STAD
EN
WÊÈ
vier
HINTJE
Roetneerslag beperkt
^eóprekken met mannetje
I
Dieren in
aSk
mm
wiBjm
I
Hl,
Strandivolf
hMiROTTERD AM ftl Klj
Pagina 3
ZATERDAG 15 OKTOBER 1966
Informatiepost
gil
-»
'7.
rr"
ÉH v
VW-dlrecteiir
Plaats moet
worden behouden
Resultaten
met slecht
>>7^ ZEGGIST bij de brandweer,
dat Brammetje 38 dienstja
ren heeft, maar ik weet zeker
dat het er veertig zijn,' zegt me
vrouw Van Eijk uit Schiedam.
Tonia van Dijk:
Fijn dat jongens er
voor voelen
TAE FIRMA H. Th. Moes en
Zonen aan de Buiksloter-
dijk in Amsterdam heeft een
luchtzuiveringsinstallatie van
Duits fabrikaat in gebruik geno- verklaard dat zij thans geen last meer
men, die de neerslag van roet in
de omgeving tot een minimum
beperkt. Men besloot de instal
latie te plaatsen omdat in de
onmiddellijke nabijheid wonin
gen worden gebouwd.
R DAM ETALEER T NU
VÏEJÜFFROÜW Ineke Uijl staat
iVX voor de bezoekers klaar aan
de balie van. de VVV-lnformaHe-
post op het vliegveld.
VW-directeur A. J. M. Schut
ter, net terug van een uit
puttende reis langs Amerika's
westkust, zegt het onomwonden:
„We moeten Rotterdam etaleren,
niet alleen als stad waar alleen
maar goederen zijn maar ook
mensen". Hij zegt ook: „Als je
een produkt hebt, moet je het
verkopen'. Daarbij in het midden
latend of Rotterdam wel of niet
een goed produkt is. Dat staat
bij de heer Schutter buiten kijf.
Hij is er, en dat is per slot van
rekening zijn werk, heilig van
overtuigd dat Rotterdam een
goede toeristenstad is. Het grote
verwijt, en eigenlijk een verwijt
aan zichzelf is „Rotterdam ver
zuimt zich te etaleren'.
I Rotterdam-Promotion is het ant
woord van de heer Schutter en zijn
medewerkers op deze beschuldiging.
Rotterdam - Promotion zoals dat enige
tyd geleden tijdens de jaarvergade
ringvan de VVV werd ten doop ge
houden, wil het produkt „Rotterdam"
verkopen eri speciaal aan die mensen
die re geld voor hebben.
En dat zijn er minder dan enkele
jaren terug toen ons land een goed
koopte eiland was. Aangezien dat
steeds minder wordt zal de besteding
van buitenlandse toeristen in ons land
van de pieken naar andere perioden.
Zo was augustus iets rustiger en de
maanden daarvoor waren iets druk
ker.
a De hotels hadden een goede bezet
ting. „Rotterdam is, aldus de heer
Schutter geen vakantieplaats, maai
een toeristenstad. Men komt hier voor
de stad en niet voor het natuurschoon.
Het weer heeft er dan ook niet zo'n
grote invloed op."
De beperkingen die de Engelse re
gering aan mensen die naar het bui
tenland gaan, heeft gesteld over de
besteding zouden, naar de verwach
ting van de VW - directeur voor
Nederland en zeker voor Rotterdam
gunstig uitkomen. Men blijft dichter
bij huis en dus: Holland.
Intussen zijn er van de WV ook
in Rotterdam weer activiteiten te mel
den. In de vertrekhal op de luchtha
ven is dezer dagen een keurige infor
matiepost ingericht. "Volgens de heer
Schutter is het een voorlopige post.
De ontwikkeling van het vreemdelin
genverkeer op de luchthaven heeft
het nodig gemaakt dat er een derge
lijke post kwam.
Men zal er een beperkte service
verlenen hoewel de ruimte groot is en
wiV;
:f -
-i
/-fHEF-KOK Serafiro Cuadrado
V Vazques en ober-kelner Emilio
Alvarez Echevavria zijn, trots op
hun domein, ergens onder in het
Groothandelsgebomv. Uit hun na
men blijkt al meteen dat het er
Spaans toegaat. Dat klopt want dit
restaurant is een nieuwe loot aan
de stam van de fa. Engels. „Don
Qujjte" is de naam van dit stukje
Spanje in het centrum der Maas
stad. Er is geen Nederlands onder-
deel meer bij, zozeer werd deze
voormalige kelder omgetoverd. Ook
het personeel is Spaans, evenals de
artiesten, die de bezoekers (240 is
de capaciteit) zuilen bedienen. At
tractie van deze stijlvolle aanwinst
op horecagebied voor Rotterdam is
de flamenco-show.
A. J. RL SCHUTTER
Rotterdam verkopen
kleiner worden. Volgens de heer
schutter is Amerika steeds meer onze
rtif "^e moeten ons steeds meer
nchten op die mensen die het duurde
re product kunnen betalen, dus Ameri-
a waar zo'n tweehonderd miljoen
QOK bij de bouw van de Medi
sche Faculteit, zeker daar
Faar alles zo hoog de lucht in
saat, mag niemand zonder helm
»P het werk zijn. Aldus de hint.
ase dit grappig® hord geeft, dat
wgens temidden van «Je chaos van
oeton, hout en ijzer, op een in
«et oog lopend punt was opgc-
merisen wonen, wier ideologie op de
hele wereld is gericht, die veel interes
se tonen voor andere mensen en die
oude historische contacten met Europa
en ook Nederland hebben."
En om deze zaken goed duidelijk
te maken is het bijwonen van een
congres als dat van de ASTA, zoals dat
nu in Seattle (USA) is gehouden, een
goede gelegenheid. „Ik heb daar gepro
beerd duidelijk te maken dat Neder
land en Rotterdam iets hebben aan te
bieden. Daar heb ik met kracht op
gewezen."
Het resultaat? „Er zijn zes radio-
en vijf tv-interviews geweest waar ik
mijn boodschap over Rotterdam heb
kunnen vertellen. Bovendien heeft
een groot aantal kranten over Rotter
dam geschreven. En zij die de heer
Schutter kennen, kunnen er van over
tuigd zijn dat het een zeer duidelijke
boodschap was. Niet alleen de heef
Schutter was naar het ASTA - con
gres gegaan, ook zijn Amsterdamse
collega en de heer D, van Raalte Euro
mast - directeur.
Een groot ^gevaar ziet de heer
Schutter in een zelfvoldaanheid over
bet bereikte. Dat is een gevaar dat
Rotterdam bedreigt. Bijna boos zegt
hij: „De ontwikkeling maakt vaart Je
moet je bezinnen op de plaats die je
morgen moet innemen. Een plaats die
je eigenlijk vandaag al moet innemen.
Rotterdam heeft in het toeristische
vlak een goede plaats veroverd. Die
verovering was gemakkelijker dan het
behoud van die plaats zal zijn".
B En daarom: Rotterdam Promotion.
„Toeristenverkeer is een economisch
belang. De competitie wordt sterk tus
sen mensen die aan dit verkeer deelne
men. Nederland is een vooruitgescho
ven post naar Amerika".
B Rotterdam heeft het er dit jaar
niet slecht afgebracht. Hoewel het toe
ristische boekjaar op 31 december af
loopt en er nu nog geen exacte cijfers
voorhanden zijn, blijkt wel dat Rotter
dam in ieder geval dezelfde of zelfs
beter resultaten heeft geboekt. Er is.
volgens de heer Schutter, een
verschuiving voor vakantiespreiding
TJET Kruisplein, een. stuk van de
1A etalage Rotterdam die de
VW brengt - met uitgaanscen
trum De Doelen vlakbij. Het kan:
aog wel wat drukker....
de inrichting zeer aantrekkelijk. Het
plan is er een definitieve vestiging
van te maken. Bij toerbeurt doen er
twee dames dienst van 's- morgens
kwart over negen tot 's avonds kwart
over negen.
B Behalve de normale VW-zaken
zal men er ook de belangen van. di
verse toeristenverenigingen en orga
nisaties behartigen. In het definitieve
stationsgebouw waarvan de bouw bin
nen afzienbare tijd start, zal de Rotter
damse - VVV ook een ruimte krij
gen.
Als. je daar in de Villastraat' naar
de brandweerman vraagt, zeggen ze:
„welke?" want er wonen er een heel
stel (Vrijwillige brandweerlieden wo
nen immers vlak bij de kazerne).
Vraag naar Tonia dan weet heel Schie-
dam-oost het: natuurlijk, nummer 56
moet u zijn. Tonia en Bram van Eijk
hebben samen tien kinderen. De zeven
jongens en drie meisjes kropen in een
hoek van de kamer als de alarmschei
overging vroeger; berg je dan maar!
Hji smijt de tafels en stoelen door
elkaar, en stapt van pure haast met
zqn benen in zijn mouwen en is nóg
woedender als de hele familie, met
Tonia aan het hoofd, cm dat komieke
effect moest lachen.
„Abram was, altijd de eerste op de
kazerne. Ik vind het fijn dat de jon
gens er ook voor voelen. Bram was
altijd vol vuur voor de brandweer.
Toen de kleinsten bij de jeugdbrand
weer waren (die hebben we hier ook
een poosje gehad) waren alle zèvën
jongens bij de brandweer. Nu zijn er
nog vier. bij het corps. „Ze noemen
ons de Vier Heemskinderen" zegt .de
zoon die aan de overkant woont. „Als
vader het heilig vuur heeft, dan is hij
oersterk. Het was eens bij een
scheepsbrand bij Gusto. Ik viel, mid
denin de vuurhaard, toen werd ik in
m'n kraag gegrepen en naar boven
gehesen, ik wist geeneens dat het m'n
eigen vader was..."
„Ik zeg veertig jaar" herhaalt To
nia. „Kwam die met die ouwerweise
stoomfluit toe-toe-toe de straat in, om
te kijken hoe het met mijn stond, ik
liep van m'n dochter". Of ze het erg
vond dat haar man altijd weer het
gevaar in moest om leven, have en
goed van anderen te redden? „Hele
maal niet, ik ben er zellef altijd bik
op de haver op. Ais je er bij bent,
moet je je' geven. En dat is nou zo gek
van mij, ik heb altijd vertrouwen ge
had.
Als je niet gelooft, dan kan je het
wel laten. Zoals bij die grote brand
van de Petrakis Nomikos, die Griekse
olietanker die de lucht inging bij Wil
ton. Bram stond al op de dodenlijst,
maar ik zee tegen de buurvrouw:
„mens hij hép wel iets, .maar hij leeft
nog, ik voel het. ja, hij had die smalt
gemaakt, dertig meter in de lucht. Hij
hield er alleen blauwe billen van
over...."
„Bij een brand stond vader, voor
niets" beaamt de zoon. Hij zat altijd
als eerste op het dak,' kon het niet met
de ladder, dan ging hij langs de kozij
nen naar boven: de geveltoerist noe
men ze hem. Aan de muur hangt een
grote foto van het corps bij een spuit-
wagen in het zilveren fillgrain lijstje,
cadeautje van de brandweer. Onder
aan de lijst hangen de medailles die
van Eijk kreeg: drie medailles, één
van het Carnegieheldenfonds. Hij
heeft eens'iemand van de molen ge
haald die er niet af durfde, mens ik
zou boekdelen kunnen vertellen".
Veertig jaar bij de vrijwillige
brandweer. „En Toontje vindt het
geeneens meer raar", spot Tonia van
Eijk. Zij is maar één van dé vele
vrouwen die hun man steunen," zijn
werk en zijn hobby, erbij. Hoe dat in
de oorlog ging? zegt ze nog. „Ging ik
iedere morgen om half vier de deur
uit, met de personeelstram naar het
Maasstation en dan naar Didam in de
Achterhoek. Die boeren konden niet
geloven dat Schiedam zo ver weg lag
en dat ik iedere dag kwam om bik-
kesement te halen.
Dan kwam ik 's avonds Iaat thuis,
dikwijls lopen hoor vanaf het Maassta-
tiori. Dan sliepen Bram en de kinde
ren al. Dan snee ik eerst een paar
sneden brood af, hier een plak kaas,
daar een gebakken ei op, en dan zei
ik tegen Bram: de volgende morrage:
precies uitgeteld, mo; je meenenjen,
voor die een sneetje, en .voor die.
Het treingeld dan) 'dat Was' wel duur..,
veronderstelden wij. „Bram bracht bij
gemeenteambtenaren zakken hout,
mocht hij 1 cent per kg rekenen van
de baas. Hij hoefde het niet voor niks
te doen. Van dat geld kon Toontje
met de trein mee.
Zestig jaar vrijwillige brandweer
in Schiedam. Wij zijn maar bij één
spuitgast thuis, geweest. .Als allen him
T)E VEER HEEMSKINDEREN en
hun vader, „Bram" van Eijk
bij de Commer-nevelspuit op het
terrein van de brandweerkazerne.
verhaal eens gingen vertellen. „Wat
voel je nu als je zo'n brand ingaat?"
vroegen we zoon Van Eijk. „Ja, wat
zal ik zeggen, het is een aparte sensa-
tie, je voelt je meer dan anderen."'
zegt hij bedachtzaam. Méér dan ande
ren: daarmee bedoelt hij het avon
tuur, maar ook de kunde dié hij te
pas kan brengen als het in seconden.,
om mensenlevens gaat en een on
besuisd handelen of een aarzeling fa
taal kan worden
Bij het' eerste rinkelen' van' de
alarmschei zal hij zijn. pak aanschie-
ten en gaan. Vader en zonen hebben
nog nooit een lelijk gezicht getrokken,
als het om de Schiedamse Brandweer
ging. Vindt u het gek dat Tonia bij
familie-feestjes van de commandant
Ir. Aikema genodigd werd? „Stugge j
vent" zegt Tonia. „Maar we vielen bij
elkaar in de geest". v
gram per kubieke meter lucht; de aan
vaardbare norm zou ongeveer 150 tot
200 milligram bedragen.
De Hilversummers die in de omge
ving van het bedrijf wonen, hebben
De technisch-scheikundige dienst
van het ministerie van socialezaken
en volksgezondheid heeft de appara
tuur gekeurd en deugdelijk bevonden.
De fabrikant is de firma Ruhrab uit
West-Beriijn.
In december 1965 heeft N.V. Ko
ninklijke haardenfabriek E. M.
Jaarsma in Hilversum (destijds in de
ze rubriek vermeldt) als eerste in Ne
derland een dergelijke installatie in
bedrijf genomen. Een serie van vier
metingen heeft aangetoond dat de
luchtvervuiling met staalstofdeeltjes
is gereduceerd tot ongeveer 40 milli-
hebben van het stof, dat vroeger het
schilderwerk van huizen en de lak
van auto's aantastte.
In het bedrijf van de firma Moes
in Amsterdam-Noord, waai- grote hoe
veelheden elektrische kabel met een
plastic of rubber mantel worden afge
brand om de koperen kern terug te
winnen, ontsnapte uit de schoorsteen
tot voor kort een met roet bezwanger
de rookkolom, die bij sterke wind tot
op vele honderden meters de omtrek
vervuilde.
De werking van de Duitse appara
tuur komt hierop neer, dat in een
aggregaat stofdelen, ongeacht hun
aard (rook, roet, giftige gassen, stof)
in een waternevel worden „opgevan
gen", neergeslagen en afgevoerd. Het
water dat men bij Moes door het ag
gregaat stuwt, wordt uit een dode
zij-arm van het IJ gepompt
mannetje dut naast ons
stond op het middenbalkon
van lijn 5 zei, terwijl liy zeer
strijdlustig de kin vooruitstak:
„Zeker wel geleze, hè? Me gane
vechte te.ee de verzakte strate.
Assn 't mijn vraag is dat 't mooi
ste incsjatief daddente de laatste
maande licbhe genome, 't Wier
ook hoog tjjd daddente d'r wat
an ginge doen. Want kyk, me
kenne nou wel bly've schelde,
maar daar seniele me niks mee
op. D'r moste dade komme, en
daarom hrp ik eerbied voor die
ckountent, die nou de kat de hel
liep angchonde. Nie mis, hè? Die
man weet wattie wil. Azze wc'm
allemaal "n kaartje sture met onze
naam d'r op, dan gaattie kjjlte
ovveme niet de hulp van '11 ufle-
kaat de gemeente 'n preses kenne
and oen, cn as daar zelfs maar 'n
schijn van kans inzit, dan sture
me allemaal 25 om die nffekaat
te lu-tale. Da's netuurlijk logisch.
As zo'n affeknat d'rvoor ken
zorrege, dadde de stralc nie meer gatie verzakke, en de
olemobeliste, de fietsers cn de brommers geen akkefietjes
meer krijge an d'r bande, dan benne die 25 helemaal
nie weggesmete. Ik doen mee, azzu begrijp wat 'k in me
achterlioofie hep. Kennu me nog vollege?"
We zeiden: Jazeker!
JLJIJ ZEI: „Kijk, iiou zallu wel denke: Wat hep dat
mannetje nou met die actie te make, hg hep geen
eens 'n fiets, Ia-staan *n oto. Maar dan zeg dat mannetje:
Meheer, mot nou is verder kijke dan u neus lang is.
Azzeme 'n betere weg kenne krijge voor 't gemoleriseer-
de verkeer zogezeg, da hebbeme ook 'n betere weg voor
de voetganger. Want an die voetganger hep de ekounlent
nie gedach. Dat konip omdattie nooit meer over de strate
loop. Hij hep 'tl oto en dan is wandele d'r nïc meer bij.
Maar de voetganger is elleke dag in groot gevaar. Elke
slap die die doe, ken 'n misstap weze. Ik zee laast nog
tege me vrouw: As voetganger staneme niet ons ene been
op 't wegdek eij met ons andere been d'r in. 't Is toch
nie denkbeeldig daddeme as voetganger zijnde by zo'n
slecht wegdek ineens in de grond verdwijne? Nog beter
zouw 't netuurlijk weze azzeze voor de voetganger 'n
stad bove de stad ginge bouwe, azzu begrijp waddik
bedoel. Maar da's weer *n ander sjepieter, werover 'k 't
nou nie wil hebbe. Goed, die ekountent krijg van mijn
eerst 'n briefie en assut nodig is ook nog 25, want
vechte kost geld. U ken myn nog altjjd vollege?"
JJIJZEI:
Tege
,Nou ister netuurlijk 'n klein moeielylheidje.
wie motte we eigciyk gaan procedere?
Over die vraag motteme nou is goed doordeuke.
't Probleem leg namelijk nie zo eenvoudig. Tege de
stratemakers, tege de amptenare, tege de dirrekteure van
de strateniakersdienst, tege de wethouder oE tege de
gemeenteraad? Of tege de grortd die alsmaar an 't ver
zakke is? Begryppu wat die ekountent ze eige op ze
hals hep gehaald? 't Ls netuurlijk wel mooi om te zegge:
Minse, Rotterdammers, verenig u eige, ine gane procedere
om betere wegdekke, want me lope met ze alle best mee.
In Rotterdam hebbie zo'n optocht. Je gaan maar lope
en binne de seconde liebbie meestappers. Maar daar gaan
't nie om. 't Gaan d'r om, hoe kommeme d'r uit? Of
liever d'r af van die verzakte, wegdekke dan. Kijk,
ik zien de oplossing anders. Ik geloof daddeme met 'n
preses op de verkeerde weg benne, Azzu 'i non myn op
de man af vraag, dan zeg ik: Minse, me motte.... hé,
conducteur, stoppis effe, je weet ommen asdat ik d'r
bier altijd af gaan?
TN de enige ooit in Europa geboren
strandwolf bezit Blydorp een bijzon
der dier. Naast de dierentuin in Bazel
is de Rotterdamse diergaarde de enige
plaats waar deze vreemde, zeldzame
dieren te zien zijn. Het ruim acht jaar
oude dier. is een geschenk van deze
Zwitserse dierentuin, die destyds be
loofde dat, als er een vrouwelijk exem
plaar geboren zou worden, het man
netje gezelschap zou krijgen. Dit is
echter nog niet gebeurd. De strand
wolf zit dan ook al die jaren zeer
eenzaam in zyn grote loopkooi.
Uiterlijk ziet het dier er niet zo
wolfachtig uiL Het behoort namelijk
tot de hyena-soort, van welke groep
roofdieren momenteel nog slechts vier
soorten voorkomen op aarde: gestreep
te hyena, gevlekte hyena, aordwolf cn
strandwolf.
De strandwolf komt voor in Zuid-
Afrika, gedeeltelijk naast de gevlekte
hyena. Het verspreidingsgebied is vry
klein en lag vroeger veel verder zuide
lijk dan op het ogenblik. Het dier is
zeldzaam geworden - in het wild en
komt vrijwel uitsluitend voor in reser
vaten, zoals het Krüger "Wildpark. En
kele zyn nog gesignaleerd in de Kala-
hariwoestyn en in Zuidwest-Afrika. In
dit laatste gebied treft men de dieren
aan langs het strand van de Atlantische
Oceaan. Vandaar de naam strandwolf.
Op die uitgestrekte stranden zoeken
de dieren naar aangespoelde vissen,
krabben e.d. Daarbij zijn ze beslist niet
kieskeurig. De Zuidafrikaanse boeren
noemen het dier ook „strandjut".
Strandwolven zyn geen populaire
dieren. JJe hoofdzakelijk zwart en
donkerbruine, van lange manen op
nek en schouders voorziene dieren be
horen nu eenmaal tot de hyena's en
die worden maar al te vaak jyken-
sehenners genoemd. Toch hebben deze
dieren een onmisbare taak in de tropen
als opruimers van veel afval. Ze heb
ben voor dat doel een grote en zware
schedel, waaraan zware kaakspieren
zitten. Lange halswervels geven hen een
schijnbaar hoge rug. De beesten hebben
kleine en. zwakke achterpoten, waar
door hun gang waggelend is.
Strandwolven kunnen een enorme
snelheid ontwikkelen en leggen soms
grote afstanden af. Er is een verhaal
hekend dat een strandwolf die in een
klem met een gewieht van 25 kilo was
gevangen, zeven kilometer wegrende
cn door jagers, ondanks de zware last,
niet kon worden achterhaald.
Dc jongen (meestal twee, soms drie
of vier) worden in een hol geboren.
De heide ouders slepen voedsel aan zó*
lang de jonge strandwolven nog niet
mee kunnen op de jacht. Levende prooi
vangen de dieren zelden, hoewel ze
nu en dan wel eens op grote farms
lammeren en schapen schjjnen aan te
vallen. Hycna-achtigen zyn ve.■schrik
kelijke slokoppen. Met het grootste ge
mak verbrijzelen ze dikke botten, die
mét het vlees mee naar binnen gaan.