Organisatoren kozen voor nieuwe vorm Discipline wordt element van Nationale Speel week ,Alle grote gemeenten zitten met enorme tekorten Volgend jaar Rusland dienst op Australië intervenieert m wereldselieepvaart J. C. Timmermans - scheidende directeur financiën: Bremerhaven behoudt bark KZHMRS-boten redden, 115 mensen S8SSS?"ln zlin «a—•*-. H GRAAFSTROOM DE ROTTERDAMMER 2A ZAïTBftDAG 1 AUGUSTUS 19^ Informatie Studio Creatief melk heerlijk boter vers kaas kostelijk 59 Groote Schouwburg is zoek. Solliciteren Rode Zee sleept Richelieu Moeilijke perioden Opoffering Pagina 3 (Van een onzer verslaggevers) ROTTERDAM Discipline, niet teveel, maar toch discipline is een element dat dit jaar voor het eerst aan de Nationale Speelweek wordt toegevoegd. Het komt onder meer tot uitdrukking in de or ganisatie van dit herfstvakahtie-evenement. De mogelijkheden die in vorige jaren het totaal van de Speelweek uitmaakten, zijn nu on dergebracht in de werkplaats, die onder leiding komt te staan van Frans Brakkee. Het tweede facet van de Speelweek vormt He studie^. He mimespeler Jan Bronk zal daarin met medewerkers Haar zijn keuze cn een aantal vaste deelnemers gaan werken aan een to- taal-iheaterprojekt, dat pas op de laatste dag van de week (26 oktober tot en met 1 november) in produktie aal gaan. Ervaringen, opgedaan in vorige ja- ven met Speelweken, hebben de orga nisatoren doen kiezen voor een nieu we vorm. De opzet van de Speelweek in voorbereiding belooft Hat de me dewerkers erop uit zijn zoveel moge lijk resultaat te bereiken, door meer dan ooit gericht met de deelnemers te gaan werken. „Het moet toch mogelijk zijn", meent de schilder-tekenleraar (Lucia) Frans Brakkee, „dat een jeugdleider, voor mijn part uit het noorden van het land," die nafe- de Speelweeek komt om nader kennis te maken met materialen en mogelijkheden, alle kans krijgt om wijzer naar huis te gaan". Brakkee geeft geen cursus hande- arbeid in zijn werkplaats. „Expres sie en creativiteit brijgen de nadruk. Je kunt in één week tijd heel wat losmaken. Een halve dag heeft ook zijn nut voor een deelnemer: vol doende om hem iets van het materi aal te laten proeven". De medewerkers in de werkplaats zijn Klaashenk Blonk, die volgens Brakkee veel van zijn vak (potten bakken) houdt en het dus ook wel Over zal weten te brengen, Bob Kem- Per („als hij maar materiaal genoeg krijgt lukt het hem wel dat schilde ren"), Onno Meeter, die aan het werk zal gaan met fotografie, Kees van Bemmel met licht en geluid, Wim Verstappen, („als die zijn oog (op film) over weet te brengen...), J. Bemlef, neemt proza en poëzie voor zijn rekening en Gerard Lebbing beeldende kunst. Hij is sterk onder legd in de techniek van het werken met gips en ijzerdraad. En tenslotte Peter Sehütz.' Die heeft het thema „informatie" op zich genomen. Sehütz, sinds twee jaar journalist hij Het Vrije Volk in Rotterdam, zegt onomwonden dat hij 'af wil "van de Speelweebkrant zoals die was, „een schone krant, die niets met informa tie te maken baH". Informatie over de Speelweek naar buiten zal dit jaar voor het eerst worden gegeven door middel van affiches en bulletins, „ik heb een megafoon gevraagd, waar mee stadsomroepers de Lijnbaan op kunnen", zegt hij. Hij stelt zich voor dat de Speelwe- kers die hij om zich heen kan verza melen dagelijks een stukje kopij aan de Rotterdamse dagbladen kunnen leveren. „Dan smaken ze meteen het genoegen hun eigen stuk eens ge drukt in de krant te zien". Een schoolkrantprodukt valt er volgens hem toch wel te maken, maar dan met informatie, van buiten naar de Speelweek toe. „Ik stuur ze gewoon op verhalen uit, zoals dat ook bij een dagblad gebeurt." Sehütz (25), gevraagd de journa listiek in de werkplaats te brengen, doet dit werk graag. „Ik vind het gewoon leuk om met jonge mensen te werken. Ik vind ook de Speelweek leuk, omdat er mogelijkheden inzit ten. Je hebt namelijk het gegeven van een aantal jonge mensen die met het buitendaagse in contact komen". „Het geweldige is dat zij zich, evenals de kunstenaars, op neutraal terrein bevinden. Ze werken samen op, wat helemaal niet gebeurt bij een jeugdfestival. Dat heeft nog altijd het bezwaar dat de jongeren wel meege nomen worden naar een atelier bij voorbeeld, maar daar moeten ze wel overal afblijven". Hij is van plan voor de mensen die hij om zich heen kan verzamelen het ambachtelijke primair te stellen, niet de creativiteit, „Creatief kan je pas zijn, als je de materie aan kan. Ik zal dan ook rustig één oriflerwerp aan zes jpan tegelijk geven, die elk hun aan deel leveren aan het door één man te schrijven eindverhaal. Onderwerpen? pfoem maar wat, gastarbeiders, par- Jceerslapers. Hij besluit: „Als ze toch per sé jets helemaal alleen willen ma ken, dan zijn er altijd nog bulle tins..." Jan Bronk heeft met één Speel- weektraditie gebroken en voor de studio zelf zijn mensen uitgezocht. Onder hen is de poppenspeler Rien Kroon, de man die vorig jaar verant woordelijk was voor de algehele in houd van de Speelweek. Bronk stelt zich een totaal-theater-produktie voor, waaraan een hele week ge werkt gaat worden. Rien Kroon: .Wat ik ervan begrijp is, dat er ruim te is voor conflict, als we eenmaal pezig zijn." x Het thema van Kroon luidt: „Mate- j-jalenspel in theater of waar dan ook". Dat houdt in het maken van en spelen met poppen, maskers, attribu ten, figuren, requisieten, grafische voorstellingen, decors, en dit alles m omgekeerde volgorde. De studio kent naast het materia- lenspel de werkvormen mime (Rob Krot, werkte enige tijd bij Carous- seV), dans (Joop Veuger), toneel (Mar cel van Dijck) en belichting'projeK- tie/geluid. In de studio zal. tot vier «ur 's middags gewerkt worden, daarna worden de studiomensen voor twee uur bij de werkplaats betrok ken. Dit om eenzijdigheid te voorko ken en de intregatie te bevorderen. Be Speelweek richt zich met studio werkplaats na duidelijk tot twee groepen. Er .is nu ook een ander ac commodatie gezocht en gevonden, na melijk de oude ijsfabriek van Jamin. De studio geelt de zekerheid dat de. „verloren groep" aan z'n. trekken komt, de groep waarvoor de Speel week het meest nodig is, volgens se cretaris A. Steensma. „Het gekke is, dat de basis waarop wij van rijk, provincie en gemeente subsidie ont vangen, eigenlijk anders ligt. Tien jaar geleden begonnen "wij als' een kadervorming voor jeugdleiders. De inspectie van alle drie instanties heeft zich herhaaldelijk afgevraagd of de Speelweek wel als kadervor ming gezien kon worden. We hebben ze na een aantal zeer moeilijke gesprekken toch nog zover kunnen overtuigen dat we op subsidiebasis van vorig jaar nog één keer een Speehveek in Rotterdam kunnen houden", zegt hij. Die subadie bedraagt ongeveer ƒ50.000, terwijl de kosten van de vo rige week optiepen tot ƒ85.000. Het tekort werd gedeeltelijk gedekt met de inkomsten van de deelnemers- en toegangsprijzen, fondsen en het slot feest van Radio Modem. „Het grieze lige is dat er nog ƒ6500 open staat", aldus Steensma. Het ligt al enige tijd in de bedoe ling van de Nationale Speelweek een reizende gebeurtenis te maken. Steensma: „Daarvan is veel meer ef fect te verwachten. In één week kun je wel heel wat losmaken, maar je mag eigenlijk geen eisen stellen aan de creativiteit. Als je zo'n twintig Speelweken per jaar kan houden, is er veel meer te bereiken". En dat is volgens hem hard nodig. „Het tijdsbeeld veranderd niet alleen, maar.ook het mensbeeld. Er wordt maar weinig beroep gedaan" op de creativiteit van de mens. Je' kan toch maar niet doorblijven gaan met het consumeren van. de creativiteit van anderen?..." Hij krijgt in zijn opvatting steun van Frans Brakkee, die onafhanke lijk van Steensma aan zijn plannen Mimespeler Jan Bronk,'een der deelnemers aan de Speelweek. met de werkplaats het belang van de Speehveek toevoegt, zoals hij het ziet. „Als je het woord vrijetijdsbeste ding gebruikt, heb je het wel heel simpel gezegd. Ik verwacht dat de mens van de toekomst ook in het arbeidsproces creatief moet zijn. Van hen wordt dan gevraagd dat ze snel en zelfstandig kunnen handelen, geen moeite hebben met communicatie. De inventieve mensen zullen de beste werkkrachten zijn. Wat de vrije tijd betreft, de jongeren zien nu echt wel in dat er meer van bestaat dan het hangen voor de televisie. Ze moeten hierin gestimuleerd worden, Ik wil daar graag aan mee helpen, dat brengt mijn vak nu eenmaal mee..." Niet te onderschatten facetten van de Speelweek zijn ook de praatplek, de eetplekken en het theater. De sociaal-psycholoog Wim Dekker (Groningen) bemant de praatplek. Hij heeft tot taak om tussen vier en zes uur 's middags de wrijfpunten tussen medewerkers en deelnemers weg te nemen in de discussie. Evenals vorig jaar is hier ook gele- lenheid „bekende Nederlanders" te ontmoeten en met ze te praten. Vorig jaar viel het bezoek van de verwach te figuren sterk tegen, twee jaar ge leden niet. Voor ontspanning zorger. het thea ter en de voorkeurbeurs die over de gehele week zal worden uitgesmeerd, en dus niet, zoals in vorige jaren, aan één stuk doordraaien op de dag van opening. Reeds veertig groepen heb ben zich aangemeld, waaruit een keuze moet worden gemaakt. Het voor het theater gekozen the ma „avant-garde" is nog in voorbe reiding. Contacten zijn reeds gelegd, o:a. met Hans Frisch (levende objek- tensjoo); theater Terzijde; met Anne- marle Prins: de keuze tussen het Lorcaprogramma, Spanje of Vietnam moet nog worden gedaan; het Bewth, een bewegingstheater van Frits Vo gels; gedacht wordt aan de vertoning van undergroundfilms uit Engeland; de Rotterdamse liedjeszanger Han Peekei is bezig een avond te suggere ren in het kader van het Nederlands chanson, waarbij hij ook de Vlamin gen wil betrekken. Het staat nog te bezien of het hem lukt de juiste mensen aan te trekken, de financiën zijn beperkt Tenslotte zijn de verwachtingen voor de slotavond zeer hoog gespan nen: de iheaterprotiiuktie van de stu dio zal het gelijk van de nieuwe op zet van de Speelweek moeten geven. Maikensgnaf V 01848-248 v£ x A kV V ROTTERDAM - Het bekende aardige gidsje „Waarheen'ln Rot terdam?" .beleefde zijn tweede druk. Het gidsje is bestemd voor nieuwe bewoners van Rotterdam. Rotterdam heeft altijd zijn „immigranten" prettig ontvangen en het is een merkwaardig feit 'in de Rotterdamse stedelijke geschiedenis dat deze „immigran ten" binnen de kortst mogelijke tijd, vaak binnen slechts enkele jaren, tot rasechte, fel-chauvi- nistnsche en dynamische Rotter dammers werden. Ieder die zich van buiten de stad in Rotterdam vestigt, krijgt een mapje met allerlei we tenswaardigs over de stad. In dat mapje vindt men ook „Waarheen m Rotterdam?", dat een heel be knopt overzicht geeft van wat er op cultureel gebied allemaal is te vinden in de Maasstad. Beknopt, maar ook onvolledig. Want de Groote Schouwburg aan het Zuidplein staat er hele maal niet in. Waar er toch ook op de zuidelijke Maasoever nieuwkomers zullen gaan wonen, lijkt het ons dat het goed zou zijn hen te vertellen dat er in hun stadsdeel méér is te zien dan het drie-magl-zeskantje op h et Zviidplein, waar exposities wor den gehouden. De zeventienjarige bloemenkoop- man J. J. S. slipte op de Burge meester Knappertlaan bij het'inhalen van een paar bromfietsen. Hij kwam met zijn hoofd tegen een lantaarn paal terecht. De jongen is met een bovenkaakfractuur en gelaatsver wondingen in het Gemeente-zieken huis opgenomen. (Van een onzer verslaggevers) ROTTERDAM „De finan ciële verhoudingswet heeft ge faald. Dat is wel jammer. De be doeling was de gemeenten een financieel statuut te geven waar binnen zij zichzelf konden red den. De realiteit is echter dat alle grote gemeenten met enor me tekorten zitten". De heer J. C. Timmermans direkteur fi nanciën van Rotterdam op 16 augustus veertig jaar in dienst van de gemeente, verwacht voor al verbetering in de financiële relatie tussen rijk en gemeenten via de instelling van een minis terie gemeentezaken. De tegenstellingen tussen rijk en gemeenten zullen dan plaats kunnen maken voor een gezamenlijk werken aan één doel. voor een verwevenheid I tussen wat nu nog altijd twee partij en zijn. Daarmee zijn niet ineens alle moeilijkheden opgelost, maar de sfeer waarin gewerkt kan worden is heel anders. De heer Timmermans beseft wel dat zijn idee niet zo één-twee-drie verwezenlijkt zal wor den. Op 16 augustus jubileert de heer Timmermans niet alleen, maar hij legt ook zijn functie van directeur van financiën neer, evenals die van loco-gemeentesecretaris. Tot zijn pensionering per 1 september 1969 blijft hij echter nog algemeen finan cieel adviseur van burgemeester en wethouders, een volledige dagtaak. Hoewel hij,in die tussentijd de no dige diploma's behaalde (Gemeente administratie en Staatsinrichting MO) moest hij zich „een ongeluk sol liciteren" om elders in een vaste aanstelling aan de slag te komen. „Hoe is het mogelijk dat dat bestaat?" heeft hij zich in die perio de, de eerste helft van de jaren twin tig, vaak afgevraagd. „Voor baantjes van zo'n 60 tot ƒ70 per maand stikte men in de sollicitaties. Het was zo erg dat ik, agrarisch ingesteld1 alsik ben, een stuk land op kwaliteit liet onderzoe ken om dan maar een tuindersbedrijf te beginnen". Hij klom successievelijk verder op, om in 1953 zijn huidige functie op zich te némen, toen de toenmalige directeur J. Hasper gemeentesecreta ris werd. Bij diens vertrek werd mr. J. Knap gemeentesecretaris en de heer Timmermans loco-secretaris, „een dubbelfunctie die bij afwezig heid van de heer Knap heel wat werk opleverde". Het is wei een boeiende functie geweest Alle gemeentezaken komen ten slotte samen op „financiën" en als er al eens een lijn langs die afde ling heen loopt, kom je er als lo co-secretaris mee in aanraking", zegt de man die als hobby heeft hei vet weiden van koeien en 'die zelf een Rusland wil vastere voet zien te krijgen in de wereldscheep vaart. Een eerste teken daarvan is de aankondiging dat volgend jaar een dienst wordt geopend tussen West-Europa en Australië. Driemaal per maand willen de Russen met snelle vrachtschepen gaan varen tussen havens aan de Oostzee, Rotterdam, Hamburg en mogelijk Londen enerzijds en Australië anderzijds. Er is reeds een aanvraag ingediend om lid te mogen worden van de conference die het over dit vaargebied te zeggen heeft. dit gegroeid tot 58,5 miljoen, in 1962 tot 67 miljoen, in 1963 tot 81,9 mil joen, in 1964 tot 83,7 miljoen, in 1965 tot 91,8 miljoen en in 1966 tot 102,7 miljoen. De vloot groeide van 6.958.000 ton in 1962 tot 10.617.000 ton vorig jaar. De rederijen die momenteel deel uitmaken van deze conference heb ben de aanvraag nog in beraad, om dat ze vrezen dat er door de toena me van het aantal schepen en het gelijk blijven van de hoeveelheid lading een sterke, ongezonde con currentie zal ontstaan. De Russen hébben echter reeds ge zegd toch te zullen gaan varen, of ze wel of niet tot de conference wor den toegelaten. Rusland bouwt een grote vloot op en wil daar wat mee gaan doen. De Russische interventie op de wereldzeeën is voor Westerse reders sinds de groei van de „rode vloot" kort na de Cuba-crisis een grote zorg. De afgelopen vijf jaar hebben de Russen elk jaar meer dan een miljoen ton scheepsruimte in de vaart gebracht; het laatste jaar zelfs 1.125.000 ton. Rusland bezet sinds kort met 10.617.000 ton na Liberia, Engeland, de Verenigde Staten, Noorwegen en Japan de zesde plaats onder de koopvaardijlanden. Op het ogenblik heeft Rusland nog bijna 3,500.000 ton in aanbouw, waaronder meer dan 300 vrachtschepen van bijna twee mil joen ton. Tegen 1970 wil men 13 miljoen, tien jaar later 20 miljoen ton aan schepen hebben. Tot op heden hebben de Russische schepen vrijwel uitsluitend de eigen handel of die van andere commu nistische landen verzorgd. Maar met een groeiende vloot, zuilen de Rus sen ook jets anders moeten gaan doen. De schepen kunnen overal worden ingezet,tegen vrachttarie ven die ze zelf kunnen bepalen. De keuze om op Australië te .gaan varen, vloeit waarschijnlijk voort uit het feit dat er veel schepen leeg uit Vietnam terugkomen. De Russen willen voor de retourreizen lading hebben. Incidenteel namen de schepen al reeds wol voor gebruik in eigen land mee. In zes jaar tijd is de Russische zeehandel meer dan verdubbeld. In 1960 transporteerden de Russen nog maar 44,7 miljoen ton, in 1961 was De Richelieu is het laatste slag schip van. de Franse marine. Eind deze maand zal liet oorlogsschip zijn laatste reis maken, als sleep achter de nieuwe zeesleepboot Rode Zee van L. Smit en Co. De Richelieu (35.000 ion) is voor de sloop ver kocht en moet van Brest naar Ln Spczia in Italië worden gebracht. Het wordt het eerste karwei voor de Rode Zee. De vroegere Nederlart3.se drïe- mastbark Pieter A. Coerts blijft in Bremerhaven. Het gemeentebestuur van de stad heeft eigenaar Hans Ri- chartz financiële stenn toegezegd om de bark in stand te houden. Was dit niet gebeurd, dan zou het schip waarschijnlijk voor een be drag van 300.000 dollar naar het South Seaport Museum in New York zijn verkocht. Dit museum had namelijk grote belangstelling voor het 48 jaar oude zeilschip, dat nu de naam Seue Deern draagt. Als schenking van de heer Pieter A. Coerts heeft de bark jarenlang als jeugdherberg in de haven van Delfzijl gelegen. Er was echter geen geld voor het onderhoud. Uiteinde lijk ging het schip voor 30.000 gul den naar een eigenaresse in de Westduitse haven Einden. Omdat het stadsbestuur geen toestemming gaf het schip in de ha ven te meren, werd het doorver- kocht aan Riehartz, die de bark voor veel geld heeft laten opknappen. Toch wilde ook hij het schip weer van de hand doen, maar op het laatste nippertje sprong de stad Bremerhaven bij. De Verenigde Staten hadden voor al interesse omdat de bark in 1919 in Boston werd gebouwd. Oorspron kelijk heette het schip Elizabeth, daarna B'andy, toen Seute Deern, vervolgens Pieter A. Coerts en nu weer Seute Deern. jê* De reddingboten van dé Konink lijke Zuid-Hollandschc Maatschap pij tot Redding van Schipbreukelin gen zijn vorig jaar 65 maal uitgeva ren voor redding of hulpverlening. In 36 gevallen behoefden geen mensen te worden gered, omdat de verleende dienst bestond uit stand-by houden of omdat de situa tie zich wijzigde. In efen zeer klein aantal gevallen werd loos alarm geslagen. Tijdens de 29 echte reddingstoch ten werden 115 mensen gered. Van uit Hoek van Holland werd negen maal, uit Breskens achtmaal, uit Ouddorp zesmaal, uit Burghsluis vijfmaal en uit Stellendam éénmaal gevaren. Het jaarverslag van de maatschappij over 1967 geeft aardi ge cijfers over de reddingen die de boten vanaf de oprichting in 1824 hebben verricht. In de eerste eeuw werden 174 geslaagde reddingen ge boekt, waarbij 1720 mensen werden gered; van 1924 t/m 1933 waren het 34 reddingen met 300 geredden; van 1934 t/m 1943 50 reddingen met 262 geredden; van 1944 t/m 1953 120 red dingen met 729 mensen; van 1954 t/m 1963 127 reddingen met 615 ge redden; in 1964 werden 23 reddingen uitgevoerd en 116 mensen gered; in 1965 eveneens 23 met 211 geredden en in 1966 totaal 20 reddingen en 75 geredden. Het aandeel van elk station is als volgt: Hoek van Holland 161 reddin gen en 1483 geredden; Terheyde 23 reddingen en 163 geredden; Stellen dam 70 reddingen en 346 geredden; Ouddorp 70 reddingen en. 378 gered den; Burghsluis 42 reddingen en 261 geredden; Westkapelle 4 reddingen en 23 geredden; Breskens 82 reddin gen en 502 geredden; Cadzand 31 reddingen en 79 geredden en opge heven stations 117 reddingen en 908 geredden. „Ifc 'ben georganiseerd landlw.,,, en als er na mijn pensionering goed stukje land te krijgen is, C ik echt wel wat me te doen stel Maar ik blijf wel in Rotterdam «m nen", glundert de aanstaande jubi]a" ris, die in zijn auto altijd rubberlaar" zen, klompen, een spa en een ,i (houten hamer voor het afpalen vsn grond) bij de hand heeft. Hij herinnert zich als uiterst moe' lijke perioden voor de gemeentem de jaren '33, '51-'52, '56-'57 en '63 nu. „Dat waren de perioden -waarin de kapitaalmarkt dichtklapte m overige perioden wist men de'zaak altijd vrij snel te klaren en kon men voorkomen dat de rente oplien tot ■boven de 6 procent. Ditmaal echter duurt het al jaren en is er geen uil- zicht op verbetering, terwijl er Vm rentepercentages sprake is tussen SV. Zoiets is eigenlijk nooit vooreeko- men De gedachte begint dan ook post te vatten dat -het niet langer eer incidenteel, maar structureel verschijnsel is. Soms vielen deze pre caire situaties samen met rrsjeiliikri. den op de kasgeld-markt. De ontwikkeling is deze dat de n. meentelijke taak nauwer cn nauwer verweven raakt met die van de een trale overheid. Deze stippelt een eco nomische politiek of een eonjunc- tuurbeleid uit en wat de gemeerde doet is daar niet los van te riea. „Mijn redenering is: we werken alle bei aan projecten met een grote eco nomische uitwerking, maar altijd staan we als twee partijen tegenover elkaar. „Veel liever kies ik voor verweven heid door middel van een ministerie van gemeente-zaken, Momenteel kunnen we als gemeente onze belan gen wel bepleiten, maar die pleidooi en worden alleen aangehoord door de betrokken minister. Die komt ermee in de ministerraad als „verdediger uit de tweede hand". Een minister van gemeentezaken kan echter de be windsman van financiën als collega benaderen en kan de gemeentelijke projecten bijvoorbeeld bij de opstelling van de rijksbegroting op gelijke voet behandelen als rijkspro- i jecten". Dat betekent natuurlijk een flinke opoffering van gemeentelijke autono- mie? „Die gemeentelijke autonomie heeft toch al afgedaan. Het vaststel- i len van straatnamen en plaatsbepa- j ling voor schoolgebouwen zal de ge- j meente altijd wel kunnen blijven I doen. Maar nu is het toch al zo, dat als we een Willemstunnel willen boa- j wen of de metro willen verlengen, het rijk het laatste woord heeft. De energiecentrale aan de Waalba- ven is zonder het rijk eenvoudig niet van de grond te krijgen. Bij bouw- i projecten zitten we met de rijkigoed- keuringeii. de verstrekking van fi nancieringsmiddelen is uit en tewa geregeld. Verkeer en waterstaat krijgt meer greep op bijvoorbeeld openbaar vervoer. Nee die autonomie is toch niet meer staande te houden. We kunnen onze zaken in Den Haag verdedigen, maar als we weg gaan moeten we maar afwachten of we er nog ooit iets van horen". „Dat alles is geen kwestie van een momentopname, maar vloeit vooii uit de beïnvloeding door de regering van de economie, waarbij men da totaliteit van Nederlandse gemeenten niet uit het oog kan verliezen. Vroe ger bemoeide de rijksoverheid zie'1 niet met de economische gevolgai van allerlei zaken. Nu dient zij wel vaart en welzijn van de mensen en zij alleen heeft daartoe de machtsmiddelen. Daarbij kunnen ze terecht niet hebben, dat de gemeen ten een eigen weg volgen. Dat is een niet te stuiten proces dat losstaat van de financiële moei lijkheden en waarop de totaal verou derde Gemeentewet in het geheel niet ingesteld is. Daar staat geen en kele bepaling in over geldleningen door gemeenten. Vandaar dat er een aparte wet Kapitaaluitgaven moes! komen (*63), die in zekere zin de Ge meentewet totaal overvleugelt." „Bij het opzetten van een nieuwe Gemeentewet wordt naar mijn rice te veel gewerkt in de sfeer yan he* bestuur en te weinig in het hebt van de moderne ontwikkeling van de na tionale economie", vindt de near Timmermans, die ingrijpende vor deringen evenmin dus als can eigen" ministerie niet direct in nee verschiet ziet liggen, „Het zal geleidelijk allemaal wel voortkomen uit de praktische on wikkeling die te gelegenertijd weiw de wet gesanctioneerd zal worden, v gezamenlijke locale belangen jor® bijeen een enorm nationaal ba®.,. Energievoorziening, drinkwaterlei ding, verkeer, ze groeien allemaal m* tot nationale belangen en. Ook de havenexploitatie moet van daag of morgen leiden tot oyenwi® met de landelijke inzichten. Niet we nu maar raak doen. We voeren een politiek die voor 100 procent afgestemd op het dienen van de na®r nale economie, maar iedere ge®een- te die zich bij wijze van spreken v de ene dag op de andere tot komstige wereldhaven wil vttkwr en dat na wil streven kan strikt wi meel gezien, volgens de Gemeente® 1 zijn gang gaan." Een ministerie voor gemeentezaken dus, „niet omdat de steden er ni meer aan te pas zouden behoeven komen, maar juist om te vnorkome dat ze stilzwijgend uitgeschakc worden. De gemeenten m06' plaats gegeven worden in Den waar ze op gelijk niveau kunne meepraten over landsbelangen." r -,;ggP

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1968 | | pagina 2