mmmm
GEVANGENISDOMINEE
ban met de ander
museum
waö
otterdam
Dick Schildkamps
5, Winter ^service''
m
ffflllfy
JBlijdorjp
D
Waaren wat?
wrnesmÈBÊSBÊIF^^
DE PASSAGE
BEVER
c
ZATERDA G 7 JANUARI 196?S
Patnna
,S. A. W. Lenderink is .dezer;dagen,zijn werkzaamheden 'als ge-
vangenispredikant in Rotterdam begonnen, nadat Rij t wee en
een half jaar in Den Haag hééft gewerkt'als predikant -voor bij
zondere werkzaamheden met als opdracht het jeugdpastoraal; van
de'; Haagse. Hervormde .Kindertehuizen. Ds.y'Lenderihk Ayas de
eerste full-time predikant in .het werk van 'kinderbescherming,
zowel in Nederland .als in Den Haag. Naast zijndagelijks .werk
studeert hij voor zijn doctoraal pastorale - psychologie', in Leiden.
De liefde voor zijn werk heeft gemaakt- dat hij niet de gémakke-
lijkstë weg koos. Wel een weg Vol afwisseling.
32.292 schepen
"O OTTERDAM ontving vorig jaar
28.352 schepen, het leenwedeel
van hel aantal dat de. Waterwegmon-
ding binnenliep. Het totaal aantal sche
pen dat, tussen dé. pieren door kwam
bedroeg in 1966 enkele duizenden meer
daa dat voor Rotterdam.-Bij de jaar
wisseling waren; 32.292- schepen gere
gistreerd, met een gezamenlijke inhoud
van 145.235.607 brt. In1965 kwamen,
32.179 schepen binnen met een totale
inbond van 138.091.443. Bij vergelijking,
blijkt ook hier:,{Geringe stijging van
bet aantal, des 16 grotere toeneming van
de gemiddelde inhoud.
t)U ZUN werk heeft ds. A. W. Lenderink veel studiemateriaal nodig. Samen
met zijn echtgenote, mevrouw W. Lenderink-BIokhuls bespreekt hij vaak
;ue problemen, die zich voordoen.
.v-ajyCK SCHILDKAMP is -19 jaar;
Y'^Yvari beroep organist; en hij
^beschiktover.vrije tijd. Voor'die lege
7,=;'r uren'-heefthij een vulling gevonden
--lytnet zyn „Winter-service".; Dick ver- J
zorgt'-in-, deze tijd"-van .',hetjaar dé 1
gsdnlfedipiatë^
'^-"ralid^'^e.h^^dat.Clatór^.yrageïir/..-.;^;]
rn köj hébben .Voorat
ppen.".Veel'-langs,,de. weg zijnde met-'
desgewenst ook-
Ififerk.-) vqrgel'hoordeDick-van; dit.proT:'
^öbleem:-Hij besloot er .wat aan te gaan d
doen. V--;_
^^^Daiarom}; ontvingen de 'Rotter-;
i^idamse. kranten een keuriggestencild
fe"communiqué van" Dick: met een bege-
'«leidende brief. Hij kondigde zijn eigen',
dienst" aan. Eerst was de naam „win-
^Vterhulp'v maar Dick werd -spoeöig op-
ty-de hoogte gebracht van de óriaangena-
fe-mé[herinneringen; die dit woord wekt
^•Ttó^Sejaarden, zieken, invaliden enin
Vy het; algemeen' allen, diepm welke, re-
yy "dén ook in de, koudé;tijd hun'inkohièn'
g'^Rletybf- nauwelijks kunnéndoen kun-
y nent'de heer J. D. Schildkamp" Jr., Ja-
•yTiAi- We 'zitten "met:?di« 'puzzeltjes niet.
altijd- in de grote stad". En dat
heeft een groepje Schiedammers hegre:
ypwË'Zij nieiddendeze trompetter staai
'4bijyhet- iniéuwe, hervormde bejaarden-'
ycpntrüm „Spaland", Willem Ahdrïessen-
laan 2, Schiedam (Ketbel). En zo is
liet!. Winnaar werd C. M. v. Krieken,
kamer 701 in „Spalund".
ATU gaan we helemaal de landelijke
dreven in. Een winters tafereel,
zeer toepasselijk, dachten we zo. Waar
■en wat? Inzendingen BESLIST PER
N BRIEFKAART aan Rijnmondrevue,
Dagblad Dc Rotterdammer, postbus
948,. Rotterdam vóór 19 januari, uit
slag 21 januari.
cob Catsstraat 26b, Rotterdam-U, teil;
281939, een seintje geven: Dan komt
Dick met zijn VW-busje langs.- -
Het kost allemaal niets, de'„win
ter-service" rekent.de normale winkel
prijzen. „Graag bén ik zo vrij u er op
attent te maken dat het hier geen com
merciële instelling betreft, maar ;een
zuiver particulier initiatief", schreef
Dick de kranten spontaan' en wellicht
ten overvloede.
„Ik wil gewoon ;helpen", -zegt hij
desgevraagd, „ik kan het 'doen, ik ben
zelfstandig, ik oefen een vrij beroep
uit en ik heb ongeveer de helft van de
dag hiervoor beschikbaar." Heeft hij
al veel reacties gekregen? „Nee, nóg
vrij weinig, maar de koude" tijd begint
ook pas, dus ik wacht at"
De staat van dienst van Dick
Schildkamps „Winter-service" telde
nog maar zes zeven gevallen toen
we deze week naar de stand van za
ken vroegen. Toch kreeg hij al veel
belangstelling, maar er zijn natuurlijk
behoeften zoals het uitlaten van
een hond waarin deze hulpdienst
niet voorziet.
Dick heeft al boodschappen ge
daan én o.a. recepten omgezet in medi
cijnen. Overigens ziet hij kans om de
genen, die niet bij hem moéten zijn de
juiste weg wel te wijzen. Een onderne
mende knaap, die Dick Schildkamp.
Zo'n gewone Rotterdamse jongen, die
zich voor een ander inzet zonder veel
woorden.»
KC
In 1927 werd hij geboren im Alme
lo ('k ben een echte Acht er hoeker),
hij haalde eerst zijn mulo a en b:én
daarna gymnasium alfa. Daarna stu
deerde hij van 1947 tot' 1952 in Gronin
gen, vervolgens de vier verplichte
maanden leervicariaat in Leeuwarden,
- waaraan hij als eerste deelnam, toen
naar het Theologisch Seminariumte
Driebergen.*'Y V; '.Y
Van februari tot juli 1953 was ds
Lenderink hulpprediker in Nij verdal,
waar hij zijnvrouw leerdekennen en
als eerste; theologisch student ging hij
met een beurs van de Wereldraad van
Kerken, naar Amerika, waar hij ander
half jaar bleef..
Zijn eerste standplaats was in
1955 Gieterveen in Drente, twee jaar
later verbond hij zich als predikant
aan het Jongenshuls Hoenderloo en in
mei 1964 kwam hij naar Den Haag.
MGEMLiJKE JEUGD
t» „ik-wilde altijd: predikant worden.
Nietvut roeping, dat ken. ik niet. Ik
weet niet wat het is. MaarIk gelooi
er wel in anders had ik dit werk nooit
kunnen volhouden. Dé jeugd heeft mij
misschien zo sterk geboeid, omdat ik
zelf een moeilijke jeugd heb gehad.
'k Ben in de crisis opgevoed, daar
na kwam de oorlog, waarin ik moest
onderduiken en mij in die tijd door
zelfstudie gedeeltelijk klaarstoomde
voor bet gymnasium. Ik ben niet door
een boek bekeerd of door het lezen
van dr. Heldring. Op 't seminarie
werd mij gevraagd: „Wat voor domi
nee wil je worden?" Ik zei: „Inrich-
tingsdominee."
Daarop zeiden' ze: „Dat bestaat
hier nog niet, tenminste niet in kin
dertehuizen." Toen kwam ik in Ameri
ka en daar was het wél, al jaren. De
stüdie er voor heet: Pastoral clinical
training en. bestaat uit een.theoretisch
jaar en een half jaar onder - leiding
werken in een krankzinnigeninrich
ting. Daar deed ik veel ervaring op in
psychiatrie, psychologie en theologie
mijn studie handelt nu ook over de
verhouding tussen déze drie."
TAKT "M GEDULD
^^i^ét^is'TTnöéiüjlC' een geesteszieke" l
of..'een maatschappelijkontwrichte te-
benaderen, vooral als men daarbij nogA
Gods Woord wil brengen. Het eist
takt en een enorme hoeveelheid' ge-
duld. „Ik hou net zoveel van' deze
ménsen. Zij kunnen ook behoefte aan
Gods Woord hebben.
In Gieterveen was een inrichting
'voor geestelijk gestoorden. Daar
kwam ik vaak en ik, zei tegen, de ver-
plegers: „Doé de deur maar op slot en
ik ging bij de mensen zitten. En dan
- vroegen mijn collega's wel eens ^„Len
derink, wat heb je daar nou, aan,"
maar deze ménsen hebben ook behoef-
teaan liefde."
M :„Zo ook bij de jongeren. Soms
praat ik twee jaar lang niet over de
Bijbel: toch ben ik behoorlijk confessi
oneel, maar ik praat er pas over als ze
er aan toe zijn. Ik ben daar en ik
help... of ïk help ook niet. Maar ieder
een weet dat hij dan met de dominee
te maken heeft Ik ben. geen halve
psychiater, ik beunhaas niet, ik ben
dominee.".
DA'S XMG BOOR
„Toch moest dat ook bij de jon
gens in Hoenderloo. Tachtig procent
van hen komt uit gebroken huwelij
ken en is maatschappelijk en geeste
lijk helemaal ontwricht. Met hen
kreeg ik vaak gesprekken van vijf,mi
nuten; ook had ik met de jongens wel
gesprekken van één minuut en da's
lang hoor."
Soms kwam ik op de fiets langs
als zij bijvoorbeeld aan het hek bezig
waren en dan ineens had je een lang
gesprek. Zaten ze ergens mee, dan zei
den ze: „Dominee, nou moe'k ook bid
den hè." „Ja, zei ik dan en dan was
het antwoord: „Da kan 'k niet" Dan
zei ik: „Zeg maar wat je denkt en
andera bidden anderen wel voor je."
Soms wilden ze me uit mijn tent
lokken. „Bijvoorbeeld als er een straal
jager voorbij kwam: „Dominee, die
gaat naar de hemel hè, zou je nou niet
mee willen?" Dan zei ik: „Op den
duur graag, Maar voorlopig wil ik nog -
even hier blijvén." Als1 zij ér 'over
grapten maakte-Ik een grap terug.
Het is zaak hun relaties weer - op
te bouwen, die volkomen kapot zijn..
Met hun moeder, met vader, met de
baas, met school enzovoort, want zij
zijn overal uitgetrapt Eerst moeten
hun relaties miet de anderenen met
zichzelf in orde zijn én.dan komt;pas
de relatie inet.de Ander, ,met God-aan
de beurt De hoofdsomhiervan is:
Ds. A. IV. Lenderink
Paulus en Calvijn,
maar ook de
laatste tophit.
luisteren, maar hij moet dan niet lan
ger dan een kwartier duren. Ik weet
heel veel van Paulus en Calvijn* maar
ik weet ook van de laatste top-hit"
Over zijn werk in twee Rotter
damse Huizen van Bewaring en in de
vrouwengevangenis, kan ds, Leride-
rink nóg niets zeggen. Hij zal het wel
met evenveel begrip, hart en ziel doen
als waarmee hij tot nog toe; heeft ge
werkt Maar ook nu trekt het contact
met de jeugd hem bijzonder. Zijn
pastorale klinische training op.het ter
rein van het inrichtingswerk, zal hij
ook onder de honderd jeugdige gevan
genen verrichten.
„Heb de naaste lief als uzelf. Mijn -
punt is altijd de relatiebouw."
Ds. Lenderink werd gevraagd deel
uit te maken van de staf van Hoender
loo daar hij ervaring roet dit werk
had. Er waren jongens van 8 tot 19
jaar. Er waren 120 pubers van 15—17
jaar. De moeilijkheden van deze kindé
ren lagen voornamelijk in de sfeer
van de ouders.-Er waren veel kinde
ren uit grote steden-bij, wier ouders
oorspronkelijk van het platteland kwa
men- -
„Hét viel mij'op, dat de kinderen
vervuld waren van techniek en cul
tuur. De; oorzaak hiervan, was affectie^
ve verwaarlozing.— als 'de lief de-ont
breekt is alles naar de maan. We lie-'
ten hen werken'met voorwerpen in de
tuin of op. de boerderij. Er waren er
bij, die .absoluut geen gesprek konden
voeren, maar met eèn paard konden
ze wel praten." y
TOT GOD BRENGEN
In Den Haag trachtte ds. Lende
rink op dezelfde wijze' te werken. .Hij
benaderde de jongeren op hun eigen
manier en had ten; .slotte een hele;
discotheek van beat- en andere plaat-;
jes.Tijdens eén groepsgesprek, nam
hij bijvoorbeeld als'uitgangspunt het.
leyen.-van Edith Piaf.en hij;draaideer
platen bij. ;Via deze omweg' kwain hij
tot zijn eigenhjke^doelt; vjiet kind tot:
God brengen.",
„Ikverberg niét dat ilkïdominee
ben. De jeugd wil eerlijk 1 behandeld
worden, maar, wd'to. the pointeh actu
eel ennaar 'een preek; kan zij best
)E twee panden; Parklaan 14 én l6,
waarin het Belastingmuseum is
ondergebracht.
Rijksbelastingen, schrijft in dit der-
tigste Jaarverslag: „Het museum be
vat echter, zoveel, dat de beschikbare
tijd de bezoekers niet toelaat het ge-'
heel te bekijken".
PROF. J. V. d. POEL
Prof. v. d. Poel's
levenswerk nu
dertig jaar oud
T>IJNA 79 jaar oud is prof. J. v. d.
Poel en-nog steeds is hij ^actief als
directeur van- het „Nederlands* Be
lastingmuseum", dat hij zelf in 1936
oprichtte. Dit unieke instituut bestaat
dus nu al-dertig jaar en de collectie
wordt steeds groter. Maar de behui
zing groeit niet navenant.
Dat laatste is een van de con
clusies, die men kan lezen in het 30e;
jaarverslag van- de hand: yan prof.
v. d. Poel; Ér is wél iets meër ruimte^
gekomen bij de- opheHing yan.de: Be
lastingacademie, waarvan hij hoogle
raar-directeur was tot 1958..In de pan
den 14 en' 16 aandé Parklaan Isy:'ïiet
échter nog altijd passen en meten.
Er was nog iemand, die ruimtege
brek had, namelijk de fiscus zelf. Dé:
Rotterdamse belastingdienst móést
een deel van het gebouw, waaruitde
Belastingacademie verdween, in ge
bruik nemen. Maar prof. V.d. Poel
krijgt de zolder, met vooruitzichten
voor (later) méér.
Op die zolder is reeds de boekerij
van het muséum met'die van de .acade-
mie. 'Tevens kunnïn er de „rekwisie
ten en trofeën", zoals de directeur
zegt, ,van de voormalige academie wor
den opgesteld. Die ruimte is tevens
geschikt voor* ontvangsten, reünies en
vergaderingen. De bar met toebehoren
van het academlecorps is nog iaanwe-
zig.
Bezoek
Men zal misschien: denken:,wie
stelt er belang inzo'ri muséum? Dat
valt echter mee. In de eerste plaats
groeit de collectie gestadig 'doordat ve
len oog hebben voor het bewaren van
belangrijke fiscale zaken en die dan
schenken. Verzamelen vindt prof. V.
d. Poel de hoofdzaak, inventariseren
is het streven ook.
In de tweede plaats raakt het
museum hoe langer hoe meer bekend.
Bijna, dagelijks is er -bezoek. Er wor
den nogal wat- rondleidingen- voor
scholen gehouden. Dat kweekt be
langstellingen voor hetbelastingwe
zen, voor de-geschiedenis daarvan; en
voor de historie in het algemeen. „Al
le drie erg nodig", zegt. prof. V. d.
Poel, „gezien de weinige,aandacht die
deze vakken op de scholen'krijgen.
Wie een bezoek brengt zal als
•rondleider over het algemeen aantref-
fen conservator P. A. v.d, Kamp, die
de dagelijkse leiding heeft „Een be
kwame, van vele markten, thuis zijnde
artiest", zegt prof, V. d. Poel over dé
conservator. Juist een museum als dit;
moet het hebben van een deskundige,
die de ogenschijnlijk dode stof levend
kan maken. -
Kopen:: ..--4.1-?.;
Behalve door .schenkingen groeien
de verzamelingen-, met aangekochte
stukken. Donaties, renten en dividen-,
den van het kapitaal stellen de
mensen van het museum daartoe in
staat Maar het Vermogen vermindert-
en de /prijzen van voor het museum
begerenswaardige .zaken (antiek e.d.)
stijgen schrikbarend.
Ondanks problemen gaan prof. V.
d. Poel en de mensen, die hem terzij-
de staan, onverdroten voort het
museum te verrijken. De oud-hoogle
raar-directeur, die meer dan een hal
ve eeuw werkte in dienst 'van 's
TF7EET u nog, dat er een win-
kelétaldpe is as, waarin de Jiele
dag stromen water over de geëtaleerd
de herenboordje3 liepen, zulks om te
demonstreren dat ze zo goed af-
wasbaar waren? Herinnert u zich nog
dat grote bord op het dak: ,fitaom -
ïcuïp - en Regenbaden?"...... Kunt u
zich nog het beeldje voor de geest
halen dat boven de slanke zuilen van
de ingang aan de Korte Hoogstraat
stónd?'
En heeft u nog herinneringen aan
hét fonteintje, dat eens midden tus
sen de winkels prijkteAls dit
laatste het geval is, bent u beslist al
heel ver over de middelbare Jee/tijd
heen, want het ding werd gesloopt
lang vóór het bombardement van-14
mei 1940 een einde maakte aan het
bestaan van de Passage.
Toen het bouwwerkin de winter
van 1879 geopend werd, .schreef een
journalist datRotterdam er een nieu-
we „hartader" bij gekregen had. En
wat voor één!.-.... Net als Parijs, net
als Brussel had de Maasstad nu een
deftige winkelgalerij. De architect J.
'C. van Wijk was er volkomen in
geslaagd zich van zijn opdracht te
kwijten. In ,fleo-Renaissance-stijl"
had hij een complex ontworpen, dat
niet onderdeed voor dergelijke gebou
wen in de grote wereldsteden. Vooral
s avonds was de aanblik „betooue-
rend", als-de honderd meter lange
„voorgangster van- de Lijnbaan" met
„duizend gazspruiten" verlicht
•werd-...
TIERTIG winkels met woningen
warén er. in: Het Grand Hotel,
dat er. bij hoorde (het latere
,JZuid-Hollands"), telde tachtig ka
mers. Behalve een.badhuis waren er
in het souterrainook nog nage
maakte druipsteengrotten, een café,
een ondergrondse markt en een feest-
zaai—
In de zes decennia dat de Passage
bestond, waren er talrijke bekende
Rotterdamse zaken in gevestigd
Geen énkele firma hield het echter
de voilé zestig jaar in dezelfde win
kelruimte. uit. Het adresboek, ,van
1880 'vermeldt heelandere namen
TTIERMEE Btarten we een nieuwe
rubriek, waarmee naar we ho
pen vélen, die het Rotterdam van
voor de Tweede Wereldoorlog van nabij
hebben beleefd, een genoegen zal wor
den gedaan. Als eerste bijdrage in de
veertiendaagse serie: de roemruchte
Passage; die nooit is teruggekeerd. De
Lijnbaan lijkt er een beetje op, mogen
dan dat van 1939. Een uitzondering
daarop vormt alleen de naam Post. In
1880 had de heer W. H.'Post op num
mer 9 een kapperswinkel; in 1939
was op nummer 12 de kapperszaak
van L. A. Post: Over eventuele fami
liebanden is ohs niets bekend.
Van de „weggebombardeerde" win
keliers vestigde zich- een aantal later
ih andere-delen van de stad. De sfeer
van hun typisch hegentiende-eéuwse
winkelgalerij, vonden zij er niet meer
terug, .Ach, óp dekeper beschouwd
zou die goëie, oude Passage misschien
niet eens meer passen in, de we
reldstadvan nu.—
TiESALNIETTEMIN denken wij
er nog dikwijls met weemoed
aan. En ook aan dat grote café-restau
rant ,Jliche" en aan zijn „Louis Seize
zaal" met de ranke witte stoeltjes en
het,,strijkje" in een balconnetje.
Jaren vóór de oorlog moet, daar
eens een bezoeker bij een kelner heb
ben geklaagddat „de muziek vals
speelde". Op verzoek van de gast
klom de ober het trapje óp'om de
klacht over te brengen. De heren van
het strijkje keken, hem een ogenblik
verbijsterd aan en wisselden vervol
gens onderling een veelbetekenende
blik.
Zonder verder een. woord te zeg
gen, pakten ze huii instrumenten in
en verlieten zwaar beledigd de zaal,
met opgeheven hoofden, om er nooit
weer terug, te keren. Ais het verhaal
niet waar is, is het in ieder geval
aardig verzonnen.—
y.
T'OT de kleinere, maar daardoor zeker
niel minder boeiende dieren van
Blifdorp behoort de bevér, een knaag
dier dat bekend staal als een bouwer
van dammen en, burchten.
Tot 1825 was het dier in Nederland
inheems, maar hét is sindsdien ver-;
dwenen. In Noorwegen en het Frane'e
Rhöne-gcbie-d komen nog enkele
duizenden bevers -in., liétwild voor.:
West-Duiteland, Polen en Zweden tel-
len er bier,en daar ook nog é»kelc,'.Jn'
grote getale, leven ze; nog altijd in Rul-i
land, Amerika en Canada.
In de 17e en 18e eeuw vochten Enge;
land en Frankrijk een :100-jarige kolol-.
niale oorlog om de bever uit. De
Fransen verloren de strijd cn daardoor
hun Noord am erikaanse bezittingen. De
Engdsen kregen het onbeperkte liati-
delemonopolie van de Hudson Bay Com-,
pany, de oudste onderneming ter wereld
voor het jagen op prisdicren. Vroeger
elk jaar duizenden bevervellen
de markt, tegenwoordig nog maar
enkele honderden. Beverbont heeft een
bjjna onbeperkte levensduur.
Dè bever komt. voor in" afgelegen
waterrijke gebieden, met een geva
rieerde plantengroei. .'."De. Jontci
kastanjebruine dieren kunnw»
35 kilo zwaar woelen. Met de enotyseS
snijtanden kan het dier in een jiur tyds
een boom van 30 cm doorsnee yéllën
De zware achterpoten hebben zwem:
vliezen, waarmee wordt gozv.-.-'dtnif-?.
De voorpoten, die «Jut niét hebben,
worden gebruikt om voedsel heel te,
pakken, het nëstmateriaal te verzame
len en dc. jongen tussen te klemmen.
Bü het eten of knapen op hét land
steunt de bever; op de brede, platte;
geschubde staart. -
Beide geslachten hebben in de buik
holte twee grote klieren, die af en toe
een dikke, bruine vloeistof afscheiden.
Vroeger werd dit in apotheken ver-;
kocht als castoreum, een krampstillend'
midtkrL Y
Een groot déél van het jaar honden
de bevers in BIjjdorp ziüh schuil, het
meest laten ze zich *s zomers zien.
Boompjes en takken laten ze dan on-,
gemoeid, maar tegen de. winter worden:
ze akriet Dan bouwen ze in hun
„woning" van cement en ijzer, vooral
onder water, enorme bouwwerken. Zc'
zijn voortdurend in de weer met bouwr.
materialen, die de oppasserhen. ver
schaft. Ze bouwen dan een burcht van
hout en modder, die bereikbaar is via
gangen en kanalen. s
De burcht wordt meestal enkele me-:
ters long en breed en steekt enige 'dein-
meters boven water uit Tydens dé; kou;
verschansen, de dieren zich dan in die';
hurcht. In de natuur bouwen zo ook.
dammen, om tijdens perioden van'
droogte voldoende water by de hand
te hebben. In Canada zijn dammen 'gC;;
vonden van wel 200 meter lengte.
Vroeger werd de bever als schadelijk;
aangemerkt, omdat hjj vaak de schuld
hod aan overstromingen. Tegenwoordig
wordt het dier in Amerika en Canada
echter beschermd, niet alleen om de
kostbare pels, maar ook vanwege zijn
taak in de natuur: door het maken van
dammen het landschap voor uitdrogen
te behoeden.
BO:
Vy
v