Rijnmond en de meningen*»
jeveeht om een struktuur
SHELL TOT HELL
Heerlen verwacht
Boetiek als 99reclamestunt
D!
„HOVENGEMEENTELIJK" LIJKT HET TE GAAN WINNEN
ROTTERDAM
WIL ZIJN
ISOLEMENT
VERBREKEN
BESTUURDERS LEVEREN
VERLOREN STRIJD
HANS JIMG GAAT HIP ONTWERPEN VOOR „GO-IN"
WEGSCHOP...
Dn „wegschip" p.i-t echt in de Rot
terdamse stijl. Het koerst nog al
eens door stad en haven met groepen,
die uitgebreid op de bezichtigende toer
njn. Toch komt het uit Amsterdam
SPRONG
UITERSTEN
VOORLOPIG
DOUBLURE
Rijnmond'revue
DWARSLIGGERS
n
IIets leren van
Daar kan alles"
in Wdamse week
Strnktnrccl
l8;" 1 de rotterdammer
,E struktuur van Rijnmond is de inzet van een groots spel (een
gevecht), waaraan velen deelnemen. Ieder doet op zijn beurt
een zet om de afloop te kunnen beïnvloeden. Hoe zal het verder
gaan met Rijnmond? Toch lijkt de uitslag van de eerste ronde in
grote trekken al vast te staan.
Rijnmond zelf wordt winnaar. De wens van de Rijnmondraad
voor een bovengemeentelijk orgaan met krachtige bevoegdheden
lijkt in de nota aan minister Beernink te worden vastgelegd. Rot
terdam kan de grote verliezer worden. Kennelijk worden pogingen
ondernomen om dit te voorkomen.
Als we ons niet vergissen wordt
betracht een soort compromis te be
reiken. Daarbij zouden dan de dage
lijkse bestuurders der gemeenten, die
tegen de eigen Rijnmondvisie zijn,
hun gezicht niet mogen verliezen.
Enigerlei vorm van „indirekte
inspraak" der B. en V,'.-colleges in de
procedure tot wetswijziging aanbren
gen schijnt het doel te zijn. Een offi
ciële bestendiging van het college
van samenwerking (Rijnmondgecom-
mitteerden leden van de B. en W.'s)
maar dan met duidelijke bevoegd
heidsafbakening op basis van de wet
Hiermee zou nog iets zijn gered
door de tegenstanders. In Rotterdam
dient echter nog iets te gebeuren.
Daar zal de raad moeten zeggen of
hij achter B. en W, met hun interge
meentelijke visie staat. De interpelia-
den, maar op basis van vrijwillige
overdracht. Ook voor financiering uit
niet-gemeentelijke bronnen. Deze
mening werd neergelegd in een nota
met een wat felle toon, die in betrek
kelijk korte tijd werd geschreven.
Nadat de Rijnmondraad in meer
derheid achter het standpunt van ge
committeerden bleek te staan en de
Rotterdamse raad de nota van B. en
W. voor kennisgeving had aangeno
men begon de strijd pas goed. Want
de Rijnmondraad had zich zwaar af
gezet tegen de Rotterdamse nota, die
juist was verschenen. Maar de Rot
terdamse raad (misschien wat
geschrokken?) reageerde bijna lauw.
En dat debat liep zonder duidelijk
heid af.
Maar daarna zijn debatten in ra
den gevolgd, die niet zo algemeen
onduidelijk afliepen. De B. en W.'s,
die zich in een advies sterk tegen
Rijnmond opstelden hebben dat in
vele -gevallen zien verwerpen. Mede
als gevolg van die al genoemde gro
tere belangstelling in de praktijk
bleek er een opkomende sympathie
voor Rijnmond.
W: THOMASSEN
hoe nu verder?
tie Fibbe-Struik mikt kennelijk op
een duidelijke uitspraak. Die kan de
19e vallen. Ook de datum van 23 sep
tember is belangrijk, want dan be
paalt het college van samenwerking
zijn standpunt.
RIJNMOND is nu meer dan drie
jaar oud. Tijd om te zeggen hoe het
verder moet. Zo denkt de meerder
heid der betrokken politici in het ge
bied. Een klein deel wil nog maar
eens studeren. Maar daarvoor is*"Lijd
genoeg geweest. Helaas hebben
de politieke partijen die tijd wat
voorbij laten gaan.
De laatste maanden echter hebben
velen met een sprong de achterstand
wat ingehaald. O.a. door het plotse
ling uit de bus komende vertrek van
Rijnmondvoorzitter Marijnen leefde
de belangstelling sterk op. Er werd
om een tijdelijke voorzitter geroepen.
Maar die geluiden verstomden spoe
dig. Daarmee zou het Rijnmondge
bied zich ook geen dienst bewijzen.
De regering denkt er ook anders
over. Zij benoemt geen „tussenpaus",
maar een bestuurder, die in de ko
mende jaren leiding moet geven. De
koers moet vasthouden in de onge
twijfeld moeilijke overgangstijd tot
de wet is gewijzgid. En moet door
gaan met „maken wat er van te ma
ken valt". Een principe dat Rijnmond
onder leiding van mr. Marijnen toch
wel met enige fantasie heeft nage
leefd.
DE UITERSTE standpunten zijn
kort samengevat deze:
Het Rijnmondbestuur wil het open
baar lichaam zoals het nu is opgezet
bestendigen en het direkte
bestuursbevoegdheden op een aantal
terreinen geven. Voor deze taken
moet financiering worden gevonden
rit de kas van het rijk. Dit rapport is
sober van toon en kreeg langdurige
voorbereiding.
B. en W. van Rotterdam pleiten
voor een intergemeentelijke opzet
(geen direkte verkiezingen) met
bestuursbevoegdheden op vele gebie-
DAT WIL nog niet zeggen dat die
gemeenteraden algemeen vol vreugde
de visie van Rijnmond's rapport ge
heel tot de hunne maakten. Maar zij
hebben wel duidelijk uitgesproken
allerminst aan de kant van Rotter
dam te staan. Het rapport van B. en.
W. van de Maasstad heeft veel tegen
zin uitgelokt Stak hier het aloude
wantrouwen de kop op?
Schiedam, Vlaardingen, Capelle,
Spijkenisse hebben zich voor een
krachtig Rijnmond uitgesproken. In
Vlaardingen was een krappe meer
derheid voor het voorstel van B. en
W„ waarin de bekende trekken van
burgemeester Heusdens' visie zo dui
delijk zijn terug te vinden. De stem
ming leidde bijna tot een breuk:
Twee wethouders wilden weg, maar
het conflict werd bijgelegd. Het zou
ook wel een voorbarige aanleiding
zijn geweest.
MR. V. G. M. MARIJNEN
krachtig Rijnmond
noemden voelen niets voor een stevi
ger Rijnmond. Wat zit hier achter?
Mr. H. Versloot, PvdA-fraktievoor-
zitter in de Rijnmondraad, geeft eni
ge verklaring in een artikel in Eco-
nomisch-Statistische Berichten van 4
september.
HIJ LAAT kort de voorgeschiede
nis de revue passeren, wijst erop dat
de Rijnmondwet van nu slechts op
een voorlopige beslissing is ge
baseerd. „De regering koos een on
doorzichtig en beperkt arsenaal van
bestuursinstrumenten met een moge
lijkheid tot uitbreiding door vrijwil
lige bevoegdheidsoverdracht van ge
meenten aan Rijnmond. Kennelijk
leefde de hoop nog dat door de princi
pebeslissingen van de wetgever de
barrière zou zijn weggenomen die de
weg via intergemeentelijke regelin
gen naar een streekbestuur onbe
gaanbaar had gemaakt.
„Die hoop had waarheid kunnen
worden", aldus mr. Versloot, „als de
barrière slechts had bestaan uit een
afwijkend oordeel over de noodzaak
van streekbestuur bij enkele gemeen
ten. In werkelijkheid bestond en
bestaat die barrière echter uit geheel
andere zaken. Zowel persoonlijke
verkleefdheid aan bestaande in
vloedsverhoudingen als een uit de
strukturele verscheidenheid der ge
meenten voortvloeiend verschil van
inzicht over de aan een streekbestuur
toe te kennen taakomvang en
elke vrijwillige overeenstemming
tussen de ruim twintig gemeente
besturen over elk punt dat verder
reikt dan het uitstellen van beslissin
gen."
Verder schrijft de heer Versloot:
„De aangekondigde herwaardering,
die aan regering en. parlement de rol
van arbiter toebedeelt, verscherpt de
ze situatie nog eens. Waarom vrijwil
lig nu opgeven wat misschien straks
nog met succes bij de arbiter kan
worden bevochten?
tot het uitvoeren van een ruimtelijke
ordeningsbeleid. En in de ingewikkel
de struktuur van gemeentelijke be
voegdheden is er voor Rijnmond
geen ruimte tot werken en kan het
openbaar lichaam alleen maar als
„dwarsligger" fungeren.
Behalve het feit dat Rijnmond
wettelijk „niet verder kan" en zich te
pletter zou kunnen Jopen tegen for
meel verzet is er echter nog iets an
ders. Rijnmondbestuurders en hun
medestanders in gemeenteraden en
anderszins zien zich duidelijk gecon
fronteerd met aversies die andere
bestuurders aan de dag leggen. Een
kennelijke tegenzin in bovengemeen
telijk bestuur, zoals de wens van
Rijnmond is, wordt aan de dag ge
legd.
Hier treedt naar voren de z.g.
self-defence, waarvan mr. Marijnen
in een vraaggesprek met dit dagblad
kort geleden gewaagde. Een drang tot
zelfbehoud, een angst voor het ver
liezen van status, van bevoegdheden.
Een afkeer tegelijkertijd tot hat aan
vaarden van nieuwe strukturen,
nieuwe bestuursvormen, die de ont
wikkeling van deze tijd vraagt. Ge
lukkig gaat het hier maar om een
kleine groep.
We sluiten ons vervolgens zonder
meer aan bij deze conclusie van mr.
Versloot in het reeds eerder geciteer
de artikel: „Duidelijk is dat in de
gemeentelijke sfeer het probleem van
het streekbestuur nog even onop
losbaar is als voor 1964 en dat de
principebeslissingen van de wetgever
geen enkele barrière hebben opge
ruimd. Erkend moet trouwens wor
den dat de uitwerking van die princi
pebeslissingen in een pakket van
bestuurlijke bevoegdheden wonder
lijk tegenstrijdig was."
WANT Rijnmond is in de huidige
situatie zo definieert de heer
Versloot een bestuursorgaan „dat
zich vrijwel uitsluitend en dan nog
maar vrij onbeholpen kan richten tot
iWTET een flinke dreun is dezer
dogen de witte sclioorsteen, die
op een van de terreinen aan de
Maasoever in Pemis stond tegen de
vlakte geslagen. Nee, dat was geen
verrassing, het ding was gewoon niet
meer nodig.
De pijp werd in 1963 wit geschil
derd en vervolgens bij wijze van
visitekaartje voogzien van het verti-
kale opschrift „SHELL". Na wilde
men het gevaarte van 40 meter
kwijt, ook al omdat het onderhoud
steeds meer geld vergde.
Ook zou het duurder zijn geweest
de letters te „bergen" (om ze te
bewaren) dan nieuwe te laten ma
ken, Vandaar de ontploffing, die de
pijp vloerde. Merkwaardig, zo
schreef het SJtell-hlad „Onder de
Vlam" was het resultaat van de smak
met betrekking tot de tekst: van
SHELL was HELL overgebleven.
j^EEN zorgen dat er nu te wei-
nig schoorstenen in Pemis over
blijven. De .ysuperpijp" van 213 me
ter compenseert alles. De gigant
wordt nu van een verfje voorzien, al
was het alleen maar om aantasting
door weers- en corrosie-invloeden te
voorkomen. Schilders in twee speci
aal opgehangen werkkooien doen dat
duizelingwekkende werk.
Ze werken van boven naar beneden
en omgekeerd volgens een vast pro
gramma, waarhij ze steeds een baan
van zes meter breedte onder de
kwast nemen. Een oppervlakte van
totaal 10.000 m2 wordt behandeld.
Daartoe is 7000 kg verf nodig. Straks
is de schoorsteen gebroken wit, de
voet grijs en de binnenzijde van de
z.g. onderdoorgang „veiligheidsoran-
je".
Beeldig - in één woord, deze
aanwinst. Het verven komt misschien
deze maand klaar, de schoorsteen
zelf werkt, nog niet.
WEKELIJKSE PAGINA Se jaargang
nummer 29 teksten van Jeannette
v.d. Hoek, Jan van Bergen, Kees Cor-
nelisse foto's van Ary Groeneveld,
Henk Hartog en Shell-foto onder
redaktie van Kees CornelissA -
Hoewel nog niet alle gemeentera
den hun standpunt hebben bepaald
kan toch van een duidelijke steun
voor Rijnmond's visie worden
gesproken. Onbegrijpelijk is dan ook
dat B. en W. van Rotterdam in een
brief aan de regering zo ongeveer
hebben gezegd dat de meerderheid
der gemeenten aan hun zijde staat!
Bij een aantal dagelijks gemeente
besturen, met name bij de grootste
drie: Rotterdam, Schiedam en Vlaar
dingen, is dan ook de duidelijke be
leidslijn vast te stellen dat geen me
dewerking wordt verleend aan vrij
willige bevoegdheidsoverdracht,, zo
lang de herzieningsprocedure niet is
voltooid, tenzij voor hoogst urgente
technische onderwerpen, van beperk
te omvang.
MR. VERSLOOT concludeert ver
volgens dat Rijnmond tot de herzie
ning „veroordeeld" is tot de ondank
bare taak streekbestuur te zijn met
een „uiterst licht en ondoelmatig
pakket van bestuursinstrumenten".
Want de huidige wet biedt Rijnmond
bijvoorbeeld geen behoorlijke basis
MR. H. VERSLOOT
effektief streekbestuur
gemeentebesturen en gefinancierd
wordt ten laste van gemeentebegro
tingen (niet geheel-RED.), maar dat
wordt gekozen door, en verant
woordelijk wordt gestel'd aan de bur
gers van die gemeenten. Dat zijn de
zelfde burgers, maar in een andere
samenvoeging, aan wie de aan Rijn
mond „onderworpen" gemeentebestu
ren zelf reeds verantwoordelijk zijn.
Een bepaald ondoorzichtige en con-
flicten oproepende doublure!"
Een doublure, die moet worden op
gelost, daarnaar streven zowel Rijn
mond als B, en W. van Rotterdam.
De gedachten van Rijnmond sluiten
aan bij de door de wetgever gedane
principiële keuze van een
rechtstreeks verkozen bestuursorgaan
en trekken daaruit de logische conse
quentie," aldus de heer Versloot.
De gedachten van Rotterdam vindt
hij echter minder logisch. Met
instemming dit citaat: „Zij brengen
de struktuur in overeenstemming
met de nu nog bestaande figuur dat
het streekorgaan zich richt tot de ge
meentebesturen.
O Voor vervolg zie pag. 4
TVTAT VERWACHT HEERLEN
waar volgende week een Rotter
damse week .gehouden wordt, van de
Maasstad? Staan er ginds concrete
projecten op stapel, bij de verwezen
lijking waarvan Rotterdam de hel
pende hand zou kunnen bieden, zoals
bijvoorbeeld bij Moerdijk? In Heer
len en in iets ruimer verband, in
Limburg, ligt het een beetje anders.
Het gaat er meer om dat men daar
wat hoopt over te nemen van de Rot
terdamse dadendrang. ,,In Rotterdam
kan alles", zo meent men in Limburg.
„Bij ons komt maar zo weinig op
gang. Misschien kunnen we van de
gang van zaken in Europoort wat le
ren".
„Ze vallen eigenlijk buiten het Ne
derlandse bestuurskader, deze haven
en deze stad. Je hebt wel een beetje
bet gevoel er in verloren te lopen,
door de rationeel, zakelijke opzet.
Maar overheersend is toch dat je
geïmporteerd wordt door het kooop-
manschap dat aan het werk en aan
alles ten grondslag ligt. Het is im
posant en respect afdwingend. Het
lijkt wel of dat, waar wij in Limburg
allerlei vergunnnigen nodig hebben,
hier zo maar gedaan kan worden".
Dat is de mening van een van de
journalisten uit Limburg, die hier
twee dagen hebben doorgebracht om
Rotterdam, nog voor de bewuste
week begint, bij de Heerlenaren en
andere Limburgers te introduceren.
Zij zien ook duidelijke overeen
komsten tussen Rotterdam en Heer
len. Ook Heerlen is een nieuwe stad,
opnieuw begonnen, niet belast door
een traditie die hoog gehouden moet
worden. De problemen-in dat deel
van Nederland zijn ongeveer gelijk
aan die van industrialiserend Rotter
dam, zij het dan, dat in de Rijnmond
die problemen kennelijk wel opgelost
'kunnen worden, terwijL in Limburg
maar weinig op gang komt.
Behalve onder de algemene terug
gang in de situatie, die overal zijn
gevolgen doet gelden, zit Limburg
met het probleem van de sluitende
mijnen. Dat sluiten gaat in een veel
sneller tempo dan ooit te voorzien
was. Er staat dan ook geen of te
weinig vervangende werkgelegenheid
tegenover.
Dat geldt nog niet eens zozeer voor
de mijnwerkers, maar wel voor de
.beambten. In zekere zin geldt het ook
voor de oudere werknemers, die wel
iswaar -van een vervroegde pensi-
MR. J. HEUSDENS
bekende visie
Prompt heeft Rijnmond Rotterdam
gevraagd een opsomming van die
meerderheid te willen verstrekken.
In vele gevallen heeft zich een dui
delijke kloof gemanifesteerd tussen
de dagelijks bestuurders en de ge
meenteraden. Vele van üe eerstge-
i\/T ODE- ONTWERPER Hans Jung
1V1 gaat zijn werkterrein uit
breiden met een boetiek voor
de modebewuste jeugd in een mini-
ruimte aan de Oude Binnenweg. „Go
in" heet de boetiek en'in aankleding
zal het zich niet van andere boetieks
onderscheiden: zilverpapieren kamer
schermen, posters en een grammo
foon voor pop-muziek.
Het aandeel van Hans Jung zelf
bestaat voorlopig alleen nog uit zijn
aanwezigheid in de boetiek. Hij is
wel van plan ook speciaal voor de
boetiek het schetsboek te gebruiken
(„Allemaal gekke broekpakken"),
maar de eerste collectie is nu nog
ingekochte confectie.
- Volgende week zaterdag moet de
boetiek gaan draaien. Heel officieus,
zonder een greintje publiciteit rond
een opening, want de publiciteit zit
hn in de boetiek zelf. Hans Jung, of
beter zijn. kiene manager achter hem,
de 29-jarige Hans van der Hoek,
heeft namelijk zo zijn eigen idee van.
reclame.
Hans Jung in zijn anderhalf jaar
oude boetiek aan de Nieuwe Binnen
weg „Hans Jung Fashion", \vaar hij
meer ontwerpt in het klassieke sjie-
ke genre: „Wij doen niet veel aan
publiciteit. Shows zijn ons te duur.
Dat kost je zeker 5000 en dat
kunnen we nog niet hebben. Zo'n
boetiek geeft je ook bekendheid.
Jonge meisjes, die niet veel geld
hebben, durven hier niet binnen te
stapoen. Het ziet er veel te duur uit".
Een indirecte publiciteit dus. Een
stunt, die de zaak hopelijk geen
windeieren gaat leggen. Nu heeft
manager Van der Hoek al enige
lering getrokken uit de eerste stap in
een neveninrichting van het mode
huis Hans Jung, namelijk een spoed
cursus van drie maanden voor man
nequins en fotomodellen.
In februari startte de eerste cursus
met achttien gegadigden.'
Niet dat deze vrouwen nu allemaal
van plan waren om als fotomodel of
mannequin het dagelijks brood te
verdienen. Het merendeel zag de
cursus als een aangename vrijetijds
besteding, waarin je enige kennis
opdoet over de kunst van het opma
ken, het kleden en het bewegen.
Hans van der Hoek: „Als iemand
hier een jurkje koopt, dan kijkt hij
(dit is Hans Jung) automatisch ook
naar het haar, het uiterlijk en de
schoenen". Hans Jung vult aan: „Ja,
zo is het gegroeid. Je kan iemand
wel een goede jurk aantrekken, maar
Jung
(links) en zfln manager Hans
van der Hoek: „W(j hebben zo onze
eigen publiciteit".
als ze er plomp bijlopen dan is het nog
niets".
Samen, met een bekend Rotterdams
fotomodel en mannequin onderwijst
Hans Jung zijn cursisten, onder wie
er ook ouder zijn dan dertig jaar, in
vakken als bewegingsleer. Na drie
maanden moeten ze een proeve van
bekwaamheid afleggen voor een kri
tische jury op een modeshow. Voor de
nieuwe cursus, die cp 12 september
begint, hebben zich momenteel tien
vrouwen aangemeld. Hans Jung: „Ja,
maar als die eenmaal begint te lopen,
komen er opeens veel meer. Het is
eigenlijk een reuze gezellige cursus".
Heeft de manager nog meer plan
netjes in petto? Hans van der Hoek:
„Ja, misschien in het voorjaar een
herenboetiek, maar daar staat Hans
Jung helemaal buiten". Hans Jung:
„Nou, misschien ontwerp ik eens een
broek of zo".
Hans Jung heeft nu twee boetieks
en een mannequincursus op zijn
naam staan. Volgende week verbuist
zijn coupeuse, de twintigjarige Hei-
ma van IJzendoom, naar de Oude
Binnenweg. Vanachter de naaima
chine houdt zij dan de boetiek in het
oog. Tenslotte is er één vaste regel
voor boetieks. Je moet er rustig
kunnen zoeken zonder gelijk een
verkoopster op je hielen te hebben.
Hoe ziet Hans Jung zijn tweede
boetiek? Hij wijst in het rond. „Dit
is mijn naam en die boetiek is een
geintje". J- v. d. H.
JA, 't Is 'm: mannetje Jacpnes. Erbij
gehaald om even te vertellen dat
ze zo'n figunr in Heerlen ook hebben.
Daar heet hij „Meneer Jacques
Plechtig'.'
oenregeling profiteren, maar dat be
tekent dan ook dat velen toch eigen
lijk te vroeg „rustig leven". Het tech
nisch hoger kader trekt weg uit Lim
burg. Duizenden hebben hun weg ge
vonden naar het westen van het
land. Anderen moeten hun keus nog
maken uit aanbiedingen (bijvoorbeeld
uit Delfzijl) die him in groot opge
maakte advertenties onder ogen ko
men. Wil men in Limburg dit pro
bleem afdoende opvangen, dan moe
ten er 8000 arbeidsplaatsen per jaar
gecreëerd worden.
Men is nu ongeveer een jaar bezig
aan een daartoe opgesteld program
ma en dat heeft een aantal ar
beidsplaatsen opgeleverd, dat nog
niet de helft haalt van het streefge
tal. Het gebied stroomt al te snel leeg
om die stroom nog te kunnen opvan
gen. De vestiging van de DAF-fabrie-
ken heeft wel enig soulaas gebracht,
maar er zijn meer van die grote pro
jecten nodig, zeker nu de situatie niet
langer alleen te wijten is aan het
sluiten van de mijnen; er is intussen
sprake van een structureel
verschijnsel. Alleen al om het nieuwe
aanbod op te vangen zou er eens in
de twee jaar een industrie als de
DAF in het Limburgse gevestigd
moeten worden.
„Als binnen vijf tot tien jaar niet
een degelijke basis gelegd wordt, is
Limburg ten dode opgeschreven" zo
menen sommigen. Terwijl Limburg
in „Den Haag" gezien wordt als een
„gebied met unieke problemen maar
ook met unieke kansen om deze zélf
op te lossen", neemt in afwachting
van die oplossing de pendel van ar
beiders naar Duitsland en elders toe.
Bedrijven die het oog op Limburg
laten vallen om er zich te vestigen,
kiezen niet zelden uiteindelijk voor
België, waar veel gunstiger facilitei
ten worden gegeven
En intussen, zo voelt men het in
Limburg, krijgt Rotterdam alles
maar voor elkaar. Diep onder de in
druk van het werk aan de Maasvlak
te, van de ruime stad en van zovele
andere projecten, zijn de journalisten
naar Heerlen teruggegaan, na onder
meer in de metro gereden te hebben.
Pagina 3
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1963