drastische aanpak van de ruim telijke' ordening in Nederland. Reeds eerder, in 1958, heeft zij' een dergelijke brochure het licht doen zien. Toen was het onderwerp „de ruimtelijke onf- wikkeling van Nederland in een nieuw Europa". Thans wordt het probleem van de ongeorden de verstedelijking van ons land aan de orde gesteld. De maatschappij doet dit -in de vorm van een aantal pre-ad viezen, welke worden gegeven door prof. drW. Steigenga, hoogleraar in de planologie aan de gemeentelijke universiteit van Amsterdam jhr. ir.' J. de Ranitz, architect en stedebouw kundige in. Rotterdam en do or prof. dr. S. O. van Poelje, direc teur van de Vereniging van Ne derlandse Gemeenten in Den Haag. i Deze prp-adviezen zullen worden besproken op de 181ste algemene vergadering van - de maatschappij op 10 juni in Nij megen, waar ook een forum 'zal" worden gehouden onder voorzat terschap van mr.. H. W. Bloe- mers, commissarispan. de"ko ningin in Gelderland Op deze pagina vindt men enige van de gedachtendie de adviseurs in de brochure heb ben weergegeven. Toekomstge dachten, die alle deze grond slag hebben: er zal snel en doeltreffend moeten worden in gegrepen om een dreigende chaos in het ruimtelijk beeld van ons land te voorkomen. met de wijze van ontplooiing van het stadsgewest Eindhoven. Deze «stad moet, vindt ir. De Ranitz, van beperk te omvang blijven in verhouding met het stadsgewest Eindhoven en daarvan ook geen deel uitmaken. Hij waar schuwt voor een Brabantse oost-west band met min of meer gelijkwaardige steden erin. Evenals voor alle andere stadsgemeenten geldt ook. hier: maak de sterke sterk. Auto's, auto's en nog eens auto's. Eên van de symptomen van een overvol landf dat dreigt te verstikken. STEDEN VERSTIKKEN ONS LANE' BS® -ltar3 sw n -S.'**3» LT^Ï^i r^i.8Et,"'i jgg''8*'- g 9lSi."Ê 'I «.ffc SSKSSS Mggfi MlwKSi «ÊiwlB *ëE5 StóSSSSai osssSstsl Msaaagm vanwege zijn haven, ook om zijn histo rie, maar vooral omdat deze stad de gunstige mogelijkheid biedt meer ste den m op Amsterdam gerichte „ban den" te projecteren. Deze „banden" zullen stervormig het land in lopen. De belangrijkste en krachtigst te ontwikkelen „band" zou die zijn dwars door de IJsselxneerpol- dens over de volle lengte van het Oostvaardersdiep. Hierdoor ontstaat een potentieel van 320 _km2 of wel ruimte voor anderhalf miljoen mensen, wat dus mogelijkheden biedt voor een zeer flexibele expansie. Deze expansie mogelijkheden kunnen nog worden ver sterkt door het maken van krachtige polen op grotere afstand (de linie wijst in de richting van het stadsgewest Groningen). De tweede linie van Amsterdam loopt via Bijlmer, Weesp-Gooi-Baarn, Soest naar Amersfoort en wijst naar Apeldoorn, Deventer en Twente. Welis waar biedt deze tweede linie minder expansiemogelijkheden dan de eerste (Weesp en het Gooi zijn immers voor een groot gedeelte al volgebouwd en kunnen hooguit nog. 100.000 inwoners bergen), maar geschat wordt, dat in Amersfoort toch nog wel aan 150.000 inwoners woon- en werkgelegenheid kan worden verschaft. De zone verder oost waarts is zo rijk aan natuurschoon, dat daar wel voorzichtigheid is gebo den. neuwe sta Het ligt voor de hand, dat er richt lijnen nodig zijn, die zullen moeten aangeven waar wel en waar geen aan merkelijke uitbreidingen van stedelijk karakter tot stand zullen mogen ko men, aldus jhr. Ir. J. de Ranitz, ar chitect en stedebouwkundige in Rotter dam. De strekking van deze richtlijnen zal moeten zijn, de zones aan te ge ven waarbinnen de verstedelijking mag plaatsvinden. Tevens zal daar mee moeten worden vastgesteld welke zones voor agrarisch gebruik en wel ke voor recreatie moeten worden be stemd. Want het in- het wilde weg bouwen van stedelijke vestigingen zal onherroepelijk tot. een grote chaos lei den. Wat moet er dan gebeuren? Het rap port komt met duidelijke, voorstellen aan de hand van een aantal voorwaar den, waaraan de stedebouw zal moe ten voldoen. Een greep hieruit: de ur banisatie zal een duidelijk gedeconcen- treerd karakter moeten hebben (dus geen giganten-concentraties als aan de noordoostkust van de V.S. New York, Boston, Philadelphia), de steden zullen duidelijk waarneembare eenhe den moeten zijn. flexibiliteit in ver band met de te verwachten bevolkings groei (in 1980 15 miljoen mensen) is noodzakelijk en er moet een goed con tact zijn met ruraal gebied. Zo stelt ir. De Ranitz zich de meest ideale stedelijke planning in Nederland voor: grote duidelijk afgeperkte stads gewesten in het westen (Amsterdam en Den Haag-Rotterdam), zuiden (Eind hoven en Maastricht), oosten (Twente) en noorden (Groningen) Hoofdcentrum van deze gewesten zal Amsterdam moeten zijn. Niet alleen De derde linie van Amsterdam zal door het plassengebied moeten lopen en wordt eigenlijk gevormd door een aantal afzonderlijke tot het gewest be horende steden, Utrecht en wellicht een nieuwe stad tussen Rijn en Waal. Hoewel Utrecht nog mogelijkheden, biedt «n nog reserve aanwezig is in een satelliet bij Vreeswijk-Jutpbaas zijn de perspectieven van deze linie, 'die het gewest Eindhoven als eindpunt heeft, wel duidelijk begrensd. De vierde linie van Amsterdam gaat via Amstelveen naai- een sterke uit bouw van Uithoorn.-Het zal deze linie zijn, die de kortste verbinding, vormt met het gewest Rotterdam. Danzijn er voorts nog mogelijkheden, in een li: nie IJmond-Haarlem, waar nog. plaats is voor 100.000 inwoners, in een linie door de Zaanstreek (voor 150.000 inwo ners), terwijl dan ook nog de uïtbrei- ding van Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Purmerend de aandacht vraagt. Alles tezamen een fors potentieel met uitbreidingsmogelijkheden. (Van een onzer verslaggevers) Hoeveel moet er nog gebouwd wor den om de bevolkingsgroei op te van gen? Prof. dr. W. Steiginga (hoogle raar aan de gemeentelijke universi teit van Amsterdam) en ir. De Ra nitz geven daarover in het rapport cijfers. Daarbij wordt ervan uitge gaan dat er 5000 mensen op één vier kante kilometer kunnen wonen. Een toename met drie miljoen inwo ners tot 15 miljoen (rond 1880) vergt ins een nieuw stedelijk gebied van km2, terwijl deze oppervlakte door de groei tot 20 miljoen inwoners (rond bet jaar 2000) zal worden vergroot tot 160» km2, d.w.z. een nieuw stedelijk gebied ter grootte van 40x40 km. Daar bij komt nog dat voor reconstructie van de oude steden zeker nog 400 km2 nodig zal zijn. In totaal zal dus als Nederland 20 miljoen inwoners zal tellen 2000 km2 nieuwe stad moeten "in bijgebouwd. Voor 1980 bedraagt de- te oppervlakte de helft, jil. 1000 km2. .Als richtlijnen voor de verwerkelij king hiervan geeft het rapport: de toename moet in de eerste plaats dienen ter versterking van de stadsgewesten. rekening moet worden gehouden wet een hiërarchische opbouw der ge westen. Het Amsterdamse moet dus het belangrijkste en het grootste blijven opdat daar de dienstensector (de "^cst.arbeidsintensieve) het sterkst blijven; het Rotterdamse moet on- nuaöeUijk daarop volgen, opdat de grootste haven blijft functioneren; het a moet langzamer worden ont wikkeld, opdat de uitgroei van Zoeter- fflcer geleidelijk als remweg en niet «is nieuwe stuwende pool gaat werken; net Emdhovense moet samen met het iweatse en het Groningse worden aan- *oVt ,,vaarbij het krachtigst in het jdMen en minder snel in het noorden, ™net worden gepland, terwijl Twente j® middenpositie moet innemen. ?te voorzichtigheid moet worden iv* bii verdere spreiding. f A Programma moet duidelijk ge- tinr i wor^en, bet moet een opera- '.nnêl programma worden, een strate- df.il-i, reeés in de eerste fase duï- wJl faat maken wat in latere fasen tra 1 ^OÜ2a. Dat vraagt om een een- fa«u commandn. waarin rmmtelnkf» nr- tal commando, waarin ruimtelijke or litis?2' °Penbare werken, verkeerspo- »fi. mdustriepremies, recreatieve en steun voor infrastructuur sa- ?e'en- Een commando dat niet u maar operationeel iv-i denken 01 handelen, aldus het rapport. (Van een onzer verslaggevers) Dat deze extreme deconcentratie kon plaats hebben ligt volgens de samen stellers van het rapport ook aan de overheid, die in de afgelopen 20 jaar woningbouwtoewijzingen over een té groot' aantal gemeenten versnipperde. Deze overmatige „sub-urbanisatie" zal in de toekomst moeten worden ver meden. Het is een dwingende eis. Hoe? Het is al gezegd: door het vormen van grote stadsgewesten, die elk tussen de een en twee miljoen mensen kun nen huisvesten. De uitvoering van dit plan zal vooral moeten worden bevor derd in die streken, waar industrie is ge vestigd. Immers, juist daar zal in rui me mate werkgelegenheid worden ge schapen en in de loop der jaren een forse trek van arbeidskrachten ont staan. Dit geldt dus met name voor het zuiden, maar ook zij het in min dere mate voor de oostelijke provin cies. Zoals bekend staat in het planolo gisch denken en in de regeringspoli- tiek het tegengaan van een verdere concentratie in de randstad Holland voorop Met de randstad wordt dan het hoefijzervormig stedencomplex aange duid, dat bestaat uit twee halve bo gen; zich uitstrekkend van Haarlem- IJmond over Amsterdam naar Utrecht en de Heuvelrug resp. van Leiden over Den Haag en Delft naar Rotterdam en Dordrecht. Het algemeen gedeelde standpunt is dat in de randstad verder slechts In dustrieën moeten worden toegelaten, die aan een vestigingsplaats bij de zee verbindingen zijn gebonden. En zelfs déze moeten zo veel mogelijk worden geconcentreerd door het tot ontwikke ling brengen van een of twee nieuwe zeegebieden: het Sloc (Westerschelde) en het Balgzand (ten oosten van Den Helder) Van grote betekenis voor dit beleid zijn de twee nationale waterbouwkun dige werken, de drooglegging van het IJsselmeer en het Deltaplan, die bin nen twee decennia een einde zullen ma ken aan het isolement van de noorde lijke provincies en van Zeeland. Dan zullen de grote gaten, waartussen de randstad zich heeft kunnen ontwikke len, zijn gedicht en zullen zowel Am sterdam als Rotterdam ruimte krijgen tot expansie buiten de ring van de randstad. Duidelijk is, dat de bouw van stads gewesten met aaneensluitende rand steden voordelen biedt. Aan de ene kant wordt de bevolking geconcen treerd, aan de andere kant heeft een in het oog lopende spreiding plaats over het hele land. Dit echter zonder dat een ordeloze verstedelijking ont staat. Er zal meer ruimte vrijblijven voor recreatie. Ruimte, die bij de hui dige ontwikkeling meer en meer dreigt te versplinteren. Bovendien is er het voordeel dat in de concentraties de leefbaarheid van het stedelijk woonmilieu beter zal zijn dan in vele van de stedelijke vestigin gen, die thans zijn verrezen. Er zal een beter voorzieningsapparaat zijn, het openbaar vervoer zal beter en ef ficiënter kunnen worden benut en daar naast zal ook een complete chaos in liet verkeerswegenpatroon kunnen wor den voorkomen. Immers, duidelijke en grote concen traties zullen een aanzienlijke vereen voudiging op het gebied van de ver bindingen betekenen. Maar wat het belangrijkste is: als tijdig wordt ingegrepen zal kun nen worden voorkomen dat ons met ons twaalf miljoenen straks geheel de adem wordt afgesneden, dat ons land zal worden verstikt door de stad, die thans in ongebreidel de opmars is en al de kostbare ruimte meedogenloos dreigt te ver zwelgen..,. Zó stellen de adviseurs zich het Nederland van de toekomst voir: een land met duidelijk afgeperkte stadsgewesten, bestaande uit kernen met daarop aansluitend banden van steden, die als de punten van een ster uitwaaieren. Op de tekening worden de kernen van deze ge westen aangeduid met zwarte sterren. De open sterren stellen de bandsteden voor. Met de zwarte stippen worden de afzonderlijke steden aangeduid. i t-w Een moeilijke vraag noemt ir. De Ranitz het of de Haagse en de Rotter damse groepen als twee gescheiden stadsgewesten moeten worden be schouwd. Hoewel hij toegeeft dat het psychologisch en bestuurlijk welhaast een dwingend gegeven is, vindt hij het ruimtelijk gezien echter nauwelijks ver. antwoord. De doorlopende stedelijke band met enkele „groen"-bufferzones Leiden - Wassenaar - Den Haag -Rijswijk - Delft - Rotterdam is in feite Immers al' aanwezig. Er wordt al aan gedacht deze band door te trekken naar Al phen. In dit verband vindt ir. De Ra nitz het plan om Zoetermeer uit te bouwen een ongelukkige vergissing, evenals hij het verwerpelijk vindt dat een oost-west band Leiden-Alphen ontstaat met de grote kans dat de ring in Gouda wordt gesloten. Veel verstan diger vindt hij het dat ondanks aile pressie de groei van Den Haag wordt beperkt („de vergissing Zoetermeer is al erg genoeg") en dat nu al in het scheppen van nieuwe werkgelegenheid wordt ingegrepen. Wat het stadsgewest Rotterdam (het tweede in grootte) betreft: duidelijk is (hoewel met nog slechts beperkte ca paciteit) de band Hoek van Holland- Gouda, de oost-westlinie van. het cen trum. De twee zuidelijke linies lopen resp. over Spijkenisse naar Hellevoet- sluis en naar de Drechtsteden, De ver- keerslinie tussen deze twee banden, de Beneluxrouie, ziel ir. De Ranitz liever openblijven als een grote adempauze; anders zou het stadsgewest in plaats van stervormig concentrisch worden, wat moeilijke verkeersproblemen bij het centrum met zich brengt. Boven dien dienen zich op deze verkeerslinie in West-Brabant alweer nieuwe moge lijkheden aan. Daar moet een forse nieuwe stad komen (Zevenbergen of Oranjestad). - '--H De gunstige ligging van het stadsge west Oost-Brabant met Eindhoven als centrum ten opzichte van België en de Roer biedt vele voordelen. En ruimte lijke mogelijkheden zijn er voldoende. Bovendien versterkt dit gewest de li nie Amsterdam-Utrecht-Eindhoven en daarmee tevens de tendens naar de ontwikkeling van Oost-Nederland. In dit deel van Brabant ziet ir. De Ranitz overigens nog een aantal flin ke, doch duidelijk afzonderlijke, ste den: Bergen op Zoom, Roosendaal (ge scheiden door de Benelux-route) en één nieuwe "of vrijwel nieuwe stad in Eet noordwesten. De positie van Breda hangt samen Voor de vorming ygn een west in Twente noemt ir» De Ranitz verschillende mogelijkheden. Men zou om Enschede een drietal vleugels kun nen projecteren: een naar Hengele-Al melo, een naar Oldenzaal en «een naar het zuiden. Ook is denkbaar een band Almelo-Hengelo-Enschede met Hengelo als hoofdcentrum. Hoe dan ook, in ieder geval staat vast dat het huidige aantal van 300.000 inwoners gemakke lijk zal kunnen uitgroeien tot een mil joen. Het stadsgewest Groningen biedt perspectieven zowel door de projectie van bandsteden als van satellietsteden. Opname-capaciteit is er genoeg. Gro ningen heeft nog woonmogelijkheden en voorts kunnen Hoogezand, Winscho ten, Delfzijl, Assen, Drachten en Leeu warden worden uitgebreid. Deze ont wikkeling van en om Groningen ver- sterkt de Amsterdamse functie. De ontwikkeling van het stadsgewest Maastricht ten slotte hangt in sterke mate af van de „opening der gren zen". Enerzijds liggen er grote moge lijkheden, anderzijds gebiedt het land schap een duidelijke beperking. Een duidelijk perspectief is nog niet te ge ven. Hoe zullen Maastricht, Aken en Luik zich onderling ontwikkelen? Vast staat wel dat de versnippering op het ogenblik te groot is.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1964 | | pagina 1