Vakbonden
nog niet
tevreden
over AKU
GESPREK MET KAAP HOORNVAARDER
%Mfff KyMF R
mFi iiyhfMU-Zf-gK-j
ECONOMOCRATÏE
H. C. VAN VULPEN
Willem Schouten
herdacht
iii zaak van PTT-fraude
vier jaar geëist
Jacob Lemaire
en
Poging doodslag
wilde rit in
Heerlen
van jongen
lag gehele
nacht buiten
In zee gevallen
kernbommen
zeer geheim
nekkramp
(Van onze sociaal-economische
redactie)
ARNHEM Tijdens het giste
ren voortgezette overleg tussen
de AKU-directie en de acht be
trokken vakbonden zijn enkele
nieuwe uitgangspunten geformu
leerd, op basis waarvan toch nog
overeenstemming mogelijk is
overeenstemming mogelijk is
over de kwestie georganiseerden-
ongeorganiseerden. Het beraad
zal de volgende week donderdag
worden voortgezet.
Apart fonds
T\E moderne staat is een eco-
L' nomocratie. Dat wil zeggen,
dat in de politiek de economen
de lakens uitdelen. Het is een
gemeenplaats, en als zovele ge
meenplaatsen ook een gedeelte
lijke onjuistheid. Want om bij
ons eigen land te blijven: hier
hebben ook nog een paar juris
ten het voor het zeggen. Ze vor
men in regering en parlement
zelfs de meerderheid.
Tegenstelling
Wie Tan de twee?
Niet veel zaaks
Theorieën
Berg van twilfel
Politiek
(Van een onzer redacteuren)
BILTHOVEN Von Luckner komt ook, Felix Graf von
I Luckner, die in de eerste wereldoorlog commandant was van Let
Duitse kaperschip Seeadler. Hij moet nu wel een eind in de tach-
tig zijn. Een zeer merkwaardig man. In 1960 was hij in Parijs.
Ineens stormen er twee kereltjes op hem af, die hem op z'n Frans
I begroetten, u kent dat wel, met die omhelzingen en zo.
Eoals wij donderdag reeds heb
ben aangekondigd, heeft de directie
zich bereid verklaard de vakbonds
activiteiten in het algemeen belang
zodanig „ruim" te financieren, dat
de werknemersorganisaties daar
door voldoende geld over houden
om zélf iets extra's voor hun leden
te doen, indien zij dat wensen. Na
afloop van het overleg van gisteren
werd van vakbondszijde tijdens een
persconferentie meegedeeld, dat de
bonden „niet tevreden zijn met het
bereikte resultaat, maar wel met de
perspectieven er van, omdat de
vakbondsleden van het AKU-voor-
stel toch beter kunnen worden".
Van directiezijde werd na afloop
van het overleg dat van 's morgens
elf uur tot 's middags kwart voor zes
duurde, meegedeeld dat is voorgesteld
om alle vakbondsactiviteiten in het
algemeen belang te financieren uit
een door de AKU te vullen apart
fonds, waarvan het beheer geheel in
handen van de bonden mag zijn.
De AKU en de vakbonden hebben
een gemeenschappelijk communique
voor het personeel opgesteld, waarin
wordt verklaard dat beide partijen
thans hopen op mogelijkheden om het
cao-overleg voort te zetten. De bon
den moeten zich intern nog beraden
op de AKU-voorstellen. Volgende
week donderdag zullen zij hun „defi
nitieve standpunt" meedelen. Ver
wacht wordt dat dit niet afwijzend
zal zijn. Of men donderdag tot een
algeheel akkoord zal komen is echter
nog de vraag, want ook de nieuwe cao
moet nog onder de loupe worden
genomen.
Maar goed, in het financieel-eco-
nomisch-sociale vlak is de autori
teit van de economen van een bijna
griezelige onaantastbaarheid, en
aangezien genoemd vlak zich als
een olievlek over het hele regerings
beleid aan het uitbreiden is, krijgt
de term „eccnomocratie" ook met
de dag meer bestaansrecht. Mer
kwaardig overigens, dat nu juist op
Financiën géén beroepseconoom ze
telt, maar een „Wageninger", die
zich van de echte economisten
onderscheidt door eén aanzienlijk
minder mistige betoogtrant. Hij
heeft dat deze week weer gedemon
streerd, misschien niet helemaal tot
onverdeeld genoegen van zijn eigen
partij...
(~)NS VAST vertrouwen in de
y eccnomocratie heeft deze week
een fors deukje gekregen door het
openbaar worden van de fundamen
tele meningsverschillen tussen zul
ke gezaghebbende economen als mi
nister Den Uyl en prof. Zijlstra.
- U kent de feiten. Tegenover 'de wat
sombere waarschuwingen, die prof.
Zijlstra eind vorig jaar in de Eerste
Kamer liet horen, plaatste minister
Den Uyl deze week het beeld van
een gezonde economie-met-afne-
mende-inflatie. Precies het tegen
deel van wat de a.r. senator had
geponeerd. De geleerden waren het
falikant oneens.
Binnen de muren van een college
zaal is dat een normaal verschijn
sel, maar als zulke meningsverschil
len voor het forum van het Neder
landse volk worden uitgevochten,
dreigen ze verwarring te zaaien,
temeer naarmate het gezag van én
de publiciteit rond de met elkaar
overhoop liggenden groter is. De
eenvoudige kiezer-kxantelezër
raakt er de kluts bij kwijt._ Zijn
slimmere lotgenoot zal misschien in
de-gaten hébben, dat hier.niet in de
eerste plaats de wetenschapsman
nen, maar de politici Den Uyl en
Zijlstra aan het woord waren, die
uit bet rijke arsenaal van hun we
tenschappelijke kennis argumenten
'■.putten om hun tegenstrijdige poli
tieke intenties aan te kleden.
Beide héren hebben met hun'ge
decideerde prognoses hoog spel ge
speeld. Het is immers zonneklaar
dat er maar één gelijk kan krijgen;
Wie van de twee, dat zal over, een
maand of tien blijken, éen ding :is
nu al duidelijk: degene die verliest
zal ongetwijfeld in scherpzinnig be
toog uiteenzetten waarom zijn prog
nose (gelukkig of helaas) niet is
uitgekomen. Of dat voldoende zal
zijn om zijn politieke reputatie vei
lig te stellen, is vers twee. Bij zijn
broeders-in-de-wetenschap legt
dat geen gewicht in de schaal. Die
kennen het aforisme dat we
onlangs tegenkwamen in het boek
„Onaardige economie" van prof.
Wemelsfelder: „Een econoom is
iemand die vandaag kan vertellen
waarom zijn voorspelling van giste
ren niet uitkwam" (auteur onbe
kend).
Wie lijdt onder een minderwaar
digheidscomplex ten opzichte van
economisten moet het; boek van
prof. Wemelsfelder beslist lezen.
Het ligt al bij de uitverkoop, maar
dat zegt - weinig. De schrijver, die
zelf econoom' en dus boven alle ver
denking verheven is, vind: zijn
eigen wetenschap en haar dienaren
echt niet zo geweldig als u -en ik
dat vinden. Zo constateert hij,' dat
de repütatie, die de. econoom in
maatschappij en politiek heeft ver
worven, „in geen. relatie staat tot
de stand van de economische weten
schap en vooral tot wat deze weten
schap voor de praktijk vermag te
doen".
In de economocratie van 1966
klinkt zo'n geluid bijna blasfe
misch. Maar prof. Wemelsfelder
gaat nog verder. Hem bekruipt
„het gevoel datwie nu tracht om
bij wijze van steekproef een inven
tarisatie tè:maken van datgene wat
zich in de kast met instrumenten
van de economische wetenschap be
vindt (een geliefkoosde uitdruk
king op een inleidend eerstejaars-
college), ontdekt. dat dit in feite
niet veel zaaks is". „De fameuze
instrumentenkast is boordevol speel
goed voor intellectuelen, geïnteres
seerd in pientere denkspelletjes,
maar veel handzaam gereedschap is
er helaas niet. Het begint al dat
economen niet goed weten wat cp
de keper beschouwd ecönómie nu
eigenlijk is".
Gelukkig maar dat de mensen
van' de vakbeweging het wèl goed
weten, anders zaten we helemaal in
de kou. Want prof. Wemélsfelder
laat weinig heel van de economie.
Hij heeft het vooral voorzien op oe
économische theorieën. De prijsthe
orie, de produktiefunctietheorie, de
groeitheorie, de inkomensver Je-
lingstheorie („Er zijn bijna even
veel inkomens verdelingstiieorieeh
als er hoogleraren in 'de economie;
zijn en ieder jaar komen ér een
paar nieuwe bij'.'), dat .alles is nau
welijks meer dan een polyinterpre
tabel mengelmoesje, waar 'je in; dé
praktijk van hét economisen levan
weinig, of niets voor koopt. f y-r
„De theorieën", zegt de schrijver;;
„tuimelen in een steeds.bonterwor--
dende warreling dooreen. 'Men'
wordt er bijna duizelig van.-Wie er
op af vliegt wordt vastgezogen als
een vlieg in een web. Naarmate er'
méér economen komen, komen er
méér theorieën én die méér theo
rieën vragen weer om méér econo
men om ze te critiseren". „Zo komt'
het dat wie afgestudeerd is én in
de praktijk'komt, al gauw ontdekt
dat hij misschien een opleiding
heeft gehad voor Minister van Eco
nomische Zaken of President van
de Nederlandse Bank o£ hoogleraar,
maar niet voor de functie waarin
hij wordt te werk gesteld. In alle
overige functies dan de hierboven
genoemde zijn namelijk de-theo-
rieën die hij'heeft geleerd/in 99
van. de 100 gevallen onbruikbaar.
Wie in een bedrijf het woord „indif-
ferentiecurve" of zelfs prodüktie-
functie in de mond zou nemen'
loopt het risico voor psychiatrisch-
gestoord -te worden aangezien. Hij
- heeft twee linkse handen. Hij. staat
in het luchtledige, en snakt naar
adem".
Prof. Wemelsfelder wil maar zeg-
géri, dat de econoom in onze samen
leving een' gezag heeft gekregen,'
waarmee hij zélf verlegen zit; Maar;
gevën hu eenmaal die maatschap-'
pelijkè „image", heeft- hij Mles.mee
om zich te. laten, gelden.„Soms
klimt hij haar' de fop, maar" dat is,
dan niét ómdat'hij éconoóm is,;
maar ómdat hij een persoonlijkheid'
is, of omdat hijgoèdê; ellebogen
heeft, of efen pa die hem een paar
stijgbeugels kan "meegeven. 'SomS
moet hij dienen als garnituur roer
de'diréctie, die térwillè van de stan
ding van de zaak geengewoon
iémand ,als diredté-secrétaris 1'wil
hebben 'maar één 'echte académiëus: 5
In rijn salaris is dan ',ëén stukje
gamituurtoeslag 'verdisconteerd".
y- v.' v*
In zijn professionele zelfkritiek
staat 'prof. Wemelsfelder niét hele
maal alleenl Hij citeert aforistische
uitspraken van 'vakbroeders' dié 'er
nietom liegen. „Een5 econoom ia
iemand die iii'een'stikdonkere 'ka--
mer- zoekt naar éen 'zwarte"kat' die
ér niet is". „Het enige wat één goe
dé econoom nodig heèft"is èen'grpï
te'" mond". ,;Economié is deweten
schap waarbij de expërt 'de. vragéri
stelt, waarop de man'in "dé straat
deantwoorden ,weét". „Een; -eco
noom ïé|t zijn chef de vragen-vóór
waarop bij zélf het antwoord móet
weten"."; V. - ;;v:
We willen met deze citaten pit
hef boek van prof. Wemelsfelder
uw heilig ontzag voor de économe»)
en üw blinde vertrouwen in dé ecó'aj
nomocratie'. niet schokken, hóóg-
sténs een .beetje relativeren. .Weet
dat achter de. fagade van apodieti-
sche uitspraken óvér inflatiè.' groei
tempo, betalingsbalans, ruiiboot; li-
quiditeitsverkrapping, rentestand
enz. een berg- van twijfels schuil
gaat. En meet'daar ook maar het
dispuut Den Uyl-Zïjlstra naar af.
Twijfel en nóg eens-twijfel in 'de
essentie van'-het wetenschappelijk
denken,- zégt Wemelsfelder. Maar
ineen kabiiiét zo goed als- ih de
directiekamer van een- meubelfa
briek kan twijfel dodelijk zij'n.
Daar komt het aan óp snelle beslis
singen en'vertrouwen'in de' juist
heid daarvan en in de uitgestippel
de koers. -
Daarom zegt en doet een eco-
noom'-politicus wele'ens stoerdere
dingen dan hij mét zijn wetenschap
pelijk geweten in overeenstemming
kan brengen. Daar is hij tenslotte
behalve econoom ook politicus
voor. Een politicus, zeker een minis
ter, wordt geacht daden te stellen.
Zijn oogmerk is niet primair de
analyse, maar de vorming en.
beïnvloeding van de situatie die
zich aan hem voordoet. De twijfels
moet hij maar voor zijn studeerka
mer thuis bewaren.
Alleen nog dit: laten de écono
men-politici dan ook volmondig
erkennen dat ze, sprekend in het
parlement of in enige andere poli
tieke vergadering dat doen als poli
ticus. En laten ze niets' steeds,het
air aannemen van.de'in onaantast-'
bare objectiviteit hoog boven de
partijen tronende wetenschapsman.
Daar gaan langzamerhand steeds
meer mensen door'neenzien.
I Ze zeiden: U hebt óns'.destijds het Van Chili naar Drontheim in Noorwe-
l ieven gered, weet u nog? Von Luck-, gen. We deden er 124 dagen over.
I ner wist het nog. Het was in de
teerste wereldoorlog. Von Luckner
f; opereerde met zijn schip op de Atlan-
I iische Oceaan. Op een van zijn kaper-
tochten ontdekte hij eén vloot van
zeven zeilschepen. Nadat hij de be-
manningen op één schip had laten
overstappen bracht hij zes schepen
tot zinken. Maar hij verstrekte die
bemanningen mondkost en zeekaar-
Pi ten en zei: Vaart nou maar naar Rio
de Janeiro dan kan er niets meer
gebeuren.
Als jongen varen op zeilschepen
was een dure aangelegenheid. Mijn
vader moest voor mijn opleiding dui
zend mark per jaar betalen. In die
tijd een geweldige som. Hij was er
nog op tegen ook -dat ik naar zee
ging. Liever had hij gezien, dat ik
een academische studie volgde. Maar
tenslotte zei hij: Doe het maar een
jaar, dan zal je wel zijn genezen.
Het is drie jaar geworden. Toen ik
na de eerste wereldoorlog terugkwam
in Holland, ben ik gaan studeren
voor mijn derde rang. Daarna in
dienst getreden bij de KJCPL en ten
slotte nog zestien jaar gezagvoerder
op KJCPL-schepen geweest.
Nee, mijn leven lang gelukkig geva
ren. Zelfs in de tweede wereldoorlog.
Soms was het wel net op het nipper
tje. Ik had mijn scship overgedragen
aan een collega. Hij gaat naar zee en
wordt aangehouden door Japanners.
Weet u wat ze, deden? Ze sloegen
hem het hoofd af, plantten dat op een
kanon en zeiden grijnzend: Your cap
tain, boys! Het had mij kunnen over
komen.
Drie van hen, die op een zeilschip
Kaap Hoorn hebben gerond. Van
links naar rechts: de Franse kan
kerspecialist prof. dr. Lorentzde
Duitse advocaat Nuessesen en de
voorzitter van de Vereniging van
Nederlandse Kaap Hoorn-vnarders
de heer H. C. van Vulpen, oud-ge
zagvoerder van de KJCPL, Het ge
sprek zalstorm op zee wel tot
onderwerp hebben gehad.
I Kijk, dat wc portief. In de jong-
ste oorlog, vooral tegen het einde,
hebben we dal wel anders meege-
I maakt. De sportiviteit in de zeiltijd
r I was groot. Ook in tijd van oorlog. Ja,
S de zeilvaart was een mooie vaart. Als
I jongen kreeg je een uitstekende ka-
b rakteryorming. Je leerde wat team-
work was, Dat kon ook niet anders,
Kwant, op zeilschepen was het: Een
|fvoor allen en allen voor een. Je had
elkander hard nodig. Met elkander
H moest je het doen.
|s Neem die tochten rond Kaap
p. Hoorn. 'Van Europa uit duurden ze
meestal honderd dagen. Maar het kon
fj ook lekker tegen zitten. Dat hing er
helemaal van af hoe het weer was.
1 Het volschip Suzanne deed in 1905
over de reis van Port Talbot naar
Caleta Buena in Chili 189 dagen. Het
- |f schip had alleen al 99 dagen nodig
om langs Kaap Hoorn te komen.
HOORN Vandaag 350
[aar geleden rondden Jacob
Lemaire en Willem Cornelisz
Schouten, op zoek naar het
zo, later bleek niet-bestaande
„rijke Zuidland" als eersten
de beruchte Zuidpunt van Zuid-
Amerika én zij noemden dié
punt Kaap Hoorn naar de stad
Hoorn, vanwaar zij waren uit
gevaren.
Vanmorgen hebben een zes
tig Kaap Hoorn-vaarders hun
nagedachtenis geëerd door het
leggen van een krans,in de hal
van het stadhuis, bij de ge
denkplaat waarop hun prestatie
staat vermeld. Zestig oud-zee-;
lieden van de grote-zeilvaart,
allen aangesloten bij de Xmi-
céle Internationale des Capi-'
tains aui.Long Cours Cap.Hor-
niars, die nog een tweeduizend
leden telt en in tien landen af
delingen heeft.
In ons land heet de afdeling
Vereniging van Nederlandse
Kaap Hoorn-vaarders. Aan
haarwas de organisatie van de
Lemaire Schouten-herdenking
opgedragen. Een van onze ré
dacteuren heeft dezer dagen
gesproken met de voorzitter
de heer H. C. van Vulpen, oud-
gezagvoerder van de KJCPL,
die als zestienjarige jongen op
haf Duitse opleidingsschip Her-
zogin Cecilia rond Kaap Hoorn
voer en drie jaar bemannings
lid op een zeilschip is geweest.
'En uit dit gesprek,, "dat: hier
naast is weergegeven, bleek
hoe groot de band is tussen
hen, die rond de beruchte kaap
zijn gegaan eh ook hoe zij met
hun gedachten nog steeds bij
die romantische zeiltijd vertoe
ven.
beid door de directeur van een
scheepvaartmaatschappij. „U moet
eens raden wie er bij mij zit." Hoe
kon ik dat. nou raden! Hij vroeg:
Zegt de naam Nüesse u iets? Ik zeg:
Nuesse, Nuesse, natuurlijk. Ik heb
met Nuesse op de Herzogin Cecilia
gevaren. We ontmoetten elkander
weer na 45 jaar. Hij had de zee vaar
wel gezegd en was advocaat ergens
in de buurt van Hannover géwor
den.
Niet iedereen is van de zeilvaart
overgestapt op de stoomvaart. In
Frankrijk was er éen zekere lorentz
die de zee vaarwel zei toen het zeil
schip verdween. Hij ging studeren
voor dokter en is nu een bekend hoog
leraar, een kankerspecialist. Ik
ontmoet hem geregeld op de bijeen
komsten van onze Amicale.
Mensen van de zeilvaart hebben
zioh altijd zeer verwant gevoeld en
zij, die eens Kaap Hoorn hebben ge
rond, in het bijzonder. Dat is de re
den geweest, dat in 1937 de Amicale
Internationale des Captaines au Long
Cours Cap Horniers werd opgericht
De oprichting gebeurde in het Franse
Saint Malo, en natuurlijk daar omdat
in de tijd, waarin er nog geen radio
was, de zeilschepen Saint Malo aande
den voor het ontvangen van orders.
Van de Amicale kunnen strikt ge
nomen alleen lid worden zij, die
minstens éen keer als lid van een
bemanning van een zeilschip 'rond
Kaap Hoorn zijn gegaan'én de rang
van. gezagvoerder hebben bereikt en
dat mag dan gezagvoerder zijn op
én stoomschip. Van de mensen die
nog als kapitein op een zeilschip heb
ben gevaren, leven er niet veel meer.
En voor zover ze nog in leven zijn,
hebben ze nu een hoge leeftijd be
reikt.
H Het ronden van Kaap Hoorn was
geen eenvoudige zaak. Er kwamen
g vakmanschap, saamhorigheid en
uithoudingsvermogen aan te pas.
Storm, hagel, sneeuw, tegenwind en
p tegenstroom, en meermalen' ijsbergen,
vergden van de bemanningen het
8 uiterste. Het gebeurde, dat je dagen-
lang niet uit de natte kleren kwam.
H Als er „alle hens aan dek" was gebla-
jf zen ging je allemaal de masten in om
te proberen de zeilen te bergen voor
B een storm of een bui die 'dreigde.
P En had je door het weer opont-
p houd, dan kon het gebeuren, dat er
§f bezuinigd moest worden op de rant-
M soenen, dat je omhoog kwam te zitten
iff met het drinkwater en zelfs, dat, be
ll paalde artikelen, zoals tabak, niet
ft meer voorradig, waren, gewoonweg
|f, op. Maar toch, die zeilvaart trek. Wat
Iwas je trots als de zeilen er goed bij
fe stonden en als je schip lekker liep!
Hoe oud je- ook wordt, als je
eenmaal op een zeilschip hebt' geva
ren kom je er niet los van. Op een
reünie van de Amicale worden er
doorlopend herinneringen opgehaald.
Jammer, dat de tijd van de zeilsche
pen voorbij is. Hij eindigde toen er
met zeilschepen niet meèr econo
misch kon worden gevaren, toen de
graamvaart ophield en de Chili-salpe-
ter door kunstmest werd vervan
gen.
Jammer ook, dat wij in Nederland
geen zeilschepen meer als opleidings
schepen bezitten. Het: typische is> <jat
landen die vroeger geen vloot hadden
en er nu, een gaan opbouwen, wel het
zeilschip als opleidingsschip, hebben
ingevoerd. Na de 'jongste oorlog zijn
er ons drie aangeboden. We hebben
het aanbod afgewimpeld. Op dat punt
heeft Nederland de boot ge
mist....» v
HEERLEN De 35-jarige woonwa
genbewoner H. uit Heerlen heeft gis
terochtend getracht rijdend met zijn
personenauto twee politiemannen te
gen de muren van huizen links en
rechts van de straat, van zijn wagen
af te drukken.
Hij is onder meer wegens poging
tot doodslag gearresteerd en zal bin
nenkort worden voorgeleid voor de
officier van justitie te Maastricht.
De man had zijn woonwagen van
het Heerlense kamp, waar ongeveer
130 wagens staan, weggehaald en in
een Heerlense woonwijk gezet. Her
haalde bevelen de* wagen terug te
brengen had hij in de wind geslagen.
Toen de politie trachtte de man te
overreden alsnog aan het bevel ge
volg te geven, sprong H. in zijn' grote
personenauto en trachtte hij er van
door te gaan.
Twee politiemannen, die hem ach
ter het stuur wildenweghalen en die
half uit de wagen hingen/ moesten
zich weer uit de wagen laten vallen,
toen de man links en rechts rakelings
langs de huismuren stuurde/ terwijl
hij uitriep: „Ik rijd jullie kapot".
Hij is later op de ochtend in het
woonwagenkamp, waar hij dacht as
sistentie te kunnen krijgen, overmees
terd en gearresteerd. Bij fouillering in
het bureau bleek hij een geladen
vuurwapen in zijn zak te hebben.
In de Amicale zijn de leden als het
ware in „klassen" ingedeeld. Er zijn
Albatrossen, dat zijn zij, die kapitein
op eenzeilschip zijn geweest. Daar
naast zijn er de Malamocx, dat zijn
allé andere leden. Maar er zijn ook
Kaapse Duiven. Zo worden de vrou
wen genoemd, die op een zeilschip
rond Kaap Hoorn zij'n gegaan. In
vroeger jaren namen de kapiteins op
hun lange reizen hun vrouwen of
soms hun gehele gezin mee. In onze
Nederlandse afdeling hebben we één
Kaapse Duif, een dame uit Rotterdam
van rond de tachtig. Toen ze veertien
jaar was heeft ze op het, zeilschip van
haar vader zo'n drie, vier keer de
reis langs Kaap Hoorn gemaakt. Ze
voelt zich zeer met ons verbonden.
Als ze maar enigszins, kan, komt ze
naar onze congressen. Ze zal ook wel
in Hoorn zijn. Ik zou me sterk moe
ten vergissen als het niet zo is.
M; Ik ben gaan varen in 1914, net 16
§g jaar oud, reken maar na, ik ben van
|l 1898. Mijn schip was de Herzogin Ce-
jg?cilia, een Duits opleidingsschip, waar-
gt nee ik rond Kaap Hoorn ben gegaan.
8 Later is het schip in Het Kanaal, ge-
eleven.
gf Kapitein-was Dietrich - Bailer, een
H Duitser, een man met een rood punt
ig: baardje en wat fletse ogen. Wij, jon-
g gens, noemden hem de Vos. Niet van-
It wege dat rode puntbaardje, maar
gt omdat hij in zijn hut een jonge vos
B had, die hem op alle reizen vergezel-
li de.
I Baller heb ik nadien nog versehei-
ffi dene malen ontmoet. Een paar jaar
geleden is hij gestorven, erg oud.. Van
If de Herzogin Cecilia ben ik overge
ef stapt op de Tinto, een Chileense bark.
I Met de Tinto heb ik in 1917 mijn
laatste reis op een zeilschip gemaakt.
HEERLEN Gistermorgen om half
acht werd op een voetpad in Geleen het
stoffelijk overschot gevonden van een
leerling aan de chemische school van de
Staatsmijnen, de 16-jarige Mathieu Wage-
mans uit Geleen. De jongen lag met het
gezicht in de modder. Na sectie door de
patholoog-anatoom dr. Zeldenrust bleek,
dat de jongen reeds donderdagavond ten
gevolge van een hersentumor was overle
den.
Vreemd hè, soms ontmoet je ineens
mensen, die evenals jij om Kaap
Hoorn hebben gezeild. Ik word opge-
Beeld uit een periode, die voor
goed voorbij is.
MADRID Aan boord van de verle
den week in Zuid-Spanje neergestorte
B-52 bommenwerper van de Amerikaan
se luchtmacht bevonden zich twee gelei
de projectielen met kernkop van een ge
heel nieuw model, zo is in'de Spaanse
hoofdstad vernomen.
Eet Amerikaanse ministerie van defen
sie heeft alles in het werk gesteld om te
vorkomen, dat de raketten in vreemde
handen terechtkomen. Het aantal sche
pen van de Amerikaanse vloot, dat dag
en nacht naar de projectielen zoekt,
wordt steeds greter. Twee schepen zijn
voor de speurtocht speciaal uit Amerika
gekomen. Ook helikopters en verken
ningsvliegtuigen zijn ingezet.
VENLO In de Frederik Hendrik
kazerne is een geval van nekkramp ge
constateerd. Ket slachtoffer is in het St.
Jozef ziekenhuis opgenomen.
tóf-:.
- B. en O. - PHILIPS - ERRES - SONY -
DE VOLLEDIGE SORTERING VINDT U BIJ
t e MIDDELLANDSTR. 72
AERT V. NESSTRAAT 33