inrmio mm mm lil van RET tellen met apparaat wció ket ouclc ^Rotterdam! VestI ifflHNP mm i |f#T Mil#» g Qebt'**h aan keuze op huisvestingsfjebied ^langrijke oorzaak afzuiging p?r" 0-1 iel t*laa tse tijk verdoofd Bezorgde bestuurders berusten tot dusver O ZATERDAG 27 DECEMBER'196$. fv. ROTTERDAM stroomt leeg. Nadat het bevolkingsgetal jarenlang boven de 700.000 heeft gezweefd, bedroeg dit per 1 januari 1969 699.245. Enige tijd terug bereikte men het getal 692.000, even veel (of liever even weinig) als in 1952. Per 1 januari 1570 wordt in Rot terdams financiële opzet uitgegaan van 690.000. wat in Rotterdam bMjft is de oudere generatie, mede daardoor niet het meest kapi taalkrachtige bevolkingsdeel. Omliggende gemeenten oefenen grote aantrekkingskracht uit op de (wat) jongeren. Verschillen Per halte GRAADMETER BEZETTING IN GEBRUIK Efficiënt IJSVERMAAK Waardevol ftiji!niond>ret)tie ife 69 jjE ROTTERDAMMER PAGINA 3 2 A A "7- jri-v"""; tie rigs Fo as- Mi w- «ik dja kte ut h«t :ler er- wr ad de De 5e- rde ijs fid di- te ROTTERDAM ZIET JONGEREN WEGTREKKEN NAAR OMGEVING (""ESTELD DAT je je in het geheel niet stoort aan gebrek aan leefbaar heid in Rotterdam maar op geheel an dere gronden verhuisd bent naar een omliggende gemeente, dan loop je snel de kans gefrustreerd te raken. liet blijkt dan namelijk, dat liet ook elders aardig kan stinken en dat heit drinkwa ter ook niet altijd even best van smaak is. In Rotterdam aanvaardde je dat wei en wist je ongeveer hoe en waardoot het kwam. Als je je desondanks geroe pen voelde je op te winden, dan kon je altijd wel een telefoonnummer draaien. Ofwel de meldkamer van Rijnmond, of wel het drinksvaterhericht. Je werd er niet veel wijzer van, maar het luchtte touli even op en je wist het gemeente bestuur a'v zondebok. In je nieuwe woongemeente weet je veelal niet precies waar in dat gebied eigenlijk liet drinkwater vandaan komt. Van Je stankverwekkende industrieën weet je noch de naam. noch de hoeveel heid. Dat is om razend te worden. Wat je in Rotterdam op de koop toe nam. wens je hier niet mee lastig gevallen te worden. Dingen waaraan je je nooit stootte, storen je nu mateloos. Je reageert je onlustgevoelens dan matur af op mensen die aan de deur komen om kerstlakens te verkopen ten bate van de plaat-olijke padvinders, kaarten voor de plaatselijke tamboers en pijpers, kaatsen ten bate van de plaatselijke mindervemtogenden en ka lenders ten bate van de plaatselijke tumclub. Er komen er soms drie op een avond, zodat je je plaatselijk verdoofd ter ruste begeeft. Alles is plaatselijk in zo"n randge meente: de winkelcentra voor dage lijkse gebruiksartikelen en met gemoe delijke dienstverlening. Datzelfde geldt trouwens voor gemeentediensten die in niet al tf ruime gebouwen gevestigd zijn. Aardige mensen die ambtenaren die vrijwel allemaal onder de woon huisaansluitingen in het telefoonboek terug te vinden zijn, want er is er niet één onbelangrijk. En moest je Let in Rotterdam doen met één grote kerstboom voor het stad huis, in de randgemeente verschijnen er allerlei grote kerstbomen in allerlei tui nen en met allerlei lichtjes. Je voelt het gewoon aankomen, dat bij de jaatwisse- ling op het middernachtelijk uur alle mensen naar binten komen stappen om elkaar het beste te wensen voor hel nieuwe jaar. Je voelt het aankomen en toch weet je dat het niet waar is, want op oude jaarsavond zijn alle bewoners van de randgemeenten naar hun ouders in de stad. Want om twaalf uur wil je toch wel weer even de Rotterdamse holen horen fluiten. En je wilt de stank in de lucht toch weer even thuis kunnen brengén, alvorens je op de 2e januari je kwartje geeft aan de plaatselijke kranten bezorger. e Dit heeft gevolgen voor de toch al niet rooskleurige financiële situari- van de gemeente. Openbaar vervoer vergt kapitalen, die in feite worden neergeteld ten gerieve van omliggen de gemeenten die niet of nauwelijks in de kosten bijdragen. Hetzelfde geldt voor andere centrale ftunst)voorzieningen. De diepste oor- taken van het vertrek worden door verwijzen daarvoor naar het SO AR-rapport (SOAR. Stiohür.g (On derzoek Arbeidssituatie Rijnmond). Uit tai van verschijnselen is evenwel op te maken, dat dit soort bezwaren bij de vertrekkenden bepaald niet een doorslaggevende rol sprier. Hoofdzaak is het gebrtK aan ktfeze waar het woningen betreft. Dat de leefbaarheidskwestie slechts CENTRUM Ridderkerk: Voldoende winkels ln een aangename omge ving. Voor grotere aankopen trekt men zo nodig naar de stad. Vaak naar Dordrecht of zelfs Breda en niet naar het dichtbijgelegen Rotterdam. De arbeidsverhoudingen- -zijn ook niet doorslaggevend. "Weliswaar ziin er nogal .wat klachten, maar d'e neemt men op de koop toe, zolang men in de min of meer vermaledijd bedrijven aan het werk kan blijver Pas als er door welke oorzaak dar ook ontslagen vallen en afvloei ingsregelingen getroffen worden, ver breekt men de band met het bedrijf én met het gebied om elders passend werk en meer aangepaste woonru .m- te te vinden. Niet zeiden zijn het de mensen die aan het werk kunnen blijven die menen dat zij nog tijdig „het zinkende schip", moeten verla ten, terwijl tie werkelijk ontslagenen noodgedwongen blijven. Sinds 1952 nam de woningvoorraad toe met 59.000. "Wetend dat er nu evenveel mensen in Rotterdam wo nen als in 1952 zou men dus denken dat er woonruimte genoeg is, maar de gemiddelde woningbezetting is vanzelfsprekend geringer géworden. In 1947 was die nog 3,9 personen, in 1956 3,7 en momenteel 3. Speelt deze ontwikkeling mee, ronduit fnuikend is de omstandigheid dat er te weinig Eengezinswoningen in Krim- pen, overwegend „koophuizen". Dergelijke hulzen zijn na enig zoeken hier en daar ook wel te huren. Liggen de prijzen even hoog als van iets min derwaardige woningen ln Rotterdam, dan gaan de voordelen van plezierige wUkindcling e.d. meespreken. keus is. De na de oorlog gebouwde woningen hebben vrijwel allemaal eenzelfde aantal kamers. Wil men als het gezin kleiner wordt naar een klei nere woning, of andersom als het ge zin groter wordt naar een grotere, dan vindt men geen woning. Daarop loopt ook de doorstroming spaak waarbij dan bovendien nog komt, dat als men al een kleinere woning vindt, de prijs vrijwel geiijk of zelfs beduidend hoger is dan die van het tot nu toe bewoonde huis. Bij gezinnen met jonge kinderen is er voorts ten algemene hang naar eengezinswoningen. Die zijn en ko men er vooral in Ommoord. De toe- wijzingseisen zijn vrij streng. Daarbij zijn de woningen duur (om en nabij 250), nog altijd betrekkelijk klein en vooral: ze zijn „neergepoot" vol gens een stratenplan dat met zijn el- 'eniange rijen menigeen afschrikt. Voor hetzelfde bedrag of iets meer zijn in omliggende gemeenten betere en vooral woningen in een aardiger omgeving te krijgen. Die liggen beter in een geheel ingepast en hebben bo vendien het voordeel in de directe nabijheid algemene voorzieningen als zwembaden, sportvoorzieningen enzo voort te hebben. Veelal gaat het om koophuizen met vrije vestiging, maar ook zijn er nog wel huurhuizen te bemachtigen. De gemeente heeft in middels erkend, dat het stratenplan niet animerend is en dat aansluitende blokken wat dat betreft meer geva rieerd worden. "TEN ZO exact mogelijke telling van het aantal passagiers is voor de RET van groot belang om de tram- eo busdiensten zo doelmatig mogelijk te la ten functioneren. Het tellen van de mensen die trams en bussen binnenko men en uitstappen is dan ook al geruime tijd in het werkprogramma opgenomen. Tegen deze erkenning steekt de matte houding van het gemeente bestuur wei wat vreemd af, want dit is een fout, die niet gemaakt had behoeven te worden. Intussen maakt het gemeentebestuur zich ernstig be zorgd over de denkbeelden van mi nister Beernink, die min of meer zelfstandige stadsdelen van grote ste den zou willen afsplitsen. Voor Rot terdam zou dat in de praktijk bete kenen dat het Hoogvliet en de Alexanderpolder kwijtraakt. „Dan hebben we helemaal geen ruimte meer om woningen op eigen terrein te bouwen", verzuchten de verant woordelijke wethouders. Dat is natuurlijk waar, maar het probleem ligt anders. - - c en- pagina '1 Afliankelijk van die telling is bijv. de frequentie waarmee wordt gereden. De tijd die tussen twee wagens ligt wordt nauwkeurig bepaald op grond van het aanbod van passagiers. Ook het type wa gen wordt op basis daarvan gekozen. Tm nu toe werd voor bet tellen ge bruik van mensen, z.g. „tellers" gemaakt maakt meestal werkstudenten) maar bin nenkort gaat dat veranderen als een nieuw systeem zal worden ingevoerd. Al ongeveer een jaar is bij de RET eat z.g. bezettingsgraadmeter kt bedrijf. Eén ingewikkeld en ingenieus apparaat, dat is ingebouwd in een autobus en dat door middel van treeplaukcontacten en foto-elektrische cellen uiterst nauwkeurig bet aantal in- en uitstappende passagiers telt. De apparatuur werd destijds geïnstal leerd bij wijze van proef, maar de opge dane ervaringen zijn zodanig dat binnen kort zal worden voorgesteld zeventien be- zettingsgraadmeters te bestellen. Daarvan worden er dertien bestemd voor gebruik op de bussen, twee voor gebruik op de tram en twee voor reserve. De apparaten zijn nitwrisselbaar, maar kunnen uiteraard alleen worden gebruikt in bussen of tramrijtuigen die daarvoor speciaal zijn ingericht met treeplankcontacten en fo to-elektrische cellen. Zij zullen bet eerst op de bussen verschijnen en in een wat later stadium ook op de tram. Tot nu toe kent Europa slechts drie vervoerbedrijven die op deze moderne wijze hun passagiers tellen. Het zijn de RTT in Rotterdam, de HTM in Den Haag en het Hamburgse vervoerbe drijf, dat het gebruik van de bezet- tingsgraadmeter heeft gekoppeld aan de mobilofooninstallatie. In Parijs gaat men waarsrhijnlijk binnenkort eveneens ma chinaal tellen. HET inwendige van de beaettlngs- graadmeter ziet er zo uit. De passagiers zien er niets van, want er zit een deksel op (boven). Binnen vijf of zes dagen kan met be hulp van dit apparaat een autobuslijn volledig worden geanalieeerd. De uit komsten spelen een rol bij het bepalen van bet aantal bussen (of trams) per lijn in en builen de spits. "Voorts kan de belangrijkheid van een halte worden vastgesteld, hetgeen eventueel kan leiden tot opheffing of verplaatsing van die hal- re. .Ook is het niet uitgesloten dat uit de- verzamelde gegevens blijkt dat ten be paalde lijn gemakkélijk kxn worden ver kort of dat het juist gewenst is de lijn té verlengen. En tenslotte spelen de uit-- komsten van de bezettingsgraad metèr een rol bij het bepalen van de frequentie. Daarnaast is bet voor het bedrijf belang rijk zo nauwkeurig mogelijk de gemid delde passagiersbezetting per lijn per'dag te kennen. Het apparaat telt per halte het aantal in- en uitstappende passagiers. Bij do instapdeuren bevinden zich twee foto- elektrische cellen die richtinggevoeHg zijn, waardoor iemand die, om welke reden dan ook door de instapdeuren uitstapt, toch als nitstapper en niet als instapper wordt geteld. Geheel afzonder lijk van de cellen werken de treeplanK- De bezettingsgroadineter heeft in de eerste plaats tot doel een zo efficiënt mogelijke exploitatie te bewerkstelligen. Exacie reizigerstellingcn per lijn maken het mogelijk op de meest economische wijze een zo groot mogelijke service aan liet publiek te bieden. bet gemeentebestuur wel erkend zonder dat er stappen (kunnen) wor den gedaan om het verloop te keren. De oorzaken liggen namelijk vooral op het gebied van de woningbouw en -distributie. Tegenover deze proble men neemt het gemeentebestuur tot nu toe een nogal berustende houding aan. Er zijn er die menen dat het ver trek vanuit Rotterdam vooral wordt veroorzaakt door eon tekort aan voorzieningen op het gebied van de leefbaarheid. Te weinig groen, recre atie en dergelijke en te veel lucht vervuiling. Anderen menen dat de arbeidssituatie in Rotterdam en het Rijnmondgebied de oorzaak is en ondergeschikt is blijkt uit het feit. dat zich tn Amsterdam maar ook in het „door groen en zee omgeven Den Haag" gelijke situaties, voordoen. Amsterdam had in september 1968 849.000 inwoners en een jaar later 836,000. In de hoofdstad komt er nog bij, dat de in de binnenstad in de knel gekomen bedrijven naar buiten trekken en vanzelfsprekend hun werknemers „meeslepen". Evenals Rotterdam heeft de hoofdstad trou wens destijds woningbouwcon ti nenten bij omliggende gemeenten on dergebracht. Een groot deel van de verhuizende Rotterdammers blijft trouwens binnen een straal van 10 a 20 km wonen. QNDERSTAAND cijfermateriaal geeft indrukken als antwoord op de vraag 97aar blijven de Rotterdammers? GEMEENTE Alblasserdam Rarendrecht Bcrschenhoek Berkel Capelle o/d IJssel 11. I. Ambacht Krimpen a/d IJssel Nieuwerkerk a/d IJssel Papen dreebt Ridderkerk Spijkcnisee Zwijndreelu autal vestigingen 1969 (tot dee.) DAARVAN AFKOMSTIG UIT ROTTERDAM 1155 Onbekend 1032 70 procent 507 60 (vrijwel) procent 321 31.16 procent 2600 overgrote deel 1181 38 procent 1819 merendeel 818 20 a 23 procent 1601 onbekend 2529 10 a 15 procent 2911 60 a 70 procent 2300 30 a 10 procent 19363 gemiddelde 40 a 50 procent rpOEN DE Franse troepen op 21 januari 1795 uit Dordrecht op Rotterdam afkwamen, hadden zij het gemakkelijk; de rivier was geheel en al dichtgevroren waardoor zij de Oude Hoofdpoort (enkele honderden maters ten Oosten van de plaats waar thans het Witte Huis staat) zon der enige moeite konden bereiken. Als het ijs er niet geweest was, had den zij boten nodig gehad en dan was het een soort pendeldienst ge worden. De Fransen profiteerden dus van een euvel waarmee men in de oude stad in het verleden dikwijls te ma ken kreeg. Zodra de vorst ging door zetten, vroor de rivier dicht, met alle narigheid van dien. Ook echter met de nodige vreugde; zodra het mo gelijk was ging men op de schaats en met de arrestee de Nieuwe Maas op. Op het ijs verrezen kraampjes en tenten en er werden wedstrijden ge houden. Van dit ijsvermaak, dat in onze tijd op deze plaats ondenkbaar is, bestaan nog talloze aardige pren ten. Een felle winter was bv. die van 1837-1838. Op 11 januari begon het ijs zich te „zetten". Op IS januari was het zover, dat men met ijsschuit- jes en met sleden de rivier op kon gaan. Bij het Oude Hoofd werd een kouten brug gelegd om de toegang tot het ijs te vergemakkelijken. IP 19 JANUARI was het ijs niet minder dan 23.5 Nederlandse duim dik. Bij de Boompjes werd zelfs een ijsdikte van 24 duim geme ten. De volgende dag kwamen de prinsen Willem en Alexander en Prinses Sophie uit Den Haag naar Rotterdam om het ijsvermaak gade te slaan. Zij stapten af bij het New Bath Hotel aan de Boompjes, gebruik ten daar enkele verversingen en maakten vervolgens een korte wande ling op het ijs. Als aandenken aan deze wandeling op de bevroren rivier stond prinses Sophie een Rotterdam se reder toe aan een te bouwen fre gatschip haar naam te geven Een week later vroor het nog steeds en was er nog steeds ijsver maak op de rivier, 's Middags kwa men prins en prinses Albert van Pruisen en prinses Frederik der Ne derlanden naar Rotterdam omdat ze ook van departij wilden zijn. Zij namen zelfs plaats in een ijsschuitje en zeilden een tijdje heen en weer. Eerst op 27 februari kwam er een eind aan de genoegens can het ijs. Onder de houten brug hoorde men verdacht gekraak; hij moest met spoed weggehaald worden. Het plaatje, dat u hierbij ziet toont -n. (/.l —r' ■J5 plMiSfËp J - i !>êüa3ïS?ÜS3jSrÏFfalt*i: üh -"'"-•"'tw het ijsvermaak op de rivier in de ijzigste winter van de eeuw; die van 1855. Eind januari begon het in dat jaar te vriezen en de temperatuur schommelde rond het nulpunt tot- midden april. Daarna ivaren de rivie ren zodanig in de war, dat men in het gehele land met overstromingen kwam te zitten, met alle moeilijkhe den en alle schade ervan... AJIEUWJAARDSDAG 1900. Nu wij de sprong van 1969 op 1970 gaan maken vroegen wij ons af hoe de mensen zich voelden, die van, 1899 op 1900 oversprongen; een eeuw werd beëindigd en men begon aan de twin tigste eeuw. Wij hebben er de Nieu we Rotterdamsche Courant van 31 december 1899 en van 1 januari 1900 op na geslagen. Het resultaat viel echter tegen; geen enkel bericht duid de op de eeuwwisseling. En met uitzondering van één en kele advertentie bleken de nieuwjaars wensen ook niet „anders dan anders" te zijn. Die ene advertentie was af komstig van Meester-Timmerman H. K. Wisselaar. Hij adverteerde: „Bij de intrede van deze nieuwbegonnen Eeuw moge ik op mijn 70ste jaar door Gods Goedheid al mijn werkge vers, vrienden en bekenden een ge lukkig jaar toewenschen". Het ontbrak alle overige adverteer ders aan fantasie. Zij konden voor die belangrijke dag geen betere wen sen vinden dan het complUmmt pan de dag", „Zalig Nieuwjaar„Veel heil en, Zegen" en „Hartelijke Gelv.fc- wenschen"Allemaal gemiste kan sen! contacten. Deze contacten tellen eveneena de instappers. Cellen en treeplankcontac- ten komen elk tot een eigen uitkomst. Het is echter duidelijk dat beide uit komsten aan elkaar gelijk zullen zijn. Bij de uitstapdeuren worden de uitstappende passagiers geregistreerd door treeplank contacten. Bij het openen van de deuren treedt bet telmechanisme in werking- Zo dra de deuren zijn gesloten, geeft het geheugen, waarin de telresultaten tijde lijk werden opgeborgen, deze door aan He eigenlijke bezettingsgraadmeter, die de verzamelde gegevens in een ponsband registreert. Op deze wijze bescliikt men dus over de gegevens per halte. De chauffeur of bestuurder behoeft aan het begin van de rit slechts op een knop te drukken. Daar na begint de bezettingsgraadmeter "zijn werk, waarbij de afstand die wordt afge legd por balie wordt geregistreerd. In verband hiermee is het noodzakelijk dat de afstanden tussen de haltes nauwkeurig bekend zijn. Aan liet eind van elke dag wordt de bewerkte ponsband uit bet apparaat ge nomen. De band wordt, samen met de dagrapporten van de chauffeurs of bestuurders die op de betreffende wagen hebben dienstgedaan, gezonden naar het Gemeentelijk Rekencentrum, waar de verzamelde gegevens verder worden uit gewerkt. Op deze wijze verkrijgt men dan een tabel met de gegevens per rit en een statistiek van het aantal in- en uitstappen de passagiers per halte. De afdeling sta tistiek en research van de RET verwerkt deze resultaten verder en beschikt hier voor over zeer waardevol analysemateri aal. Wanneer alles volgens plan verloopt, zullen de bezettingsgraadmeters in de loop van 1970 in gebruik komen. Nu de proefnemingen nebter de rug zijn, wordt niet bet eerste reeds beschikbare apparaat al „serieus" geteld. ZESDE JAARGANG nr. 43 Tek. sten van Jan van Bergen, Bram Ooeter- wijk, J. v. Rhijn Illustraties van Ary GroeneveJd, Henk Hartog, J. v. Rhijn Onder redaktie van Kees Cornells».

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1969 | | pagina 1